Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden, FEUILLETON WOENSDAG 18 FEBRUARI 1931 45STE JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES 1* Rechtzaken No. 3721 Fa. W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, AdvertentJën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Brieven uit Amerika. Wrijf Uw pijnlijke spieren KLOOSTERBALSEM KLATERGOUD 9 in zeer vele bladen uit- erschenen, maar nu deze beëindigd is, kunnen e samenvattende opmer- t. :aan, dat deze vergade- igd mogen heeten. Hoe- ïringen in deze kringen s, was de belangstelling zeer goed en getuigend kring aanwezig mede- overal de dankbaarheid ig, dat zij op deze wijze loor uitvoerige inlichtin- inwezige directoren van is weer grondiger kennis g met hen te bespreken, een dermate in een be- een der eerste gevolgen e der S.W.Z.C. wordt unenkomsten regelmatig het andere jaar, te be werk, ook de Indische lingen worden verstrekt wals nu ontvangen zijn, s een der vruchten van kring dergenen, die in verbanden den arbeid en en die daarin hun lom der jaarlijks in ver- ar gelukkig ook in stij- middelen gestadig te e waardevolle wenken, ervaring, ontvangen, ar nut kan doen bij de rking der gemeenten, naaste toekomst voor- financiën zijn opmer- an nut zullen zijn bij de n, om meer regelmaat eien der middelen, en ring van het Indische or dit alles gevoelt de zich gesteund door dit den aard van haar ar- >r het gevaar, om min vorden van de breede rop zij steunen moet en haar arbeid verricht, lelzinnige uitspraak ge steun con amore ge- ten duidelijkste uit het vergaderingen te er in vervatte hoofd- Iders in dezen vorm dus luidt :rgadering gehouden in plaatsen, leden der lassicale Zendingscom- stellënden in de Zen- de Directie der Samen- aoraties gen over den huidigen Ie geraamde behoeften jen over de plannen en dsche Actie teenzettingen gevolgde n uit in de leiding en •aamde bedragen een wat voor den arbeid er hunner het als zijn ïouwt naar vermogen regelmatig en vroeg- ien der gelden eid uit, dat de Directie lings Corporaties zich deelingen, Commissies ioraties arbeiden, met aog op de toenemende dat de raming voor het met alle kracht inkomsten voor 1931 ocent zullen te boven eigen kring, beschik- nee te werken aan de Binnenlandsche Actie versterking van de rk." HET GEZICHT HULD. en rechtvaardig God, Duweloos geschonden; is mijn lot, daan en in zonden, uisterd in 't verstand, en met zijn wegen, dienst verpand, cwaad genegen. God eens naar Zijn beeld dat beeld verloren, Ishoofd voortgeteeld, eesch uit vleesch geboren, lidden in den dood, verdoemenswaardig; schuld mij verstoot, rnnis gansch rechtvaardig, mijn geboorte af, huid mij overladen d als Heer mij gaf, :en en met daden, eldaan overlaan, el, kleeding, woning; 3od is mijn bestaan iar mijn dank- betooning. door Zijn Woord, dreigen of beloven, t door mij gehoord; stem verdooven, gestaag mijn plicht, mijn god'loos leven; jen raad en licht, eweten mij gegeven, h en gansch onrein, ieeren gramschap beven genade zijn te snood misdreven. krankheid ziet r half genezen ■f, en wanhoop niet, uw schuld mocht wezen. G. RINGNALDA, Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.™ b3 vooruitbetaling. BUITENLAND bB vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT,. UITGEEFSTER SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zQ beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. di cc m „GEMARCHANDEER". Reeds eer hebben we gewezen op de twee slachtige houding, die de mannen der S. G. P. op Flakkee hebben aangenomen inzake de Zon dagsdiensten der veeren, in verband met de veerverbeteringen en gemeente-subsidie. Door een St. Geref. raadslid werd de A.