PU ROL
Bit flu/nmer Deslaal uil drie Bladen
tweede blad.
FEUILLETON
Zaterdag 17 Januari 1931, No. 3712
w wnc-SÏÏfNO WSES
SCHAAKRUBRIEK.
DAMMEN.
Gemeenteraad.
KLATERGOUD
Correspondentie deze Rubriek betreffende te
zenden aan F. W. Nanning, Gerarduslaan 15,
Eindhoven.
No. 182.
De sleutelzet van probleem no. 209 is 1. Tg5.
Een onvolledige halfpin met 2 cross-checks
door pi. L. batterij.
Probleem voor den wedstrijd.
No. 213.
C. R. B. SLIMMER.
2e Pr 5e Grantham Tournooi.
Zwart (10).
Wit (11).
Wit: Kh3, Df3, Tel, f5, Lfl, f2, Pb8, d5,
pi. a2, a5, e2.
Zwart: Kc4, Dc2, Td4, h6, La4, e7, Pal,
b4, b5, h4.
£>Wit geeft mat in twee (2) zetten.
Oplossing inzenden vóór Zaterdag 14 Fe
bruari.
Stand van den ladderwedstrijd na
probleem no. 209.
208
209
Totaal
„Udi"
60
2
62
G. van Gelder
51
2
2
55
F. C. Laas
47
2
2
51
J, v. Nieuwenhuizen
46
2
48
A. Verbrugge
35
2
2
39
W. Nieuwland
23
2
2
27
D. Uitert
22
2
2
26
C. Hofland
22
2
24
L Weeda
14
2
16
P. Klein
12
2
2
16
J. Braber
8
2
2
12
J. P. Coppens
2
2
4
2. c2.c4 e7.e5
3. d4X«5 d5~d4
4. Pgl~f3
Zooals bekend, is 4. e3 slechts, wegens 4
Lb4f; 5. Ld2, dXe3!, waarna zwart steeds in
het voordeel komt.
4Pb8—c6
Na de zwakke voortzetting 4c5; krijgt
wit met 5. e3, Pc6; 6. eXd4, cXd4; 7. Ld3, het
betere spel.
5. Pbl—d2 Lc8g4
Beter aanstonds 5. Pe7. De tekstzet
'bezorgt wit de beide loopers.
6. h2h3 Lg4Xf3
7. Pd2Xf3 Pg8e7
8. g2g3
Nu de zwarte dame-looper verdwenen is, krijgt
dit fianchetto nog meer kracht.
8Pe7~g6
9. Lfl—g2 Lf8-b4f
10. Lel—d2 Dd8-e7
11. 0-0 Lb4Xd2
Om 12. Lg5 te voorkomen. Wegens de sterke
dreiging van den witten koninglooper gaat PXe5
nog niet.
12. Ddl,Xd2 0—0
13. Tal—dl
Na 13. PXd4, Tfd8; 14. PXc6, TXd2; 15.
PXe7f, PXe7; 'heeft wit voorloopig eenige pion
nen meer, maar staat zwart ongetwijfeld beter.
13Ta8—d8
14. Dd2—c2 Pg6Xe5
15. Pf3Xe5 Pc6Xe5
Na 15DXe5; 16. LXc6, bXc6; 17. c5,
zou zwart een zeer slechte pionnenstand hebben.
16. c4c5
Niet aanlokkelijk lijkt voor wit 16. LXb7,
c6; 17. La6.
16c 7 c6
17. Tdld2 f7—f5
Solieder ware 17. Td7; teneinde even
eens tot verdubbeling der torens te komen. Nu
verliest zwart een pion zonder compensatie,
daar zijn aanval langs de f-lijn niet doorslaat.
18.
19.
20.
21.
22.
Tfl—dl
Td2Xd4
f2Xg3
TdlXd4
Td4~f4
f5—f4
f4Xg3
Td8Xd4
De7—f7
Df7-e7
Oplossing Eindspel no. 271.
1. d7, Kc7; 2. Ld6f! Kd-7: 3. Lf4: remise.
Oplossing Eindspel no. 272.
1. Le3! glD; 2. Lgl: Pgl: 3. Kcl, Pe2f;
Kc2 remise.
