voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
PUROL
Antirevolutionair
Orgaan
Stwwe
schwale
fiuM
IN HOG SIGNO VINCES
No. 3704
ZATERDAG 20 DECEMBER 1930
45STE JAARGANG
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
NIEMEUERJS
W. BOEKHOVEN ZONEM
Ail© sttskkeu voor de Redactie bestemd, Advertentie» ©n verder© Administratie, franc© toe t© aeenden aan de Uitgevers
Een Tijd van Oorlog1,
een Tijd van Vrede
of
de Vicieuze Cirkel.
0
bijkerk
HEERENBAAI
VOOR FIJN PROEVERS
Brieven uit Amerika.
gonje aan de
eenigen tijd
1 Anna Pau«
an Meerten.
om half één
ebben.
1, een glaasje
het drinken
r geen kwaad
dikwijls deze
rijd aanbindt
tig I maar om
ren. och kom,
ers zoo weinig
ard, daarover
zullen zien.
dat jenever
glazen wordt
zooals deze
is te stellen
5 c L. alcohol,
middeld 4%,
ol.
2 c.L. inhoud,
ooveel. In 1
.L. alcohol of
X 4 c.L. is
huldig als het
Deze Courait veischiat eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- bij vooruitbetaling,
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDïJX
TeleK, latere. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTiÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f per plaatsing.
Groote letters en vignetten worde®, berekend naar de plaatsruimte, die zfj beslaan.
Advertentiên worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
'1 9'
228
vol mooie
dragen
seat allerlei
of om zelf
'en.auteurs
als le deel
ok omgaand
den deelen;
rgang vindt
rkrijgbaar is
ii.
We zeiden dat ons leven gevangen
ligt in den keer-weergang van de vici-
euzen cirkel.
Daaraan ontkomt de wereld niet.
Het is alles onderworpen aan actie
en reactie en hetgeen is, is airede ge
weest en hetgeen komt hebben we reeds
beleefd.
Dat is het droeve thema 'van het
'oek Prediker.
Dat boek laat ons zien hoe de mensch
wel vecht om dien cirkelgang te ont
komen, maar het lukt dien mensch, die
niet anders dan dien cirkelgang ziet,
nooit.
Er is ongerechtigheid en de mensch
ziet het en wil gerechtigheid scheppen,
maar wat constateert nu de Prediker
,,Ter plaatse der gerechtigheid aldaar
was goddeloosheid." De mensch wil de
ongerechtigheid wel straffen en zich
aan den cirkelgang onttrekken, maar
hoor ,,Ter plaatse des gerichts aldaar
was goddeloosheid."
Juist als men denkt den cirkelgang
ontworsteld te zijn, valt men weer in
het keerweer-systeem terug.
De mensch komt er niet uit.
Want alles keert tot zijn uitgangs
punt terug. De een breekt af wat de an-
er begon.Daar is geen leerzaal, daar is
geen rechtszaal, daar is geen kunstzaal,
daar is ook geen conferentiezaal van
oorlog en vrede in heel de wereld of
hetgeen is, komt morgen weer. Aldus
zegt Ds. Schilder 't den Prediker na.
En wie kan het ontkennen
Is het leven niet altijd zoo geweest
In het groot en in 't klein. In uw en mijn
persoonlijk leven en in het leven van de
wereldhistorie
Wie zijn oogen eerlijk gebruikt ziet
dien keergang. Dat altijd weer terug
vallen in het vroegere kwaad.
De mensch worstelt er wel tegen in,
maar wat baat het Hij is gekluisterd
aan den vicieuzen cirkel.
De Fransche Encyclopaedisten heb
ben een nieuw systeem van samenle
ving gewild, de Fransche revolutie
was het gevolg. Napoleon kwam, het
oude despotisme kwam in steiker mate
terug.
Groote philosofen hebben systemen
opgebouwd waar langs den mensch
moest arbeiden aan zijn geluk. Het liep
altijd weer op het oude ongeluk uit.
Het socialisme predikte den heilstaat
doorbreking van den vicieuzen cir
kel op aarde. Maar het baart een
monstergedrocht het communisme
zie in Rusland.
Tet plaatse des gerichts van het so
cialisme daar is de goddeloosheid van
het despotisme.
We ontkomen er niet aan.
En de pacifisten werken aan den
vrede ontkoming aan den vicieuzen
cirkel maar wie hun zeggen en schrij
ven, hun doen en laten bestudeert, ziet
dat ook te dezer plaatse des gerichts de
goddeloosheid is. Ook de pacifisten
dragen dezelfde factoren in hun actie
mee, welke aan iederen oorlog ten
grondslag liggen.
