voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Millionaire karakter
der openbarei school.
nel BeuolkinssuraagstuK.
Antire volutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
Na» 3728
ZATERDAG 14 MAART 1931
46STE JAARGANG
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
if
Deze Courait vetschaaf eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f I.- b5 vooruitbetaling,
BUITENLAND bfl vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W, BOEKHOWEBJ ék ZONEN
SOMMELSDIJK
Teiel. latere. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die z| beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
stnkkeü voor de Redactie tsesitemd» Advertentiëoen verdere Administratie fr®asco toe te eenden aan de Uitgevers
De voorstanders van het openbaar
onderwijs op Flakkee roeren zich in de
laatste weken weer geducht.
't Gaat dan ook zoo langzamerhand
weer naar 1 Mei, en het is hun recht
de openbare school zooveel mogelijk te
bevolken.
Als zij het maar met zuivere midde
len deden.
In „Onze Eilanden" van 11 Maart j.l.
voert echter „Dr. v. O." weer het pleit
woor de openbare school. En hij be-
^Pgrijpt, dat men met den hoogen hoed
op en de witte das om het op Flakkee
het verste brengt.
De openbare school moet op Flakkee
als een vroom instituut voorgesteld, an
ders valt er niets te bereiken.
En hij deinst er dan ook niet voor
terug zich te kleeden in het gewaad
van den engel des lichts.
Hoor slechts
Naar welke school zal ik mijn kind sturen
Naar die school, die is als een huis van glas,
waar men van alle kanten in kan kijken
waar men' niets verbergt of hoeft te ver
bergen, van al wat er geleerd wordt, om het
karakter van uw kind te vormen.
Naar die school, die te midden van vijand
schap 'en verdachtmaking pal blijft staan.
ZI] ALLEEN is krachtens haar roeping en
haar historische ontwikkeling in staat de
woorden bij haar onderwijs en opvoeding in
toepassing te brengen
Hebt uwen naaste lief gelijk uzelven
Hebt vrede onder elkander
Weest verdraagzaam
Behandelt uw naaste, zooals gij wilt, dat
uw naaste u behandelt.
Die school is niet godsdienstloos. Te be
weren, dat die school wel godsdienstloos is,
is een infame leugen. Zij toen beijvert zich
de allerhoogste beginselen van ons christen
dom diep in te prenten in 't ontvankelijk
gemoed van uw kind. Die school is in de
hoogste beteekenis van 't woord DE MEEST
CHRISTELIJKE school der natie.
Die school is, zal en moet blijven, zoolang
Nederland nog op de wereldkaart wordt aan
geduid, al is het dan ook maar door een
klein stipje,
DE OPENBARE SCHOOL.
Dat is het oude liedje uit de vorige
eeuw.
Opvoeding tot alle „Christelijke en
maatschappelijke deugden".
De liberale heeren zijn toch wel een
wonderlijk slag volk.
En Dr. v. O. toont zich een echt dis
cipel uit dien kring.
Hij gebruikt herhaaldelijk het woord
verdraagzaamheid en naastenliefde,
maar in hetzelfde artikeltje maakt hij
alle andersdenkenden met de grofste
aantijgingen af. Dat zijn scheurmakers,
tweedrachtzaaiers, onruststokers, pha-
rizeeërs, enz.
Hoe is zoo iets nu toch te rijmen, en
dat in een mensch, dié Dr, voor zijn
naam zet
Het is nog het onvervalschte libera
lisme van zestig jaar terug, toen ook het
woord „liberaal" het evangelie scheen.
Maar men was alleen liberaal tegen
gelijk denkenden, wie anders dacht viel
buiten de „liberale verdraagzaamheid"
en werd onderdrukt.
Wie heeft er nu van zulke „ver
draagzaamheid" iets terug
'Verdraagzaamheid lijkt ons juist dan
pas aanwezig te zijn als men anderer
meeningen ook verdragen kan.