Eindspel no. 274.
K. en F. no. 160.
Wit: Kg2, Ld2.
Zwart: Kf8, Thl, Lel, pi. g7, h4, h7.
Wit 'houdt remise.
Eindspel no. 275.
K. en F. no. 162.
Wit: Kb3, Ldl, pi. a3, b2, b5, d3.
Zwart: Kg3, pi. b6, d4, d5, g4, h4.
Wit houdt remise.
Laatste partij van een match van 6 partijen,
gespeeld te Eindhoven 1930.
Albins tegengambiet.
Wit: Dr. J. W. A. v. Kol, Eindhoven.
Zwart: E. Mulder, 's-Hertogenbosch.
1. d2~d4 d7—d5
48. Lg4f; of tenslotte 43Pf7; 44. Df5f,
Ke7; 45. DXe6, KXe6; 46. Lc4f, en wint.
43De6Xf5
44. g4,Xf5 Kf6Xf5
44. Le2-b5 Kf5e6
Na dezen zet schijnt het zwarte spel verloren.
Daarentegen zou na 45Pg4f en 46.
Pf6, waarna het zwarte paard via d5 óf e8 naar
c7 kan gaan, geen winstweg voor wit aan te
geven zijn.
46. Kf2-e3
Veel sterker dan 46. c6, waarna nog zou
kunnen volgen 46Kd6; 47. Ke3, PXc6;
48 LXc6, KXc6; 49. Kf4, Kd6; 50. Kf5, Ke7;
5L Kg6, Ke6; 52. KXh6, Kf5; 53. Kh5, Kf6;
54. Kg4, Kg6; remise.
46Ke6—d5
47. Ke3—f4! Pe5—g6f
48. Kf4—f5 Pg6-e7f
49. Kf5—f6 Pe7-c8
50. Lb5-d7 Pc8-a7
51. c5c6 Kd5e4
52. c6—c7
Zwart gaf het op. Na 52h5; volgt
53. Kg5 (niet 53. c8D, PXc8; 54. LXc8, Kf3!
remis„), Kf3; 54. KXg3; 55. Kg5, waarna de
witte koning via de 5e lijn naar c5 gaat en
vervolgens het paard verovert.
Een interessant eindspel.
(Opmerkingen van den witspeler
in Ëindhovensch Dagblad).
CORRESPONDENTIE.
Van enkele oplossers 'bereikten mij de op
lossingen te laat. Men denke er aan, dat in
't vervolg oplossingen, na den genoemden Za
terdag door mij ontvangen, niet meer meetellen.
WINTER WEDSTRIJD SCHAAKCLUB
„ONS GENOEGEN".
Stand op 13 Januari 1931.
Blijkbaar gaat 22DXa2; niet, wegens
23. TXf81-, KXf8; 24. Df5f, Pf7; 25. Dc8+, enz.
23. Dc2—b3f Tf8—f7
24. Tf4Xf7 Pe5Xf7
25. Kglh2! De7Xe2
Wacht zwart hiermede, dan volgt 26. Dc4,
eventueel gevolgd door b4.
26. Db3Xb7 Pf7-e5
Zwart zet nog een gevaarlijke aanval op touw,
welke echter juist gepareerd kan worden.
27. Db7-a8f Kg8~f7
28. Da8Xa7f Kf7-f6
29. Da7a3
Verhindert het dreigende Pf3f.
2 9g7g5
30. Da3c3
Bindt het paard, om te beletten, dat zwart
ra 30g4; 31. hXg4, PXg4f; speelt.
3 0g5g4
Dieigt 31. gXh3; 32. KX'h3, Dh5f.
31. h3Xg4 Kf6-g6
Zeer listig. Er dreigt thans weder PXg4+ enz.
32. Kh2gl'
Om op 32PXg4; 32. Df3 te laten volgen.
32De2—dlf
33. Lg2-fl Ddl—d5
34. Lfl—e2 Kg6—f6
35. e2e4
Beter 35. a2a3, zooals spoedig blijkt.
