PU ROL Bit flu/nmer Deslaal uil drie Bladen tweede blad. FEUILLETON Zaterdag 17 Januari 1931, No. 3712 w wnc-SÏÏfNO WSES SCHAAKRUBRIEK. DAMMEN. Gemeenteraad. KLATERGOUD Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning, Gerarduslaan 15, Eindhoven. No. 182. De sleutelzet van probleem no. 209 is 1. Tg5. Een onvolledige halfpin met 2 cross-checks door pi. L. batterij. Probleem voor den wedstrijd. No. 213. C. R. B. SLIMMER. 2e Pr 5e Grantham Tournooi. Zwart (10). Wit (11). Wit: Kh3, Df3, Tel, f5, Lfl, f2, Pb8, d5, pi. a2, a5, e2. Zwart: Kc4, Dc2, Td4, h6, La4, e7, Pal, b4, b5, h4. £>Wit geeft mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Zaterdag 14 Fe bruari. Stand van den ladderwedstrijd na probleem no. 209. 208 209 Totaal „Udi" 60 2 62 G. van Gelder 51 2 2 55 F. C. Laas 47 2 2 51 J, v. Nieuwenhuizen 46 2 48 A. Verbrugge 35 2 2 39 W. Nieuwland 23 2 2 27 D. Uitert 22 2 2 26 C. Hofland 22 2 24 L Weeda 14 2 16 P. Klein 12 2 2 16 J. Braber 8 2 2 12 J. P. Coppens 2 2 4 2. c2.c4 e7.e5 3. d4X«5 d5~d4 4. Pgl~f3 Zooals bekend, is 4. e3 slechts, wegens 4 Lb4f; 5. Ld2, dXe3!, waarna zwart steeds in het voordeel komt. 4Pb8—c6 Na de zwakke voortzetting 4c5; krijgt wit met 5. e3, Pc6; 6. eXd4, cXd4; 7. Ld3, het betere spel. 5. Pbl—d2 Lc8g4 Beter aanstonds 5. Pe7. De tekstzet 'bezorgt wit de beide loopers. 6. h2h3 Lg4Xf3 7. Pd2Xf3 Pg8e7 8. g2g3 Nu de zwarte dame-looper verdwenen is, krijgt dit fianchetto nog meer kracht. 8Pe7~g6 9. Lfl—g2 Lf8-b4f 10. Lel—d2 Dd8-e7 11. 0-0 Lb4Xd2 Om 12. Lg5 te voorkomen. Wegens de sterke dreiging van den witten koninglooper gaat PXe5 nog niet. 12. Ddl,Xd2 0—0 13. Tal—dl Na 13. PXd4, Tfd8; 14. PXc6, TXd2; 15. PXe7f, PXe7; 'heeft wit voorloopig eenige pion nen meer, maar staat zwart ongetwijfeld beter. 13Ta8—d8 14. Dd2—c2 Pg6Xe5 15. Pf3Xe5 Pc6Xe5 Na 15DXe5; 16. LXc6, bXc6; 17. c5, zou zwart een zeer slechte pionnenstand hebben. 16. c4c5 Niet aanlokkelijk lijkt voor wit 16. LXb7, c6; 17. La6. 16c 7 c6 17. Tdld2 f7—f5 Solieder ware 17. Td7; teneinde even eens tot verdubbeling der torens te komen. Nu verliest zwart een pion zonder compensatie, daar zijn aanval langs de f-lijn niet doorslaat. 18. 19. 20. 21. 22. Tfl—dl Td2Xd4 f2Xg3 TdlXd4 Td4~f4 f5—f4 f4Xg3 Td8Xd4 De7—f7 Df7-e7 Oplossing Eindspel no. 271. 1. d7, Kc7; 2. Ld6f! Kd-7: 3. Lf4: remise. Oplossing Eindspel no. 272. 1. Le3! glD; 2. Lgl: Pgl: 3. Kcl, Pe2f; Kc2 remise. Eindspel no. 274. K. en F. no. 160. Wit: Kg2, Ld2. Zwart: Kf8, Thl, Lel, pi. g7, h4, h7. Wit 'houdt remise. Eindspel no. 275. K. en F. no. 162. Wit: Kb3, Ldl, pi. a3, b2, b5, d3. Zwart: Kg3, pi. b6, d4, d5, g4, h4. Wit houdt remise. Laatste partij van een match van 6 partijen, gespeeld te Eindhoven 1930. Albins tegengambiet. Wit: Dr. J. W. A. v. Kol, Eindhoven. Zwart: E. Mulder, 's-Hertogenbosch. 