Het Engelsche luchtschip R 101 verongelukt. Kerk en School. Hoe men de Kiezers voorlicht. Plaatselijk Nieuws. weer, welk aantal zal zijn uit te breiden met 2 en dus 5 zal moeten worden. Ten aanzien van alle genoemde veren geldt, dat de dienstregelingen, na overlegpleging met de subsidieerende partijen, onder goedkeuring van den Minister van Waterstaat, zoodanig zullen zijn vast te stellen, dat tusschen een vroegen morgendienst en een laten avonddienst overigens de vaarten zoo regelmatig mogelijk over den dag worden verdeeld, rekening houdend met de behoefte van aansluiting aan tram- diensten. Verdeeling van de kosten voor de bestaande veren onder belanghebbenden. De kosten, waarin zal moeten worden voor zien, zijn uitgaven in eens en uitgaven welke jaarlijks terugkeeren. Tot de uitgaven in eens behooren lo. de vorenvermelde uitgaven, noodig voor de verbeteringen van de veren 2o. de tegen de penning 20 gekapitaliseerde meerdere onderhoudskosten tengevolge van de verbeteringen van de aanlegplaatsen en toe gangen. Voor meerder onderhoud van booten behoe ven geen bedragen te worden uitgetrokken, om dat die kosten begrepen zijn in de subsidies aan de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij. Tot de jaarlijksche uitgaven behooren de subr sidies aan de Rotterdamsche Tramwegmaat schappij, De vorengenoemde uitgaven zijn Voor het veer NumansdorpWillemstad a. kosten in eens65.200. b. jaarlijksche kosten11.500.— Voor het veer Anna Jacoba—Zijpe i a. kosten in eens15.075.— b. jaarlijksche kosten24.700.— Voor het veer HellevoetsluisMiddelharnis a. kosten in eens29.750.— b. jaarlijksche kosten26.300— Eene billijke verdeeling van de kosten on der belanghebbenden, rekening houdende met belang en draagkracht, zou naar de Commissie meent, zijn, eene in onderstaanden zin, waarbij is aangenomen, dat in de aandeelen van de provincies de van de streek te verwachten bij dragen begrepen zijn Veer NumansdorpWillemstad Rijk 1/3. Provincie Zuid-Holland 34- Provincie Noordbrabant J4- Provincie Zeeland Ve- Veer Anna Jacoba—Zijpe Rijk y2. Provincie Zeeland V3. Provincie Noordbrabant 1/r>. Veer HellevoetsluisMiddelharnis Rijk y2. Provincie Zuid-Holland y. Naar deze verdeeling zouden de bijdragen van partijen worden B ij dragen in eens: Numansdorp-Willemstad Rijk 21.733. Zuidholland 16.300. Noordbrabant 16.300, Zeeland 10.687.—. Anna Jacoba-Zijpe Rijk 7.538.—, Noord brabant 2.512.—, Zeeland 5.025. Hellevoetsluis-Middelharnis Rijk 14.875.—, Zuid-Holland 14.875.—. Bijeen: Rijk 44.146, Zuidholland 31.175, Noordbrabant 18.812.Zeeland 15.S92. Jaarlijksche b ij dragen: Numansdorp-Willemstad Rijk 3.833.—, Zuidholland 2.875.—, Noordbrabant 2.875. Zeeland 1.917. Aanna Jacoba-Zijpe Rjjk 12.350.Noord brabant 4.117.—, Zeeland 8.233.—. Hellevoetsluis-Middelarnis Rijk 13.150.—, Zuidholland 13.150. Bijeen Rijk 29.333, Zuidholland 16.025, Noordbrabant 6.992.Zeeland 10.150. De bijdragen ineens hebben betrekking op ver beteringen van blijvenden aard. De jaarlijksche bijdragen gelden voor 3 jaren. Bijzondere regeling voor het veer Ooltgensplaa'tDin tel sasNumansdorp. Voor dit veer is een bijzondere regeling ont worpen. Wij moeten den B. B, N. dankbaar zijn voor zijn doorgezette actie, welke aanvankelijk reeds met zooveel succes, werd bekroond. Het beste kunnen we die dankbaarheid toonen door lid van den Bond te worden, waarmee we ten slotte ook ons zelf dienen. Want het