Gesprongen Handen
Ruwe Huid Schrale Lippen
Winterhanden Wintervoeten
Officieel Gedeelte
Ingezonden Stukken.
O., de Raad dan dus gelegenheid heeft zich
volledig in den finantieelen toestand van het
bedrijf te oriënteeren.
De heer v. d. MEIDE betreurt het dat de be.
grootingscommissie haar belangrijk voorstel in
zake het pensioenverhaal zoo maar in eens in
den Raad op tafel wierp, zonder vooraf B. en
W. of ook maar den Burgemeester er in te er
kennen. Spr. begrijpt dat de Voorzitter daar niet
veel over heeft gezegd. Het gaat hemzelf aan
Maar de Voorzitter had toch wel kunnen opko
men voor de andere ambtenaren die er door ge
troffen worden. Nu is het voorstel in den Raad
gegooid en er is niet bij nagedacht. In de toe
passing is het besluit zeer onrechtvaardig. Wan
neer er b.v. van één der ambtenaren het ver
zoek kwam, zijn salaris met 50.te verlagen,
zou hij er 25 mee verdienen.
De gemeente-opzichter, die maar enkele uren
daags voor de gemeente werkt, krijgt 1000.
Hij kriigt geen salarisvermindering. Maar amb
tenaren die al hun tijd aan den gemeentedienst
moeten geven, worden getroffen. De verhouding
wordt zoodoende buitengewoon scheef. Spr.
hoopt dat de Raad op dit onrechtvaardige be
sluit wil terugkomen.
Wat het tweede punt betreft, merkt spr. op
dat het octrooigeld niet zoo erg is als de suiker
bieten boven de 20.zijn. Maar bij deze ab
normale prijzen is het octrooigeld veel te hoog.
Voor de pulp is 10 cent ook te veel. Spr. stelt
de vraag waarom er octrooi geheven wordt.
De VOORZITTER Omdat gebruik wordt
gemaakt van de gemeente-eigendommen.
Den heer v. d. MEIDE was dit bekend, maar
wijst er dan ook op, dat Middelharnis, wat dit
betreft in een bijzonder gunstige positie verkeert.
Er wordt hier alleen van de straten gebruik ge
maakt door het productenvervoer uit het Oude
land, dat voor een klein gedeelte over den Wa
terweg komt. Overigens wordt er van de straten
in het dorp geen gebruik gemaakt. Waarom
juist van deze producten zoo'n hoog octrooigeld
geheven Spr. neemt er genoegen mee, dat het
in B. 'en W. behandeld zal worden.
Wat punt drie betreft, heeft spr. vertrouwen
dat de Raad een breed uitgewerkt rapport zal
overlegd worden, opdat het den Raad zal dui
delijk worden hoe het electrische bedrijf in zijn
geheel werkt.
De VOORZITTER antwoordt dat de Raad
natuurlijk alleen de rekening krijgt. Het zou te
gek worden, wanneer alle raadsleden persoon
lijk over het geheele bedrijf moesten gaan oor-
deelen. Daarvoor zijn de afgevaardigden.
De VOORZITTER deelt verder mee dat hij
het eerste punt naar B. en W, zou willen ren
voyeeren.
De heer v. d1. MEIDE wil er direct over stem.
men, indien althans het ondersteund wordt. Spr.
ziet geen aanleiding om het uit -te stellen. De
Raad heeft er al over beslist.
De heer SLIS is er voor geweest uit een an
der oogpunt. De gemeente-ambtenaren moeten
evenals de Rijksambtenaren zelf hun pensioen
premie betalen. Wanneer ze er niet van kunnen
komen, moet hun salaris verhoogd worden.
Wat het tweede punt betreft meent spr. ook
dat het octrooi veel te hoog is. Spr. wijst op
de Brusselsche conventie en weet niet hoe het
loopen zal. Spr. zou B. en W. in overweging wil
len geven af te wachten hoe het loopen zal. Als
de gemeente zonder inkomsten komt te zitten
loopen we ook vast.
De pulp is zoo goed als waardeloos, zoodat
dit geld er nu van geheven kan worden.
De VOORZITTER wiwl het in B. en W.
behandelen.
De heer STRUIJK die pensioenaftrek kan
nu wel beslist worden.
De VOORZITTERBeter is dat B. en W.
eerst advies geven. Spr. had dat al willen doen,
maar het college van B. en W. is niet altijd
voltallig. T,r
De heer v. d. MEIDE Dat komt omdat Wet
houder Vroegindeweij tegenwoordig in een ver
keerde nis zitInplaats van in Middelharnis zit
hij tegenwoordig in Wilnis en zoodoende moeten
de stukken blijven wachten tot het college van
B. en W. weer eens volledig is, Spr. betreurt
het dat dé begrootingscommissie zoo onbeschoft
is geweest om haar voorstel niet eerst met den
Burgemeester te bespreken of hem tei waar
schuwen dat ze wat op hun kerfstok hadden.
