Gesprongen Handen Ruwe Huid Schrale Lippen Winterhanden Wintervoeten Officieel Gedeelte Ingezonden Stukken. O., de Raad dan dus gelegenheid heeft zich volledig in den finantieelen toestand van het bedrijf te oriënteeren. De heer v. d. MEIDE betreurt het dat de be. grootingscommissie haar belangrijk voorstel in zake het pensioenverhaal zoo maar in eens in den Raad op tafel wierp, zonder vooraf B. en W. of ook maar den Burgemeester er in te er kennen. Spr. begrijpt dat de Voorzitter daar niet veel over heeft gezegd. Het gaat hemzelf aan Maar de Voorzitter had toch wel kunnen opko men voor de andere ambtenaren die er door ge troffen worden. Nu is het voorstel in den Raad gegooid en er is niet bij nagedacht. In de toe passing is het besluit zeer onrechtvaardig. Wan neer er b.v. van één der ambtenaren het ver zoek kwam, zijn salaris met 50.te verlagen, zou hij er 25 mee verdienen. De gemeente-opzichter, die maar enkele uren daags voor de gemeente werkt, krijgt 1000. Hij kriigt geen salarisvermindering. Maar amb tenaren die al hun tijd aan den gemeentedienst moeten geven, worden getroffen. De verhouding wordt zoodoende buitengewoon scheef. Spr. hoopt dat de Raad op dit onrechtvaardige be sluit wil terugkomen. Wat het tweede punt betreft, merkt spr. op dat het octrooigeld niet zoo erg is als de suiker bieten boven de 20.zijn. Maar bij deze ab normale prijzen is het octrooigeld veel te hoog. Voor de pulp is 10 cent ook te veel. Spr. stelt de vraag waarom er octrooi geheven wordt. De VOORZITTER Omdat gebruik wordt gemaakt van de gemeente-eigendommen. Den heer v. d. MEIDE was dit bekend, maar wijst er dan ook op, dat Middelharnis, wat dit betreft in een bijzonder gunstige positie verkeert. Er wordt hier alleen van de straten gebruik ge maakt door het productenvervoer uit het Oude land, dat voor een klein gedeelte over den Wa terweg komt. Overigens wordt er van de straten in het dorp geen gebruik gemaakt. Waarom juist van deze producten zoo'n hoog octrooigeld geheven Spr. neemt er genoegen mee, dat het in B. 'en W. behandeld zal worden. Wat punt drie betreft, heeft spr. vertrouwen dat de Raad een breed uitgewerkt rapport zal overlegd worden, opdat het den Raad zal dui delijk worden hoe het electrische bedrijf in zijn geheel werkt. De VOORZITTER antwoordt dat de Raad natuurlijk alleen de rekening krijgt. Het zou te gek worden, wanneer alle raadsleden persoon lijk over het geheele bedrijf moesten gaan oor- deelen. Daarvoor zijn de afgevaardigden. De VOORZITTER deelt verder mee dat hij het eerste punt naar B. en W, zou willen ren voyeeren. De heer v. d1. MEIDE wil er direct over stem. men, indien althans het ondersteund wordt. Spr. ziet geen aanleiding om het uit -te stellen. De Raad heeft er al over beslist. De heer SLIS is er voor geweest uit een an der oogpunt. De gemeente-ambtenaren moeten evenals de Rijksambtenaren zelf hun pensioen premie betalen. Wanneer ze er niet van kunnen komen, moet hun salaris verhoogd worden. Wat het tweede punt betreft meent spr. ook dat het octrooi veel te hoog is. Spr. wijst op de Brusselsche conventie en weet niet hoe het loopen zal. Spr. zou B. en W. in overweging wil len geven af te wachten hoe het loopen zal. Als de gemeente zonder inkomsten komt te zitten loopen we ook vast. De pulp is zoo goed als waardeloos, zoodat dit geld er nu van geheven kan worden. De VOORZITTER wiwl het in B. en W. behandelen. De heer STRUIJK die pensioenaftrek kan nu wel beslist worden. De VOORZITTERBeter is dat B. en W. eerst advies geven. Spr. had dat al willen doen, maar het college van B. en W. is niet altijd voltallig. T,r De heer v. d. MEIDE Dat komt omdat Wet houder Vroegindeweij tegenwoordig in een ver keerde nis zitInplaats van in Middelharnis zit hij tegenwoordig in Wilnis en zoodoende moeten de stukken blijven wachten tot het college van B. en W. weer eens volledig