3 5Dd5-e4
36. Kgl-f2?
Wit overziet, dat pi. a4
Natuurlijk was Ldl juist
3 6
37. b2b4
38. Dc3-d4
39. b4—b5
Waarschijnlijk nog te vroeg. Beter schijnt
39. Df4f, Ke7; 40. De4, h6; 41. Dh7J-, Pf7;
of 39. Df4fj Kg6; 40. De4-j, Kg7; 41. Ld3,
waarna wit meer kansen blijkt te hebben, dan
in het nu volgende eindspel.
39c6Xb3
40. Le2Xb5 Kf6-e7
41. Lb5e2 h7—h6
42. Dd4-e4 Ke7—f6
43. De4-f5f
Sterker ware hier 43. Dh7, waarna wit ver
schillende winstwegen open staan; b.v. 43
PXg4; 44. LXg4, D:Xg4; 45. DXh6f, en wint op
den duur of wel 43. Pf7; 44. Df5f, DXf5;
45. gXf5, KXf5; 46. c6, Pd6; 47. c7, Ke6;
Aantal partijen
0
2
Z
DEEL.
NEMERS
•U
H
QJ
<L>
O.
a
CU
e
e
O
<u
cn
I
c
<u
u.
O
rt
5 3
"o
T3
~a
i
C/5
O)
O
s
CU
O
O
S
5 3
a
u
O
I
L. Bund
7
6
1
6
0 86
2
D. Bund
7
6
1
6
0.86
3
L. Weeda
6
5
1
5
083
4
A. van Seters
8
6
1
1
6V2
081
5
G v Gelder
7
5
1
1
5'/z
0.79
6
G. Mooiweer
7
4
2
1
5
0.71
7
D. F. Jacobi
8
5
1
2
5'/2
0.69
8
Adr Verbrugge
9
6
3
6
0.67
9
Anth. Visser
8
4
2
2
5
0.63
10
W, Nieuwland
7
3
4
3
0.43
11
J. van Duynen
5
1
2
2
2
0 40
12
Jb. Zaaijer
8
3
5
3
0 38
13
G. v. d. Wende
7
2
5
2
0 29
14
S. v. d. Valk
8
1
1
6
1
0.19
15
And. Kerkhoff
6
1
5
1
017
16
C. den Braber
8
1
7
1
0.13
17
H Hartog
5
5
0
0.00
18
J. L. Weerheim
7
7
0
0.00
„en prise" staat.
De4Xa4
Da4a2
Da2e6
le Ronde.
A. J. BlaakD. Vroegindeweij 2—0.
A. WielaardH. Noordijk 0—2.
A. Vroegindeweij—K. Vroegindeweij 0—2.
A. Groenendijk—K. Vroegindeweij 2—0.
H. Noordijk—D. Vroegindeweij 0—2.
H. Noordijk—D. Vroegindeweij 02.
A. VroegindeweijM. Langbroek 02.
Stand van den Winterwedstrijd op 15 Januari.
Gespeelde partijen
D. F. JacobiG. van Gelder 01; A. Ver-
bruggeA. Visser 1—0; Nieuwlandv. d. Valk
10; Mooijweerden Braber 10; van Gelder
L. Weeda 01; den Braber.Jb. Zaaijer 01;
van Gelder—van Seters 10; van Duijnen—
Mooijweer Vi^Yz-
De heer J. Ph. Hoek beeft zich in verband
met zijn vertrek naar Soest voor den wedstrijd
teruggetrokken. Alle met den heer Hoek ge
speelde partijen zijn dus vervallen.
(Correspondentie dezer rubriek aan
M. Verbiest, Sommelsdijk)
DAMCLUB „KUNST EN VRIENDSCHAP".
Donderdag werd begonnen met het spelen
van 7 beslissingspartijen. M. v. d. Nieuwendijk
wist F. Noordijk na veel spannende zetten te
overwinnen. A. Groenendijk had ook zin in de
beide puntjes en klopte A. Wielaard in de
34e zet. I. Roetman won van H. Noordijk, ter
wijl A. J. Blaak na den 42en zet wist te winnen
van A, Groenendijk. Onze nieuwelingen schijnen
ook een goede aanwinst voor de club te zijn.
