Propaganda-
Ver g aderingen
Herinneringen aan de stich
ting en de geschiedenis van
den Flafekeeschen
Boerenbond.
van den
Ned. Chr. Blindenbond.
Plaatselijk Nieuws.
oog hebben voor de belangen der werkloo-
zen. Ook heeft spr. nota genomen van wat er in
de groote pers is gepubliceerd. De circulaire
van den Minister, welke aangevraagd moest
worden, is door het gemeentebestuur ontvangen.
De Minister wil bij crisiswerkloosheid 25 tot
75 subsidie geven voor werkverschaffing.
Maar eerst moet voor uit te voeren werken de
goedkeuring van den Minister worden ver-
kreg.en.eer de subsidie wordt verstrekt. De vraag
is nu of hier van crisis-werkloosheid gespro
ken kan worden. Spr. meent van wel. B. en W.
hebben een circulaire gericht tot de ingezetenen,
waarin verzocht werd aan de werkloozen om
zich bij den correspondent der arbeidsbemidde
ling aan te melden. Eerst kwamen er niet meer
dan gewoonlijk, doch Zaterdag bedroeg het aan
tal aanmeldingen 85. Maandag in de kom der
gemeente 54. Daar zijn veel georganiseerden bij,
ook ennkelen uit andere vakken dan de laud-
bouw, als metselaars, die ook in aanmerking
kom envoor werkverschaffing. Dinsdag kwamen
er 42 en Woensdag 32 zich aanmelden. De cri
siswerkloosheid heeft in onze gemeente nog niet
zoo'n omvang aangenomen als in andere plaat
sen. In de toekomst zal deze werkloosheid echter
wel toenemen en daarom meent spr. dat re mid
delen ter bestrijding beraamd moeten worden.
Het gemeentebestuur geeft de voorkeur as
werkverschaffing en aan steunverleening slechts
in het allerlaatste geval. B. 'en W. hebben ge
zien dat de georganiseerden in een der dr e
landarbeidersorganisaties alhier zes weken lan
ger uitkeering zullen genieten. De ongeorgan -
seerden. zegt spr., hebben schromelijk hun plicht
verzaakt door zich niet bij een der organisat s
aan te sluiten.
De heeren JACOBS en BRINKMAN ver
klaren, dat de ongeorganiseerden het beginnen te
begrijpen.
De VOORZITTER zegt, dat het gemeen.,
bestuur echter ook voor de ongecrganiseerdi
iets wil doen, doch die zich niet komt aanmelden
kan geen deel nemen aan de werkverschaffing
als die eenmaal komt. Wij kunnen echter geen
definitieve regeling maken. Volgende week zullen
B. en W. een vergadering beleggen met de o
ganisaties, den correspondent der arbeidsbemi ..-
deling en den gemeente-opzichter. Dan zal g.
poogd worden een beslissing te nemen of voor
stellen te maken. Spreker stelt de vraag wat
gedaan kan worden. Aan de wegen is niets t.
doen. Dus rest Sluisschehaven, De kade kai
verhoogd worden tot 3.25 plus A.P. Kosten
9762. Geheel kunnen wij dit niet betalen
waarom bij den Minister zal aangedrongen v. or
den om subsidie. Spr. acht 75 noodzakelijk
de.rest zal de gemeente moeten betalen. De kad.
is 1300 M. lang. Het weiland, dat met de ver
betering gebaat is, is 25 gemeten gioot. Sprek r
vraagt machtiging om in geschetst'en geest wer'.
zaam te zijn.
De heer BRINKMAN meent, dat het gering
aantal aanmeld,ngen een gevolg is van de heer
schen.de. ziekte. Gok hij meent, dat er reeds v. n
crisiswerkloosheid sprake is. Werkverschaffing
verdient ook volgens hem de voorkeur boven
het verstrekken van werkloozensteun.
De heer VAN KEMPEN vraagt of de Riet
veldsche kade niet binnenkort verhoogd zal wer
den, dat is de werkverschaffing nog niet noodig.
