sch11 voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden, LAIIEE" Doe deze ban uil liui Huls! Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES S.l Rolterdam No. 3694 ZATERDAG 15 NOVEMBER 1930 45STE JAARGANG NIJKERK Op den Uitkijk. geregeld ling deze nede om halfjaar, jezonden. SLAND W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën ets verdere Administratie, franco toe tekenden aan de Uitgevers ia kwaliteit, irijgbaar bij het kantoor- itschappij straat 16a RATIS EERSTE BLAD. Om ons Heen. Echt. :rheide. ard. Venlo. Wellerlooi. :rvliet. ÏIJ, Zuidland. rne. Hand. den. ie. Deze Coura it veischflat eiken WOENSDAG en ZATERDAG» ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b| vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zj beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. let Zondagsscholen dank» gewaa?d van den zegen» anderhalve eeuw in de op groote schaal verspreid. Tazelaar) nemen we over noemden wij nog niet. En genoten Wij bedoelen de mij eens zijn ^bibliotheekje^ n zijns vaders boekenrekje ial van ons't Waren de ringen gekregen en die zij ootste deel van haar ruim Christelijke kinderlectuur, eischen der tijden in dit Dieuw uiterlijk gegeven imslagen met gestempelden eisch en nieuwen smaak en en den daaruit gebleken nieuwe prijsregeling in en ook de huisgezinnen 'OOR ONZE UITGAVEN EEDS BIJ EEN ENKEL DOORHEEN, e uitgaven in prijzen van m de bekende »WINTER' t den inhoud der nieuwe !g over te gaan. uim 300 titels van Zondags»' n enz. enz. aankondigt, is anvrage, door den uitgever 33035 In een vergadering welke deze week te Middelharnis werd gehouden, werd ter sprake gebracht het groote kwaad van het neutrale dagblad. Een der aanwezigen deelde ontstel lende cijfers mee betreffende het lezen van neutrale bladen op een der dorpen van Flakkee. Het scheen schier ongelooflijk dat in een zóó zwaar orthodox dorp het kwaad van de neutrale pers zóó diep ingevre ten was. En er is grond voor het vermoeden wt^É|t zooals het in die gemeente gesteld Ji naar verhouding op geheel Flakkee hetzelfde is. We gelooven niet dat de menschen die het neutrale dagblad in hun huis dulden zich het groote kwaad dat zij hun gezin berokkenen, bewust zijn. Wanneer er in uw omgeving besmet telijke ziekte heerscht, houdt ge er uw huisgenooten ver van daan, wanneer er gevaar dreigt waarschuwt ge uw kin deren., En waar dit het stoffelijk leven be treft zoudt ge dat zeker ook doen waar het 't zieleleven van uw huisgenooten betreft. Maar gij z i e t het kwaad niet dat ge in uw huis laat voortwoekeren als de kanker. En dat is het ergste. Want blindheid maakt u tot een ge- Mi^illia slachtoffer. fjMToch zit er iets onbegrijpelijks in uw houding. Ge houdt uw zelf en uw huisgenoo ten ver van wereldsche vermakelijkhe den, een comedie, schouwburg of bios coop zoudt ge niet gaarne bezoeken of door uw kinderen laten bezoeken. Van dansclubs moet ge niets hebben, in krin gen waar uw gereformeerde godsdienst bespottelijk wordt gemaakt voelt ge u niet thuis. Gij zoudt voor geen geld den sabath willen misbruiken door uitgaan, pretmaken en vermakelijkheden bezoe ken. Gij verfoeit echtbreuk en echt scheiding. Van de moderniseering van het geestelijk leven, vrouwenemancipa tie, lijkverbranding, losmaking van den huwelijksband in de wetgeving en al dieg ruwelijke dingen meer, moet ge niets hebben ge bidt God in uw kerk om ons volk er voor te bewaren. Gij gaat iederen Zondag trouw op naar het be dehuis, waar de Heere gesmeekt wordt gunstig te