sch11
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden,
LAIIEE"
Doe deze ban uil liui Huls!
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
S.l Rolterdam
No. 3694
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1930
45STE JAARGANG
NIJKERK
Op den Uitkijk.
geregeld
ling deze
nede om
halfjaar,
jezonden.
SLAND
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën ets verdere Administratie, franco toe tekenden aan de Uitgevers
ia kwaliteit,
irijgbaar bij
het kantoor-
itschappij
straat 16a
RATIS
EERSTE BLAD.
Om ons Heen.
Echt.
:rheide.
ard.
Venlo.
Wellerlooi.
:rvliet.
ÏIJ, Zuidland.
rne.
Hand.
den.
ie.
Deze Coura it veischflat eiken WOENSDAG en ZATERDAG»
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b| vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zj beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
let Zondagsscholen dank»
gewaa?d van den zegen»
anderhalve eeuw in de
op groote schaal verspreid.
Tazelaar) nemen we over
noemden wij nog niet. En
genoten Wij bedoelen de
mij eens zijn ^bibliotheekje^
n zijns vaders boekenrekje
ial van ons't Waren de
ringen gekregen en die zij
ootste deel van haar ruim
Christelijke kinderlectuur,
eischen der tijden in dit
Dieuw uiterlijk gegeven
imslagen met gestempelden
eisch en nieuwen smaak
en en den daaruit gebleken
nieuwe prijsregeling in
en ook de huisgezinnen
'OOR ONZE UITGAVEN
EEDS BIJ EEN ENKEL
DOORHEEN,
e uitgaven in prijzen van
m de bekende »WINTER'
t den inhoud der nieuwe
!g over te gaan.
uim 300 titels van Zondags»'
n enz. enz. aankondigt, is
anvrage, door den uitgever
33035
In een vergadering welke deze week
te Middelharnis werd gehouden, werd
ter sprake gebracht het groote kwaad
van het neutrale dagblad.
Een der aanwezigen deelde ontstel
lende cijfers mee betreffende het lezen
van neutrale bladen op een der dorpen
van Flakkee.
Het scheen schier ongelooflijk dat in
een zóó zwaar orthodox dorp het kwaad
van de neutrale pers zóó diep ingevre
ten was.
En er is grond voor het vermoeden
wt^É|t zooals het in die gemeente gesteld
Ji naar verhouding op geheel Flakkee
hetzelfde is.
We gelooven niet dat de menschen
die het neutrale dagblad in hun huis
dulden zich het groote kwaad dat zij
hun gezin berokkenen, bewust zijn.
Wanneer er in uw omgeving besmet
telijke ziekte heerscht, houdt ge er uw
huisgenooten ver van daan, wanneer
er gevaar dreigt waarschuwt ge uw kin
deren.,
En waar dit het stoffelijk leven be
treft zoudt ge dat zeker ook doen waar
het 't zieleleven van uw huisgenooten
betreft.
Maar gij z i e t het kwaad niet dat ge
in uw huis laat voortwoekeren als de
kanker.
En dat is het ergste.
Want blindheid maakt u tot een ge-
Mi^illia slachtoffer.
fjMToch zit er iets onbegrijpelijks in uw
houding.
Ge houdt uw zelf en uw huisgenoo
ten ver van wereldsche vermakelijkhe
den, een comedie, schouwburg of bios
coop zoudt ge niet gaarne bezoeken of
door uw kinderen laten bezoeken. Van
dansclubs moet ge niets hebben, in krin
gen waar uw gereformeerde godsdienst
bespottelijk wordt gemaakt voelt ge u
niet thuis. Gij zoudt voor geen geld den
sabath willen misbruiken door uitgaan,
pretmaken en vermakelijkheden bezoe
ken. Gij verfoeit echtbreuk en echt
scheiding. Van de moderniseering van
het geestelijk leven, vrouwenemancipa
tie, lijkverbranding, losmaking van den
huwelijksband in de wetgeving en al
dieg ruwelijke dingen meer, moet ge
niets hebben ge bidt God in uw kerk om
ons volk er voor te bewaren. Gij gaat
iederen Zondag trouw op naar het be
dehuis, waar de Heere gesmeekt wordt
gunstig te zijn over land en volk, om
ons te bewaren voor dezen afval. Hem
te vragen zijn koninkrijk te doen komen
in heerlijkheid en gerechtigheid, het rijk
van Satan af te breken en de muren van
Sion te bouwen.
