GELD UERDIEHEfl. Gevatte Koude Om ons Heen. DE BETEEKENIS VAN DE CHR. SOCIALE BEWEGING IN DEN STRIJD TUSSCHEN GELOOF EN ONGELOOF. Gemeenteraad IVHjnhardt's Poeders begint dan veel op een moordenaarskuil te ge lijken, waar onze Heiland van sprak. Oals de kerk geen kerk meer is, dan gaat een volk er onder, want als een volk door zonde moet vergaan, vangt in de kerk de zielsme- laatschheid aan. Het volk is dan gewis verlo ren, maar een vreeselijke verantwoordelijkheid ligt er dan op de kerk. De grondfout ligt natuurlijk in het verkeerde kerkbegrip. Onze Gereformeerde vaderen hebben altijd geleerd, dat alleen waarachtige geloovigen, men- schen die zich het eigendom van Jezus Chris tus wisten, lid der kerk mochten zijn. Wel werd altijd begrepen, dat er valsche leden inslopen, menschen die niet meer hadden dan een histo risch geloof, maar die werden dan ook hypo crieten of naamchristenen genoemd. Dat waren geen werkelijke christenen. Onze vaderen waren in dit opzicht heel streng en onze geloofsbelij denis kent dan ook geen tweeërlei kerk, een zichtbare en een onzichtbare, een instituut en een organisme, die elkander niet ten volle dekten. Van een kerkje in de kerk hebben ze nooit iets willen weten. En dit gezonde kerkbegrip maakte vanzelf ook gezonde tucht mogelijk. Leden der kerk die niet aan het H. Avondmaal kwamen werden kerke lijk behandeld. Wie in leer of leven van de kerk afweek, kwam onder censuur, op hen werden desnoods de sleutels des hemelrijks toegepast. Zoo bleef de kerk zuiver, naar onze geloofs belijdenis een saamvergadering der waarachtige Christgeloovigen, die allen hun heil en zalig heid in Christus Jezus zoeken. Wel werd steeds beleden dat er een Judas onder de discipelen: was maar aangezien die zich niet openbaarde, werd hij als waarachtige geloovige aangezien. Eerst als hij zich als schijngeloovige kennen liet, werd de tucht toe gepast. Zie daar het Gereformeerde kerkbegrip, dat reeds de eerste christengemeenten kenden. Maar alhoewel onze Dordtsche vaderen dat weer door reformatie hersteld hadden werd reeds een eeuw later de verbastering openbaar. Dat kwam hoofdzakelijk wel door dat opge- lukkige artikel 36, die er een staatskerk van maakte. De kerk was geen „kerk onder het kruis" meer, ze kreeg eer en aanzien, ze werd beschermd door de machtige hand van de over heid en dat was haar ondergang. Geen enkel overheidsbaantje, van het geringste tot het allergrootste kan worden bekleed of men moest lid van de gereformeerde kerk zijn. En zoo groeide die kerk in de breedte en in het getal maar het ging-alles ten koste van de kerke Christi zelve. De kerk werd uitwendig, opper vlakkig. Daar het in die dagen nog gewoonte was dat ieder belijdend lid aan het H. Avond maal kwam, zag men alles aan den Disch des Verbonds aankomen, ook zij die een ergerlijk le ven leidden. En zoo ging de kerk er onder. De echte christenen die het met leedwezen zagen, schrokken terug, onttrokken zich op laatst aan die kerk, die zoo weinig meer het beeld vertoonde van Haar Bruidegom en ze kwamen voortaan in gezelschappen, conventikels samen. Het werd een hopelooze zaak voor verbete ring van die kerk te strijden, het werd een ge woon wereldsch instituut. Ja, dat artikel klinkt zoo mooi, maar het is de ondergang der kerk. De kerk moet vrij zijn van wereldsche banden. Tot op vandaag slepen we die ellende voort. Het is betrekkelijk nog maar een klein groepje dat het oude gereformeerde kerkbegrip verstaat en probeert te handhaven. De meeste menschen zien nog maar op de groote hoop. Men wil de volkskerk omdat daarmee de schijn althans ge handhaafd wordt. De uiterlijke positie wordt er mee gered. Maar wat hebben we aan die schijngestalte. Wat er nog aan waarachtig leven in die kerk zit, lijdt er onder. Want het spreekt vanzelf dat er van tucht in die kerk geen sprake kan zijn. Tucht kan alleen het kind van God verdra gen, de wereld loopt er onder weg. En dat juist wil men niet. Daarom voegen de predikanten zich naar het uiterlijk, naar de wereld in de kerk. Iedere preek wordt op z'n best een evan gelisatie, om zoo mogelijk de menschen nog