zijn over land en volk, om ons te bewaren voor dezen afval. Hem te vragen zijn koninkrijk te doen komen in heerlijkheid en gerechtigheid, het rijk van Satan af te breken en de muren van Sion te bouwen. Maar bij dit alles laat gij de neutrale pers toe in uw woning. Dat is de ban die gij binnen de muren van uw huis hebt toegelaten, waardoor gij den zegen uit uw huis verdrijft en gij u wereldgelijkvormig maakt met uw gezin en de komst van Gods Koninkrijk met de daad tegenstaat. Het volgende beeld werd eens door een bekend Christen-geleerde, ten aan zien van het lezen van de neutrale pers gebruikt, om duidelijk te maken wat de menschen die een neutraal dagblad le zen, eigenlijk doen. Wanneer in een bepaald gesticht voor lijders aan geestesziekten iemand als genezen ontslagen zou worden werd met hem de volgende proef genomen. Men bracht hem in een lokaliteit waar een waterkraan openstond en het water over den vloer liep. Men beval hem, dat water op te dwijlen en de vloer droog te maken. Ging zoo iemand aan het dweilen zonder eerst het kraantje dicht te draaien dan bleek dat hij nog niet genezen was. 1 Zoo staat het ook met u indien gij het neutrale dagblad in uw huis toelaat. Gij wilt het godsdienstig leven bevor deren, gaat ter kerk, hoort graag een goede gereformeerde dominé, wil mee helpen naar uw vermogen de belangen van Gods Koninkrijk te bevorderen, ge wilt den vloer van uw land meehelpen droogmaken van wereldsche onge rechtigheid, maar gij laat het kraantje in uw eigen woning lustig open staan... Dat is in wezen uw beeld. We geven toe dat deze spiegel u niet veel moois vertelt, maar ge wilt de waarheid toch wel hooren Want ge weet evengoed als wij wat dit blad iederen dag weer aan in uw huis brengt. Het is geestelijk vergif. Bestudeer de advertenties maar eens. Lees de feuilletons maar eens door, let maar eens op zoo menig artikel uit dit blad over kerk en godsdienstig le ven. Waar er nog een vroom tintje aan gegeven wordt om te lokken en te be koren, is het flauwe kost vol half of heel Peligianisme. Hoe zouden onze vaderen tegen de zen vloek in uw huis getoornd hebben En zeg nu nietWat er in staat komt voor rekening van de uitgevers, daar zullen zij verantwoording voor moeten doen. Zoo te praten zou louter zelfbedrog zijn. Met precies hetzelfde argument zoudt ge ook een comedie of bioscoop kun nen bezoeken. Ook dat blijft voor reke ning van de tooneelspelers en bioscoop operateurs. Maar gij draagt evenveel schuld, omdat ge door uw bijdrage de zaak in stand houdt. En ook voor deze dingen zal God u doen komen in 't gericht. Want ge hebt een ban in uw huis ge haald. Iederen dag ontvangt ge een afge zant van de wereld in uw huis, geeft hem gastvrij plaats en laat hem lokkend en verleidend spreken tot uw huisge nooten en u zelf. En als ge straks uw blad uitgelezen hebt legt ge het rustig in 't hoekje waar ge uw oude schrijvers op een plankje hebt staan. Maar Gods vloek rust er op, want uw wekelijksch kwartje of twintig cen ten hebt gij den moloch van deze eeuw geofferd. En als ge bij het opwassen uw kinde ren niet meer kent, als ze een anderen weg uit willen dan ge hen hebt voorge houden, zie dan niet vreemd op, gij hebt ze dagelijks een gids in handen gespeeld dien ze dien weg wees. O doe toch dien ban uit uw huis weg. Want ge derft er den zegen door, den zegen in uw persoonlijk leven en den zegen in uw gezinsleven. God is te heilig dan dat Hij het kwa de dulden zou. En als in Israel de ban lag week God in wolken en donkerheid