Maar bij dit alles laat gij de neutrale
pers toe in uw woning.
Dat is de ban die gij binnen de muren
van uw huis hebt toegelaten, waardoor
gij den zegen uit uw huis verdrijft en
gij u wereldgelijkvormig maakt met uw
gezin en de komst van Gods Koninkrijk
met de daad tegenstaat.
Het volgende beeld werd eens door
een bekend Christen-geleerde, ten aan
zien van het lezen van de neutrale pers
gebruikt, om duidelijk te maken wat de
menschen die een neutraal dagblad le
zen, eigenlijk doen.
Wanneer in een bepaald gesticht
voor lijders aan geestesziekten iemand
als genezen ontslagen zou worden werd
met hem de volgende proef genomen.
Men bracht hem in een lokaliteit waar
een waterkraan openstond en het water
over den vloer liep. Men beval hem, dat
water op te dwijlen en de vloer droog
te maken. Ging zoo iemand aan het
dweilen zonder eerst het kraantje dicht
te draaien dan bleek dat hij nog niet
genezen was.
1 Zoo staat het ook met u indien gij het
neutrale dagblad in uw huis toelaat.
Gij wilt het godsdienstig leven bevor
deren, gaat ter kerk, hoort graag een
goede gereformeerde dominé, wil mee
helpen naar uw vermogen de belangen
van Gods Koninkrijk te bevorderen, ge
wilt den vloer van uw land meehelpen
droogmaken van wereldsche onge
rechtigheid, maar gij laat het kraantje
in uw eigen woning lustig open staan...
Dat is in wezen uw beeld.
We geven toe dat deze spiegel u
niet veel moois vertelt, maar ge wilt de
waarheid toch wel hooren
Want ge weet evengoed als wij wat
dit blad iederen dag weer aan in uw
huis brengt.
Het is geestelijk vergif.
Bestudeer de advertenties maar eens.
Lees de feuilletons maar eens door,
let maar eens op zoo menig artikel uit
dit blad over kerk en godsdienstig le
ven. Waar er nog een vroom tintje aan
gegeven wordt om te lokken en te be
koren, is het flauwe kost vol half of heel
Peligianisme.
Hoe zouden onze vaderen tegen de
zen vloek in uw huis getoornd hebben
En zeg nu nietWat er in staat komt
voor rekening van de uitgevers, daar
zullen zij verantwoording voor moeten
doen.
Zoo te praten zou louter zelfbedrog
zijn.
Met precies hetzelfde argument zoudt
ge ook een comedie of bioscoop kun
nen bezoeken. Ook dat blijft voor reke
ning van de tooneelspelers en bioscoop
operateurs. Maar gij draagt evenveel
schuld, omdat ge door uw bijdrage de
zaak in stand houdt.
En ook voor deze dingen zal God u
doen komen in 't gericht.
Want ge hebt een ban in uw huis ge
haald.
Iederen dag ontvangt ge een afge
zant van de wereld in uw huis, geeft
hem gastvrij plaats en laat hem lokkend
en verleidend spreken tot uw huisge
nooten en u zelf.
En als ge straks uw blad uitgelezen
hebt legt ge het rustig in 't hoekje waar
ge uw oude schrijvers op een plankje
hebt staan.
Maar Gods vloek rust er op, want
uw wekelijksch kwartje of twintig cen
ten hebt gij den moloch van deze eeuw
geofferd.
En als ge bij het opwassen uw kinde
ren niet meer kent, als ze een anderen
weg uit willen dan ge hen hebt voorge
houden, zie dan niet vreemd op, gij
hebt ze dagelijks een gids in handen
gespeeld dien ze dien weg wees.
O doe toch dien ban uit uw huis
weg.
Want ge derft er den zegen door, den
zegen in uw persoonlijk leven en den
zegen in uw gezinsleven.
God is te heilig dan dat Hij het kwa
de dulden zou.
