Propaganda- Ver g aderingen Herinneringen aan de stich ting en de geschiedenis van den Flafekeeschen Boerenbond. van den Ned. Chr. Blindenbond. Plaatselijk Nieuws. oog hebben voor de belangen der werkloo- zen. Ook heeft spr. nota genomen van wat er in de groote pers is gepubliceerd. De circulaire van den Minister, welke aangevraagd moest worden, is door het gemeentebestuur ontvangen. De Minister wil bij crisiswerkloosheid 25 tot 75 subsidie geven voor werkverschaffing. Maar eerst moet voor uit te voeren werken de goedkeuring van den Minister worden ver- kreg.en.eer de subsidie wordt verstrekt. De vraag is nu of hier van crisis-werkloosheid gespro ken kan worden. Spr. meent van wel. B. en W. hebben een circulaire gericht tot de ingezetenen, waarin verzocht werd aan de werkloozen om zich bij den correspondent der arbeidsbemidde ling aan te melden. Eerst kwamen er niet meer dan gewoonlijk, doch Zaterdag bedroeg het aan tal aanmeldingen 85. Maandag in de kom der gemeente 54. Daar zijn veel georganiseerden bij, ook ennkelen uit andere vakken dan de laud- bouw, als metselaars, die ook in aanmerking kom envoor werkverschaffing. Dinsdag kwamen er 42 en Woensdag 32 zich aanmelden. De cri siswerkloosheid heeft in onze gemeente nog niet zoo'n omvang aangenomen als in andere plaat sen. In de toekomst zal deze werkloosheid echter wel toenemen en daarom meent spr. dat re mid delen ter bestrijding beraamd moeten worden. Het gemeentebestuur geeft de voorkeur as werkverschaffing en aan steunverleening slechts in het allerlaatste geval. B. 'en W. hebben ge zien dat de georganiseerden in een der dr e landarbeidersorganisaties alhier zes weken lan ger uitkeering zullen genieten. De ongeorgan - seerden. zegt spr., hebben schromelijk hun plicht verzaakt door zich niet bij een der organisat s aan te sluiten. De heeren JACOBS en BRINKMAN ver klaren, dat de ongeorganiseerden het beginnen te begrijpen. De VOORZITTER zegt, dat het gemeen., bestuur echter ook voor de ongecrganiseerdi iets wil doen, doch die zich niet komt aanmelden kan geen deel nemen aan de werkverschaffing als die eenmaal komt. Wij kunnen echter geen definitieve regeling maken. Volgende week zullen B. en W. een vergadering beleggen met de o ganisaties, den correspondent der arbeidsbemi ..- deling en den gemeente-opzichter. Dan zal g. poogd worden een beslissing te nemen of voor stellen te maken. Spreker stelt de vraag wat gedaan kan worden. Aan de wegen is niets t. doen. Dus rest Sluisschehaven, De kade kai verhoogd worden tot 3.25 plus A.P. Kosten 9762. Geheel kunnen wij dit niet betalen waarom bij den Minister zal aangedrongen v. or den om subsidie. Spr. acht 75 noodzakelijk de.rest zal de gemeente moeten betalen. De kad. is 1300 M. lang. Het weiland, dat met de ver betering gebaat is, is 25 gemeten gioot. Sprek r vraagt machtiging om in geschetst'en geest wer'. zaam te zijn. De heer BRINKMAN meent, dat het gering aantal aanmeld,ngen een gevolg is van de heer schen.de. ziekte. Gok hij meent, dat er reeds v. n crisiswerkloosheid sprake is. Werkverschaffing verdient ook volgens hem de voorkeur boven het verstrekken van werkloozensteun. De heer VAN KEMPEN vraagt of de Riet veldsche kade niet binnenkort verhoogd zal wer den, dat is de werkverschaffing nog niet noodig. De VOORZITTER zegt tot zijn spijt te moe ten mededeelen, dat hetb estuur van den polder Het Rietveld nog geen enkele poging heeft ge daan om met het gemeentebestuur te conferee- ren over de mogelijkheid van een voor deze werkzaamheden te verkrijgen subsidie. Hij kan dus, hoe gaarne hij dat zou doen, de vraag van den heer Van Kempen niet bevestigend beant woorden. Verder zegt de voorzitter, als we subsidie zullen willen ontvangen, zullen moeten aantoonen, dat er werkelijk crisiswerkloosheid is. Spr. deelt de meening van den heer Brinkman dat er veel