eens tot bekeering te brengen, al was het maar ééntje in een kerk." luidt het vaak heel vroom. Maar over het hoofd wordt gezien, dat geen honderd dominé's met geen duizend zware pree- ken in staat zijn één ziel te bekeeren. Dat kon zelfs Christus niet, want toen hij in Nazareth in de synagoge preekte, werden ze met nijdigheid vervuld en wilde Hem van de hoogte werpen. Maar „evangelisatie" is gemakkelijk, het stoot niemand, de meesten blijven er rustig on der en de volkskerk wordt gered naar het uit wendige. Zóó is in vele kerken de toestand. En dan spreken we nog niet eens over meer moderne streken, waar de kerk heelemaal ver loren ging. Wat moet er van terecht komen De wet van het geestelijk leven issterven om te leven. Het tarwegraan moet in de aarde vallen en sterven, we moeten verkoopen al wat we hebben. Maar er zijn vandaag zoo weinig geloofs helden, die het instituut er aan durven wagen. Het zilver, de menschenmassa, de uiterlijke schijn, het is alles zoo mooi en het lijkt toch nog iets op hetgeen geweest is Het is vaak zoo moeilijk om Gods wil te doen En toch Christus, de Koning der kerk gaf zulk een duidelijk voorbeeld. Hij vlocht een geesel van touwtjes, Hij dreef de wisselaren uit, Hij predikte in de synagoge, vlak tegen de vleeschelijke begeerten van het Jodendom in. Hij reformeerde al Zijn dagen en toen Hij zag dat ie formatie niet meer ging, toen stichtte Hij eer. nieuwe kerk. Maar wij Wij verderven het door onze vleeschelijke begeerten. En dan durven we met nieuwjaar aan men schen die geestelijk verhongerden en verschrom pelden nog een aanslagbiljet uit te reiken De wereld lacht om die kerk, en wendt zich er des te meer van af. O, God, waar moet het heen, als de kerk geen kerk, d.w.z. saamvergadering der waarachtige christ-geloovigen, meer durft zijn UITKIJK. Generaal Joffre ging ook heen naar de plaats, waarvan niemand weerkeert. Hij was in den grooten wereldoorlog een belangrijke figuur. Zoo gaan langzamerhand de mannen, die een rol speelden in dit werelddrama, heen. Er komt af stand tusschen den vierjarigen oorlog en het heden. En op een afstand kan men het geheel het best overzien. Het oordeel der nageslachten zal echter eerst zuiver kunnen zijn over de schuldvraag.en die het oordeel zuiver stelt is tenslotte alleenGod. Dat is een ver schrikkelijke gedachte voor den schuldige, maar tevens een troost voor den niet-schuldige In Engeland dreigt een mijnwerkersstaking. De Minister van Handel heeft geconfereerd met de mijneigenaren. De secretaris der mijnwerkers federatie heeft verklaard, dat wanneer het ge schil niet spoedig wordt bijgelegd, het te voor zien is, dat de staking over het geheele gebied zich zal uitbreiden. Ook een groote wevers staking heerscht in Engeland. In Engeland wordt er nog al eens gestaakt. In den uitersten Zuid-Westhoek van de Bel gische provincie Brabant werden de bewoners tien jaar geleden ernstig bestookt door een troep bandieten, die boerderijen met handgranaten be stookten. Het is eerst pas heden mogen gelukken deze boeven in handen te krijgen. Het schijnt, dat de plaatselijke autoriteiten het nimmer aan gedurfd hebben ze te vangen. Bijna was het verjaard. Het zal een rust voor deze omgeving wezen. Het scheen nog een naproefje te zijn ge weest van de oorlogsjaren, die ook heel wat zedelijke verwildering op hun geweten hebben 1 Een geweldige aardbeving heeft Corinthe geteisterd. Een persoon werd gedood en vier gewond. Niet minder dan driehonderd huizen werden vernield. Nog steeds worden er schokken waargenomen. Natuurrampen hebben er in de laatste maan den opmerkelijk veel plaats. Wat dat betreft wonen we nog in een gezegend landje. Een Duitsche stad heeft geen middelen meer om de ambtenaren te betalen. Het is een voor malige garnizoenstad, welker bevolking vroeger Geld wordt niet gemakkelijk verdiend. Ook is het niet gemakkelijk om het goed uit te geven. Dat is een extra zorg die de huis» vrouw bij haar vele zorgen nog heeft te behartigen. Zij moet zorgen dat zij de grootst mogelijke waarde voor het geld krijgt Een bezuiniging die meetelt is om nooit méér uit te geven