En als in Israel de ban lag week God
in wolken en donkerheid en het licht
Zijns aanschijns brak niet door eer die
ban verwijderd was.
Onze vaderen hebben altijd geleerd,
dat de man en vader in het gezin een
drieledige taak heeft, Hij is er koning,
profeet en priester. Hij heerscht be
kleed met goddelijk gezag. Hij leert als
een profeet zijn huisgenooten en dient
hen als een priester die offert voor het
aangezicht des Heeren.
Dat is de driedubbele taak die God
op den schouder van eiken vader gelegd
heeft.
En als er een ban op het gezin ligt is
hij daarvoor de verantwoordelijke man.
Uw gezin moet in een sfeer van hei
ligheid leven en buiten de deur moet
gehouden worden; alles wat de reine
sfeer van uw gezin bevlekken zou.
Maar als ge de neutrale pers blijft
toelaten in uw woning en in de hoofden
en harten van uw gezin, kunt ge niet op
Gods tegenwoordigheid rekenen, want
ge dient er de wereld en haar ongerech
tigheid mee.
Wij hopen dat deze zaak u een zaak,
van gebed en van strijd wordt.
Want ge hebt geen verontschuldi
ging.
In onze kringen behoort maar één
dagblad, dat is „D e Rotterdam-
m e r". Dit blad is niet duurder dan het
blad dat gij leest en het geeft kwantita
tief evenveel als wat ge nu leest en den
inhoud ademt een christelijken geest.
Dit blad kunt ge met een geruste cons
ciëntie uw kinderen in handen geven, en
ge zult er door opgebouwd worden in
uw christelijke levens- en wereldbe
schouwing. Ge vindt er geen adverten-
tien in, die uit een u vijandige wereld
komen. Dat blad zal u steunen bij uw
taak als koning.
God regeert de wereld en stuurt haar
naar Zijn einddoel, Hij doet met volke
ren en landen naar Zijn Goddelijk
raadsbesluit. De strijd der geesten is
een strijd voor of tegen den Christus
der Schriften.
In dit licht hebben we den afwikke
ling der gebeurtenissen in binnen- en
buitenland te bezien.
In dit licht laat u ons christelijke dag
bladen ze zien.
Dat verdiept uw levens- en wereld
beschouwing, dat steunt uw geestelijk
leven, dat helpt u bij uw taak in uw
gezin, dat wapent u als ge op het veld
zijt en ge hebt te getuigen tegen de we
reld rondom u.
Doe dan de ban uit uw gezin weg.
Heden nog en neemt het blad dat bij u
op tafel hoort en dat niet vloekt als ge
het straks uitgelezen achter u op het
plaatsje bij uw oude schrijvers legt.
„Ja" of „neen"
In dit korte antwoord kan soms heel veel be
sloten liggen.
En daarom is het ook soms moeilijk met dat
korte woordje voor den dag te komen.
Men hoort wel eens zeggen: „draai er nu niet
om heen, zeg nu kort en goed hoe het is: ja
of neen
Op die manier kan het 'n mensch wel eens
lastig gemaakt worden.
Vooral als hij eigenlijk niet goed „ja" of
„neen" zeggen durft.
Is zoo iemand van den tongriem gesneden,
dan zal hij probeeren met gebruik van heel veel
woorden er van af te komen, of orakeltaal ge
bruiken, waaruit zoowel „ja" als „neen" af
geleid kan worden. Men weet wel hoe dat bij
de oude Grieken er naar toe ging. Het orakel
van Delhphi b.v. is bekend. Een priesteres zat
boven een rotsspleet, waaruit dampen opstegen
en uit die dampen ontving ze z.g. de godsprake
over de toekomst. Kwam nu de een of anderen
vorst of gezant de toekomst vernemen, dan
kreeg hij een veelzeggende voorspelling te hoo
ren. Maar het was altijd een veelzeggende pro
fetie, waarmee men alle kanten uit kon. Men
kon later nooit de Grieksche priesterschaar van
Delphi verwijten: gij hebt ons de toekomst ver
keerd voorspeldWant de voorzegging was
altijd wel zoo ingekleed, dat het altijd hoe
het ook ging uit móést komen.
