lllllll voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. AUtjsiroop Antirevolufionair Orgaan i AME IN HOC SIGNO VINCES Na. 3714 ZATERDAG 24 JANUARI 1931 45STE JAARGANG A Co. EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. Stop vlug f dien GMEP-aanval w verlaagd I tgifte van BOSSEN THEKEN DTHEREN REDIETEN EN SVERBAND E DUIF" Christendom ;en Oorlog". Voor de Borst" AKKER's met grooten aanvoer. De vendiger. De prijzen van le en gelijk, die van 3e soort Enkele prima exemplaren cent boven noteering. schapen en lammeren was ndel as stroef en de prijzen n varkens was groot met de prijzen van vorige week andhaafd worden. Afloop vonen aanvoer en tamelijken 20 en 21 cent besteed. Meel, Oliën enz. 26 Januari. Fijne Zaden. Karwijzaad f 21—24, blauw I, koolzaad f 12—14, voer» auwbloemzaailijnzaad f 12 nzaad f 12—13, alles per 26 Januari. Ter veemarkt igevoerd590 vette koeien, en waren: f 0,96-f 1,03, 60-68 ct. per kg. slacht» en kalf koeien f275-f375, en f 12 - f 18, 180 paarden per stuk, 99 vette kalveren ct. per kg. levend gewicht, :chvarkens 90—110 kg. 54— ïns 52—53 ct., vette varkens slachtgewicht. laas en Eieren. 26 Januari. Eieren. Aanvoer en van f 4,25—f 6. middel» )0 stuks. Handel traag. 26 Januari. Kaas Aanvoer n 1125 stuks, wegende 5625 ouda f 36—f 38, idem min» indel matig. 16 Januari. Eiermijn. Aan» ks. Kippeneieren f 5,10— e f 4,50-f 5, eendeneieren stuks. i. Eieren f 4 50-f 5,50, per 60,000 stuksboter f 1,80— uit en Aardappelen. 26 Januari. Brielsche eigen» 0, Zeeuwsche blauwe f4,50— lers f4-f4,40, eigenheimers f 3, blauwe eigenheimers se eigenheimers f 4-f 4,50, poters industrie f 3—f 3,50, Malta's winter f 9—f 11, Met tamelijke aanvoer, fTEN - LOOPS RS LINOLEUM, enz. rkt 42 - Hang 5-7 chelaan 61 b»c £3 'TERQAM JKELSWEG 17a BILLIJK PAPIER 5T KAPOKMATRAS* vermengde Java» Kapok EL compleet voor f27,75 gen ongekend lage prijzen, oorraad strekt. DEKEN CADEAU ROTTERDAM Deze Courait verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f l.~ b| vooruitbetaling, BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDEKLljKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZOMEN SOMMELSDIJK Telcf. Interc. No. 202 Postbus No» 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. 11® stukken voor de Redactie bestemd, Hslvertentiëii en verdere Administratie trance toe tekenden aass de Uitgevers VI. We hebben gezien, dat het Christen dom zich keert tegen nationalisme en internationalisme. De Christelijke leer gaat uit van de dubbele grondgedachte, dat God: a. de menschheid uit één bloe de heeft geschapen en deze dus door alle tijden heen een eenheid blijft, en b. dat God na de zondeval de mensch heid splitste in zelfstandige gemeen schappen, met eigen aard, taal, karak ter, cultuur enz. Voor deze ordinantie Gods buigt de Christen het hoofd, deze eerbiedigt hij en in deze ziet hij de eene levensmoge- jk ld. Hierin liggen zoowel interna- ionalisme als nationalisme geoordeeld. We hebben in ons vorig artikel ge zien, dat beiden tot tyrannie en onder drukking voeren. Nu zou er in dit vèrband veel over den aard en het karakter van het recht dat wij gesteld willen zien in de vol kerengemeenschap, te zeggen zijn. We laten hier echter de positieve rechts beginselen, zooals ze in de historie wor telen en onder den invloed der Chris telijke wereldbeschouwing gevormd en ontwikkeld zijn, rusten. Wijzen we er alleen even terloops op, dat ook op dit punt duidelijk blijkt, dat het Chris tendom gezegend werk heeft mogen verrichten. Men heeft de algemeen gel dende rechtsbeginselen, zooals wij die kennen in het volkerenrecht, maar even te vergelijken met de beschouwingen, ie de heidensche volkeren hierover ebben, om den grooten voorsprong, die het Christendom gemaakt