derde blad
and.
e Stand
ichten.
Nlieuws.
Brandwonden
KIoo®terbaI®em
Uit onze Partij.
mvroo-SKfNOWSES
Zaterdag 29 November 1930. No. 3698
Gemeenteraad
Hel Woordenboek der
Zeeuwsche dialecten.
Boekbespreking.
00 Geen goud
zoo goed"
t jaar op het eiland
ei de Overijselsche
gen de schitterende
n de verschillende
:rs, generaal Duy-
rel en andere auto-
;rde oefeningen, als
label, benevens het
ken bizonder onze
onze landstormers
-anddag voor het
s, gehouden te N.
:t doek de H.Edel-
toogerhuizen, luit.-
tonden der Maas,
een spontane hul-
ntvangst te nemen,
int van dit verband
een groote popula-
zoo bekende hooge
ïeester, de heer L.
den Hollander op
lekende hardlooper
dem gekomen, toen
ïietwedstrijden, het
der cavalerie trof
W. P. C. Marga-
de K. L. M. een
het vervoerwezen
M. welke wij Dins-
uitgang van de K.
vaardigde bedrijfs-
ssante film toonde
elden, vluchten en
Uien waren er ten
luchtvaart het ge-
ïogelijkheden. Ook
de bedrijfsfilm der
neens met de groot-
r J. H. Dijkers de
>gerhuizen voor de
te hebben bijge-
bare Hef Den Hol
de heer Margadant
m dezen avond te
:r woord van dank
zijne schitterende
kregen wij gelijk-
B. V. L.. Wij ver-
ïstaand verslag.)
VAN DE WIN-
NG.
'erd gisteren aange-
ttelijke regeling van
angenomen met 25
een behalve de heer
onairen, de sociaal-
lemocraten, en de
in der Hoeven,
n, de christelijk-his-
/an der Hoeven, en
RINGVLIET.
A. A. Hogerweg
ba, d. v. J. A. Peek»
?ieter, z. v. A. van
Lena, d. v. J. L.
NGE.
23 jaar te Rotter-
20 jaar alhier.
D.
n van L. W. Wit-
Wekke. 73 jaar
I
JM.
Zornelis Brugegman
a Melissant jd. al-
Middelhar nis.
25 November.
',70
60 per lOOstuks
20,-
per 100 kg.
nadag 26 Nov.
150 kg.
lusief baal.
erdag 27 Nov.
5 tot f 5,75
tot 8,—
0 tot f 8,10
per 100 stuks
N MAN VOLGEN.
gaat zwemmen 1
één zag een survei-
>p den Nesserdijk te
verbazing, dat een
den kant liep pootje
zomer was en alsof
inige zand langs de
land, zóó stapte de
oote beenen door het
rokken hield zij tot
letild en voorzichtig
usschen de puntige
den rommel welke
bedekken.
q verbaasden agent
rtoond immers, de
VERSLAG van de vergadering van den
raad der gemeente STAD AAN
HARINGVLIET op Maandag 24 Nov.
des voorin, half tien uur.
Voorzitter Burgemeester Nieborg. Alle leden
te DeTergadêring werd door den Voorzitter met
qebed geopend, waarna de notulen der laats.e
vergadering werden gelezen en onveranderd
goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
Procesverbaal kasopname bij den gemeente--
ontvanger, waaruit bleek, dat op 19 dezer in
kas was een bedrag van 297.43overeen
komstig boeken en bescheiden.
De goedkeuring van Ged. Staten over de hef
fing van 5 opcenten op de vermogensbelasting,
de heffing van de personeele belasting.
Het verslag van den keuringsdienst van waren
in het district Dordt over het 3e kwartaal.
Een bedrijfsoverzicht over de Mij. Mabeg te
Utrecht over de uitkomst over de maanden Jan.
en Febr. 1930, waarin een winst was gemaakt
van 830.62J-2-
B en W. stelden voor drie leeningen te con-
verteeren als volgt: Een bij de Bank van Ned.
Gemeenten, oorspr. groot 26.000,—, thans nog
resteerend 22.800.— van 5 op V/z Een
leening van A. v. d. Tol groot 4500.-, thans
noq 2500.- van 5 op 4Yz en van D. Wit-
tekoek, groot 7000.—, thans nog 4750.—,
van 5J4 °P 5
Alzoo werd besloten.
De bestaande schoolgeldregeling werd voor
1931 opnieuw vastgesteld.
Begrooting 1930 werd met enkele af- en over
schrijvingen gewijzigd.
Een verzoek was ingekomen om adhaesie te
betuigen aan het rapport inzake verkeersver-
beteringen van de commissie-van Rijckevorsel.
B. en W. stelden voor hieraan te voldoen
onder voorwaarde, dat de diensten op Zondag
over de veeren Ooltgensplaat, Dinteloord, Nu-
mansdorp geheel stil zullen liggen en geen uit-
brieding van diensten zal plaats hebben op het
veer Middelharnis-Hellevoetsluis.