Welk mensch zou ook ooit den cir
kelgang kunnen doorbreken
Maar moeten we hier nu een punt
zetten
Is de Prediker de oer-Schopenhauer,
prediker van het zwartst pessimisme
Wie eenige kennis heeft aan de wet
van het leven uit God, weet beter.
„Christus in Zijn lijden" 2e deel bldz. 43.
Want die weet dat, wie den vicieuzen
cirkel ziet, werkelijk ziet, dus inzicht
krijgt in het eigenlijke lijden, al aan
den keer-weergang van dit moeizame
proces in principe onttrokken is gewor
den.
Wie het lijden der menschheid ziet
het 1 ij d e n, niet een oppervlakkige
schim er van, maar het lijden in zijn
wezen is al in principe uit het lijden
gered.
Alleen hij kan klagen over zijn zonde
die verlost is. Alleen hij ziet zijn boeien
die er van ontdaan is, alleen hij ziet
de duisternis van het kerkerhol die in
het licht is gezet, alleen hij ziet de zonde
die genade ontvangen heeft, alleen hij
ziet den dood die leeft. Daarom zijn
klagers, die niet anders dan klagers zijn,
geen klagers maar geestelijk doode na-
praters.
Daarom is alle geroep Ik moet be
keerd worden, zonder dat men al be
keerd is een leugen op de lippen van
hem die het zegt. De mensch die niet
bekeerd is wil niet bekeerd zijn, de
mensch die niet in het licht der genade
staat, ziet de duisternis van zijn zonde
kerker niet.
Als deze schriftuurlijke waarheid
wat meer en wat consequenter werd in
gedacht zou er mischien ook wel wat
minder gesold worden met de tranen
en het geklaag over de zonde en eigen
verloren staat.
Geen sterveling, die onbekeerd is kan
in wezen klagen over eigen verloren
staat. Dat is allemaal de leugen, de
groote leugen die uit Satan is.
De waarachtige klager over zijn ver
loren staat is al gered, anders zou hij
zijn verloren staat niet eens kunnen
zien.
O er is zooveel comedie in den
godsdienst van vele menschen. En toch
zitten ze met hun verstandsgeklaag
maar in het voorgestoelte van de kerk
als het Zondag is
Zoo is het nu ook met de tragiek
van den vicieuzen cirkel waarin het le
ven geklemd zit.
De Prediker heeft die tragiek gezien,
kon haar zien, omdat hij er in beginsel
uit verlost was.
De Prediker is geen vertwijfelaar,
geen pessimist, geen fatalist, want hij
ziet den vicieuzen cirkel en dat bewijst
dat hij er principieel al buiten staat.
Maar wat is dan het verschil tus-
schen het zien van den Prediker en
den mensch die nog leeft binnen den
rand van den vicieuzen cirkel
Want het kan toch niet ontkent wor
den dat ook de natuurlijke mensch, die
geen genade van boven kent, die zelfs
aan geen God gelooft, iets van den
keer-weergang des aardschen levens
bespeurt
Inderdaad is dat zoo.
Dat blijkt reeds uit het worstelen er
tegen in.
Het zoeken naar een aardsch para
dijs bewijst reeds dat men in het tegen
woordige leven den cirkelgang van het
ellende leven bespeurt.
Maar toch ziet die natuurlijke
mensch nooit de volle diepte van het
proces. Hij denkt dien cirkel nog te
kunnen breken, nog te kunnen recht
maken wat krom is en dat bewijst, dat
hij den aard van dien cirkel niet kent,
dus eigenlijk toch blind is in zijn po
sitie en de positie der gansche wereld.
Hij wil tijd uit tijd, ellende uit ellende,
cirkelgang uit cirkelgang, onrecht uit
onrecht, vloek uit vloek, dood uit dood
verklaren.
Zoo wil hij ook vrede uit vrede en
oorlog uit oorlog verklaren.
En daarom blijft hij draaien in den
keer-weergang des levens, want wat
ook de wijzen als wijsheir verkonden,
straks komt er een wijzer, die het weg
redeneert Of is het niet een die wijzer
is, dan wordt het straks door de prac-
tijk van het leven zelf weer wegge
vaagd en staat men weer bij het droef
uitgangspunt.
Maar dat doet de Prediker niet.
Omdat hij de „Opperste Wijsheid"
verkondigt de rechte lijn die den
cirkelgang is komen snijden, ziet hij den
aard der dingen, staart hij zich niet
meer blind op de levens v e r s c h ij n-
s e 1 e n, op de wrange vruchten des
levens, maar let hij op den levenswortel,
op de oorzaak der dingen.