Dat is orakeltaal.
En die is nog niet uitgestorven.
Vooral niet in de politiek 1
Het is dus begrijpelijk, dat als men geplaatst
wordt tegenover dergelijke orakeltaal, de nei
ging krijgt te zeggen: vertel nu eens rondweg
hoe het staat, ja of neen, meer behoef je niet
'te zeggen.
En dan kan dat ja of neen lastig worden.
Want het is altijd een kort en duidelijk ant
woord op een geformuleerde vraag, die door
de tegenpartij gesteld is.
En dat laat geen orakelachtige verklaring toe.
Voor die lastige keus werd dezer dagen de
leider der S.D.A.P. geplaatst.
Wellicht heeft m'eri er al van gelezen in de
bladen.
De heer Albarda had zich op een congres
van zijn partij zeer scherp uitgelaten. Hij had
gezegd, dat alle middelen geoorloofd zijn als
het tegen den oorlog gaat. Zijn scherpe ver
klaring liet toe, dat men den indruk kreeg, dat
wanneer ons land in nood kwam en de regeering
tot mobilisatie moest overgaan, de S.D.A.P. zou
bevelen aan haar leden: niet naar de grens,
wat natuurlijk een dolkstoot in den rug zou
beteekenen. Want als onze buren gaan vechten
en wij bewaken onze gr'enzen niet, spreekt het
vanzelf, dat ze probeeren zullen het op ons
grondgebied uit te vechten.
Het was dus geen wonder, dat onze regeering
hier zekerheid wilde hebben.
En nu is de minister van defensie, minister
Deckers, geen gemakkelijke man.
Dat had een paar jaar geleden Zadelhof, een
rood Kamerlid uit Dordt, al eens meer onder
vonden, toen hij door denzelfden minister over
hetzelfde vraagstuk de duimschroeven aankreeg.
Maar nu gold het de leider der S.D.A.P. zélf
en dus wordt het gewichtige vraagstuk nog meer
geaccentueerd.
Antwoord nu alleen eens met „ja" of „neen",
zei de minister, kan als de mobilisatie gelast
wordt, op de S.D.A.P. gerekend worden, „ja"
of „neen".
De vraag was heel duidelijk gesteld.
Daar mankeerde het niet aan.
Maar het antwoord van den heer Albarda was
minder duidelijk.
Hij gebruikte wel woorden, veel zelfs, méér
dan gevraagd was, maar dat was niet de be
doeling van den minister.
Ten slotte probeerde de heer Albarda den
dans te ontspringen door te zeggen, dat hetgeen
hij op het congres onder zijn partijgenooten ge
zegd had, niet sloeg op Nederland, want dat land
was niet oorlogszuchtig, maar meer in het alge
meen opgemerkt was.
Maar daarmee had de heer Albarda zijn
positie niet verbeterd, want nu kreeg hij het met
zijn eigen partijgenooten aan den stok
Hetgeen te begrijpen is.
Als men eerst een groot woord voert op een
rood congres, zoodat er daverend applaus op
volgt en later aan die woorden een uitleg geeft,
die heel het daverend effect te niet doet, dan is
het te begrijpen, dat men moeite krijgt.
De linksche vleugel van de S.D.A.P. stond
op zijn achterste beenen en haastte zich er op
te wijzen, dat de S.D.A.P. inderdaad alle mid
delen dient aan te wenden om een oorlog on
mogelijk te maken 'en' desnoods mobilisatie dient
te weigeren.
„De Socialist" was met de verklaring van den
heer Albarda niet tevreden en de 3e afdeeling
der Utrechtsche S.D.A.P. drong ook aan op een
duidelijke stippuleering van het roode standpunt
in deze gewichtige kwestie, en de afdeeling Rot
terdam VII wenschte massa dienstweigering en
algemeene werkstaking in geval van oorlog en
de heer J. ter Laan eischte met instemming van
het congres bij afkondiging der mobilisatie pro
clamatie tot revolutie en de „Blijde Wereld"
schreef: een Regeering, die een oorlog verklaart,
zij het op volkomen wettige wijze, zal niet op
ons kunnen rekenen.
Al deze uitlatingen toonen duidelijk aan wel
ken kant men in de S.D.A.P. uit wil.