De heer BERK zeide, dat op Zondag eigenlijk
alles stil moest liggen. Wel moest er een boot
klaar liggen, die in noodgevallen kon varen,
doch geen geregelden vasten dienst. Ook zou
hij de voorkeur geven aan een tariefverhooging
op Zondag. De diensten zijn er in hoofdzaak
voor jolijt.
Weth. BRABER meende, dat dit te streng
was; men kan bovendien toch niet weten wan
neer men noodig moet varen. Wanneer Berk zijn
zin kreeg, zou de boot misschien nog meer varen
dan zij nu doet, want dan kunnen er den ge-
heelen dag wel spoedgevallen komen. Wie geeft
daarvan de grens aan?
De heer PAASSE meende, dat men ieder vrij
moet laten. Men moet andersdenkenden geen ge
legenheid ontnemen te reizen, dat moet elk voor
zichzelf weten; wij hebben toch geen zeggen
over een andermans wil en die heeft toch ook
zijn rechten.
De heer BERK: Als wij in die commissie zit
ten en wij geven subsidie, dan moeten wij ook
bepalen of onze boot vaart of niet.
De VOORZITTER: Daar hebben wij niets
over te zeggen. Wij zitten niet in de commissie
en de boot is niet vaö ons.
De heer BERK: O, dat dacht ik.
De heer VAN SPRANG meende ook, dat de
noodzakelijkheid zeer rekbaar is en er dus geen
betere oplossing is dan de bestaande diensten
te behouden.
Daarna bracht de VOORZITTER het voor
stel tot adhaesiebetuiging in stemming met de
restrictie van de Zondagsdiensten. Dit werd aan
genomen met 6 tegen 1 stem, die van den
heer Paasse.
Besloten werd mede te werken aan het plan
om een ziekenbarak voor Flakkee te stichten.
Een verzoek was ingekomen van de Holl. Mij.
van Landbouw om adhaesie te betuigen aan de
aangenomen motie op de onlangs gehouden
protestvergadering te Middelharnis.
B. en W. stelden voor aan dit verzoek niet te
voldoen; wel zou de Voorzitter er iets voor
voelen, steun te verzoeken voor de suikerbieten-
cultuur. Van een maal- en menggebod verwacht
te spr. geen heil. Bovendien is deze motie af
komstig van een vergadering, een wilde ver
gadering, zonder van een vereeniging uit te gaan
en wij mogen toch niet protesteeren tegen de
handelwijze van een hoogere macht.
De heer BERK vond het revolutionair op
treden tegen de regeering en begreep niet, dat
van den Heuvel uit Ooltgensplaat daaraan kon
medewerken. Die heeft op die vergadering staan
pleiten voor demonstratief optreden en de ar
beiders zouden dit niet mogen doen. Wanneer
die straks onzen steun vragen, moeten wij dien
ook geven. Een meng- en maalgebod zal het
tarwezaaien aanmoedigen en dat geeft ook min
der werkgelegenheid, en dientengevolge zullen
wij straks weer meer arbeiders hebben te werk
te stellen.
De VOORZITTER: Die motie mogen wij
niet steunen, die moet weg.
Weth. BRABER zeide, dat die motie niet is
vastgesteld in een wilde vergadering, doch door
de drie afdeeling van de Holl. Mij van Land
bouw op ons eiland, die het via de Hoofdbe
sturen zullen doorgeven aan de regeering. Allen
hebben wij belang bij het welzijn van den land
bouw en daarom dient het streven ook qesteund
te worden.
De VOORZITTER: Kunt U mij aantoonen,
dat een maal- en menggebod goed is voor den
landbouwer
De heer ARENSMAN was van oordeel, dat
een menggebod een prijshoudende maatregel zou
zijn. Meer zal er niet gezaaid worden, want
zoon prijsopdrijving zal het menggebod niet
kunnen veroorzaken, alleen wel een verhooging
tot den prijs van vorig jaar en toen was het
brood toch ook niet duurder dan nu.
T,VAN SPRANG meende, dat men
nelHVe m K ')S 9mg be9even, wanneer we der-
SfeinfJ 9.aan steunen- moet de ge
meenten er met voor spannen, ook de suiker-
DTvX7e™cheTin9 nemen"
De VOORZITTER stelde voor geen ad
haesie te betuigen, hetgeen werd besloten met
6 tegen 1 stem, die van weth. Braber.
Van enkele landbouwers was een verzoek in
gekomen om verbetering van de weeahnm
De VOORZITTER deelde mede, dat daarin
verbetering gebracht kan worden door het aan
brengen van een paar betonstukken bij den
oprit, dan is het gewichtsverschil miniem.
Alzoo werd besloten.
