voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Antire volufionair
Orgaan
ILDE
ZATERDAG 31 JANUARI 1931
45STE JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
EERSTE BLAD.
an Zaken.
Op den Uitkijk,
Om ons Heen
W. BÖERMCWEM ZONEN
-ale van Anti-
dit Eiland, op
avonds 6 «ar.
Ins, J. H. DIJKERS.
nmissiebatik'
15503. ROTTERDAM
Christendom en Oorlog.
I Bovendien heeft God over elk dier
gemeenschappen een overheid gegeven,
óók tot zondetempering. Zij draagt het
zwaard niet tevergeefs. En de taak der
overheid is niet alleen rechzbescherming
jenh. 4-4.25, Friesche ei
'0' bravo s 4.50-5, indu
st\r fK3/5"i'50'
her kg. Met redelijken aar,!
R, WOL, DIVERSEN.
2 Febr. Vlas. (Opgaaf van
Aanvoer 8600 kg. blauw
»UUD kg. Gronmgsch onver
1. geel 45—65 c., 700 ko
Der kn WanHol e1aanni
Qcze Courait macfcfia! alken WOENSDAG ca ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruifbetaling
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar,
FZ0NDERLLKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus Nó 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zg beslaan,
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Al!® stukken voor de Redactie bestemd, Advertenüëts et» verdere Administratie franco toe te «enden aan de Uitgevers
HAAG
Hofweg 6
JIJMEGEN
olenjtraat 7-9
- *uldl
iiWerins*
melsdijk,
sede Kamer.
ter, C. WARNAER.
iiechronische hoofd'
komt voort uit arm'
>edaraioede en zenuw
henie.
oed reeds hadden op» 0
fl. 21-.
ijgbaar
Den Haag.
:n ALSMEDE le, 2e
TAXATIES.
VII.
(Slot).
Wij hebben in ons vorig artikel laten
zien, dat God om den voortgang der
zonde re temperen en den menschelijken
hoogmoed, die zich opmaakte tot een
ongeoorloofde machtsconcentratie te
fnuiken, Babel's torenbouw verstoorde,
waardoor afzonderlijke gemeenschap
pen of staten ontstaan zijn. Latere
pogingen om een wereldrijk te ver
wezenlijken, heeft God telkens met
ijdelheid geslagen. Het is in strijd met
i den door God verordineerden gang van
jg^en in het wereldleven.
ly^FvIede door deze ordinantiën Gods is
"f/het mogelijk geworden de wereld tot
cultuurrijpheid te brengen, want door
handhaving en ontwikkeling der deelen
wordt het geheel gebouwd. Veelvor
migheid is een levenswet. Waar unifor
miteit intreedt, doet de dood zijn in
trede.
Eaar binnen, maar ook naar buiten.
Het positieve Christendom streeft
aar rechtshandhaving als voorwaarde
voor den vrede. De algemeene rechts
beginselen zijn van Goddelijken oor
sprong en aan die beginselen zijn de
Staten in hun onderling verkeer gebon-
n. De Volkenbond kan een middel
om de internationale rechtsorde te
ontwikkelen en te bevestigen en langs
dien weg moet het vraagstuk van oor
log en vrede worden opgelost.
Zóó heeft een land, een volk, een
staat het vraagstuk te bezien. Zóó ook
heeft ieder individueel mensch het
vraagstuk te benaderen. Dat bepaalt
tevens de verhouding tusschen persoon
lijke verantwoording en roeping en de
verantwoordelijkheid en de plicht der
overheid.
De overheid is middel door God ge
geven om het recht te handhaven des
noods met machtsmiddelen. God zelf
drukt der overheid het zwaard in de
hand. Dit is een feit van groote be-
teekenis, door Christus zelf geconsta
teerd en gesanctioneerd.
De menschen, die met een christelijk
tintje over dienstweigering praten, mo
gen hierover wei eens nadenken.
Eenzijdige ontwapeningsactie en pro
paganda voor dienstweigering onder
mijnen het overheidsgezag, voert tot de
consequentie, dat de overheid afstand
doet van haar roeping, vernietigen
rechtszekerheid, brengen dus anarchie,
regeeringloosheid, wanorde, ondergang
van land en volk.
