GELD UERDIEHEfl.
Gevatte Koude
Om ons Heen.
DE BETEEKENIS VAN DE CHR.
SOCIALE BEWEGING IN DEN
STRIJD TUSSCHEN GELOOF
EN ONGELOOF.
Gemeenteraad
IVHjnhardt's Poeders
begint dan veel op een moordenaarskuil te ge
lijken, waar onze Heiland van sprak.
Oals de kerk geen kerk meer is, dan gaat
een volk er onder, want als een volk door zonde
moet vergaan, vangt in de kerk de zielsme-
laatschheid aan. Het volk is dan gewis verlo
ren, maar een vreeselijke verantwoordelijkheid
ligt er dan op de kerk.
De grondfout ligt natuurlijk in het verkeerde
kerkbegrip.
Onze Gereformeerde vaderen hebben altijd
geleerd, dat alleen waarachtige geloovigen, men-
schen die zich het eigendom van Jezus Chris
tus wisten, lid der kerk mochten zijn. Wel werd
altijd begrepen, dat er valsche leden inslopen,
menschen die niet meer hadden dan een histo
risch geloof, maar die werden dan ook hypo
crieten of naamchristenen genoemd. Dat waren
geen werkelijke christenen. Onze vaderen waren
in dit opzicht heel streng en onze geloofsbelij
denis kent dan ook geen tweeërlei kerk, een
zichtbare en een onzichtbare, een instituut en
een organisme, die elkander niet ten volle dekten.
Van een kerkje in de kerk hebben ze nooit iets
willen weten.
En dit gezonde kerkbegrip maakte vanzelf ook
gezonde tucht mogelijk. Leden der kerk die niet
aan het H. Avondmaal kwamen werden kerke
lijk behandeld. Wie in leer of leven van de kerk
afweek, kwam onder censuur, op hen werden
desnoods de sleutels des hemelrijks toegepast.
Zoo bleef de kerk zuiver, naar onze geloofs
belijdenis een saamvergadering der waarachtige
Christgeloovigen, die allen hun heil en zalig
heid in Christus Jezus zoeken.
Wel werd steeds beleden dat er een Judas
onder de discipelen: was maar aangezien die
zich niet openbaarde, werd hij als waarachtige
geloovige aangezien. Eerst als hij zich als
schijngeloovige kennen liet, werd de tucht toe
gepast.
Zie daar het Gereformeerde kerkbegrip, dat
reeds de eerste christengemeenten kenden.
Maar alhoewel onze Dordtsche vaderen dat
weer door reformatie hersteld hadden werd reeds
een eeuw later de verbastering openbaar.
Dat kwam hoofdzakelijk wel door dat opge-
lukkige artikel 36, die er een staatskerk van
maakte. De kerk was geen „kerk onder het
kruis" meer, ze kreeg eer en aanzien, ze werd
beschermd door de machtige hand van de over
heid en dat was haar ondergang.
Geen enkel overheidsbaantje, van het geringste
tot het allergrootste kan worden bekleed of men
moest lid van de gereformeerde kerk zijn. En
zoo groeide die kerk in de breedte en in het getal
maar het ging-alles ten koste van de kerke
Christi zelve. De kerk werd uitwendig, opper
vlakkig. Daar het in die dagen nog gewoonte
was dat ieder belijdend lid aan het H. Avond
maal kwam, zag men alles aan den Disch des
Verbonds aankomen, ook zij die een ergerlijk le
ven leidden.
En zoo ging de kerk er onder.
De echte christenen die het met leedwezen
zagen, schrokken terug, onttrokken zich op laatst
aan die kerk, die zoo weinig meer het beeld
vertoonde van Haar Bruidegom en ze kwamen
voortaan in gezelschappen, conventikels samen.
Het werd een hopelooze zaak voor verbete
ring van die kerk te strijden, het werd een ge
woon wereldsch instituut.
Ja, dat artikel klinkt zoo mooi, maar het is
de ondergang der kerk. De kerk moet vrij zijn
van wereldsche banden.
Tot op vandaag slepen we die ellende voort.
Het is betrekkelijk nog maar een klein groepje
dat het oude gereformeerde kerkbegrip verstaat
en probeert te handhaven. De meeste menschen
zien nog maar op de groote hoop. Men wil de
volkskerk omdat daarmee de schijn althans ge
handhaafd wordt. De uiterlijke positie wordt er
mee gered.
Maar wat hebben we aan die schijngestalte.
Wat er nog aan waarachtig leven in die kerk
zit, lijdt er onder. Want het spreekt vanzelf
dat er van tucht in die kerk geen sprake kan
zijn. Tucht kan alleen het kind van God verdra
gen, de wereld loopt er onder weg. En dat juist
wil men niet. Daarom voegen de predikanten
zich naar het uiterlijk, naar de wereld in de
kerk. Iedere preek wordt op z'n best een evan
gelisatie, om zoo mogelijk de menschen nog
eens tot bekeering te brengen, al was het maar
ééntje in een kerk." luidt het vaak heel vroom.