1. d2~d4 d7—d5 48. Lg4f; of tenslotte 43Pf7; 44. Df5f, Ke7; 45. DXe6, KXe6; 46. Lc4f, en wint. 43De6Xf5 44. g4,Xf5 Kf6Xf5 44. Le2-b5 Kf5e6 Na dezen zet schijnt het zwarte spel verloren. Daarentegen zou na 45Pg4f en 46. Pf6, waarna het zwarte paard via d5 óf e8 naar c7 kan gaan, geen winstweg voor wit aan te geven zijn. 46. Kf2-e3 Veel sterker dan 46. c6, waarna nog zou kunnen volgen 46Kd6; 47. Ke3, PXc6; 48 LXc6, KXc6; 49. Kf4, Kd6; 50. Kf5, Ke7; 5L Kg6, Ke6; 52. KXh6, Kf5; 53. Kh5, Kf6; 54. Kg4, Kg6; remise. 46Ke6—d5 47. Ke3—f4! Pe5—g6f 48. Kf4—f5 Pg6-e7f 49. Kf5—f6 Pe7-c8 50. Lb5-d7 Pc8-a7 51. c5c6 Kd5e4 52. c6—c7 Zwart gaf het op. Na 52h5; volgt 53. Kg5 (niet 53. c8D, PXc8; 54. LXc8, Kf3! remis„), Kf3; 54. KXg3; 55. Kg5, waarna de witte koning via de 5e lijn naar c5 gaat en vervolgens het paard verovert. Een interessant eindspel. (Opmerkingen van den witspeler in Ëindhovensch Dagblad). CORRESPONDENTIE. Van enkele oplossers 'bereikten mij de op lossingen te laat. Men denke er aan, dat in 't vervolg oplossingen, na den genoemden Za terdag door mij ontvangen, niet meer meetellen. WINTER WEDSTRIJD SCHAAKCLUB „ONS GENOEGEN". Stand op 13 Januari 1931. Blijkbaar gaat 22DXa2; niet, wegens 23. TXf81-, KXf8; 24. Df5f, Pf7; 25. Dc8+, enz. 23. Dc2—b3f Tf8—f7 24. Tf4Xf7 Pe5Xf7 25. Kglh2! De7Xe2 Wacht zwart hiermede, dan volgt 26. Dc4, eventueel gevolgd door b4. 26. Db3Xb7 Pf7-e5 Zwart zet nog een gevaarlijke aanval op touw, welke echter juist gepareerd kan worden. 27. Db7-a8f Kg8~f7 28. Da8Xa7f Kf7-f6 29. Da7a3 Verhindert het dreigende Pf3f. 2 9g7g5 30. Da3c3 Bindt het paard, om te beletten, dat zwart ra 30g4; 31. hXg4, PXg4f; speelt. 3 0g5g4 Dieigt 31. gXh3; 32. KX'h3, Dh5f. 31. h3Xg4 Kf6-g6 Zeer listig. Er dreigt thans weder PXg4+ enz. 32. Kh2gl' Om op 32PXg4; 32. Df3 te laten volgen. 32De2—dlf 33. Lg2-fl Ddl—d5 34. Lfl—e2 Kg6—f6 35. e2e4 Beter 35. a2a3, zooals spoedig blijkt. 3 5Dd5-e4 36. Kgl-f2? Wit overziet, dat pi. a4 Natuurlijk was Ldl juist 3 6 37. b2b4 38. Dc3-d4 39. b4—b5 Waarschijnlijk nog te vroeg. Beter schijnt 39. Df4f, Ke7; 40. De4, h6; 41. Dh7J-, Pf7; of 39. Df4fj Kg6; 40. De4-j, Kg7; 41. Ld3, waarna wit meer kansen blijkt te hebben, dan in het nu volgende eindspel. 39c6Xb3 40. Le2Xb5 Kf6-e7 41. Lb5e2 h7—h6 42. Dd4-e4 Ke7—f6 43. De4-f5f Sterker ware hier 43. Dh7, waarna wit ver schillende winstwegen open staan; b.v. 43 PXg4; 44. LXg4, D:Xg4; 45. DXh6f, en wint op den duur of wel 43. Pf7; 44. Df5f, DXf5; 45. gXf5, KXf5; 46. c6, Pd6; 47. c7, Ke6; Aantal partijen 0 2 Z DEEL. NEMERS •U H QJ <L> O. a CU e e O <u cn I c <u u. O rt 5 3 "o T3 ~a i C/5 O) O s CU O O S 5 3 a u O I L. Bund 7 6 1 6 0 86 2 D. Bund 7 6 1 6 0.86 3 L. Weeda 6 5 1 5 083 4 A. van Seters 8 6 1 1 6V2 081 5 G v Gelder 7 5 1 1 5'/z 0.79 6 G. Mooiweer 7 4 2 1 5 0.71 7 D. F. Jacobi 8 5 1 2 5'/2 0.69 8 Adr Verbrugge 9 6 3 6 0.67 9 Anth. Visser 8 4 2 2 5 0.63 10 W, Nieuwland 7 3 4 3 0.43 11 J. van Duynen 5 1 2 2 2 0 40 12 Jb. Zaaijer 8 3 5 3 0 38 13 G. v. d. Wende 7 2 5 2 0 29 14 S. v. d. Valk 8 1 1 6 1 0.19 15 And. Kerkhoff 6 1 5 1 017 16 C. den Braber 8 1 7 1 0.13 17 H Hartog 5 5 0 0.00 18 J. L. Weerheim 7 7 0 0.00 „en prise" staat. De4Xa4 Da4a2 Da2e6 