lidmaatschap van den B. B. N. (voor kleinbedrijf slechts 15. per jaar) geeft de volgende voordeelen a. Wij verstrekken LI gratis triptieken, Inter nationale Rijbewijzen, enz. en geven U inlich tingen over het grensverkeer in het algemeen. b. U ontvangt gratis juridisch advies op ons gebied. Aan onze rechtskundige afdeeling kunt U elke zaak, betreffende het bedrijfsauto- mobilisme, voorleggen. In vele gevallen, zoowel van strafrechterlijken als van civielen aard, wordt U gratis bijgestaan. c. Uw vragen op technisch gebied worden eveneens gratis door ons beantwoord. d. De B. B. N. zorgde er voor, dat de wegen belasting 40 lager werd dan was voorgesteld. Terwijl ge ten slotte nog gratis het orgaan ontvangt. Men stelle zich in verbinding met den heer A. Maas, inspecteur B. B. N., Rechter Rotte-' kade 91 B, Rotterdam. Een lid achtte het aandeel van het Rijk te hoog in verhouding tot de bij die verbetering betrokken Rijksbelangen. Verschillende andere leden waren daarentegen van oordeel, dat het Rijksaandeel eerder aan den te lagen kant was gehouden. In een hoofdartikel over het „Processiever bod" herinnert D e (S.G.) Banier aan de parlementaire geschiedenis te dezer zake bij de grondwetsherziening van 1921. In de regeerings- ontwerpen was aanvankelijk de opheffing van het processieverbod voorgesteld. Later nam de Regeering het voorstel tot wijziging van Hoofd stuk VI („Van den Godsdienst") terug en daar mee verviel ook het voorstel der processies. De Banier zegt nu daarvan: „Nog ligt het jaar 1921 ons versch in het geheugen. Dank zij het sterke verzet, dat in het land zich open baarde tegen de poging der coalitieregeering om dit verbod op te heffen, zag de Regeering zich genoodzaakt haar voorstel in te trekken." Er was inderdaad geprobeerd tegen dit voor stel een z.g.n. „protestantsche beweging" te ontketenen, 't Had niet veel om 't lijf. Verge leken bij de „Aprilbeweging van 1853" was 't slechts een stormpje in een glas water. Maar, zoo wil De Banier zeggen, 't was toch vol doende. De regeering is er immers voor uit den weg gegaan. Nu is deze geschiedbeschouwing in strijd met de verklaring, welke destijds in de vergadering van de Tweede Kamer namens de Regeering door den Voorzitter van den Minister raad werd afgelegd. Bij de behandeling der voor stellen toch was het Minister Ruys de Beeren- brouck, die de redenen vermeldde, welke er toe hadden genoopt de voorstellen inzake het 6e hoofdstuk terug te nemen en hij releveerde daar bij ook de volksbeweging, maar weersprak ten stelligste, dat deze eenigen invloed op het re- geeringsbesluit zou hebben gehad. De Minister zeide o.m. „Als ik mag herinneren aan hetgeen gebeurd is bij de Grondwetsherziening van 1887, durf ik zeggen, dat, gegeven het feit, dat herziening van hoofdstuk VI in 1887 op onoverkomelijke moeilijkheden was afgestuit, dat hoofdstuk VI is te beschouwen alse en deel van de Grond wet, hetwelk slechts bij een zeer krachtig spre kende openbare meening kan worden gewijzigd. De Regeering oordeelde dan ook bij nader beraad reeds in de eerste dagen van Juni het raadzaam om het geheele vraagstuk uit de her ziening te houden en ik voeg er bij, op hetgeen na de eerste dagen van Juni is geschied en waar op door verschillende geachte afgevaardigden in verschillenden zin en natuurlijk in verschil lenden toonaard de aandacht is gevestigd, ga ik niet in. Dit alles heeft geen invloed gehad op