Dat zeggen niet alleen menschen, die
zich plaatsen op het standpunt van
Gods Woord, maar dat heeft ook ge
zegd mr. Troelstra in zijn geschrift
„Wereldoorlog en Sociaal-democratie"
pag 126, waar hij schrijft:
„Pogingen om de ontwapening nationaal,
met verwaarloozing van de internationale be-
teekenis, ligging, plichten en verhoudingen van
het land, te doen plaats hebben, zullen hoog
stens aan de Partij een mooi lijkend program
punt, waarmede in zekere kringen te para
deeren valt, verschaffen, maar de natie daar
om nog niet verlossen van het militarisme,"
Wie op de beteekenis let van de
nationaliteit in tijden, dat het volk wordt
aangevallen, zal", volgens Troelstra, „moeten
toegeven, dat zoolang gewapende inval mo
gelijk blijft, een regeering, die daartegen geen
geregeld defensiewezen inricht, het volk bij
aanval zal drijven in den franctireurs krijg,
den vreeselijksten vorm, dien men zich denken
kan."
En op pag. 69 schrijft Troelstra
„Een staat, die hoewel buiten den oorlog
staande, de plichten hem door de Haagsche 1
Conventie (de neutraliteitsverdragen) opge
legd, niet wil vervullen, is niet neutraal, valt
buiten den rechtstoestand door de Conventie
geschapen, verklaart stilzwijgend geen beroep
te doen op het recht om buiten den oorlog te
worden gelatenZie hier den plicht tot
bewapening, die dreigend gevaar tot mobili
satie, bij inval in het neutrale gebied tot
gewapend verzet aan den neutrale opgelegd."
„Wanneer een staat zoodanig is gelegen
tusschen twee oorlogvoerenden, zijn gebied,
zijn kusten, zijn havens zoodanige strategische
beteekenis hebben in een uitgebroken oorlog,
dat het onverdedigd zijn van dit gebied dezen
in de noodzakelijgheid van tegenweer te 'bren
gen, dan dwingt hij hen feitelijk zijn land
te bezetten om het als oorlogsterrein te ge
bruiken."
Dr. A. J. de Sopper schrijft
„Het kan de roeping van een individu zijn
in zelfverloochening onder te gaan. Van een
volk kan dit nooit de roeping zijn. Een in
dividueel mensch heeft een eeuwig leven. Een
volk, dat niet bereid is zijn afhankelijkheid te
handhaven, heeft het besef van zijn eigen
roeping in de wereld verloren. Het offert zich
met, het pleegt zelfmoord. Het is het bestaan
niet waard. Het verdient niets beters, dan
opgelost en vernietigd te worden.
In laatste instantie is het oorlogs
probleem een probleem van verhouding
tusschen recht en macht.
De zonde heeft de harmonie tusschen
deze twee gebroken. Oorlog is als de
macht zich aan het recht ontworstelt
er zich tegen kant, zich in dienst stelt
van het onrecht.
Dat conflict vindt ge iederen dag
om U heen, ook in uw eigen leven. Pre
cies hetzelfde is het ook met de over
heid in haar taak naar binnen. De po
litie is er als een machtsmiddel in dienst
der overheid om 't recht te handhaven.
Maar zoo is het ook met het leger en
de vloot. Wanneer de overheid het
machtsmiddel ontnomen wordt om het
recht te handhaven naar buiten, geeft
een natie zichzelf den doodsteek (zie
Troelstra en Sopper hierboven).
Alleen langs internationalen weg is
ontwapening dus mogelijk. Zoolang ge-
weldadige rechtsverkrachting dreigt,
moet de overheid de machtsmiddelen
hebben om zich tegen rechtsschending
te verdedigen.
En dan kan oorlog noodzakelijk zijn,
want naar het Woord Gods draagt de
overheid het zwaard niet tevergeefs.