De VOORZITTER zegt tot zijn spijt te moe
ten mededeelen, dat hetb estuur van den polder
Het Rietveld nog geen enkele poging heeft ge
daan om met het gemeentebestuur te conferee-
ren over de mogelijkheid van een voor deze
werkzaamheden te verkrijgen subsidie. Hij kan
dus, hoe gaarne hij dat zou doen, de vraag van
den heer Van Kempen niet bevestigend beant
woorden. Verder zegt de voorzitter, als we
subsidie zullen willen ontvangen, zullen moeten
aantoonen, dat er werkelijk crisiswerkloosheid
is. Spr. deelt de meening van den heer Brinkman
dat er veel werkloozen ziek zijn. Hij zal onder
zoeken hoevele werkloozen in Achthuizen zijn.
Het bedrag 10.000 voor het werk te Sluissche
haven is z. i. niet te hoog.
De heer VAN GURP heeft uitgerekend, dat
de weitjes 10 per gemet meer zullen opbren
gen als het werk gebeuren kan. Doch spr. meent,
dat de Rietveldsche kade wel opgehoagd zal
worden.
De heer BRINKMAN acht het noodig voor
Achthuizen, dat er meer werk komt dan de Riet
veldsche kade.
De VOORZITTER wil alles doen om meer
werk te krijgen, doch van het bestuur van den
polder Het Rietveld had spr. besprekingen ver
wacht ook over den te maken leidam, waarvan
de gevolgen voor dien polder zeker niet uit het
oog mogen worden verloren. Bij het werk aan
d'en' leidam zal spr. eveneens pogen werkloozen
aan den arbeid te krijgen.
De heer VAN KEMPEN: Onze menschen
gaan wel naar elders om dijken te maken, dus
zijn voor die werkzaamheden toch zeker ook
geschikt.
De VOORZITTER zegt, dat de Raad in be
ginsel moet besluiten een werkverschaffing in
het leven te roepen als in Oude Tonge. De
commissie zal met B. en W. uitmaken wie er te
werk gesteld zal worden. Als de minister echter
maar 25 of 30 wil verleenen, kunnen we
beter een steunregeling op touw zetten.
De heer DORSMAN vraagt wat er voor de
ambachtslieden gedaan kan Worden en voor
de bazen.
De VOORZITTER antwoordt het jammer te
vinden, dat de timmermansknechts niet georga
niseerd zijn. Zij zouden dan eveneens van de
mooie verlengde uitkeering kunnen genieten.
Voor de bazen kan spr. natuurlijk niets doen.
iLever zou hij in de schoenen staan van de
bazen dan van de knechts.
De heer DORSMAN zegt, dat hij bazen kent,
die 8000 per jaar omzetten, doch in de laatste
2 jaar slechts 2500 beschreven. Toch worden
dezen aangeslagen in de inkomstenbelasting voor
3000 inkomen.
De VOORZITTER: Daar is toch het recla
meeren voor.
De heer DORSMAN: U weet hoe het gaat,
men krijgt niet gemakkelijk vermindering.
De VOORZITTER: Dat zal toch moeten.
Iedereen begrijpt dat.
De heer DORSMAN knikt toestemmend.
Besloten wordt B. en W. op te dragen te
onderzoeken of het mogelijk is een werkver
schaffing tot stand te brengen, zoo noodig met
rijkssusbisidie.
Daarna wordt aan de orde gesteld de be
spreking van den te maken leidam.
De VOORZITTER zegt niet voluit in de
openbare vergadering te kunnen spreken en
wenscht dit punt in gesloten zitting af te doen.
De heer BRINKMAN vraagt nog of de hulp
der bewaarschool, tijdens de ziekte van de on
derwijzeres, beloond zal worden.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W. haar
een billijke belooning willen geven. Zij heeft
3 weken het hoofd vervangen.
De heer VAN KEMPEN vraagt of de help
sters bij de handwerken in de openbare school
belooning krijgen en of voor de Bijzondere
School eveneens helpsters mogen aangesteld
worden.