het besluit van het Kabinet en nu zeg ik er bij, dat de Regeering het recht heeft te vor deren, dat haar mededeelingen ten deze on voorwaardelijk worden aanvaard." Ons dunkt, de ministerieele woorden, in den laatsteri zin vermeld, zijn nog al sterk gesproken. En De Banier zal dus, öf moeten erkennen, dat zij zich in de beweegredenen der Regeering heeft vergist dan wel het aandurven Minister Ruys te beschuldigen met bedreiglijke argumen ten heeft gewerkt. D ef Banier zou De Banier niet zijn, als zij niet tevens uit dit onderwerp een slaatje trachtte te slaan tegen A. R. en de niet meer bestaande „coalitie". Ze eindigt haar artikel met deze woorden „Verblind moeten daarom dezulken wel zijn, die Rome helpen groot en sterk maken, zooals ook in de jarenlange samenwerking met Rome gebeurd is. AVie Rome sterk maakt, verzwakt zichzelf We lazen dezer dagen in enkele bladen, o.a. ook in De Standaard een artikel van de hand van een Rotterdamsch predikant over de geloofsvervolgingen in Rusland. Toen we dat artikel gelezen hadden, dachten we zoo bij ons zelf: Zou deze predikant, die ook eens aan een felle anti-roomsche gezindheid geleden heeft, zóó fel, dat hij zich we willen wel aannemen, onbewust in 1913 voor den liberalen ver kiezingswagen tegen het kabinet-Heemskerk liet spannen Zou dezei predikant nu misschien door de dreiging der feiten kunnen overtuigd worden van de waarheid van het woord van Prof. Op- zoomer, toen deze zeide, dat het niet gaat tusschen roomsch en onroomsch, maar tusschen geloof en ongeloof of van het woord van Stahl, door Groen meermalen met instemming vermeld „Wanneer de Tijdgeest, ongeloof en vijandschap tegen God, de overwinning behaalt, zullen geloovige Ka tholieken en geloovige Protestanten hand in hand het schavot bestijgen" Wij vertrouwen, dat in dezen ook bij D e Banier we zullen niet zeggen: de natuur boven de leer zou gaan, maar de wijsheid wel de verblinding zou overdrijven. Wanneer haar het vuur der Bolsjewistische geloofsver volging eens na aan de schenen werd gelegd, zou zij ook wel gaarne met de roomschen sa menwerken tot keering van het gevaar. Alleen zou dan haar inkeer te laat kunnen zijn. R. A. d. O. EEN-EN-VIJFTIG DOODEN. ONDER DE DOODEN ZIJN DE MINISTER VAN LUCHTVAART LORD THOMSON EN DE CHEF VAN DE BURGERLIJKE LUCHTVAART SIR SEFTON BRANCKER. De R 101, het grootste luchtschip van de wereld, dat tot dusver slechts proeftochten had gedaan, is op zijn eerste groote reis naar Britsch- Indië Zondagnacht ongeveer kwart voor twee bij Beauvais (Noord-Frankrijk) verongelukt en 51 passagiers en leden van de bemanning zijn er bij omgekomen. Het is een ramp, die diep treft, die niet alleen Engeland, maar heel de wereld in beroering brengt. De R 101 beteekende een nieuwen vooruitgang op den weg tot „verove ring van de lucht" door den mensch, maar, alleen door de lucht gedragen, staan luchtschepen en vliegtuigen bloot aan den vollen aanval van dat element. Dit schijnt de R 101 noodlottig te zijn geworden in het stormweer van den nacht van Zaterdag op Zondag. Het heeft tegen wind te kampen gehad, die de snelheid verminderde, de slagregens hadden het hulsel doortrokken en steeds zwaarder gemaakt, het luchtschip neer gedrukt; en «toen het, laag vliegend, een ver hevenheid in het terrein, een met bosch begroei den heuvel, ontmoette en plotseling met den neus dook, botste het tegen de aarde, ontplofte en vloog in brand. Zoo