voor een pak zeeppoeder dan 10 ct Dat is de prijs waarvoor »Ozil« van de fa Wigleven te Rotterdam verkrijgbaar is. 12 van het garnizoen leefde. Wanneer dat over de geheele wereld zoo was, zou men over dit soort verarming maar niet moeten klagenMaar Frankrijk en België kennen alweer een „opge wekt" garnizoensleven 1 De Engelsche Cunardline bouwt een nieuw schip, dat 73000 ton meet en 335 M. lang zal worden. De bouwkosten bedragen 72.000.000. Het is bestemd voor de vaart op Amerika en heeft het doel de Duitsche schepen „Europa" en de „Bremen" te overtroeven Als het er maar niet mee gaat als in 1912 met de „Titanic" 1 Het groote proces in Rusland, waar we al eer over schreven, en dat loopt over sabotage van het economische plan der Sovjets, kent groote drama's. Een paar getuigen hebben zelf moord gepleegdHet is daar wel het land van verschrikkingen. Een Duitsche dominé heeft aan de Duitsche nationaal-socialisten een .Kerstboodschap" ge zonden, waarin o.m. het volgende voorkomt „Die daar aan den anderen kant probeeren met den gumiknuppel, wij moeten het voor- loopig probeeren met witte muizen, blindwer- pers en stinkbommen Niet bepaald aangenaam, doch op het oogenblik alleen mogelijk en onfeil baar doeltreffend;Centrum, Beiersche heldenpartij en Joodsche volksdienst hebben ons dén burger oorlog bezorgd, wij aanvaarden hem en leiden hem naar de heerlijke overwinning". En verder: „Wij willen de dictatuur, want ook al mislukt de dictatuur, dan is het nog altijd beter en ge makkelijker en aangenamer met één psychopaat te doen te hebben, dan met 54000 bonzen. Wij willen den leider, die slechts naar dit ééne streeft: God en mijn volk" Het lijkt niet veel op een Kerstboodschap. En het is tevens ook wel een symptoom van de groote ziekte, waaraan het Duitsche volk lijdend is. In het Soer. Handelsblad schrijft een zekere Zendtgraaff, dat men de verkiezing van het Tweede Kamerlid Van Kempen (Vrijheidsbond) wist te verkrijgen door het beschikbaar stellen van een bedrag van een halve ton. Het was eigenlijk alleen maar om dien sympathieken Bond te steunen Maar „Het Volk" vraagt alvast: verkoopt de V.B, Kamerzetels Het lijkt wel een beetje een raar geval. De moordzaak-Lans is nog niet aan het eind. Wegens een fout in de procedure (men had vergeten te omschrijven op welke wijze een der getuigen zijn verklaringen had afgelegd) is de zaak weer verwezen naar het Gerechtshof van 's-Hertogenboseh. Het gaat soms wel langzaam met onze rechtspraak. Het is met de A.V.R.O. toch maar een raar zaakje. Braakensiek gaf een mooie plaat: Dr. de Visser loopt met de ratelaar van een vuilnisman en vraagt aan het achterbuurvrouwje: „Is er nog wat voor den vuilnisman Een vuilnisbak met Avro-rommel ligt voorover op de straat Deze plaat is wel af II. Het is niet alleen Rusland, maar ook buiten ons werelddeel zien we op menige plaats een ernstig pogen om te komen waar men in Rus land al is. Wie weet wat in China gebeurt, in Engelsch-Indië, tot zelfs in Amerika, wat lang „vrij" gebleven is, die weet dat het gevaar waarop we wezen van wereldomvattende be- teekenis is. En is het nu niet merkwaardig, dat er vele christenen zijn die zich gaarne vermeien in bespiegelingen over het duizendjarig rijk, over het teeken van het Beest, maar die geen be- behoefte toonen om in den weg van hun roe ping die macht uit den afgrond te bestrijden. Liever „stille zijn en hopen", dan in vuur en vlam komen, als Gods Eer door het slijk wordt gesleurd, Gods Naam gehoond en gelasterd, Gods recht openlijk wordt vertrapt. Wat is er weinig heilige verontwaardiging, o r e c h t e verontwaardiging, die zich uit in een vragen „wat kunnen we doen." En dat is het toch wat God van ons vraagt, wat God van ons e i s c h t. Heeft God ons als christenen in dividueel en Gods Kerk als gemeenschap, de roeping opgelegd, om Zijn Woord over de wereld te verbreiden. Om overal voor Zijn Naam en voor Zijn zaak op te komen, te strijden, en te 1 ij d e n als het moet. Is het laatste woord dat de Heiland spreekt voor Hij deze aarde weer verlaat niet„En gij zult Mijne getuigen zijn Al kunnen we dan voor