en het licht Zijns aanschijns brak niet door eer die ban verwijderd was. Onze vaderen hebben altijd geleerd, dat de man en vader in het gezin een drieledige taak heeft, Hij is er koning, profeet en priester. Hij heerscht be kleed met goddelijk gezag. Hij leert als een profeet zijn huisgenooten en dient hen als een priester die offert voor het aangezicht des Heeren. Dat is de driedubbele taak die God op den schouder van eiken vader gelegd heeft. En als er een ban op het gezin ligt is hij daarvoor de verantwoordelijke man. Uw gezin moet in een sfeer van hei ligheid leven en buiten de deur moet gehouden worden; alles wat de reine sfeer van uw gezin bevlekken zou. Maar als ge de neutrale pers blijft toelaten in uw woning en in de hoofden en harten van uw gezin, kunt ge niet op Gods tegenwoordigheid rekenen, want ge dient er de wereld en haar ongerech tigheid mee. Wij hopen dat deze zaak u een zaak, van gebed en van strijd wordt. Want ge hebt geen verontschuldi ging. In onze kringen behoort maar één dagblad, dat is „D e Rotterdam- m e r". Dit blad is niet duurder dan het blad dat gij leest en het geeft kwantita tief evenveel als wat ge nu leest en den inhoud ademt een christelijken geest. Dit blad kunt ge met een geruste cons ciëntie uw kinderen in handen geven, en ge zult er door opgebouwd worden in uw christelijke levens- en wereldbe schouwing. Ge vindt er geen adverten- tien in, die uit een u vijandige wereld komen. Dat blad zal u steunen bij uw taak als koning. God regeert de wereld en stuurt haar naar Zijn einddoel, Hij doet met volke ren en landen naar Zijn Goddelijk raadsbesluit. De strijd der geesten is een strijd voor of tegen den Christus der Schriften. In dit licht hebben we den afwikke ling der gebeurtenissen in binnen- en buitenland te bezien. In dit licht laat u ons christelijke dag bladen ze zien. Dat verdiept uw levens- en wereld beschouwing, dat steunt uw geestelijk leven, dat helpt u bij uw taak in uw gezin, dat wapent u als ge op het veld zijt en ge hebt te getuigen tegen de we reld rondom u. Doe dan de ban uit uw gezin weg. Heden nog en neemt het blad dat bij u op tafel hoort en dat niet vloekt als ge het straks uitgelezen achter u op het plaatsje bij uw oude schrijvers legt. „Ja" of „neen" In dit korte antwoord kan soms heel veel be sloten liggen. En daarom is het ook soms moeilijk met dat korte woordje voor den dag te komen. Men hoort wel eens zeggen: „draai er nu niet om heen, zeg nu kort en goed hoe het is: ja of neen Op die manier kan het 'n mensch wel eens lastig gemaakt worden. Vooral als hij eigenlijk niet goed „ja" of „neen" zeggen durft. Is zoo iemand van den tongriem gesneden, dan zal hij probeeren met gebruik van heel veel woorden er van af te komen, of orakeltaal ge bruiken, waaruit zoowel „ja" als „neen" af geleid kan worden. Men weet wel hoe dat bij de oude Grieken er naar toe ging. Het orakel van Delhphi b.v. is bekend. Een priesteres zat boven een rotsspleet, waaruit dampen opstegen en uit die dampen ontving ze z.g. de godsprake over de toekomst. Kwam nu de een of anderen vorst of gezant de toekomst vernemen, dan kreeg hij een veelzeggende voorspelling te hoo ren. Maar het was altijd een veelzeggende pro fetie, waarmee men alle kanten uit kon. Men kon later nooit de Grieksche priesterschaar van Delphi verwijten: gij hebt ons de toekomst ver keerd voorspeldWant de voorzegging was altijd wel zoo ingekleed, dat het altijd hoe het ook ging uit móést komen. Dat is orakeltaal. En die is nog niet