-R. partij op Flakkee aangewreven, dat zij „mar chandeerde" met het beginsel. Wij wezen daartegenover er op, dat dit juist in heel sterke mate het geval is geweest bij de St. Geref. Eerst werd er van hun zijde verlangd: zoo weinig mogelijk diensten op Zondag en eerst toen wij in een driestar op de inconsequentie van hun houding gewezen hadden, begrepen zij dat ze hun partijleider in den steek hadden ge laten, die had toch algeheele stillegging van alle treinen op Zondag gevraagd. Spoedig werd het nu over een andere boeg tworpen. De St. Geref. van den Sommelsdijkschen Raad, die eerst gepleit had voor zoo weinig mogelijk diensten, probeerde er een draai aan te geven en blies in een volgende vergadering op eens hoog van den toren en eischte algeheele stil legging dit was na onzen driestaren noemde de houding der A.-R.; „marchandeeren met het beginsel". In Melissant (had de St. Geref. afgevaardigde in een vorige vergadering het stilzwijgen be waard over geheele stillegging, maar later kwam ook hij voor den dag, zooals terecht door een A.-R. raadslid werd opgemerkt. En de vorige week Donderdag probeerde een St. Geref. raadslid van Ooltgensplaat, die he laas al vóór onze driestar had moeten beslissen, de notulen nog gewijzigd te krijgen in den zin, alsof hij voor geheele stillegging geweest was, ofschoon hij er met geen woord van gerept had. De burgemeester van Ooltgensplaat heeft /em hierover gevoelig op de vingers getikt en oen hij het desniettemin op stemming over de notulen liet aankomen, scheen dit „gemarchan deer" met het St. Geref. beginsel zijn eigen partijgenoot zelfs te grof, want die stemde met de rest mee om de notulen te houden zooals ze waren. Wat zegt men van dergelijk politiek gekonkel over het beginsel van de Zondagsrust Het is geen wonder, dat op die manier door de wereld de zaak Gods meer gelasterd dan ge- eerd en geprezten wordt. De heiligste beginselen worden door politiek geknoei bezwadderd. En toch .zegt men nog met een staal gezicht van de A.-R., dat zij „marchandeeren" met het beginsel THEORIE EN PRAKTIJK, „De Waarheidsvriend", het orgaan van den Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk, wijst er op, dat „De Banier" van Ds. Kersten de cir culaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw aan de Commissarissen der Koningin betreffende de vervolging van vrou wen, die niet stemden, dood zweeg. En dat kan niet aan plaatsgebrek in „De Banier" liggen, want in drie vervolgartikelen wijdde het St. Geref. blad wel beschouwingen aan wat te Amsterdam op de automobieltentoon stelling valt te genieten. Zelfs is „De Banier" van Ds. Kersten over deze tentoonstelling zóó verrukt, dat het blad schrijft: „Ik kan de heeren automobilisten een bezoek aan deze tentoonstel ling (die ook op Zondag geopend is) dan ook ten zeerste aanbevelen". Men wrijft zich de oogen uit als men dit in „De Banier" leest. We herinner'en ons nog goed, dat van St. Geref. zijde het een antirev. leider hoogst kwalijk werd genomen, dat deze een tentoonstelling had durven' openen, die ook op Zondag geopend zou zijn. Zie daar nu de theorie en de praktijk En toch maar blijven praten over „marchan deeren" met het beginsel. Zeer terecht schrijft „De Waarheidsvriend" „Wanneer wij dit alles overwegen, komt bij ons onwillekeurig de gedachte op, dat het voor de Staatkundig Gereformeerden toch geen aan gename taak moet zijn om, ter handhaving van hunne positie, zich op het erf der politiek op allerlei kronkelpaden te moeten bewegen. Doch dit is hun zaak. Voor onze Hervormde menschen van Gereformeerden huize een reden om zich wel tweemaal te bedenken, alvorens zij hand- en spandiensten aan Ds. Kersten en de zijnen