voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden,
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3699
WOENSDAG 3 DECEMBER 1930
45STE JAARGANG
r'n Huisapotheek^
voor 60 centen
KA osterAalsem
Oemeenteraad
Brieven uit Amerika.
De Staat Is niet de hoogste
macht in de Maatschappij,
maar een macht naast
andere machten.
J
Isigeizotideti Stukken.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG an ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maasden franco per post f Ir- bl vooruitbetaling.
B-JiTENLAND b§ vooruitbetaling f 8.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
Fa. W. B0EKHO¥EM^™MEM
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 eest, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f l.~ per plaatsing,
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sl beslaan,
Advertentie» worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
A II© staakkes® vostr d© Redactie ts©steasad» Adv©rt©sa t J ©sa verder© Adaniaiiisiratie, franco toe t& asemden am de Uitgevers
STATENKIESKRING RIDDERKERK.
Zaterdag j.l. hqp-ft de Statensectie Ridderkerk
i - vergaderd.
Ds. van Lummel sprak hier een bezielend
woord: „Tegen wind en tij".
Een'woord, dat de positie van ons antirev.
volk bij de a.s. verkiezingen duidelijk en vol
komen juist teekent.
Maar we zijn een volk, ontworsteld aan het
schuimend zeenat. Wet zijn vertrouwd met de
zee en met den wind en met het tij.
Ook als het gaat tegen „wind en tij" in, zal
ons dit niet ontmoedigen.
Voorwaarts ligt de weg
Het komt er maar op aan, dat we aanpakken
en alle hens aan dek brengen.
Wij hebben de goede koers, het compas is
zeker en een kostbare lading bergen we aan
boord.
Het woord is aan de plaatselijke kiesver-
^Mienigingen.
Laat ons dan actief zijn
VOLKOMEN AD REM.
De burgemeester van Nieuwe Tonge kon niet
meegaan met zijn beide wethouders om adhaesie
te betuigen aan het adres van de drie afdee-
lingen der Holl. Maatij. van Landbouw.
Een volkomen juist standpunt, dat gelukkig
door een der onzen, de heer Nieuwenhuizen,
gedeeld werd.
De redactie van het adres, de vorm waarin
het protest gegoten is, maakt het een gemeente
bestuur onmogelijk er adhaesie aan te betuigen.
We moeten hier wel onderscheiden.
Een gemeentebestuur is met overheidsgezag
bekleed, draagt een publiekrechtelijk karakter.
En bovendien moet het met onze gemeente
besturen niet den weg op om aan allerlei adres
sen adhaesie te gaan betuigen. Dat is in strijd
Viet het karakter van een gemeentebestuur.
STATENKIESKRING RIDDERKERK.
Onder presidium van den heer J. C, Diepen
horst, van Strijen, werd te Rotterdam de jaar
vergadering gehouden.
Het jaarverslag van den secretaris, de heer
J. P. Kögeler van Zwijndrecht, gaf goede ver
wachtingen voor de komende verkiezingen. De
Besturen der Hulpcentralen bleken reeds actief
ten opzichte van de te voeren actie. Het jaar
verslag van den penningmeester, de heer P.
van der Meyden, van Brielle, gaf aanleiding tot
bespreking van den finantieelen toestand in ver
band met de verkiezingen. De contributie werd
vastgesteld op 20 cents.
Eenige bespreking had plaats over de groslijst.
Verschillende personen bepleitten om uit iedere
Hulpcentrale één persoon op den voorgrond te
brengen.
Daarna hield Ds. van Lummel van Zuidland
een opwekkende rede over: „Tegen wind en tij".
Een geanimeerde bespreking volgde op deze
rede, die niet naliet de vergadering te bezielen.
Bij de rondvraag kwamen nog enkele interne
aangelegenheden ter sprake. Ter vergadering
waren de vertegenwoordigers van 30 kiesver-
eenigingen.