werkloozen ziek zijn. Hij zal onder zoeken hoevele werkloozen in Achthuizen zijn. Het bedrag 10.000 voor het werk te Sluissche haven is z. i. niet te hoog. De heer VAN GURP heeft uitgerekend, dat de weitjes 10 per gemet meer zullen opbren gen als het werk gebeuren kan. Doch spr. meent, dat de Rietveldsche kade wel opgehoagd zal worden. De heer BRINKMAN acht het noodig voor Achthuizen, dat er meer werk komt dan de Riet veldsche kade. De VOORZITTER wil alles doen om meer werk te krijgen, doch van het bestuur van den polder Het Rietveld had spr. besprekingen ver wacht ook over den te maken leidam, waarvan de gevolgen voor dien polder zeker niet uit het oog mogen worden verloren. Bij het werk aan d'en' leidam zal spr. eveneens pogen werkloozen aan den arbeid te krijgen. De heer VAN KEMPEN: Onze menschen gaan wel naar elders om dijken te maken, dus zijn voor die werkzaamheden toch zeker ook geschikt. De VOORZITTER zegt, dat de Raad in be ginsel moet besluiten een werkverschaffing in het leven te roepen als in Oude Tonge. De commissie zal met B. en W. uitmaken wie er te werk gesteld zal worden. Als de minister echter maar 25 of 30 wil verleenen, kunnen we beter een steunregeling op touw zetten. De heer DORSMAN vraagt wat er voor de ambachtslieden gedaan kan Worden en voor de bazen. De VOORZITTER antwoordt het jammer te vinden, dat de timmermansknechts niet georga niseerd zijn. Zij zouden dan eveneens van de mooie verlengde uitkeering kunnen genieten. Voor de bazen kan spr. natuurlijk niets doen. iLever zou hij in de schoenen staan van de bazen dan van de knechts. De heer DORSMAN zegt, dat hij bazen kent, die 8000 per jaar omzetten, doch in de laatste 2 jaar slechts 2500 beschreven. Toch worden dezen aangeslagen in de inkomstenbelasting voor 3000 inkomen. De VOORZITTER: Daar is toch het recla meeren voor. De heer DORSMAN: U weet hoe het gaat, men krijgt niet gemakkelijk vermindering. De VOORZITTER: Dat zal toch moeten. Iedereen begrijpt dat. De heer DORSMAN knikt toestemmend. Besloten wordt B. en W. op te dragen te onderzoeken of het mogelijk is een werkver schaffing tot stand te brengen, zoo noodig met rijkssusbisidie. Daarna wordt aan de orde gesteld de be spreking van den te maken leidam. De VOORZITTER zegt niet voluit in de openbare vergadering te kunnen spreken en wenscht dit punt in gesloten zitting af te doen. De heer BRINKMAN vraagt nog of de hulp der bewaarschool, tijdens de ziekte van de on derwijzeres, beloond zal worden. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. haar een billijke belooning willen geven. Zij heeft 3 weken het hoofd vervangen. De heer VAN KEMPEN vraagt of de help sters bij de handwerken in de openbare school belooning krijgen en of voor de Bijzondere School eveneens helpsters mogen aangesteld worden. De VOORZITTER antwoordt: Het betreft geen vakonderwijzeressen volgens artikel 29 der L. O. wet. Daarna sluiting der openbare vergadering en duurt de zitting nog eenigen tijd voort met ge sleten deuren. Openbare spoedeischende vergadering van den raad der gemeente DEN BOMMEL op Donderdag 12 Februari 1931, des nam. 3 uur. Voorzitter burgemeester D. Brouwer. Aan wezig alle leden. Nadat de VOORZITTER de vergadering ge opend heeft met gebed, worden de notulen der voorlaatste vergadering gelezen en na een op merking van den heer Segers vastgesteld. Ingekomen is o.m. een schrijven van de A. N. W. B. - K. N. A. C., waarin in het al gemeen wordt ontraden verkeersspiegels te plaatsen. Dit schrijven is ingekomen in verband met een verzoek van het gemeentebestuur aan genoemde vereeniging om een tweetal verkeers spiegels te plaatsen, n.l. nabij de kade en 1 nabij Stoofhof. Besloten wordt nogmaals op het plaatsen dier spiegels aan te dringen. Voorts is ingekomen een schrijven van den voorzitter van het College van Ged. Staten, houdende medeeeling, dat de jaarwedde van den gem.