Van de schipper Goumare, Peekstok en Huij
zer was een adres ingekomen om een vaste
laadplaats te verkrijgen.
De VOORZITTER zeide, dat zulks mogelijk
was tegen een vergoeding van 25.ingevolge
het Havenreglement.
De heer BERK meende, dat het regelen van
de plaatsen het werk was van den Haven
meester.
De heer VAN SPRANG vroeg of Goumare
een vaste plaats heeft.
De VOORZITTER zeide, datz ulks niet het
geval is. Hij meende dit wel, doch was ver
geten, dat het havenregelment sindsdien ver
anderd is.
Besloten werd, dat de politie de plaatsen
regelde en Goumare voortaan zijn plaats moet
afstaan, wanneer een andere schipper die plaats
meer van noode mocht hebben.
De VOORZITTER zeide, dat de R.T.M. od
haar verzoek een tweede bus zal laten loopen,
daar het vervoer voor één bus te zwaar is. Ook
was hem toezegging gedaan, dat de abonnemen
ten verlaagd zullen worden.
In de rondvraag kwamen enkele onbeteeke-
nende vragen naar voren, waarna de vergadering
werd gesloten.
Omstreeks Paschen van het vorig jaar be
vatten de couranten een kort bericht over de
werkzaamheden der Zeeuwsche vereeniging voor
dialectenonderzoek, die de samenstelling voor
bereidt van een Woordenboek der Zeeuwsche
dialecten. De tongvallen van Goeree-Overflak-
kee behooren tot het Zeeuwsch en dus moet
ook de taal van ons eiland worden neergelegd
in dit woordenboek.
Belangstelling voor plaatselijke taal heeft
nooit geheel ontbroken. Altijd zijn er menschen
geweest, die luisterden naar het woord uit den
volksmond. Maar de meesten hebben toch wei
nig begrip van de groote beteekenis van de
tongvallen, de „regenboogkleuren" der moeder
taal.
Een misprijzen der streektaal komt nog wel
voor, maar toch minder dan vroeger. Wat een
zeldzame bloem is voor den plantkundige en
een zeldzame steen voor den beoefenaar der
aard- en delfstoffen, dat is een zeldzaam woord
voor den taalkundige. Vergelijkt men de taal op
school geleerd met een geregeld aangelegden
tuin, dan zou men bij de volkstaal kunnen den
ken aan een natuurpark, niet aangelegd, maar
daardoor juist vol met onverwachte bekoorlijk
heden.
Wij behoeven den rijkdom en groote betee
kenis der dialecten hier niet uitvoerig uiteen te
zetten. Deden wij dit, dan zouden wij moeten
wijzen op het belang voor taalstudie en let
terkunde, maar op op de beteekenis voor het
handhaven van eigen volkskarakter. Liefde tot
eigen taal wekt liefde -tot eigen volksaard en
en eigen volk. Onwillekeurig denken wij aan
Guido Gezelle's
Dan weg met de oneigene
tale en den schijn
van elders geborgde gepeizen.
De Westvlaamsdhe dichter-priester voelde
naar het woord van Hugo Verriest zijn eigen
innig wezen in zijn taal. Uit de volkstaal, de
z.g. onbeschaafde taal, heeft hij altijd maar weer
geput voor zijn rijken voorraad van taalvormen
en taalklanken. Dagelijks kwam hij in aanra
king met de geringe lieden, het „taalgetrouwe"
volk. Voor den Zeeuw en den Flakkeeër heeft
de groote zoo niet de grootste Nederland-
sche dichter van de 19e eeuw nog te meer
aantrekkelijkheid, omdat hij in diens gedichten
eigen woorden en zegswijzen kan terugvinden.
Want van de Noordnederlandsche tongvallen
staat het Zeeuwsch zeker wel het dichtst bij
-het Westvlaamsch.
De afgeloopen eeuw heeft zoo ontzettend veel
vernield van het geestelijk erfgoed der vaderen,
ook op het gebied der taal. De beschaving ;n
dienst van den „vooruitgang" leerde ook neer
te zien op de z.g. platte taal. Dat het school
onderricht altijd eenigermate de taal vervlakt,
omdat het „goed Nederlandsch" moet onder
wijzen is onvermijdelijk. Maar de laatdunkend
heid van den spreker van het z.g. „algemeen
beschaafd" heeft toch ook veel kwaad gedaan.
In den Iaatsten tijd is bij voorstanders der
streek- of gouwtalen (o.a. Dr. J. B. Schepers,
den dichter van Bragi) de vraag gerezen of zij
dit geestelijk erfgoed niet voor ondergang kun
nen bewaren. Anderen weer en daarmede
hebben wij hier vooral te doen wezen er op,
dat het hoog tijd wordt de oude dialecten vast
te leggen, zoowel in geschrifte als door middel
van grammofoonplaten.