Gods Eer niet meer s t r ij d e n, waardoor we Gods en der menschen wederpartijder afbreuk kunnen doen, dan moeten we en zullen we getuigen, wiens we zijn. Als onze Heidelberger catechismus verklaart de bede „Uij Koninkrijk kome," dan vinden we daar dat na het „bewaar en vermeerder Uw Kerk", onmiddellijk volgt: „verstoor de werken des dui vels" enz., waaruit blijkt dat ook onze vaderen duidelijk zagen naar Gods Woord, het verband tuschen deze twee. Het kan ook niet anders. De werken des duivels hebben het evenwicht ver stoord, dan moeten ook zij verstoord worden cm het evenwicht zoo veel mogelijk te herstel len. Duidelijk is in onzen tijd, dat de duivel weer zoo'n krachtige verstoring werkt onder het menschengeslacht, waarom we als Christenen elkander wel ernstig aan deze dingen mogen herinneren. Nu zijn daar enkele dingen, waarop men zich onder ons beroept, en voor zoover men zich er niet openlijk op beroept, deze gedachte toch heimelijk voedt. De twee voornaamste zijn zeker wel, eerstens, dat het in ons Christelijk land wel niet zoo ver zal kunnen komen, en verder, dat het alles zoo ver, heel ver bij ons vandaan is. Om bij dit laatste te beginnen, dit is geheel denkbeeldig. De afstanden tellen tegenwoor dig zoo weinig meer. Dat is echter met de Radio nog aanmerkelijk minder geworden. De techniek heeft in onzen modernen tijd zooveel gedaan, dat we èn door verkeer èn door lectuur èn door den ether zoowel het verkeerde als het goede bevoordeeld zien. En dan is er nog iets waar we ook op moeten wijzen. En dat is de macht van het geld. Zoo af en toe wordt er zoo eens iets van duidelijk. Hoe of een land als Rusland economisch ook ontredderd is, daar is altijd nog goud genoeg om over de geheele we reld, maar ook en niet het minst in Europa, de propaganda met kracht te kunnen voeren. En nu blijven we wat dichter bij huis. Zie eens in Duitschland, België en Frankrijk, om niet meer te noemen, hoe de invloed daar merkbaar is Hoe b.v. in Duitschland bij de laatste ver kiezingen de meer of minder socialistische groe pen met sprongen vooruit gingen. Hoe b.v. in België, alle Volkenbondsvergaderingen ten spijt, voor militaire doeleinden otnzaglijk veel wordt uitgegeven. Hoe vanuit Frankrijk onder de naastbijzijnde volken de mode 'en het eenvoudig genoemde twee-kinder-stelsel als een pest ge werkt hebben, om alle zedelijkheidsbesef en Chr. moraal ten opzichte van Staat en Huisgezin te verderven. En zou men dan nog meenen, dat het ver weg is En zou men dan nog meenen, dat ons Chris telijk landOns Christelijk volk zal dien vloedgolf kunnen weerstaan, het hoofd bieden en die duivelsche macht te pletter doen loopen, als het in den Naam en de Kracht des Almach- tigen dién strijd aanvaardt en daarin vol hardt. Ook al zou het zelf moeten onder gaan, kan het door God in staat gesteld worden om die macht te breken. Maar dan zal ons Christenvolk zich meer bewust moeten worden van het gevaar en van haar roeping. En wij weten, dat er nu juist hierin nog zooveel valsche rust is, nog zoo weinig een opwaken eu een zich opmaken. Hoe komt het toch, om nu maar eens iets van den laatsten tijd te noemen, hoe komt het toch, dat men zich ook in onze Chr. kringen al meer bezig moet gaan houden met het, niet Oorlogs gevaar, maar Vredesgevaar Is het niet, omdat er gevaar dreigt, dat die z.g. Vredesbeweging ook in Chr. kringen slachtoffers zou kunnen maken Blijkt daaruit niet duidelijk, dat men ook in Chr. kringen over den gruwel van den Oorlog, z'n Bijhelsche beschouwing dreigt te gaan verliezen Ons Christelijk-'land God beware ons voor ondankbaarheid, daar is nog zoo ontzettend veel waarin we rijk bevoorrecht zijn buiten andere landen. Maar het derde deel van ons volk wordt geestelijk gevoed, uit denzelfden wortel als in landen om ons heen. Spreekt dat al geen boek- deelen En was dat nu het ergste nog, maar daar is nog dit, dat daartegenover een Chris tendom staat niet alleen zwakker dan noodig is, omdat het misschien te veel verdeeld is, althans meer dan noodig is, maar omdat in het algemeen de kring zoo klein is, die juist ter bestrijding van dit gevaar begint bij het begin. We zullen den oorsprong en het wezen van het Socialisme moeten Ieeren kennen. Dat is eerste voorwaarde om het met de juiste middelen te bestrijden met hét gewenschte doel. 