Zaterdag 18 October 1930. No- 3686 Pil nummer DBSlaat uil arie Biaflen TWEEDE BLAD. Wifli ül WÊ W> Wh» mw/. ÉS Éi ÉS Rede Dr. H. A. M. v. d. Valk Een nieuwe Staat. EEiT HOEKJE VOOS VEOTTVT Voor de Vrouw. Voor de Jeugd. ™UOC-SÏGN0W£ES SCHAAKRUBRIEK. Het vlootplan en het petitionnement. Een druk bezochte vergadering. Correspondentie deze Rubriek betreffende te zender aan F. W. Nanning Middelharnls. No. 169. In no 198 vinden we een veranderend cross- check en wel na 1. Df3f. De sleutelzet is 1. Tg2 dreigende 2. Te2 mat. Varianten zijn d3; 2. Dc6 mat. 1Dg2: 2. Pg5 mat. 1Df4; 2. Pg5 mat. Deze laatste twee varianten zijn, naast het cross-check, wel de aardigste momenten. Een penning en een veldblokkeering. Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul). Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet-abonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Een onoplosbaar probleem vervalt voor den wedstrijd. De prijs over September is gewonnen door A. VAN DIJK. Probleem voor den wedstrijd. No. 201. A. RAGAINIS. 3e E. V. The Sports Referee 1930 I. Zwart (12). - mm. mm. gg§ Wit (10). Wit: Kh6, Df2, Td4, f4, Lc8, h4, Pe6, f6, pi. c7, g3. Zwart: Ke5, Da5, Ta6, La2, cl, Pc4, h2, pi. a3, b2, e4, g4, h7. Wit begint en geeft in twee (2) zetten mat. Oplossing inzenden vóór Donderdag 6 No vember. Oplossing Eindspel no. 241. 1. Ke2, Khl; 2. Pf2f, Kgl; 3. Kf3, KI remise. Oplossing Eindspel no. 242. 1. Ph6, g3; 2. Kf7, g2; 3. Kf8, glD; 4. Pf7 mat. Oplossing Eindspel no. 243. Als zwart begint K h3; 2. Ph5, f4; 3. Pf4: h2 en wint. Als wint begint: 1. Ke3. Eindspel no. 245. Keemink en Fahrni no. 136. Wit: Kbl, Pd3. Zwart: Ka3, pi. a7, b3, b4. Wit geeft mat in 4 zetten. Eindspel no. 246. Keemink en Fahrni no. 137. Wit: Kd2. Zwart: Kal, Pg8, pi. a2. Wit houdt remise. Eindspel no. 247. Idem no. 138. Wit: Kc3, Pf6, g7. Zwart: Kal, pi. g7. Wit wint Eindspel no. 248. Uit een partij. Zwart aan zet wint. 1a5. Als wit niet neemt dan 2 ab4: (na 2. b5 volgt 2Pc5: gevolgd door 3. Pd7 enz.)) 2. ba5: Pc5: 3. a6, ba6: 4. onv. Pd7 enz. Na 1a5; 2. b5, Pc6; 3. loc6: bc6: enz. Dame-gambiet Gespeeld in de 11de ronde van het wereld- schaakcongres te Hamburg. Zwart: J. Vistanetzki. d7~d5 e7—e6 Pg8—f6 Pb8d7 e6Xd5 c 7c6 Wit: E. Eliskases. 1. d2d4 2. c2~c4 3. Pbl— c3 4. Pgl— f3 5. c4Xd5 6. Lei f4 7. e2e3 Deze variant heeft Samisch voor enkele jaren graag en metg oed gevolg gespeeld. 7Pf6e4 Geen kwaad idee. doch is de uitvoering er van onnauwkeurig. Sterker is eerst 7Le7 en na 8. h3 (anders Ph5) eerst nu 8Pe4 bijv. 9. De2, f5!; 10. Ld3, 0-0; 11. 0-0, Ld6; 12. LXd6, PXd6; 13. Tadl, Df6 (Pf6; 14. Pe5!) met bevredigend spel voor zwart. Samisch—H Wolf. Tepliz—Schönau 1922. 8. Lfl—d3 Lf8~b4 Een nuttelooze uitval. Deze looper kan zwart meer productief maken dan voor een afruil op c3. 9. Ddl—c2 Pd7—f6 10. 0—0 Lb4Xc3 11. b2Xc3 Lc8—f5? Het begin van de beslissende foutEenige uitzicht op remise bood 00. 12. Tal—bl Dd8—c8 Of 12b6; 13. Pe5! benevens eventueel f2—f3. 13. Pf3-b4 Wat zal zwart tegen die vreeselijke dreiging f2—f3 beginnen. Na 13. g5 volgt eenvoudig 14. LXg5, PXg5; 15. PXf5, (Dd7; 16. TXb7 13Lf3~e6 14. f2—f3 g7—g5 Ook nu gaat een pion bij een zeer slechte stel ling verloren. 