is, Spr. betreurt het dat dé begrootingscommissie zoo onbeschoft is geweest om haar voorstel niet eerst met den Burgemeester te bespreken of hem tei waar schuwen dat ze wat op hun kerfstok hadden. De VOORZITTER: Het woord „onbeschoft kan ik niet toelaten. De heer DOORNBOS: Dat is een onfatsoen lijk woord. De heer v. d. MEIDE: Een onfatsoenlijk woord past op een onfatsoenlijke daad. Ik wil nu eens buitengewoon royaal met m n woorden zijn. Ik heb zelf ook in begrootingscommissies gezeten, maar zorgde er voor, dat de burge meester 5 dagen tevoren wist wat er gaande was. Jullie hebben hem overvallen. Dat komt niet teDeS'heer STRUIJK: De heer v. d. Meide vreest, dat zijn voorstel keldert, daarom wil hij het aanhouden. Hij is echter niet alleen royaal met zijn woorden, maar ook royaal met eens andermans leer. De heer KOOTE: Niet alleen hooren we nou het woord „onbeschoft", maar in de bladen is ook al geschreven over een „complot dat is noq veel erger. De VOORZITTER wil er nu maar met ver der opingaan en het voorstel aanhouden. Aan de orde is: voorstel om den grond voor de bijzondere lagere school in eigendom over te dragen. Schattingsprijs door G. van yank, K. Doornbos en E. de Lint vastgesteld op 1.25 per vierk. meter. De heer KOESE: Als die prijs gehandhaafd wordt, komen alle pachters om eigenaar te worden. De VOORZITTER: Deze grond kan niet in erfpacht gegeven worden. De grond moet vol gens de wet getaxeerd worden. Dat kan niet anders. De heer DOORNBOS: Het voordeeligste is het zoo te houden. Het is in het belang van de gemeente zelf. De VOORZITTER: De gemeente moet het zelf betalen, dus hoe lager hoe voordeeliger. De heer VOGELAAR: De gemeente heeft er geen voordeel van al wordt het hooger ge taxeerd. Het gaat over de 15 waarborgsom. Met algemeene stemmen wordt conform het voorstel besloten. Hierna wordt door den VOORZITTER voor- gelez'en het rapport van het Bureau Boom en Biezeveld over de U.L.O. School. Het is van den volgenden inhoud Aan het college van Burgemeester en Wethouders der gemeente Middelharnis. Onderwerp Kap U.L.U., Middelharnis. Mijne Heeren, Naar aanleiding van een verzoek van Uw College om een nader onderzoek in te stellen naar de deugdelijkheid van constructie der be- kapping van de Openbare li.L.O. school in de gemeente Midelharnis, en daaraan verbonden een verzoek, op welke wijze voorzieningen getrof fen kunnen worden, doen wij hier volgens de re sultaten van ons onderzoek en opmerkingen over gewenschte verbeteringen. Aanvankelijk gaven wij e'en overzicht van de vermoedelijke oorzaken der zettingen en de pun ten, waar direct gevaar dreigde, daar hiertoe onze eerst verleende opdracht strekte, thans kun nen wij, in verband met de uitbreiding van het ons gevraagde advies betreffende de bekapping en het verzoek op te geven, welke voorzieningen getroffen behooren te worden, teneinde zooveel mogelijk afdoende maatregelen te nemen, meer op de détails ingaan. t Wij hebben het Gemeentebestuur inzage ver zocht van de officieele teekening en het bestek No. 47, waarnaar het geheel vervaardigd is. Volledigheidshalve citeeren wij hier, het hoofdstuk van de bekapping voorkomende in genoemd bestek. BEKAPPING. „De kappen samen te stellen geheel volgens teekening, en beide doorsnede teekeningen, van hout, zwaar, spanthout 8 X 20 c.M., Nok en gordings 6y2 X 16J^ c.M. Hanenbalken en blok- keels zwaar 4 X 20 c.M. muurplaten ój/ï X 22 c.M., hoekkepers 6Y2 X 20 c.M., kielplanken zwaar 4 X 28 c.M., ruiters over nok en hoek kepers zwaar l J4dms. raveelbalk'en schoorsteen 6^2 X 16H c.M. De muurplaat van het gebouw lichamelijke oefening zooals op teekening met stippellijn is aangegeven, geheel voor te leggen. De halve spanten te maken geheel gelijk de bovengenoem de zijn omschreven, ook met blokeels en hanen balken. De negen kapspanten boven de leslokalen te voorzien van trekbalken zwaar 5 X 18 c.M. deze ter hoogte van de plafondhangers, de kap spanten boven het lokaal lichamelijke oefenin gen te plaatsen op de balken zwaar 15 X 28 c.M., deze met veilingkant bewerkt." Wij zullen thans de achtereenvolgende punten behandelen. 