Maar Dr. v. O. denkt daar anders
over. Verdragen doet hij alleen wie
denkt zooals hij en zijn kinderen naar
de openbare school stuurt.
Gelukkig, dat Dr. v. O. met zijn
ideeën een halve eeuw achteraan komt
en geesteskind is van een reeds lang
afgestorven richting, die zichzelf aan
de grofste onverdraagzaamheid onder
de schoone leuze van „liberalisme" den
dood gegeten heeft.
Menschen zooals Dr. v. O. doen ons
weinig kwaad meer. Ze zijn al te
doorzichtig.
Ook de heer Rienks, hoofd der open
bare school te Sommelsdijk, heeft weer
een aanval gewaagd op de Christelijke
school.
We zullen zijn rede niet bestrijden,
omdat de heer Rienks eerst in een per
soonlijk schrijven aan ons en daarna
in een ingezonden stuk in „Onze Eilan
den" zich van het verslag van zijn rede
in dat blad heeft los gemaakt. Hij
wenscht daar geen verantwoordelijk
heid voor te dragen.
Nu lijkt het ons ook totaal onvrucht
baar om op de manier, waarop de heer
Rienks het Chr. onderwijs bestrijdt, in
te gaan.
Het gaat tenslotte in de eerste plaats
niet om de vraag welke geschiedenis
boekjes er op school gebruikt, worden,
en dat er Bijbelsche geschiedenis be
handeld wordt, en om de vraag wat het
kind al of niet verdragen kan.
Het bestaansrecht der Christelijke
school wortelt veel dieper. Wanneer
dat niet wordt ingezien, blijft men han
gen in allerlei oppervlakkig gepraat dat
de zaak in de kern nooit raakt.
De menschen van het Openbaar On
derwijs schijnen zich nooit moeite te
geven om zich ook maar eenigermate
in te denken welke levensbeschouwing
het orthodoxe Christendom beheerscht.
Misschien is het hun ook onmogelijk
om zich dat in te denken, want de kloof
die er tusschen beide richtingen gaapt
is wel héél diep en breed.
Nochtans willen we een poging wa
gen iets van dien dieperen bestaans
grond van de school met den Bijbel
te laten zien en aan te toonen dat de
Openbare school een revolutionair ka
rakter heeft en dat dus geen Christen
ouder ooit zijn kind op die school kan
brengen.
Dat men ons zoo slecht begrijpt
blijkt al direct uit uitlatingen zooals van
Dr. v. O., die blijkbaar de hoogste
openbaringsvorm van het Christendom
de onderlinge verdraagzaamheid en
naastenliefde acht. Hij denkt dat de
Openbare School die beginselen leert
en dat zij daarom de „meest Christe
lijke school" is.
Wat er van die verdraagzaamheid
aan is, hebben we al zoo even gezien.
Maar is dat nu waar, dat verdraag
zaamheid het kenmerk van het Chris
tendom is
Dit beginsel vloeit niet voort uit het
Christendom, maar uit het humanisme,
dat juist het Christendom verlwierp,
God den rug toekeerde en een Godheid
in den mensch aanbad.
Diezelfde fout van verheerlijking der
verdraagzaamheid enz. vindt men te
genwoordig ook bij z.g. religieuse
stroomingen, ook in de pacifistische be
weging doet zij opgeld als de hoogste
openbaringsvorm van het Christendom.
Maar in wezen staat die richting
lijnrecht tegen het Christendom over,
want het bemoeit zich alleen maar met
de tweede tafel der Wet. De eerste
tafel waar de verhouding tusschen God
en mensch geregeld wordt, wordt stil
zwijgend voorbijgegaan.
Eerst hebben we te maken met het
Recht Gods en daaruit voortvloeien
de de Liefde Gods en de liefde tot
den naaste.
Christus zelf formuleert de hoofdsom
der tien geboden God liefhebben bo
ven alles (de eerste tafel) en zijn naas
te als zichzelven (de tweede tafel).
