Het Engelsche luchtschip R 101
verongelukt.
Kerk en School.
Hoe men de Kiezers
voorlicht.
Plaatselijk Nieuws.
weer, welk aantal zal zijn uit te breiden met
2 en dus 5 zal moeten worden.
Ten aanzien van alle genoemde veren geldt,
dat de dienstregelingen, na overlegpleging met
de subsidieerende partijen, onder goedkeuring
van den Minister van Waterstaat, zoodanig
zullen zijn vast te stellen, dat tusschen een
vroegen morgendienst en een laten avonddienst
overigens de vaarten zoo regelmatig mogelijk
over den dag worden verdeeld, rekening houdend
met de behoefte van aansluiting aan tram-
diensten.
Verdeeling van de kosten voor de bestaande
veren onder belanghebbenden.
De kosten, waarin zal moeten worden voor
zien, zijn uitgaven in eens en uitgaven welke
jaarlijks terugkeeren.
Tot de uitgaven in eens behooren
lo. de vorenvermelde uitgaven, noodig voor
de verbeteringen van de veren
2o. de tegen de penning 20 gekapitaliseerde
meerdere onderhoudskosten tengevolge van de
verbeteringen van de aanlegplaatsen en toe
gangen.
Voor meerder onderhoud van booten behoe
ven geen bedragen te worden uitgetrokken, om
dat die kosten begrepen zijn in de subsidies
aan de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij.
Tot de jaarlijksche uitgaven behooren de subr
sidies aan de Rotterdamsche Tramwegmaat
schappij,
De vorengenoemde uitgaven zijn
Voor het veer NumansdorpWillemstad
a. kosten in eens65.200.
b. jaarlijksche kosten11.500.—
Voor het veer Anna Jacoba—Zijpe i
a. kosten in eens15.075.—
b. jaarlijksche kosten24.700.—
Voor het veer HellevoetsluisMiddelharnis
a. kosten in eens29.750.—
b. jaarlijksche kosten26.300—
Eene billijke verdeeling van de kosten on
der belanghebbenden, rekening houdende met
belang en draagkracht, zou naar de Commissie
meent, zijn, eene in onderstaanden zin, waarbij
is aangenomen, dat in de aandeelen van de
provincies de van de streek te verwachten bij
dragen begrepen zijn
Veer NumansdorpWillemstad
Rijk 1/3.
Provincie Zuid-Holland 34-
Provincie Noordbrabant J4-
Provincie Zeeland Ve-
Veer Anna Jacoba—Zijpe
Rijk y2.
Provincie Zeeland V3.
Provincie Noordbrabant 1/r>.
Veer HellevoetsluisMiddelharnis
Rijk y2.
Provincie Zuid-Holland y.
Naar deze verdeeling zouden de bijdragen
van partijen worden
B ij dragen in eens:
Numansdorp-Willemstad Rijk 21.733.
Zuidholland 16.300. Noordbrabant 16.300,
Zeeland 10.687.—.
Anna Jacoba-Zijpe Rijk 7.538.—, Noord
brabant 2.512.—, Zeeland 5.025.
Hellevoetsluis-Middelharnis Rijk 14.875.—,
Zuid-Holland 14.875.—.
Bijeen: Rijk 44.146, Zuidholland 31.175,
Noordbrabant 18.812.Zeeland 15.S92.
Jaarlijksche b ij dragen:
Numansdorp-Willemstad Rijk 3.833.—,
Zuidholland 2.875.—, Noordbrabant 2.875.
Zeeland 1.917.
Aanna Jacoba-Zijpe Rjjk 12.350.Noord
brabant 4.117.—, Zeeland 8.233.—.
Hellevoetsluis-Middelarnis Rijk 13.150.—,
Zuidholland 13.150.
Bijeen Rijk 29.333, Zuidholland 16.025,
Noordbrabant 6.992.Zeeland 10.150.
De bijdragen ineens hebben betrekking op ver
beteringen van blijvenden aard. De jaarlijksche
bijdragen gelden voor 3 jaren.
Bijzondere regeling voor het veer
Ooltgensplaa'tDin tel sasNumansdorp.
Voor dit veer is een bijzondere regeling ont
worpen.
Wij moeten den B. B, N. dankbaar zijn voor
zijn doorgezette actie, welke aanvankelijk reeds
met zooveel succes, werd bekroond.
Het beste kunnen we die dankbaarheid toonen
door lid van den Bond te worden, waarmee we
ten slotte ook ons zelf dienen.
Want het lidmaatschap van den B. B. N.