Wij kunnen in Nederland niet bogen op een
grondige kennis onzer dialecten. Lang waren
wij hierin bepaald achter en eerst in de laatste
jaren begint dit te veranderen. Gedeeltelijk gaat
dat samen met een nieuwe methode in het onder
zoek der dialecten, de z.g. dialect-geografisdhe
die wij hier niet zullen uiteenzetten. In verschil
lende streken van ons land is men begonnen met
een systematisch verzamelen en bestudeeren der
dialectverschijnselen en kort geleden werd van
wege de Koninklijke Academie van Wetenschap
pen opgericht het Centraal Bureau voor Neder-
landsche en Friesche dialecten, dat zich ten doel
stelt: de studie der Nederlandsche en Friesche
dialecten in haar wijdsten omvang. Met dit
bureau staat de Z. V. v. D. O. in verbinding.
Met dat al staan wij in Nederland pas aan
bet begin van deze taak en intusschen gaat
het moderne leven voort met zijn vervlakking
der taal, en verdwijnt met ieder nieuw geslacht
meer van het eigenaardige van de streektaal.
Hoeveel belangstelling er moge zijn in taal
kundige kringen, de mogelijkheid van verzame
ling, bestudeering van een dialect is grootendeels
afhankelijk, niet van den ijver der geleerden,
maar van dien der bewoners van de
streek zelve. Zij kunnen verzamelen, zij
kunnen de vragen, oprijzend bij de taalkundigen,
gemakkelijk en volledig beantwoorden, omdat
zij gedurig het levend materiaal om zich heen
hebben, en in vele gevallen met het dialect van
jongs af vertrouwd zijn. Plaatselijkehulp
is dus van het grootste belang.
Zoo is het ook voor het dialect van Goeree-
Overflakkee. Er is reeds verdienstelijk werk
voor ons eiland gedaan: Dr. M. A. van Weel.
een Ouddorper, promoveerde in 1904 op een
beschrijving van het dialect van West-Voorne
(d.w.z. Goere een Ouddorp). Anderen, o.a. de
heer den Eerzamen van Goeree en de heer
L. J. Bol van Ooltgensplaat geboortig, ver
zamelden woorden en uitdrukkingen van Goeree-
Overflakkee. De Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialect-onderzoek telt beide laatstgenoemden
onder haar ijverige leden en heeft op Goeree
nog enkele medewerkers, doch het is er nog
verre vandaan, dat voor het Zeeuwsche Woor
denboek inlichtingen toestroomen van het geheele
eiland. En de taal van het eiland, van de duinen
tot Brabants wal, moet voor het eerst of op
nieuw worden opgeteekend. Dan pas kunnen wij
zekerheid krijgen, dat ons eiland voldoende ver
tegenwoordigd is in het Zeeuwsche Woorden
boek. Er zijn stellig wel woorden, die alleen
op Flakkee of Goeree voorkomen. In bepaalde
gevallen heerschen er verschillen tusschen het
oudere en het jongere geslacht, tusschen de land
bouwers- en de visschersbevolking van een
dorp, tusschen Roomsch-Katholieken en Gere
formeerden in één gemeente. Dat alles is van
belang, evenals de eigenaard der klanken, de
vaktermen van een bedrijf (b.v. vlasverwerken)
enz.
Laat dus vele bewoners van ons eiland zich
aansluiten bij de Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialect-onderzoek (Secretariaat Mej. Dr. H.
C. M. Ghijsen, Lijsterhof, Domburg), hetzij als
werkend lid (contributie 1.50,, hetzij als be
gunstiger (minimumbijdrage 2.50). Vooral on
derwijzers, die op het eiland zijn geboren en
getogen, vinden hier een mooie taak.
Ongeveer om de twee maanden verschijnt er
vanwege de Z. V. v. D. O. een dialectwoorden
lijst ter invulling en controleering door de leden.
Er verschenen tot nu toe reeds zeven dergelijke
lijsten, elk van ongeveer 100 woorden en uit
drukkingen. De letters A en B zijn grootendeels
afgewerkt. Wat het beantwoorden dezer lijsten
betreft, is er op te wijzen, dat hoewel ieder
volkomen vrij blijft om zelfstandig en recht
streeks met het secretariaat te correspondeeren,
plaatselijke samenwerking aanbeveling verdient.
Waarom zouden twee of drie personen uit één
dorp langs elkaar heen werken Beter is de
lijsten ter invulling onderling te vergelijken en
te bespreken, want zelfs in het kleinste dorp
kunnen weer verschillende taalkringen zijn.
Van groot belang is, naast de beantwoording
der dialectenlijsten, het opteekenen van
woorden en zegswijzen, waarvoor on-
dergeteekende gaarne inlichtingen verstrekt,
Doet men dit op de juiste wijze, dan bespaart
men het secretariaat en mij, die het correspon
dentschap voor Goeree-Overflakkee waarneem,
veel tijd.