ver- leenen." Beste Vriend 1 Nu ga ik U iets schrijven over ons bedrijf. Over het boeren- en tuindersleven in Michigan. Ik schrijf met opzet Michigan, want het is een heel verschil, of men over de Oostelijke Staten, over de Centraal Staten, waar ook Mi chigan in ligt, of over het boerenbedrijf schrijft in de Westersche Staten. Waar ik nu bijna 20 jaar in Michigan woon, meende ik over ons bedrijf in onzlen staat je een en ander te kunnen mededeelen. De blanke bevolking in Michigan is ongeveer 100 jaar oud. Wel leefden er voor dien tijd ook Europeanen, maar dat waren er maar en kelen, die hier tijdelijk gestationeerd waren, meest als agenten van groote bonthandelaren uit Europa. Dus onze staat is nog betrekkelijk jong. Toch kan men zich niet voorstellen wat er in zulk een kort tijdsbestek tot stand kan komen, als men de groote steden ziet met hun groote en hooge gebouwen en hun duiz'enden, ja millioenen inwoners. Het fabriekswezen heeft een ontwikkeling, zooals men het op de geheele wereld niet ziet. Detroit heeft fabrieken, waar 100.000 en 200.000 menschen werken. De meu belindustrie in Grand Rapids 'heeft zijns gelijke niet. Michigan heeft een oppervlakte van 57.980 vierkante mijlen. Als ge nu weet, dat Nederland 13.000 vierkante mijlen groot is, dan kunt ge zoo wat een idee vormen, hoe groot onze staat is. Michigan behoort niet tot de groote staten. Velen gaan over de 100.000 vierkante mijlen en de staat Texas is 266.000 vierkante mijlen groot. De grondaard is klei, zand en zwarte grond. Omdat 'het Michigan meer onzen staat om zoomd, hebben wij veel zandgrond. Maar daar vroeger dit zand geheel begroeid was met bosch en de bladeren van de boomen alle jaren het zand bedekten, heeft men daardoor een paar voet prachtige grond gekregen, waar alles op groeien wil. Onze zwarte grond is evenals in Nederland een turfsoort. Ook deze grond is niet geschapen, maar is een product van verrotte boom'en en bladeren. Deze plekken, die meestal laag land zijn, worden uitgezocht voor uien- en selderijverbouwing. Rijkdom vindt men onder de boeren of tuinders niet. Vooreerst zijn alle menschen doodarm begonnen en ten tweede is er geen voorgeslacht, dat erfenissen van eenige beteekenis naliet. Ook vindt men hier geen groote boerderijen zooals in 't Westen. De mees te zijn 80 acre (een acre is ca. 200 Hollandsche roede). Enkelen zijn 120 en 180 acre. Selderij farmers en tuinders hebben 10 tot 40 acre. De boeren hebben hier ook een stal met koeien, al verbouwen zij tarwe, mais, haver, boonen enz., want elke boer heeft nog een hoekje stompen of bosdhland, wat bijzonder goed geschikt is voor weiland. In normale omstandigheden is dit een goed burgerlijk bestaan. Een Amerikaan stelt hooge eischen. Wanneer er niet zoo hoog geleefd of liever kostbaar ge leefd werd, zou er meer geld onder de menschen gevonden worden. Maar zonder dat men daar eigenlijk erg in heeft, doet men daar met mede. Enkelen zijn er (dat zijn meest menschen, die van Hollandsche afkomst zijn), die in korten tijd hun hypotheek aan hun farm afbetalen. Maar die ontberen dan ook zoowat alles, wat het leven in Amerika zoo rijk maakt. En velen van hun kinderen verlaten hun ouders, omdat dit leven niet beantwoordt aan het Amerikaansche leven. De prijs van het land is van 100 tot 150 dol lar per acre. Hierbij zijn de gebouwen inbegre pen. Onze huizen zijn ruim en geriefelijk, meest van hout !en' bij voorkeur wit geverfd. Onze schuren en stallen staan van 100 tot 500 voet van het huis af. Dit is voor brandgevaar. En ook voor de gezondheid. Onze houten huizen zijn warm. Aan den buitenkant zijn zij van dubbele houten planken met papier er tusschen, van binnen zijn zij ge