(voor kleinbedrijf slechts 15. per jaar) geeft
de volgende voordeelen
a. Wij verstrekken LI gratis triptieken, Inter
nationale Rijbewijzen, enz. en geven U inlich
tingen over het grensverkeer in het algemeen.
b. U ontvangt gratis juridisch advies op
ons gebied. Aan onze rechtskundige afdeeling
kunt U elke zaak, betreffende het bedrijfsauto-
mobilisme, voorleggen. In vele gevallen, zoowel
van strafrechterlijken als van civielen aard,
wordt U gratis bijgestaan.
c. Uw vragen op technisch gebied worden
eveneens gratis door ons beantwoord.
d. De B. B. N. zorgde er voor, dat de wegen
belasting 40 lager werd dan was voorgesteld.
Terwijl ge ten slotte nog gratis het orgaan
ontvangt.
Men stelle zich in verbinding met den heer
A. Maas, inspecteur B. B. N., Rechter Rotte-'
kade 91 B, Rotterdam.
Een lid achtte het aandeel van het Rijk te
hoog in verhouding tot de bij die verbetering
betrokken Rijksbelangen. Verschillende andere
leden waren daarentegen van oordeel, dat het
Rijksaandeel eerder aan den te lagen kant was
gehouden.
In een hoofdartikel over het „Processiever
bod" herinnert D e (S.G.) Banier aan de
parlementaire geschiedenis te dezer zake bij de
grondwetsherziening van 1921. In de regeerings-
ontwerpen was aanvankelijk de opheffing van
het processieverbod voorgesteld. Later nam de
Regeering het voorstel tot wijziging van Hoofd
stuk VI („Van den Godsdienst") terug en daar
mee verviel ook het voorstel der processies.
De Banier zegt nu daarvan: „Nog ligt het
jaar 1921 ons versch in het geheugen. Dank zij
het sterke verzet, dat in het land zich open
baarde tegen de poging der coalitieregeering om
dit verbod op te heffen, zag de Regeering zich
genoodzaakt haar voorstel in te trekken."
Er was inderdaad geprobeerd tegen dit voor
stel een z.g.n. „protestantsche beweging" te
ontketenen, 't Had niet veel om 't lijf. Verge
leken bij de „Aprilbeweging van 1853" was 't
slechts een stormpje in een glas water. Maar,
zoo wil De Banier zeggen, 't was toch vol
doende. De regeering is er immers voor uit den
weg gegaan. Nu is deze geschiedbeschouwing
in strijd met de verklaring, welke destijds in de
vergadering van de Tweede Kamer namens de
Regeering door den Voorzitter van den Minister
raad werd afgelegd. Bij de behandeling der voor
stellen toch was het Minister Ruys de Beeren-
brouck, die de redenen vermeldde, welke er toe
hadden genoopt de voorstellen inzake het 6e
hoofdstuk terug te nemen en hij releveerde daar
bij ook de volksbeweging, maar weersprak ten
stelligste, dat deze eenigen invloed op het re-
geeringsbesluit zou hebben gehad.
De Minister zeide o.m.
„Als ik mag herinneren aan hetgeen gebeurd
is bij de Grondwetsherziening van 1887, durf ik
zeggen, dat, gegeven het feit, dat herziening
van hoofdstuk VI in 1887 op onoverkomelijke
moeilijkheden was afgestuit, dat hoofdstuk VI
is te beschouwen alse en deel van de Grond
wet, hetwelk slechts bij een zeer krachtig spre
kende openbare meening kan worden gewijzigd.
De Regeering oordeelde dan ook bij nader
beraad reeds in de eerste dagen van Juni het
raadzaam om het geheele vraagstuk uit de her
ziening te houden en ik voeg er bij, op hetgeen
na de eerste dagen van Juni is geschied en waar
op door verschillende geachte afgevaardigden
in verschillenden zin en natuurlijk in verschil
lenden toonaard de aandacht is gevestigd, ga
ik niet in. Dit alles heeft geen invloed gehad
op het besluit van het Kabinet en nu zeg ik
er bij, dat de Regeering het recht heeft te vor
deren, dat haar mededeelingen ten deze on
voorwaardelijk worden aanvaard."
Ons dunkt, de ministerieele woorden, in den
laatsteri zin vermeld, zijn nog al sterk gesproken.
En De Banier zal dus, öf moeten erkennen,
dat zij zich in de beweegredenen der Regeering
heeft vergist dan wel het aandurven Minister
Ruys te beschuldigen met bedreiglijke argumen
ten heeft gewerkt.