De VOORZITTER: Het woord „onbeschoft
kan ik niet toelaten.
De heer DOORNBOS: Dat is een onfatsoen
lijk woord.
De heer v. d. MEIDE: Een onfatsoenlijk
woord past op een onfatsoenlijke daad. Ik wil
nu eens buitengewoon royaal met m n woorden
zijn. Ik heb zelf ook in begrootingscommissies
gezeten, maar zorgde er voor, dat de burge
meester 5 dagen tevoren wist wat er gaande was.
Jullie hebben hem overvallen. Dat komt niet
teDeS'heer STRUIJK: De heer v. d. Meide
vreest, dat zijn voorstel keldert, daarom wil hij
het aanhouden. Hij is echter niet alleen royaal
met zijn woorden, maar ook royaal met eens
andermans leer.
De heer KOOTE: Niet alleen hooren we nou
het woord „onbeschoft", maar in de bladen is
ook al geschreven over een „complot dat is
noq veel erger.
De VOORZITTER wil er nu maar met ver
der opingaan en het voorstel aanhouden.
Aan de orde is: voorstel om den grond voor
de bijzondere lagere school in eigendom over
te dragen. Schattingsprijs door G. van yank,
K. Doornbos en E. de Lint vastgesteld op 1.25
per vierk. meter.
De heer KOESE: Als die prijs gehandhaafd
wordt, komen alle pachters om eigenaar te
worden.
De VOORZITTER: Deze grond kan niet in
erfpacht gegeven worden. De grond moet vol
gens de wet getaxeerd worden. Dat kan niet
anders.
De heer DOORNBOS: Het voordeeligste is
het zoo te houden. Het is in het belang van de
gemeente zelf.
De VOORZITTER: De gemeente moet het
zelf betalen, dus hoe lager hoe voordeeliger.
De heer VOGELAAR: De gemeente heeft er
geen voordeel van al wordt het hooger ge
taxeerd. Het gaat over de 15 waarborgsom.
Met algemeene stemmen wordt conform het
voorstel besloten.
Hierna wordt door den VOORZITTER voor-
gelez'en het rapport van het Bureau Boom en
Biezeveld over de U.L.O. School. Het is van
den volgenden inhoud
Aan het college van Burgemeester en
Wethouders der gemeente Middelharnis.
Onderwerp Kap U.L.U., Middelharnis.
Mijne Heeren,
Naar aanleiding van een verzoek van Uw
College om een nader onderzoek in te stellen
naar de deugdelijkheid van constructie der be-
kapping van de Openbare li.L.O. school in de
gemeente Midelharnis, en daaraan verbonden een
verzoek, op welke wijze voorzieningen getrof
fen kunnen worden, doen wij hier volgens de re
sultaten van ons onderzoek en opmerkingen over
gewenschte verbeteringen.
Aanvankelijk gaven wij e'en overzicht van de
vermoedelijke oorzaken der zettingen en de pun
ten, waar direct gevaar dreigde, daar hiertoe
onze eerst verleende opdracht strekte, thans kun
nen wij, in verband met de uitbreiding van het
ons gevraagde advies betreffende de bekapping
en het verzoek op te geven, welke voorzieningen
getroffen behooren te worden, teneinde zooveel
mogelijk afdoende maatregelen te nemen, meer
op de détails ingaan. t
Wij hebben het Gemeentebestuur inzage ver
zocht van de officieele teekening en het bestek
No. 47, waarnaar het geheel vervaardigd is.
Volledigheidshalve citeeren wij hier, het
hoofdstuk van de bekapping voorkomende
in genoemd bestek.
BEKAPPING.
„De kappen samen te stellen geheel volgens
teekening, en beide doorsnede teekeningen, van
hout, zwaar, spanthout 8 X 20 c.M., Nok en
gordings 6y2 X 16J^ c.M. Hanenbalken en blok-
keels zwaar 4 X 20 c.M. muurplaten ój/ï X 22
c.M., hoekkepers 6Y2 X 20 c.M., kielplanken
zwaar 4 X 28 c.M., ruiters over nok en hoek
kepers zwaar l J4dms. raveelbalk'en schoorsteen
6^2 X 16H c.M.
De muurplaat van het gebouw lichamelijke
oefening zooals op teekening met stippellijn is
aangegeven, geheel voor te leggen. De halve
spanten te maken geheel gelijk de bovengenoem
de zijn omschreven, ook met blokeels en hanen
balken.