De heer Idenburg sprak in de Eerste
Kamer eens in dit verband
„Wij weten, dat Gods weg met de volken
gaat door lijden, ook door oorlogslijden, maar
wij weten ook, dat bloed vergoten voor een
rechtvaardige zaak, niet tevergeefs heeft ge
vloeid. Op den dieperen zin van het lijden ga
ik heden niet in, maar reeds oppervlakkige
beschouwing van de geschiedenis bevestigd
mijn zeggen. Ik denk aan den strijd van Dene
marken in 1864. Indien Denemarken toen niet
had gestreden en voor zijn recht had gestaan,
zou het dan thans zijn gebied hebben terug
gekregen Indien Polen niet gestreden had
voor zijn zelfstandigheid en zijn bloed daar
voor had gegeven, zou het dan thans weder
een vrij land zijn Het bloed gevloeid in
Zuid-Afrika, is niet tevergeefs vergoten; in
dien de Boeren niet getoond hadden offers te
willen brengen voor de zelfstandigheid, voor
vrijheid en recht, dan zouden zij niet de
huidige positie hebben verkregen."
Dat zijn nuchtere feiten. Dat is geen
geredeneer in het afgetrokkene als
waaraan de pacifisten zich steeds be
zondigen.
Strijd voor het recht is de roeping
van ieder mensch, is ook de roeping
van iedere gemeenschap. En zoo lang
het recht bedreigd kan worden, moeten
er middelen zijn om het recht te hand
haven en te verdedigen. Wie daar niet
aan wil, maar het recht zonder macht
wil laten, stelt zich in dienst van het
hoogste onrecht, dus van den oorlog.
Pacifisten van dit soort zijn dienaren
van den oorlog, zij halen de grootste
ellende over eigen land en volk, ze spe
len een roekeloos spel.
Het Christendom, dat leeft naar den
weg der Godsopenbaring in Gods
Woord, heeft te veel werkelijkheidszin,
j te veel vredelievendheid, te veel plichts
gevoel en gehoorzaamheidsbesef, dan
dat het ooit den weg der pacifisten zal
opgaan.
Het zou een beleediging der Christe
lijke ethiek zijn, dat van het Christen
dom te eischen.
Gods majesteit handhaaft zich door
recht.
Genade door recht. Recht is een ei
genschap Gods en Zijn ordinantie voor
het leven der menschheid is op het
recht gebouwd.
Dat kan ook niet anders, want
recht is uitvloeisel der waarheid
en God is de W aarheid.
Daarom handhaven wij ook de stel
ling, dat de eenige waarachtige vre
desbeweging die ooit in de wereld tot
openbaring kwam, is uitgegaan van het
positieve Christendom.
Dat wat we nog hebben aan vrede,
aan recht, aan waarheid, is vrucht van
den doorwerkenden geest van Christus.
Dat het Christendom niet meer deed,
is de schuld van hen, die zich niet onder
het zachte juk van het Christendom
wilden buigen.
Toen Christus voor den Hoogepries-
ter terecht stond, werd hij door den
dienstknecht geslagen.
Die slag dreunt door alle eeuwen
heen. Ook thans slaat men het Chris
tendom nog, maar ook thans heeft het
Christendom nog hetzelfde antwoord
„Indien ik kwalijk gesproken heb, zoo
betuig van het kwade, maar indien
wel, waarom slaat gij mij
Want niemand kan beschuldiging in
brengen tegen de Christelijk ethiek, de
Christelijke moraal. Wie er eerlijk stu
die van maakt, moet bekennen: indien
alle menschen naar dat beginsel leefden,
zouden we een paradijs op aarde heb
ben.
Maar waarom zijt ge dan geen
Christen
Wie iets van het oorlogsprobleem wil
zien, zal oog moeten krijgen voor het
karakter van recht en waarheid.
Het Christendom streeft naar hand
having dezer beginselen en tracht hier
door den vrede te dienen.
Zij, die roepen om vrede, maar geen
oog hebben voor het recht en de waar
heid in het nationale leven en in het
volkerenleven, loopen rond in den vi-
cieuzen cirkel der zelfhandhaving en
ter plaatse van hun vredesgeroep daar
is oorlog, want wie het recht schendt
en geen offer er voor over heeft, dient
den oorlogsgod, hij trekt het zwaard
voor eigen zaak en zal dus door het
zwaard verteerd worden.