Over die eerste geboden zwijgen de
vrienden van het Openbaar Onderwijs,
zwijgt ook Dr, v. O. in alle talen.
En dat kan ook niet anders, want
als hij er die eerste tafel bij betrekt,
raakt hij met zijn Openbare School ho
peloos vast, want juist die eerste tafel
is de groote contrabande op de Open
bare School.
De Calvinistische levensbeschouwing
gaat uit van het grondprincipe: de ver
houding van den mensch tot God, Zijn
Schepper en Formeerder.
En Zijn Schepper eischte van hem,
dat hij God zóó boven alles zal lief
hebben, dat hij met geheel zijn aange
zicht, en geheel zijn leven staat voor de
Goddelijke glans van zijn God.
God is bij den Calvinist geen ab
stractie, geen afgetrokken begrip, maar
de groote concrete werkelijkheid in zijn
leven, waarmee hij iedere minuut, en
bij ieder ding, en bij elke ervaring en
bij elk woord, gedachte of daad te ma
ken heeft.
Wat God van hem eischt, is het
richtsnoer van zijn leven, de hoogste
wijl de Goddelijke wet en alles wat zich
met die Goddelijke wet niet verdraagt,
maar er tegen in gaat, dat verdraagt
ook de Calvinist niet.
Daarom is het klare onzin de ver
draagzaamheid de hoogste uiting van
het Christendom te noemen.
Als men dat doet werpt men Chris
tus zelf uit, Die nooit verdragen heeft
dat men den wil Zijns Vaders trotseer
de en veel eer in heilige onverdraag
zaamheid een geesel vlocht en er de
verontreinigers van Zijns Vaders tem
pel mee uitdreef dan hun verdraag-
j zaamheid te toonen.
In het oog van Dr. v. O. is Christus
zelf geen Christen geweest, wat een
Godschennende gedachte is.
Wie de Calvinistische levensbe
schouwing benaderen wil, moet iets
leeren verstaan van wat God in de eer
ste helft van den Decaloog van den
mensch eischt. Wie dit los scheurt van
de tweede helft en zich alleen met het
laatste bemoeit, verstaat letterlijk niets
van den Christus zelve, die kwam om
de geheele wet te vervullen.
En juist uit de handhaving van de
eerste tafel der wet vloeit het bestaans
recht en de bestaansnoodzakelijkheid
van de School met den Bijbel voort. En
juist dat negeeren van die eerste wets-
tafel, maakt de Openbare School tot
een revolutionair instituut.
Dat hopen we in een volgend artikel
aan te toonen.
Het Christendom beleeft in de twintigste eeuw
geen voorspoedigen tijd. Eigenlijk moet ik die
term „christendom" nader omschrijven, want
er komt in onzen tijd een nieuwe geesterichting
naar voren die zich ook met den naam „chris
tendom" siert en zegt aanspraak te hebben op
de zelfde waardeering als het christendom van
de eeuwen die achter ons liggen. Het is een
nieuw soort humanisme, dat een nieuw evange
lie brengt en deze nieuwen geest kleeden wil
met het kleed van het Evangelie, dat we vinden
in het Woord van God.
We moeten' hier dus wel goed onderscheiden.
We zullen moeten gaan spreken van het „recht
zinnig" of „orthodox" chritendom, dat zich
openbaart in verschillende kerkengroepen.
Het schijnt dat de twintigste eeuw met dat
orthodoxe christendom heeft afgedaan.
Vooral in socialistische kring moet men van
het orthodoxisme als ik het zoo maar noemen
mag, niets hebben. En de moderne mensch keert
het ook al den rug toe. En het opkomend ge,-
slacht wordt er van afgetrokken. De afval is
schrikwekkend groot.
En in kerkelijke kringen komt de vraag naar
voren hoe komt het waar ligt de oorzaak
Ik geloof dat de kerk zelf heel veel schuld
heeft. Wanneer de kerk altijd geweest was wat
zij moest zijn, zou zij dezen afval nimmer be
leefd hebben.