le Ronde. A. J. BlaakD. Vroegindeweij 2—0. A. WielaardH. Noordijk 0—2. A. Vroegindeweij—K. Vroegindeweij 0—2. A. Groenendijk—K. Vroegindeweij 2—0. H. Noordijk—D. Vroegindeweij 0—2. H. Noordijk—D. Vroegindeweij 02. A. VroegindeweijM. Langbroek 02. Stand van den Winterwedstrijd op 15 Januari. Gespeelde partijen D. F. JacobiG. van Gelder 01; A. Ver- bruggeA. Visser 1—0; Nieuwlandv. d. Valk 10; Mooijweerden Braber 10; van Gelder L. Weeda 01; den Braber.Jb. Zaaijer 01; van Gelder—van Seters 10; van Duijnen— Mooijweer Vi^Yz- De heer J. Ph. Hoek beeft zich in verband met zijn vertrek naar Soest voor den wedstrijd teruggetrokken. Alle met den heer Hoek ge speelde partijen zijn dus vervallen. (Correspondentie dezer rubriek aan M. Verbiest, Sommelsdijk) DAMCLUB „KUNST EN VRIENDSCHAP". Donderdag werd begonnen met het spelen van 7 beslissingspartijen. M. v. d. Nieuwendijk wist F. Noordijk na veel spannende zetten te overwinnen. A. Groenendijk had ook zin in de beide puntjes en klopte A. Wielaard in de 34e zet. I. Roetman won van H. Noordijk, ter wijl A. J. Blaak na den 42en zet wist te winnen van A, Groenendijk. Onze nieuwelingen schijnen ook een goede aanwinst voor de club te zijn. K. Vroegindeweij speelde een mooie partij tegen A. Vroegindeweij en won in den 40sten zet. Terwijl M. Langbroek bezig was met D. Vroeg indeweij wist A. Wielaard te verliezen van M. v. d. Nieuwendijk. De uitslagen luiden Beslissingswedstrijden. M. v. d. Nieuwendijk—F. Noordijk 2—0. A. J. Blaak—A. Groenendijk 2—0. H. NoordijkI. Roetman 02. A. WielaardA. Groenendijk 0—2. H. Noordijk—A. J. Blaak 20. I. RoetmanF. Noordijk 20. M. v. d. Nieuw'en'dijkA. Wielaard 20. DEELNEMERS 2 *3 0 Cu a *J a a 0 <u IS) 0 C V t* O a 0 a "O <u *T3 "3 CS) <y O <L» O <v ns <u s> 3 (U a 1» O M. d. Nieuwendijk 3 3 6 F Noordijk 5 4 1 9 H Noordijk. 2 1 1 3 I. Roetman 5 4 1 8 W. Nieuwland 3 2 1 4 J. Volwerk 5 3 2 6 Job. den Boer 4 1 3 2 A. Groenendijk 4 1 3 2 A J Blaak 4 1 3 2 B. v d. Nieuwendijk 1 1 0 D Vroegindeweij 1 1 0 A, Wielaard 2 2 0 K. Vroegindeweij 0 0 C le Comte 0 0 A. Visser 0 - 0 A. Vroegindeweij 0 0 M Langbroek 0 0 Dit zijn gespeelde ronden. Zij, die nog wenschen deel te nemen aan den Winterwedstrijd moeten zich nog deze week opgeven aan bovengenoemd adres. Volgende week kunnen geen nieuwe leden meer aan dezen wedstrijd deelnemen. Probleem no. 4. Zwart: 12, 15, 17, 19, 20, 25, 27. Wit: 29, 33, 35, 38, 40, 45, 47. Oplossing: (Het slaan wordt door twee stipjes aangeduid) Wit speelt 2924. Zwart 19 30. Wit speelt 35 24. Zwart 20 29. Wit speelt 33 24. Wit bereikt nu het voordeel, dat hij met een stuk (24) twee zwarte (15 en 25) vasthoudt. Bovendien komen door dezen zet de schijven 34, 40 en 45 in het spel, hetgeen anders niet zoo gemakkelijk gaan zou. In het probleem dreig de zwart met 19—24de hekstelling te for- meeren. Hierna zou wit niet 1923 kunnen spelen, daar zwart met 34—30 en 20 18 een stuk zou veroveren. Probleem no. 5. Zwart: 3, 5, 9, 12, 13, 17, 19, 20, 24, 26. Wit: 27, 28, 