15. f3Xe4 g5Xf4 Of gXh; 16. Le5 enz. 16. TflXf4 Pf6-h5 17. Ph4—f5! Wit laat z'n tegenstander niet meer op adem komen. 17Le6Xf5 18. Tf4Xf5 19. Ld3Xe4 20. Tf5-e5f 21. d4d5 22. Te5—f5 23. Le4Xd5 d5Xe4 Ph5-g7 Pg7e6 Dc8c 7 c6Xd5 Ta8-d8 Het is onverschillig wat zwart zet. Na Tb8 vernietigt hem 24. De4 bijv. Ke7; 25. Tbfl, Thf8; 26. TXf7f enz. 24. TblXb7 Td8Xd5 25. Tb7Xc7 Pe6Xc7 26. Lc2—e4f Opgegeven. Aanteekeningen van A. Becker in de Wiener Schach-zeitung. (De Maasbode). CORRESPONDENTIE. Jos. Duv. No. 161. 1. Db3, Ke5; 2. Dd5; 1g4f; 2. Kf4; 1c4; 2. Td2. No. 162. 1. Dc2. F. C. L. Partij A. 29Pe5: 30. Pe5: Le5: 31. Le8, Indien Ke8: 32. Tc4 Partij C. 28. d4, Pe6; 29 Ik neem aan, dat U op uw briefkaart be treffende no. 198 niet 1. Tg4:-j- bedoeld heeft. Dinsdagavond trad voor den Bijz. Vrijw. Landstorm te Sommelsdijk in Hotel Spee op Dr. M. H. A. van der Valk te Rotterdam om te spreken over het Vlootplan en het petition nement. De zaal was propvol toen de voorzitter van den plaatselijken B. V. L„ de heer J. H. Dijkers de samenkomst opende, met een kort woord wees op het doel van deze vergadering en hierna het woord gaf aan Dr. v. d. Valk. Rede Dr, van der Valk. De spreker begon met de opmerking, dat er al heel wat rook in de zaal hing. Nu vond hij dat niet zoo erg, laat men maar gerust den damp er in jagen, als het maar geen kruitdamp is. 1929 tegengevallen. Spr. zegt, dat hij eigenlijk wat met zijn figuur verlegen, iets wat hem niet zoo licht overkomt. Maar hij begrijpt niet, dat het noodig is te spreken over dat dwaze stuk van een petition nement, dat door de S.D.A.P., het N.V.V. en de „Kerk en Vrede"-mensch;en is op touw gezet. Hoe kan men nog zoo dwaas zijn daarop te teekenen Spr. wil aan de hand van officieele gegevens een en ander over het vlootplan (geen vlootwet) van minister Deckers mededeelen. Dan zal men zien hoe misleidend de propaganda der roode heeren is, die het vlootplan alleen maar aangegrepen hebben, omdat ze iets noodig hadden om den gang er in te houden. Want het is de roode heeren in 1929 niet erg meege vallen. Ze hadden in dat jaar bij de Kamer verkiezingen gerekend, dat ze met elkander een meerderheid zouden behalen. Ze hadden beslist op een 55 zetels gerekend, zoodat ze een loyale meerderheid hadden gehad om de lakens te kunnen uitdeelen. Dat is tegengevallen. En na de verkiezingen stonden ze voor de vraag: Wat nu Ze waren' eigenlijk uitgepraat. Waar moes ten ze een doeltreffende leuze voor hun propa ganda vandaan halen De socialisatie kon geen dienst meer doen. Dat onderwerp is al weer lang uit den tijd. Geen enkel sociaal-democraat die daar nog over praat. Ze hebben er niets meer aan sinds het in het buitenland op een totale mislukking is uitgeloopen. Het petitionnement. Ze waren eigenlijk met hun figuur verlegen. En toen kwam het nieuwe vlootplan van minis ter Deckers. Nu konden ze vlootje gaan spelen. Dat was tenminste wat. En met haar bijwagen, het roode Nat. Vakverbond, hebben ze toen een volksbeweging op touw gezet. Er moest een massaal