Beste Vritend
Amerika is een jong land en wordt daarom
dan ook „de nieuwe wereld" genoemd. Onze
geschiedenis begint in de middeleeuwen. In het
jaar 1492 zeide Christoforus Columbus uit Spa-n
je om een nieuwen weg te vinden en hij vond
een nieuwe wereld. Voor geheel de wereld was
de ontdekking van Columbus een weldaad en
zegen. Ge zult wel begrijpen, dat dit deel van
onze vaderlandsche geschiedenis in onze scholen
breedvoerig wordt onderwezen. Zij is het begin
van het nu zoo groot en machtig Amerika. Ën
toch, als men een boek ter hand neemt wat de
geschiedenis van Amerika beschrijft, dan 'beslaat
de geheele geschiedenis van de ontdekking van
Amerika en de daarop volgende tweehonderd
jaren maar enkele bladzijden. En in die enkele
'bladzijden neemt de geschiedenis van den Fran-
schen Admiraal de Colignie, die in 1564 een
colonie wilde vormen voor zijn geloofsgenooten
(Hugenoten) e en groote plaats in. Breedvoerig
en interessant worden de jaartallen 1620-1628-
beschreven en daar begint dan ook eigen-
onze geschiedenis. Geen „Santa Maria" (het
3. Z™ Colun?bus), maat de „May flower"
onder? 1J a°nZe ®cbo°hdnderen zoowel als bij de
t Y°lle attentie. En geen wonder, Co-
un een groot man- had met zijn
Gmot ^9 °C'^ 9eifn hA°°ger 'bedoeling dan een
„Groot-Spanje en het Amerikaansche qoud, ter-
Hh eH d 7 We/ ,een lading vluchtelingen
inhield, die om vnjheid van godsdienst lading
zochten. Columbus is afgebeeld in onze boeken
te midden van cardinalen en bisschoppen in
Roomsch-Kathohek ambtsgewaad voor de Coun
cil te Salamanca, waar hij permissie verzocht
voor zijn plan, terwijl de pelgrims en puriteinen
te Plymouth zijn geschilderd als .echte Ameri
kanen, die het juk van hiërarchie afschudden,
al moesten zij dan ook hun geboorteland er om
verlaten. En dit is zeer zeker een van de redenen
dat onze geschiedenis zoo breed is met de be
schrijving van de landing te Plymouth. De daad
van de Puriteinen was een daad, die zich geheel
aanpastte bij de verdere ontwikkeling van het
Amerikaansche volk. Ons volk in de Vereenigde
Staten van Amerika is een protestansch-demo-
cratisch volk. Is geheel verschillend van Mexico
en de landen' aan de andere zijde van het Pa
namakanaal. Daar zijn de Spaansche sporen
nog goed zichtbaar. Op godsdienstig gebied
leeft men daar nog in de duisternis van de mid
deleeuwen. En hoe onbeschrijfelijk veel daar
geleden wordt onder den voortdurenden geest
revolutie en opstand is u, die in Nederland de
bladen leest, wel bekend. Mexico en al de re
publieken in Zuid-Amerika missen het licht der
Reformatie. Van de machtige geestelijke be
weging der Reformatie hebben die landen hoe-
genaamd niets genoten. De Reformatie heeft !n
vele landen in Europa een. machtige verande
ring teweeg gebracht. In plaats van de Kerk
als overheerschende macht van het geheele leven
als in de middeleeuwen, treedt de Staat op.
Daarin ligt in hoofdzaak het verschil in de lan
den der Reformatie en de even genoemde repu
blieken.
Het is voor mij altijd een raadsel, dat wij ais
Geref. en-Chr. -Geref. Kerk in dit land zoo ver
van huis gaan om zen-ding te drijven Onze Mexi-
caansche buren hebben het evangelie der Refor
matie even hard noodig als de Chinees en de
Japaneesch.
Zooals ge weet is 31 October de Hervor
mingsdag. De Lutherschen hebben hier op dien
datum hun conventie. Onze President heeft in
een schrijven aan die Luthersche samenkomst
een zegenwensch toegezonden, maar onze Room-
sche Amerikanen zijn daar zeer ontsteld over.