Is de oogst groot, dan komt dat weer ten
goede aan de bulletins der Vereeniging, die
nog verschijnen moeten. En verzamelt men zoo
veel, dat men meent over de stof zelf wat te
kunnen schrijven, dan kan men er op rekenen,
dat de Vereeniging hiertegenover een zeer ruim
standpunt inneemt.
Den achterstand, die er is voor ons eiland,
moeten wij zien in te halen. Moge Goeree-Over-
flakkee een goed figuur maken in het Woorden
boek der Zeeuwsche dialecten. Men ga dus aan
den arbeid en wekke anderen daartoe op. Mogen
er velen bereid zijn mede te werken.
B. H. SPIJKERBOER,
Middelharnis. Leeraar R.H.B.S.
Van den uitgever J, N. Voorhoeve te Den
Haag ontvingen we
Geïllustreerd Chr. Scheurkalender.
Een Maandkalender, en twee boeken, n.l.
Hermilen, door W. Schippers, en
Zeldzame trouw door C, Staal Pzn.
Met genoegen hebben we van den inhoud van
den gebonden kalender kennis genomen. De
voorzijde der kalenderblaadjes geeft behalve de
gewone kalendergegevens, naast een tekst en
dikwijls kort vers, een dagorde voor het bijbel
lezen. De achterzijde der blaadjes geeft een
groote verscheidenheid van verhalen e. d.
De Maandkalender is keurig verzorgd.
Zeldzame trouw hebben we met genoegen ge
lezen. Het verhaal speelt af in het jaar 1572, het
jaar van den beruchten bloedbruiloft te Parijs,
De Protestantsche edelman De la Faille en zijn
zoon worden verraderlijk naar Parijs gelokt,
door een Katholiek familielid. Door den dood
van De la Faille en diens zoon zou hun goed
aan dat familielid toekomen.
Zij ontkomen in dien vreeselijken nacht den
dood, maar geraken in gevangenschap. Hun
oude trouwek necht, die te weten komt, dat zij
den dood ontsnapt zijn, stelt schier boven-
menschelijke pogingen in het werk om vader en
zoon te redden. En het lukt hem. De la Faille
en zijn zoon worden gered en weer in het bezit
van hun goederen gesteld. De figuur van den
knecht is uitmuntend geteekend.
Van harte bevelen we dit werk ter lezing aan.
Ook Hermien is een goed en boeiend boek,
vlotg eschreven, zooals we dat van Schippers
gewend zijn.
Van den uitgever J. H. Kok te Kampen
ontvingen we de Maranathakalender met als
premieboek een werk van Idsardi, n.l. Wrakke
levens en Een vondeling. Twee verhalen in één
bundel tezamen.
Het schild van den kalender is uitnemend
verzorgd en zal in elke kamer tot sieraad aan
den wand zijn.
Van den inhoud van het kalenderblok konden
we geen kennis nemen, maar het is verzorgd
door Ds. J. J. Knap. En dan weten we, dat het
zeer goed zal zijn.
Deze twee novellen van Idsardi zijn het lezen
wel overwaard. Hoe fijn en teer teekent Idsardi
het leven dier schamelen.
Leentje uit de achterbuurt zonk wel heel diep,
toen zij begon te stelen in haar werkhuis, maar
als de levenslijn van Lientje in donkere diepte
schijnt onder te gaan, buigt die zich omhoog,
richt zich heen naar God. Dan zal het beter
worden. Want bij God zijn rijken noch scha
melen.
In Een vondeling is Daan de lantaarnop
steker de hoofdfiguur. Een eenvoudige man uit
de werkmansbuurt, maar het eeuwigheidslicht,
dat over zijn leven straalt, dringt de sobere
aardsche omgeving naar achter en we zien een
geloovige, die in al zijn eenvoud een liefderijk
tehuis gaf aan Lucie de vondeling.
Zoowel kalender als boek gaarne aanbevolen.
Van den uitgever G. F. Callenbach te Nijkerk
ontvingen we weer een formidabelen stapel
Zondagsschooluitgaven.
Het is gewoon een feestelijk gezicht, zooals
al die boekjes hier voor mij liggen.
De uitgever heeft alle zorg besteed aan het
uiterlijk van de boekjes. Daar kunnen we niets
anders dan lof voor hebben. Bij enkele boekjes
is gebroken met het gewone genre bandjes. Deze
zijn genaaid in mat bruin, en versierd met ge
kleurde plaat en gouden letters. Keurig om te
zien.
Voor vele illustraties hebben we ook veel
lof, alleen jammer, dat we van jaar op jaar
telkens maar weer Henk Poeder en Frans van
Noorden onder de illustraties terug vinden. Hun
illustraties kunnen ons maar niet bekoren. In
tegendeel, meestal zijn ze leelijk.
Annie van de Ruit illustreert uitstekend en
ook Jeanne Faure is heel goed.