Maar over het hoofd wordt gezien, dat geen
honderd dominé's met geen duizend zware pree-
ken in staat zijn één ziel te bekeeren. Dat kon
zelfs Christus niet, want toen hij in Nazareth
in de synagoge preekte, werden ze met nijdigheid
vervuld en wilde Hem van de hoogte werpen.
Maar „evangelisatie" is gemakkelijk, het
stoot niemand, de meesten blijven er rustig on
der en de volkskerk wordt gered naar het uit
wendige.
Zóó is in vele kerken de toestand.
En dan spreken we nog niet eens over meer
moderne streken, waar de kerk heelemaal ver
loren ging.
Wat moet er van terecht komen
De wet van het geestelijk leven issterven
om te leven. Het tarwegraan moet in de aarde
vallen en sterven, we moeten verkoopen al wat
we hebben.
Maar er zijn vandaag zoo weinig geloofs
helden, die het instituut er aan durven wagen.
Het zilver, de menschenmassa, de uiterlijke
schijn, het is alles zoo mooi en het lijkt toch
nog iets op hetgeen geweest is
Het is vaak zoo moeilijk om Gods wil te
doen
En toch Christus, de Koning der kerk gaf
zulk een duidelijk voorbeeld. Hij vlocht een
geesel van touwtjes, Hij dreef de wisselaren uit,
Hij predikte in de synagoge, vlak tegen de
vleeschelijke begeerten van het Jodendom in.
Hij reformeerde al Zijn dagen en toen Hij zag
dat ie formatie niet meer ging, toen stichtte Hij
eer. nieuwe kerk.
Maar wij
Wij verderven het door onze vleeschelijke
begeerten.
En dan durven we met nieuwjaar aan men
schen die geestelijk verhongerden en verschrom
pelden nog een aanslagbiljet uit te reiken
De wereld lacht om die kerk, en wendt zich
er des te meer van af.
O, God, waar moet het heen, als de kerk geen
kerk, d.w.z. saamvergadering der waarachtige
christ-geloovigen, meer durft zijn
UITKIJK.
Generaal Joffre ging ook heen naar de plaats,
waarvan niemand weerkeert. Hij was in den
grooten wereldoorlog een belangrijke figuur. Zoo
gaan langzamerhand de mannen, die een rol
speelden in dit werelddrama, heen. Er komt af
stand tusschen den vierjarigen oorlog en het
heden. En op een afstand kan men het geheel
het best overzien. Het oordeel der nageslachten
zal echter eerst zuiver kunnen zijn over de
schuldvraag.en die het oordeel zuiver stelt
is tenslotte alleenGod. Dat is een ver
schrikkelijke gedachte voor den schuldige, maar
tevens een troost voor den niet-schuldige
In Engeland dreigt een mijnwerkersstaking. De
Minister van Handel heeft geconfereerd met de
mijneigenaren. De secretaris der mijnwerkers
federatie heeft verklaard, dat wanneer het ge
schil niet spoedig wordt bijgelegd, het te voor
zien is, dat de staking over het geheele gebied
zich zal uitbreiden. Ook een groote wevers
staking heerscht in Engeland.
In Engeland wordt er nog al eens gestaakt.
In den uitersten Zuid-Westhoek van de Bel
gische provincie Brabant werden de bewoners
tien jaar geleden ernstig bestookt door een troep
bandieten, die boerderijen met handgranaten be
stookten. Het is eerst pas heden mogen gelukken
deze boeven in handen te krijgen. Het schijnt,
dat de plaatselijke autoriteiten het nimmer aan
gedurfd hebben ze te vangen. Bijna was het
verjaard. Het zal een rust voor deze omgeving
wezen. Het scheen nog een naproefje te zijn ge
weest van de oorlogsjaren, die ook heel wat
zedelijke verwildering op hun geweten hebben 1
Een geweldige aardbeving heeft Corinthe
geteisterd. Een persoon werd gedood en vier
gewond. Niet minder dan driehonderd huizen
werden vernield. Nog steeds worden er schokken
waargenomen.
Natuurrampen hebben er in de laatste maan
den opmerkelijk veel plaats. Wat dat betreft
wonen we nog in een gezegend landje.
Een Duitsche stad heeft geen middelen meer
om de ambtenaren te betalen. Het is een voor
malige garnizoenstad, welker bevolking vroeger
Geld wordt niet gemakkelijk verdiend. Ook
is het niet gemakkelijk om het goed uit te
geven. Dat is een extra zorg die de huis»
vrouw bij haar vele zorgen nog heeft te
behartigen. Zij moet zorgen dat zij de grootst
mogelijke waarde voor het geld krijgt Een
bezuiniging die meetelt is om nooit méér uit
te geven voor een pak zeeppoeder dan 10 ct
Dat is de prijs waarvoor »Ozil« van de fa
Wigleven te Rotterdam verkrijgbaar is. 12
van het garnizoen leefde. Wanneer dat over de
geheele wereld zoo was, zou men over dit soort
verarming maar niet moeten klagenMaar
Frankrijk en België kennen alweer een „opge
wekt" garnizoensleven 1
De Engelsche Cunardline bouwt een nieuw
schip, dat 73000 ton meet en 335 M. lang zal
worden. De bouwkosten bedragen 72.000.000.