1. Besteksvoorwaarden betreffende de bekap ping uit bestek No. 47, geciteerd hierboven en de teekening hierbij behoorend. 2. Mogelijkheid en noodzaak van aangebrachte verbeteringen, aan te brengen verbeteringen, waarbij tevens te behandelen op welke wijze bouwtechnisch de noodig gebleken herstellingen hadden kunnen voorkomen worden. Bij dit rap port behooren 3 schetsmatige teekeningen. A. (No. 510) een reproductie van de besteks teekening. B. (No. 519) hetgeen uitgevoerd is met aan duiding in details van hetgeen o.i. niet juist ge construeerd is. C. (No. 499) waarop aangegeven, welke ver. beteringen wij noodzakelijk achten. Dit rapport is op te vatten als aanvulling en uitwerking van ons rapport d.d. 27 September 1930, naar aanleiding van de uitbreiding der op dracht, waarbij ons reeds ingezonden rapport volledig gehandhaafd blijft. In de besteksvoorwaarden valt onmiddellijk op, dat geen dakbeschot omschreven is. Op wel ke wijze de verrekening hiervan plaats heeft kunnen vinden, is ons niet bekend. De kap moet volgens bestek „geheel volgens teekening en beide doorsnede teekeningen" ver vaardigd worden. Bij de beschouwing van de teekening, welke in het bestek bedoeld wordt (bijlage A) blijkt, dat het een aannemer niet mogelijk valt, geheel vol gens deze teekening een kap te construeeren. Immers zij is op onduidelijke wijze geheel schets matig geteekend. Men zie b.v. de kapgrond, wel ke is aangeduid als kapplan. Hieruit blijkt geen constructie. Het is slechts een zeer schematische aanduiding. Deze kapgrond achten wij beslist onvoldoen de voor besteksteekening. De beide doorsnede teekeningen geven ten ruwste aan, hetgeen be doeld is te vervaardigen. Het zou noodzakelijk geweest zijn op de uit voering van het werk een geheel gedetailleerde kapteekening met uitslag van spanten, kil en de detailleering der door den architect gewenschte constructie, den aannemer ter hand gesteld te hebben. Dit is de gebruikelijke weg en wij zien hierin een der hoofdoorzaken der moeilijkheden, welke thans gerezen zijn. In strijd met de wijze van werken is het be stek, want elders leest men: „alle werkzaam heden moeten naar de voorschriften en regeling der techniek zuiver en deugdelijk worden uit gevoerd en de aannemer verplicht alles naar de bevelen van den architect en de door hem ver strekt wordende dtails uit te voeren" (art. 20 van het bestek No. 47). Evenwel moet uit de hoofdteekening den aard van het wer kduidelijk blijken, wat hier niet het geval is, waarop de eerste bepaling, genoemd onder „Bekapping" van bestek No. 47 ook doelt. Beschouwen wij thans bestek en teekening verder. Het aantal „hanenbalken" is per spant niet bepaald. Klaarblijkelijk is de bedoeling hier 1 haanhout, zwaar 4 X 20 c.M., doch het schijnt nadat de kap werking vertoonde, een tweede haanhout van 8 X 20 c.M. zwaarte aangebracht werd, waarvan in het bestek geen sprake is. De blokkeels zijn opgegeven in het bestek, zwaar 4 X 20 c.M. Ook hier blijkt niet de hoeveelheid per spant. Zeker is, dat zij noch volgens bestek, noch volgens teekening aange bracht zijn, waarover wij nader spreken. Be treffende de muurplaten is te constateeren, dat waar deze geen verankeringen aan de balk laag vinden, muurankers verzuimd zijn te be schrijven, deshalve aan te brengen. (Zie teeke ning B 18 en 20). Elders in 't bestek staat „al het hout, wat met de muur in aanraking komt, voor de plaatsing flink te meniën". Dit is met de muurplaten niet geschied. Kilplanken worden genoemd, niet verder kil- kepers beschreven met bijbehoorende standvin- ken. Dit laatste werd evenmin voor de spanten vermeld, doch zij staan wel op de