verklaart men tenminste voorloopig het ongeluk, maar het blijft een raadsel, dat zulk een wonder van techniek als de R 101 heette te zijn, zoo slecht bestand was tegen overmatigen regen. Men spreekt daarom ook over de mogelijkheid van een plotselinge atmosferische stoornis. Men neemt aan, dat de warme cylinders, door het hulsel heenborend, dit vlam hebben doen vatten. Met het luchtschip zijn een aantal van Enge- land's beste luchtvaartkundigen gebleven. In de eerste plaats Lord Thomson, minister van lucht vaart, die dit ambt in twee regeeringen bekleed heeft, dan vice-luchtmaarschalk Sir Sefton Brancker het hoofd van het burgerlijke vlieg- wezen, Irwin, de commandant van het luchtschip, majoor Scott, de commandant van het zuster schip R 100 en onderdirecteur van luchtscheeps- bouw, en anderen. Hun verlies zal zwaar gevoeld worden. Het is een tragische omstandigheid, dat de eerste poging om een luchtschipverbinding tus schen Engeland en Britsch-Indië in te stellen, op welke verbinding zoo groote verwachtingen van ideeëelen en stoffelijken aard gebouwd wer den, zoo tragisch mislukt is. „Bombay moest voor de poorten van Londen gebracht worden" en een nieuwe band tusschen de verspreide dee- Ien van het machtige Britsche rijk aangeknoopt worden. Aan boord bevonden zich 58 menschen (offi cieel was verklaard, dat slechts 54 menschen mee waren gegaan, maar de overlevenden hou den staande, dat het 58 zijn geweest) van wie slechts acht, ten deele gewond, zijn gered. Deze acht zijn allen leden van de bemanning, de pas sagiers lagen in hun kooien en zijn allen om gekomen. Onder de dooden zijn Lord Thomson, minister van luchtvaart; Sir Sefton Brancker, vice-luchtmaarschalk en chef van het burgerlijk vliegwezen; luit. Irwin, de commandant van het luchtschip; luitenant-kolo nel V. C. Richmond, onder-directeur voor den luchtdienst en ontwerper van de R 101; majoor G. H. Scot, onder-directeur van den lucht- scheepsbouw en commandant van de R 100; eskaderleider Palstra van de Koninklijke Au stralische luchtmacht; eskaderleider W. H. L. O'Neill, als vertegenwoordiger van den minister van Indië op weg naar Karatsji; eskaderleider S. M. Rope, majoor P. Bishop en verder vele officieren en ingenieurs. Een der overlevenden bezweken. Een telegram van Maandagochtend uit Beau vais meldt, dat een der overlevenden aan zijn wonden bezweken is. Verklaringen van een overlevende. Zondagmiddag heeft een vertegenwoordiger van Vaz Dias een onderhoud gehad met den heer Bell, een mecanicien, die de ramp heeft overleefd. Hij vertelde „Ik had de wacht in de achterste motorcabine. Ik was juist afgelost door den mecanicien Bihks, die ook gered is. Ik bleef echter nog eenige seconden in de cabine om een paar woorden met hem te spreken. Dit gesprek heeft mij het leven gered. Indien ik buiten de cabine was gegaan dan zou ik zeker gedood zijn. Toen ik met Binks stond te spreken, kwam plotseling het sein de motoren langzaam te laten draaien. Het luchtschip maakte plotseling een scherpen hoek en de neus van de R 101 dook naar de aarde. Plotseling sloegen wij tegen de helling van een heuvel. Een oorverdoovend ge kraak volgde, terwijl onmiddellijk daarop de vlammen uitsloegen. Binks en ik werden tegen elkander gegooid toen plotseling de waterballast- tank, die boven de motorcabine was aange bracht, uit elkaar sloeg. Wij werden door bet water overstroomd en daaraan hebben wij