De negen kapspanten boven de leslokalen te
voorzien van trekbalken zwaar 5 X 18 c.M.
deze ter hoogte van de plafondhangers, de kap
spanten boven het lokaal lichamelijke oefenin
gen te plaatsen op de balken zwaar 15 X 28
c.M., deze met veilingkant bewerkt."
Wij zullen thans de achtereenvolgende punten
behandelen.
1. Besteksvoorwaarden betreffende de bekap
ping uit bestek No. 47, geciteerd hierboven en
de teekening hierbij behoorend.
2. Mogelijkheid en noodzaak van aangebrachte
verbeteringen, aan te brengen verbeteringen,
waarbij tevens te behandelen op welke wijze
bouwtechnisch de noodig gebleken herstellingen
hadden kunnen voorkomen worden. Bij dit rap
port behooren 3 schetsmatige teekeningen.
A. (No. 510) een reproductie van de besteks
teekening.
B. (No. 519) hetgeen uitgevoerd is met aan
duiding in details van hetgeen o.i. niet juist ge
construeerd is.
C. (No. 499) waarop aangegeven, welke ver.
beteringen wij noodzakelijk achten.
Dit rapport is op te vatten als aanvulling en
uitwerking van ons rapport d.d. 27 September
1930, naar aanleiding van de uitbreiding der op
dracht, waarbij ons reeds ingezonden rapport
volledig gehandhaafd blijft.
In de besteksvoorwaarden valt onmiddellijk
op, dat geen dakbeschot omschreven is. Op wel
ke wijze de verrekening hiervan plaats heeft
kunnen vinden, is ons niet bekend.
De kap moet volgens bestek „geheel volgens
teekening en beide doorsnede teekeningen" ver
vaardigd worden.
Bij de beschouwing van de teekening, welke in
het bestek bedoeld wordt (bijlage A) blijkt, dat
het een aannemer niet mogelijk valt, geheel vol
gens deze teekening een kap te construeeren.
Immers zij is op onduidelijke wijze geheel schets
matig geteekend. Men zie b.v. de kapgrond, wel
ke is aangeduid als kapplan.
Hieruit blijkt geen constructie. Het is slechts
een zeer schematische aanduiding.
Deze kapgrond achten wij beslist onvoldoen
de voor besteksteekening. De beide doorsnede
teekeningen geven ten ruwste aan, hetgeen be
doeld is te vervaardigen.
Het zou noodzakelijk geweest zijn op de uit
voering van het werk een geheel gedetailleerde
kapteekening met uitslag van spanten, kil en de
detailleering der door den architect gewenschte
constructie, den aannemer ter hand gesteld te
hebben. Dit is de gebruikelijke weg en wij zien
hierin een der hoofdoorzaken der moeilijkheden,
welke thans gerezen zijn.
In strijd met de wijze van werken is het be
stek, want elders leest men: „alle werkzaam
heden moeten naar de voorschriften en regeling
der techniek zuiver en deugdelijk worden uit
gevoerd en de aannemer verplicht alles naar de
bevelen van den architect en de door hem ver
strekt wordende dtails uit te voeren" (art. 20
van het bestek No. 47).
Evenwel moet uit de hoofdteekening den aard
van het wer kduidelijk blijken, wat hier niet het
geval is, waarop de eerste bepaling, genoemd
onder „Bekapping" van bestek No. 47 ook doelt.
Beschouwen wij thans bestek en teekening
verder.
Het aantal „hanenbalken" is per spant niet
bepaald. Klaarblijkelijk is de bedoeling hier
1 haanhout, zwaar 4 X 20 c.M., doch het schijnt
nadat de kap werking vertoonde, een tweede
haanhout van 8 X 20 c.M. zwaarte aangebracht
werd, waarvan in het bestek geen sprake is.
De blokkeels zijn opgegeven in het bestek,
zwaar 4 X 20 c.M. Ook hier blijkt niet de
hoeveelheid per spant. Zeker is, dat zij noch
volgens bestek, noch volgens teekening aange
bracht zijn, waarover wij nader spreken.
Be treffende de muurplaten is te constateeren,
dat waar deze geen verankeringen aan de balk
laag vinden, muurankers verzuimd zijn te be
schrijven, deshalve aan te brengen. (Zie teeke
ning B 18 en 20).
Elders in 't bestek staat „al het hout, wat met
de muur in aanraking komt, voor de plaatsing
flink te meniën". Dit is met de muurplaten niet
geschied.
Kilplanken worden genoemd, niet verder kil-
kepers beschreven met bijbehoorende standvin-
ken. Dit laatste werd evenmin voor de spanten
vermeld, doch zij staan wel op de teekening en
zijn ook aangebracht.