-ontvanger over 1929 tijdelijk met 16.50 der onvermijdelijke kosten aan de huldiging ver bonden. Het moest, wer der bij vermeld, een klein bedrag zijn, het ging niet om een kapitale som, maar om een groot aantal namen van Nederlandsche boeren. Wat wij daarmede be leefd hebben was funest; soms ook grappig. Om één geval te noemen. Op één der dorpen (de naam doet er niet toe) werd op een vergadering de circulaire gelezen en gevraagd om een klein zilverstuk met de handteekening. Wat nu ge beurde was droevig en beleedigend bovendien. Een der leden beantwoordde dit verzoek met de opmerking, dat „het Van der Koogh en zijn secretaris slechts te doen was om in Amsterdam of Den Haag eens lekker te gaan vren z Meteen gaf hij een kosteloos advies, n.l. net te doen als hij, en meteen nam hij een fikschen slok „bitter", bestelde nog een „borrel" en wierp meteen een geldstuk op tafel om te betalen. Zouden wij dat goede voorbeeld hebben gevolgd, dan had het Bondsbestuur tekort geschoten aan plichtbetrachting tegenover een verdienstelijk Nederlander en bovendien de Flak- keesche boeren-veehouders voor ongeveer hoa- Toen dat af was. sloot de voorzitter de ver gadering met een woord van bittere teleurstelling over de weinige belangstelling, gezien de slechte opkomst der afdeelingen. Er brak nu een zeer drukke, emotievolle tijd aan. Allereerst de inventarisatie. De door het bestuur ontworpen circulaire werd ook, zooals te doen gebruikelijk was, in de bladen gepubliceerd. 't Behoeft geen betoog, dat door deze kennis geving de Bond „over de tong" ging, in goed- of afkeurenden zin, doch het onmiddellijk gevolg van de activiteit van het bestuur was, dat de landbouwvereeniging te Den Bommel in hare vergadering van 10 Maart 1916 met algemeene stemmen besloot bij den Bond aan te sluiten, waartoe bij referendum, zonder eenige uitzon dering, met blijdschap toestemming werd ver leend. De Flakkeesche Boerenbond bestreek nu heel Flakkee, waardoor ze én op het Departement van Landbouw èn bij de verschillende crisis- bureau's ongemeen sterk stond. DE INSPECTEUR VAN POLITIE MEERSMA van hoi bureau Prinsestraat te Den Haag, die benoemd is tot hoofdinspecteur van politie te Curasao, nam Dinsdag afscheid van het Haagsche Politiecorps. V. l.n. r.: inspect. Pool, Funter de Beauchêne, Meersma, Snethlage en de Ridder. is verhoogd. Van het bestuur der R.-K. Werkliedenvereen. te Achthuizen is een adres ingekomen om voor de van zijn werkloozenkas uitgetrokken werk- looze arbeiders een steunregeling in het leven te roepen, c.q. voor werkverschaffing te willen zorgen. In verband hiermede zegt de VOORZITTER, dat de Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid bij besluit van 11 Februari j.l. heeft goed gevonden, dat met ingang van 9 Februari 1931 en uiterlijk tot en met 30 April d,a.v. een recht hebbend werkloos lid van den Ned. Chr. Land- arbeidersbond en den R.-K. Bond „Sint Deus- dedit" ten hoogste over 78 dagen uitkeering kan ontvangen. Besloten wordt daarom het adres voorloopig aan te houden. De heer HOUTHUIZEN stelt voor om die genen, die onder den verlengden uitkeeringster- mijn vallen een' kindertoeslag te geven, en wel voor kinderen beneden 16 jaar. Alle leden kunnen zich met het- voorstel van den heer Houthuizen vereenigen; echter wordt de definitieve beslissing tot de volgende vergadering uitgesteld. Van het gemeentebestuur van Arnemuiden is ingekomen een schrijven, waarin wordt verzocht adhaesie te betuigen aan een door den raad dier gemeente aan de Kroon gezonden' adres, houden de verzoek om aan de Staten-Generaal te willen voorstellen, dat van de verplichting tot het ge ven van het vak lichamelijke oefening ook na 1 Januari 1936 vrijstelling zal kunnen worden verleend. Dit schrijven wordt voor kennisgeving aange nomen. Voorts deelt de