29, 33, 35, 37, 38, 43, 44, 49. In dezen stand lokt wit met een foutzet. Wit speelt en wint. Oplossing in 't volgend nummer. CORRESPONDENTIE. DamspeL Bovenstaand probleem beantwoordt uw Ibkzet. Zoo zijn er verschillende systemen om te winnen. J. M. te O. Ik zal het voor U probeeren te vinden. Er is echter nog genoeg gevaar voor wit in verborgen, daar zwart wil opsluiten. Vergadering van den Raad der gemeenfte OOLTGENSPLAAT op Woensdag 14 Januari, nam. 3 uur. De vergadering wordt met gebed geopend. Present alle leden. De Voorzitter, burgemeester Donkersloot, heet allen in deze eerste vergadering welkom en betuigt zijn dank aan de leden voor de be langstelling bij de wisseling des jaars ontvangen en wenscht ook den leden en hun gezinnen het beste toe. Waar 'het vervlogen jaar onder druk kende omstandigheden eindigde, ook thans is nog geen opheldering zichtbaar. De landbouw wordt zeer gedrukt, daarom is ook alles slecht, voor wat betreft alle takken van bedrijf en handel staat zeer zeker deze gemeente met wel vaart van den landbouw in het nauwste verband. Met eenige schroom gaan we het nieuwe jaar in, de toekomst schijnt bang, doch we weten, dat er Eén is, die regeert en waakt over ons volk, over onze gemeente en ons vaderland. Anderzijds mogen we toch dankbaar zijn, dat onze gemeente voor rampen 'en groote armoede bleef gespaard. Denken we slechts aan de na- turramp in Ned.-Indië. Voor groote sterfte- gevallen bleven we gespaard. Ook alle raads leden zien we hier weder vertegenwoordigd. Mogen we ondanks vele bezwaren maar zien op Hem, die alles bestuurt. Voorts betuigt spr. zijn dank aan de leden voor de goede samen werking in 1930. Alle besluiten opnoemen gaat niet, maar spr. wil alleen de besluiten, die de Raad nam naar aanleiding van de wet op de financieele verhouding, noemen. Hij hoopt hier van voor de gemeente voordeelen. Spr. roept allen op hun beste krachten te geven voor den bloei der gemeente en haar bevolking, ondanks alle verschil van meening. Spr. wees in de laatste vergadering van het vorige jaar er reeds op, dat ondanks verschil van inzichten, deze Raad een voorbeeld kan ge noemd' worden voor andere gemeenten. In 1931 zullen misschien gewichtige besluiten genomen moeten, misschien wel ernstige dagen aanbreken, door werkloosheid, welke alle lagen onzer bevolking zullen treffen, doch laten we geduld mogen hebben om dit zoo noodig het hoofd te bieden en hopen, dat God Zijn zegen ■moge schenken op den arbeid, die wij in 1931 denken te verrichten. Hierna leest de Secretaris de notulen, welke onveranderd worden vastgesteld. Ingekomen is een schrijven van het Provinciaal Bestuur betreffende de goedkeuring, dat deze gemeente voor de personeele belasting in de 8ste klasse wordt aangeslagen, voor de fonds belasting in de 2e klasse, alsmede de goedkeuring op de vermogensbelasting, zooals deze gemeente heffing had voorgesteld. Schrijven van den Minister van Handel en Nijverheid, waarbij goedkeuring van de exploi tatierekening van 