Een Pater-secretaris van de Katholieke „Wel
fare Conference" heeft President Hoover hier
over berispt. Hij is volgens hem zijn boekje te
buiten gegaan door een zekere godsdienst te
feliciteeren, waar andere burgers zich aan er
geren. Deze onbeschaafde daad wordt in ons
Protestansch Amerika zeer becritiseerd. Toen de
Joden onlangs in een groote samenkomst bijeen
waren, heeft onze President ook hen toege
sproken, en gefeliciteerd, maar toen hield de
Pater zich stil. Dit was blijkbaar voor hem niet
„ergerlijk", maar nu het de nazaten van den
grooten Hervormer Maarten Luther gold, nu kon
hij zich niet inhouden. George Akerson, de secre
taris van Mr. Hoover, antwoordde daarop even
beslist, dat het in het minst niet de 'bedoeling
van Mr. Hoover was om een blaam te werpen
op de Roomsche burgers. Zulk een aantijging
was een beleediging voor des Presidents ge
voelen, en voor de complete verdraagzaamheid,
die hij altijd, zoowel privaat als publiek, heeft
voorgestaan, voegt hij er aan toe. Gelukkig, dat
ins ons groote land de nagedachtenis van den
grooten Wittenberger monnik nog in eere is.
En er in duizenden kerken tot zijn nagedachtenis
gesproken wordt
Neen, de middeleeuwen waren niet enkel duis
ternis. Wat waren er al vele reformatorische
stroomingen lang voor Luther leefde. We ge
denken aan Pisa in 1409, te Constanz in 1414-
1418, te Bazel 1431-1443. En daarvoor in 1324-
1384 Johannes Wiclif, een Engelsche geleerde,
wiens gebeente later op last van de Kerkver
gadering van Constanz werd opgegraven en
verbrand, maar ook aan Joh. Huss 1373-1415,
wegens zijn kettersche gevoelens voor het Con
cilie van Constanz gedaagd, daar met een Kei
zerlijk vrijgeleide verscheen, maar desondanks
verbrand werd. Het verhaal luidt, dat Huss op
weg naar den brandstapel gezegd heeft: „Heden
'braadt gij een gans (de beteekenis van den
naam Huss), maar over honderd jaren zult gij
een zwaan hooren zingen, die uit mijn asch ver
rijzen zal. Die zult gij ongebraden laten, want
gij zult hem met list noch geweld kunnen van
gen." Toen Luther optrad, heeft men in hem
de vervulling van deze profetie gezien.
Het wereldgebeuren gaat volgens het groote,
van eeuwigheid uitgestippelde plan Gods. Niet
de geest van Columbus, die ons land ontdekte,
zegeviert in de Vereenigde Staten, maar de geest
der Reformatie, die in dienzelfden tijd in Europa
zich ontwikkelde, geeft door Gods genade den
toon aan. En de reden waarom verreweg het
meerendeel van ons Hollandsche volk, dat emi
greert naar Amerika, Gereformeerd is, is niet
te verklaren, maar wij weten, dat onze vrome
oude Puriteinen veel gebeden hebben voor hun
„new-land". En de duizenden kerken wijzen er
op, dat ons voorgeslacht niet bij brood alleen
geleefd heeft.
Een aansporing des te meer voor ons om die
heerlijke beginselen, die vruchten zijn van de met
bloed geschreven Reformatie, hier te -doen door
werken.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
i.
-Het behoort tot de onmogelijkheden een de
finitie te geven van den staat.
Om de eenvoudige reden, dat het woord staat
niet steeds eenzelfde beteekenis heeft.
Het woord staat heeft minstens drieërlei
beteekenis.
Uit het verband, waarin het woord wordt ge
bruikt, zal de beteekenis van het woord moeten
blijken.
Staat kan beteekenen grondgebied.
In dien zin wordt het gebruikt, wanneer men
sprekend van iemand, -die zich in het buitenland
bevindt, zegt, dat zoo iemand niet in den Ne-
derlandschen staat is.