VOORZITTER mede, dat B. en W. den Raad voorstellen het onbestrate ge deelte Molendijk ter hoogte van de woning van den gemeenteveldwachter te doen bestraten. Na eenige bespreking wordt besloten B. en W. daartoe te machtigen. In verband met de heerschende werkloosheid deelt de voorzitter mede, dat hij vorige week een onderhoud heeft gehad met een commissie van het polderbestuur. Uit dit onderhoud is spr. gebleken, dat de polder zelf geen werk te laten verrichten heeft; echter zou er wel gezocht werk te vinden zijn, n.l. in den vorm van het uitdoen van dijk- en wegslooten. Na breedvoerige discussie wordt goedgevon den zich met Den Haag in verbinding te stellen om toeslag op de kosten van werkverschaffing te verkrijgen. Rondvraag. De heer ROSMOLEN wijst er op, dat de platen' over de goten in Stoofhof en nabij de Kerk geregeld niet op hun plaats zijn. De VOORZITTER antwoordt reeds opdracht te hebben gegeven hierin te voorzien. Dan sluiting. XXXVI. Thans zullen wij de waarheid gaan bevestigen van de oude spreuk: „Klein oorzaken, groote gevolgen". H, J. Lovink Directeur-Generaal van den Landbouw in Nederlandsch Oost-Indië re patrieerde, en zou door de groote land- en tuin bouworganisaties worden gehuldigd, voor wat hij hier te lande en in onze Overzeesche be zittingen voor den landbouw had gedaan. Men meende dat aan dezen man verschuldigd te zijn voor zijn groote werkkracht en warme liefde voor onze vaderlandsche cultures. Wij werden door een comité verzocht hand- teekeningen te verzamelen met een bedrag in geld voor een gesch'enk en tevens tot dekking derd duizend guldens benadeeld. Deze onbe- schofteb ejegening ontmoedigde het bestuur niet; het was in die beroerde en aan beweringen rijke oorlogstijd aan allerlei onaangenaamheden ge woon geraakt, sloot zijn oogen én ooren en ging blind voor de uitkomst den weg, dien het zich had uitgestippeld en meestal: tot heil van Flak kee, óók nu. Het aantal handteekeningen was in verhouding tot de grootte en het welvaren der Flakkeesche boeren niet groot; doch tenslotte tot een toonbaar aantal en bedrag uitgedijt. Het gevolg was, dat het Bondsbestuur werd uitge- noodigd bij het huldigingsdiner in den Dieren tuin te 'sGravenhage. Daar waren bij allerlei groote organisaties, als het Landbouwcomité, de Holl. Mij. van Land bouw e. a„ ook onze Flakkeesche Boerenbond Daar waren ook de Rijkscommissie van Advies, hetb ekende drietal „Mr. Schim van der Loef, Reitsma en Kröller", vertegenwoordigd. Deze commissie bezat in die dagen machtigen invloed. Wat zij wilde of niet wilde, gebeurde of gebeurde niet. Men vertelde, dat haar invloed die van den Minister evenaarde of zelfs overtrof, en daardoor werd er in de kringen en vergade ringen, waar ons bestuur veel moest verkeeren, spottenderwijs gesproken van „De Haagsche Drieëenheid". Aan tafel werd met tal van heeren kennis gemaakt of de kennis vernieuwd. Er werd gesproken over de crisis en hare gevolgen, over de watersnood in Noord-Holland, over den export van vee uit dat verdronken gebied, waarvoor een uitvoerconsent was ver leend aan de firma Zilversmit en de Pinto, en wij zouden ook best zoo'n consent kunnen gebruiken Als in Maart—April de afvalpro ducten van de suikerpeen zijn opgevoerd, hebben we in Flakkee honderden, misschien wel meer dan 1000 stuks vee te koop. Dat zou in dezen voor de Flakkeesche boeren benarden tijd een welkome compensatie zijn En ziedaarhet werd ons verleend We kregen uitvoerconsent voor 300.000 K.G. rundvleesch naar Duitsch- land, mits niet van drachtig vee Er moest dadelijk worden beslist. Bovendien moest worden gegarandeerd, dat we 300 ton zouden leveren, niet minder, om de Regeering niet in moeilijkheden te brengen, welke voor deze zending eetwaren zou bedingen den invoer van waren, waaraan wij behoefte hadden, b.v. Rhürkolen, hout, piriet e.d. Lang