pleisterd met kalk. Tusschen den dubbelen bui tenwand en de bepleisterde binnenkant, heeft men 4 centimeter ruimte voor zooals wij dat hier noemfen „still or dead-air" (stille of doode lucht, en dit maakt onze huizen zoo warm in den winter en koel in den zomer. Tegenwoordig kosten zulke huizen veel meer dan bijv. 50 jaar geleden. Toen kocht men het beste hout voor 8 en 10 dollar de 1000 voet, nu is dat 50 en 60 dollar. De meeste boeren bouwen hun eigen huis en schuur. Voor binnenwerk, zooals deuren en aftimmeren, worlt nog al eens een timmerman gehuurd. En ook wel voor 't pleisterwerk. Maar ook zijn er die alles zelf doen, vooral waar men alles pasklaar aan de fabriek kan koopen. Er zijn fabrieken, die geheele huizen kant en klaar maken. Op aanvraag wordt je een catalogus gezonden met teekening en prijs. Al wat men noodig heeft is een hamer en wat draadnagels Vele van onze huizen hebben van 3 tot 5 slaapkamers. Elk huis heeft een zitkamer en een eetkamer met een keuken. Velen hebben centrale verwarming en electrisch licht. De bad kamer is een algemeene eisch in alle nieuwe huizen. Vele farmers hebben hun eigen water leiding en besproeien hun mooie graswerf in den zomer. Alle melk wordt zoet verkocht aan de boterfabrieken of ook wel voor conservee ring. De prijs was van 2.40 tot 2.60 dollar de 100 pond, maar is nu aanmerkelijk lager. Alles is op 't oogenblik abnormaal. Ook is het vleesch bijna de helft van andere jaren en het schijnt nog niet spoedig op 't normale terug te keeren. Dit geldt ook voor de selderijfarmers en het verdere tuindersbedrijf. Ondanks de aanhouden de droogte van verleden jaar, wat de productie tot de helft verminderde van andere jaren, zijn en stramme gewrichten, verdrijf die afmattende pijnen van rheu- j j matiek en spit met de beroemdej AKKER'* God en gaat men geheel op in de dingen, die alleen dit tijdelijke leven aangaan. Diep treurig is het, dat duizenden ouders hun kinderen zenden naar openbare hoogescholen en Staatsuniversiteiten, met het doel om hen een hooge positie te geven in de toekomst, zonder in de eerste plaats te vragen: Komt mijn kind ooit het gevaar te boVen van den goddeloozen invloed, die er van die inrichtingen uitgaat? Duizenden kinderen waren gelukkiger geweest als hun ouders zoo arm geweest waren, dat zij zich de weelde niet konden veroorloven een advocaat of een dokter van hen te maken Neen, welvaart en weelde is op zichzelf geen zegen, maar veeleer het tegenovergestelde. Daar om als deze malaise in Amerika ons Christelijk volk bepaalt bij den eisch Gods en er een terug keer komt tot de paden der vaderen, dan leven wij op 't oogenblik in een goeden tijd. En be amen wij het Bijbelwoord: dat voor Gods volk alle dingen medewerken ten goede Je AMERIKAANSCHE VRIEND. verzacht verrassend^ snel. Wfceen goad too goed.* de prijzen laag. Uien zijn onverkoopbaar, en de selderij is maar den halven prijs. Zoo ook met kool, sla, boonen enz. De vraag doet zich herhaaldelijk voor: Wat eten de menschen In onze weelderige dagen werd er veel vermorst en ging er veel teloor. Dit scheen een zegen te zijn voor de tuinders, want nu dit niet geschiedt, blijkt er met een halven oogst eten in overvloed te zijn. Het is moeilijk, om aan dit alles e'en juiste verklaring te geven. Hoeveel er ook ge daan wordt om dezen abnormalen tijd tot het normale terug te leiden, alles schijnt vruchteloos. Een Christen, die in dit alles de leiding Gods ziet, vindt wel een oplossing voor dit alles. De zonde van ons Christenvolk in Amerika is het materialisme. Zeker, men is alleszins godsdienstig, bij geboorte en bij ziekte en vooral bij sterven rekent men met God. Dan moet de dominee komen. Dan