K. Vroegindeweij speelde een mooie partij tegen
A. Vroegindeweij en won in den 40sten zet.
Terwijl M. Langbroek bezig was met D. Vroeg
indeweij wist A. Wielaard te verliezen van
M. v. d. Nieuwendijk.
De uitslagen luiden
Beslissingswedstrijden.
M. v. d. Nieuwendijk—F. Noordijk 2—0.
A. J. Blaak—A. Groenendijk 2—0.
H. NoordijkI. Roetman 02.
A. WielaardA. Groenendijk 0—2.
H. Noordijk—A. J. Blaak 20.
I. RoetmanF. Noordijk 20.
M. v. d. Nieuw'en'dijkA. Wielaard 20.
DEELNEMERS
2
*3
0
Cu
a
*J
a
a
0
<u
IS)
0
C
V
t*
O
a
0
a
"O
<u
*T3
"3
CS)
<y
O
<L»
O
<v
ns
<u
s>
3
(U
a
1»
O
M. d. Nieuwendijk
3
3
6
F Noordijk
5
4
1
9
H Noordijk.
2
1
1
3
I. Roetman
5
4
1
8
W. Nieuwland
3
2
1
4
J. Volwerk
5
3
2
6
Job. den Boer
4
1
3
2
A. Groenendijk
4
1
3
2
A J Blaak
4
1
3
2
B. v d. Nieuwendijk
1
1
0
D Vroegindeweij
1
1
0
A, Wielaard
2
2
0
K. Vroegindeweij
0
0
C le Comte
0
0
A. Visser
0
-
0
A. Vroegindeweij
0
0
M Langbroek
0
0
Dit zijn gespeelde ronden.
Zij, die nog wenschen deel te nemen aan den
Winterwedstrijd moeten zich nog deze week
opgeven aan bovengenoemd adres.
Volgende week kunnen geen nieuwe leden
meer aan dezen wedstrijd deelnemen.
Probleem no. 4.
Zwart: 12, 15, 17, 19, 20, 25, 27.
Wit: 29, 33, 35, 38, 40, 45, 47.
Oplossing:
(Het slaan wordt door twee stipjes aangeduid)
Wit speelt 2924. Zwart 19 30.
Wit speelt 35 24. Zwart 20 29.
Wit speelt 33 24.
Wit bereikt nu het voordeel, dat hij met een
stuk (24) twee zwarte (15 en 25) vasthoudt.
Bovendien komen door dezen zet de schijven
34, 40 en 45 in het spel, hetgeen anders niet
zoo gemakkelijk gaan zou. In het probleem dreig
de zwart met 19—24de hekstelling te for-
meeren. Hierna zou wit niet 1923 kunnen
spelen, daar zwart met 34—30 en 20 18 een
stuk zou veroveren.
Probleem no. 5.
Zwart: 3, 5, 9, 12, 13, 17, 19, 20, 24, 26.
Wit: 27, 28, 29, 33, 35, 37, 38, 43, 44, 49.
In dezen stand lokt wit met een foutzet.
Wit speelt en wint.
Oplossing in 't volgend nummer.
CORRESPONDENTIE.
DamspeL Bovenstaand probleem beantwoordt
uw Ibkzet. Zoo zijn er verschillende systemen
om te winnen.
J. M. te O. Ik zal het voor U probeeren te
vinden. Er is echter nog genoeg gevaar voor
wit in verborgen, daar zwart wil opsluiten.
Vergadering van den Raad der gemeenfte
OOLTGENSPLAAT op Woensdag 14
Januari, nam. 3 uur.
De vergadering wordt met gebed geopend.
Present alle leden.
De Voorzitter, burgemeester Donkersloot,
heet allen in deze eerste vergadering welkom en
betuigt zijn dank aan de leden voor de be
langstelling bij de wisseling des jaars ontvangen
en wenscht ook den leden en hun gezinnen het
beste toe. Waar 'het vervlogen jaar onder druk
kende omstandigheden eindigde, ook thans is
nog geen opheldering zichtbaar. De landbouw
wordt zeer gedrukt, daarom is ook alles slecht,
voor wat betreft alle takken van bedrijf en
handel staat zeer zeker deze gemeente met wel
vaart van den landbouw in het nauwste verband.