aarzelen was hier dus uitgesuoten, en bovendien niet zonder gevaar. Reeds de ouden zongen: „Stel op Prinsen geen betrouwen". Het consent werd dus aanvaardDe Flakkeesche Boerenbond garandeerde de levering van 300 ton rundvleesch. Zulke transacties werden onder gezelligen kout, besproeid met een glas druiven nat, erg gemakkelijk afgesloten, doch als men 's anderen daags goed wakker is en overdenkt welk een taak geheel vrijwillig en belangeloos aanvaard is, met geen ander doel dan om de leden van zijn vereeniging te bevoordeelen, dan is het wel gebeurd, dat we ons beschuldigden van onaandoenlijkheid voor al de telurstellingen en geoogsten ondank, wanneer iets niet had ge- loopen, zooals was voorgesteld of verwacht. Er werd besloten een hoofdbestuursvergade ring te houden op 29 Februari 1916. Daar waren slechts 8 van de 15 afdeelingen tegenwoordig. Er werd besloten alleen vee uit te voeren van de leden van den Bond. Met ernst te waken, dat geen vee van buiten Flakkee werd ingevoerd, om op die manier van onzen export te profi- teeren, en dat er onmiddellijk moest worden ge teld wat er was en dat deze opgaaf ingezonden moest worden bij den secretaris vóór 6 Maart. 't Bestuur werd gemachtigd tot den verkoop en volkomen vrijheid gelaten over de levering, de betaling en zoo wat meer. Ook werd besloten dat van elk stuk vee zou worden ingehouden 1.voor de kas Vervolgens kwam een serie crisiswee en -el lende aan de orde, waarna het bestuur toe zegde, dat het audiëntie zou aanvragen bij de Ministers van Landbouw en Oorlog om die verschillende zaken te bespreken. Deze week werden op Flakkee door boven- genoemden Bond vijf propaganda-vergaderingen belegd, n.l. resp. te Oude Tonge, Sommelsdijk, Dirksland, Melissant en Ooltgensplaat. De samenkomst voor Melissant was eerst be doeld voor Ouddorp. Maar door omstandighe den kwam het daar minder goed uit, waarom Melissant gekozen werd. De Blindenbond kan met deze verandering geluk gewenscht worden, want Melissant is wel een' van de mooiste avonden geworden. De ver gadering werd belegd in het Kerkgebouw der Ned. Herv. Kerk. Évenals in andere plaatsen hadden ook hier verschillende jonge meisjes zich er voor gespannen met de programma-verkoop enz. Er was een groote opkomst. Trouwens ook Oude Tonge was heel goed. (Ooltgensplaat is op dit oogenblik nog onbekend). Op alle plaatsen werd met gebed en gemeen schappelijk gezang geopend, waarna Mej. Col- lenteur een Schriftgedeelte uit het Evangelie naar Johannes uit Brailleschrift voorlas. Dit ging heel vlot en zonder hapering. Op zichzelf reeds bewijs van de noodzakelijkheid, dat onze Chris- tenblinden zich organiseeren om het dure Braille schrift meer gemeen goed voor al onze blinden te maken, vooral voor wat betreft de Bijbel boeken. Wat is heerlijker dan dat men persoon lijk in staat is den Bijbel te lezen De heer Van 't Hof verzorgde het muzikale gedeelte, dat hem goed was toevertrouwd. Niet alleen op het huisorgels, maar ook op het kerk orgel gevoelde hij zich thuis. Een bewijs, dat een opvoeding aan onze Blindeninrichtingen rijke vruchten kan dragen. De heer Wagemaker, hoofdbestuurslid van den Chr. Blindenbond (op Flakkee geen onbe kende, onze H.H. rookers weten zijn adres wel in de Rosestraat te Rotterdam, recht over het tramstation) hield een rede voor den Ned. Chr. Blindenbond. Spr. had als titel genomen: „Uit het Lichtlooze Land" en wees er op, dat dit land tevergeefs op de atlas wordt gezocht, ofschoon het over de geheele wereld vertegenwoordigd is. In dat land schijnt geen zon, is geen licht, verkilt alles in donkerheid en nevelen. Toch is het mogelijk in dat land een licht straal te doen werpen. Barmhartigheid is een bron van licht. Spr. gaat de historie na en wijst er op, dat het verleden schier geen barmhartigheid voor den blinde kénde. Het was niets ongewoons, dat