heeft, te waardeeren. Dit tegen hen, die niet anders dan bittere afbrekende critiek hebben tegen het Christendom en zijn werk in den loop der eeuwen. In verband met het vraagstuk, dat ons hier bezig houdt, bepalen we ons tot de vraag: hoe staat het Christendom nu tegenover den wereldvrede Wat de corypheën van de positief christelijke wetenschap in deze geleerd hebben kan in 't kort aldus worden weergegeven: de oorlog is gevolg van de zonde en moet als gevolg van de zonde bestreden, maar dit houdt niet in, dat iedere oorlog volstrekt verwer pelijk is. Oorlog voeren kan zelfs plicht zijn, christelijke plicht. Het lijkt in onze dagen een waagstuk dit te durven zeg gen. Een vredesman bij uitnemendheid, een geleerde die de draagwijdte zijner worden overzag, bovendien een Chris ten, die in iederen kring respect af dwong, Prof. Bavinck, schreef „Er kunnen voor een volk tijden aanbreken, waarin geen andere uitweg dan de oorlog overblijft. Als het in zijn bestaan bedreigd of in zijn vrijheid van godsdienst en geweten aangerand wordt, dan is het bieden van weerstand, tot op het slagveld toe, een God delijk recht en een heilige plicht. De regeering, die in zulk een geval hare onderdanen niet tot den strijd opriep, zou het bewijs leveren, dat zij onbekwaam was voor de taak, welke van Godswege haar toebetrouwd was. Want er zijn goederen, zedelijke en geestelijke goe deren, welke meer waard zijn dan voorspoed, welvaart en vrede, en waarvoor men goed en bloed veil moet hebben. Al wordt de strijd zelf niet met overwinning gekroond want het rechtvaardige eener zaak is nog geen waarborg voor haar triomf de opoffering en de zelfverloochening, welke een volk zich in zulk een strijd getroost, zijn schatten, welke in de geschiedenis niet verloren gaan." En voorts: „De Christelijke ethiek laat dus inderdaad geen conclusie toe dan deze, dat er goede en rechtvaardige oorlogen kunnen zijn. Een oorlog kan goed en rechtvaardig wezen, mits hij aan den eisch van hoogere beginselen voldoe, tot handhaving der ge rechtigheid dient en niet dan in den uitersten nood ondernomen wordt." En elders: „Krijgsdienst en oorlog zijn daar om op zichzelf niet zondig, evenmin als Overheid en Staat, en alle andere elementen der cultuur, 't Hangt er alleen van af hoe ze gebruikt worden. Indien ze dienen tot hand having der gerechtigheid, zijn ze van uit nemende waarde en zijn ze te beschouwen als ordinantiën, door God ingesteld." Dit standpunt wordt ingenomen door alle eminente mannen, die het positieve Christendom belijden. Dr. Sopper zegt: ,,de kostbaarste goederen worden 's menschen eigendom door de tragiek van het levenwe constateeren het verlegen en huive rend". Wie ziet hierin niet de levenswet Dr. Max Huber, christen-jurist, Zwit- sersch rechter in 't Hof van Internatio nale Justitie, handhaaft het verdedi- gingsrecht voor den Staat als een nood- weerrecht, dat door de Heilige Schrift wordt erkend en niet aangetast; betoogt ook, dat godsdienstig anti-militarisme noodzakelijk voert tot anarchie. Wij komen, kort gezegd, dan ook tot de conclusie, dat het positieve Christen dom zich keert tegen alle cosmopoli- aisme, omdat het ondermijnt de kleinere cellen van het leven, waaruit het geheel noodwendig moet worden gevoed en opgebouwd en dat het evenzeer ver oordeelt het nationalisme met zijn chau- vinistischen inslag, omdat dat geen oog heeft voor het geheel, maar in zelfge noegzaam egoïsme zich zelf is. Het Christendom handhaaft Gods ordinantiën in het volkerenleven (de dubbele grondgedachte) en daarbij ziet het in den oorlog een zondegevolg, maar een zondegevolg, dat in sommige gevallen noodwendig uitgepast moet worden. Met dit standpunt wortelt het Chris tendom met beide voeten in 's levens