Dit alles over het uiterlijk van de boekjes.
Wat den inhoud betreft, daar kunnen we
ook niet anders dan prijzen voor wat de uitgever
hier biedt.
De Zondagsscholen kunnen met vertrouwen
te kust en te keur gaan.
We zullen de boekjes afzonderlijk allen be
spreken, alleen bij de herdrukken zullen we
alleen met het noemen volstaan.
De Dordsche Poorterszoon. Een historisch
verhaal uit veelbewogen dagen, 14171421,
door J. Snoep Jr. Tweede druk. Geïll. door
Isings.
Dappere Hans, door Heieen. Tweede druk.
Geïll. door Johanna van de Ruit.
De laatste bede eener Moeder door Ida Keller.
Tweede druk. Met een paar mooie gekleurde
platen.
Kopje onder en de gevolgen ervan, door Jan
Veltman. Tweede druk. Geïll. door Frans van
Noorden.
Vergeeft elkander, door Gezina Ingwersen.
Derde druk. Geïll. door Henk Poeder.
-Dit boekje is gebonden in een keurig bandje,
waardoor het bij verschillende gelegenheden een
uitnemend cadeau voor de grootere jongens en
meisjes is.
Verschillende andere jongens- en meisjesboe
ken zijn óók in deze luxe uitgave verkrijgbaar.
Jaap Holm en z'n vrinden, door W. G. van
de Hulst. Negende druk, 71e—80e duizend.
Dat zegt toch heel wat voor een kinderboek,
71e—80e duizend. Van den Hulst z'n boeken
zijn pijnlijk en duren lang omdat de huid
vernield is. Akker'sKloosterbalsemerop
verdrijft dadelijk de pijn, doet de blaren
verdwijnen en ge houdt geen litteekens.
hebben geen aanbeveling meer noodig, die heb
ben hun weg gevonden. Dit werkje is geïll. door
Isings Jr.
Truitje, door Gezine Ingwersen. Derde druk
Geïll. door Henk Poeder.
Naar zee, door W. J. Z. van Dijck. Zesde
druk. Geïll. door B. S. Claus.
Wolken met zilveren rand, door Marie. Derde
druk, Geïll. door O. Geerling.
Het Klaverblad, door Heieen. Tweede druk.
Geïll. door Frans van Noorden.
Nieit door God vergeten, door Quinina. Geïll.
door O. Geerling. Derde druk.
Ouwe Bram, door W. G. van de Hulst. Geïll.
door J. H. Isings. Achtste druk.
Van de serie Voor de Kleintjes kregen we
weer werkjes van Van de Hulst. Alle drie
geïll. door Tjeerd Bottema.
Allemaal Katjes. Vierde druk, 31e40e
duizend.
Bruin de Beer, en
Groote Bertus en kleine Bertus.
Alle drie deze werkjes zijn juweeltjes voor
kleine kleuters, die nog maar ternauwernood
lezen kunnen.
Nu volgen nog een reeks herdrukken van
boekjes van 1632 bladzijden in de nog wat
ouderwetsche afwerking.
De jongen van de tram, door P. J. Kloppers.
Achtste druk. Geïll. door O. Geerling.
Verraden en verkocht, door Alette Hoog.
Derde druk. Geïll. door O. Geerling.
Blijdschap na droefheid, door Johanna (een
Paaschverhaal)Derde druk. Geïll. door Henk
Poeder.
De Kluizenaar en hef Riet, door A. Verhorst.
Vijfde druk. Geïll. door O. Geerling.
Zaterdagavond, door Catharina. Vijfde druk.
Geïll. door A. Rünckel.
'n Schoenmakersrekening, door W. Ziethe.
Vierde druk. Geïll. door S. C. Schroder.
Uit Grootvaders Jeugd, door A. J. Hoogen-
birk. Zevende druk.
Tominie's Kersitfeest, door Aletta Hoog. Vier
de druk. Geïll, door O. Geerling.
Grootmoeders ring, door Wilha. Riem Vis.
Derde druk. Geïll. door Henk Poeder.
Zoo'n lafaard, door Elisabeth. Vierde druk.
Geïll. door C. Koppenol.
Nu zullen we heel kort de nieuwe uitgaven
van dit jaar bespreken.
Hoe de zoon van den pionier President werd,
door A. C. de Zwart. Geïll. door Isings.
Engenlijk is dit niet geheel een nieuw werkje
van dit jaar, doch een herziene uitgave. Toch
willen we dit boek bespreken, 't Is een mooi
groot jongensboek. Het gaat over Abraham
Lincoln, president van de Vereenigde Staten
van Amerika.
Zijn ouders leefden in een woudhut in de
bosschen van Ohio. Het leven was er zoo een
voudig, zoo sober als men dat nu niet meer
inden-ken kan. Abraham moest al gauw vader
helpen. Van schoolgaan was eerst geen sprake.