Met eenige schroom gaan we het nieuwe jaar
in, de toekomst schijnt bang, doch we weten,
dat er Eén is, die regeert en waakt over ons
volk, over onze gemeente en ons vaderland.
Anderzijds mogen we toch dankbaar zijn, dat
onze gemeente voor rampen 'en groote armoede
bleef gespaard. Denken we slechts aan de na-
turramp in Ned.-Indië. Voor groote sterfte-
gevallen bleven we gespaard. Ook alle raads
leden zien we hier weder vertegenwoordigd.
Mogen we ondanks vele bezwaren maar zien
op Hem, die alles bestuurt. Voorts betuigt spr.
zijn dank aan de leden voor de goede samen
werking in 1930. Alle besluiten opnoemen gaat
niet, maar spr. wil alleen de besluiten, die de
Raad nam naar aanleiding van de wet op de
financieele verhouding, noemen. Hij hoopt hier
van voor de gemeente voordeelen.
Spr. roept allen op hun beste krachten te
geven voor den bloei der gemeente en haar
bevolking, ondanks alle verschil van meening.
Spr. wees in de laatste vergadering van het
vorige jaar er reeds op, dat ondanks verschil
van inzichten, deze Raad een voorbeeld kan ge
noemd' worden voor andere gemeenten.
In 1931 zullen misschien gewichtige besluiten
genomen moeten, misschien wel ernstige dagen
aanbreken, door werkloosheid, welke alle lagen
onzer bevolking zullen treffen, doch laten we
geduld mogen hebben om dit zoo noodig het
hoofd te bieden en hopen, dat God Zijn zegen
■moge schenken op den arbeid, die wij in 1931
denken te verrichten.
Hierna leest de Secretaris de notulen, welke
onveranderd worden vastgesteld.
Ingekomen is een schrijven van het Provinciaal
Bestuur betreffende de goedkeuring, dat deze
gemeente voor de personeele belasting in de
8ste klasse wordt aangeslagen, voor de fonds
belasting in de 2e klasse, alsmede de goedkeuring
op de vermogensbelasting, zooals deze gemeente
heffing had voorgesteld.
Schrijven van den Minister van Handel en
Nijverheid, waarbij goedkeuring van de exploi
tatierekening van 18 woningen in de Emma-
straat. Er blijkt een nadeelig saldo te zijn
van 1793.19.
Schrijven van de Mabeg, dat over de maan
den Juli en Augustus een verlies is geleden
van 7418.09.
De boeken en kas van den gemeente-ontvan
ger zijn op 17 Dec. nagezien en in orde be
vonden. In kas was 4099.03J^.
Ingekomen is e'en schrijven van G. C. van
den Berg, P. Verkerk en R. Breeman, dat zij
hun benoeming tot lid van de commissie tot
wering van schoolverzuim aannemen.
Van P, J. van Ravestein van het aanvaarden
Alle ruwheid en roodheid, pukkeltjes
en uitslag, worden weggenomen door
Doos 30-60. Tube 80 ct.
Bij Apoth. eo Drogisten
zijner herbenoeming tot lid der commissie van
toezicht op het lager onderwijs.
Ingezonden is een rekening van Mabeg van
werkzaamheden in Langstraat en Achthuizen,
groot 2189,59, welke door den gemeente
opzichter is nagezien en goedgekeurd.
Goedgekeurd is het besluit, dat de Raad de
ontruiming van woningen met 6 maanden heeft
verlengd.
Ingekomen is een schrijven van het Provin
ciaal bestuur, dat de begrooting voor 1931 nog
niet is goedgekeurd, doch dat de uitgaven voor
dit jaar toch reeds -tot de helft gedaan kunnen
worden.
Verder berichten Ged. Staten, dat op 26
Januari a.s., ten 2 uur, hun college zal behan
delen het beroep van het bestuur der Christelijke
School alhier tegen het besluit van den Raad
dezer gemeente dd. 30 Juni, waarbij de door
dat bestuur gevraagde medewerking, tot ver
nieuwing van het buizenstelsel der centrale ver
warmingsinstallatie in die school werd geweigerd.
De VOORZITTER deelt mede, dat B. en W.
zich op die vergadering zullen vertegenwoor
digen.