't Is Chris tenplicht in het algemeen zelfs, wat we doen, dat we dat goed doen. En zoo ook zeker hier. En daarnaast moeten we uit Gods Woord halen, wat we als Christendom tegenover het Socia lisme hebben te qtellen en ook in ons leven be trachten. En als ik nu nog even herinner aan het feit, dat het Socialisme, zooals we dat in ons land en in ons werelddeel kennen, voor een groot deel z'n macht ontleent aan de werkelijke en vermeende tegenstellingen tusschen rijken en armen, heer en knecht, kortom, aan het Maat schappelijk vraagstuk, of, zooals Dr. Kuyper het noemde, aan de sociale kwestie, dan kan het niet verwonderen, dat wat in en door de Chr. Soc. Beweging in Nederland gedaan wordt, van groote beteekenis is in den strijd tusschen geloof en ongeloof, maar dat nog meer worden kan onder Gods zegen. Nu weten we wel, dat er nog menschen zijn, die meenen, dat die Chr. Soc. Beweging zich beweegt op hetterrein der Maatschappij en daarom toch moeilijk naast de Kerk, of de Kerk naast haar geplaatst kan worden, omdat beider tenein zoo geheel verschillend is. Daar is na tuurlijk wel wat van waar, ten minste wat be treft dat laatste, dat beider terrein zoo geheel verschillend is. Wat het eerste betreft hoop ik in 't vervolg wel aan te toonen, dat die twee niet alleen wel naast elkaar kunnen, maar wel naast elkaar moeten staan, zullen ze niet beiden van hun invloed verliezen en vooral de kracht van het Evangelie op het leven niet verminderen. Andere menschen zijn er, christenen, die als ze het woord „sociaal" hooren, dit niet bepaald aantrekkelijk vinden, en als ze dan weten, dat bij de Chr. Soc. Beweging ook hoort de Chr. Vakbeweging, ja een niet gering deel daarvan is, het mischien wat ver gezocht vinden, om hiervan te spreken als van beteekenis in den strijd tusschen geloof en ongeloof. Toch is het zoo. Ook die praktijk, zooals alle praktijk ge grond op een Chr. beginsel onmisbaar is, omdat het bij het Christendom in het algemeen, en hier op dit punt in het bijzonder, niet gaat om een schoon gesteld beginsel zonder meer, maar juist om de daarop gegronde praktijk. Daarom is het beginsel, het uitgangspunt, ook van zoo ontzettend groot gewicht, omdat het beslist over de levenspraktijk. En daarom wie als Christen deze twee niet wil scheiden (en welk Christen zou dat willen) en tevens den eisch stelt naar Gods Woord, dat toch ook en alleen richtsnoer van ons leven is, dat ook ons leven hier op aarde strekken moet tot Gods verheerlijking, die zal wel heel vlug inzien, dat leer en leven bijeen hooren, dat geest en stof, ziel en lichaam door God zijn gemaakt om Zijns zelfs wil. Voor we nu echter willen zien hoe de Chr. Soc. Beweging van zoo groote beteekenis is hiervoor, moeten we eerst even letten op wat eigenlijk dat maatschappelijk levensterrein is. Wie nu nog iets weet uit het leven van de Jeugdvereenlgingen, die weet, dat reeds daar er den nadruk op gelegd wordt, dat we het leVen van den mensch in drie groote stukken kunnen deelen. Het geestelijk, kerkelijk leven, het staat kundige of politieke leven en het maatschappe lijk leven. Dit zou nog wel uit te breiden zijn, maar dat is toch ook weer gemakkelijk bij een van genoemde drie onder te brengen. Nu kunnen we natuurlijk niet over deze drie in een breede verhandeling treden, wat of onder elk van ge noemde drie zooal gerekend wordt. Laat het genoeg zijn, dat onder het terrein der maat schappij in dit verband ook begrepen wordt het terrein van den handel, het terrein van den ar beid, het gebied van het gezinsleven, in het algemeen, ons leven van eiken dag. Nu staan voor ons als Christenen twee dingen vast, n.l. in de eerste plaats, dat we ook in ons gewone leven naar Gods wil hebben te leven, en in de tweede plaats, dat het gansche schepsel, al het geschapene, dus ook de toe standen van ons gewone leven, onder de zonde besloten liggen. Dit heeft tot gevolg, dat in veel, waar