De VOORZITTER antwoordt: Het betreft
geen vakonderwijzeressen volgens artikel 29 der
L. O. wet.
Daarna sluiting der openbare vergadering en
duurt de zitting nog eenigen tijd voort met ge
sleten deuren.
Openbare spoedeischende vergadering van
den raad der gemeente DEN BOMMEL
op Donderdag 12 Februari 1931, des
nam. 3 uur.
Voorzitter burgemeester D. Brouwer. Aan
wezig alle leden.
Nadat de VOORZITTER de vergadering ge
opend heeft met gebed, worden de notulen der
voorlaatste vergadering gelezen en na een op
merking van den heer Segers vastgesteld.
Ingekomen is o.m. een schrijven van de A.
N. W. B. - K. N. A. C., waarin in het al
gemeen wordt ontraden verkeersspiegels te
plaatsen. Dit schrijven is ingekomen in verband
met een verzoek van het gemeentebestuur aan
genoemde vereeniging om een tweetal verkeers
spiegels te plaatsen, n.l. nabij de kade en 1
nabij Stoofhof.
Besloten wordt nogmaals op het plaatsen dier
spiegels aan te dringen.
Voorts is ingekomen een schrijven van den
voorzitter van het College van Ged. Staten,
houdende medeeeling, dat de jaarwedde van den
gem.-ontvanger over 1929 tijdelijk met 16.50
der onvermijdelijke kosten aan de huldiging ver
bonden. Het moest, wer der bij vermeld, een
klein bedrag zijn, het ging niet om een kapitale
som, maar om een groot aantal namen van
Nederlandsche boeren. Wat wij daarmede be
leefd hebben was funest; soms ook grappig. Om
één geval te noemen. Op één der dorpen (de
naam doet er niet toe) werd op een vergadering
de circulaire gelezen en gevraagd om een klein
zilverstuk met de handteekening. Wat nu ge
beurde was droevig en beleedigend bovendien.
Een der leden beantwoordde dit verzoek met
de opmerking, dat „het Van der Koogh en zijn
secretaris slechts te doen was om in Amsterdam
of Den Haag eens lekker te gaan vren
z Meteen gaf hij een kosteloos advies,
n.l. net te doen als hij, en meteen nam hij een
fikschen slok „bitter", bestelde nog een „borrel"
en wierp meteen een geldstuk op tafel om te
betalen. Zouden wij dat goede voorbeeld
hebben gevolgd, dan had het Bondsbestuur tekort
geschoten aan plichtbetrachting tegenover een
verdienstelijk Nederlander en bovendien de Flak-
keesche boeren-veehouders voor ongeveer hoa-
Toen dat af was. sloot de voorzitter de ver
gadering met een woord van bittere teleurstelling
over de weinige belangstelling, gezien de slechte
opkomst der afdeelingen.
Er brak nu een zeer drukke, emotievolle tijd
aan.
Allereerst de inventarisatie.
De door het bestuur ontworpen circulaire werd
ook, zooals te doen gebruikelijk was, in de
bladen gepubliceerd.
't Behoeft geen betoog, dat door deze kennis
geving de Bond „over de tong" ging, in goed-
of afkeurenden zin, doch het onmiddellijk gevolg
van de activiteit van het bestuur was, dat de
landbouwvereeniging te Den Bommel in hare
vergadering van 10 Maart 1916 met algemeene
stemmen besloot bij den Bond aan te sluiten,
waartoe bij referendum, zonder eenige uitzon
dering, met blijdschap toestemming werd ver
leend.
De Flakkeesche Boerenbond bestreek nu heel
Flakkee, waardoor ze én op het Departement
van Landbouw èn bij de verschillende crisis-
bureau's ongemeen sterk stond.
DE INSPECTEUR VAN POLITIE MEERSMA van hoi bureau Prinsestraat te Den Haag, die benoemd is tot
hoofdinspecteur van politie te Curasao, nam Dinsdag afscheid van het Haagsche Politiecorps. V. l.n. r.:
inspect. Pool, Funter de Beauchêne, Meersma, Snethlage en de Ridder.
is verhoogd.