onze redding te danken. Wij hielden natte lappen voor ons gelaat en zochten een uitweg door het ontwrichte geraamte van het wrak en konden op den grond komen. Alle motoren liepen op kruissnelheid, toen wij op den heuvel stootten, j De heuvel, waarop bet luchtschip verpletterd j' -werd, is zeven honderd voet hoog. Er was een hevige wind en het regende, toen de ramp ge- schiedde, doch wij schenen een goede snelheid j te hebben. Acht uur nadat het luchtschip op den heuvel was neergekomen', was het vuur in het wrak nog niet geheel gedoofd. Verklaring van een ooggetuige. Dezelfde persman heeft op de plaats van de ramp den Engelschman George Darling, die te Beauvais woont, ontmoet. Deze deelde het volgende mede: Ik vermoedde dat het luchtschip op zijn tocht naar Britsch- Indië over het gebied ten Noorden van Parijs zou vliegen. Aangezien het luchtschip gister avond zou vertrekken, was ik opgebleven in de ■hoop, het te zien. Ongeveer te kwart voor twee zag ik het luchtschip in de richting van Beauvais stevenen. Het maakte echter vreemde be wegingen: het ging op en neer en ik ver onderstelde, dat het in moeilijkheden verkeerde. Ik ben met m'n auto het luchtschip gevolgd. Plotseling zag ik de R 101 den grond raken. Een geweldige slag volgde ën op hetzelfde oo- genblik sloegen de vlammen uit het luchtschip. Ik sprong uit mijn wagen en rende onmiddellijk naar de plaats waar het gevaarte was neer gekomen. Daar vond ik eenige mecaniciens in half-verdoofden toestand, die zich hadden weten te redden. Darling vertelde ons verder, dat hij aan de zijde, het verst Van de vlammen verwijderd, in het luchtschip klom, door een ruit stuk te slaan. Hij kwam in een der machineruimtes, maar werd toen door de vlammen teruggedreven. Het was hopeloos, te trachten iets te doen; het eenige was zoo spoedig mogelijk hulp te halen. Bizondei'heden over de ramp. Volgens het relaas van een der overlevenden, ingenieur Leech, van de fabriek die het lucht schip bouwde, had iedereen aan boord, behalve de bestuurder en de wacht, zich ter ruste be geven. Het luchtschip vloog laag en de machi nes werkten uitstekend. Het luchtschip had te kampen met hevigen tegenwind en regenvlagen. Driemaal dook het, door een windvlaag gegrepen, met den neus naar beneden; toen werd het door een heftigen rukwind tegen den grond gesmakt, met het be kende gevolg. Leech verklaarde verder, dat het luchtschip op het oogenblik van de ramp en voordat het neerviel, zijn staart verloor. Toen de bestuurder merkte, dat het luchtschip naar beneden dook, poogde hij het weder op te richten, doch de stuurinrichting weigerde. De omgekomen minister voor luchtvaart lord Thomson, was vrijgezel en 51 jaar oud. Van de acht geredden is er een aan zijn won den bezweken. De anderen zijn buiten levens gevaar. Drie hunner konden na verbonden te zijn het hospitaal in Beauvais weder verlaten. Onder de slachtoffers bevindt zich ook majoor Scott, die op de laatste tocht van de R 100 naar Canada het bevel voerde en die ook bevel hebber was van het luchtschip R 34 op de eerste transatlantische reis. Het moeilijke reddingswerk nam bij het aan breken van den dag een aanvang. Talrijke brandweerlieden en gendarmen drongen de puin- hoopen binnen en vonden het eerst vier lijken, geheel naakt en verbrand, die ontzettend ver minkt waren. De lijken werden op baren gelegd en met lakens bedekt naast elkander neergelegd. De rij groeide