De vicieuze cirkel van ons mensche-
lijk bestaan moet gesneden worden door
den rechten lijn van God naar den
mensch.
Christus heeft dat werk gedaan. En
dat kostte Zijn hartebloed, maar Hij
had oog voor de Goddelijke wet, dat
aan alle Recht genoeg gedaan moet
worden.
Daarom is het Kruis van Golgotha
ook voor den bangen vicieuzen cirkel
van den oorlog de eenige kracht om
recht te maken wat krom is.
Ik kreeg in verband met het vorig geplaatst
schrijven over het ambtenaarsleven nog een brief
van iemand, die belang stelt in deze zaak en
graag er een woordje over zeggen wil.
Ik laat zijn schrijven hier volgen
Mijnheer de Redacteur
Het kan misschien zijn nut hebben U te mel
den dat ondergeteekende zijn instemming betuigt
met het stuk „Critiek op Critiek" voorkomende
in de „Maas- en Scheldebode" van vorige week,
al was het alleen maar om „Een ouderwetsch
man" te laten weten dat er meer zijn die er
over denken, gelijk hij.
De voordeelen genoten door Ambtenaren zijn
vele en toch zijn er nog meer, althans hier te
Rotterdam.
O.m. bestaat er een inkoopvereeniging uit
Ambtenaren, welke bedingt dat over al wat zij
koopen aan hen 10 korting op de gewone
prijzen worden gegeven. Ambtenaren koopen dus
tal van luxe- en verbruiksartikelen tien pro
cent lager dan ander burgers die als han
delsman of niet-ambtenaar heel wat meer risico
loopen dan zij. Wetende dat zij sterk in aantal
zijn, kunnen zij zulke bepalingen maken en vra
gen zich alleen maar af hoe ben ik het voor-
deeligst uit, zich niet bekommerende over hunne
mede-stadgenooten, die met zorg zaken drijven
en niet weten hoe het hoofd boven water te hou
den. Wel zijn zij er als de kippen bij om moord
en brand te schreeuwen als er eens iets van hun
ne groote salarissen af moet, terwijl zij nering
doenden noodzaken tien procent van hun
beperkte winst aan hen af te staan. Ik zeg
„noodzaken", want is de winkelier hiertoe niet
genegen, welnu hun naam en adres komt niet
voor in de lijst met adressen een lijvig boek
deel dat die Ambtenarenvereeniging uitgeeft.
Het ware te wenschen dat elk winkelier wei
gerde daaraan mee te doen. Niet alleen door
daaraan wel mee te doen verspelen zij 10
aan Ambtenaren, doch ook 10 aan de familie
en kennissen der Ambtenaren, die hun boekje
of lidmaatschapskaart ter leen krijgen. H.H.
Ambtenaren werken bedrog alzoo in de hand.
'Hoe daaraan Christelijke ambtenaren nog kun
nen mededoen, is mij een raadsel. Naastenliefde
behoort die niet door hen betracht te worden,
of geldt voor ambtenaren alleen het„Ben ik
mijns broeders hoeder
Dan zijn er nog „Arbeiders in publieken
dienst" en ambtenaren die in vacantie, in vrije
uren en die 'hebben ze nogal bij anderen
een muürtje witten of een 'kamertje behangen
tegen lager loon dan stukadoor en behanger en
doen hun medeburgers concurrentie aan.
Een gemeente-ambtenaar is inwinner van han-
delsinformatiën voor een Informatiebureau en
verdient bij een best tractement en alle voordee
len in „Critiek op Critiek" genoemd, er nog een
aardig grijp-stuivertje bij.
Ach je kan het gemakkelijk meenemen. Tele
foon, tot je dispositie. Kost je geen cent. En als
ambtenaar weet je nog eens wat, dat anderen
niet weten of niet achter kunnen komen, b.v.
voor hoeveel hij is aangeslagen in de belastin
gen enz.