Ook kan het woord aanduiden een bepaalde
gemeenschap, de gemeenschap namelijk van
overheid en onderdanen.
Iemand 'kan staatsrechterlijk van den eenen in
den anderen staat overgaan. Hij kan bijv. van
Nederlander, Duitscher worden. Zoo iemand be-
hoort dan niet meer tot den Nederlandschen
staat. En het is heel wel mogelijk, dat zoo
iemand zich in den Nederlandschen staat op
houdt, d. i. op Nederlandsch grondgebied ver
blijf houdt.
In de derde plaats kan het woord beteekenen
het staatsgezag, de staatsmacht, de staatsheer
schappij. In dien zin bedoeld, komt het woord
voor in uitdrukkingen als deze: dienaren van
den staat, onderdanen van den staat, staats
bemoeiingen', wetten van den staat, en derge
lijke.
Men doet goed deze verschillende beteeke-
nissen uit elkaar te houden.
Het werkt verwarrend, wanneer men deze
drieërlei beteekenis van het woord verwaarloost.
goed voor brand-, snij- en stootwonden,
verouderde wonden, zonnebrand, aam
beien, spierpijnen, spit, rheumatische
pijnen, wintervoeten, springende handen
en nog veel meer, koopt ge met een
pot Akker's Kloosterbalsem, de snel
C werkende merkwaardige veelzijdige zalf.
t
„Geen goud
zoo goed'y
Met een voorbeeld, dat beter tot onze ver
beelding spreekt, mogen wij dit toelichten.
Er zijn verschillende woorden, die evenals
„staat", meer dan één beteekenis hebben.
Neem bijvoorbeeld het woord huis.
Dit kan beteekenen woning, maar ook huise
lijk leven.
Wanneer iemand zegt, dat zijn huis is ver
brand, neemt hij het woord huis in den eerst-
genoemden zin. Neemt hij het woord in beide
-beteekenissen tegelijk, dan zou dus niet alleen
zijn woning, maar ook zijn huiselijk leven in de
vlammen zijn opgegaan.
Ieder verstaat, dat dit onzin is.
Precies zoo is het ook met het woord staat.
Ook ten aanzien van dit woord is het abso
luut noodzakelijk op de drieërlei beteekenis van
het woord te letten.
Een bewering bijvoorbeeld, dat een koning
nimmer de staat kan zijn, omdat de staats
schulden niet privé-schulden van den koning zijn,
is reeds hierom onjuist, omdat het woord staat
hier in tweeërlei beteekenis naast elkaar wordt
gebruikt.
De eerste keer, dat het woord wordt gebruikt,
beteekent het staatsgezag en in de uitdrukking
staatsschulden duidt het woord de gemeenschap
aan.
Wanneer wij zeggen, -dat de staat niet de
hoogste macht in de maatschappij is, maar een
macht naast andere machten, dan beteekent het
woord staat staatsgezag.
De staat is een macht, maar niet de eenige
macht.
Er zijn meer machten.
Wij noemen de ouderlijke macht en de Kerk.
Hoe is nu de verhouding tusschen den staat
eenerzijds en de andere machten anderzijds
Deze vraag 'beantwoorden wij als volgt
De andere machten zijn niet ondergeschikt
aan den staat. De staat is een macht, maar niet
de hoogste macht in de maatschappij. De staat
is een macht naast andere machten.
Hoe wij dit bedoelen moge het navolgende
voorbeeld duidelijk maken
De ten onzent bestaande bepaling, volgens
welke een kerkelijke huwelijksinzegening niet
kan plaats hebben, dan nadat een verklaring is
overgelegd, waaruit blijkt, dat het huwelijk voor
den ambtenaar van den burgerlijken stand is
voltrokken, achten wij bijvoorbeeld in strijd met
het karakter van de staatsmacht.
Beide, én staat èn kerk zijn machten.