Geen wonder.
De leiders zelf hebben dien gevaarlijken geest
opgeroepen. En wie zal een eenmaal opgeroe
pen volksgeest kunnen bezweren
Wel is de geestesgesteldheid der S.D.A.P. in
de laatste jaren gewijzigd.
Troelstra schreef en sprak in de oorlogsjaren
nog over den plicht van een natie zich te ver
dedigen en er een leger op na te houden.
Vliegen schreef in „Het Volk" een artikel,
waarin hij aandrong om aan de zijde van België
te gaan staan en tegen Duitschland te gaan
vechten.
Zóó dachten de heeren er toen over.
Maar nu de ontwapeningsleus er bij de men
schen in wil, heeft men zijn jasje gekeerd.
De menschen zijn opgezweept tegen de „ka
pitalistische maatschappij", waarin Jan boeze
roen het in de loopgraven moet uitvechten voor
de groote heeren, die aan de touwtjes trekken.
En nu geoogst wordt, wat met kwistige hand
werd gezaaid, krabbelen de leiders dezer men
schen zich achter de ooren.
Wat moeten ze nu zeggen
Ze durven geen „ja" en geen „neen" te zeg-
gen.
Zeggen ze „ja" we zijn niet te vertrouwen
als ons land moet mobiliseeren, dan komën ze
in een onmogelijke positie in ons parlement te
staan, ze weten dan ook, dat ze in groote groepen
van ons volk, die nog een beetje nuchter en
gezond denken, het voor goed verbruid hebben.
Maar zeggen ze „neen", we bedoelen het zoo
kwaad niet en als de nood aan den man komt,
zullen we er op uittrekken om huis en haard
te verdedigen, dan krijgen ze het met d'r eigen
mannen in de S.D.A.P. aan den stok.
Het kan dus geen „ja" en geen „neen" zijn.
En nu moeten groote woorden en vooral veel
woorden den toestand zooveel mogelijk mas-
keeren.
De heer Albarda schreef in „Het Volk" een
paar artikelen, die naar weerskanten de netelige
positie moesten dekken.
Ook daarin is het weer geen „ja" en geen
„neen".
En ook in de Kamer bij de algemeene be
schouwingen, die deze week begonnen zijn, heeft
de heer Albarda nog iets er over gezegd. Het
komt er op neer, dat de S.D.A.P. zich niet tegen
iedere mobilisatie zal verzetten, maar zij wil
zich niet vooruit binden.
Weer een zonderling standpunt.
Eerst leger en vloot ondermijnen en geheele
afschaffing van de weermacht eischen en dan
weer verklaren, dat een gedeeltelijke mobilisatie
toch wel eens noodig kan zijn.
Zoo buigen en wringen de heeren zich in aller
lei bochten om maar een streng „ja" of „neen"
te ontkomen.
Een weinig verheffend schouwspel.
Mannentaal is het zeer zeker niet.
En het wordt er de leiders der S.D.A.P. op
die manier niet gemakkelijker op.
Want de partij zelf zal met zulke halfslach
tige verklaringen niet tevreden zijn.
En de communisten staan er achter om het
vuurtje te stoken. Die zeggen: „zie je wel, je
eigen' mannen laten je in den steek zoo gauw
ze weer op het groene kussen zitten I Zie dan
naar ons: wij zeggen ronduit en eerlijk in de
Kamer en de pers: op ons valt niet te rekenen,
als er gemobiliseerd moet worden, zullen we
probeeren de revolutie te ontketenen 1"
En voor de communistische concurrenten zijn
de roode heeren doodsbang.
We zullen met belangstelling afwachten wat
die houding der leiders in de S.D.A.P. zal uit
broeden.
Maar ons volk weet nu zoo langzamerhand
toch hoe het er mee.staat.
Als er onverhoopt weer eens een oorlog uit
breekt, is er kans, dat een kwart van ons volk,
vergiftigd door gevaarlijke propaganda der roo
de leidslieden, klaar staat om de revolutie te
ontketenen, juist op het allergevaarlijkste moment
waarin een volk zich dan bevindt.