Dat is natuurlijk geen aanklacht tegen het
dogma, of tegen de belijdenis der kerk, maar
alleen tegen de belijders van deze belijdenis.
Die zijn in alle eeuwen te kort geschoten. En
daarom moest komen wat we nu beleven.
Er zijn menschen die den wereldoorlog van
den groeten afval en de zedeverwildering van
onze dagen de schuld geven.
Ik geloof niet dat dit juist gezien is. De om
standigheden maken nooit van een goed chris
ten een niet-christen. Wie waarlijk christen is
is dat in alle omstandigheden of hij is het nooit
geweest. Het is m.i. de waarde van het veel
besproken boek„De dood van Yperen" dat
het dit aantoond. Ik ga niet in alles met dit boek
mee. Maar ais ik het stel tegenover ..Van het
Westfront geen neiuws" dan wint m.i. het eer
ste boek het, wat de tendenz aangaat. Over de
literaire waarde gaat het hier niet natuurlijk.
Het eerste boek toont dat een christen-soldaat
niet in zijn overtuiging geschokt behoeft te wor-
den door een werelddrama als we in 1914 be
leefd hebben. Zedelijk en geestelijk behoeft een
mensch.er niet onder te lijden. Dat deze stelling
bestreden wordt en een andere conclusie wordt
aanvaard, is de leugen van: „Van het Westelijk
front geen nieuws."
De fout van onzen tijd, de zedeverwildering,
de groote degenaratie van onzen tijd zit veel
dieper.
Bilderdijk heeft gezegd „In het heden ligt 't
verleden, in het nu wat worden zal." De historie
heeft in 1914 recht gedaan. 1914 is de rechts'
oefening van wat de m'enschheid gedurende de
laatste honderdvijftig jaar had gepredikt. Men
heeft het aloude christendom den rug toege
keerd, en dat heeft de negentiende eeuw ge
maakt tot de eeuw van het materialisme, van
de stofaanbidding. Uitwendig hield men nog
wel vast aan den godsdienstigen vorm, sprak nog
over de Godheid, en behield den band met de
kerk, maar men had God en Zijn ordinantiën al
lang verbannen uit het publieke leven, naar een
bekrompen privaat terrein, waar het van alle
invloed op het publieke leven verstoken bleef
Daarom moest het fiasco, ondanks alle huma
nistisch vertoon wel komen. En het is gekomen
in 1914
En na 1914 gaan we met ijzingwekkende con
sequentie verder dien weg op.
Wel doet onze eeuw aan religieus vertoon,
ma'ar van God zooals Hij zich aan den mensch
heeft geopenbaard in Zijn Woord keert men
zich af. En daarom gaan we snel de diepte in.
De moderne mensch zelf vindt in deze nieuwe
geestesrichting, waarbij hij het -geloof verloren
heeft, geen bevrediging. In de literatuur, de
spiegel van den tijd, wordt onomwonden het
ongenoegzame van de twintigste eeuw beschre
ven en uitgeklaagd. Het pessimisme viert hoog
tij. Men heeft bereikt wat in de vorige eeuw
het panacé tegen alle maatschappelijke en so
ciale kwalen scheen. De menschheid heeft zich
geëmancipeerd, vrij gemaakt van alle banden
van godsdienst en zeden en conventies, maar
tegelijk ontrukt aan den waarachtigen wortel
van het levensgeluk.
In de groote zedenromans van onzen tijd,
zooals b.v. in „de Opstandigen" komt dat tot
uitdrukking. In dit boek wordt de ontwikkeling,
of beter de loswrikking uit het christendom en
de overgang van het moderne vrije leven be
handeld. Maar de vrouw der twintigste eeuw,
die zich er op beroemen mag eindelijk in alles
gelijk te staan met den man, geheel onafhan
kelijk door het leven te kunnen gaan, gaat
toch nog weer onder in het levensleed, als zij
klagen moet„we hebben nu alles wat we heb
ben wilden, maar al hadden we de geheele we
reld, wat hadden we dan nog
En in het boek dat pas verscheen en het boek
van den dag is geworden, ik bedoel„De klop
op de deur" komt dezelfde toon naar voren.