volkspetitionnement komen. En dat pe titionnement is dezer dagen bij de Tweede Ka mer ingeleverd. Spr. stelt de vraag: heeft dat petitionnement nog eenige beteekenis Spr. ontkent dat. Het is een volkomen waardeloos petitionne ment. Waardeloos, omdat het volk glad verkeerd is ingelicht. Er is gegoocheld met getallen; het volk is voorgelogen. Het vlootplan. Het vIootpIan-Deckers loopt niet over één jaar, maar over 11 jaren. Het is een vlootplan, geen' vlootwet. Daarit volgt, dat de Kamer leden, die er dit jaar vóór stemmen, volkomen vrij zijn wat zij het volgend jaar zullen doen. Zij verbinden zich maar voor één jaar. En in die elf jaren kost dat plan 120 millioen gulden. Dus niet per jaar, maar in elf jaar. Toch hebben de roode propagandisten en de roode leiders en de roode bladen het altijd maar over 120 mil lioen gulden. Spr. ként verschillende roode Ka merleden, die een inkomen per jaar hebben van 20 duizend gulden. Het is niet meer zooals vroeger. Spr. is al lang op de baan en hij her innert zich, dat hij als student eens Prof. Linde boom, die over het socialisme zou spreken, als scriba ter zijde stond. In het debat kwamen toen ook socialisten naar voren, die er over klaag den, dat er weelderige magazijnen in Den Haag waren, maar niet voor hen. zij hadden geen bed om op te slapen, zij konden zich niet van het noodige voorzien. Zoo was het 40 jaar geleden. Maar dat is nu anders. Nu gaan de heeren met een slorige 20 mille per jaar strijken. Een „Fordje" is te min, het moet voor mevrouw Wibaut een „Buick" zijn, en de heeren werken met de „roode ruggetjes", zooals wij dat do'en met onze briefjes van Tien, het is soms om er jaloersch op te worden. Maar wat zouden de roode heeren nu wel zeggen, wanneer van hen verteld werd, dat zij geen 20 mille, maar 200 mille inkomen hadden Wanneer zij er tegenop kwamen, zouden wij dan natuurlijk kunnen zeg gen: we bedoelen in 10 jaar Maar men gevoelt, dat dit grove misleiding is. Grove misleiding. Maar daar zijn de roode heeren niet bang voor. Zoo hebben ze ook een' manifest uitgegeven, dat het petitionnement moest inluiden. Ze wer ken daarin met groote en kleine letters. Dat is gewoonte bij de S.D.A.P. Er is daar inderdaad groot onderscheid tusschen groote en kleine letters. Dat ziet men b.v. in „Het Volk". Kamer lid Duys wordt er in afgedrukt met een heele groote K en een heele groote D, maar de ko ningin krijgt maar een kleine k. Zóó kleinzielig zijn nu eenmaal de roode heeren. Een bewaarschoolkind weet al, dat Koningin met een hoofdletter K geschreven wordt. Maar de roode heeren zijn nog minder dan bewaar- schoolkindereri, die weten dat niet. Zoo is er dus onderscheid tusschen groote en kleine letters bij de S.D.A.P. Dat komt ook uit op dat roode manifest. Met heel groote letters staat bovenaan: „120 millioen voor de Vlootwet", en met kleine lettertjes staat er dan nog onder „in 10 jaar". Zoo is hun misleidende reclame. Ze spreken toch de waarheid Ja, maar ze bedriegen het volk. Of denkt ge, dat een vrouw tje op het hofje van Gerrit de Koker op de Goudsche Singel, die heel den dag haar poesje zit te aaien, op die kleine lettertjes