D ef Banier zou De Banier niet zijn,
als zij niet tevens uit dit onderwerp een slaatje
trachtte te slaan tegen A. R. en de niet
meer bestaande „coalitie". Ze eindigt haar
artikel met deze woorden
„Verblind moeten daarom dezulken wel zijn,
die Rome helpen groot en sterk maken, zooals
ook in de jarenlange samenwerking met Rome
gebeurd is. AVie Rome sterk maakt, verzwakt
zichzelf
We lazen dezer dagen in enkele bladen, o.a.
ook in De Standaard een artikel van de
hand van een Rotterdamsch predikant over de
geloofsvervolgingen in Rusland. Toen we dat
artikel gelezen hadden, dachten we zoo bij ons
zelf: Zou deze predikant, die ook eens aan een
felle anti-roomsche gezindheid geleden heeft, zóó
fel, dat hij zich we willen wel aannemen,
onbewust in 1913 voor den liberalen ver
kiezingswagen tegen het kabinet-Heemskerk liet
spannen
Zou dezei predikant nu misschien door de
dreiging der feiten kunnen overtuigd worden
van de waarheid van het woord van Prof. Op-
zoomer, toen deze zeide, dat het niet gaat
tusschen roomsch en onroomsch, maar tusschen
geloof en ongeloof
of van het woord van Stahl, door Groen
meermalen met instemming vermeld „Wanneer
de Tijdgeest, ongeloof en vijandschap tegen God,
de overwinning behaalt, zullen geloovige Ka
tholieken en geloovige Protestanten hand in
hand het schavot bestijgen"
Wij vertrouwen, dat in dezen ook bij D e
Banier we zullen niet zeggen: de natuur
boven de leer zou gaan, maar de wijsheid
wel de verblinding zou overdrijven. Wanneer
haar het vuur der Bolsjewistische geloofsver
volging eens na aan de schenen werd gelegd,
zou zij ook wel gaarne met de roomschen sa
menwerken tot keering van het gevaar. Alleen
zou dan haar inkeer te laat kunnen zijn.
R. A. d. O.
EEN-EN-VIJFTIG DOODEN.
ONDER DE DOODEN ZIJN DE MINISTER
VAN LUCHTVAART LORD THOMSON
EN DE CHEF VAN DE BURGERLIJKE
LUCHTVAART SIR SEFTON BRANCKER.
De R 101, het grootste luchtschip van de
wereld, dat tot dusver slechts proeftochten had
gedaan, is op zijn eerste groote reis naar Britsch-
Indië Zondagnacht ongeveer kwart voor twee bij
Beauvais (Noord-Frankrijk) verongelukt en 51
passagiers en leden van de bemanning zijn er
bij omgekomen. Het is een ramp, die diep treft,
die niet alleen Engeland, maar heel de wereld
in beroering brengt. De R 101 beteekende een
nieuwen vooruitgang op den weg tot „verove
ring van de lucht" door den mensch, maar,
alleen door de lucht gedragen, staan luchtschepen
en vliegtuigen bloot aan den vollen aanval van
dat element. Dit schijnt de R 101 noodlottig te
zijn geworden in het stormweer van den nacht
van Zaterdag op Zondag. Het heeft tegen wind
te kampen gehad, die de snelheid verminderde,
de slagregens hadden het hulsel doortrokken en
steeds zwaarder gemaakt, het luchtschip neer
gedrukt; en «toen het, laag vliegend, een ver
hevenheid in het terrein, een met bosch begroei
den heuvel, ontmoette en plotseling met den neus
dook, botste het tegen de aarde, ontplofte en
vloog in brand. Zoo verklaart men tenminste
voorloopig het ongeluk, maar het blijft een
raadsel, dat zulk een wonder van techniek als
de R 101 heette te zijn, zoo slecht bestand was
tegen overmatigen regen. Men spreekt daarom
ook over de mogelijkheid van een plotselinge
atmosferische stoornis. Men neemt aan, dat de
warme cylinders, door het hulsel heenborend, dit
vlam hebben doen vatten.
Met het luchtschip zijn een aantal van Enge-
land's beste luchtvaartkundigen gebleven. In de
eerste plaats Lord Thomson, minister van lucht
vaart, die dit ambt in twee regeeringen bekleed
heeft, dan vice-luchtmaarschalk Sir Sefton
Brancker het hoofd van het burgerlijke vlieg-
wezen, Irwin, de commandant van het luchtschip,
majoor Scott, de commandant van het zuster
schip R 100 en onderdirecteur van luchtscheeps-
bouw, en anderen. Hun verlies zal zwaar gevoeld
worden.