wil men een antwoord op de vraag: wat zal mijn deel zijn in de eeuwig heid Maar overigens doet m'en het alles buiten KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Zitting van Vrijdag 13 Februari 1931, C. P., vrachtrijder te Dirksland. Verd. was niet aanwezig. Met zijn auto had verd. in de Stavere aan de linkerkant van den weg gere den, zoodat de wielrijder A. S. bakker te Mid- delharnis hem niet met voldoende ruimte kon passeeren. Terwijl A. S. zich naast de auto be vond, helde deze door een put in den weg nog meer over, met gevolg dat de wielrijder een klap kreeg. A. S. vroeg 18 schadevergoeding. W. B. V. opzichter bij de Emgo, welke zich met een auto achter verd. had bevonden, trad op als getuige. C. P. werd bij verstek veroordeeld tot 18 schadevergoeding en een boete van 20 resp. 10 dagen hechtenis. L. v. D. en J. H. H. welke niet verschenen waren zullen 13 Maart verhoord worden. R. v. P. Melissant. Verdachte had niet genoeg op zijn hond gelet, die een wielrijder in de broek heeft gebeten. P. beweert als hij aan het werk is, of als de hond ver weg is, hij toch niet kan zorgen, dat 't beestje niemand bijt. Ook beweerde hij nog niet gewaarschuwd te zijn. Als getuige kwam de veldwachter van Melissant op. Deze verklaarde P. al meer gezegd te heb ben zijn hond in bedwang te houden., maar P. wachtte nog op een bevelschrift van den bur gemeester. De eisch voor P. was 5 resp. 2 dagen hechtenis. Uitspraak 5 resp. 3 dagen. J. P. 60 jaar, boer te Nieuwe Tonge. Ver dachte was bekend voor zijn boter, welke niet aan de door de wet gestelde eischen voldeed. Er bevond zich in de boter n.l. minder dan S0 vetgehalte. H. D. 61 jaar, Rijkszuivelvisiteur die J. P. bekeurd had, merkte op dat hij al eens eerder zonder medeweten van P. een proefje van zijn boter medegenomen had, waaruit het zelfde gebleken was. De ambt, van het O. M. eischte 20 boete resp. 15 dagen hechtenis. Verdachte vond dit wel wat veel, gerekend de weersomstandigheden. Ter waarschuwing werd hij veroordeeld tot 10 resp. 5 dagen hech tenis. door H. RING MANS. 12) „Tante", en de stem van Martha klonk zacht en liefdevol, „ik kan nu onmogelijk met liefde aan Heino denken. Maar ik zal, ik weet, dat het moet en ik wil het ook, God bidden, of Hij mij stille berusting wil geven. En dan hoop ik, dat ik zonder bitterheid over Heino spreken kan." „Doe dat kind. En dan zal de Heere ons bei den helpen en steunen. En bid met mij ook voor Heino, want ik geloof, dat die arme jongen nog het meest te beklagen is, al maakt hij dan ook nog zulke promoties. Je waart vervuld met eigen gedachten en eigen verdriet. Maar ik heb gemerkt, dat Heino bezig is, het kinderlijk geloof van zijn jeugd te verliezen dat hij langzamer hand meenen gaat, het zonder God op de wereld te kunnen stellen. En dat is het vreeselijkste van alles." De moedersmart uitte zich in tranen HOOFDSTUK VII. In Amsterdam. ,,'k Had het wel gedacht, dat jij naar Amster dam komen zoudt", had Jansma gezegd, toen Heino naar de hoofdstad was gereisd, om het filiaal over te nemen. „Jij waart de eenig aange wezene. En ik zal niet een makkelijk concurrent aan je hebben. Maar aan onze vriendschap be hoeft dat geen afbreuk te doen, nietwaar Heino was het met 'hem eens geweest. „Geen sprake van", had hij opgemerkt. „Nie mand kan het je euvel duiden, dat je zelf een zaak opzet, 't Is feitelijk om jaloersch te wor den. En wat die concurrentie betreft, wij behoe ven elkaar niet in de wielen te rijden. Amster dam en omgeving en Nederland is groot genoeg, zou ik denken. Je brengt mij maar spoedig op de hoogte en dan verdwijn je maar van het too- neel van Van Halen en Co." Jansma had er eens hartelijk om gelachen