let. Dat vrouwtje leest natuurlijk alleen: 120 millioen. En dat brengt haar van streek, en dat brengt alle eenvoudige menschen van streek. Er wordt ieder jaar ongeveer 150 millioen voor onderwijs uitgegeven. Wat zou men zeggen als we nu met groote reclamebiljetten gingen loopen: 1500 millioen voor onderwijs"? Men zou vragen of het ons in het hoofd mankeerde. De S.D.A.P. doet evenwel precies hetzelfde met het vlootplan. s> De waarheid omtrent het vlootplan. Hoe staat het eigenlijk met dat plan, vraagt spreker. Uit de officieele gegevens leest spr. voor, dat het eerste jaar Nederland en West-Indië niet meer dan 6J^ mihoen betalen en Ned. Oost-. Indië 3.4 millioen. Het volgende jaar wordt dat 7.8 millioen' voor Nederland en West-Indië en 4.4 millioen voor Oost-Indië. In het duurste jaar wordt het voor Nederland slechts 6.8 mil lioen gulden. Spr. wil royaal zijn en de S.D.A.P. 2 ton cadeau doen. zeggen dus 7 millioen. Maar dan is dan toch nog geen 120 millioen Het ver schil is wel wat heel groot Er is verschil tusschen het vIootplan-Deckers en de vlootwet van 1923, die toen gekelderd is, omdat toen 10 R. Kath. dissenters in doliantie zijn gegaan. Wie toen zijn stem er aan gaf, stemde voor het heele bedrag, dat naar een voorspelling van Troelstra toen een miliard zou gekost hebben. Oorlogsgevaar Is er nu oorlogsgevaar voor te duchten, als dit plan wordt aangenomen Spr. stelt de vraag: van welke zijde moet dat oorlogsgevaar komen? Zeker niet van de Rechtsche partijen. Dat zijn de ordelievende partijen en willen niets liever dan den vrede bewaren, zooveel in hen is. Als er oorlogsgevaar te duchten is, dan moet het komen van de communisten en hun familie de sociaal-democraten. Dat dit familie is, hoopt spr. straks te bewijzen. Maar van Rechts is met dit vlootplan geen oorlogsgevaar te duchten. Het doel. Want wat is het doel met dit vlootplan Alleen om den vrede van Indië te verzekeren, de rust en de orde daar te handhaven. En ove rigens om ook in ons land te kunnen voldoen aan den plicht, die ons den Volkenbond oplegt. Beteekent dat nu oorlogsgevaar Spr. vindt het argument belachelijk. Toen de Russisch-Japansche oorlog in gang was, kreeg de Nederlandsche Regeering van een dezer landen een dépêche, waarin gezegd werd: handhaaft gij de neutraliteit uwer Koloniën, of anders zijn wij verplicht het te doen. Men be grijpt wel wat dit zeggen wil. Als een ander land je „neutraliteit" gaat handhaven, wil dat zeggen, dat ze er soldaten heen zenden, en zitten die er eenmaal, dan krijgt men ze er niet De nieuwe staat »Ozilië« is dan toch wer' kelijkheid geworden. Eer dat zoo'n regeering in elkaar zit, kost heel wat hoofdbrekens. De grondslag van de nieuwe republiek is zindelijkheid en daarom werd »Ozil« met algemeene stemmen tot president gekozen. »Ozil« kan namelijk geen vuil verdragen en stelt door bemiddeling van Zeepfabriek »Het Bleekertje® zeeppoeder beschikbaar die zijn naam draagt, voor slechts 10 ets. per pakje. Dit is een zeeppoeder waarbij de huisvrouw haast niets aan de wasch behoeft te doen. »Ozil« doet het alleen wel. 15 meer vandaan. Meermalen is dat in de