Het is bestemd voor de vaart op Amerika en
heeft het doel de Duitsche schepen „Europa"
en de „Bremen" te overtroeven
Als het er maar niet mee gaat als in 1912
met de „Titanic" 1
Het groote proces in Rusland, waar we al
eer over schreven, en dat loopt over sabotage
van het economische plan der Sovjets, kent
groote drama's. Een paar getuigen hebben zelf
moord gepleegdHet is daar wel het land
van verschrikkingen.
Een Duitsche dominé heeft aan de Duitsche
nationaal-socialisten een .Kerstboodschap" ge
zonden, waarin o.m. het volgende voorkomt
„Die daar aan den anderen kant probeeren
met den gumiknuppel, wij moeten het voor-
loopig probeeren met witte muizen, blindwer-
pers en stinkbommen Niet bepaald aangenaam,
doch op het oogenblik alleen mogelijk en onfeil
baar doeltreffend;Centrum, Beiersche heldenpartij
en Joodsche volksdienst hebben ons dén burger
oorlog bezorgd, wij aanvaarden hem en leiden
hem naar de heerlijke overwinning". En verder:
„Wij willen de dictatuur, want ook al mislukt
de dictatuur, dan is het nog altijd beter en ge
makkelijker en aangenamer met één psychopaat
te doen te hebben, dan met 54000 bonzen. Wij
willen den leider, die slechts naar dit ééne
streeft: God en mijn volk"
Het lijkt niet veel op een Kerstboodschap.
En het is tevens ook wel een symptoom van
de groote ziekte, waaraan het Duitsche volk
lijdend is.
In het Soer. Handelsblad schrijft een zekere
Zendtgraaff, dat men de verkiezing van het
Tweede Kamerlid Van Kempen (Vrijheidsbond)
wist te verkrijgen door het beschikbaar stellen
van een bedrag van een halve ton. Het was
eigenlijk alleen maar om dien sympathieken
Bond te steunen Maar „Het Volk" vraagt
alvast: verkoopt de V.B, Kamerzetels
Het lijkt wel een beetje een raar geval.
De moordzaak-Lans is nog niet aan het eind.
Wegens een fout in de procedure (men had
vergeten te omschrijven op welke wijze een der
getuigen zijn verklaringen had afgelegd) is de
zaak weer verwezen naar het Gerechtshof van
's-Hertogenboseh. Het gaat soms wel langzaam
met onze rechtspraak.
Het is met de A.V.R.O. toch maar een raar
zaakje. Braakensiek gaf een mooie plaat: Dr. de
Visser loopt met de ratelaar van een vuilnisman
en vraagt aan het achterbuurvrouwje: „Is er nog
wat voor den vuilnisman Een vuilnisbak met
Avro-rommel ligt voorover op de straat
Deze plaat is wel af
II.
Het is niet alleen Rusland, maar ook buiten
ons werelddeel zien we op menige plaats een
ernstig pogen om te komen waar men in Rus
land al is. Wie weet wat in China gebeurt, in
Engelsch-Indië, tot zelfs in Amerika, wat lang
„vrij" gebleven is, die weet dat het gevaar
waarop we wezen van wereldomvattende be-
teekenis is. En is het nu niet merkwaardig, dat
er vele christenen zijn die zich gaarne vermeien
in bespiegelingen over het duizendjarig rijk,
over het teeken van het Beest, maar die geen be-
behoefte toonen om in den weg van hun roe
ping die macht uit den afgrond te bestrijden.
Liever „stille zijn en hopen", dan in vuur en
vlam komen, als Gods Eer door het slijk wordt
gesleurd, Gods Naam gehoond en gelasterd,
Gods recht openlijk wordt vertrapt.
Wat is er weinig heilige verontwaardiging,
o r e c h t e verontwaardiging, die zich uit in een
vragen „wat kunnen we doen." En dat is het
toch wat God van ons vraagt, wat God van
ons e i s c h t. Heeft God ons als christenen in
dividueel en Gods Kerk als gemeenschap, de
roeping opgelegd, om Zijn Woord over de
wereld te verbreiden. Om overal voor Zijn Naam
en voor Zijn zaak op te komen, te strijden, en
te 1 ij d e n als het moet. Is het laatste woord
dat de Heiland spreekt voor Hij deze aarde weer
verlaat niet„En gij zult Mijne getuigen zijn
Al kunnen we dan voor Gods Eer niet meer
s t r ij d e n, waardoor we Gods en der menschen
wederpartijder afbreuk kunnen doen, dan moeten
we en zullen we getuigen, wiens we zijn.