de blinde Simson geroepen werd om voor de duizenden feestgangers op het Dagonfeest te spelen. Men vermaakte zich met de blinden. Ook in de middeleeuwen was dat zoo. Op kermissen b.v. liet men blinden in 'n cirkelruimte allerlei capriolen maken, om b.v. een varkentje te vangen, wie het ving mocht het behouden. Het werd een waar lachsucces als de blinden door elkander rolden. Gelukkig is dat in later tijd veranderd. Toch begreep men niet, ook in de vorige eeuw nog niet, dat blinde menschen heel gewone men schen zijn, die alleen maar het gezicht missen. Die dus in velerlei opzicht met eenige hulp nog best hun eigen brood kunnen verdienen. Maar men liet ze bedelen. In 1859 werd in Rotterdam nog een raadsbesluit genomen, waarbij de blinden werden toegestaan bepaalde dagen in de week langs de huizen een aalmoes te vragen Dat was een verkeerd toegepaste barmhar tigheid. Gelukkig breekt zich in onze dagen een an dere gedachte baan. Ongetwijfeld heeft de oorlog van 1914 daar toe meegewerkt. De oorlogsblinden van 187q kregen nog een draaiorgel cadeau om aan den kost te komen. Maar de groote wereldoorlog heeft althans dit goede gehad voor de oorlogs. blinden en de civiele blinden, dat men is gaan begrijpen, dat wanneer een blinde maar op de juiste plaats gezet wordt, hij in staat is zijn brood te verdienen. In Duitschland b.v. heeft men veel voor hen gedaan. De Berlijnsche machinefabriek van Siemens en Schucker, waar 90.000 arbeiders werken, heeft door de interesse, die één harer directeuren voor de blinden heeft, een 120 van deze onge- lukkigen te werk gesteld. En het rapport zegt, dat zij best voldoen. Kwantitatief presteeren zij evenveel achter de boor- en fraismachines als zienden, kwalitatief is hun werk soms beter, omdat zij minder afgeleid worden. Deze blinden worden tot een zelfstandig be staan opgeleid. Afgerichte honden brengen hen op de werkplaats en weer thuis. In deze richting is nog veel te doen. Blindengestichten zijn duur. Het borstelmaken en vlechtwerken gaat meer om wat te doen te hebben, dan om te produceeren. Als telefonisten 'en marconisten voldoen blinden uitstekend. Le den van den Chr. Blindenbond zijn in Amster dam als zoodanig werkzaam. In die richting moet het publiek ingelicht worden en de Chr. Blindenbond ook werkzaam zijn. De vraag is gesteld: Waarom weer een af zonderlijke Chr. organisatie Spr. wijst er op, dat in de negentiger jaren der vorige eeuw de Blindenbond werd opge richt, met een vrij onschuldig karakter. Er moest meer samenbinding en vriendschapsbanden ko men onder de lotgenooten. Hetgeen te begrijpen is. Wanneer men in het buitenland een landge noot ontmoet, die men in het vaderland bijna niet zou aankijken, begint men in den vreemde met -elkaar te spreken. Lotgenooten trekken el kander altijd aan. Vanzelfsprekend bestond de ze trek ook bij de blinden. Jammer, dat deze organisatie werd aangeraakt door den tijdgeest. Men begon een verkeerde richting uit te gaan. Er werd ontevredenheid in de harten der blinden gezaaid tegen de om standigheden waarin zij verkeerden. Van den Staat werd het recht afgeëischt om voor de blinden te zorgen. Zelfs in het lied werd ge smaald op de liefdadigheid en men „walgde" van het brood der barmhartigheid. Dat was een geestesgesteldheid waarin de Christenblinden niet konden leven. Daarom zijn ze voor enkele jaren tot een Christelijke vereeniging gekomen, waarvan onze Ned. Chr. Blindenbond vrucht is. Want barmhartigheid is niet te verwerpen, maar een heerlijke vrucht van het waarachtig Christendom. Door de Christelijke barmhartig heid is al veel voor ongelukkig'en gedaan. Spr. wijst op krankzinnigeninrichtingen, sanatoria, ziekenverpleging en blindeninrichtingen. Barmhartigheid is een edele vrucht als zij uit vloeisel is van de hoogste barmhartigheid, die is uitgestort in onze harten door den