Ieder -dezer beide machten heeft een eigen
gezagsgebied, op welk gezagsgebied ieder sou-
verein is. De staat 'bezit op het -ggbied, dat des
staats is, niet slechts de hoogste macht, maar
het bezit de machtsvolkomenheid. Daar is dus
alle macht gelegd in handen van den staat. Daar
buiten echter heeft het staatsgezag geen macht.
Acht de staat -dan ook ter uitoefening van zijn
taak een regeling gewenscht, waarbij zekerheid
bestaat, dat een kerkelijke huwelijksinzegening
niet anders plaats heeft, dan nadat het huwelijk
voor den ambtenaar van den burgerlijken stand
is voltrokken, dan legge de staat aan de kerk
niet dwingende bepalingen op, maar behoort de
I staat langs -den weg van onderhandeling, door
middel dus van een concordaat een zoodanige
regeling tot stand te brengen.
Kerk en staat zijn immers machten -naast
elkaar.
De kerk is niet ondergeschikt aan den staat,
noch ook omgekeerd de staat aan de kerk.
Dit is het eerste artikel van een reeks arti
kelen, die wij over den staat schrijven.
Lezers, die meer van het onderwerp willen
weten, mogen wij verwijzen naar het werk van
oud-prof. Fabius: De Leer van de Souvereiniteit.
-Dit werk is onze voornaamste bron.
Leeuwarden. P. SIEBESMA.
De copie van Ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
Mijnheer de Redacteur
De heer Koote tracht zich op allerlei manieren
uit de situatie te redden -door steeds maar weg
te cijferen de kwestie waar het om gaat.
Het voorstel van de begrootingscommissie
was om de pensioenstorting door de ambtenaren,
die een salaris hebben van 1400.en daar
boven, zelf te laten betalen.
Het verhaal moet geschieden volgens art. 36
al. 4, waar staat, dat het verhaal geschiedt
beperkt op den voet van art. 98, 't welk luidt:
„-Het weduwen- en weezenpensioen wordt ten
hoogste over een grondslag of een totaal aan
grondslagen van 3000.berekend."
Nu moet men niet doen zooals de heer K. en
het salaris voor den aftrek ad 17455.(het
juiste bedrag is 17445.in aanmerking komt
met 8J/£ vermenigvuldigen, maar men moet
het bedrag berekenen in verband met de be
palingen van de Pensioenwet en dan was, op
het oogen'blik, dat de heer K. in den Gemeente
raad een cijfer noemde, het voordeel voor de
gemeente 1253.80.
Ik blijf dus gelijk hebben met te zeggen, dat
de heer K. onjuiste cijfers noemde en dat hij
daarmede een verkeerde voorstelling aan het
publiek gaf.
De grove fout, die ik begaan heb volgens den
heer K. -bij het noemen van het bedrag, dat oij
het weduwen- en weezenpensioen voor verhaal
in aanmerking komt, kan ik stilzwijgend voorbij
gaan, omdat de heer K. dit deel van mijn inge
zonden stuk uit zijn verband heeft gerukt, dan
wel dat hij verkeerd gelezen heeft.
Complot beteekent taalkundig „zich heimelijk
verbindend". Ik zie in dit woord geen enkele
onbetamelijkheid, vooral niet waar de heer Koo
te ingewijde was in de voorstellen van de be
grootingscommissie, waarvan hi) geen lid was,
en van welke voorstellen de overige raadsleden
onkundig waren gelaten.
Ik zal eindigen met de woorden van den heer
K. in zijn laatste ingezonden stuk, waar hij
neerschreef
„De lezer oordeele nu zelf maar wie er fou
tief heeft gerekend en wie het publiek verkeerde
voorstellingen gaf."
Ik -dank U, mijnheer de Redacteur, hartelijk
voor de ruime gelegenheid, die U mij gegeven
hebt om met den heer K. deze aangelegenheid
te behandelen.
Hoogachtend,
A -b o n n
VERGADERING van den Gemeenteraad
van NIEUWE TONGE op Vrijdag 28
November des nam. 7 uur.
De voorzitter, burgemeester Sterk opent de
vergadering met gebed, waarna de notulen wor
den voorgelezen en onveranderd worden vastge
steld.