uitgestorven. Vooral niet in de politiek 1 Het is dus begrijpelijk, dat als men geplaatst wordt tegenover dergelijke orakeltaal, de nei ging krijgt te zeggen: vertel nu eens rondweg hoe het staat, ja of neen, meer behoef je niet 'te zeggen. En dan kan dat ja of neen lastig worden. Want het is altijd een kort en duidelijk ant woord op een geformuleerde vraag, die door de tegenpartij gesteld is. En dat laat geen orakelachtige verklaring toe. Voor die lastige keus werd dezer dagen de leider der S.D.A.P. geplaatst. Wellicht heeft m'eri er al van gelezen in de bladen. De heer Albarda had zich op een congres van zijn partij zeer scherp uitgelaten. Hij had gezegd, dat alle middelen geoorloofd zijn als het tegen den oorlog gaat. Zijn scherpe ver klaring liet toe, dat men den indruk kreeg, dat wanneer ons land in nood kwam en de regeering tot mobilisatie moest overgaan, de S.D.A.P. zou bevelen aan haar leden: niet naar de grens, wat natuurlijk een dolkstoot in den rug zou beteekenen. Want als onze buren gaan vechten en wij bewaken onze gr'enzen niet, spreekt het vanzelf, dat ze probeeren zullen het op ons grondgebied uit te vechten. Het was dus geen wonder, dat onze regeering hier zekerheid wilde hebben. En nu is de minister van defensie, minister Deckers, geen gemakkelijke man. Dat had een paar jaar geleden Zadelhof, een rood Kamerlid uit Dordt, al eens meer onder vonden, toen hij door denzelfden minister over hetzelfde vraagstuk de duimschroeven aankreeg. Maar nu gold het de leider der S.D.A.P. zélf en dus wordt het gewichtige vraagstuk nog meer geaccentueerd. Antwoord nu alleen eens met „ja" of „neen", zei de minister, kan als de mobilisatie gelast wordt, op de S.D.A.P. gerekend worden, „ja" of „neen". De vraag was heel duidelijk gesteld. Daar mankeerde het niet aan. Maar het antwoord van den heer Albarda was minder duidelijk. Hij gebruikte wel woorden, veel zelfs, méér dan gevraagd was, maar dat was niet de be doeling van den minister. Ten slotte probeerde de heer Albarda den dans te ontspringen door te zeggen, dat hetgeen hij op het congres onder zijn partijgenooten ge zegd had, niet sloeg op Nederland, want dat land was niet oorlogszuchtig, maar meer in het alge meen opgemerkt was. Maar daarmee had de heer Albarda zijn positie niet verbeterd, want nu kreeg hij het met zijn eigen partijgenooten aan den stok Hetgeen te begrijpen is. Als men eerst een groot woord voert op een rood congres, zoodat er daverend applaus op volgt en later aan die woorden een uitleg geeft, die heel het daverend effect te niet doet, dan is het te begrijpen, dat men moeite krijgt. De linksche vleugel van de S.D.A.P. stond op zijn achterste beenen en haastte zich er op te wijzen, dat de S.D.A.P. inderdaad alle mid delen dient aan te wenden om een oorlog on mogelijk te maken 'en' desnoods mobilisatie dient te weigeren. „De Socialist" was met de verklaring van den heer Albarda niet tevreden en de 3e afdeeling der Utrechtsche S.D.A.P. drong ook aan op een duidelijke stippuleering van het roode standpunt in deze gewichtige kwestie, en de afdeeling Rot terdam VII wenschte massa dienstweigering en algemeene werkstaking in geval van oorlog en de heer J. ter Laan eischte met instemming van het congres bij afkondiging der mobilisatie pro clamatie tot revolutie en de „Blijde Wereld" schreef: een Regeering, die een oorlog verklaart, zij het op volkomen wettige wijze, zal niet op ons kunnen rekenen. Al deze uitlatingen toonen duidelijk aan wel ken kant men in de