Het is een tragische omstandigheid, dat de
eerste poging om een luchtschipverbinding tus
schen Engeland en Britsch-Indië in te stellen,
op welke verbinding zoo groote verwachtingen
van ideeëelen en stoffelijken aard gebouwd wer
den, zoo tragisch mislukt is. „Bombay moest
voor de poorten van Londen gebracht worden"
en een nieuwe band tusschen de verspreide dee-
Ien van het machtige Britsche rijk aangeknoopt
worden.
Aan boord bevonden zich 58 menschen (offi
cieel was verklaard, dat slechts 54 menschen
mee waren gegaan, maar de overlevenden hou
den staande, dat het 58 zijn geweest) van wie
slechts acht, ten deele gewond, zijn gered. Deze
acht zijn allen leden van de bemanning, de pas
sagiers lagen in hun kooien en zijn allen om
gekomen.
Onder de dooden zijn
Lord Thomson, minister van luchtvaart; Sir
Sefton Brancker, vice-luchtmaarschalk en chef
van het burgerlijk vliegwezen; luit. Irwin, de
commandant van het luchtschip; luitenant-kolo
nel V. C. Richmond, onder-directeur voor den
luchtdienst en ontwerper van de R 101; majoor
G. H. Scot, onder-directeur van den lucht-
scheepsbouw en commandant van de R 100;
eskaderleider Palstra van de Koninklijke Au
stralische luchtmacht; eskaderleider W. H. L.
O'Neill, als vertegenwoordiger van den minister
van Indië op weg naar Karatsji; eskaderleider
S. M. Rope, majoor P. Bishop en verder vele
officieren en ingenieurs.
Een der overlevenden bezweken.
Een telegram van Maandagochtend uit Beau
vais meldt, dat een der overlevenden aan zijn
wonden bezweken is.
Verklaringen van een overlevende.
Zondagmiddag heeft een vertegenwoordiger
van Vaz Dias een onderhoud gehad met den
heer Bell, een mecanicien, die de ramp heeft
overleefd. Hij vertelde
„Ik had de wacht in de achterste motorcabine.
Ik was juist afgelost door den mecanicien Bihks,
die ook gered is. Ik bleef echter nog eenige
seconden in de cabine om een paar woorden
met hem te spreken. Dit gesprek heeft mij het
leven gered. Indien ik buiten de cabine was
gegaan dan zou ik zeker gedood zijn.
Toen ik met Binks stond te spreken, kwam
plotseling het sein de motoren langzaam te laten
draaien. Het luchtschip maakte plotseling een
scherpen hoek en de neus van de R 101 dook
naar de aarde. Plotseling sloegen wij tegen de
helling van een heuvel. Een oorverdoovend ge
kraak volgde, terwijl onmiddellijk daarop de
vlammen uitsloegen. Binks en ik werden tegen
elkander gegooid toen plotseling de waterballast-
tank, die boven de motorcabine was aange
bracht, uit elkaar sloeg. Wij werden door bet
water overstroomd en daaraan hebben wij onze
redding te danken. Wij hielden natte lappen
voor ons gelaat en zochten een uitweg door het
ontwrichte geraamte van het wrak en konden
op den grond komen. Alle motoren liepen op
kruissnelheid, toen wij op den heuvel stootten,
j De heuvel, waarop bet luchtschip verpletterd
j' -werd, is zeven honderd voet hoog. Er was een
hevige wind en het regende, toen de ramp ge-
schiedde, doch wij schenen een goede snelheid
j te hebben.
Acht uur nadat het luchtschip op den heuvel
was neergekomen', was het vuur in het wrak
nog niet geheel gedoofd.
Verklaring van een ooggetuige.
Dezelfde persman heeft op de plaats van de
ramp den Engelschman George Darling, die te
Beauvais woont, ontmoet.
Deze deelde het volgende mede: Ik vermoedde
dat het luchtschip op zijn tocht naar Britsch-
Indië over het gebied ten Noorden van Parijs
zou vliegen. Aangezien het luchtschip gister
avond zou vertrekken, was ik opgebleven in de
■hoop, het te zien. Ongeveer te kwart voor twee
zag ik het luchtschip in de richting van Beauvais
stevenen. Het maakte echter vreemde be
wegingen: het ging op en neer en ik ver
onderstelde, dat het in moeilijkheden verkeerde.
Ik ben met m'n auto het luchtschip gevolgd.
Plotseling zag ik de R 101 den grond raken.
Een geweldige slag volgde ën op hetzelfde oo-
genblik sloegen de vlammen uit het luchtschip.