18 woningen in de Emma- straat. Er blijkt een nadeelig saldo te zijn van 1793.19. Schrijven van de Mabeg, dat over de maan den Juli en Augustus een verlies is geleden van 7418.09. De boeken en kas van den gemeente-ontvan ger zijn op 17 Dec. nagezien en in orde be vonden. In kas was 4099.03J^. Ingekomen is e'en schrijven van G. C. van den Berg, P. Verkerk en R. Breeman, dat zij hun benoeming tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim aannemen. Van P, J. van Ravestein van het aanvaarden Alle ruwheid en roodheid, pukkeltjes en uitslag, worden weggenomen door Doos 30-60. Tube 80 ct. Bij Apoth. eo Drogisten zijner herbenoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs. Ingezonden is een rekening van Mabeg van werkzaamheden in Langstraat en Achthuizen, groot 2189,59, welke door den gemeente opzichter is nagezien en goedgekeurd. Goedgekeurd is het besluit, dat de Raad de ontruiming van woningen met 6 maanden heeft verlengd. Ingekomen is een schrijven van het Provin ciaal bestuur, dat de begrooting voor 1931 nog niet is goedgekeurd, doch dat de uitgaven voor dit jaar toch reeds -tot de helft gedaan kunnen worden. Verder berichten Ged. Staten, dat op 26 Januari a.s., ten 2 uur, hun college zal behan delen het beroep van het bestuur der Christelijke School alhier tegen het besluit van den Raad dezer gemeente dd. 30 Juni, waarbij de door dat bestuur gevraagde medewerking, tot ver nieuwing van het buizenstelsel der centrale ver warmingsinstallatie in die school werd geweigerd. De VOORZITTER deelt mede, dat B. en W. zich op die vergadering zullen vertegenwoor digen. Verder is ingekomen de goedkeuring van het Raadsbesluit van 3 Dec. j.l. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Komt in behandeling een voorstel van B. en W. om de gevraagde subsidie voor verbeteringen der veren Middelharnis-Hellevoetsluis en Oolt- gensplaat-Dintelsas-Numansdorp toe te staan. De VOORZITTER zal voorloopig deze zaak niet nader toelichten, doch verzoekt den Secre taris een uittreksel voor te lezen der notulen van de gehouden vergadering van de gemeenteraden met Ged. Staten te Middelharnis op 27 Dec. (Zie volledig verslag hierover in de „Maas- en Scheldebode van Zaterdag 10 Januari). Na voorlezing zegt de VOORZITTER, dat reeds lang op deze verbetering is gewacht en waar wel niet al onze wenschen worden ver vuld, hoopt hij, dat de voorstellen met de grootst mogelijke meerderheid aanvaard zullen worden. De heer VAN ES is dankbaar, dat deze voorstellen worden gedaan. De offers, welke gevraagd worden (15 cent per persoon uit de gemeentekas, voorloopig voor 3 jaar) daar zul len de inwoners van profiteeren. De heer WALING vraagt of de R.T.M. de diensten regelt, want dan komen Vfle niets verder. De VOORZITTER: De diensten worden ge regeld in overleg met de subsidieerende licha men, en wat het veer Ooltgensplaat betreft, waarin nog wijziging gebracht kan worden, houdt vermoedelijk verband met de plannen van den Minister, die reeds 2.000.000 