Verder is ingekomen de goedkeuring van het
Raadsbesluit van 3 Dec. j.l.
Al deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
Komt in behandeling een voorstel van B. en
W. om de gevraagde subsidie voor verbeteringen
der veren Middelharnis-Hellevoetsluis en Oolt-
gensplaat-Dintelsas-Numansdorp toe te staan.
De VOORZITTER zal voorloopig deze zaak
niet nader toelichten, doch verzoekt den Secre
taris een uittreksel voor te lezen der notulen van
de gehouden vergadering van de gemeenteraden
met Ged. Staten te Middelharnis op 27 Dec.
(Zie volledig verslag hierover in de „Maas- en
Scheldebode van Zaterdag 10 Januari).
Na voorlezing zegt de VOORZITTER, dat
reeds lang op deze verbetering is gewacht en
waar wel niet al onze wenschen worden ver
vuld, hoopt hij, dat de voorstellen met de grootst
mogelijke meerderheid aanvaard zullen worden.
De heer VAN ES is dankbaar, dat deze
voorstellen worden gedaan. De offers, welke
gevraagd worden (15 cent per persoon uit de
gemeentekas, voorloopig voor 3 jaar) daar zul
len de inwoners van profiteeren.
De heer WALING vraagt of de R.T.M. de
diensten regelt, want dan komen Vfle niets
verder.
De VOORZITTER: De diensten worden ge
regeld in overleg met de subsidieerende licha
men, en wat het veer Ooltgensplaat betreft,
waarin nog wijziging gebracht kan worden,
houdt vermoedelijk verband met de plannen van
den Minister, die reeds 2.000.000 uittrok voor
verbetering van het Hellegat en de leidam van
4'X K.M.
De heer BRINKMAN wil de tramdiensten ook
uitbreiden, enkel de veerdiensten helpt niet.
De heer VAN NIEUW AAL: Dat zal de
door
H. KINGMANS.
En het was een geheim gebleven. Den vol
genden dag was Heino naar Rotterdam gegaan,
om eerst vier a vijf maanden later weer te
keeren voor enkele dagen.
Met blijde verwachting had Martha die dagen
afgewacht. Geschreven hadden zij elkaar niet.
Zoo nu en dan zond hij een ansichtkaart en in
zijn brieven aan zijn moeder was er altijd een
woordje voor haar. Zij las die brieven steeds,
t Waren immers brieven van haar „broer"
De dagen waren tegengevallen. Er waren toen
nog enkele logé's, zoodat Martha het druk had
gehad. En zij meende aanvankelijk, dat Heino
tegenover haar niet meer de Heino van eenige
maanden terug was. Wel was hij hartelijk, maar
hij zocht geen toenadering, hoewel daarvoor wel
de gelegenheid was geweest. In ieder geval heel
gemakkelijk en eenvoudig, toen het gezelschap
een middag in Paterswolde doorbracht. Er was
gebeurd. Alleen zijn blikken zeiden haar,
"at hij zijn belofte niet vergeten was.
Zij had zich diep ongelukkig gevoeld en had
niet kunnen nalaten in haar blikken een ver
wijt te leggen: was dat mannentrouw of had
hi] vóór enkele maanden van zijn woorden niets
gemeend
Vermoedelijk had hij de verwijtende blikken
opgemerkt, begrepen, gevoeld. Want den avond
voor hij vertrok versche'en hij plotseling in de
euken, waar zij nog eenige bezigheden ver-
richtte.
„Ik vind het in huis een saaie beweging,
artha, had hij gezegd. „Als ik weer kom,
moeten er geen logé's zijn. Zóó hebben wij
niets aan elkaar. Je denkt toch nog wel aan mij
Haar blik was zoo welsprekend en lief ge
weest, dat hij haar haastig had gekust.
„Laten wij het je moeder vertellen, Heino,"
had zij gesmeekt. „Dat is toch eerlijker en ook
heerlijker voor ons allen. Je weet, dat tante het
goed vindt. En dan kunnen wij elkaar schrijven."
„Laten wij nog even wachten, kindje," had
hij gezegd. „Als ikJe moet maar eens zién,
Martha. Als je het maar lekker klaarmaakt,"
was hij toen, luide sprekend, zichzelf in de rede
gevallen, omdat zij werden gestoord.