spoedig aan en thans heeft men de meeste lijken wel gevonden. Het is echter on mogelijk hunne identiteit vast te stellen. Het laatste bericht van de R 101, dat met het oog op het naderende onheil, met recht tragisch kan worden genoemd, luidde: „Op het oogen blik bevinden' de passagiers zich, na een uit stekend diner en na het genot van een sigaar, op het punt zich ter ruste te begeven." De wrakhoop. Van het luchtschip is niets anders over dan de geweldige karkas. De motoren zijn gedeeltelijk in den grond gedrongen. Het geheele terrein is bedekt met een onbeschrijfelijke chaos van stuk-r ken metaal. Bewoners uit omliggende dorpen kwamen aandragen met stukken aluminium, die zij beweerden op meer dan twee kilometer af stand van de plaats des onheils te hebben ge vonden. Duizenden menschen hebben zich Zondag naar het terrein van de ramp begeven. Het geheele terrein is door een cordon cava lerie omgeven, ten einde de menigte te beletten zich van stukken van het luchtschip, als aan denken aan de ramp, meester te maken. De prefect en alle autoriteiten van het de partement waren spoedig ter plaatse. Met ont- blooten hoofde begroetten zij de lijken der slacht offers naarmate deze te voorschijn werden ge haald. Men hoort slechts het geluid van metaalzagen en zuurstofapparaten, die bij het reddingswerk worden gebruikt. Het voorste gedeelte van het luchtschip, dat in de richting Parijs wijst, is geheel in elkaar gedrukt. Het achterste deel heeft veel minder te lijden gehad. De Engelsche autoriteiten verzochten met het opruimingswerk van het materiaal te willen wachten op de komst van hun deskundigen, ten einde hun in de gelegenheid te stellen de oorzaak van de ramp vast te stellen. De slachtoffers. Zondag tegen den middag waren 47 lijken geborgen. Niettegenstaande men al het mogelijke in het werk heeft gesteld is het niet gelukt de drie overige slachtoffers uit de puinen te voor schijn te halen. Met gelooft, dat men slechts vijftien lijken zal kunnen identificeeren, daar de meeste geheel verkoold en onherkenbaar zijn. Op het moment van den ramp deden twaalf leden der bemanning dienst. De overigen sliepen. De Fransche minister voor Luchtvaart Laurent Eynac heeft de nagedachtenis van de slacht offers in naam van de Fransche regeering ge huldigd. De lijken zijn ondergebracht in in der haast gerequisitionneerde doodkisten en zullen naar Raadhuis van Allone, een klein plaatsje bij Beauvais worden vervoerd. Van Allone zullen de lijken naar Beauvais worden getransporteerd waar men een rouw kapel heeft ingericht. De hulpvaardigheid der Franschen. Sir John Salmon, oppermaarschalk voor de luchtvaart, heeft op de plaats van het onheil gesprekken gevoerd met eenige gewonden en langdurig geconfereerd met vertegenwoordigers der Fransche overheid. Sir John Salmon is van meening, dat een scherp onderzoek naar de oorzaak van de ramp moet worden ingesteld. Voor het oogenblik kon hij zich echter nog niet uitlaten over de oorzaak. Met groote erkentelijkheid uitte hij zich over de buitengewone tegemoetkomendheid der Fransche autoriteiten. Overbrenging der lijken naar Engeland. De eerste maatregelen voor het overbrengen der lijken naar Engeland zijn reeds getroffen. Waarschijnlijk zullen de slachtoffers aan boord van een Éngelsch oorlogsschip over het Kanaal gebracht worden. Een telegram van Koning George. Koning George heeft het volgende telegram aan den eerste-minister, Mac