harmonie kon zijn, disharmonie is, dat in veel, waarin éénheid kon zijn, verdeeldheid ge vonden wordt en vul zelf het lijstje maar aan. Ook het terrein der Maatschappij is als wij zelf besmet, en daarvoor gebiedt God ons ook, dat we uit Zijn Woord, Zijn wil zouden leeren kennén, ook voor ons dagelijksch bestaan. Een duidelijk bewijs vinden we hiervoor b.v. in de Mozaïsche wetgeving. God zelf was Koning over Israel, en daar vinden we hier telkens voor beelden van hoe God wilde, dat onder Israël de verhoudingen geregeld zouden zijn, tot in kleine dingen toe. Daaruit blijkt Gods wil dui delijk. Maar daaruit blijkt ook nog iets anders. God is geen mensch, die in kortzichtigheid soms abuis is. God is de Eeuwige, die Zijn Woord ons heeft gegeven niet alleen om haar histo rische waarde, maar alle Schrift is gegeven tot leering en onderwijzing. De motieven, als ik het zoo eens zeggen mag, waarom God tal van bepalingen gaf (al hebben de meeste van die bepalingen zelf voor ons geen waarde meer), die motieven, het waarom, het beginsel daarvan is nog van kracht, blijft eeuwig van kracht. En daarin hebben wij als Christenen een waarborg, de praktijk van het leven bewijst het veelvuldig, dat ook dat leven der maatschappij met alle vragen en moeilijkheden behoort te staan onder het Gezag van het Woord Gods, waarover dus ook de Kerk, ja zij in de eerste plaats, het volle licht van het Woord heeft te doen vallen, maar verder in het leven den mensch verplicht alle schakeeringen en de verschillende zijden van deze vraagstukken èn principieel èn practisch op dat Woord te richten. Zuidland. A. VINGERLING, Vergadering van den Gemeenteraad van OUDE TONGE op Woensdag 7 Jan., des voorm. 10 uur. De Voorzitter, burgemeester Van Schouwen, opent de vergadering met het uitspreken van een nieuwjaarsrede, waarin spr. alle raadsleden een voorspoedig jaar 1931 toewenscht voor hun persoon en hun gezin en den wensch uitspreekt, dat de heerschende crisis in den landbouw en andere vakken spoedig een eind moge nemen. Tevens feliciteert spr. den Raad met den uitslag van het proces tegen dén Staat over de bijdrage aan de R.H.B.S. te Middelharnis, welk proces in hoogste instantie door deze gemeente is ge wonnen. Spr. hoopt, dat de besluiten, die door den Raad in het nieuwe jaar genomen zullen worden, in het belang der gemeente zullen zijn. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en ongewijzigd vastgesteld. Verschillende ingekomen stukken worden ter kennis der vergadering gebracht. Van een vereen., die zich ten doel stelt vreem de woorden uit de Ned. Taal te weren, is een schrijven ingekomen, om een verordening vast te stellen, waarbij het geven van buitenlandsche namen aan villa's enz. verboden wordt. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Mededeeling wordt gedaan van een ingekomen schrijven van Mr. de Brauw uit Den Haag,* waarbij bekend gemaakt wordt, dat de gemeente het proces tegen den Staat der Nederlanden inzake de bijdrage aan de R. H. B. S. te Mid delharnis heeft gewonnen. De Staat werd ver oordeeld tot het betalen der kosten. De heer VAN SCHOUWEN wil, waar deze uitslag in openbare vergadering werd medege deeld, ook in openbare vergadering een woord van dank en hulde brengen aan Mr. de Brauw, die de verdediging op meesterlijke wijze gevoerd heeft 'en de zaak tegenover den landsadvocaat heeft mogen winnen. Ook de afwikkeling van deze zaak heeft ongetwijfeld de volle tevreden heid van het gemeentebestuur. Het proces heeft hem veel tijd aan studie gevergd en het is uit ce rekening wel gebleken, dat Mr. de Brauw meer gelet heeft op een goeden uitslag dan op eigen finantieel voordeel. Spr. wil hieraan vast koppelen een woord van dank aan den gemeen tesecretaris, die zijn beste krachten heeft ge- Bij gevatte Koude in hoofd en ledematen Rheumatische pijnen. Griep en Influenza, Hoofdpijn, Kiespijn, Aangezichtspijn en vast» zittende Hoest, gebruike men Deze werken genezend en nemen de pijnen weg. Prijs per poeder 8 cent en in doozen van 6 stuks 45 ct. Alleen echt wanneer doos en poeders voorzien zijn van den naam Mijnbardt. Let