en hij had met bekwamen spoed Heino op de hoogte gesteld van den gang van zaken in het Amster- damsche filiaal, zoodat deze in een week tijds zich er had ingewerkt, hoewel hem een maand ervoor gegeven was. Hij vertelde het in Rotterdam op het hoofd kantoor, waarheen hij wekelijks reizen zou voor- loopig, er bij voegend, dat Jansma wel eerder vertrekken wilde. „Laat hem gaan", adviseerde hij den direc teur. „Hij kijkt mij maar op de vingers en heeft er toch niet mee te maken, wat ik doe Op het hoofdkantoor was men van dezelfde meening, zoodat Jansma drie weken vóór den tijd, dien hij zelf gesteld had, verlof kreeg, om te vertrekken en Heino de verantwoordelijkheid in Amsterdam te. dragen kreeg. Jansma, maar dat wist Heino niet, had zoo lang mogelijk gehoopt, dat niet Heerema, maar een ander, naar Amsterdam zou worden gezon den, al had hij dan ook van meet af aan Heino gedacht. Het was hem dan ook tegengevallen, toen van het hoofdkantoor het bericht kwam, dat Heerema zijn opvolger worden zou en hij de zaak had over te dragen. Hij had oneindig liever een ander gezien, want Heerema was hem te gevat, te doorzettend en vasthoudend. En het bleek hem weldra, dat die nieuwe chef zich niet de kaas van het brood eten liet, zoo als hij wel vermoed had. Want alvorens Jansma met zijn gestichte zaak in dezelfde branche zoover op dreef was, dat hij behoorlijk aan het werk kon gaan, had Heino, die zich dag noch nacht rust gunde, de voornaamste klanten persoonlijk bezocht, al behoefde hij dat niet te doen, en zoo een gunstigen indruk op hen ge maakt, dat Jansma vrijwel overal zijn neus stoot te en zich e'en geheel nieuw klantencorps schep pen moest, waarmede wel geruimen tijd zou heengaan. Na eenige maanden werd in Rotterdam be merkt, dat het Amsterdamsche filiaal in geen enkel opzicht was achteruitgegaan. De procu ratiehouder voorspelde den directeur zelfs, dat er vooruitgang komen zou en deze moest prij zen „Je hebt een goeden kijk op de zaken ge had, door de aandacht op Heerema te vestigen." „Laat mij maar begaan", zeide Heino vol zelf vertrouwen. „Er zit in Amsterdam veel perspec tief voor de zaak. Jansma krijgt bij onze klanten ge'en voet aan den grond. Uit vertrouwbare bron heb ik vernomen, dat hij niet al te best te spreken was. Overigens, hij komt er, buiten onze klanten, op den duur ook wel. Als hij slechts geduld heeft. Wij behoeven elkaar ook niet in de wielen te rijden." Henio was dan ook vast besloten, dit niet te doen. Hij ging daarin zelfs zóó ver als Rot terdam het geweten had, was het vast niet goed gevonden dat hij zich ergens, waar hij wel geslaagd zou zijn, terugtrok, toen hij bespeurde, dat ook Jansma kansen had. Het bleek hem, dat Jansma dit zeer op prijs stelde en tegenover anderen die meening niet onder stoelen of banken stak. En daarom was het Heino juist te doen. Hij moest in de zaken wereld van Amsterdam bekend worden als een gevat zakenman, maar ook als een fair con current. Niemand in Rotterdam kon vermoeden, welke plannen Heino koesterde. Sinds hij in Amsterdam onafhankelijker ge worden was en veel vrijer in zijn doen en laten, hoewel hij de op hem gelegde verantwoordelijk heid zeer goed voelde, hadden zijn plannen een nog vasteren vorm aangenomen. 