Eerst beeft Abraham school gegaan, maar enkel
bij een schoolmeester, dielezen noch reke
nen kon. Later kwam hij een poosje bij een
meester, die dat wel kon, al was het dan ook
niet veel meer. Toch werd deze eenvoudige
jongen uit de woudhut President van de V. S.
Maar hij heeft gewerkt met de handen en het
hoofd. Dag en nacht.
Deze levensbeschrijving zal er ingaan bij de
jongens. Het is een uitstekend boek, dat we
gaarne aanbevelen.
Freek bij Grootvader, door J. H. Huisman-
Schippers. Geïll. door Annie van de Ruit.
Freek moet een tijdlang bij Grootvader lo-
geeren, omdat Moeder naar een sanatorium
moet. Freek's vader is gestorven. Freek heeft
het prettig bij Grootvader, alléén één ding doet
hem verdriet, hij mag niet over Moeder spreken.
Grootvader is boos op Moeder, maar Moeder
heeft geen schuld. Doch eindelijk komt het goed
in Grootvaders hart is vrede gekomen. Freek
en Moeder gaan nu saampjes bij Grootvader
wonen.
Een heel mooi boekje, dat we gaarne aanbe
velen. De illustraties zijn heel aardig.
Truus Manders, door Francina. Geïll. door
Henk Poeder.
Truus gaat in de vacantie ter logeeren bij
haar nichtje. Ze krijgt door toedoen van haar
nichtje een ongeluk, 't Eindigt natuurlijk met een
algemeene vergeving, 't Is een aardig boekje.
Eigen kracht, door D. Menkens-van der Spie
gel. Geïll. door Jeanne Faure.
De twee dorpsmeisjes, die samen een en de
zelfde stadsschool bezoeken, moeten wel heel
met elkaar in aanraking komen, maar het gaat
niet van harte. Er zijn veel verschilpunten. Nel
oftewel Pietje heeft bovendien onverstandige
ouders, waardoor het kind het al moeilijker
krijgt. Doch het wordt beter, als er gestreden
wordt niet meer in eigen kracht. Een heel mooi
meisjesboek. Boeiend verteld. Dit boek is ook
in luxe uitgaaf verkrijgbaar.
Eva's bergtocht, door Heieen. Geïll. door
Sierk Schroder.
Eva's Moeder is gestorven en door een motor
ongeluk verliest zij ook plotseling haar vader.
Dan komt ze bij Oom en Tante, die beide heel
lief voor haar zijn. Toch wordt het leven moei
lijk voor Eva. Ze kan nu niet meer studeeren,
en op het notariskantoor, wat eerst zoo'n uit
komst leek, valt het ook niet mee. Het bergpad
van het leven wordt wel heel steil voor Eva.
Maar ze wil toch dien weg gaan. Al lijkt het,
dat het te moeilijk wordt, in kinderlijk geloof
wil zij dien Gids volgen op Welken haar vader
haar wees. Een heel mooi boek. Gaarne aan
bevolen. Ook in luxe uitgaaf verkrijgbaar.
Toen het Kerstmis werd, door J. H. van der
Licht. Geïll. door Jeanne Faure.
't Gelukkige ongeluk speelt hier weer zijn rol.
Bram van den boer was een vervelende jongen.
Hij krijgt een ongeluk en wordt vanzelf een
braaf jog. Het huis van Aart zijn vader brandt
af. Aart komt bij den dokter logeeren, wat mede
door de ziekte van diens dochtertje zijn bekee
ring ten gevolge heeft, 't Past allemaal precies.
Dan ineens gaat Aart met Vader en Moeder
Kerstmis in het doktershuhis doorbrengen. Dat
boek is te boekachtig, te onwerkelijk.
Het vierspan, door D. Menkens-van der Spie
gel. Geïll. door Henk Poeder.
Een fijn jongensboek met al het lief en leed,
goed en kwaad uit den vlegeltijd. Ook aan
bevolen.
Toen de lataarn in het schuurtje brandde,
door A. C. van der Mast. Geïll. door Henk
Poeder.
We maken in dit boek een moeilijke tijd mee
in het leven van Jan, die per ongeluk het briefje
van tien gulden van Mevrouw van den dominee
tusschen zijn broek vond, en het toch niet terug
gaf. Later als hij zijn ellende alleen niet meer
dragen kan, vertelt hij alles aan dominé. Dan
wordt het weer rustig in zijn jongenshart. Een
uitstekend boek.
Tweeërlei levensvreugd, door Ida Keller. Ge-
ill. door J. G. Kesler.
Blinde Greetje heeft een droef leven. Maar
een verandering ten goede. Natuurlijk door een
ongeluk. Greetje wordt weer ziende. Maar vader
verzorgt haar beter, en Nolda jaagt niet meer
naar wereldsche pretjes. Zij leeren Jezus ken
nen. In dit alles heeft natuurlijk een rijke, goede,
lieve dame de hand. 't Heel gewone recept dus.