hierop! Vraag ze Uw Drogist geven om de verdediging te helpen en voorlichting te geven. Spr. hoopt, dat de Staat der Neder landen niet veel zulke processen krijgt, want dan zou het er maar donker voor hem uitzien. De VOORITTER stelt voor in een schrijven aan Mr. de Brauw uitdrukking van de dank baarheid van het gemeentebestuur te geven. Hiertoe wordt met algemeene stemmen be sloten. Besloten wordt de begrooting in verband met dit proces te wijzigen en te verminderen met het bedrag, dat voor de R. H. B. S. genoteerd stond. Ged. Staten berichten, dat de Minister van Arbeid niet toestaat het maximum aantal ver- gunnipngen terug te brengen op 8, daar dit onge twijfeld den clandestienen drankverkoop in de hand zou werken. De heer VAN SCHOUWEN: Leve droog Amerika De heer FAASE vindt het treurig, dat de Raad niet zijn eigen baas is. De Raad heeft het toch besloten De VOORZITTER: Ja, behoudens goed keuring van de Kroon. Weth. DE WIT stelt voor het aantal van 11 op 10 te brengen. De heer BF.IJER wil het eerst ingenomen standpunt handhaven. Wanneer de heeren in Den Haag niet anders te doen hebben dan dit, kunnen ze beter naar huis gestuurd worden. De heer VAN SCHOUWEN: Dat krijg je niet gedaan. Ged. Staten willen het op 11 heb ben en het is momenteel op 10. Beter is het Ged. Staten te vragen het op 10 te mogen brengen. Bovendien is het gevaarlijk dit maxi mum al te laag te stellen. Het zou kunnen zijn dat de eigenaar van een der beste café's uitviel en dan zou op zulk een zaak geen vergunninq meer gegeven kunnen worden. De heer BEIJER: Dat argument had de heer van Schouwen vroeger moeten gebruiken. In een vorige vergadering heeft de heer van Schou wen ook voor vermindering gestemd. De heer VAN DEN BOOGAARD vindt het ook gevaarlijk om het op 8 te brengen. Wanneer een der groote café-eigenaren sterft, zou de vrouw broodeloos zitten. Het voorstel-Beijer wordt in stemming ge bracht. Voor stemden de heeren Faase, Kievit, v. d. Berg, Beijer en Los. Het voorstel is ver worpen. Het voorstel-De Wit om het op 10 te brengen, wordt hierop aangenomen. Dan deelt de VOORZITTER mede, dat er 05: 27 December een vergadering te Middel harnis is gehouden over de veerverbindingen. Spr. leest het verslag dier vergadering voor. (Men zie hiervoor elders in dit blad). De heer VAN SCHOUWEN juicht het plan van harte toe. Niemand had kunnen denken, dat Flakkee op zulke wijze plots uit haar isolement zou verlost worden. De bijdrage van 15J/£ cent per inwoner en voor een der verbindingen 2630 voorloopig voor 3 jaar, is heel laag. Weth. DE WIT: die 2630 is het maximum, hoogstwaarschijnlijk is het bedrag veel lager. De heer VAN SCHOUWEN herinnert er aan, dat Flakkee voorheen zich belangrijke of fers getroost heeft om de tram op Flakkee te krijgen. En al heeft de R. T. M. gebreken, nie mand zal den vroegeren toestand terug ver langen met zijn slechts 2 booten per dag. De snelle ontwikkeling van het economische leven heeft echter in de laatste jaren weer nieuwe eischen gesteld. In den harden winter van 1928 werd zelfs tijdelijk een vliegdienst op Rotterdam ingesteld, en ook wordt het leggen van een definitief vliegveld op Flakkee druk besproken. Uit een en ander blijkt wel, dat alleen beter en sneller en goedkooper vervoer baat kan brengen. Tot nu toe is er maar één uitgang van het eiland. Het heele eiland van Ouddorp tot Oolt- gensplaat heeft er belang bij, dat er meer uit gangen komen, hetzij over Numansdorp naar Holland, hetzij over Dintelsas naar Noord-Bra bant. Het zou dan ook niet goed gezien zijn als de Raad deze gelegenheid niet met beide handen aangreep en niet een goed voorbeeld gaf aan het geheele eiland. Men kan zich op Flakkee gelukkig prijzen, dat eindelijk deze plannen staan verwezenlijkt te worden. Laat de Raad met beide handen het voorstel aanvaarden om Flakkee uit haar isolement te verlossen. Weth. DE WIT is het hier volkomen mee eens. Maar het kost Flakkee geen offers, zooals wel beweerd is geworden. Er komt 22000 tariefverlaging, waarvan 75 of 80 ten goede aan het eiland zelf komt, doordat de ingezetenen minder passagiersgeld behoeven te