Ik sprong uit mijn wagen en rende onmiddellijk
naar de plaats waar het gevaarte was neer
gekomen. Daar vond ik eenige mecaniciens in
half-verdoofden toestand, die zich hadden weten
te redden.
Darling vertelde ons verder, dat hij aan de
zijde, het verst Van de vlammen verwijderd, in
het luchtschip klom, door een ruit stuk te slaan.
Hij kwam in een der machineruimtes, maar werd
toen door de vlammen teruggedreven. Het was
hopeloos, te trachten iets te doen; het eenige
was zoo spoedig mogelijk hulp te halen.
Bizondei'heden over de ramp.
Volgens het relaas van een der overlevenden,
ingenieur Leech, van de fabriek die het lucht
schip bouwde, had iedereen aan boord, behalve
de bestuurder en de wacht, zich ter ruste be
geven. Het luchtschip vloog laag en de machi
nes werkten uitstekend.
Het luchtschip had te kampen met hevigen
tegenwind en regenvlagen. Driemaal dook het,
door een windvlaag gegrepen, met den neus
naar beneden; toen werd het door een heftigen
rukwind tegen den grond gesmakt, met het be
kende gevolg.
Leech verklaarde verder, dat het luchtschip
op het oogenblik van de ramp en voordat het
neerviel, zijn staart verloor.
Toen de bestuurder merkte, dat het luchtschip
naar beneden dook, poogde hij het weder op te
richten, doch de stuurinrichting weigerde.
De omgekomen minister voor luchtvaart lord
Thomson, was vrijgezel en 51 jaar oud.
Van de acht geredden is er een aan zijn won
den bezweken. De anderen zijn buiten levens
gevaar. Drie hunner konden na verbonden te
zijn het hospitaal in Beauvais weder verlaten.
Onder de slachtoffers bevindt zich ook majoor
Scott, die op de laatste tocht van de R 100 naar
Canada het bevel voerde en die ook bevel
hebber was van het luchtschip R 34 op de
eerste transatlantische reis.
Het moeilijke reddingswerk nam bij het aan
breken van den dag een aanvang. Talrijke
brandweerlieden en gendarmen drongen de puin-
hoopen binnen en vonden het eerst vier lijken,
geheel naakt en verbrand, die ontzettend ver
minkt waren.
De lijken werden op baren gelegd en met
lakens bedekt naast elkander neergelegd. De
rij groeide spoedig aan en thans heeft men de
meeste lijken wel gevonden. Het is echter on
mogelijk hunne identiteit vast te stellen.
Het laatste bericht van de R 101, dat met het
oog op het naderende onheil, met recht tragisch
kan worden genoemd, luidde: „Op het oogen
blik bevinden' de passagiers zich, na een uit
stekend diner en na het genot van een sigaar,
op het punt zich ter ruste te begeven."
De wrakhoop.
Van het luchtschip is niets anders over dan
de geweldige karkas. De motoren zijn gedeeltelijk
in den grond gedrongen. Het geheele terrein is
bedekt met een onbeschrijfelijke chaos van stuk-r
ken metaal. Bewoners uit omliggende dorpen
kwamen aandragen met stukken aluminium, die
zij beweerden op meer dan twee kilometer af
stand van de plaats des onheils te hebben ge
vonden.
Duizenden menschen hebben zich Zondag naar
het terrein van de ramp begeven.
Het geheele terrein is door een cordon cava
lerie omgeven, ten einde de menigte te beletten
zich van stukken van het luchtschip, als aan
denken aan de ramp, meester te maken.
De prefect en alle autoriteiten van het de
partement waren spoedig ter plaatse. Met ont-
blooten hoofde begroetten zij de lijken der slacht
offers naarmate deze te voorschijn werden ge
haald.
Men hoort slechts het geluid van metaalzagen
en zuurstofapparaten, die bij het reddingswerk
worden gebruikt.
Het voorste gedeelte van het luchtschip, dat
in de richting Parijs wijst, is geheel in elkaar
gedrukt. Het achterste deel heeft veel minder te
lijden gehad.
De Engelsche autoriteiten verzochten met het
opruimingswerk van het materiaal te willen
wachten op de komst van hun deskundigen, ten
einde hun in de gelegenheid te stellen de oorzaak
van de ramp vast te stellen.
De slachtoffers.
Zondag tegen den middag waren 47 lijken
geborgen. Niettegenstaande men al het mogelijke
in het werk heeft gesteld is het niet gelukt de
drie overige slachtoffers uit de puinen te voor
schijn te halen.
Met gelooft, dat men slechts vijftien lijken zal
kunnen identificeeren, daar de meeste geheel
verkoold en onherkenbaar zijn.