Als onze Heidelberger catechismus verklaart de
bede „Uij Koninkrijk kome," dan vinden we daar
dat na het „bewaar en vermeerder Uw Kerk",
onmiddellijk volgt: „verstoor de werken des dui
vels" enz., waaruit blijkt dat ook onze vaderen
duidelijk zagen naar Gods Woord, het verband
tuschen deze twee. Het kan ook niet anders. De
werken des duivels hebben het evenwicht ver
stoord, dan moeten ook zij verstoord worden
cm het evenwicht zoo veel mogelijk te herstel
len.
Duidelijk is in onzen tijd, dat de duivel weer
zoo'n krachtige verstoring werkt onder het
menschengeslacht, waarom we als Christenen
elkander wel ernstig aan deze dingen mogen
herinneren.
Nu zijn daar enkele dingen, waarop men zich
onder ons beroept, en voor zoover men zich er
niet openlijk op beroept, deze gedachte toch
heimelijk voedt. De twee voornaamste zijn zeker
wel, eerstens, dat het in ons Christelijk land wel
niet zoo ver zal kunnen komen, en verder, dat
het alles zoo ver, heel ver bij ons vandaan is.
Om bij dit laatste te beginnen, dit is geheel
denkbeeldig. De afstanden tellen tegenwoor
dig zoo weinig meer. Dat is echter met de
Radio nog aanmerkelijk minder geworden. De
techniek heeft in onzen modernen tijd zooveel
gedaan, dat we èn door verkeer èn door lectuur
èn door den ether zoowel het verkeerde als het
goede bevoordeeld zien. En dan is er nog iets
waar we ook op moeten wijzen. En dat is de
macht van het geld. Zoo af en toe wordt er
zoo eens iets van duidelijk. Hoe of een land als
Rusland economisch ook ontredderd is, daar is
altijd nog goud genoeg om over de geheele we
reld, maar ook en niet het minst in Europa,
de propaganda met kracht te kunnen voeren.
En nu blijven we wat dichter bij huis. Zie eens
in Duitschland, België en Frankrijk, om niet
meer te noemen, hoe de invloed daar merkbaar
is Hoe b.v. in Duitschland bij de laatste ver
kiezingen de meer of minder socialistische groe
pen met sprongen vooruit gingen. Hoe b.v. in
België, alle Volkenbondsvergaderingen ten spijt,
voor militaire doeleinden otnzaglijk veel wordt
uitgegeven. Hoe vanuit Frankrijk onder de
naastbijzijnde volken de mode 'en het eenvoudig
genoemde twee-kinder-stelsel als een pest ge
werkt hebben, om alle zedelijkheidsbesef en Chr.
moraal ten opzichte van Staat en Huisgezin te
verderven.
En zou men dan nog meenen, dat het ver
weg is
En zou men dan nog meenen, dat ons Chris
telijk landOns Christelijk volk zal dien
vloedgolf kunnen weerstaan, het hoofd bieden
en die duivelsche macht te pletter doen loopen,
als het in den Naam en de Kracht des Almach-
tigen dién strijd aanvaardt en daarin vol
hardt. Ook al zou het zelf moeten onder
gaan, kan het door God in staat gesteld worden
om die macht te breken. Maar dan zal ons
Christenvolk zich meer bewust moeten worden
van het gevaar en van haar roeping. En
wij weten, dat er nu juist hierin nog zooveel
valsche rust is, nog zoo weinig een opwaken
eu een zich opmaken.
Hoe komt het toch, om nu maar eens iets van
den laatsten tijd te noemen, hoe komt het toch,
dat men zich ook in onze Chr. kringen al meer
bezig moet gaan houden met het, niet Oorlogs
gevaar, maar Vredesgevaar Is het niet, omdat
er gevaar dreigt, dat die z.g. Vredesbeweging
ook in Chr. kringen slachtoffers zou kunnen
maken Blijkt daaruit niet duidelijk, dat men
ook in Chr. kringen over den gruwel van den
Oorlog, z'n Bijhelsche beschouwing dreigt te
gaan verliezen
Ons Christelijk-'land God beware ons voor
ondankbaarheid, daar is nog zoo ontzettend veel
waarin we rijk bevoorrecht zijn buiten andere
landen. Maar het derde deel van ons volk wordt
geestelijk gevoed, uit denzelfden wortel als in
landen om ons heen. Spreekt dat al geen boek-
deelen En was dat nu het ergste nog, maar
daar is nog dit, dat daartegenover een Chris
tendom staat niet alleen zwakker dan noodig is,
omdat het misschien te veel verdeeld is, althans
meer dan noodig is, maar omdat in het algemeen
de kring zoo klein is, die juist ter bestrijding
van dit gevaar begint bij het begin. We zullen
den oorsprong en het wezen van het
Socialisme moeten Ieeren kennen. Dat is eerste
voorwaarde om het met de juiste middelen te
bestrijden met hét gewenschte doel. 't Is Chris
tenplicht in het algemeen zelfs, wat we doen,
dat we dat goed doen. En zoo ook zeker hier.