betalen. Al waren er dus geen verbeteringen aan verbonden, dan nog zou het een groot voordeel voor Flak kee zijn als het dit voorstel aanvaardde. Spr. wenscht van deze plaats een woord van hulde en dank te brengen aan den heer A. A. Mijs, die als lid der commissie-van Rijckevorssel de be-.rffc| langen van Flakkee schitterend heeft verdedigd-I* De heer LOS vraagt of op de meerdere ver bindingen ook trammen corespondeeren zullen. Weth. DE WIT antwoordt: Neen, voorloopig niet, het gaat nu alleen over de veeren. De heer VAN SCHOUWEN: Dat komt wel. Wanneer de provinciale wegen in goede con ditie zijn, zal de R. T. M. ongetwijfeld wel bus sen inleggen, die de reizigers aan de veeren brengen. De heer FAASE wil geen uitbreiding van de Zondagsdiensten. De VOORZITTER Daar gaat het op 't oogenblik niet over. Dat komt later aan de orde. De heer VAN SCHOUWEN: het zou ook te gek zijn om los te loopen om dat nu als voor waarde te gaan stellen. Stel je voor, dat alle 13 dorpen particuliere wenschen hadden, dan kwam je nooit aan een eind. Weth. DE WIT wil een begeleidend schrij ven aan het raadsbesluit toevoegen, waarin op de wenschelijkheid van de beperking der Zon dagsdiensten gewezen wordt. Daartegen kan geen enkel bezwaar bestaan. De meerderheid van het eiland wil dat, en het zou jammer z'jn.V, als de plannen hierop moesten afstuiten. jö| De heer BEIJER is op een der vergaderingen te Middelharnis geweest 'en daar heeft de heer Mijs gezegd: aanvaardt wat hier op het papier staat. Spr. wijst er op, dat vermindering van de Zondagsdiensten alleen ten goede komt aan de best gesitueerden. De mindere man, die des Zondags zieken in Rotterdam wil bezoeken, kan op zijn fiets naar Middelharnis rijden. Dat is ook spr. overkomen. Doornat kwam hij aan de boot aan. Arme menschen hebben nu eenmaal geen centen om zich van een ander vervoer middel te bedienen. De ziekenhuizen, Christelijk of niet-Christelijk, zijn 's Zondags allemaal open. Daar nemen ze het dus blijkbaar zoo nauw niet. Spr. kent er, die zelfs van Oude Tonge naar Middelharnis moesten gaan loopen. Het zou een verbetering zijn als er Zondagsmorgens een tram door het heele eiland reed. Weth. PRINSE is het ook niet met de Wit eens. Spr. wil de voorstellen aannemen zooals ze daar liggen. Weth. DE WIT zegt, dat verscheiden raads leden de Zondagsuitbreiding niet willen. Dat is niet noodig ook en het plan wordt er door in gevaar gebracht bij verschillende gemeentebe sturen. Spr. stelt voor een begeleidend schrijven er aan toe te voegen, waarin voor den Zondag 3 diensten gevraagd worden, dan wordt meteen aan het bezwaar van Beijer tegemoet gekomen. De heer VAN SCHOUWEN is het hier ook mee eens. Het zou misdadig zijn op Zondag alles stop te zetten. Spr. wil ook de wenschelijkheid van 3 diensten op Zondag in een bijgevoegd schrijven naar voren brengen. De heer VAN DEN BOOGAARD gaat daar mee accoord. Het is niet mogelijk alles op Zondag stil te leggen. Wanneer er 3 diensten voor den Zondag komen, kan ieder daar met mee gaan. Aldus wordt beslotenen. Alleen de heer Faase stemde tegen. Dan leest de SECRETARIS het ontwerp- raadsbesluit voor. Dit is van den volgenden inhoud De Raad der gemeente Oude Tonge; Gezien missive d. 30 Dec. 1930, B no. 8877 (le afd.) van HH. Ged. Staten der Provincie Zuid-Holland, met darbij gevoegd verslag van bet verhandelde op Zaterdag 27 Dec. 1930, des nam. 12 uur, ten Raadhuize te Middelharnis op uitnoodiging van Ged. Staten en onder leiding van de betrokken afd. uit dat College gehouden vergadering van vertegenwoordigers van de ver schillende gemeenten van Goedereede en Over- fiakkee, over de geldelijke bijdragen van dat eiland in de kosten van uitvoering van de ver betering zijner verbinding met Voorne en Pu'' ten en met Noord-Brabant, volgens de plannen vervat in het rapport van de commissie-van Rijckevorsel Overwegende dat een betere verbinding met Voorne en Put ten en met Noord-Brabant naar ons eiland een dringende behoefte is, en niet minder in het belang dezer gemeente dat zulks kan worden bereikt door

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 2