Slapers onder de schoorsteenen werden om
schreven, evenwel niet aangebracht, met het ge
volg, dat bij den inderdaad gevaarvollen toe
stand, (ziet eekening B. No. 21) na ons advies
onmiddellijk voorzieningen werden getroffen.
De slapers worden in art. 14 van het bestek
genoemd. De eisch, „deze stevig met klossen
tusschen de bovengordingen maken" is niet op
gevolgd.
De in het bestek genoemde trekbalken, zwaar
5 X 18 c.M., zijn op de teekening niet aan
gegeven. Of zij aanvankelijk werden aange
bracht, is ons niet bekend. Wel waren zij aan
wezig voor het tijdstip, dat wij met het onder
zoek belast werden.
Volgëns de bepaling in de „Bekapping" be
schreven, zouden de halve spanten gemaakt moe
ten worden: „geheel gelijk de bovengenoemde
zijn omschreven". Daar deze niet omschreven
zijn, wordt het moeilijk hiervoor eischen te
stellen.
De gordingen, welke op de besteks-teekening
niet doorverbonden zijn boven het gymnastiek-
locaal, zullen nog doorverbonden behoeven te
worden. De reeds in ons rapport dd. 27 Septem
ber behandelde kilconstructie wordt hierdoor iets
gunstiger. Men vergelijke hiertoe teekening B.
en teekening C. Geen enkele gording staat hier
op de besteksteekening doorverbonden, terwijl
dc aannemer 2 stuks doorgelegd heeft, hetgeen
nog geheel onvoldoende is.
Onder het halve spant in de Westzijde van
de kap is geen standvink aangebracht, welke
vooralsnog aangebracht zou kunnen worden.
Op de teekening staan steens-buitenmuren
aangegeven tot aan de muurplaat. Bij onderzoek
bleek, dat deze, nadat zij uit het gezicht komen,
halfsteens zijn opgetrokken.
11. Op teekening No. 499 zijn diverse ver
beteringen, welke wij wenschelijk achtten, ge
construeerd. Het is ons niet wel mogelijk een
geheel geperfectioneerde opgave van kosten en
werken te doen, daar bij het losnemen van
onderdeelen bleek en blijken zal, dat minder en
meerder belangrijke feiten aan het licht komen,
welke voorziening eischen.
Bovendien zal het kwalijk gaan een juiste for
muleering en een algeheele aanduiding met bin
dende voorwaarden voor een eventueelen aan
nemer der herstellingswerken vast te leggen. Wij
achten de meest juiste methode, dat de voor
zieningen, welke vooralsnog getroffen zullen be
hoeven te worden, uitgevoerd worden onder toe-
zicht en directie van een adviseur, welke Uw
College hiermede wenscht te belasten.
Bezien wij thans de diverse constructies en
wijze van uitvoering.
Over de haanhouten is reeds een en ander
medegedeeld in ons rapport dd. 27 Sept. 1930.
Wel merken wij hiervan nog op, dat zij te ver
tegen het dakbeschot doorloopen. De minste
zetting is oorzaak, dat het dakbeschot opge
duwd is.
Bezien wij de teekening B.
1 geeft aan, zooals aanvankelijk een haanhout
was aangebracht.
2 geeft aan, zooals na de eerste zetting ver
sterking werd aangebracht.
3 toont een naar onze meening goede con
structie.
De kapspanten zijn naderhand verbonden ge
worden, zooals 4 aangeeft. Een juiste constructie
achten wij 5, welke voorziening alsnog getroffen
kan worden.
De blikkeels werden op de bestekteekening
klaarblijkelijk met zwaluwstaart constructie ont.
worpen. Aangebracht werden zij, zooals 6 aan
geeft; een gespijkerde constructie, welke geheel
te veroordeelen is.
7, 8 en 9 geven aan, hetgeen een gangbare
constructie is. Dit punt demonstreert genoeg
zaam, hoezeer detailleering door dengene, welke
met het toezicht belast wordt, noodig is.
De muurplaten werden aangebracht, zooals
18 op teekening B aangeeft. Met de zetting van
de kap ontstond de toestand, volgens 19. Een
gezonde constructie vinden wij 20.
Opgemerkt zij, dat hier ten onrechte in strijd
met bestek en teekening het niet in het gezicht
komende gedeelte muur, halfsteens werd opge
metseld. Het kantelen der muurplaat werd hier
door in de hand gewerkt.
De gordingen zijn op de besteks-teekening
aangegeven, zooals 10 op teekening B dit toont.
De uitvoering had volgens 11 plaats, terwijl wij
12 een gewenschte constructie achten.