Donald, gezonden: „Ik ben diep ontsteld bij het vernemen van deze nationale ramp en het vreeselijke verlies aan menschenlevens. als gevolg daarvan, waar onder dat van Lord Thomson, mijn minister voor Luchtvaart. De Koningin en ik betreuren de genen diep, die zijn omgekomen in den dienst van hun land en betuigen onze sympathie met de gewonde overlevenden. De Koning heeft ook een telegram aan den Lord Mayor van Londen gezonden. De Engelsche regeering en het ongeluk. Mac Donald heeft dadelijk na ontvangst van het bericht de ambtenaren van het luchtvaart- ministerie bijeengeroepen, in welke vergadering het gemis van Lord Thomson gevoeld werd. Hij had een lang gesprek met de ambtenaren, waarna zich dadelijk vliegtuigen naar Beauvais begaven. Betuigingen van deelneming. President D'oumergue van Frankrijk heeft in een telegram zijn leedwezen aan Koning George betuigd. Tardieu telegrafeerde de deelneming der Fran sche regeering aan Mac Donald. Duitsche deelneming. Rijksverkeerminister Von Guérard heeft het Engelsche ministerie van luchtvaart mede uit naam van de Duitsche Lufthansa, een telegram gestuurd, waarin hij de warmste deelneming be tuigt. Daarbij heeft hij vooral Lord Thomson en Sir Sefton Brancker herdacht, welke laatste nog kortgeleden de demonstraties met zeilvlieg- tuigen op de Wasserkuppe heeft bijgewoond. Dr, Eckener" s oordeel. Dr. Eckener, de commandant van het Duitsche luchtschip Graf Zeppelin, die Zondag te Leipzig vertoefde heeft zijn meening over de ramp van de R 101 aldus samengevat: De wind kan, hij moge nog zoo sterk zijn, een luchtschip niets doen, als het zich door den wind laat drijven. Dan bespeurt men in een luchtschip niets van den wind, tenzij terzelfder tijd ook verticale windvlagen er vat op krijgen. De ramp zou volgens dr. Eckener een der- gelijken omvang nimmer hebben kunnen aan nemen, indien men voor de reis heliumgas in plaats van waterstofgas zou hebben gebruikt. Bij de onderhandelingen over een geregeld trans- oceanisch verkeer met luchtschepen heeft dr Eckener er steeds op gewezen, dat op dergelijke lijnen slechts veiligheid kan heerschen indien de ballons met heliumgas worden gevuld. SOMMELSDIJK. Door de Voorzitters van de polders het Oudeland van Middelharnis en Som- melsdijk is een vergadering bijeengeroepen van gemeente- en polderbesturen op Woensdag 8 October a.s., n.m. 3.30 uur, in het Hotel Spee alhier, teneinde te bespreken de kwestie der uitwegen naar de nieuwe provinciale wegen. Volgens de gezonden convocaties bestaat bij de provincie het ernstige voornemen om de uit wegen naar de provinciale wegen te beperken en slechts in zeer enkele gevallen vergunning te geven tot het maken van nieuwe uitwegen, wat in strijd is met het gemeentebelang en het polderbelang en niet het minst ook van de eige naren der aangrenzende landerijen. Besproken zal worden de vraag of en zoo ja op welke wijze tegen dit voornemen van Ged. Staten actie zal worden gevoerd. Alle gemeente- en polderbesturen worden drin gend uitgenoodigd deze vergadering bij te wonen. De schietoefeningen van den Bijzonder Vrijwilligen Landstorm, afd. Sommelsdijk, zal Donderdag, 9 October a.s., des avonds van 79 uur in de Christelijke School alhier, wederom een aanvang nemen. Vervolgens is er Donderdag van elke week schietoefening. Vorige week werden uit deze gemeente verscheept 1070 H.L. aardappelen, 1030 H.L. uien en 500 