geschie denis bewezen en dan wordt gezegd: „het is voor de veiligheid en den vrede der volkeren maar beter, dat we hier blijven". Dezer dagen trad in Rotterdam een Vrijzinnig predikant op voor „Kerk 'en Vrede" en deze zeide: „nu laat óns dan in vredesnaam onze Koloniën maar afstaan". Elke Moeder wil graag, dat haar kinderen beleefd zijn, en ze zal er ook haar uiterste best voor doen. Een beleefd kind is gezien bij an deren eneen beleefd kind is ook een eere voor de Moeder. Maar de meeste Moeders klagen er over, dat het zoo moeilijk is om kinderen beleefdheid te leeren. Ze doen hun best om telkens weer in te prenten: pet afnemen (als die tenminste ge dragen' wordt) als je bij iemand in huis komt, een hand geven, niet voor de menschen heen- loopen, enz., ieder weet verder wel het rijtje aan te vullen, wat je kinderen telkens zoo al voorhouden moet. Maar op het meest onver wachte vergeten ze hun les weer en moet je ze weer herinneren, ,,'t Is toch zoo moeilijk", klagen de moeders dan. Nu het is ook moeilijk, dat is waar. Nu vind ik dat heusch niet de ergste onbe leefdheid van kinderen als ze eens even een van die „formaliteiten" vergeten. Natuurlijk moe ten ze worden geleerd en nageleefd. Maar als ze t eens even vergeten, welnu even een wenk en t is in orde. Denk eens, dat een jongen volop in zijn spel verdiept is. Hij zit er in, hoor. Daar komt een oom of tante, vriend of vriendin van vader of moeder, die altijd zoo leuk met zijn spel meeleven kan. Als zoo iemand binnen komt is dat voor zoo'n boy de meest welkome gast. Daar moet hij eVen zijn spelglorie aan kwijt. Hij vergeet te groeten en overvalt direct verhaal, want hij weet een luisterend oor. Natuurlijk is 't onbeleefd maar even Moe ders: „Jongen, zou je eerst niet even groeten", is genoeg en met verlegen lachje om 't verzuim wordt de hand uitgestoken en 't dag oom of tante klinkt je tegen. Door Vaders en Moeders wordt in den naam der beleefdheid soms veel grooter onbeleefdheid bedreven. Je hebt van die dreumessen van vier of vijf jaar voor wien het woord gehoorzaam- •neid een onbekende klank is, en met de zaak zelve hebben ze nog nooit kennis gemaakt. rtr komt bezoek. Moeder wil laten zien, dat naar kind toch wel opvoeding krijgt. Broer moet ril- 3I? c 9eYen- Maar broer vertikt het. Moe- veol1S voor de beleefdheid en onder bnncd u- Schreeuw wordt de kleine ^TrAbl' 16 9ebracht' Moed« 't °n- If hafje jn„steakt het u zelf toe „Zoo, netjes een handje Maar eigenlijk weet je in zulke gevallen met hoe je jezelf houden moet, want je kunt je toch met overblij toonen met die gedwongen handjesgeverij. Dat is onbeleefd heid van Moeder door zoo'n scene te veroor- zaken in t bijzijn van een gast, in naam der beleerdheid nog al. Op zoo'n manier wordt er over beleefdheid nog al verschillend gedacht, Beleefdheid aan te leeren is ook daarom zoo moeilijk, omdat het leven nu eenmaal niet een mooi geheel is met afgepaste vakjes, terwijl je weet wat je in elk vak vinden kunt. Er zijn zooveel gevallen, waarin de kinderen onverhoeds geplaatst worden en waarvoor je ze altijd geen voorschrift voor kunt geven. Doch indien we