De VOORZITTER brengt opnieuw in stem
ming het voorstel betreffende de heffing vaij op
centen op de vermogensbelasting, over welk
voorstel in de vorige vergadering de stemmen
staakten.
Wethouder PRINCE stelt voor 25 opcenten
te heffen.
Wethouder KROON wilde 50 opcenten hef
fen.
De VOORZITTER licht het voorstel nader
toe en zegt dat de gemeente voorheen 60 opcen
ten hief, maar het rijk gaat nu ook 50 opcenten
heffen, dus worden de vermogens, wanneer de
gemeente nu ook nog 50 opcenten (het tegen
woordige maximum) gaat heffen, zwaar belast.
De heer NELISSE (in de vorige vergadering
niet aanwezig) vraagt of deze belasting beslist
noodzakelijk is om -de uitgaven der gemeente te
dekken.
De VOORZITTER antwoordt ontkennnend,
zoo groot is het 'bedrag voor deze gemeente niet.
De heer NELISSE de vermogens zijn toch al
tamelijk belast.
Het voorstel-Prince wordt hierop aangenomen.
Tegen stemden v. Vliet, Visbeen en Kroon.
Het verzoek cm licht in de woningen gelegen
aan den Klinkerlandschen weg wordt toegestaan.
Voor den Stovendijk wordt straatverlichting
gevraagd. B. en W. willèn nog een lantaarn
plaatsen boven op den dijk aan den huizenkant.
Aldus wordt besloten.
De drie afd. van de Holl. Mij. van Landbouw
vragen adhaesie-betuiging aan hun protest tegen
de Regeerincr,
De VOORZITTER persoonlijk is er tegen,
aan dit adres in dezen vorm adhaesie te betuigen.
De beide Wethouders zijn er voor, maar spr.
kan zich met den toon van dit schrijven niet ver
eenigen. De crisis is een nationaal en interna
tionaal verschijnsel. Ook andere bedrijven wor
den er door getroffen. Bovendien zal een maai
en menggebod misschien 5 of 10 der landbou
wende bevolking 'helpen, de andere 95 zullen
mee betalen moeten om die 5 te helpen. En
dat terwijl de malaise algemeen is. In Gouda
werden pas weer drie fabrieken stilgelegd. In
Rotterdam worden er telkens weer schepeij op
gelegd. De economische inzinking is een we
reldverschijnsel. Zal er iets door de Regeering
gedaan kunen worden voor den landbouw, dan
zal het in de richting van steun aan de bieten
cultuur moeten gebeuren. Daar heeft het platte
land in het algemeen oneindig veel meer belang
bij.
De heer NIEUWENHUIJZEN is het met
den Voorzitter eens dat de redactie van deze
motie niet deugt. Een gemeentebestuur kan haar
zoo niet steunen. Spr. is er wel voor in dien
geert als door den Voorzitter wordt bedoeld
een verzoek tot de Regeering te richten. Maar
daarin mag het woord „protesteeren" niet voor
komen. Het gaat niet aan dat een openbaar be
stuurslichaam gaat „protesteeren" tegen de
landsregeerin-g over haar beleid inzake de lands-
bouw. Overigens gelooft spr. dat een maal- en
menggebod wel meer beteekenis heeft dan de
Voorzitter doet voorkomen. Tarwe wordt ge
teeld in het noorden en het zuiden zoowel als
in Zuid-Holland al is het hier in mindere mate.
Het gaat hier over het zelf produceeren en zelf
consumeeren door ons volk. Dat is van groot
belang, terwijl de suikerbietenteelt nog voor een
groot deel voor het buitenland is.
De heer NELISSE gelooft dat het maal- en
menggebod velen door het hoofd is gaan malen,
blijkbaar ook de Regeering. Inplaats een maai
en menggebod ten bate der landbouwers in te
stellen, heeft zij steun verleend aan de Ned.
Lloyd.