Van het bestuur der R.-K. Werkliedenvereen.
te Achthuizen is een adres ingekomen om voor
de van zijn werkloozenkas uitgetrokken werk-
looze arbeiders een steunregeling in het leven
te roepen, c.q. voor werkverschaffing te willen
zorgen.
In verband hiermede zegt de VOORZITTER,
dat de Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid bij besluit van 11 Februari j.l. heeft goed
gevonden, dat met ingang van 9 Februari 1931
en uiterlijk tot en met 30 April d,a.v. een recht
hebbend werkloos lid van den Ned. Chr. Land-
arbeidersbond en den R.-K. Bond „Sint Deus-
dedit" ten hoogste over 78 dagen uitkeering kan
ontvangen.
Besloten wordt daarom het adres voorloopig
aan te houden.
De heer HOUTHUIZEN stelt voor om die
genen, die onder den verlengden uitkeeringster-
mijn vallen een' kindertoeslag te geven, en wel
voor kinderen beneden 16 jaar.
Alle leden kunnen zich met het- voorstel van
den heer Houthuizen vereenigen; echter wordt de
definitieve beslissing tot de volgende vergadering
uitgesteld.
Van het gemeentebestuur van Arnemuiden is
ingekomen een schrijven, waarin wordt verzocht
adhaesie te betuigen aan een door den raad dier
gemeente aan de Kroon gezonden' adres, houden
de verzoek om aan de Staten-Generaal te willen
voorstellen, dat van de verplichting tot het ge
ven van het vak lichamelijke oefening ook na
1 Januari 1936 vrijstelling zal kunnen worden
verleend.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aange
nomen.
Voorts deelt de VOORZITTER mede, dat B.
en W. den Raad voorstellen het onbestrate ge
deelte Molendijk ter hoogte van de woning van
den gemeenteveldwachter te doen bestraten.
Na eenige bespreking wordt besloten B. en W.
daartoe te machtigen.
In verband met de heerschende werkloosheid
deelt de voorzitter mede, dat hij vorige week een
onderhoud heeft gehad met een commissie van
het polderbestuur. Uit dit onderhoud is spr.
gebleken, dat de polder zelf geen werk te laten
verrichten heeft; echter zou er wel gezocht werk
te vinden zijn, n.l. in den vorm van het uitdoen
van dijk- en wegslooten.
Na breedvoerige discussie wordt goedgevon
den zich met Den Haag in verbinding te stellen
om toeslag op de kosten van werkverschaffing
te verkrijgen.
Rondvraag.
De heer ROSMOLEN wijst er op, dat de
platen' over de goten in Stoofhof en nabij de
Kerk geregeld niet op hun plaats zijn.
De VOORZITTER antwoordt reeds opdracht
te hebben gegeven hierin te voorzien.
Dan sluiting.
XXXVI.
Thans zullen wij de waarheid gaan bevestigen
van de oude spreuk: „Klein oorzaken, groote
gevolgen". H, J. Lovink Directeur-Generaal van
den Landbouw in Nederlandsch Oost-Indië re
patrieerde, en zou door de groote land- en tuin
bouworganisaties worden gehuldigd, voor wat
hij hier te lande en in onze Overzeesche be
zittingen voor den landbouw had gedaan. Men
meende dat aan dezen man verschuldigd te zijn
voor zijn groote werkkracht en warme liefde
voor onze vaderlandsche cultures.
Wij werden door een comité verzocht hand-
teekeningen te verzamelen met een bedrag in
geld voor een gesch'enk en tevens tot dekking
derd duizend guldens benadeeld. Deze onbe-
schofteb ejegening ontmoedigde het bestuur niet;
het was in die beroerde en aan beweringen rijke
oorlogstijd aan allerlei onaangenaamheden ge
woon geraakt, sloot zijn oogen én ooren en ging
blind voor de uitkomst den weg, dien het zich
had uitgestippeld en meestal: tot heil van Flak
kee, óók nu. Het aantal handteekeningen was
in verhouding tot de grootte en het welvaren
der Flakkeesche boeren niet groot; doch tenslotte
tot een toonbaar aantal en bedrag uitgedijt. Het
gevolg was, dat het Bondsbestuur werd uitge-
noodigd bij het huldigingsdiner in den Dieren
tuin te 'sGravenhage.