Daarna hadden zij elkaar onder vier oogen
niet meer gesproken. Maar zij was weer gelukkig
geweest, 't Was niet dan inbeelding van haar.
Hij zou komen, als hij in staat was, een vrouw
te onderhouden, hoewel hij, volgens Tjaard, dat
reeds kon, wanneer de eisehen althans niet al
te hoog gesteld werden.
Zij was weer gelukkig geweest. Hij was zijn
belofte niet vergeten, 't Waren geen losse woor
den geweest. Hij had haar lief. Welnu, zij kon
wachten. Echte liefde heeft geduld.
„Als ik weer kom, moeten er geen logé's zijn.
Zóó hebben wij niets aan elkaar," had hij ge
zegd. Maar hij kwam niet weer. Maanden ver
liepen. En de twijfel rees al sterker in haar
liefhebbende vrouwenziel. Wat was dat voor
een minne behandeling? Was dat nu een gru
welijk spel
En te erger werden haar twijfel en angst en
vrees en smart, toen Heino met tien dagen
vacantie zou gaan en hij, zooals hij schreef, die
benutten zou om een reisje naar Zwitserland
te maken, 't Was wel vervelend voor moeder
'en Martha, schreef hij, maar het hem gedane
aanbod, met een klein gezelschap mee te gaan,
was zoo verleidelijk. Voor zijn ontwikkeling was
het zoo goed. Hij zou zien, een maand daarna,
van Zaterdag tot Maandag te komen.
Tegenover mevrouwl Heerema, die er over
morde, had zij in haar groote liefde hem nog
verdedigd, 't Was toch wel uitstekend voor zijn
ontwikkeling, Groningen kende hij door en door.
Vreemde landen zien was altijd goed.
En terwijl zij hem verdedigde, had haar hart
geschreid. Zij voelde, dat zij hem verloren had.
Hij had haar niet lief. Hij had met haar ge
speeld. En dat bange vermoeden werd haar
schier tot zekerheid, toen Heino een maand
later ook niet kwam, omdat het, volgens zijn
brieven, in de zaak zóó enorm druk was, dat
hij op zijn afdeeling niet gemist kon worden.
Zij kon dat niet gelooven, te meer niet, omdat
Tjaard haar geheel onopzettelijk in die meening
stijfde, door op te merk'en, dat het overdreven
was van Heino en hij er zeer wel eens kon
uitbreken.
In zijn brieven noemde hij een enkele maal
haar naam, maar van bepaalde hartelijkheid was
er niets te bespeuren. Even was er eens een
glimp van hoop en vreugde gekomen, toen zij
in een zijner brieven aan zijn moeder las: „Mijn
hospita roemt zoo het portret van de knappe
Martha, 't Is goed, Martha, dat je het niet hoort,
want er was alle gevaar voor ijdelheid. Gekheid
hoor, het meisje, dat op mijn schoorsteenmantel
staat is niet ijdel." Toen was er weer die op
rechte vreugde in haar hart: hij houdt van mij,
mijn foto staat op zijn kamer, in zijn onmid
dellijk bereik
Zoo slingerde zij steeds tusschen vrees en
hoop. Maar met dat al verborg zij haar ge
voelens diep in het hart. Met niemand sprak
zij er over. En zij vermoedde in de verste verte
niet, dat er één was, die haar doorgrondde:
Truus, Tjaards vrouw. Zij kon het ook niet
vermoeden, want deze zweeg, zelfs tegenover
haar man.
En nu kwam daar in eenen Heino's brief,
meldend zijn komst en gewagend van zijn pro
motie
Haar hart klopte sneller. Zij legde verband
tusschen die promotie en zijn komst. Kun je
enkele jaren wachten, had hij gevraagd. Ik zal
hard werken, om vorderingen te maken. Zij
had gewacht. Maar hij had ook hard gewerkt.
En de bekroning van zijn hard werken was
niet uitgebleven. Kwam hij nu, om zijn belofte
in te lossen Want in al haar peinzen en twij
felen was toch steeds teruggekeerd dat stereo
tiepe: Heino is toch niet onbetrouwbaar: ik ken
hem immers jaren; wij zijn samen opgevoed;
wij gingen met elkaar om als broer en zuster.