En daarnaast moeten we uit Gods Woord halen,
wat we als Christendom tegenover het Socia
lisme hebben te qtellen en ook in ons leven be
trachten. En als ik nu nog even herinner aan
het feit, dat het Socialisme, zooals we dat in
ons land en in ons werelddeel kennen, voor een
groot deel z'n macht ontleent aan de werkelijke
en vermeende tegenstellingen tusschen rijken en
armen, heer en knecht, kortom, aan het Maat
schappelijk vraagstuk, of, zooals Dr. Kuyper het
noemde, aan de sociale kwestie, dan kan het
niet verwonderen, dat wat in en door de Chr.
Soc. Beweging in Nederland gedaan wordt,
van groote beteekenis is in den strijd tusschen
geloof en ongeloof, maar dat nog meer worden
kan onder Gods zegen.
Nu weten we wel, dat er nog menschen zijn,
die meenen, dat die Chr. Soc. Beweging zich
beweegt op hetterrein der Maatschappij en
daarom toch moeilijk naast de Kerk, of de Kerk
naast haar geplaatst kan worden, omdat beider
tenein zoo geheel verschillend is. Daar is na
tuurlijk wel wat van waar, ten minste wat be
treft dat laatste, dat beider terrein zoo geheel
verschillend is.
Wat het eerste betreft hoop ik in 't vervolg
wel aan te toonen, dat die twee niet alleen wel
naast elkaar kunnen, maar wel naast elkaar
moeten staan, zullen ze niet beiden van hun
invloed verliezen en vooral de kracht van het
Evangelie op het leven niet verminderen.
Andere menschen zijn er, christenen, die als
ze het woord „sociaal" hooren, dit niet bepaald
aantrekkelijk vinden, en als ze dan weten, dat
bij de Chr. Soc. Beweging ook hoort de Chr.
Vakbeweging, ja een niet gering deel daarvan
is, het mischien wat ver gezocht vinden, om
hiervan te spreken als van beteekenis in den
strijd tusschen geloof en ongeloof. Toch is het
zoo. Ook die praktijk, zooals alle praktijk ge
grond op een Chr. beginsel onmisbaar is, omdat
het bij het Christendom in het algemeen, en
hier op dit punt in het bijzonder, niet gaat om
een schoon gesteld beginsel zonder meer, maar
juist om de daarop gegronde praktijk. Daarom
is het beginsel, het uitgangspunt,
ook van zoo ontzettend groot gewicht, omdat
het beslist over de levenspraktijk.
En daarom wie als Christen deze twee niet
wil scheiden (en welk Christen zou dat willen)
en tevens den eisch stelt naar Gods Woord,
dat toch ook en alleen richtsnoer van ons
leven is, dat ook ons leven hier op aarde
strekken moet tot Gods verheerlijking, die zal
wel heel vlug inzien, dat leer en leven bijeen
hooren, dat geest en stof, ziel en lichaam door
God zijn gemaakt om Zijns zelfs wil.
Voor we nu echter willen zien hoe de Chr.
Soc. Beweging van zoo groote beteekenis is
hiervoor, moeten we eerst even letten op wat
eigenlijk dat maatschappelijk levensterrein is.
Wie nu nog iets weet uit het leven van de
Jeugdvereenlgingen, die weet, dat reeds daar
er den nadruk op gelegd wordt, dat we het leVen
van den mensch in drie groote stukken kunnen
deelen. Het geestelijk, kerkelijk leven, het staat
kundige of politieke leven en het maatschappe
lijk leven. Dit zou nog wel uit te breiden zijn,
maar dat is toch ook weer gemakkelijk bij een
van genoemde drie onder te brengen. Nu kunnen
we natuurlijk niet over deze drie in een breede
verhandeling treden, wat of onder elk van ge
noemde drie zooal gerekend wordt. Laat het
genoeg zijn, dat onder het terrein der maat
schappij in dit verband ook begrepen wordt het
terrein van den handel, het terrein van den ar
beid, het gebied van het gezinsleven, in het
algemeen, ons leven van eiken dag.
Nu staan voor ons als Christenen twee dingen
vast, n.l. in de eerste plaats, dat we ook in
ons gewone leven naar Gods wil hebben te
leven, en in de tweede plaats, dat het gansche
schepsel, al het geschapene, dus ook de toe
standen van ons gewone leven, onder de zonde
besloten liggen. Dit heeft tot gevolg, dat in veel,
waar harmonie kon zijn, disharmonie is, dat in
veel, waarin éénheid kon zijn, verdeeldheid ge
vonden wordt en vul zelf het lijstje maar aan.