teekening en zijn ook aangebracht. Slapers onder de schoorsteenen werden om schreven, evenwel niet aangebracht, met het ge volg, dat bij den inderdaad gevaarvollen toe stand, (ziet eekening B. No. 21) na ons advies onmiddellijk voorzieningen werden getroffen. De slapers worden in art. 14 van het bestek genoemd. De eisch, „deze stevig met klossen tusschen de bovengordingen maken" is niet op gevolgd. De in het bestek genoemde trekbalken, zwaar 5 X 18 c.M., zijn op de teekening niet aan gegeven. Of zij aanvankelijk werden aange bracht, is ons niet bekend. Wel waren zij aan wezig voor het tijdstip, dat wij met het onder zoek belast werden. Volgëns de bepaling in de „Bekapping" be schreven, zouden de halve spanten gemaakt moe ten worden: „geheel gelijk de bovengenoemde zijn omschreven". Daar deze niet omschreven zijn, wordt het moeilijk hiervoor eischen te stellen. De gordingen, welke op de besteks-teekening niet doorverbonden zijn boven het gymnastiek- locaal, zullen nog doorverbonden behoeven te worden. De reeds in ons rapport dd. 27 Septem ber behandelde kilconstructie wordt hierdoor iets gunstiger. Men vergelijke hiertoe teekening B. en teekening C. Geen enkele gording staat hier op de besteksteekening doorverbonden, terwijl dc aannemer 2 stuks doorgelegd heeft, hetgeen nog geheel onvoldoende is. Onder het halve spant in de Westzijde van de kap is geen standvink aangebracht, welke vooralsnog aangebracht zou kunnen worden. Op de teekening staan steens-buitenmuren aangegeven tot aan de muurplaat. Bij onderzoek bleek, dat deze, nadat zij uit het gezicht komen, halfsteens zijn opgetrokken. 11. Op teekening No. 499 zijn diverse ver beteringen, welke wij wenschelijk achtten, ge construeerd. Het is ons niet wel mogelijk een geheel geperfectioneerde opgave van kosten en werken te doen, daar bij het losnemen van onderdeelen bleek en blijken zal, dat minder en meerder belangrijke feiten aan het licht komen, welke voorziening eischen. Bovendien zal het kwalijk gaan een juiste for muleering en een algeheele aanduiding met bin dende voorwaarden voor een eventueelen aan nemer der herstellingswerken vast te leggen. Wij achten de meest juiste methode, dat de voor zieningen, welke vooralsnog getroffen zullen be hoeven te worden, uitgevoerd worden onder toe- zicht en directie van een adviseur, welke Uw College hiermede wenscht te belasten. Bezien wij thans de diverse constructies en wijze van uitvoering. Over de haanhouten is reeds een en ander medegedeeld in ons rapport dd. 27 Sept. 1930. Wel merken wij hiervan nog op, dat zij te ver tegen het dakbeschot doorloopen. De minste zetting is oorzaak, dat het dakbeschot opge duwd is. Bezien wij de teekening B. 1 geeft aan, zooals aanvankelijk een haanhout was aangebracht. 2 geeft aan, zooals na de eerste zetting ver sterking werd aangebracht. 3 toont een naar onze meening goede con structie. De kapspanten zijn naderhand verbonden ge worden, zooals 4 aangeeft. Een juiste constructie achten wij 5, welke voorziening alsnog getroffen kan worden. De blikkeels werden op de bestekteekening klaarblijkelijk met zwaluwstaart constructie ont. worpen. Aangebracht werden zij, zooals 6 aan geeft; een gespijkerde constructie, welke geheel te veroordeelen is. 7, 8 en 9 geven aan, hetgeen een gangbare constructie is. Dit punt demonstreert genoeg zaam, hoezeer detailleering door dengene, welke met het toezicht belast wordt, noodig is. De muurplaten werden aangebracht, zooals 18 op teekening B aangeeft. Met de zetting van de kap ontstond de toestand, volgens 19. Een gezonde constructie vinden wij 20. Opgemerkt zij, dat hier ten onrechte in strijd met bestek en teekening het niet in het gezicht komende gedeelte muur, halfsteens werd opge metseld. Het kantelen der muurplaat werd hier door in de hand gewerkt. De gordingen zijn op de besteks-teekening aangegeven, zooals 10 op teekening B dit toont. De uitvoering had volgens 11 plaats, terwijl wij 12 een gewenschte constructie achten. Over het steunen der schoorsteen werd in ons rapport dd. 27 Sept. 1.1. reeds melding gemaakt 21 toont de bov en-constructie,, waarop de sla pers volgens 23 gelasch-t weraen. 