Op het moment van den ramp deden twaalf
leden der bemanning dienst. De overigen sliepen.
De Fransche minister voor Luchtvaart Laurent
Eynac heeft de nagedachtenis van de slacht
offers in naam van de Fransche regeering ge
huldigd.
De lijken zijn ondergebracht in in der haast
gerequisitionneerde doodkisten en zullen naar
Raadhuis van Allone, een klein plaatsje bij
Beauvais worden vervoerd.
Van Allone zullen de lijken naar Beauvais
worden getransporteerd waar men een rouw
kapel heeft ingericht.
De hulpvaardigheid der Franschen.
Sir John Salmon, oppermaarschalk voor de
luchtvaart, heeft op de plaats van het onheil
gesprekken gevoerd met eenige gewonden en
langdurig geconfereerd met vertegenwoordigers
der Fransche overheid.
Sir John Salmon is van meening, dat een
scherp onderzoek naar de oorzaak van de ramp
moet worden ingesteld. Voor het oogenblik kon
hij zich echter nog niet uitlaten over de oorzaak.
Met groote erkentelijkheid uitte hij zich over de
buitengewone tegemoetkomendheid der Fransche
autoriteiten.
Overbrenging der lijken naar Engeland.
De eerste maatregelen voor het overbrengen
der lijken naar Engeland zijn reeds getroffen.
Waarschijnlijk zullen de slachtoffers aan boord
van een Éngelsch oorlogsschip over het Kanaal
gebracht worden.
Een telegram van Koning George.
Koning George heeft het volgende telegram
aan den eerste-minister, Mac Donald, gezonden:
„Ik ben diep ontsteld bij het vernemen van
deze nationale ramp en het vreeselijke verlies
aan menschenlevens. als gevolg daarvan, waar
onder dat van Lord Thomson, mijn minister voor
Luchtvaart. De Koningin en ik betreuren de
genen diep, die zijn omgekomen in den dienst
van hun land en betuigen onze sympathie met
de gewonde overlevenden.
De Koning heeft ook een telegram aan den
Lord Mayor van Londen gezonden.
De Engelsche regeering en het ongeluk.
Mac Donald heeft dadelijk na ontvangst van
het bericht de ambtenaren van het luchtvaart-
ministerie bijeengeroepen, in welke vergadering
het gemis van Lord Thomson gevoeld werd.
Hij had een lang gesprek met de ambtenaren,
waarna zich dadelijk vliegtuigen naar Beauvais
begaven.
Betuigingen van deelneming.
President D'oumergue van Frankrijk heeft in
een telegram zijn leedwezen aan Koning George
betuigd.
Tardieu telegrafeerde de deelneming der Fran
sche regeering aan Mac Donald.
Duitsche deelneming.
Rijksverkeerminister Von Guérard heeft het
Engelsche ministerie van luchtvaart mede uit
naam van de Duitsche Lufthansa, een telegram
gestuurd, waarin hij de warmste deelneming be
tuigt. Daarbij heeft hij vooral Lord Thomson
en Sir Sefton Brancker herdacht, welke laatste
nog kortgeleden de demonstraties met zeilvlieg-
tuigen op de Wasserkuppe heeft bijgewoond.
Dr, Eckener" s oordeel.
Dr. Eckener, de commandant van het Duitsche
luchtschip Graf Zeppelin, die Zondag te Leipzig
vertoefde heeft zijn meening over de ramp van
de R 101 aldus samengevat:
De wind kan, hij moge nog zoo sterk zijn,
een luchtschip niets doen, als het zich door den
wind laat drijven. Dan bespeurt men in een
luchtschip niets van den wind, tenzij terzelfder
tijd ook verticale windvlagen er vat op krijgen.
De ramp zou volgens dr. Eckener een der-
gelijken omvang nimmer hebben kunnen aan
nemen, indien men voor de reis heliumgas in
plaats van waterstofgas zou hebben gebruikt.
Bij de onderhandelingen over een geregeld trans-
oceanisch verkeer met luchtschepen heeft dr
Eckener er steeds op gewezen, dat op dergelijke
lijnen slechts veiligheid kan heerschen indien de
ballons met heliumgas worden gevuld.
SOMMELSDIJK. Door de Voorzitters van de
polders het Oudeland van Middelharnis en Som-
melsdijk is een vergadering bijeengeroepen van
gemeente- en polderbesturen op Woensdag 8
October a.s., n.m. 3.30 uur, in het Hotel Spee
alhier, teneinde te bespreken de kwestie der
uitwegen naar de nieuwe provinciale wegen.