Ook het terrein der Maatschappij is als wij zelf
besmet, en daarvoor gebiedt God ons ook, dat
we uit Zijn Woord, Zijn wil zouden leeren
kennén, ook voor ons dagelijksch bestaan. Een
duidelijk bewijs vinden we hiervoor b.v. in de
Mozaïsche wetgeving. God zelf was Koning over
Israel, en daar vinden we hier telkens voor
beelden van hoe God wilde, dat onder Israël
de verhoudingen geregeld zouden zijn, tot in
kleine dingen toe. Daaruit blijkt Gods wil dui
delijk. Maar daaruit blijkt ook nog iets anders.
God is geen mensch, die in kortzichtigheid soms
abuis is. God is de Eeuwige, die Zijn Woord
ons heeft gegeven niet alleen om haar histo
rische waarde, maar alle Schrift is gegeven tot
leering en onderwijzing. De motieven, als ik
het zoo eens zeggen mag, waarom God tal van
bepalingen gaf (al hebben de meeste van die
bepalingen zelf voor ons geen waarde meer),
die motieven, het waarom, het beginsel daarvan
is nog van kracht, blijft eeuwig van kracht. En
daarin hebben wij als Christenen een waarborg,
de praktijk van het leven bewijst het veelvuldig,
dat ook dat leven der maatschappij met alle
vragen en moeilijkheden behoort te staan onder
het Gezag van het Woord Gods, waarover dus
ook de Kerk, ja zij in de eerste plaats, het volle
licht van het Woord heeft te doen vallen, maar
verder in het leven den mensch verplicht
alle schakeeringen en de verschillende zijden van
deze vraagstukken èn principieel èn practisch
op dat Woord te richten.
Zuidland. A. VINGERLING,
Vergadering van den Gemeenteraad van
OUDE TONGE op Woensdag 7 Jan.,
des voorm. 10 uur.
De Voorzitter, burgemeester Van Schouwen,
opent de vergadering met het uitspreken van
een nieuwjaarsrede, waarin spr. alle raadsleden
een voorspoedig jaar 1931 toewenscht voor hun
persoon en hun gezin en den wensch uitspreekt,
dat de heerschende crisis in den landbouw en
andere vakken spoedig een eind moge nemen.
Tevens feliciteert spr. den Raad met den uitslag
van het proces tegen dén Staat over de bijdrage
aan de R.H.B.S. te Middelharnis, welk proces
in hoogste instantie door deze gemeente is ge
wonnen. Spr. hoopt, dat de besluiten, die door
den Raad in het nieuwe jaar genomen zullen
worden, in het belang der gemeente zullen zijn.
De notulen der vorige vergadering worden
voorgelezen en ongewijzigd vastgesteld.
Verschillende ingekomen stukken worden ter
kennis der vergadering gebracht.
Van een vereen., die zich ten doel stelt vreem
de woorden uit de Ned. Taal te weren, is een
schrijven ingekomen, om een verordening vast
te stellen, waarbij het geven van buitenlandsche
namen aan villa's enz. verboden wordt.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Mededeeling wordt gedaan van een ingekomen
schrijven van Mr. de Brauw uit Den Haag,*
waarbij bekend gemaakt wordt, dat de gemeente
het proces tegen den Staat der Nederlanden
inzake de bijdrage aan de R. H. B. S. te Mid
delharnis heeft gewonnen. De Staat werd ver
oordeeld tot het betalen der kosten.
De heer VAN SCHOUWEN wil, waar deze
uitslag in openbare vergadering werd medege
deeld, ook in openbare vergadering een woord
van dank en hulde brengen aan Mr. de Brauw,
die de verdediging op meesterlijke wijze gevoerd
heeft 'en de zaak tegenover den landsadvocaat
heeft mogen winnen. Ook de afwikkeling van
deze zaak heeft ongetwijfeld de volle tevreden
heid van het gemeentebestuur. Het proces heeft
hem veel tijd aan studie gevergd en het is uit
ce rekening wel gebleken, dat Mr. de Brauw
meer gelet heeft op een goeden uitslag dan op
eigen finantieel voordeel. Spr. wil hieraan vast
koppelen een woord van dank aan den gemeen
tesecretaris, die zijn beste krachten heeft ge-
Bij gevatte Koude in hoofd en ledematen
Rheumatische pijnen. Griep en Influenza,
Hoofdpijn, Kiespijn, Aangezichtspijn en vast»
zittende Hoest, gebruike men
Deze werken genezend en nemen de pijnen
weg. Prijs per poeder 8 cent en in doozen
van 6 stuks 45 ct. Alleen echt wanneer doos
en poeders voorzien zijn van den naam
Mijnbardt. Let hierop! Vraag ze Uw Drogist
geven om de verdediging te helpen en voorlichting
te geven. Spr. hoopt, dat de Staat der Neder
landen niet veel zulke processen krijgt, want dan
zou het er maar donker voor hem uitzien.