Over het steunen der schoorsteen werd in ons
rapport dd. 27 Sept. 1.1. reeds melding gemaakt
21 toont de bov en-constructie,, waarop de sla
pers volgens 23 gelasch-t weraen. 22 geeft een
oplossing.
De standvinken werden aangebracht volgens
16. Beter ware constructie 17 op teekening B
aangegeven. Door de constructie van 16 was
wringing mogelijk. 17 zou dit waarschijnlijk ge
coupeerd hebben.
Onder het Westelijke halve spant kan voor
alsnog een standvink op een klos aangebracht
worden. Schematisch wordt dit aange
geven op teekening C.
De naderhand aangebrachte trekbalken blijken
ondoelmatig gelascht te zijn. 13 geeft dit aan.
14 was een betere constructie (teekening B).
De wijze van verwerking van het dakbeschot
laat hier en daar te wenschen over. Bezien wij
15. Hier is een los stuk gording aangebracht.
In plaats dat de gording het dakbeschot draagt,
wordt de gording door het dakbeschot gedragen;
waarschijnlijk om een lasch van het dakbeschot
te verbergen Bovendien was het beschot hier
niet sluitend en zijn houtdeelen van ongelijke
afmetingen en dikte verwerkt, terwijl een breede
opening door een tengel bedekt wordt. Dit feit
is naar onze meening aan onvoldoende toezicht
te wijten.
De gootconstructie is onjuist. Het water, dat
door mogelijk lekkende pannen op het dakbe
schot komt, waartoe hierin waterholten behoor
den aanwezig te zijn, kan onder het zink loopen
van de gootbedeking, waarvan weer rotting het
gevolg kan zijn.
24 toont deze constructie. Wil mén de goot
persé op deze hoogte houden, zoo zou een op
lossing volgens 25 mogelijk zijn. Juister zou het
ons voorkomen, indien de gootklossen onder de
muurplaten aangebracht waren. Op teekening C
(No 499) zijn de voornaamste verbeteringen
aangegeven.
Ter vervanging van de ondoelmatig aange
brachte trekplanken, ontwierpen wij mede om
een verband in de spanten te leggen, trekstangen
met wartels.
Zie hiervoor a en de doorsnede cd.
a. geeft tevens aan, op welke wijze de muur
platen kunnen' bevestigd worden, terwijl het met
selwerk op 1 steen dikte gebracht kan worden.
De muurplaat aan de andere zijde, welke ook
eenige neiging tot kantelen vertoont, kan volgens
b. belet worden verder te schuiven. Een juiste
verankering op de balklaag was hier de op
lossing. Als aangegeven bij b. kan misschien tot
stand komen zonder lichting van het dakbeschot.
De standvinken kunnen volgens c voorzien
worden.
d. toont de voorziening in de raveeling van
de schoorsteen, welke reeds ten deele werd uit
gevoerd, zoodat in deze thans in geen geval
meer sprake is van gevaar.
Om voldoende verzwaring in de hoekkepers
aan de Westelijke zijde aan te brengen, lijkt ons
niet gemakkelijk. Een gangbare constructie is,
dat waar deze elkaar ontmoeten, een makelaar
geplaatst wordt en zij hiertegen op soortgelijke
wijze verbonden worden, zooals de voorziening
van het halve spant tusschen deze 2 hoekkepers
dit schetsmatig aangeeft.
e. en f. geven aan, op welke wijze deze hoek
kepers versterkt kunnen worden met een een
voudige ijzerconstructie. Het lange verband in
de kap kan vooralsnog aangebracht worden,
zooals doorsnede c—d dit toont, ijzerverzwaring
in de kap gaven wij hier en daar aan, o.a. bij
de nieuw ontworpen steekschoren. Zie door
snede c—d, alsmede in de nokken, zie a—b
en cd.
Wij wijzen er op, dat de diverse constructie
hier en daar schetsmatig zijn aangegeven. Eenige
hiervan zijn echter duidelijkshalve reeds ge
detailleerd.
Bij het aanbrengen der verzwaring kunnen
vooralsnog nadere details vervaardigd worden,
waarnaar de ambachtsman kan werken.
Met de vervaardiging van de bij dit rapport
behoorende teekeningen hielden wij er rekening
mede, dat zij dienen ter verduidelijking van het
hier omschrevene en ter oriënteering van Uw
College.
Zoo zijn b.v, duidelijkheidshalve ankeringen
van balklagen, eenige bouten 'en stroppen enz.
weggelaten. Het zal aanbeveling verdienen, het
geheel in een vergadering van het gemeente
bestuur mondeling toe te lichten.