Te hopen is le. dat superieuren van ambte
naren nauwkeurig toezien hoeveel arbeid voor
de hooge loonen wordt geleverd, hoe Rijks- en
Gemeentetijd wordt gebruikt en 2e. winkeliers
dat zij begrijpen dat zij met 10 korting aan
ambtenaren en gemeentewerklieden te geven,
andere burgers die minstens even goed van be
talen zijn als ambtenaren, als klant wegjagen.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
v. R.
Wanneer het er zóó naar toe gaat in de
groote steden, en ik twijfel niet aan de waarheid
van mijn briefschrijver, dan gaat ons ambte
narencorps zeer zeker den glad verkeerden weg
op.
Het is inderdaad waar, dat in de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden onze ambtenaren er
over het algemeen het best aan toe zijn. Hun
positie is solied, een vast inkomen, geen finan-
tieele zorgen voor de toekomst, kortom zij ken
nen niet den strijd om het bestaan, wat juist
in het leven van zoo menig burgerman een groote
rol speelt. Daarom te meer moesten zij in onze
dagen de maatschappij steunen waar ze kunnen,
bedenkende, dat hun salarissen door de maat
schappij moeten opgebracht worden.
Groepsegoïsme is altijd te veroordeelen, maar
waar zij zich op deze manier openbaart, ver
dient zij zeer sterke afkeuring.
Intusschen geloof ik, dat we hier nu wel weer
een punt achter kunnen zetten. Er zijn nog meer
zaken in het leven, die de belangstelling trekken.
Een ding, dat bizonder mijn aandacht trok
deze week, was 'het volgende berichtje uit de
dagbladpers
TEGEN GODSLASTERING.
Aan den minister van justitie en de leden
van de Tweede Kamer is volgende motie ge
zonden
Het bestuur van de federatie van R.K.
Vrouwenbonden in Nederland (met de aan
gesloten vereenigingen ruim 50.000 leden tel
lend), vergaderd te Utrecht, den 13den Janu
ari gezien het satanische artikel van De Tri
bune, getiteld „Weg met het Kerstfeest"; over
wegende het grof beleedigende en diep grie
vende hiervan voor de verhevenste gevoelens
eener Christelijke natie; spreekt als zijn mee
ning uit, dat onze wetgeving dringend aan
vulling behoeft door het strafbaar stellen van
Godslastering en van een, door haar kwet-
senden vorm, onduldbare wijze van «menings
uiting; besluit, deze motie ter kennis te brengen
van Zijne Excellentie den' minister van justitie,
van de leden der Tweede Kamer der Staten-
Generaal en van de pers.
Dat is nu eens een sympathieke daad.
En het wordt hoog tijd, dat er eens in die
richting gewerkt wordt. In dienzelfden geest is
ook het volgende krantenbericht
De Christelijke Mannenvereeniging „Gij zijt
allen Broeders", te Rotterdam, heeft aan bur
gemeester en wethouders dier gemeente ver
zocht, dat in de toekomst het communistisch
orgaan De Tribune uit de krantenleeszaal van
de gemeente-bibliotheek worde geweerd.
Adressante meent, dat in dat orgaan gods
dienstige overtuigingen opzettelijk worden ge
krenkt, en de grenzen' van het betamelijke
zeer ver overschreden worden.
Dezer dagen kreeg ik een blad in handen, dat
heet „Rotterdamsch Volksdagblad", een commu
nistisch blad, dat een vreeselijke plaat bevatte,
getiteld: „Interventie-plannen worden in den
hemel gesmeed".
Een Roomsch dagblad schreef er het volgende
Gisterenavond verscheen in „De Tribune"
(„Rotterdamsch Volksdagblad") een spot
prent, waarvoor de betiteling „bedroevend"
nog veel en veel te zwak is. 't Is eenvoudig
walgelijk. Een beschrijving er van te geven
is onmogelijk. Genoeg zij het er op te wijzen,
dat God hier wordt voorgesteld als ontdekker
van een nieuw gifgas. De voorstelling der drie
Goddelijke Personen is meer dan stuitend
hemeltergend in den letterlijken zin van het
woord.