S.D.A.P. uit wil. Geen wonder. De leiders zelf hebben dien gevaarlijken geest opgeroepen. En wie zal een eenmaal opgeroe pen volksgeest kunnen bezweren Wel is de geestesgesteldheid der S.D.A.P. in de laatste jaren gewijzigd. Troelstra schreef en sprak in de oorlogsjaren nog over den plicht van een natie zich te ver dedigen en er een leger op na te houden. Vliegen schreef in „Het Volk" een artikel, waarin hij aandrong om aan de zijde van België te gaan staan en tegen Duitschland te gaan vechten. Zóó dachten de heeren er toen over. Maar nu de ontwapeningsleus er bij de men schen in wil, heeft men zijn jasje gekeerd. De menschen zijn opgezweept tegen de „ka pitalistische maatschappij", waarin Jan boeze roen het in de loopgraven moet uitvechten voor de groote heeren, die aan de touwtjes trekken. En nu geoogst wordt, wat met kwistige hand werd gezaaid, krabbelen de leiders dezer men schen zich achter de ooren. Wat moeten ze nu zeggen Ze durven geen „ja" en geen „neen" te zeg- gen. Zeggen ze „ja" we zijn niet te vertrouwen als ons land moet mobiliseeren, dan komën ze in een onmogelijke positie in ons parlement te staan, ze weten dan ook, dat ze in groote groepen van ons volk, die nog een beetje nuchter en gezond denken, het voor goed verbruid hebben. Maar zeggen ze „neen", we bedoelen het zoo kwaad niet en als de nood aan den man komt, zullen we er op uittrekken om huis en haard te verdedigen, dan krijgen ze het met d'r eigen mannen in de S.D.A.P. aan den stok. Het kan dus geen „ja" en geen „neen" zijn. En nu moeten groote woorden en vooral veel woorden den toestand zooveel mogelijk mas- keeren. De heer Albarda schreef in „Het Volk" een paar artikelen, die naar weerskanten de netelige positie moesten dekken. Ook daarin is het weer geen „ja" en geen „neen". En ook in de Kamer bij de algemeene be schouwingen, die deze week begonnen zijn, heeft de heer Albarda nog iets er over gezegd. Het komt er op neer, dat de S.D.A.P. zich niet tegen iedere mobilisatie zal verzetten, maar zij wil zich niet vooruit binden. Weer een zonderling standpunt. Eerst leger en vloot ondermijnen en geheele afschaffing van de weermacht eischen en dan weer verklaren, dat een gedeeltelijke mobilisatie toch wel eens noodig kan zijn. Zoo buigen en wringen de heeren zich in aller lei bochten om maar een streng „ja" of „neen" te ontkomen. Een weinig verheffend schouwspel. Mannentaal is het zeer zeker niet. En het wordt er de leiders der S.D.A.P. op die manier niet gemakkelijker op. Want de partij zelf zal met zulke halfslach tige verklaringen niet tevreden zijn. En de communisten staan er achter om het vuurtje te stoken. Die zeggen: „zie je wel, je eigen' mannen laten je in den steek zoo gauw ze weer op het groene kussen zitten I Zie dan naar ons: wij zeggen ronduit en eerlijk in de Kamer en de pers: op ons valt niet te rekenen, als er gemobiliseerd moet worden, zullen we probeeren de revolutie te ontketenen 1" En voor de communistische concurrenten zijn de roode heeren doodsbang. We zullen met belangstelling afwachten wat die houding der leiders in de S.D.A.P. zal uit broeden. Maar ons volk weet nu zoo langzamerhand toch hoe het er mee.staat. Als er onverhoopt weer eens een oorlog uit breekt, is er kans, dat een kwart van ons volk, vergiftigd door gevaarlijke propaganda der roo de leidslieden, klaar staat om de revolutie te ontketenen, juist op het allergevaarlijkste moment waarin een volk zich dan bevindt. Want als we niet in staat zijn den vijand buiten de grenzen