uittrok voor verbetering van het Hellegat en de leidam van 4'X K.M. De heer BRINKMAN wil de tramdiensten ook uitbreiden, enkel de veerdiensten helpt niet. De heer VAN NIEUW AAL: Dat zal de door H. KINGMANS. En het was een geheim gebleven. Den vol genden dag was Heino naar Rotterdam gegaan, om eerst vier a vijf maanden later weer te keeren voor enkele dagen. Met blijde verwachting had Martha die dagen afgewacht. Geschreven hadden zij elkaar niet. Zoo nu en dan zond hij een ansichtkaart en in zijn brieven aan zijn moeder was er altijd een woordje voor haar. Zij las die brieven steeds, t Waren immers brieven van haar „broer" De dagen waren tegengevallen. Er waren toen nog enkele logé's, zoodat Martha het druk had gehad. En zij meende aanvankelijk, dat Heino tegenover haar niet meer de Heino van eenige maanden terug was. Wel was hij hartelijk, maar hij zocht geen toenadering, hoewel daarvoor wel de gelegenheid was geweest. In ieder geval heel gemakkelijk en eenvoudig, toen het gezelschap een middag in Paterswolde doorbracht. Er was gebeurd. Alleen zijn blikken zeiden haar, "at hij zijn belofte niet vergeten was. Zij had zich diep ongelukkig gevoeld en had niet kunnen nalaten in haar blikken een ver wijt te leggen: was dat mannentrouw of had hi] vóór enkele maanden van zijn woorden niets gemeend Vermoedelijk had hij de verwijtende blikken opgemerkt, begrepen, gevoeld. Want den avond voor hij vertrok versche'en hij plotseling in de euken, waar zij nog eenige bezigheden ver- richtte. „Ik vind het in huis een saaie beweging, artha, had hij gezegd. „Als ik weer kom, moeten er geen logé's zijn. Zóó hebben wij niets aan elkaar. Je denkt toch nog wel aan mij Haar blik was zoo welsprekend en lief ge weest, dat hij haar haastig had gekust. „Laten wij het je moeder vertellen, Heino," had zij gesmeekt. „Dat is toch eerlijker en ook heerlijker voor ons allen. Je weet, dat tante het goed vindt. En dan kunnen wij elkaar schrijven." „Laten wij nog even wachten, kindje," had hij gezegd. „Als ikJe moet maar eens zién, Martha. Als je het maar lekker klaarmaakt," was hij toen, luide sprekend, zichzelf in de rede gevallen, omdat zij werden gestoord. Daarna hadden zij elkaar onder vier oogen niet meer gesproken. Maar zij was weer gelukkig geweest, 't Was niet dan inbeelding van haar. Hij zou komen, als hij in staat was, een vrouw te onderhouden, hoewel hij, volgens Tjaard, dat reeds kon, wanneer de eisehen althans niet al te hoog gesteld werden. Zij was weer gelukkig geweest. Hij was zijn belofte niet vergeten, 't Waren geen losse woor den geweest. Hij had haar lief. Welnu, zij kon wachten. Echte liefde heeft geduld. „Als ik weer kom, moeten er geen logé's zijn. Zóó hebben wij niets aan elkaar," had hij ge zegd. Maar hij kwam niet weer. Maanden ver liepen. En de twijfel rees al sterker in haar liefhebbende vrouwenziel. Wat was dat voor een minne behandeling? Was dat nu een gru welijk spel En te erger werden haar twijfel en angst en vrees en smart, toen Heino