Spr. acht een protest tegen de Regeering wel
degelijk op zijn plaats. Er zijn al zoolang ern
stige pogingen door de landbouwers gedaan om
de regeering te bewegen iets voor dezen stand
te doen. En als de landbouw onder gaat, gaat
alles naar de kelder. Met den landbouw zijn vele
bedrijven gemoeid. Heel de plattelandsbevolking
heeft er rechtstreeks belang bij. En als de ste
deling meent dat hij niets met den landbouw te
maken heeft, zou spr. dezen willen zeggen wat
Mordichai tegen Esther zei, beeld gij u niet in
geertuw ziel, dat uwe ziel zal ontkomen. Spr.
wil gaarne adheasie betuigen aan -dit protest te
gen de laksche houding der regeering.
Met de stem van den heer Nieuwenhuijzen
tegen wordt besloten adhaesie te betuigen.
Gevraagd wordt adhaesie te betuigen aan het
rapport der Staatscommissie van-Rijckevorsel.
De heer v. ALPHEN is er tegen want hij wil
geen Zondagsdiensten. Bovendien is het hoofd
zakelijk voor luxe auto's en voor landbouwpro
ducten is geen plaats gerekend.
Wethouder VAN DER KROON is tegen sub-
sidieering en vanzelf dus ook tegen adhaesie-
betuiging. Het eene zit aan het andere vast.
Spr. is er tegen dat er steeds meer zoowel te
water als te land winsten gemaakt moeten wor
den van de auto's. Ze waren ook al van plan
de 2e klas op te ruimen. Dat is gelukkig niet ge
beurd. Dat er verbinding komt naar Brabant is
niet noodig. Dat is alleen voor plezier. Het zal
een dertien duizend gulden kosten en voor N.
Tonge ongeveer duizend gulden. De gemeente
moet bezuinigen. Er wordt veel gevraagd voor
allerlei dingen. Nu pas weer voor een zieken
barak. Ze zijn ook al bezig voor een schoolarts.
Dat is allemaal werk van heeren met groote
tractementen. Maar het gewone volk hier in
Nieuwe Tonge werkt een heel jaar voor niets.
De heer NIEUWENHUIJZEN meent dat de
Zondagsdiensten geregeld worden, wanneer men
aan de detailkwestie toe is. Dat is waneer er
gesubsidieerd moet worden. Thans gaat het er
maar over het noodige bedrag nog op de staats-
begrooting te brengen. Spr. betwist dat de ver
beteringen alleen ten bate van het luxe vervoer
zou zijn. De auto wordt het verkeersmiddel bij
uitnemendheid. Hij neemt een niet minder groote
plaats in dan -de tram. In de Hoeksche Waard
heeft zij zelfs de tram verdrongen. Bijna alle
suikerbieten worden daar per vrachtauto ver
voerd. Daar wordt bijna alles Der vrachtauto
gedaan. Het vervoer per auto is goedkoop.
Wanneer er verbinding komt naar Brabant zal
die ook voor het vrachtvervoer van en naar
Flakkee een groote uitkomst zijn. Nu moet alles
via Rotterdam, wat ondoenlijk is. Wanneer er
paardenmonstering te Willemstad is, is Flakkee
buitengeslotan. Dat zal veranderen wanneer er
een verbinding komt.
Ook België zou dan in relatie met ons eiland
komen. Er komt correspondentie rechtstreeks met
de fabrieken in Brabant en steden als 's Her
togenbosch, Breda en Bergen op Zoom. Van
uit Brabant zal Flakkee bezocht worden. Er
zullen miscchien mogelijkheden geopend worden
voor de Flakkeesche fruitcultuur, zoowel bessen-
teelt, als andere. Het is dan volstrekt geen luxe
maar van economische perspectie en voor Flak
kee van zeer groote urgentie.
De VOORZITTER berekent wat Nieuwe
Tonge op een vaste bijdrage zal komen van
150.-per jaar, Spr. wijst eveneens op het
groote belang van goede en snelle verbindingen.
Het adres -dat hier bedoeld wordt wil alleen