Daar waren bij allerlei groote organisaties, als
het Landbouwcomité, de Holl. Mij. van Land
bouw e. a„ ook onze Flakkeesche Boerenbond
Daar waren ook de Rijkscommissie van Advies,
hetb ekende drietal „Mr. Schim van der Loef,
Reitsma en Kröller", vertegenwoordigd.
Deze commissie bezat in die dagen machtigen
invloed. Wat zij wilde of niet wilde, gebeurde
of gebeurde niet. Men vertelde, dat haar invloed
die van den Minister evenaarde of zelfs overtrof,
en daardoor werd er in de kringen en vergade
ringen, waar ons bestuur veel moest verkeeren,
spottenderwijs gesproken van „De Haagsche
Drieëenheid".
Aan tafel werd met tal van heeren kennis
gemaakt of de kennis vernieuwd.
Er werd gesproken over de crisis en hare
gevolgen, over de watersnood in Noord-Holland,
over den export van vee uit dat verdronken
gebied, waarvoor een uitvoerconsent was ver
leend aan de firma Zilversmit en de Pinto, en
wij zouden ook best zoo'n consent kunnen
gebruiken Als in Maart—April de afvalpro
ducten van de suikerpeen zijn opgevoerd, hebben
we in Flakkee honderden, misschien wel meer
dan 1000 stuks vee te koop. Dat zou in dezen
voor de Flakkeesche boeren benarden tijd een
welkome compensatie zijn En ziedaarhet
werd ons verleend We kregen uitvoerconsent
voor 300.000 K.G. rundvleesch naar Duitsch-
land, mits niet van drachtig vee
Er moest dadelijk worden beslist. Bovendien
moest worden gegarandeerd, dat we 300 ton
zouden leveren, niet minder, om de Regeering
niet in moeilijkheden te brengen, welke voor
deze zending eetwaren zou bedingen den invoer
van waren, waaraan wij behoefte hadden, b.v.
Rhürkolen, hout, piriet e.d.
Lang aarzelen was hier dus uitgesuoten, en
bovendien niet zonder gevaar. Reeds de ouden
zongen: „Stel op Prinsen geen betrouwen". Het
consent werd dus aanvaardDe Flakkeesche
Boerenbond garandeerde de levering van 300
ton rundvleesch. Zulke transacties werden onder
gezelligen kout, besproeid met een glas druiven
nat, erg gemakkelijk afgesloten, doch als men
's anderen daags goed wakker is en overdenkt
welk een taak geheel vrijwillig en belangeloos
aanvaard is, met geen ander doel dan om de
leden van zijn vereeniging te bevoordeelen, dan
is het wel gebeurd, dat we ons beschuldigden
van onaandoenlijkheid voor al de telurstellingen
en geoogsten ondank, wanneer iets niet had ge-
loopen, zooals was voorgesteld of verwacht.
Er werd besloten een hoofdbestuursvergade
ring te houden op 29 Februari 1916. Daar waren
slechts 8 van de 15 afdeelingen tegenwoordig.
Er werd besloten alleen vee uit te voeren van
de leden van den Bond. Met ernst te waken, dat
geen vee van buiten Flakkee werd ingevoerd,
om op die manier van onzen export te profi-
teeren, en dat er onmiddellijk moest worden ge
teld wat er was en dat deze opgaaf ingezonden
moest worden bij den secretaris vóór 6 Maart.
't Bestuur werd gemachtigd tot den verkoop en
volkomen vrijheid gelaten over de levering, de
betaling en zoo wat meer. Ook werd besloten
dat van elk stuk vee zou worden ingehouden
1.voor de kas
Vervolgens kwam een serie crisiswee en -el
lende aan de orde, waarna het bestuur toe
zegde, dat het audiëntie zou aanvragen bij de
Ministers van Landbouw en Oorlog om die
verschillende zaken te bespreken.