En dat is de zonde.
De zonde niet als uitvloeiende daad,
maar d e zonde, de zonde als een we
zenlijke zelfstandigheid.
Dat is het wat de natuurlijke mensch,
die uit den cirkelgang uit redeneert,
nooit zien kan.
Want het gaat alles maar over deze
vraag wat is eigenlijk de zonde
Hoe komt het dat er ter plaatse des
gerichts goddeloosheid is, dat er ter
plaatse van den vrede en van het pa
cifisme, oorlog is
Hoe komt het dat we, juist op het mo
ment als we gaan denken nu zijn we
er, moeten zien dat we weer bij het uit
gangspunt terug zijn
De mensch die niet anders dan den
cirkelgang ziet stelt zich die vraag niet
Hij ziet het verschijnsel en fulmineert
er tegen, balt er de vuisten tegen, vloekt
er tegen en zegtKomt toch en laat ons
dien cirkelgang doorbreken
En hij predikt den klassenstrijd.
En hij predikt het communisme.
En hij predikt het pacifisme.
Maar waar hij den klassestrijd pre
dikt, komt hij bij het uitgangspunt weer
terug, want van verdrukte wordt hij
onderdrukker.
En waar hij het communisme predikt
komt hij bij het uitgangspunt terug want
van slaaf wordt hij despoot.
En waar hij het pacifisme predikt,
keert hij tot het uitgangspunt terug,
want weerloosheid is in beginsel weer
oorlog.
Zóó worstelt hij maar door in den
bangen klem van den vicieuzen cirkel.
Hij ziet maar verschijnselen en vecht
tegen verschijnselen en wordt door de
verschijnselen weer vernietigd.
Maar de dingen hebben toch hun
oorzaak.
Verschijnselen laten zich toch niet
uit verschijnselen verklaren
Wie is echter tot deze dingen be
kwaam
Alleen hij die de rechte lijn gegrepen
heeft waarmee God den vicieuzen cir
kel heeft willen doorsnijden.
Die rechte lijn is Christus Jezus, Gods
Zoon in Betlehem geboren, op Golgotha
gestorven.
Deze is gekomen en heeft het ons
verklaard.
Hoort Hem
De rechte lijn die opvaart tot God.
Die alle dingen recht maakt.
Die den cirkelgang doorbroken heeft.
Die ons de oorzaak der verschijnse
len heeft willen laten zien.
Die ons de z o n d e openbaarde.
D e zonde, de oorzaak.
Van het wezen der zonde willen we
een volgende keer wat zeggen.
Ik kreeg naar aanleiding van mijn vorigen
brief weer een schrijven van een broeder, die
het wel volkomen met mij eens is, maar die toch
nog graag enkele dingen wilde opmerken.
Ik geef hem daartoe gaarne gelegenheid.
Niets is mij liever dan dat we op vriendschap
pelijke, als het kan op broederlijke wijze, met
elkander de dingen bespreken, die ons zoo na
aan het harte liggen.
Ik zal hier eerst maar eens laten volg'en, wat
deze broeder schrijft. Zijn naam laat ik maar
achterwege. Wel heeft hij zijn schrijven onder
teekent, maar ik weet niet of 'het zijn bedoeling
is dat zijn naam in de courant komt. In ieder
geval is hetgeen hij schrijft zakelijk en getuigt
van hoogen ernst, zoodat ik wat mij betreft ge
rust mijn naam er onder zetten zou Maar het
gaat hier om de zaken, niet om den persoon.
Ik wil vooraf nog even opmerken, om mis
verstand af te snijden, dat het dorp waarover
ik de vorige week schreef, waarschijnlijk aan
dezen briefschrijver onbekend zal zijn. Er heer-
schen daar kerkelijk geheel andere toestanden,
dan waar deze geachte schrijver woont.
Die moet men dus wel in aanmerking nemen.
Nu laat ik even den brief volgen.
Amice
Al wat u in „Uitkijk" schrijft daar kan ik
wij wel mede vereenigen. Toch wil ik op
vriendschappelijke wijze enkele dingen naar
voren brengen.
Dat polderdorp waar u van schreef is dan
wel een zeer actief dorp, en terwijl ik dat zoo
las gingen mijn gedachten onwillekeurig aan
het dagelijksche leven van die inwoners.
Want wil men vruchtbaar propaganda voe
ren, -dan zal toch het practische leven aan
het beginsel gespeend moeten zijn, wil men op
geen fiasco uitloopen. Dan zullen we, om in
Schriftuurlijke taal te spreken, toch leesbare
brieven van Christus moeten'zijn, in dien zin
zooals het evangelie ons van a tot z leert.