te houden, zullen ze den strijd ongetwijfeld binnen onze grenzen uitvechten. Dat gevaar is grooter dan ooit, omdat Frank rijk en België bezig zijn een groote muur van forten en verdedigingsmiddelen tegen het Oosten op te werpen. Van groot belang is het voor ieder volk, dat een oorlog buiten eigen grenzen wordt uitge vochten. Volhardt de S.D.A.P. in haar gevaar lijke ontwapeningsleuze, dan wordt de volks weerbaarheid onder een-deel van ons volk onder mijnd. De leiders der S.D.A.P. zien dat zelf in en probeeren tusschen „ja" en neen" door te roeien, maar hun volgelingen is geleerd „neen" te zeg gen. Zaak zal het zijn voorzichtig met die heeren om te springen. De N. Rott. Courant schreef naar aanleiding van de halfslachtige houding van den heer Albarda „Wij hebben de sociaal-democraten in ver schillende gemeenten reeds tot wethouder zien kiezen om h'en' wat ervaring van overheidsbe stuur bij te brengen en wat verstandiger te ma ken. Alleen in het buitenland is hun dat rijpings proces ook in het landsbestuur ten deel gevallen. Zelfs al zou men er misschien een oogenblik aan hebben kunnen denken, zoo dat mogelijk was, om een sociaal-democratischen leider in den een of anderen vorm, als lid van de Kamer commissie voor buitenlandsche aangelegenheden b.v., vóórdat de Kamer er kennis van kreeg, op de hoogte te brengen van de door mr. Troelstra bedoelde en noodig geoordeelde gegevens, zoo lang het er alleen om te doen was om het verzet van -de S.D.A.P. tegen een haarsinziens „roeke- looze" mobilisatie te voorkomen, nu elke algemeene mobilisatie op verzet harerzijds zal stooten, zouden wij daarmede slechts den bok dichter bij de haverkist brengen. Evenmin als het aanbevelenswaardig zal zijn voor de regeering, om bij kleinere haverkistjes van bij de mobilisatie betrokken overheidsposten al de andere sociaal-democratische bokken toe te laten." UITKIJK. Noorwegen viert feest. Het herdenkt zijn vijf- en-twintigjarige onafhankelijkheid. Menigeen zal niet weten dat Noorwegen nog slechts zoo kort zijn onafhankelijkheid geniet. Toch is het zoo. Na onder Deensch regiem gestaan te hebben, heeft het bijna een eeuw lang onder Zweden geleefd. Onder den grooten Napoleon kreeg Zweden Maarschalk Bernadotte tot Koning. De ze heeft een dynastie gesticht, welke tot op heden op den Troon blgef. Noorwegen moest zich hieronder schikken. Maar dat kan het niet en na een vreedzamen strijd van bijna een eeuw kreeg het in 1905 zijn onafhankelijkheid terug, welke het in zijn periode van grootsch bestaan, toen het den geesel voor Europa was, bezeten had. Het koos toen tot Koning Prins Karei van Denemarken, die den naam aannam Koninq Haakon VII. En nu viert het feest. Vijf-en-twintig jaren van onafhankelijk bestaan. Wèl reden om te feesten 1 Eén flinke maatregel De Engelsche Minister van Arbeid is een vrouw. Maar een vrouw, die er wezen mag Zij heeft besloten, dat werklooze vrouwen, die weigeren een betrekking als dienstbode aan te nemen, haar recht op uitkeering uit de werk- loozenkas verbeuren. Een van de ergste euvelen van het huidige stelsel vond zij in de bepaling, dat iemand voor wie in zijn eigen beroep geen werk te vinden was, vrij was om werk in een ander beroep te weigeren. Dat heeft deze Engel sche vrouwelijke Minister nu veranderd. En ze heeft verklaard te zullen zorgen, dat aan de nieuwe regeling de hand wordt gehouden. Zij legde er den nadruk op, dat het beroep van dienstbode niemand oneer aandoet,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1