Maar als hij niet onbetrouwbaar was en
dat was hij toch niet dan kwam hij nu,
nu hij zulk een promotie gemaakt had, tot haar,
om te zeggen: „Ik heb mijn woord gehouden,
houd jij het ook
Natuurlijk zóó was het. Zij had zich mui
zenissen in het hoofd gehaald. Hij
„Martha
„Ja, tante 1"
„Je bent eens even afwezig, niet lachte
mevrouw Heerema. ,,'k Vroeg al tweemaal, of
er nog briefkaarten in huis zijn."
„Neem me niet kwalijk, tante. Ik was inder
daad even afwezig. Ja, ja, er zijn nog wel
briefkaarten."
„Dat dacht ik wel. 'k Zal er straks een
schrijven en Heino gelukwenschen. En dan met
een zeggen, dat hij niet onverwacht voor onze
neus moet staan. Stel je voor, dat hij daar
Zaterdagavond in eenen kwam aanloopen.
„Neen, dat zou niet gezellig zijn. Feliciteer
Heino dan ook van mij, tante."
„Schrijf hem zelf, kind. Hij zal het zéér op
prijs stellen."
„Och, hij komt nu toch binnenkort," meende
Martha, onwillekeurig een blik op den brief,
die op tafel lag, werpend.
„Hier, Martha, lees hem," zei mevrouw Hee
rema. ,,'k Heb het je slechts met een paar woor
den verteld. Heino heeft er een heel verhaal bij.
De brief is verbaz'end opgewekt. Geen wonder
ook. Hij maakt een flinken sprong vooruit."
Tóch werden deze woorden niet met opge
wektheid gesproken, hoezeer mevrouw Heerema
verheugd was over de vorderingen van haar
zoon. Diep in haar ziel was er onbevredigdheid
en onrust. Zij miste in den brief van Heino een
dankbaren toon in dien zin, dat hij God dank
baar was voor de bekroning op zijn hard wer
ken. Alleen door z ij n werk was de aandacht
op hem gevallen. En h ij zou dat filiaal in Am
sterdam wel op de been houden niet alleen, maar
ook nog vooruit brengen. In Rotterdam zou men
tevreden over hem zijn.
En dan sprak hij haar te veel over het vele
geld verdienen. Haar bezwaar was en dat
kwam thans niet voor het eerst naar boven
dat Heino te veel materialistisch was. Hij hing
aan het stoffelijke, daardoor groot gevaar loo
pend, dat hij de geestelijke dingen zou voorbij
zien.
Soms vreesde zij, dat hij niet meer was die
kleine jongen, die aandachtig luisterde naar de
vertellingen uit den Bijbel, schrandere opmer
kingen makend. Niet meer die kleine jongen, die
zoo teer over d'en Heiland spreken kon. En wat
had hij dan met al zijn hard werken, zijn geld
verdienen Wat baatte dat alles, als hij schade
leed aan zijn ziel
En dat behoefde toch niet Tjaard was het
levende bewijs van het tegendeel. Hij had ook
zijn drukke zaak. Hij had zelfs hard moeten
ploeteren, om met God en met eere door de
wereld te komen. Maar al gingen zijn zaken
best, hij bleef dezelfde, op den Heere vertrou
wende man, die beslist, belijnd, principieel zijn
weg ging. Hij was niet een aanbidder van het
stof; hij had een beslisten afkeer van den zon
digen mammondienst, in welken vorm dan ook.
Zij vreesde wel eens, dat het met Heino den
verkeerden weg opging. Aan uitlatingen, mon
deling en in zijn brieven, meende zij dat te be
merken. O, als hij het geloof van zijn jeugd
verloor, als hij ontrouw werd het jawoord,
uitgesproken, toen hij zijn belijdenis van het
geloof aflegde in de Westerkerk te Rotterdam,
wat beteekende dan al dat werken, al dat vor
deringen maken Het was dan niet dan klater
goud, schoonschijnend, maar in wezen rot, een
zeepbel
(Wordt vervolgd).