werkelijkheid, die helaas vaak een levenstragiek is. Om het Christelijk standpunt duide lijk te maken moet thans de vraag ge steld worden: Wanneer acht het Chris tendom een oorlog rechtvaardig en ge oorloofd Prof. Anema geeft hier een duidelijk antwoord op, als hij zegt: „Rechtvaar dig is een oorlog alleen, als hij strekt öf tot rechtmatig zelfverweer öf tot noodzakelijke rechtsverwerkelijking, dat is dus èf tot noodweer óf tot rechts- execu tie. Een streven, zij het ook een zwakke poging, in de richting van deze ge dachte is merkbaar in den Volkenbond. Prof. Anema wijst er op, dat de ont wikkeling in de goede richting gaat. Onzerzijds kan men de hoofdlijnen, naar het Prof. Anema voorkomt, in vier overwegingen aldus samenvatten le. Elke oorlog, met uitzondering van den oorlog tot onmiddellijk-noodzake- lijk zelfverweer of tot rechtelijke exe cuties, is een onrechtmatige daad tegen de internationale rechtsorde: 2e. Gezamenlijk verweer tegen een onrechtmatigen oorlog is in beginsel voor de Staten rechtsplicht 3e. Alle geschillen tusschen Staten moeten op daarvoor doelmatige wijze door rechtspraak of bemiddeling tot een oplossing gebracht worden 4e. Beperking van bewapening, voor zoover internationale rechtelijke execu tie, noodzakelijk zelfverweer en natio nale handhaving der rechtsorde ge- doogen, is vereischt. Natuurlijk erkent ook Prof. Anema, dat men in de toekomst nooit alle oorlogen zal vermijden. Wie dat predikt, predikt valsch pacifisme. Zoo als revolutie en burgeroorlog ondanks alle nationale rechtsorde telkens weer terugkeeren, zal ook de oorlog terug- keeren. Maar dat bewijst niets tegen het Christendom, dat bewijst alleen, dat de mensch liever in den vicieuzen cirkel der zelfhandhaving blijft ronddraaien, dan zich te stellen onder de tucht der waarlijk Christelijke ethiek. Maar zegt Aenema al blijft de oorlog, dat ontheft niet van den duren plicht, om daartegen alle maatregelen te nemen, die binnen menschelijk bereik liggen. Zooals ons in het nationale le ven de overheir met haar rechtsorde gegeven is ter bestrijding der doorwer king van zonde en ongerechtigheid, zoo behooren wij ook in het internationale leven mede te werken tot den opbouw van een behoorlijke rechtsbedeeling en tot wering van alle onrecht en machts misbruik. Als een poging daartoe ver dient dan ook de instelliiig en verbete ring van den Volkenbond onzen har- telijken steun. Met eere mogen mannen van beteekenis en van positief Christe lijke levensbeschouwing in dit verband genoemd worden. Zij hebben hun spo ren in den strijd voor de doorwerking der zuivere pacificatie-idee verdiend. Natuurlijk blijven er nog vragen, b.v. zooals deze: Wat is nu de verhouding tusschen de persoonlijke verantwoorde- lijheid van den mensch als individu en als lid van een gemeenschap, een volk, een staat Daarin zit ook een probleem, waar over velen struikelen. Wij willen er in een volgend artikel nog iets van zeggen. We hopen echter met het voorgaan de alvast bereikt te hebben, te laten zien dat het onjuist is het positieve Chris tendom van militaristische neigingen te beschuldigen, alsof de Christen denkt: oorlog is een zondegevolg, dus hebben we het in fatalistische berusting te aan vaarding. Dat is laster. Het positieve Christendom is het eenige levensverschijnsel in deze wereld die in den dood der ontbinding ligt (let op ons derde artikel), dat nog iets heeft kunnen doen tegen den grooten zelf moord dezer wereld. Dat het Christen dom niet meer kon doen, is niet zijn schuld, maar gevolg van het weigeren van den niet-Christelijken mensch om de Christelijke rechtsbeginselen te aan vaarden. Ik kreeg naar aanleiding van den brief, die een ambtenaar mij zond, een schrijven van een andere lezer, die mij verzocht ook