Volgens de gezonden convocaties bestaat bij
de provincie het ernstige voornemen om de uit
wegen naar de provinciale wegen te beperken
en slechts in zeer enkele gevallen vergunning
te geven tot het maken van nieuwe uitwegen,
wat in strijd is met het gemeentebelang en het
polderbelang en niet het minst ook van de eige
naren der aangrenzende landerijen.
Besproken zal worden de vraag of en zoo ja
op welke wijze tegen dit voornemen van Ged.
Staten actie zal worden gevoerd.
Alle gemeente- en polderbesturen worden drin
gend uitgenoodigd deze vergadering bij te wonen.
De schietoefeningen van den Bijzonder
Vrijwilligen Landstorm, afd. Sommelsdijk, zal
Donderdag, 9 October a.s., des avonds van 79
uur in de Christelijke School alhier, wederom
een aanvang nemen. Vervolgens is er Donderdag
van elke week schietoefening.
Vorige week werden uit deze gemeente
verscheept 1070 H.L. aardappelen, 1030 H.L.
uien en 500 H.L. paardepeen.
L.l. Maandag stonden bij den Correspon
dent der Arbeidsbemiddeling dezer gemeente 2
werklooze landarbeiders ingeschreven.
In de maand September 1.1. werden ter
secretarie dezer gemeente 3 groote jachtakten
uitgereikt tot alle geoorloofd jachtbedrijf, met
uitzondering van de valkenjacht.
De scheepvaart in deze gemeente geduren
de de maand September 1.1. was zeer slap.
Slechts 9 schepen passeerden de Wilhelminabrug
waaronder niet begrepen de beurtschepen en
schepen met abonnement.
MIDDELHARNIS. De heer J. Zaaijer alhier,
is te 's Gravenhage geslaagd^ voor hët Machi
nisten-examen, diploma A.
Onze vroegere dorpsgenoote, Mej. N.
Vermaas, slaagde Zaterdag met lof voor haar
diploma Ziekenverpleegster, in het Wilhelmina-
Gasthuis te Amsterdam.
De prijzen der veldvruchten zijn thans
weer dalende. Aardappelen 2.80 per 70 kilo,
koepeen 0,40, ajuin 2.per 60 kilo.
In de maanden Juli, Augustus en Septem
ber zijn door de schutsluis binnengekomen 274
schepen met een inhoud van 21526 ton en uit
gevaren 274 schepen inhoud 22546 ton.
"V Doordat zijn hit schrok, had de zoon van
D. Gootjes het ongeluk met zijn kar in een grep
pel terecht te komen, waardoor een kist met
eieren van de kar viel.
OOLTGENSPLAAT. Vorige week zijn ver-
scheept 171.250 K.G. uien 5845 K.G. aardappe
len en 1350 K.G. koepeen.
Inlijving dienstplichtigen: H. den Braber
2de Schoolcompagnie 14e Reg. Infanterie, B. op
Zoom, 1 IQ Oct.; E. Donkersloot 3e Half
Reg. Huzaren Den Haag, 1 10 Juni 1931 J. v.
Es, le Reg. Veld-Art. 1ste ploeg Utrecht; Z. C.
van Dravik, 2e Schoolcompagnie 14e Reg. Inf.
B. op Zoom, 16—25 Maart 1931 L. van Nim-
wegen, 2de Schoolcompagnie 14e Reg. Inf. B. op
Zoom, 2de ploeg 1 10 Oct. 1931 C. R. van
Putten, 3e Reg. Veld-Art. 1ste ploeg Breda
1 10 Oct. 1931 S. van Veen 2de Schoolcom
pagnie 144e Regt. Inf. B. op Zoom 2e ploeg
1'10 Oct. 1931 J. de Vos 2de Schoolcomp.
14e Reg. Inf. B. op Zoom 1ste ploeg 110 Oct.
1931.
B. en W. heben benoemd tot ambtenaar
ter Secretarie den heer P. Bom, thans volontair.
NIEUWE TONGE. Bij het suikerbietendel-
ven had de zoon van den heer B. het ongeluk
zijn arm zoodanig te bezeeren dat geneeskundige
hulp noodzakelijk was.
Deze week werden van hier vervoerd
4500 balen uien en 200 balen' peen.
Door den landbouwer J. Buth alhier, wer
den te Battenoord de eerste suikerbieten ver
scheept.
MELISSANT. Van den veehandelaar J. G.
viel een paard van een vrachtauto, waardoor
het een poot brak. Het dier is afgemaakt en
naar de gemeenteslachtplaats te Dirksland ver
voerd.