In heel veel gevallen hapert daar wel eens
wat aan. Ik bemerk genoeg als ik eigen leven
en rondom mij de levensverhoudingen zie.
Dan zullen In dat dorp èn werkgever èn werk
nemer elkaar wel zien in het licht van Gods
Woord 'en' rechten en plichten; plichten en
rechten wel op behoorlijke wijze tegenover
elkaar staan. Dan zullen daar rangen en stan
den elkaar wel als beelddrager Gods ontmoe
ten, wil er zulk een actief werk zijn. Maar
ware dit niet het geval of slechts sporadisch
te vinden, dan vrees ik, dat het papier ge
duldig is en de pen gewillig. U schrijft ook
over een gezond kerkelijk leven. Nu, wat U
schreef in uw artikel, daar ben ik het vol
komen mee eens.
Maar ik vroeg mijzelf af; is er wel een
gezond kerkelijk leven mogelijk Ik voor mij
zooals het nu staat, moet die vraag ontken
nend beantwoorden. Kerkelijk Nederland ligt
te veel uiteen, hoeveel kerkgenootschappen
zijn er niet. Dat moest en dat mag niet onder
broeders, die allen him heil alleen van Jezus
Christus den Middelaar Gods en der men
schen verwachten.
De zaak van de scheiding, ze is ons niet
tot een voortdurende smart, zij kwelt ons niet.
Ware dit zoo, dan zouden er wegen en mid
delen onder biddend opzien tot Hem, die ge
zegd heeft, dat ze allen één zijn gelijk wij,
gevonden worden, om uit het moeras waarin
we gezonken zijn uit te komen, desnoods met
achterlating van een handvol zilver. Al spre
ken we nog zoo diepzinnig over God en god
delijke zaken, dat neemt mijn vreeze niet w-eg,
dat we toch meer den mammon dienen, in
plaats van den Heere, die boven alles te
prijzen is.
Ziet, broeder, gewerkt moet er worden.
Maar waar kan men werken, als er geen ge
meenschap der heiligen gevonden wordt. Ik
ben het met U eens, wanneer in dergelijke
vereenigingen goede kernen gevonden worden
en zij weten dan van aanpakken, dat er dan
wel wat tot stand gebracht kan worden.
Maar als onafwijsbare voorwaarde moet voor
zulk een kern gesteld worden, dat zij broeders
zijn, gelijk wij onze natuurlijke broeders lief-
en springende lippen
Dooms 3<W0 co 90 c«- Tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogistco
hebben, waarlijk broederliefde bezitten, dit
geldt in nog veel hoogere mate in geestelijk
opzicht. Het: „zie hoe lief zij elkaar hebben
moet onvoorwaardelijk door de wereld gezien
worden. En dat mist tegenwoordig maar al
te veel, vandaar op dit gebied „de malaise
om dit woord maar eens te gebruiken, „Lief
de", deze hoogheilige zaak, waar wordt ze
gevonden, bij de wereld niet in het minst en
bij de Christenen, ach, konde ik volmondig
zeggen: ja, daar wordt ze gevonden.
Ach, mijn vriend, wat zal ik verder schrij
ven. Ik geloof wel, dat U mij begrijpen zult.
Hetgeen deze broeder betoogt, dient ten volle
toegegeven te worden.
Ons werken op alle terrein van het leven
moet vrucht zijn van éen gezond geestelijk leven,
d. w. z. moet liggen onder het -beslag van het
Woord van God. In gehoorzaamheid aan dat
Woord moet al ons werk plaats hebben.
Maar we moeten ons dat niet als iets onbe
reikbaars voorstellen.
Al wat God van ons vraagt, is billijk en mo
gelijk te volbrengen. Want God1 geeft er zelf
de krachten toe.
Mits er maar waarachtig geloof is.
En het bij ons niet gaat, zooals deze broeder
opmerkt, om een handvol zilver.
Er wordt veel gepraat, ook over kerkelijke
toestanden en kerkelijke inzinkingen, er wordt
ook veel gezucht over de verlatenheid der
dochter Sions, maar als het op de daad aan
komt, als het er om gaat met onze daad te
Fries che 1
10-18 cents per half ons
laten zien, dat we meenen wat we praten, dan
deinst men maar al te vaak terug. Want
het kost offers.
Dat is de vloek in onze Christelijke actie.
Een vloek die van de kerk uit begint.
En daarom zinken we steeds dieper het moe
ras in.
Feitelijk staat het ook zoo met ons geklaag
over de scheiding onder hen, die één moesten
zijn.