22 geeft een oplossing. De standvinken werden aangebracht volgens 16. Beter ware constructie 17 op teekening B aangegeven. Door de constructie van 16 was wringing mogelijk. 17 zou dit waarschijnlijk ge coupeerd hebben. Onder het Westelijke halve spant kan voor alsnog een standvink op een klos aangebracht worden. Schematisch wordt dit aange geven op teekening C. De naderhand aangebrachte trekbalken blijken ondoelmatig gelascht te zijn. 13 geeft dit aan. 14 was een betere constructie (teekening B). De wijze van verwerking van het dakbeschot laat hier en daar te wenschen over. Bezien wij 15. Hier is een los stuk gording aangebracht. In plaats dat de gording het dakbeschot draagt, wordt de gording door het dakbeschot gedragen; waarschijnlijk om een lasch van het dakbeschot te verbergen Bovendien was het beschot hier niet sluitend en zijn houtdeelen van ongelijke afmetingen en dikte verwerkt, terwijl een breede opening door een tengel bedekt wordt. Dit feit is naar onze meening aan onvoldoende toezicht te wijten. De gootconstructie is onjuist. Het water, dat door mogelijk lekkende pannen op het dakbe schot komt, waartoe hierin waterholten behoor den aanwezig te zijn, kan onder het zink loopen van de gootbedeking, waarvan weer rotting het gevolg kan zijn. 24 toont deze constructie. Wil mén de goot persé op deze hoogte houden, zoo zou een op lossing volgens 25 mogelijk zijn. Juister zou het ons voorkomen, indien de gootklossen onder de muurplaten aangebracht waren. Op teekening C (No 499) zijn de voornaamste verbeteringen aangegeven. Ter vervanging van de ondoelmatig aange brachte trekplanken, ontwierpen wij mede om een verband in de spanten te leggen, trekstangen met wartels. Zie hiervoor a en de doorsnede cd. a. geeft tevens aan, op welke wijze de muur platen kunnen' bevestigd worden, terwijl het met selwerk op 1 steen dikte gebracht kan worden. De muurplaat aan de andere zijde, welke ook eenige neiging tot kantelen vertoont, kan volgens b. belet worden verder te schuiven. Een juiste verankering op de balklaag was hier de op lossing. Als aangegeven bij b. kan misschien tot stand komen zonder lichting van het dakbeschot. De standvinken kunnen volgens c voorzien worden. d. toont de voorziening in de raveeling van de schoorsteen, welke reeds ten deele werd uit gevoerd, zoodat in deze thans in geen geval meer sprake is van gevaar. Om voldoende verzwaring in de hoekkepers aan de Westelijke zijde aan te brengen, lijkt ons niet gemakkelijk. Een gangbare constructie is, dat waar deze elkaar ontmoeten, een makelaar geplaatst wordt en zij hiertegen op soortgelijke wijze verbonden worden, zooals de voorziening van het halve spant tusschen deze 2 hoekkepers dit schetsmatig aangeeft. e. en f. geven aan, op welke wijze deze hoek kepers versterkt kunnen worden met een een voudige ijzerconstructie. Het lange verband in de kap kan vooralsnog aangebracht worden, zooals doorsnede c—d dit toont, ijzerverzwaring in de kap gaven wij hier en daar aan, o.a. bij de nieuw ontworpen steekschoren. Zie door snede c—d, alsmede in de nokken, zie a—b en cd. Wij wijzen er op, dat de diverse constructie hier en daar schetsmatig zijn aangegeven. Eenige hiervan zijn echter duidelijkshalve reeds ge detailleerd. Bij het aanbrengen der verzwaring kunnen vooralsnog nadere details vervaardigd worden, waarnaar de ambachtsman kan werken. Met de vervaardiging van de bij dit rapport behoorende teekeningen hielden wij er rekening mede, dat zij dienen ter verduidelijking van het hier omschrevene en ter oriënteering van Uw College. Zoo zijn b.v, duidelijkheidshalve