Men vindt dat b.v. duidelijk in een passage als
ik hierbij overneem „Maar ook Annette was
het oude geloof in den loop der jaren naast
Frederik kwijt geraakt. De tijd had het wegge
vaagd. Met al wat de nieuwe geest bracht, was
ook de godsdienst in hun kringen iets lichts
belachelijks geworden. Multatuli had er aan ge
rukt, tot het wankelde op zijn grondvesten, met
honende woorden geblameerd al -die kerksche
vormen, waar geen enkel redelijk levend gevoel
aan ten grondslag lag, noch uit voortvloeide.
Hij had het oude, dat nog voort vegeteerde ver
scheurd en vernietigd met het gebed van den
Onwetende. Maar wat had hij er voor in de
plaats gegeven
„Wat gaf iemand er voor in de plaats
Hier hebt ge de wanhoopskreet, die men in
alle moderne litteratuur beluistert. Met heeft
wel het een den rug toe gekeerd, maar men
kreeg er niets anders voor in de plaats.
En later beluistert men nog eens dezelfde
klacht in het boek als de dochter haar vader
verwijt, dat hij haar niets meegegeven had in
het leven, geen geloof.
En nu tracht men dat in onze dagen wel te
compenseeren door wat religieus gevoel te leg
gen in zijn aardsch bestaan, maar dat haalt de
leegte niet weg en is ook niet bestand om het
als bolwerk dienst te doen tegen de ontzettende
ontwrichting van dezen tijd. Watft het zijn niet
alleen christelijke moralisten, die den ernst van
den tijd inzien. Men heeft God en Zijn ordinan
tiën den rug toegekeerd 'en daarmee ook den
dam doorgebroken1 die de zee van ontaarding
en zedeloosheid tegen hield.
Dezer dagen las ik dat in Duitschland per
dag honderd vrouwen sterven door de vrucht
der zonde te willen dooden in hun lichamen.
Dat is alleen in Duitschland en in andere landen i
i zal het niet veel beter zijn .De zelfmoordstati-
stieken wijzen op een schrikbarend toenemend
aantal zelfmoorden of pogingen tot zelfmoord.
Echtscheidingen nemen ieder jaar toe. De sta
tistieken die in dit opzicht gepubliceerd worden
geven een kijk op de vreeselijke ontaarding in
het huwelijksleven van onzen tijd.
Wat een ellende moet er niet achter al die
koude cijfers verborgen zijn
Het leven is voor den modernen mensch, die
aan geen God meer gelooft, of slechts kan bui
gen voor een god naar eigen maaksel, maar
de H. Schrift verwerpt, één groote mislukking.
Het is geen lijn meer naar boven, zooals bij den
waarachtigen christen, die de zieleblijdschap
nooit derft, maar eigenlijk een neergaande lijn.
De mensch heeft zich geëmancipeerd aan God
en Zijn geboden, maar daarmee tevens zich
losgemaakt van zijn waarachtig geluk.
Ook hierin blijkt Gods Woord de onfeilbare
waarheid te zijn.
Maar de kerk van Christus en allen die nog
den naam van Christen dragen, hebben juist
in dezen tijd een zware roepdpng.
UITKIJK.
i.
Er is ook onder ons dispuut gaande over de
vraag of de hoeveelheid menschen langzamer
hand niet te groot wordt, om ze allen goed te
kunnen voeden, kleeden en een zekere mate van
welvaart te verschaffen.