bedenken, dat beleefdheid wel naar buiten zich uit, doch voortvloeit uit inner lijke eigenschappen, dan maakt dat eenerzijds het opvoeden tot beleefdheid moeilijk, doch anderzijds ook weer gemakkelijk. Indien we de kinderen alleen maar enkel uiter lijke vormen leeren en niet meer, dan zullen ze de ouders zeker dikwijls beschaamd doen staan. Maar we moeten ze leeren, dat uiterlijke vormen een gevolg moeten zijn van innerlijke goede gezindheid jegens anderen. Goede beleefd heid begint met naastenliefde. Beleefdheid begint van binnen. Eigenlijk kunnen we nog verder terug gaan. De beleefdheid van de kinderen begint bij de ouders. Als die tegenover anderên of tegen huisgenooten niet beleefd zijn, of steeds scherp anderen beoordeelen in hun gesprekken, dan zal het kind moeilijk beleefdheid zijn te leeren. Kinderen houden, onbewust natuurlijk, van een ijzeren consequentie. Als Vader of Moeder zoo tegen anderen doen, waarom zouden zij dan anders moeten doen. Als Vader en Moeder zooveel leelijks van die of die zeggen, waarom moeten zij dan tegen zoo'n man of vrouw aardig doen. Zoo ziet ge, dat er bij het opvoeden tot be leefdheid heel wat klippen zijn, waarop men stranden kan. Dit is het beste, als men daarbij voor oogen houdt dit woord: Wat gij wil dat u geschiedt, doe desgelijks ook aan anderen. Als deze gezindheid bij onszelf is, en bij de kinderen gekweekt wordt, dan zal het aanleeren van de uiterlijke vormen toch niet zoo moeilijk meer vallen. M'n beste nichtjes en neefjes 1 Voor dezen keer moet dit praatje kort zijn, want er liggen heel wat briefjes op beantwoor ding te wachten én' dan weet ik het wel. Als ik van een nichtje of neefje een langen brief krijg, wil ik ook graag een langen brief terug schrijven, maar dan neem ik al aardig wat ruimte in beslag. En ieder moet wat hebben van de krant, 'k Vertel daarom alleen, dat WILLIE KREEFT te OUD-BEIJERLAND den prijs gewonnen heeft, Zop hoor, nu allemaal heel veel hartelijke groeten van jullie TANTE TRUUS. Cor van dén H. te Ooltgensplaat. Dat was een fijne brief. Wat heb jij geteekend. Ik had heel wat te kijken in je brief. Die rij kereltjes was een lust om te zien. Is het jullie huis, dat je geteekend hebt De berijmde oplossing van het raadsel was ook aardig hoor. Je hebt je vacantietijd maar wat best gebruikt. Joop van den H, te Ooltgensplaat. Jij zult ook zeker wel een beurt krijgen voor een boek. Hoe vind je het, dat de vacantie weer voorbij is Ik denk wel prettig, want je kunt nu toch niet aldoor buiten spelen. Jan D. te Melissant. Wat is dat kranig om heel zoo'n les van buiten te leeren. Hoe lang heb je daar wel over gedaan Als ik een plaatsje heb zal ik het wel eens in ons hoekje zetten. Wil je vader en moeder de groeten terug doen Hendrik W. te Ooltgensplaat. Wel 'k was haast jaloersch op je geworden, dat je in Rot terdam het zoo getroffen hebt om driemaal de Koninklijke Familie te zien. Dat is heerlijk ge weest voor je. Voor Moe was het jammer, dat ze er niet bij was.