Wijmeenen hiermede in hoofdzaak behandeld
te hebben, in hoeverre de uitvoering van het
werk geschiedde volgens bestek en teekening en
welke verbeteringen wenschelijk zijn. Niet on
mogelijk is het, dat zich bij het aanbrengen van
de voorzieningen nog kleine gebreken vertoonen.
Wij bepaalden ons tot de behandeling van de
technische zijde dezer aangelegenheid, daar het
administratieve gedeelte niet vervat is in onze
opdracht en behandelden de feiten niet op theo
retische wijze, daar dit naar onze meening de
duidelijkheid niet zou vermeerderen.
Nog rest ons de beantwoording der vraag of
het gebouw opgemetseld is met de steenen, daar
toe in art. 4 van het bestek genoemd.
Bij „opgaande muren" op blz. 6 vinden wij
„de buitenmuren tot een bepaalde hoogte op te
trekken van genuanceerde Waal-klinker".
Volgens ons is dit niet geschied.
Wij rangschiken de gebezigde steenen onder
miskleurige hardgrauw; een steen, welke minder
in prijs is, dan de voorgestelde.
w. g. N. BIEZEVELD.
De VOORZITTER leest ook nog een brief
van een steenfabrikant, gericht aan B. en W
Deze is van den volgenden inhoud.
Aan het Gemeentebestuur
van MIDDELHARNIS.
Edelachtbare Heeren,
Van den heer G. van Varik, architect ten
Uwent, zoowel als van den heer C. Esselink,
vernamen wij, dat in Uw gemeente door sommige
personen wordt beweerd, dat de door ons ge
leverde gevelsteenen, ten behoeve van de in
September 1929 gebouwde U.L.O.-school, geen
genuanceerde klinkers, maar miskleurige klin
kers zijn.
Wij verklaren hierdoor nadrukkelijk, dat be
doelde bewering absoluut onwaar is. Indertijd
heeft de heer Van Varik bedoelde steenen aan
de fabriek uitgezocht en zijn deze toen ook ge
leverd. Genuanceerde klinkers kosten bij ons
2.per duizend duurder dan miskleurige klin
kers; op veel fabrieken is het prijsverschil ech
ter nog grooter.
Van dezelfde steensoorten (genuanceerd), le
verden wij o.a. aan de volgende adressen en
ontvingen hierover geen enkele opmerking
9/8'29: J. Ruigwaard, Egmon aan Zee, 8000
genuanc. klinkers; 14/8'29: G. Poldermans:
Aerdenhout, 25000 genuanc. klinkers; 18/8'29,
C. de Groot, Bakkm (N.H.), 20.000 genuanc.
hardgrauw; 6/9'29: W. Diepstraten, Made,
30.000 genuanc. klinkers; 21/9'30: J. B. Simon,
Den Helder, 12000 genuanc. hardgrouw; 26/9'30:
J. Haasnoot, Katwijk aan den Rijn, 15000 ge
nuanc. klinkers; 26/9'30: J. Verloop, Katwijk
aan Zee, 11000 genuanc. klinkers.
Zijn de personen, die beweren, dat de steenen,
die wij leverden geen genuanceerde-, maar mis
kleurige klinkers waren, vaklieden
Onder genuanceerde klinkers wordt verstaan:
Een grijsachtige steen, met gele strek, óf geel
achtige streep op de strek, -f met een geel
achtige- of grijze kop.
Een zoodanig steen wordt genuanceerd ge
noemd, in tegenstelling met gele steenen, die
geheel geel zijn.
Nu komt het veelal voor, dat door verwering,
van een genuanceerde steen, het geel dat er in
zit. ietwat verkleurt, verdonkert, maar daaraan
kan niemand wat doen.
Als U een aan dat werk gebruikte steen laat
doorslaan, zult U zien, dat steen van binnen
nietr ood, maar geelachtig is gekleurd, een be
wijs, dat geelachtig bakkende klei bij het maken
van deze steen werd gebruikt.
Wij meenden goed te doen U bovenstaand
mede te deelen. Het gaat waarlijk toch niet aan,
dat de goede naam van te goeder naam en faam
bekende personen, zonder gegronde redenen door
het slijk wordt gehaald.
Hoogachtend,
(w. g.) v. d. LOO en WERNER.
Steenfabrikanten, Nijmegen.
De VOORZITTER adviseert nu maar even
af te wachten wat het rapport van de Rijks-
bouwinspectie zal zijn. De school zal door den
inspecteur van de Rijksbouwinspectie persoonlijk
onderzocht worden en gezien of de bouw over
eenkomstig teekening en bestek is geweest.