De VOORITTER stelt voor in een schrijven
aan Mr. de Brauw uitdrukking van de dank
baarheid van het gemeentebestuur te geven.
Hiertoe wordt met algemeene stemmen be
sloten.
Besloten wordt de begrooting in verband met
dit proces te wijzigen en te verminderen met het
bedrag, dat voor de R. H. B. S. genoteerd stond.
Ged. Staten berichten, dat de Minister van
Arbeid niet toestaat het maximum aantal ver-
gunnipngen terug te brengen op 8, daar dit onge
twijfeld den clandestienen drankverkoop in de
hand zou werken.
De heer VAN SCHOUWEN: Leve droog
Amerika
De heer FAASE vindt het treurig, dat de
Raad niet zijn eigen baas is. De Raad heeft het
toch besloten
De VOORZITTER: Ja, behoudens goed
keuring van de Kroon.
Weth. DE WIT stelt voor het aantal van
11 op 10 te brengen.
De heer BF.IJER wil het eerst ingenomen
standpunt handhaven. Wanneer de heeren in
Den Haag niet anders te doen hebben dan dit,
kunnen ze beter naar huis gestuurd worden.
De heer VAN SCHOUWEN: Dat krijg je
niet gedaan. Ged. Staten willen het op 11 heb
ben en het is momenteel op 10. Beter is het
Ged. Staten te vragen het op 10 te mogen
brengen. Bovendien is het gevaarlijk dit maxi
mum al te laag te stellen. Het zou kunnen zijn
dat de eigenaar van een der beste café's uitviel
en dan zou op zulk een zaak geen vergunninq
meer gegeven kunnen worden.
De heer BEIJER: Dat argument had de heer
van Schouwen vroeger moeten gebruiken. In
een vorige vergadering heeft de heer van Schou
wen ook voor vermindering gestemd.
De heer VAN DEN BOOGAARD vindt het
ook gevaarlijk om het op 8 te brengen. Wanneer
een der groote café-eigenaren sterft, zou de
vrouw broodeloos zitten.
Het voorstel-Beijer wordt in stemming ge
bracht. Voor stemden de heeren Faase, Kievit,
v. d. Berg, Beijer en Los. Het voorstel is ver
worpen. Het voorstel-De Wit om het op 10 te
brengen, wordt hierop aangenomen.
Dan deelt de VOORZITTER mede, dat er
05: 27 December een vergadering te Middel
harnis is gehouden over de veerverbindingen.
Spr. leest het verslag dier vergadering voor.
(Men zie hiervoor elders in dit blad).
De heer VAN SCHOUWEN juicht het plan
van harte toe. Niemand had kunnen denken, dat
Flakkee op zulke wijze plots uit haar isolement
zou verlost worden. De bijdrage van 15J/£ cent
per inwoner en voor een der verbindingen 2630
voorloopig voor 3 jaar, is heel laag.
Weth. DE WIT: die 2630 is het maximum,
hoogstwaarschijnlijk is het bedrag veel lager.
De heer VAN SCHOUWEN herinnert er
aan, dat Flakkee voorheen zich belangrijke of
fers getroost heeft om de tram op Flakkee te
krijgen. En al heeft de R. T. M. gebreken, nie
mand zal den vroegeren toestand terug ver
langen met zijn slechts 2 booten per dag. De
snelle ontwikkeling van het economische leven
heeft echter in de laatste jaren weer nieuwe
eischen gesteld. In den harden winter van 1928
werd zelfs tijdelijk een vliegdienst op Rotterdam
ingesteld, en ook wordt het leggen van een
definitief vliegveld op Flakkee druk besproken.
Uit een en ander blijkt wel, dat alleen beter en
sneller en goedkooper vervoer baat kan brengen.
Tot nu toe is er maar één uitgang van het
eiland. Het heele eiland van Ouddorp tot Oolt-
gensplaat heeft er belang bij, dat er meer uit
gangen komen, hetzij over Numansdorp naar
Holland, hetzij over Dintelsas naar Noord-Bra
bant. Het zou dan ook niet goed gezien zijn als
de Raad deze gelegenheid niet met beide handen
aangreep en niet een goed voorbeeld gaf aan
het geheele eiland. Men kan zich op Flakkee
gelukkig prijzen, dat eindelijk deze plannen staan
verwezenlijkt te worden. Laat de Raad met beide
handen het voorstel aanvaarden om Flakkee
uit haar isolement te verlossen.