Deze week werden op Flakkee door boven-
genoemden Bond vijf propaganda-vergaderingen
belegd, n.l. resp. te Oude Tonge, Sommelsdijk,
Dirksland, Melissant en Ooltgensplaat.
De samenkomst voor Melissant was eerst be
doeld voor Ouddorp. Maar door omstandighe
den kwam het daar minder goed uit, waarom
Melissant gekozen werd.
De Blindenbond kan met deze verandering
geluk gewenscht worden, want Melissant is wel
een' van de mooiste avonden geworden. De ver
gadering werd belegd in het Kerkgebouw der
Ned. Herv. Kerk. Évenals in andere plaatsen
hadden ook hier verschillende jonge meisjes zich
er voor gespannen met de programma-verkoop
enz. Er was een groote opkomst. Trouwens ook
Oude Tonge was heel goed. (Ooltgensplaat is
op dit oogenblik nog onbekend).
Op alle plaatsen werd met gebed en gemeen
schappelijk gezang geopend, waarna Mej. Col-
lenteur een Schriftgedeelte uit het Evangelie
naar Johannes uit Brailleschrift voorlas. Dit ging
heel vlot en zonder hapering. Op zichzelf reeds
bewijs van de noodzakelijkheid, dat onze Chris-
tenblinden zich organiseeren om het dure Braille
schrift meer gemeen goed voor al onze blinden
te maken, vooral voor wat betreft de Bijbel
boeken. Wat is heerlijker dan dat men persoon
lijk in staat is den Bijbel te lezen
De heer Van 't Hof verzorgde het muzikale
gedeelte, dat hem goed was toevertrouwd. Niet
alleen op het huisorgels, maar ook op het kerk
orgel gevoelde hij zich thuis. Een bewijs, dat
een opvoeding aan onze Blindeninrichtingen rijke
vruchten kan dragen.
De heer Wagemaker, hoofdbestuurslid van
den Chr. Blindenbond (op Flakkee geen onbe
kende, onze H.H. rookers weten zijn adres
wel in de Rosestraat te Rotterdam, recht
over het tramstation) hield een rede voor den
Ned. Chr. Blindenbond.
Spr. had als titel genomen: „Uit het Lichtlooze
Land" en wees er op, dat dit land tevergeefs
op de atlas wordt gezocht, ofschoon het over
de geheele wereld vertegenwoordigd is.
In dat land schijnt geen zon, is geen licht,
verkilt alles in donkerheid en nevelen.
Toch is het mogelijk in dat land een licht
straal te doen werpen. Barmhartigheid is een
bron van licht.
Spr. gaat de historie na en wijst er op, dat
het verleden schier geen barmhartigheid voor
den blinde kénde. Het was niets ongewoons, dat
de blinde Simson geroepen werd om voor de
duizenden feestgangers op het Dagonfeest te
spelen. Men vermaakte zich met de blinden.
Ook in de middeleeuwen was dat zoo. Op
kermissen b.v. liet men blinden in 'n cirkelruimte
allerlei capriolen maken, om b.v. een varkentje
te vangen, wie het ving mocht het behouden.
Het werd een waar lachsucces als de blinden
door elkander rolden.
Gelukkig is dat in later tijd veranderd.
Toch begreep men niet, ook in de vorige eeuw
nog niet, dat blinde menschen heel gewone men
schen zijn, die alleen maar het gezicht missen.
Die dus in velerlei opzicht met eenige hulp nog
best hun eigen brood kunnen verdienen. Maar
men liet ze bedelen. In 1859 werd in Rotterdam
nog een raadsbesluit genomen, waarbij de blinden
werden toegestaan bepaalde dagen in de week
langs de huizen een aalmoes te vragen
Dat was een verkeerd toegepaste barmhar
tigheid.
Gelukkig breekt zich in onze dagen een an
dere gedachte baan.