met tien dagen vacantie zou gaan en hij, zooals hij schreef, die benutten zou om een reisje naar Zwitserland te maken, 't Was wel vervelend voor moeder 'en Martha, schreef hij, maar het hem gedane aanbod, met een klein gezelschap mee te gaan, was zoo verleidelijk. Voor zijn ontwikkeling was het zoo goed. Hij zou zien, een maand daarna, van Zaterdag tot Maandag te komen. Tegenover mevrouwl Heerema, die er over morde, had zij in haar groote liefde hem nog verdedigd, 't Was toch wel uitstekend voor zijn ontwikkeling, Groningen kende hij door en door. Vreemde landen zien was altijd goed. En terwijl zij hem verdedigde, had haar hart geschreid. Zij voelde, dat zij hem verloren had. Hij had haar niet lief. Hij had met haar ge speeld. En dat bange vermoeden werd haar schier tot zekerheid, toen Heino een maand later ook niet kwam, omdat het, volgens zijn brieven, in de zaak zóó enorm druk was, dat hij op zijn afdeeling niet gemist kon worden. Zij kon dat niet gelooven, te meer niet, omdat Tjaard haar geheel onopzettelijk in die meening stijfde, door op te merk'en, dat het overdreven was van Heino en hij er zeer wel eens kon uitbreken. In zijn brieven noemde hij een enkele maal haar naam, maar van bepaalde hartelijkheid was er niets te bespeuren. Even was er eens een glimp van hoop en vreugde gekomen, toen zij in een zijner brieven aan zijn moeder las: „Mijn hospita roemt zoo het portret van de knappe Martha, 't Is goed, Martha, dat je het niet hoort, want er was alle gevaar voor ijdelheid. Gekheid hoor, het meisje, dat op mijn schoorsteenmantel staat is niet ijdel." Toen was er weer die op rechte vreugde in haar hart: hij houdt van mij, mijn foto staat op zijn kamer, in zijn onmid dellijk bereik Zoo slingerde zij steeds tusschen vrees en hoop. Maar met dat al verborg zij haar ge voelens diep in het hart. Met niemand sprak zij er over. En zij vermoedde in de verste verte niet, dat er één was, die haar doorgrondde: Truus, Tjaards vrouw. Zij kon het ook niet vermoeden, want deze zweeg, zelfs tegenover haar man. En nu kwam daar in eenen Heino's brief, meldend zijn komst en gewagend van zijn pro motie Haar hart klopte sneller. Zij legde verband tusschen die promotie en zijn komst. Kun je enkele jaren wachten, had hij gevraagd. Ik zal hard werken, om vorderingen te maken. Zij had gewacht. Maar hij had ook hard gewerkt. En de bekroning van zijn hard werken was niet uitgebleven. Kwam hij nu, om zijn belofte in te lossen Want in al haar peinzen en twij felen was toch steeds teruggekeerd dat stereo tiepe: Heino is toch niet onbetrouwbaar: ik ken hem immers jaren; wij zijn samen opgevoed; wij gingen met elkaar om als broer en zuster. Maar als hij niet onbetrouwbaar was en dat was hij toch niet dan kwam hij nu, nu hij zulk een promotie gemaakt had, tot haar, om te zeggen: „Ik heb mijn woord gehouden, houd jij het ook Natuurlijk zóó was het. Zij had zich mui zenissen in het hoofd gehaald. Hij „Martha „Ja, tante 1" „Je bent eens even afwezig, niet lachte mevrouw Heerema. ,,'k Vroeg al tweemaal, of er nog briefkaarten in huis zijn." „Neem me niet kwalijk, tante. Ik was inder daad even afwezig. Ja, ja, er zijn nog wel briefkaarten." „Dat dacht ik wel. 