ankeringen van balklagen, eenige bouten 'en stroppen enz. weggelaten. Het zal aanbeveling verdienen, het geheel in een vergadering van het gemeente bestuur mondeling toe te lichten. Wijmeenen hiermede in hoofdzaak behandeld te hebben, in hoeverre de uitvoering van het werk geschiedde volgens bestek en teekening en welke verbeteringen wenschelijk zijn. Niet on mogelijk is het, dat zich bij het aanbrengen van de voorzieningen nog kleine gebreken vertoonen. Wij bepaalden ons tot de behandeling van de technische zijde dezer aangelegenheid, daar het administratieve gedeelte niet vervat is in onze opdracht en behandelden de feiten niet op theo retische wijze, daar dit naar onze meening de duidelijkheid niet zou vermeerderen. Nog rest ons de beantwoording der vraag of het gebouw opgemetseld is met de steenen, daar toe in art. 4 van het bestek genoemd. Bij „opgaande muren" op blz. 6 vinden wij „de buitenmuren tot een bepaalde hoogte op te trekken van genuanceerde Waal-klinker". Volgens ons is dit niet geschied. Wij rangschiken de gebezigde steenen onder miskleurige hardgrauw; een steen, welke minder in prijs is, dan de voorgestelde. w. g. N. BIEZEVELD. De VOORZITTER leest ook nog een brief van een steenfabrikant, gericht aan B. en W Deze is van den volgenden inhoud. Aan het Gemeentebestuur van MIDDELHARNIS. Edelachtbare Heeren, Van den heer G. van Varik, architect ten Uwent, zoowel als van den heer C. Esselink, vernamen wij, dat in Uw gemeente door sommige personen wordt beweerd, dat de door ons ge leverde gevelsteenen, ten behoeve van de in September 1929 gebouwde U.L.O.-school, geen genuanceerde klinkers, maar miskleurige klin kers zijn. Wij verklaren hierdoor nadrukkelijk, dat be doelde bewering absoluut onwaar is. Indertijd heeft de heer Van Varik bedoelde steenen aan de fabriek uitgezocht en zijn deze toen ook ge leverd. Genuanceerde klinkers kosten bij ons 2.per duizend duurder dan miskleurige klin kers; op veel fabrieken is het prijsverschil ech ter nog grooter. Van dezelfde steensoorten (genuanceerd), le verden wij o.a. aan de volgende adressen en ontvingen hierover geen enkele opmerking 9/8'29: J. Ruigwaard, Egmon aan Zee, 8000 genuanc. klinkers; 14/8'29: G. Poldermans: Aerdenhout, 25000 genuanc. klinkers; 18/8'29, C. de Groot, Bakkm (N.H.), 20.000 genuanc. hardgrauw; 6/9'29: W. Diepstraten, Made, 30.000 genuanc. klinkers; 21/9'30: J. B. Simon, Den Helder, 12000 genuanc. hardgrouw; 26/9'30: J. Haasnoot, Katwijk aan den Rijn, 15000 ge nuanc. klinkers; 26/9'30: J. Verloop, Katwijk aan Zee, 11000 genuanc. klinkers. Zijn de personen, die beweren, dat de steenen, die wij leverden geen genuanceerde-, maar mis kleurige klinkers waren, vaklieden Onder genuanceerde klinkers wordt verstaan: Een grijsachtige steen, met gele strek, óf geel achtige streep op de strek, -f met een geel achtige- of grijze kop. Een zoodanig steen wordt genuanceerd ge noemd, in tegenstelling met gele steenen, die geheel geel zijn. Nu komt het veelal voor, dat door verwering, van een genuanceerde steen, het geel dat er in zit. ietwat verkleurt, verdonkert, maar daaraan kan niemand wat doen. Als U een aan dat werk gebruikte steen laat doorslaan, zult U zien, dat steen van binnen nietr ood, maar geelachtig is gekleurd, een be wijs, dat geelachtig bakkende klei bij het maken van deze steen werd gebruikt. Wij meenden goed te doen U bovenstaand mede te deelen. Het gaat waarlijk toch niet aan, dat de goede naam van te goeder naam en faam bekende personen, zonder gegronde redenen door het slijk wordt gehaald. Hoogachtend, (w. g.) v. d. LOO en WERNER. Steenfabrikanten, Nijmegen. De VOORZITTER adviseert nu maar even af te wachten wat het rapport van de Rijks- bouwinspectie zal zijn. De school zal door den inspecteur van de Rijksbouwinspectie persoonlijk onderzocht worden en gezien of de bouw over eenkomstig teekening