zijn zienswijze mede te deelen. De zaak waar het hier om gaat is belangrijk genoeg en heeft ook algemeen voldoende aan dacht, om hetgeen deze lezer schrijft, hier weer te geven. Inderdaad is hetgeen hij schrijft waard overdacht te worden. En ik twijfel er niet aan of de Christen-ambtenaar, die we het eerst het woord gaven, zal met de hoofdgedachte accoord gaan. pnze lezer schrijft het volgende CRITIEK OP CRITIEK. Mijnheer de Redacteur In de „Maas- en Scheldebode" van 29 Nov. 1.1. las ik een stuk onder „Op den Uitkijk", waarin de schrijver een ambtenaar aan het woord laat, die met hem van meening verschilt. Het verwonderde mij wel bij het onderschrift te lezen, dat er tegen de mededeelingen van den ambtenaar niet veel was in te bren- g e n. Met zeer veel genoegen lees ik nu reeds jaren de „Maas- en Scheldebode" inzonderheid de hoofdartikelen, de driestarretjes en andere belangrijke stukken; maar dat hier de opmerkingen van dezen ambtenaar onweerspro ken bleven, dat verwonderde mij. Ik ben althans van meening, dat bier wel degelijk iets tegen in te brengen is; en dat de ambtenaar die dit schrijft (en ook de ambtenaren in het algemeen) een geheel verkeerde voorstelling heeft van het leven en van de menschen, die hun brood in de particuliere maatschappij moeten verdienen. Daarom mogen m.i. deze opmerkingen niet on weersproken blijven; en dit vooral niet, in een tijd die wij thans beleven. Allereerst wil ik voorop stellen, dat steller dezes geen landbouwer is, en ook geen ambte naar, en dan ook vrijwel objectief tegenover de groepen staat. Tijdens de hetze tegen onzen grooten Colijn door de ambtenaren enkele jaren geleden, schreef een Directeur eener Chr. H. B. S. (dus ook zelf een ambtenaar) in een ingezonden stuk in „De Standaard": Wanneer de Goden het menschdom willen verderven, dan beginnen ze met hun ver stand te krenken. Aan deze woorden denk ik dikwijls, wanneer ik de geestesgesteldheid van de tegenwoordige menschen, en velerlei verschijnselen waarneem. In den regel werkt de landbouwer rustig zijn werk, zonder zich al te veel met Regeerings- aangeleg'enheden te bemoeien. Daar heeft een boer over 't algemeen ook weinig tijd voor. Hij heeft geen achturige werkdag. Nu echter het water tot aan de lippen is ge komen voor velen, vragen ze eindelijk recbt- matigen steun. Onmiddellijk staan echter handel en industrie met hare bemerkingen klaar, (hoe wel de Regeering daarvoor regelmatig groote sommen uitgeeft) en voegt zich bij de bedillers nu ook een ambtenaar. Er wordt geoordeeld over dingen, waar men totaal geen verstand van heeft. Het groepsbelang moet domineeren; de rest wordt slechts geduld. Dit blijkt ook hier weer duidelijk, wanneer door den ambtenaar wordt gesproken over het handhaven van de hoogere prijzen, door den schoenmaker, broodbakker en slager; alsmede over het te veel verdienen van den groentenboer en de melkslijter en vele anderen in den tus- schenhandel. Wat dit laatste betreft, zou ik willen vragen: Is het niet verregaand egoïstisch, zulke dingen publiek te durven zeggen Die menschen, welke een schamel stukje brood ver dienen, waarvoor ze meestal lange dagen moeten werken, verdienen in het oog van den ambte naar teveel. Spreekt uit zulke opmerkingen niet ten sterkste het groepsegoïsme Uit alles blijkt voorts, dat deze ambtenaar geen flauw besef heeft van het zorgelijke leven van vele menschen in de gewone maatschappij; met zijn telkens weerkeerende, soms zeer groote risico's. Afgezien nog van het zeer groote landsbelang, gaat het er thans bij vele boeren niet over, of Griep is een ziektetoestand, die door Abdijsiroop op een bijzondere wijze wordt bestreden. Abdijsiroop houdt de ontwikke ling en het verder razen van een griep-aanval tegen, door de taaie slijm - bezwangerd met ziektekiemen - uit te drijven. Abdijsiroop kalmeert het hoesten, verzacht de plekken, die ruw en rauw zijn in Uw keel, en Uw gestel ondervindt den gunstigen invloed. Onovertroffen bij Hoest Griep Bronchitis Asthma. Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Ff. 2.75, FI.4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 ct.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop! ze iets meer of iets minder inkomen zullen heb ben maar of ze zullen zijn, of niet zijn. Ook gaat het niet aan in dezen te generali seeren. Er zijn boeren met kapitaal, er zijn ook boeren zonder kapitaal. Evenzoo zijn er ook ambtenaren met kapitaal, (en daarbenevens nog zeer groote inkomens)en er zijn ook ambte naren zonder kapitaal en met kleinere inkomens. Wanneer nu een eenvoudig ambtenaar zich gaat vergelijken met een kapitaalkrachtige categorie van landbouwers, in plaats van met de zeer vele eenvoudige of minder kapitaalkrachtige land bouwers, waarmede hij zich behoort te verge lijken, dan zal zoo iemand altijd ontevreden blijven. Verre het overgroote deel in Nederland toch, b.v. in de provinciën Drenthe, Overijssel, Gelderland, Limburg en Oostelijk Noord-Bra bant, om van andere minder welvarende streken nog maar te zwijgen, hebben de boeren zelfs in de allerbes te t ij den, gemiddeld be langrijk la g e r e inkomens genoten, dan een gemiddeld ambtenaar-salaris van de grootere groepen. Alleen door hun buitengewoon sobere levensstaat kunnen deze boeren bestaan, en soms nog iets over sparen ook; terwijl ze lange dagen en hard moeten werken. Dit heeft waarschijnlijk de ambtenaar ver geten. Hij heeft alleen oog gehad voor vele wel gestelde landbouwers op de vette zeeklei en aan de rest niet gedacht. Vergelijk de salarissen van ambtenaren beden eens met hunne inkomens van voor den oorlog, en vergelijk dan ook heden de prijzen inzake bet levensonderhoud. Dan zal blijken, dat de verhouding daarbij thans hoogst gunstig afsteekt. Ik stem gaarne toe, dat in vele kapitaalkrach tige kringen (ook van landbouwers) in den goeden tijd veel is verdiend. Dit waren niet uitsluitend boeren. Neen, bijna alle ondernemers en handelszaken hebben in dien tijd veel ver diend. Maaronderzoek eens wat daarvan bij verre de meesten is overgebleven. Dat is juist weer het „risico" waar vele ambtenaren niet aan denken en ook niets van begrijpen. Zij zien (evenals ook deze ambtenaar spreekt over de mooie winkels, de eene al fijner dan de an dere, enz.) de buitenkant der dingen, maar niet de werkelijkheid. Zeker, ook daarbij zijn vele winstgevende zaken, maar hoevele zijn er ook tijdens en na den oorlog geruïneerd Ook daar is het niet alles goud wat er blinkt. Er moet veel gedaan worden voor de concurrentie, wat voor velen juist hun ondergang is. Omtrent de landbouwersook de welvarende) een kleine illustratie uit de praktijk: Een wel gestelde landbouwer, ook reeds voor den oorlog niet onbemiddeld, is op ruim 60-jarigen leeftijd gaan rusten. Hij had 5 zoons en eene dochter. De laastee is tot zijn voordeel, met een amb- naar gehuwd, en heeft het „r ij k". Zoo wij zeiden, er zijn ook ambtenaren met kapitaal, die profiteeren dan dubbel. De vijf zoons zijn allen landbouwer, en als naar gewoonte is de vader voor de zoons borg gebleven. Alle vijf heb ben, vooral het laatste jaar, niet onbelangrijke verliezen geleden; en ook de twee a drie vorige jaren zoo goed als niets verdiend, zoodat ze met groote moeite zich staande kunnen houden. Kan een of meer van de vijf het niet meer hou den, dan wordt de vader aangesproken. Hij is borg. Weet de ambtenaar wat dit zeggen wil In de meeste gevallen hebben de kinderen het benoodigde geld van den Vader geleend, en kunnen ze het niet meer