De heer STRUIJK: De kapconstructie schijnt
op een halve steensmuur te rusten, in het bestek
is een heel steensmuur aangegeven. Waar zijn
die steenen die niet gebruikt zijn gebleven
De heer DOORNBOS: Ja, daar gaat het nu
net over.
De heer STRUIJK: En waar is het geld ge
bleven, dat over was toen goedkoopere steen
gebruikt werd, dan in het bestek staat Er zal
moeten onderzocht worden, wat voor steen dit is.
De VOORZITTER: Ja, dan moet er maar
een monster naar het proefstation.
De heer STRUIJK: Er zal naar alles een
grondig onderzoek moeten plaats hebben en heel
voorzichtig moet worden opgetreden. Wat de
oorzaak is zal dan wel blijken. Spr. acht het
kantoor Boom 'en Biezeveld evenwel niet on
partijdig. Ze hebben er zelf belang bij.
De heer DE LINT: Van Varik heeft zelf
gevraagd of zij het onderzoeken mochten.
De VOORZITTER: De Rijksbouwinsijectie
is zeker onpartijdig.
De heer SLIS wil het oordeel nog even op
schorten en afwachten wat de Rijksbouwinspec
tie rapporteert. Spr. hoopt er dan later op terug
te komen.
De heer DOORNBOS: Er wordt gezegd, dat
er achterover gedrukt is. Feit is, dat niet alles
gerestitueerd van wat niet verwerkt werd.
Spr. stelt evenals den heer Struijk de vraag:
wie heeft dat gedaan? Dat geld moet in de
gemeentekas komen, wie het ook gedaan heeft,
hetzij de aannemer of een ander.
De heer VOGELAAR vindt, dat het zoo lang
duurt eer het onderzoek klaar is.
De VOORZITTER: Daar is niets aan te
doen. Het rapport is nog maar een drie weken
in spr.'s bezit.
De heer VOGELAAR: Als de Rijksbouw-
ir.specteur komt, kan het dan nog alles behoorlijk
nagegaan worden hoe het eerst geweest is?
De VOORZITTER: Ja, alles is precies in
teekening gebracht.
De heer VOGELAAR: Komen al die kosten
nu voor rekening van den architect
De VOORZITTER: Ja, de architect heeft
dat gezegd en het staat ook genotuleerd. Na
tuurlijk alleen het werk, dat niet is en had be
hooren te zijn volgens de teekening.
De heer VOGELAAR betoogt, dat wie de
schuld heeft, ook maar betalen moet. Er zit
meer aan vast. Want de rijksbouwinspecteur zal
de Chr. U.L.O. school ook te onderzoeken krij
gen. Het moet dus grondig worden onderzocht.
Spr. vraagt of de heer Van Varik wist, dat er
een halfsteens muur onder de bekapping werd
gezet.
De VOORZITTER: Hij heeft voor B. en W.
verklaard, dat hij het niet wist, maar de aan
nemer en ambachtslui zeggen, dat hij het wel
wist. Dat zal dus nader onderzocht moeten
worden.
De heer STRUIJK wil alles zooveel mogelijk
openbaar behandelen.
De VOORZITTER: Dat doen we nu toch?
De heer v. d. MEIDE: Welk begrip hebben
Jd. en W. van dit rapport
De VOORZITTER: We willen onze conclu
sie opschorten tot we het rapport van den in
specteur hebben.
De here v. d. MEIDE: De Raad heeft be
sloten Boom en Biezeveld het onderzoek op te
dragen. De Raad heeft er nu ook recht op te
weten wat B. en W. er van denken. Zij hebben
alles nagegaan en weten of alles volledig is
of niet.
De VOORZITTER: De inspecteur zal een 1
volledig onderzoek instellen.
De heer v. d. MEIDE: Is er nu geen gevaar 1
meer voor de school
De VOORZITTER: Absoluut niet. De ver-
beteringen zijn aangebracht, zooals het behoort
te zijn.
De heer v. d. MEIDE: Dat kan nooit. De
school kan nooit meer gemaakt worden, zooals
ze behoorde te wezen.
De heer STRUIJK vraagt of de kosten van
het onderzoek, dat Boom en Biezeveld instelt,
hoog zullen zijn
De heer DOORNBOS: Die zullen wel niet I
meevallen en hoe langer het duurt, hoe hooger
ze nog zullen worden.
Dan wordt de discussie hierover gesloten.
De heer DOORNBOS wil terugkomen op een
uitlating van den heer v. d. Meide.
De VOORZITTER: De rondvraag hebben j
we afgeschaft.
De heer DOORNBOS wil den heer v. d. I
Meide gelegenheid geven het woord „onbe-
schoft" -terug te nemen.
De heer VAN DER MEIDE: Dan wil ik er j
van maken, dat jullie onbehoorlijk zijt opge
treden.