Iets dergelijks is alleen te verklaren als
uiting van den meest lyeerzinwekkenden Gods-
haat en een haast demonischen lust om zijn
medemenschen op de meest grievende wijze
te hoonen en te kwetsen in betgeen hun het
heiligst is. En dit alles als gevolg van het
meest serviele verlangen om den Russischen
godshater in het gevlij te komen.
Als wij zooiets ongehinderd en straffeloos
moeten toelaten, zijn wij den naam van chris
telijke natie eenvoudig onwaardig. Wij hopen
van ganscher harte, dat onze bekwame mi
nister van Justitie zoo spoedig mogelijk den
weg zal vinden om deze walgelijke uitingen
van Godshaat, die een slag in 'c aangezicht
zijn voor heel ons volk, de bolsjewistisch-
verdwaasden alleen uitgezonderd, onmogelijk
te maken.
Mogen allen, die op den naam van Christen
aanspraak willen maken en wien de meest
verheven gevoelens hunner medemenschen
heilig zijn, niet rusten, voor zij het communis
tische schandblad uit al onze openbare lees
zalen hebben verwijderd.
Dat is dure plicht van overheid en individu.
De vrijheid van politieke meeningsuitng
heeft hiermede niets te maken."
Baron van Wijnbergen schreef in „De Maas
bode" in gelijken zin. Hij citeert het gedicht
van Da Costa
Om Vrijheid schreeuwen die verwaten,
Om Vrijheid, bandloos als de orkaan,
die uit zijn kerker losgelaten,
een halve wereld doet vergaan
Om Vrijheid van de hemelwetten
Om Vrijheid de onschuld te verpletten,
en wat hun driften wéér durft biên.
Om Vrijheid -- Koningen te moorden,
en smaad te werpen op Gods woorden,
en geen Jehovah meer te ontzien.
Dat is inderdaad een vrijheid, die niet straf
feloos mag worden toegelaten door de wereld
lijke overheid.
Gelukkig, dat er ook in Roomsche kringen
nog zoo over wordt gedacht. Waar de geest
uit cfen afgrond openbaar wordt, zooals uit die
communistische spotprent duidelijk blijkt, krijgt
Groen van Prinsterer gelijk en vinden de Room-
schen en Antirev. elkander.
Dan blijkt, dat zij bij alle verschil van mee
ning één God belijden naar de Apostolische
Geloofsbelijdenis. Dat bindt saam tegen den
geest uit den afgrond.
Zelfs Ds. Kersten zal deze coalitie moeten
aanvaarden.
En het is maar gelukkig ook.
We 'hebben nog een minister van Justitie, die
als 't noodig is ingrijpt. We hebben dat gezien
bij zijn actie tegen de pornografische lectuur.
We hopen, dat het hem ook zal gelukken tegen
deze Godslasteringen, die van communistische
zijde over ons land wordt uitgebraakt.
Wie die plaat ziet huivert over zulke gods
loosheid en vraagt zich af: hoe is het mogelijk,
dat iemand in staat is zulke teekeningen te
maken.
Hoe ver moet het al in Rusland zijn, waar de
overheid die goddeloosheid offilieel steunt en
bevordert met geld. Ongelukkig land, dat onder
zulk een overheid gebukt gaat.
UITKIJK.
Mars en Venus houden nog steeds de aan
dacht der aardbewoners gespannen. We hebben
aan ons wereldje niet genoeg en het ligt in den
aard der menschen naar expansie te streven.
Prof. Leon Campbell, hoogleeraar in de sterren
kunde aan de Harvard-Universiteit acht het mo
gelijk, dat er organisch leven van den een of
anderen vorm bestaat op Mars of Venus of op
beide plaatsen. Hetzelfde acht hij ook mogelijk
voor een aantal planeten, die tot andere zonne
stelsels behooren dan de onze.
Ik dacht eigenlijk, dat die mogelijkheid al' eer
verondersteld was. Maar ik moet belijden geen
sterrekundige te zijn. Overigens brengt ons deze
gewichtige mededeelingen nog niet heel veel