Hooge- priester der barmhartigheid Jezus Christus. Dat is nog iets anders dan een sentimenteel medelijden, dat vervluchtigt zoo ras de voorbij ganger den blinde, die op de hoek van c;' straat zit en bedelt, iets heeft toegestopt. Dat is een medelijden, dat tot mede gevot- 1 e n wordt en dat eindigt in mede werken. Daartoe wekt spr. o_p. Dat is het verzoek, dat de Ned. Chr. Blindenbond tot onze Christenen richt. En om dit te bereiken is het noodig, dat men lezer wordt van het orgaan van dezen Bond „De Blindengids", een naam met symbolische beteekenis. Het wil een gids zijn die een weg wijst door dit leven beneden, maar ook een weg naar boven, opdat dit leven reeds een voor portaal des lichts moge worden van de Licht- stand, waar Christus is de kaars en waar nie mand meer zeggen zal: ik ben ziek of ik ben blind. Reeds in de Oud-Testamentische wetgeving werd gezegd: „Vervloekt is degene, die een blinde doet dooien op den weg". „De Blinden gids" wil een trouw leidsman zijn. Maar ook een gids voor de zienden, om hen te wijzen hoe het medegevoel en het medewerken moet geschie den. Spr. dringt er op aan, dat men zich op dit orgaan abonneere. Het kost slechts 1 per jaar. Met een opwekkend woord tot medeleven in het lot der blinden, sluit spr, zijn met groote aandacht gevolgde, naar vorm en inhoud scho ne rede. Mej. Collenteur droeg hierna een gedicht vooit dat eveneens bij het publiek in den smaak viel. Na de pauze werd de blindenschrijfmachine gedemonstreerd, waarbij de heer Wagemaker interessante mededeelingen deed over het Braille schrift. George Braille was een Parijsche hoogleeraar in de wiskunde, die op 6-jarigen leeftijd in de smidse van zijn vader door vonkspatten blind werd. Hij vond het „Braille"-schrift uit, dat zoo menig blinde tot zegen is geworden. Het Braille schrift heeft den blinde een groot deel uit zijn droevig isolement verlost. Hierdoor is het mo gelijk geworden, dat blinden ook intellectueelen arbeid kunnen verrichten. Er zijn blinden do- miné's, advocaten, leeraren, onderwijzers enz. Er bestaan Braille blibliotheken, waar de blin den geeestesvoedsel kunnen vinden. Een groot bezwaar blijft, dat het Braille schrift duur is. Het Evangelie naar Johannes, waaruit Mej. Collenteur voorlas, kost alleen 6. Dat is één Bijbelboek. Men kan uitrekenen wat de heele Bijbel, die een ziende voor 1 koopt, een blinde kost. Gelukkig zijn er vereenigingen, die er voor zorgen, dat het Braille-boek toch nog op zoo groot mogelijke schaal verspreid wordt. Maar ook in dit opzicht kan de finantieele steun der zi'enden niet gemist worden. Ook voor deze demonstratie bestond groote interesse. De heer Wagemaker en Mej. Collenteur had den tevoren het a b c in Braille-schrift ver menigvuldigd, die aan het publiek werden uit gedeeld. Ongetwijfeld mag de Ned. Chr. Blindenbond op een goede „Flakkeesche week" terug zien. Moge het inschrijven van vele abonné's op „De Blindengids" de vrucht zijn. Het voort durend contact met deze sympathieke organisa tie zal dan ongetwijfeld behouden blijven. SOMMELSDIJK. De aardappelen worden in deze gemeente gekocht voor 5 per H.L. en de uien voor 1. De werkzaamheden aan den Provincialen weg Sommelsdijk—Dirksland en het maken van beton aan de haven dezer gemeente zijn alle wederom hervat. Op de 1.1. Woensdag gehouden weekmarkt waren 10 biggen aangevoerd. -Bij het op 6 dezer door het Centraal Bureau Instituut Pont te 's-Gravenhage, te Brielle in het openbaar gehouden examen Machi- neschrijven slaagden de volgende leerlingen van de E. P. S. aldaar (directeur L. Kruik Az.): De dames H. M. Ie Comte te Sommelsdijk, D. Been te Brielle en J. M. N. Kort te Zwar- tewaal. De heeren N. P. van Balen te Maassluis, M. Degeling te Maassluis, J. A. J. Hofland te Brielle en S. J. Menheer te Middclharnis.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 4