Ongetwijfeld heeft de oorlog van 1914 daar
toe meegewerkt. De oorlogsblinden van 187q
kregen nog een draaiorgel cadeau om aan den
kost te komen. Maar de groote wereldoorlog
heeft althans dit goede gehad voor de oorlogs.
blinden en de civiele blinden, dat men is gaan
begrijpen, dat wanneer een blinde maar op de
juiste plaats gezet wordt, hij in staat is zijn
brood te verdienen. In Duitschland b.v. heeft
men veel voor hen gedaan.
De Berlijnsche machinefabriek van Siemens en
Schucker, waar 90.000 arbeiders werken, heeft
door de interesse, die één harer directeuren
voor de blinden heeft, een 120 van deze onge-
lukkigen te werk gesteld. En het rapport zegt,
dat zij best voldoen. Kwantitatief presteeren zij
evenveel achter de boor- en fraismachines als
zienden, kwalitatief is hun werk soms beter,
omdat zij minder afgeleid worden.
Deze blinden worden tot een zelfstandig be
staan opgeleid. Afgerichte honden brengen hen
op de werkplaats en weer thuis.
In deze richting is nog veel te doen.
Blindengestichten zijn duur. Het borstelmaken
en vlechtwerken gaat meer om wat te doen te
hebben, dan om te produceeren. Als telefonisten
'en marconisten voldoen blinden uitstekend. Le
den van den Chr. Blindenbond zijn in Amster
dam als zoodanig werkzaam.
In die richting moet het publiek ingelicht
worden en de Chr. Blindenbond ook werkzaam
zijn.
De vraag is gesteld: Waarom weer een af
zonderlijke Chr. organisatie
Spr. wijst er op, dat in de negentiger jaren
der vorige eeuw de Blindenbond werd opge
richt, met een vrij onschuldig karakter. Er moest
meer samenbinding en vriendschapsbanden ko
men onder de lotgenooten. Hetgeen te begrijpen
is. Wanneer men in het buitenland een landge
noot ontmoet, die men in het vaderland bijna
niet zou aankijken, begint men in den vreemde
met -elkaar te spreken. Lotgenooten trekken el
kander altijd aan. Vanzelfsprekend bestond de
ze trek ook bij de blinden.
Jammer, dat deze organisatie werd aangeraakt
door den tijdgeest. Men begon een verkeerde
richting uit te gaan. Er werd ontevredenheid
in de harten der blinden gezaaid tegen de om
standigheden waarin zij verkeerden. Van den
Staat werd het recht afgeëischt om voor de
blinden te zorgen. Zelfs in het lied werd ge
smaald op de liefdadigheid en men „walgde"
van het brood der barmhartigheid. Dat was een
geestesgesteldheid waarin de Christenblinden
niet konden leven. Daarom zijn ze voor enkele
jaren tot een Christelijke vereeniging gekomen,
waarvan onze Ned. Chr. Blindenbond vrucht is.
Want barmhartigheid is niet te verwerpen,
maar een heerlijke vrucht van het waarachtig
Christendom. Door de Christelijke barmhartig
heid is al veel voor ongelukkig'en gedaan. Spr.
wijst op krankzinnigeninrichtingen, sanatoria,
ziekenverpleging en blindeninrichtingen.
Barmhartigheid is een edele vrucht als zij uit
vloeisel is van de hoogste barmhartigheid, die
is uitgestort in onze harten door den Hooge-
priester der barmhartigheid Jezus Christus.
Dat is nog iets anders dan een sentimenteel
medelijden, dat vervluchtigt zoo ras de voorbij
ganger den blinde, die op de hoek van c;'
straat zit en bedelt, iets heeft toegestopt.
Dat is een medelijden, dat tot mede gevot-
1 e n wordt en dat eindigt in mede werken.