-Vader heeft je een prachtig plaatsje bezorgd. Je hebt vorige week kunnen zien, dat Jaap de plaatsnamen alleen uit Neder land had. Jaap L. te Den Bommel. Dammen is een fijn spel. Prettig, dat je het met Pa en Piet en zus kunt doen, want als de een geen tijd heeft, kun je het met den ander een spelletje doen. Ik heb het ook menig keer gedaan. We moesten samen eens een spelletje kunnen doen. Heb je ook al schaken geleerd Dat is zoo'n mooi spel. Gerrit P. te Numamsdorp. Gefeliciteerd met je verjaardag, 'k Hoop, dat je het met je vriend jes heel prettig zult hebben. Ik verlang nu al naar je brief, waarin je me van alles vertellen zult. Ook gefeliciteerd met broertjes verjaardag. Zoo'n kleine broer toch, om al zoo knap te wezen. Riek P. te Numansdorp. 't Is kranig, dat je de geschiedenis van Jozef zoo mooi verteld hebt. dat je er een prijs voor hebt gekregen. Je moet me maar eens gauw vertellen, wat die prijs is, daar ben ik nieuwsgierig naar. Wat heb jij onze krant goed gelezen, dat je weet, dat er electri- citeit is op Flakkee, maar of nu alle menschen bun bril kunnen afschaffen, dat geloof ik nog niet hoor. Gefeliciteerd met je twee jarige broertjes. Doe Pa en Moe de groeten terug. Gerarda S. te Rotterdam. Dat was een lange brief hoor. Je had ook heel wat te vertellen. Heb je ook meegezongen voor de Koningin Je hebt zeker wel je best gedaan om een goed plaatsje te krijgen Heb je 't tegenwoordig druk met veel huiswerk Wer kmaar steeds geregeld door, dat is verreweg het beste, vooral voor later, anders moet je dan zooveel herhalen. Doe ze allemaal de groeten thuis. Arendje K. ite Dirksland. Een goed begin is 't halve werk. Nu je begint ook weer goed met een langen brief en een mooi handwerkje. Har telijk dank daarvoor, 't Is heel mooi. Maar je moet me niet weer zoo lang in den steek laten. Je broertje mag natuurlijk ook met ons meedoen. Doe ze allemaal de groeten terug. Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Is kleine Hans zoo lief. Ik ben ook weer echt nieuwsgierig naar hem. Maar de eerste weken heb ik het nog heel druk, dan kan ik niet komen kijken, hoor. Tante R. te H„ de hartelijke groeten van Nellie. Bram W. te Stad aan 't Haringvliet. Wat een grap was dat om jou brief te lezen. Ik zat hem maar aldoor heen en weer te draaien, en die bij mij in de kamer zaten wisten maar niet wat ik deed. Ze vroegen hoe ik dien brief toch las. We hebben er braaf om gelachen, 't Was ook zoo'n grappig gezicht, 'k Wilde, dat je het eens gezien had. Doe ze allemaal de groeten terug. Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Het is niet prettig als 't zooveel regent, dan kun je haast niet buiten zijn, maar nu hebben we toch ook weer een paar mooie dagen gehad, Hoe is 't met je konijntje Wat heb je het brieven schrijven toch ook al goed geleerd. Jan W. te Stad aan 't Haringvliet, Je bent op school al een heel eind in het leesboekje, datz ie ik wel. Doe maar goed je best, hoor. Wat kun je nu al flink een brief schrijven en die letters had je ook keurig gezet. Gelukkig, dat je weer gauw beter was. Je hebt een groote boot geteekend. Mooi hoor. Gretha van der K. te Andelst. 