Weth. DE WIT is het hier volkomen mee
eens. Maar het kost Flakkee geen offers, zooals
wel beweerd is geworden. Er komt 22000
tariefverlaging, waarvan 75 of 80 ten goede
aan het eiland zelf komt, doordat de ingezetenen
minder passagiersgeld behoeven te betalen. Al
waren er dus geen verbeteringen aan verbonden,
dan nog zou het een groot voordeel voor Flak
kee zijn als het dit voorstel aanvaardde. Spr.
wenscht van deze plaats een woord van hulde en
dank te brengen aan den heer A. A. Mijs, die
als lid der commissie-van Rijckevorssel de be-.rffc|
langen van Flakkee schitterend heeft verdedigd-I*
De heer LOS vraagt of op de meerdere ver
bindingen ook trammen corespondeeren zullen.
Weth. DE WIT antwoordt: Neen, voorloopig
niet, het gaat nu alleen over de veeren.
De heer VAN SCHOUWEN: Dat komt wel.
Wanneer de provinciale wegen in goede con
ditie zijn, zal de R. T. M. ongetwijfeld wel bus
sen inleggen, die de reizigers aan de veeren
brengen.
De heer FAASE wil geen uitbreiding van de
Zondagsdiensten.
De VOORZITTER Daar gaat het op 't
oogenblik niet over. Dat komt later aan de
orde.
De heer VAN SCHOUWEN: het zou ook te
gek zijn om los te loopen om dat nu als voor
waarde te gaan stellen. Stel je voor, dat alle
13 dorpen particuliere wenschen hadden, dan
kwam je nooit aan een eind.
Weth. DE WIT wil een begeleidend schrij
ven aan het raadsbesluit toevoegen, waarin op
de wenschelijkheid van de beperking der Zon
dagsdiensten gewezen wordt. Daartegen kan
geen enkel bezwaar bestaan. De meerderheid
van het eiland wil dat, en het zou jammer z'jn.V,
als de plannen hierop moesten afstuiten. jö|
De heer BEIJER is op een der vergaderingen
te Middelharnis geweest 'en daar heeft de heer
Mijs gezegd: aanvaardt wat hier op het papier
staat. Spr. wijst er op, dat vermindering van
de Zondagsdiensten alleen ten goede komt aan
de best gesitueerden. De mindere man, die des
Zondags zieken in Rotterdam wil bezoeken, kan
op zijn fiets naar Middelharnis rijden. Dat is
ook spr. overkomen. Doornat kwam hij aan de
boot aan. Arme menschen hebben nu eenmaal
geen centen om zich van een ander vervoer
middel te bedienen. De ziekenhuizen, Christelijk
of niet-Christelijk, zijn 's Zondags allemaal open.
Daar nemen ze het dus blijkbaar zoo nauw niet.
Spr. kent er, die zelfs van Oude Tonge naar
Middelharnis moesten gaan loopen. Het zou een
verbetering zijn als er Zondagsmorgens een tram
door het heele eiland reed.
Weth. PRINSE is het ook niet met de Wit
eens. Spr. wil de voorstellen aannemen zooals
ze daar liggen.
Weth. DE WIT zegt, dat verscheiden raads
leden de Zondagsuitbreiding niet willen. Dat is
niet noodig ook en het plan wordt er door in
gevaar gebracht bij verschillende gemeentebe
sturen. Spr. stelt voor een begeleidend schrijven
er aan toe te voegen, waarin voor den Zondag
3 diensten gevraagd worden, dan wordt meteen
aan het bezwaar van Beijer tegemoet gekomen.
De heer VAN SCHOUWEN is het hier ook
mee eens. Het zou misdadig zijn op Zondag alles
stop te zetten. Spr. wil ook de wenschelijkheid
van 3 diensten op Zondag in een bijgevoegd
schrijven naar voren brengen.
De heer VAN DEN BOOGAARD gaat daar
mee accoord. Het is niet mogelijk alles op
Zondag stil te leggen. Wanneer er 3 diensten
voor den Zondag komen, kan ieder daar met
mee gaan.
Aldus wordt beslotenen. Alleen de heer Faase
stemde tegen.
Dan leest de SECRETARIS het ontwerp-
raadsbesluit voor. Dit is van den volgenden
inhoud
De Raad der gemeente Oude Tonge;
Gezien missive d. 30 Dec. 1930, B no. 8877
(le afd.) van HH. Ged. Staten der Provincie
Zuid-Holland, met darbij gevoegd verslag van
bet verhandelde op Zaterdag 27 Dec. 1930, des
nam. 12 uur, ten Raadhuize te Middelharnis
op uitnoodiging van Ged. Staten en onder leiding
van de betrokken afd. uit dat College gehouden
vergadering van vertegenwoordigers van de ver
schillende gemeenten van Goedereede en Over-
fiakkee, over de geldelijke bijdragen van dat
eiland in de kosten van uitvoering van de ver
betering zijner verbinding met Voorne en Pu''
ten en met Noord-Brabant, volgens de plannen
vervat in het rapport van de commissie-van
Rijckevorsel
Overwegende
dat een betere verbinding met Voorne en Put
ten en met Noord-Brabant naar ons eiland een
dringende behoefte is, en niet minder in het
belang dezer gemeente
dat zulks kan worden bereikt door