Daartoe wekt spr. o_p. Dat is het verzoek, dat
de Ned. Chr. Blindenbond tot onze Christenen
richt. En om dit te bereiken is het noodig, dat
men lezer wordt van het orgaan van dezen Bond
„De Blindengids", een naam met symbolische
beteekenis. Het wil een gids zijn die een weg
wijst door dit leven beneden, maar ook een weg
naar boven, opdat dit leven reeds een voor
portaal des lichts moge worden van de Licht-
stand, waar Christus is de kaars en waar nie
mand meer zeggen zal: ik ben ziek of ik ben
blind.
Reeds in de Oud-Testamentische wetgeving
werd gezegd: „Vervloekt is degene, die een
blinde doet dooien op den weg". „De Blinden
gids" wil een trouw leidsman zijn. Maar ook
een gids voor de zienden, om hen te wijzen hoe
het medegevoel en het medewerken moet geschie
den. Spr. dringt er op aan, dat men zich op dit
orgaan abonneere. Het kost slechts 1 per jaar.
Met een opwekkend woord tot medeleven in
het lot der blinden, sluit spr, zijn met groote
aandacht gevolgde, naar vorm en inhoud scho
ne rede.
Mej. Collenteur droeg hierna een gedicht vooit
dat eveneens bij het publiek in den smaak viel.
Na de pauze werd de blindenschrijfmachine
gedemonstreerd, waarbij de heer Wagemaker
interessante mededeelingen deed over het Braille
schrift.
George Braille was een Parijsche hoogleeraar
in de wiskunde, die op 6-jarigen leeftijd in de
smidse van zijn vader door vonkspatten blind
werd. Hij vond het „Braille"-schrift uit, dat zoo
menig blinde tot zegen is geworden. Het Braille
schrift heeft den blinde een groot deel uit zijn
droevig isolement verlost. Hierdoor is het mo
gelijk geworden, dat blinden ook intellectueelen
arbeid kunnen verrichten. Er zijn blinden do-
miné's, advocaten, leeraren, onderwijzers enz.
Er bestaan Braille blibliotheken, waar de blin
den geeestesvoedsel kunnen vinden.
Een groot bezwaar blijft, dat het Braille
schrift duur is.
Het Evangelie naar Johannes, waaruit Mej.
Collenteur voorlas, kost alleen 6. Dat is één
Bijbelboek. Men kan uitrekenen wat de heele
Bijbel, die een ziende voor 1 koopt, een blinde
kost. Gelukkig zijn er vereenigingen, die er voor
zorgen, dat het Braille-boek toch nog op zoo
groot mogelijke schaal verspreid wordt. Maar
ook in dit opzicht kan de finantieele steun der
zi'enden niet gemist worden.
Ook voor deze demonstratie bestond groote
interesse.
De heer Wagemaker en Mej. Collenteur had
den tevoren het a b c in Braille-schrift ver
menigvuldigd, die aan het publiek werden uit
gedeeld.
Ongetwijfeld mag de Ned. Chr. Blindenbond
op een goede „Flakkeesche week" terug zien.
Moge het inschrijven van vele abonné's op
„De Blindengids" de vrucht zijn. Het voort
durend contact met deze sympathieke organisa
tie zal dan ongetwijfeld behouden blijven.
SOMMELSDIJK. De aardappelen worden in
deze gemeente gekocht voor 5 per H.L. en
de uien voor 1.
De werkzaamheden aan den Provincialen
weg Sommelsdijk—Dirksland en het maken van
beton aan de haven dezer gemeente zijn alle
wederom hervat.
Op de 1.1. Woensdag gehouden weekmarkt
waren 10 biggen aangevoerd.
-Bij het op 6 dezer door het Centraal
Bureau Instituut Pont te 's-Gravenhage, te
Brielle in het openbaar gehouden examen Machi-
neschrijven slaagden de volgende leerlingen van
de E. P. S. aldaar (directeur L. Kruik Az.):
De dames H. M. Ie Comte te Sommelsdijk,
D. Been te Brielle en J. M. N. Kort te Zwar-
tewaal.
De heeren N. P. van Balen te Maassluis,
M. Degeling te Maassluis, J. A. J. Hofland te
Brielle en S. J. Menheer te Middclharnis.