Toch zullen de kinderen het wel boeiend vinden.
Maar wanneer zullen' we in kinderboeken nu
eens een verlost worden van uitdrukkingen als
deze„Och je went aan alles, juffrouw
placht Gretha dan te antwoorden. „Gelukkig
heeft Moeder mij vroeg geleerd om mijn handen
te gebruiken." Vooral dat „placht" is zoo'n
pracht woord.
Moeten of mogen, door Catharina Bronsveld.
Geïll. door 9nnie van de Ruit.
Een aardig boek voor jonge meisjes. Ook
kleine meisjes als Ankie hebben hare gebreken.
Daartegen moet gestreden worden. Moe kon
Ankie niet aan het vechten krijgen tegen haar
gierigheid. In het tehuis voor arme kindertjes,
waar rijke Ankie noodgedwongen een poosje
moet doorbrengen, begint Annie haar kwaad te
zien. En dan gaat het beter, want Ankie bidt
er voor. Ook dit boekje aanbevolen.
Jan van der Molen, door K. Albers. Geïll.
door J. Post.
Jan en Henk beleven een vreeselijk avontuur.
Ze gingen op het ijs op de Zuiderzee. De schol
dreef af en de jongens konden niet meer aan
land. Enze hadden daar niet op dat ijs
mogen gaan. Het loopt gelukkig goed af. Een
stoomboot pikt ze op. Vooral voor jongens
boeiend. De illustraties zijn slecht.
Toen hetv acantie was, door Nans. Geïll.
door Henk Poeder.
Een aardig verhaal over een gezellige vacan
tie. Veel valt er niet over te zeggen.
De klad, door D. Menkens van der Spieqel.
Geïll. door J. G. Kesler.
Voor de kleinere jongens een boeiend ver
haaltje. 't Is vlot geschreven.
Gerda's nieuwe mantel, door Francina. Geïll.
door Henk Poeder.
'k Kan er nooit over roemen als men jonge
kinderen noodeloos aan zoo'n proef onderwerpt,
dat ze zelf mag kiezen tusschen de zoo sterk
begeerde nieuwe mantel of het geld geven voor
een deken aan een arm kind. Dat kinderen leeren
geven is noodig. En ook geven van het hunne.
Maar op deze wijze lijkt het me niet de geschik-
ste manier. Gerda offert haar nieuwe mantel
op, maar als ze het eens niet gedaan had. Wat
dan? We kunnen er niet veel goeds in vinden.
Daan, de dappere, door D. Menkens-van der
Spiegel. Geïll. door Henk Poeder.
Haantje de Voorste, door Cora C. G. Geïll.
door Henk Poeder.
Deze beide boekjes voor jongere meisjes en
jongens kunnen we allebei aanbevelen. Ze zijn
eenvoudig en vlot geschreven.
We hebben hierbij de uitgaven van den uit
gever Callenbach allen besproken.
We raden de Zondagsschoolbesturen e. a.
aan om den catalogus aan te vragen, daarin
vindt men alle bijzonderheden over prijs en ook
over reductie bij afname in getallen.
De uitgever heeft ook dit jaar weer getracht
het beste te geven op het gebied van Zondags-
schoollectuur.
ANTIREVOLUTIONAIRE
STAATKUNDE.
Het zoo even verschenen Novembernummer
van het bovenvermeld tijdschrift opent met
een bijdrage van Dr. J S Post, Geref. pre»
dikant te Axel, over »De wet Gods en het
moderne leven«, waarin hij uiteenzet, dat de
tien geboden een onveranderlijke geldigheid
hebben voor de opeenvolgende tijdperioden
de wet Gods blijft de eenmaal door God
gestelde scheppingsregel voor het menschelijk
leven.
Mr. C. Beekenkamp behandelt onder den
titel »M?er niet« de invoering van mede»
zeggenschap bij de N.V. Arbeiderspers. Er
wordt op gewezen, dat de Socialisten rede»
lijkerwijs van anderen niet meer kunnen vor»
deren, dan zij bij een eigen onderneming in»
voerden en dat het invoeren van een soort»
gelijk reglement bij niet socialistische bedrijven
niet aanbevelenswaardig is te noemen, omdat
het tenslotte den arbeiders niet geeft, wat hen
voorgespiegeld werd.
De heer R. Hagoort beëindigt zijn artikel
over de opkomst der christelijke patroons»
organisatie in Nederland, terwijl Mr. J. W.
Noteboom dit nummer besluit met een viertal
adviezen, waarvan vooral dat over landnatio»
nalisatie en grondwaardebelasting de sporen
draagt van een dege studie.
Summa summarumeen belangwekkend
nummer met een rijk gevarieerden inhoud.