Want als we niet in staat zijn den vijand
buiten de grenzen te houden, zullen ze den strijd
ongetwijfeld binnen onze grenzen uitvechten.
Dat gevaar is grooter dan ooit, omdat Frank
rijk en België bezig zijn een groote muur van
forten en verdedigingsmiddelen tegen het Oosten
op te werpen.
Van groot belang is het voor ieder volk, dat
een oorlog buiten eigen grenzen wordt uitge
vochten. Volhardt de S.D.A.P. in haar gevaar
lijke ontwapeningsleuze, dan wordt de volks
weerbaarheid onder een-deel van ons volk onder
mijnd.
De leiders der S.D.A.P. zien dat zelf in en
probeeren tusschen „ja" en neen" door te roeien,
maar hun volgelingen is geleerd „neen" te zeg
gen.
Zaak zal het zijn voorzichtig met die heeren
om te springen. De N. Rott. Courant schreef
naar aanleiding van de halfslachtige houding
van den heer Albarda
„Wij hebben de sociaal-democraten in ver
schillende gemeenten reeds tot wethouder zien
kiezen om h'en' wat ervaring van overheidsbe
stuur bij te brengen en wat verstandiger te ma
ken. Alleen in het buitenland is hun dat rijpings
proces ook in het landsbestuur ten deel gevallen.
Zelfs al zou men er misschien een oogenblik
aan hebben kunnen denken, zoo dat mogelijk
was, om een sociaal-democratischen leider in den
een of anderen vorm, als lid van de Kamer
commissie voor buitenlandsche aangelegenheden
b.v., vóórdat de Kamer er kennis van kreeg, op
de hoogte te brengen van de door mr. Troelstra
bedoelde en noodig geoordeelde gegevens, zoo
lang het er alleen om te doen was om het verzet
van -de S.D.A.P. tegen een haarsinziens „roeke-
looze" mobilisatie te voorkomen, nu elke
algemeene mobilisatie op verzet harerzijds zal
stooten, zouden wij daarmede slechts den bok
dichter bij de haverkist brengen.
Evenmin als het aanbevelenswaardig zal zijn
voor de regeering, om bij kleinere haverkistjes
van bij de mobilisatie betrokken overheidsposten
al de andere sociaal-democratische bokken toe
te laten."
UITKIJK.
Noorwegen viert feest. Het herdenkt zijn vijf-
en-twintigjarige onafhankelijkheid. Menigeen zal
niet weten dat Noorwegen nog slechts zoo kort
zijn onafhankelijkheid geniet. Toch is het zoo.
Na onder Deensch regiem gestaan te hebben,
heeft het bijna een eeuw lang onder Zweden
geleefd. Onder den grooten Napoleon kreeg
Zweden Maarschalk Bernadotte tot Koning. De
ze heeft een dynastie gesticht, welke tot op
heden op den Troon blgef. Noorwegen moest
zich hieronder schikken. Maar dat kan het niet
en na een vreedzamen strijd van bijna een eeuw
kreeg het in 1905 zijn onafhankelijkheid terug,
welke het in zijn periode van grootsch bestaan,
toen het den geesel voor Europa was, bezeten
had. Het koos toen tot Koning Prins Karei van
Denemarken, die den naam aannam Koninq
Haakon VII.
En nu viert het feest. Vijf-en-twintig jaren
van onafhankelijk bestaan. Wèl reden om te
feesten 1
Eén flinke maatregel
De Engelsche Minister van Arbeid is een
vrouw. Maar een vrouw, die er wezen mag
Zij heeft besloten, dat werklooze vrouwen,
die weigeren een betrekking als dienstbode aan
te nemen, haar recht op uitkeering uit de werk-
loozenkas verbeuren. Een van de ergste euvelen
van het huidige stelsel vond zij in de bepaling,
dat iemand voor wie in zijn eigen beroep geen
werk te vinden was, vrij was om werk in een
ander beroep te weigeren. Dat heeft deze Engel
sche vrouwelijke Minister nu veranderd. En ze
heeft verklaard te zullen zorgen, dat aan de
nieuwe regeling de hand wordt gehouden. Zij
legde er den nadruk op, dat het beroep van
dienstbode niemand oneer aandoet,