Christus heeft inderdaad gebeden om de een
heid van -hen, die God Hem gegeven heeft.
Maar in onze dagen is er zooveel geroep om
valsche eenheid.
Gods Woord zegt ook: ze zijn van ons uitge
gaan, omdat ze van ons niet,waren.
We moeten maar niet te veel tellen, doch
wegen.
Daar komen we verder mee.
Gods volk is nooit een groote massa.
Er moet eenheid zijn, maar dan ook ware een
heid, geestelijke eenheid, d.w.z. eenheid, die zich
gebonden legt aan Gods Woord en volsterkte
gehoorzaamheid aan dat Woord wenscht te
leven op kerkelijk, maatschappelijk, sociaal en
staatkundig terrein.
Onze tijd preekt eenheid. Synthese, syncre
tisme is de leus, zwijgen over hetgeen dat ver
deelt, maar wat schipperen, maar wat toegeven,
een beetje „diplomatiek" zijn, de menschen met
„listigheid" vangen, welke listigheid dan be
staan moet in „zwijgen". O, we hebben zoo
graag volle kerken, volle zalen, volle ver
gaderingen, vol applaus, volle adoratie.
Maar Christus werd gekruisigd
En wie Christen wil zijn, moet kruisdrager
zijn.
Dat gaat maar al te vaak door strijd 'en een
zaamheid, soms bittere verlatenheid.
We 1-even nu eenmaal in een strijdende kerk.
Strijdende, -omdat het is een kerk, die in ge
hoorzaamheid wil leven aan Gods Woord.
Wanneer dat nu maar ons persoonlijk streven
is, zullen we misschien wel in aantal verliezen,
maar in kracht winnen. Want vanzelf komt dan
de ware eenheid openbaar.
Een echte eenheid, een gefundeerde eenheid,
een rotsvaste eenheid, een eenheid in Christus,
waarvan door de wereld gezegd wordt: ziet, hoe
lief ze elkander hebben.
Ik geloof, dat we die richting nu eens uit
moeten.
Laten we beginnen met te durven alléén
staan.
Alleen met Gods Woord 1
Dat wordt de cel van een kleine kern, die
uitgroeien zal in kracht en die regenereerend zal
inwerken op het gansche leven.
Door de eenzaamheid van het kruislijden
werd de Christelijke kerk gesticht.
Wie het vatten kan, vatte het
UITKIJK,
Beste Vriiend
HET IS AMENDEMENT.
Zoo wordt de wet genoemd, die het maken
of verkoopen van alcoholische dranken verbiedt.
Het woord amendement beteekent aanhangsel of
verandering ten beste. En zonder twijfel is het
om die redenen, dat de overgroote meerderheid
van ons volk gestemd heeft, zooals wij het hier
noemen voor een droog Amerika. En geen won
der, want de proeflokalen waren hier broeinesten
van ongerechtigheid, waar geen fatsoenlijk
mensch kon verkeeren. Een vrouw, die in zulk
een plaats kwam, was, al was zij ook nog zoo
diep gezonken, beschaamd om door de voordeur
in of uit te gaan. Het is een zegen voor Amerika,
deze deze pestholen uitgeroeid zijn. Dit alleen
is al de moeite waard, die men op 't oogenblik
heeft om de wet te handhaven. Maar velen
zeggen op 't oogenblik, verder had men dan ook
niet moeten gaan. Men had de weg voor het
maken en verhandelen van drank, al was dit
d-an ook onder gouvernementstoezicht, open
moeten laten. Zelfs gaan daar vele stemmen
voor op in de regeeringszalen des lands. Het
is schijnbaar een onmogelijkheid om de wet, zoo
als zij in het 18 amendement aangenomen is, te
handhaven. Honderden branderijen zijn gesloten
door die wet, maar duizenden en tienduizenden
zijn er verrezen, al is dit op kleinere schaal.
Eiken dag leest men van menschen, die bekeurd
zijn, omdat zij er een klein branderijtje op na
houden. Kort geleden is een boer gearresteerd,
die in een eierenkist een zinken bus had met
wiskey en bovenop 6 dozijn eieren en zoo ver
zond hij het per trein naar Chicago. En men be
taalt zooveel als 4 en 5 dollar voor een liter
Dus dat is een goede winst. Anderen zijn ont
dekt, die een schut gemaakt hadden in hun
benzinetank, één kant voor drank en de andere
kant voor benzine. Maar dit is alles op kleine
schaal. De groote hoeveelheden worden inge-
smokkeld vanuit den Oceaan en van Canada.
Groote scheepsladingen vol, En men moest wel