'k Ben blij, dat je den prijs zoo mooi vindt en Bennie Burgers zoo leuk. Jullie hebben dus een muziekuitvoering in 't klein gegeven, 'k Had het graag eens willen hooren. Vertel me maar eens gauw welke cijfers je voor dat opstel had. Je hebt een mooi onder werp gekozen. De ramp met het luchtschip was ontzettend. Die rebus welke je opstuurde, is heel mooi, maar „De Rotterdammer" wordt door ve- len hier gelezen en dan zou ik voor de meesten met bekend nieuws aankomen, en dat is niet aardig. Toch dank voor je goede zorgen! Mijen van der K. te Andelst. Moe heeft groot gelijk, jullie kunnen best zoo'n werkje er bij doen. Hoe ver zijn jullie al Geen wonder, dat Jan dat werkje graag doet. Daar zou ik ook wel mee willen hlepen. Hier kun je ook best druiven bekomen, hoor. Zoo'n reisje naar Nij megen is wel prettig, hé Hoe lang doe je er met den trein over Henk S. te MiddeLharnis. In den vorigen krant heb ik het al in orde gemaakt en verteld, dat je twee en vijftig plaatsnamen had ingezonden. Met de prijzen bleef het eender, allen kregen eender kaart. Daar hoefde ik dus niets aan te wijzigen. Ik weet niet welke atlas Jaap gebruikt heeft, ik heb naar een paar ook nog moeten zoeken, hoor. Willie K. te Oud-Beijerland, Ik ben blij voor jullie, dat het met den zieke weer zoo goed gaat. Het is een werk, hé om een jurk te breien Welke kleuren hebben jullie er voor gekozen? Maar als je er een poosje voor op mag blijven, schiet het ook weer aardig op. Pa en Moe de groeten terug. Nellie K. te Oud-Beijerland. Ik ken er ook nog wel heel wat. die Truus heeten. Die zuster Truus is toch geen familie van me, hoor. Geen wonder dat kleine zusje nu zoo blij is. Al moet je nu nog zoo stil zijn, je zult toch wel blij zijn, dat je weer thuis bent. Ik vind het heerlijk, dat ik nu beter nieuws kreeg. Je brief was best in orde hoor. Bram en Bas L. te Den Bommel. Jullie krijgen samen een brief. Ik zal je ook vertellen hoe dat komt. Ik kreeg van jullie elk een brief, maar jullie onderteekendën je brief niet, en dus wist ik niet welke van Bram en welke van Bas was, en om me nu niet te vergissen antwoord ik jullie samen. Ik vind ook net als jullie 's avonds maar wat fijn als de kachel brandt. Als jullie 's avonds nog zoo aan 't schrijven en rekenen gaan, dan heb je nog school na de school, wat zal je dan knap worden. Verzorg de konijn tjes maar goed. Zijn ze al groot geworden De oplossingen zijn I. Hoorn, Edam, Holten, Ommen. II. Een schip op het strand, een baken in zee. pop hand, rand, steen, schip, eend, zeeziek, banden. III. Haas, Maas, baas, vaas. Nieuwe raadsels s I. Verborgen rivieren. Ik zat in de rij naast het raam. Wijs Ellie den weg maar even Jo. Roep gauw Aaltje uit de keuken. II. Waar zijn alle zeeën droog Waar zijn bergen nimmer hoog Waar zijn de steden zonder huis Waar hoort toch al dat vreemde thuis III. Het geheel bestaat uit 10 letters en is een voor ons geliefde naam. 1, 8, 3, 6, 5 7 is een jongensnaam. Een 4, 5, 6, 7 werd vroeger in den oorlog gedragen. 7, 2, 9, 10 is een meisjesnaam. De oplossingen kunnen, met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag 24 October worden gezonden aan TANTE TRUUS, Bureau „Maas- en Scheldebode", SOMMELSDIJK,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 3