Door B. en W. dezer gemeente is de be
grooting voor het dienstjaar 1931 den raad aan
geboden en ligt voor een ieder ter inzage en
is tegen betaling der kosten in afschrift ver
krijgbaar.
HERRINGEN. Volgens'Prov. blad no. 83
1930 zal door de Provincie op Rij- en Nummer-
bewijzen, alsmede duplicaten in plaats van ƒ1.50
ƒ1.aan leges worden geheven.
GOEDEREEDE. De stucadoor Vreeswijk
van Haarlem, die alhier in het Hotel Krijger in
de kost was, werd Zaterdag plotseling ongesteld
en moest Zondag vervoerd worden naar een
ziekenhuis in zijn woonplaats.
De garnalenvisschers vingen de vor
week van 30— 50 kilo per getij en per vaartuï^*-
OUDDORP. Als bijzonderheid vermelden wij,
dat door één koopman ruim 300 oude kippen
zijn opgekocht; prijs 0.80 a ƒ1.per stuk.
De verhuring van enkele perceelen
bouwland 1.1. Zaterdag door Notaris Van den
Berg is als volgtVoor drie jaren een perceel
groot 3 Gemet, 146 roeden door J. W. Tanis
Hz. voor 85.50 per gemet. voor één jaar een
perceel door K. Hameeteman Cz. 75.50, een
perceel door C. Akershoek Wz. 60.20, er
perceel door C. Bosland Jacz. 51.75; et^,
perceel door L. Mastenbroek Klz. 40.20een
perceel door J. W. Tanis Hz. 43.40 alles per
gemet. Van deze perceelen is van de eerste 3 de
grootte niet bekendde laatste 2 zijn samen
groot 2 Gemet en 5 roeden. Vervolgens 98 roe
den door J. W. Tanis Hz. voor 105.10; 100
roeden door S. Poortvliet voor 66.10 en 91
roeden door C. Bosland Jz. voor 66.20. Er
valt een sterke daling in de huur te constatee-
ren, vergeleken bij vorige verpachtingen.
De vangst van garnalen in de vorige week
was gering slechts van 10—30 kilo per dag en
per vaartuig.
Tegen een achttal personen is Zaterdag
avond door de gemeentepolitie proces-verbaal
opgemaakt, omdat zij, na het sluiten der café's
gebruik makende van de toen heerschende duis
ternis op het dorp, door zingen en ander rumoer
te maken, de openbare orde en rust hebben
verstoord.
Het is 25 jaar geleden, dat de wed. Meijer
geb. van der Wende als schoonhoudster van de
Openbare school op het dorp, getrouw haar
plichten heeft vervuld.
Uitslag aanbesteding voor het bouwen van
een huis voor J. Bezuijen Sz. Metselwerk P.
van den Nieuwendijk 1-580.T. de Ronde
1597.Gebr. Boelaars 1599.Timmer
werk G. Pijl 10.30.-*, Gebr. Pijl 1040.-,
Wed. J. Mierop 1193.—, Gebr. van Koppen
1087.30. Schilderwerk Gebr. Tanis 225
K. Spee 250.—, C. van Koppen 270.—.
Smidswerk Van Damme 96.—*. In massa
P. van den Nieuwendijk 3075.Gebr. van
Koppen 3023.—.
Gegund.
SOMMELSDIJK. Tot onderwijzer aan de Bij
zondere lagere school alhier is met ingang van
1 Januari a.s. benoemd de heer J. J. Hemmen,
thans als zoodanig werkzaam te Dirksland.
MIDDELHARNIS.* Het Zondagsschoolbe
stuur hoopt deze week met een lijst te circu-
leeren bij de ingezetenen tot het instandhouden
van de Geref. Zondagsschool „Jachin".
OOLTGENSPLAAT. Door B. en W. is voor
de benoeming van een onderwijzeres aan de
Openbares chool no. 2, Langstraat, de volgende
voordracht opgemaakt: No. 1 Mej. A. C. Bakker
te Rotterdam, No. 2 Mej. K. Sperling te Maas
sluis.
NIEUWE TONGE. De heeren M. Vrees
wijk, C. Brooshooft, Adrs. Kievit en B. van den
Broek hebben hunne herbenoeming tot gemach
tigden van het Kiescollege der Ned. Herv. Kerk
aangenomen, terwijl de heer T. Koppenaal voor
de herbenoeming heeft bedankt.
A.s. Vrijdagavond van half zeven tot half
acht zal in de consistoriekamer de stemming
plaats hebben in de vacature van de heer T.
Koppenaal.