'Het stond voor hem vastwat Jansma heeft gedaan, kan ik ook, alsik slechts het kapi taal had. Daar er echter op dit laatste vooralsnog geen kans bestond, werkte hij hard voor het filiaal, instinctmatig gevoelend, dat hij daarmede zijn eigen positie verbeterde. Het duurde dan ook slechts betrekkelijk korten tijd, of hij was in de Amsterdamsche zakenwe reld en op de beurs een geziene persoonlijkheid, die men gaarne lijden mocht. Hij verwierf zich vele vrienden en het kostte hem, na eenigen tijd, geen moeite, om door te dringen in d'en kring van gevestigde kooplieden. Waarmede hij, naar zijn meening, een stap verder gekomen was tot het doel, dat hij zich gesteld had, zij het dan, dat de wijze, waarop hij het doel bereiken zou, hem nog slechts vaag voor de oogen sche merde. Hij had door de vele beslommeringen, waarin hij zich gewikkeld zag, slechts weinig tijd, er over na te denken. Maar als het geschiedde, dan kwam hij steeds tot de conclusie, dat de beste wijze, om in het bezit van kapitaal te komen, de manier was, die Jansma, bewust of onbewust, had toegepast. Maar als die gedachte bij hem post vatte, dan schrok hij er onmiddellijk van terug. Want hij wis t, dat zijn huwelijk dan een leugen zou zijn. Als zijn gedachten die richting uitgingen, dan rees onmiddellijk het beeld van Martha voor zijn oogen, Martiha, die hij nog even lief had, als toen hij haar zijn liefde bekende. Dan zag hij een verwij tende blik en dan -hoorde hij haar stem zeggen: trouwelooze Zijn gedachten waren meer in Groningen, dan men daar wel vermoedde. Hij voelde zeer wel, dat hij schandelijk had gehandeld. En er waren oogenblikken, zij het dan niet vaak, waarin in hem opkwam de begeerte, om alles weer goed te maken. Wanneer hij berouwvol terugkeerde en Martha vergeving vroeg voor wat hij haar had aangedaan, dan zou zij hem vergeven. Hij kende haar grootheid van geest en haar ver gevensgezindheid. En dan ging hij, naar den m'ensch gesproken, een gelukkig leven tegemoet aan de zijde van haar, die hij lief had. Hij had toch een goede positie, verdiende een behoorlijk salaris Maar die oogenblikken waren er niet vele. Hij had de schepen achter zich verbrand, omdat hij niet terug wilde. Martha bracht hem geen kapitaal mee, dat hij kon aanwenden, om zich zelf een zaak te scheppen, als Jansma had ge daan. Er was dus slechts één oplossing mogelijk geweest: hij moest met Martha afgehandeld zijn. En dat w a s nu geschied. De eerste brieven van huis, geschreven na het verzoek van zijn moeder, om Martha op de hoogte te stellen, waren niet prettig geweest. En hij had moeten toegeven, dat de schuld daarvan geheel bij hem lag. In zijn antwoord had hij dan ook wat har telijker over Martha geschreven en gezegd, hoe het hem smartte, dat hij zoo handelen moest. Maar moest men ook niet toegeven, dat het ver keerd was, te huwen met een meisje, dat hij niet lief had Hij verkeerde in een eigenaardige gemoeds stemming, toen hij deze woorden neerschreef. Hij had zich wel voor het hoofd kunnen slaan, daar hij wist, dat hij bewust een leugen neer pende. Hij had maar één meisje lief. En dat was Martha Biermasz, het stond voor hem vastEn toch moest hij los van haar, want zijn en haar liefde stonden zijn plannen tegen. Met dat al viel het niet gemakkelijk, naar huis te gaan. Hij kon het best éénmaal per maand doen van Zaterdagavond tot Maandagmorgen vroeg. Hij was in zekeren zin volkomen vrij man. Niettegenstaande hij echter al zes maanden in Amsterdam was, had hij nog niet den moed gehad, naar Groningen te reizen. Hij durfde Martha niet onder de oogen komen. Als zij er niet was, zou het wel gaan, hoewel dan Truus hem vol verwijt zou aanstaren en ook Tjaard hem nog zou wijzen op het verkeerde van zijn handelwijze. Hij vermoedde uit een opmerking in een brief van Tjaard, dat deze hem min of meer doorzag. Met zijn moeder, die hem vermanen zou, zou hij wel klaar komen, dacht hij. Maar dan moest Martha er niet zijn. En hij kon toch niet vergen, dat zij heenging, als hij enkele dagen thuiskwam? Hij kon niet vermoeden, dat in Groningen

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1