Het kan toch zoo gauw verandering geven
in den gedachtengang van economen en statis
tici. Bij het steenkolenvraagstuk viel destijds
precies hetzelfde op te merken. In de dagen
van de Conferentie van Spa één roep over het
gebrek aan steenkolen, hetwelk aanstaande was,
en een half jaar later kelderden de prijzen van
deze grondstof zóó snel als niemand in jaren
had -durven hopen.
Zie nu, hoe eenzelfde spel gespeeld wordt,
waar het thans betreft de hoeveelheid men
schen. Maar dan nu in omgekeerdën zin.
Direct na den oorlog was er vrees, als zou
het getal werkers veel te klein zijn om vol
doende te produceeren voor de menschheid. De
oorlog had groote voorraden goederen vernie
tigd en van welvaart zou niet eerder sprake
kunnen zijn vóór de goederenvoorraad was aan
gevuld.
En hiervoor waren geen voldoende menschen
aanwezig.
De geallieerden immers alleen hadden zeven
millioen gesneuvelden te betreuren en tegen
partij waarschijnlijk ongeveer vier. Daarbij moe
ten nog worden geteld de oorlogsinvaliden, zoo
dat alles tezamen alleen hierdoor in Europa
eind 1918 wellicht tegen de twintig millioen
minder werkers in den bloei van het leven wer
den gevonden. Maar hier is men dan nog bij
gaan tellen het aantal mindere geboorten, als
een gevolg van den krijg, en de grootere sterfte.
Op die wijze werd dan het verlies aan men-
schenlev'ens geschat op 35 millioen.
Deze beschouwingen werden opgezet in de
veronderstelling, dat een tijdperk van hooge
bloei aanstaande was en dat dit niet spoedig
zal plaats maken voor een inzinking.
Het is precies andersom gegaan. De bloei
periode is er geweest, maar de depressie is nog
veel plotselinger gekomen. M.i. zal de maat
schappij zich moeten aanpassen aan een lang
tijdperk van beperkte welbaart.
En nu gaat men in vele kringen juist tegen
overgesteld redeneeren. Er zijn te veel men
schen, mitsdien zullen er maatregelen moeten
worden getroffen om het surplus verwijderd te
krijgen of althans in de toekomst te voorkomen.
De redeneering is ook thans weer gemakkelijk
genoeg in elkaar gezet. Een nooit gekende lang
durige werkloosheid doet in meerdere landen
van de beschaafde wereld honderdduizenden de
armen slap hangen. Het valt niet te ontkennen,
dat versobering van het leven noodig zal zijn,
indien elk voor zich en de zijnen een bescheiden
portie zal kunnen verwerven.
Economen moeten dus weer advies geven.
Helaas, weinigen van hen putten uit de Bron
van alle leven, maar de meesten plaatsen cijfers
naast cijfers en komen tot conclusies omtrent
het „menschenmateriaal", welke all'en, die er
kennen, dat het God is, die in de neusgaten van
den mensch het leven blaast, doet gruwen.
Omtrent de waarde van leven hebben deze
adviseurs vaak zoo wonderlijke begrippen. In
het algemeen trouwens is de waardeering van
het leven door de degeneratie van het mensche-
lijk geslacht niet gestegen. Allerlei ongare denk
beelden worden uitgebroeid Vanuit Duitschland,
waar eerst stemmen opgingen om de veelwijverij
in te voeren, om het tekort aan werkers te
verhelpen, werd daarna het recht bepleit, om
menschen, soms op hun verzoek, en soms niet
op hun verzoek van het leven te berooven. Op
hun verzoek, wanneer het geldt ouden van
dagen, die zichzelf ten laste voelen van anderen,
en niet op verzoek, wanneer het bijvoorbeeld
betreft ongeneeslijke idioten en dergelijke on-
gelukkigen. Alzoo een terugkeer naar de leer
van Sparta uit het heidensche Griekenland.
Het voer'en van een min of meer krachtige
propaganda voor het Neo-Malthusiaansche stel
sel behoeft dus geen verwondering te haren. In