houden, dan moet ook de Vader bijspringen. En dan zou het grootste gedeelte, of alles, van den gevulden buidel uit de oorlogsjaren verdwenen zijn. Mogelijk zelfs dit niet alleen, maar ook 's mans vroegere mid delen er bij. Hij zal dan ondanks dien gouden tijd, nog een bezorgden ouden dag hebben. Wachtgeld, of pensioen verschaft de Regeering hem niet. En weet de ambtenaar hoe die menschen heb ben gewerkt Als de ambtenaar begint, heeft de landbouwer reeds een halve dag achter den rug. Jammer dat de ambtenaar de redevoeringen van de drie sprekers ter Crisis-vergadering, ge houden den 22 Dec. j.l. te Breda niet heeft ge hoord waarschijnlijk had hij dan iets anders geoordeeld. De ter vergadering aanwezige vertegenwoor diger van de moderne landarbeidersbond scheen ook onder den indruk te zijn gekomen dier re devoeringen althans hij noemde de hypotheek en pachtboeren zelfs„slaven" De ambtenaar vind de manier waarop de boeren tegen de Regeering te keer gaan niet sympathiek hun optreden' zou soms zelfs re volutionair zijn. Het is mogelijk dat dit van enkele boeren persoonlijk gezegd kan worden. Wij aarzelen niet, om dit absoluut af te keuren hoewel het begrijpelijk is van iemand die in 't nauw zit, en in de oorlogsjaren door allerlei regeeringsmaat- regelen werd gekortwiekt. Toch is dit in het algemeen, onwaar. Vooral van de leiders kan dit in geen enkel opzicht gezegd worden. Maar was het optreden van de ambtenaren enkele jaren geleden, tijdens het werk van Co- lijn, wel sympathiek Dat ging niet over het z ij n of niet z ij n, maar slechts over eenige vermindering. Ik zou zeggen dat die houding doorgaans nog een geheel andere naam ver diende. Felle haat kon men soms waarne men, en dat van mannen, waarvan men inder daad iets anders zou verwachten. En wat zien we nu nog dagelijks Kijk de bladen eens in. Om een paar berichtjes te noemen. Zie Stan daard 3 Nov. '29 Op 1 Nov. j.l. werd een salaris-congres gehouden van het rijks personeel, enz. Zie Standaard 8 Nov. en andere data's, om trent de zoo noodige salaris-verhooging van een politie te 's Gravenpolder Zie Standaard 10 Nov.Landelijk demon stratief congres in het concertgebouw te Amsterdam, waar de wenschelijkheid werd be pleit van een spoedige algeheele herziening salarissen en loonen van het Rijkspersoneel en Onderwijzers Standaard 11 Nov. dit bericht 'herhaald. Zie voorts de Standaard waarin het verslag van de Unie-vergadering van Scholen met den Bijbel En in een tijd als deze, nu geheel de wereld zucht onder een buitengewoon geweldige druk, en werkloosheid. Nu durven de ambtenaren nog demonstratieve congressen houden en het ge- heele corps in actie zetten voor positie 'en sa larisverbeteringen. Maar de groentenboer en de melkslijter verdient te veel Er zijn gelukkig ook ambtenaren die anders denken en spreken, en hunne zeer groote voor rechten erkennen en waardeeren. De ambtenaar kan niet merken dat de con sument geniet van de lagere prijzen der land en tuinbouw-producten. Nu dan moet ik hem opmerken, dat hij er al zeer weinig aandacht aan schenkt. Want steller dezes, die uit een beschei den inkomen moet leven, kan dit zelfs in hooge mate bemerken. Het schijnt dat hij teveel op an- derer voorspoed let, en te weinig zijn eigen welvaart ziet. Immers hoeveel heeft een amb tenaar vóór boven menschen die hun brood in de. vrije maatschappij moeten verdienen le. Hebben zij zekerheid van bestaan, zonder risico van eenige beteekenis 2e. hebben zij gemiddeld eene gunstige sala- rieering althans door een gemiddeld veel hoo- ger, dan het gem. inkomen van een landbouwer over geheel ons land 3e. pensioen op 65-jarigen leeftijd bij vroeger overlijden voor weduwe en kinderen

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1