'k Zal er straks een schrijven en Heino gelukwenschen. En dan met een zeggen, dat hij niet onverwacht voor onze neus moet staan. Stel je voor, dat hij daar Zaterdagavond in eenen kwam aanloopen. „Neen, dat zou niet gezellig zijn. Feliciteer Heino dan ook van mij, tante." „Schrijf hem zelf, kind. Hij zal het zéér op prijs stellen." „Och, hij komt nu toch binnenkort," meende Martha, onwillekeurig een blik op den brief, die op tafel lag, werpend. „Hier, Martha, lees hem," zei mevrouw Hee rema. ,,'k Heb het je slechts met een paar woor den verteld. Heino heeft er een heel verhaal bij. De brief is verbaz'end opgewekt. Geen wonder ook. Hij maakt een flinken sprong vooruit." Tóch werden deze woorden niet met opge wektheid gesproken, hoezeer mevrouw Heerema verheugd was over de vorderingen van haar zoon. Diep in haar ziel was er onbevredigdheid en onrust. Zij miste in den brief van Heino een dankbaren toon in dien zin, dat hij God dank baar was voor de bekroning op zijn hard wer ken. Alleen door z ij n werk was de aandacht op hem gevallen. En h ij zou dat filiaal in Am sterdam wel op de been houden niet alleen, maar ook nog vooruit brengen. In Rotterdam zou men tevreden over hem zijn. En dan sprak hij haar te veel over het vele geld verdienen. Haar bezwaar was en dat kwam thans niet voor het eerst naar boven dat Heino te veel materialistisch was. Hij hing aan het stoffelijke, daardoor groot gevaar loo pend, dat hij de geestelijke dingen zou voorbij zien. Soms vreesde zij, dat hij niet meer was die kleine jongen, die aandachtig luisterde naar de vertellingen uit den Bijbel, schrandere opmer kingen makend. Niet meer die kleine jongen, die zoo teer over d'en Heiland spreken kon. En wat had hij dan met al zijn hard werken, zijn geld verdienen Wat baatte dat alles, als hij schade leed aan zijn ziel En dat behoefde toch niet Tjaard was het levende bewijs van het tegendeel. Hij had ook zijn drukke zaak. Hij had zelfs hard moeten ploeteren, om met God en met eere door de wereld te komen. Maar al gingen zijn zaken best, hij bleef dezelfde, op den Heere vertrou wende man, die beslist, belijnd, principieel zijn weg ging. Hij was niet een aanbidder van het stof; hij had een beslisten afkeer van den zon digen mammondienst, in welken vorm dan ook. Zij vreesde wel eens, dat het met Heino den verkeerden weg opging. Aan uitlatingen, mon deling en in zijn brieven, meende zij dat te be merken. O, als hij het geloof van zijn jeugd verloor, als hij ontrouw werd het jawoord, uitgesproken, toen hij zijn belijdenis van het geloof aflegde in de Westerkerk te Rotterdam, wat beteekende dan al dat werken, al dat vor deringen maken Het was dan niet dan klater goud, schoonschijnend, maar in wezen rot, een zeepbel (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 3