De VOORZITTER sluit de openbare ver-
gadering.
Vergadering van den Raad der gemeente
STAD AAN 'T HARINGVLIET op
Maandag 15 December 1930, des v.m,
10.45 uur.
Aanwezig met den Voorzitter alle leden, met
uitzondering van den heer H. Berk.
De VOORZITTER opent de vergadering met
gebed, waarna de notulen der vorige vergadering
worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Een afschrift van het K. B. van 20 Nov. 1930,
houdende herbenoeming van den heer F. Nieborg
tot burgemeeseter dezer gemeente; een drietal
bedrijfoverzichten van de gasfabriek „Oost-
Flakkee over het tijdvak Maart tot en met Au
gustus, welke stukken voor kennisgeving worden
aangenomen.
Rekening Vleeschkeuringsbedrijf 1929.
De rekening van het Vleeschkeuringsbedrijf
dienst 1929 wordt nagezien en onveranderd
voorloopig vastgesteld in ontvangst en uitgaaf
op 4342.50, winstsaldo voor deze gemeente
56.60.
Vergoeding art. 13, le lid L. O. wet
Op een verzoek van de Wed. Helms-Silvius
om verhooging van de toegekende vergoeding
ingevolge art. 13 le lid der L. O. wet wordt
op voorstel van B. en W. besloten afwijzend te
beschikken.
Verzoek L. Huizer. jjfJj,
Op een verzoek van L. Huizer om de zinkp-'iryf
voor zijn woning, die gedempt is, weer te her
stellen, wordt besloten hierop niet in te gaan,
aangezien de zinkput aldaar niet voldeed en de
afstand tusschen Melaard en het koetshuis niet
grooter is dan vandaar tot bij Keijzer.
Opcenten fondsbelasting.
De VOORZITTER stelt voor, in verband
met de mindere opbrengst van de Inkomstenbe
lasting 1930-31, opcenten te heffen op de fonds
belasting. Benoodigd is 1500, waarvoor vol
gens de belastingadministratie op de fondsbelas
ting 1931-32 ongeveer 50 opcenten moeten wor
den geheven.
De Wethouders willen dit jaar geen opcenten
heffen, aangezien volgens de beslissing van den
Hoogen Raad geen vergoeding door deze ge
meente verschuldigd is voor leerlingen die de
H. B. S. bezoeken en het hiervoor reeds gestorte
bedrag van ongeveer 1800 kan worden terug
gevorderd.
Na eenige bespreking wordt met algemeene
stemmen besloten dit jaar geen opcenten te hef
fen op de fondsbelasting.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de
Voorzitter de vergadering.
Openbare Kennisgeving.
Schuren der straten.
Burgemeester en Wethouders van Som«
melsdijk, brengen ter kennis van brlangheb»
beoden, dat op Vrijdag 19 December a.s.
de straten en goten binnen deze gemeente
moeten worden geschuurd en dus de bij artikel
70 van de politie'verordening dezer gemeente
bedoelde personen, ieder voor zooveel hem
betreft, worden uitgenoodigd, hieraan gevolg
te geven zullende deze werkzaamheden moeten
zijn volbracht voor des middags 12 uur.
In geval van nalatigheid zal procesverbaal
worden opgemaakt.
SOMMELSDIJK, 15 December 1930.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
L. J. DEN HOLLANDER, Burgemeester.
Iz. GEELHOED, Secretaris.
INSCHRIJVING VOOR DEN
DIENSTPLICHT.
De BURGEMEESTER van SOMMELSDIJK
maakt bekend, dat in Januari a.a. voor den
dienstplicht moeten worden ingeschreven per<
sonen, die geboren zijn in 1912.
Voor de aangifte ter inschrijving zal in het
bijzonder gelegenheid worden gegeven ter
gemeentesecretarie op Woensdag 14 Januari
1931, des voormiddags van 8.30-12 uur.
CZie verder aanplakbord).
SOMMELSDIJK, 15 December 1930.
De Burgemeester voornoemd,
L. J. DEN HOLLANDER.
De copie van Ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
Geachte Redacteur
Vergun mij s.v.p. een plaatsje in Uw blad
voor het volgende
Als aangeslotene voor huisverlichting bij de
N.V. „E.M.G.O." werd mij 8 December j.l. een
meterkaart uitgereikt, waaruit bleek dat ik voor
vastrecht moet betalen, vier gulden per maand
plus meterhuur.
9 December schreef ik aan de Directie der
E.M.G.O. te Middelharnis dat ik geen vastrecht
verlangde, doch genegen ben het aantal verbruik
te K.W.U. a 0,35 te betalen.
15 December werd mij echter een kwitantie