en bestek is geweest. De heer STRUIJK: De kapconstructie schijnt op een halve steensmuur te rusten, in het bestek is een heel steensmuur aangegeven. Waar zijn die steenen die niet gebruikt zijn gebleven De heer DOORNBOS: Ja, daar gaat het nu net over. De heer STRUIJK: En waar is het geld ge bleven, dat over was toen goedkoopere steen gebruikt werd, dan in het bestek staat Er zal moeten onderzocht worden, wat voor steen dit is. De VOORZITTER: Ja, dan moet er maar een monster naar het proefstation. De heer STRUIJK: Er zal naar alles een grondig onderzoek moeten plaats hebben en heel voorzichtig moet worden opgetreden. Wat de oorzaak is zal dan wel blijken. Spr. acht het kantoor Boom 'en Biezeveld evenwel niet on partijdig. Ze hebben er zelf belang bij. De heer DE LINT: Van Varik heeft zelf gevraagd of zij het onderzoeken mochten. De VOORZITTER: De Rijksbouwinsijectie is zeker onpartijdig. De heer SLIS wil het oordeel nog even op schorten en afwachten wat de Rijksbouwinspec tie rapporteert. Spr. hoopt er dan later op terug te komen. De heer DOORNBOS: Er wordt gezegd, dat er achterover gedrukt is. Feit is, dat niet alles gerestitueerd van wat niet verwerkt werd. Spr. stelt evenals den heer Struijk de vraag: wie heeft dat gedaan? Dat geld moet in de gemeentekas komen, wie het ook gedaan heeft, hetzij de aannemer of een ander. De heer VOGELAAR vindt, dat het zoo lang duurt eer het onderzoek klaar is. De VOORZITTER: Daar is niets aan te doen. Het rapport is nog maar een drie weken in spr.'s bezit. De heer VOGELAAR: Als de Rijksbouw- ir.specteur komt, kan het dan nog alles behoorlijk nagegaan worden hoe het eerst geweest is? De VOORZITTER: Ja, alles is precies in teekening gebracht. De heer VOGELAAR: Komen al die kosten nu voor rekening van den architect De VOORZITTER: Ja, de architect heeft dat gezegd en het staat ook genotuleerd. Na tuurlijk alleen het werk, dat niet is en had be hooren te zijn volgens de teekening. De heer VOGELAAR betoogt, dat wie de schuld heeft, ook maar betalen moet. Er zit meer aan vast. Want de rijksbouwinspecteur zal de Chr. U.L.O. school ook te onderzoeken krij gen. Het moet dus grondig worden onderzocht. Spr. vraagt of de heer Van Varik wist, dat er een halfsteens muur onder de bekapping werd gezet. De VOORZITTER: Hij heeft voor B. en W. verklaard, dat hij het niet wist, maar de aan nemer en ambachtslui zeggen, dat hij het wel wist. Dat zal dus nader onderzocht moeten worden. De heer STRUIJK wil alles zooveel mogelijk openbaar behandelen. De VOORZITTER: Dat doen we nu toch? De heer v. d. MEIDE: Welk begrip hebben Jd. en W. van dit rapport De VOORZITTER: We willen onze conclu sie opschorten tot we het rapport van den in specteur hebben. De here v. d. MEIDE: De Raad heeft be sloten Boom en Biezeveld het onderzoek op te dragen. De Raad heeft er nu ook recht op te weten wat B. en W. er van denken. Zij hebben alles nagegaan en weten of alles volledig is of niet. De VOORZITTER: De inspecteur zal een 1 volledig onderzoek instellen. De heer v. d. MEIDE: Is er nu geen gevaar 1 meer voor de school De VOORZITTER: Absoluut niet. De ver- beteringen zijn aangebracht, zooals het behoort te zijn. De heer v. d. MEIDE: Dat kan nooit. De school kan nooit meer gemaakt worden, zooals ze behoorde te wezen. De heer STRUIJK vraagt of de kosten van het onderzoek, dat Boom en Biezeveld instelt, hoog zullen zijn De heer DOORNBOS: Die zullen wel niet I meevallen en hoe langer het duurt, hoe hooger ze nog zullen worden. Dan wordt de discussie hierover gesloten. De heer DOORNBOS wil terugkomen op een uitlating van den heer v. d. Meide. De VOORZITTER: De rondvraag hebben j we afgeschaft. De heer DOORNBOS wil den heer v. d. I Meide gelegenheid geven het woord „onbe- schoft" -terug te nemen. De heer VAN DER MEIDE: Dan wil ik er j van maken, dat jullie onbehoorlijk zijt opge treden. De VOORZITTER sluit de openbare ver- gadering. Vergadering van den Raad der gemeente STAD AAN 'T HARINGVLIET op Maandag 15 December 1930, des v.m, 10.45 uur. Aanwezig met den Voorzitter alle leden, met uitzondering van den heer H. Berk. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken. Een afschrift van het K. B. van 20 Nov. 1930, houdende herbenoeming van den heer F. Nieborg tot burgemeeseter dezer gemeente; een drietal bedrijfoverzichten van de gasfabriek „Oost- Flakkee over het tijdvak Maart tot en met Au gustus, welke stukken voor kennisgeving worden aangenomen. Rekening Vleeschkeuringsbedrijf 1929. De rekening van het Vleeschkeuringsbedrijf dienst 1929 wordt nagezien en onveranderd voorloopig vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op 4342.50, winstsaldo voor deze gemeente 56.60. Vergoeding art. 13, le lid L. O. wet Op een verzoek van de Wed. Helms-Silvius om verhooging van de toegekende vergoeding ingevolge art. 13 le lid der L. O. wet wordt op voorstel van B. en W. besloten afwijzend te beschikken. Verzoek L. Huizer. jjfJj, Op een verzoek van L. Huizer om de zinkp-'iryf voor zijn woning, die gedempt is, weer te her stellen, wordt besloten hierop niet in te gaan, aangezien de zinkput aldaar niet voldeed en de afstand tusschen Melaard en het koetshuis niet grooter is dan vandaar tot bij Keijzer. Opcenten fondsbelasting. De VOORZITTER stelt voor, in verband met de mindere opbrengst van de Inkomstenbe lasting 1930-31, opcenten te heffen op de fonds belasting. Benoodigd is 1500, waarvoor vol gens de belastingadministratie op de fondsbelas ting 1931-32 ongeveer 50 opcenten moeten wor den geheven. De Wethouders willen dit jaar geen opcenten heffen, aangezien volgens de beslissing van den Hoogen Raad geen vergoeding door deze ge meente verschuldigd is voor leerlingen die de H. B. S. bezoeken en het hiervoor reeds gestorte bedrag van ongeveer 1800 kan worden terug gevorderd. Na eenige bespreking wordt met algemeene stemmen besloten dit jaar geen opcenten te hef fen op de fondsbelasting. Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter de vergadering. Openbare Kennisgeving. Schuren der straten. Burgemeester en Wethouders van Som« melsdijk, brengen ter kennis van brlangheb» beoden, dat op Vrijdag 19 December a.s. de straten en goten binnen deze gemeente moeten worden geschuurd en dus de bij artikel 70 van de politie'verordening dezer gemeente bedoelde personen, ieder voor zooveel hem betreft, worden uitgenoodigd, hieraan gevolg te geven zullende deze werkzaamheden moeten zijn volbracht voor des middags 12 uur. In geval van nalatigheid zal procesverbaal worden opgemaakt. SOMMELSDIJK, 15 December 1930. Burgemeester en Wethouders voornoemd: L. J. DEN HOLLANDER, Burgemeester. Iz. GEELHOED, Secretaris. INSCHRIJVING VOOR DEN DIENSTPLICHT. De BURGEMEESTER van SOMMELSDIJK maakt bekend, dat in Januari a.a. voor den dienstplicht moeten worden ingeschreven per< sonen, die geboren zijn in 1912. Voor de aangifte ter inschrijving zal in het bijzonder gelegenheid worden gegeven ter gemeentesecretarie op Woensdag 14 Januari 1931, des voormiddags van 8.30-12 uur. CZie verder aanplakbord). SOMMELSDIJK, 15 December 1930. De Burgemeester voornoemd, L. J. DEN HOLLANDER. De copie van Ingezonden stukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers. Geachte Redacteur Vergun mij s.v.p. een plaatsje in Uw blad voor het volgende Als aangeslotene voor huisverlichting bij de N.V. „E.M.G.O." werd mij 8 December j.l. een meterkaart uitgereikt, waaruit bleek dat ik voor vastrecht moet betalen, vier gulden per maand plus meterhuur. 9 December schreef ik aan de Directie der E.M.G.O. te Middelharnis dat ik geen vastrecht verlangde, doch genegen ben het aantal verbruik te K.W.U. a 0,35 te betalen. 15 December werd mij echter een kwitantie

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 2