H.L. paardepeen. L.l. Maandag stonden bij den Correspon dent der Arbeidsbemiddeling dezer gemeente 2 werklooze landarbeiders ingeschreven. In de maand September 1.1. werden ter secretarie dezer gemeente 3 groote jachtakten uitgereikt tot alle geoorloofd jachtbedrijf, met uitzondering van de valkenjacht. De scheepvaart in deze gemeente geduren de de maand September 1.1. was zeer slap. Slechts 9 schepen passeerden de Wilhelminabrug waaronder niet begrepen de beurtschepen en schepen met abonnement. MIDDELHARNIS. De heer J. Zaaijer alhier, is te 's Gravenhage geslaagd^ voor hët Machi nisten-examen, diploma A. Onze vroegere dorpsgenoote, Mej. N. Vermaas, slaagde Zaterdag met lof voor haar diploma Ziekenverpleegster, in het Wilhelmina- Gasthuis te Amsterdam. De prijzen der veldvruchten zijn thans weer dalende. Aardappelen 2.80 per 70 kilo, koepeen 0,40, ajuin 2.per 60 kilo. In de maanden Juli, Augustus en Septem ber zijn door de schutsluis binnengekomen 274 schepen met een inhoud van 21526 ton en uit gevaren 274 schepen inhoud 22546 ton. "V Doordat zijn hit schrok, had de zoon van D. Gootjes het ongeluk met zijn kar in een grep pel terecht te komen, waardoor een kist met eieren van de kar viel. OOLTGENSPLAAT. Vorige week zijn ver- scheept 171.250 K.G. uien 5845 K.G. aardappe len en 1350 K.G. koepeen. Inlijving dienstplichtigen: H. den Braber 2de Schoolcompagnie 14e Reg. Infanterie, B. op Zoom, 1 IQ Oct.; E. Donkersloot 3e Half Reg. Huzaren Den Haag, 1 10 Juni 1931 J. v. Es, le Reg. Veld-Art. 1ste ploeg Utrecht; Z. C. van Dravik, 2e Schoolcompagnie 14e Reg. Inf. B. op Zoom, 16—25 Maart 1931 L. van Nim- wegen, 2de Schoolcompagnie 14e Reg. Inf. B. op Zoom, 2de ploeg 1 10 Oct. 1931 C. R. van Putten, 3e Reg. Veld-Art. 1ste ploeg Breda 1 10 Oct. 1931 S. van Veen 2de Schoolcom pagnie 144e Regt. Inf. B. op Zoom 2e ploeg 1'10 Oct. 1931 J. de Vos 2de Schoolcomp. 14e Reg. Inf. B. op Zoom 1ste ploeg 110 Oct. 1931. B. en W. heben benoemd tot ambtenaar ter Secretarie den heer P. Bom, thans volontair. NIEUWE TONGE. Bij het suikerbietendel- ven had de zoon van den heer B. het ongeluk zijn arm zoodanig te bezeeren dat geneeskundige hulp noodzakelijk was. Deze week werden van hier vervoerd 4500 balen uien en 200 balen' peen. Door den landbouwer J. Buth alhier, wer den te Battenoord de eerste suikerbieten ver scheept. MELISSANT. Van den veehandelaar J. G. viel een paard van een vrachtauto, waardoor het een poot brak. Het dier is afgemaakt en naar de gemeenteslachtplaats te Dirksland ver voerd. Door B. en W. dezer gemeente is de be grooting voor het dienstjaar 1931 den raad aan geboden en ligt voor een ieder ter inzage en is tegen betaling der kosten in afschrift ver krijgbaar. HERRINGEN. Volgens'Prov. blad no. 83 1930 zal door de Provincie op Rij- en Nummer- bewijzen, alsmede duplicaten in plaats van ƒ1.50 ƒ1.aan leges worden geheven. GOEDEREEDE. De stucadoor Vreeswijk van Haarlem, die alhier in het Hotel Krijger in de kost was, werd Zaterdag plotseling ongesteld en moest Zondag vervoerd worden naar een ziekenhuis in zijn woonplaats. De garnalenvisschers vingen de vor week van 30— 50 kilo per getij en per vaartuï^*- OUDDORP. Als bijzonderheid vermelden wij, dat door één koopman ruim 300 oude kippen zijn opgekocht; prijs 0.80 a ƒ1.per stuk. De verhuring van enkele perceelen bouwland 1.1. Zaterdag door Notaris Van den Berg is als volgtVoor drie jaren een perceel groot 3 Gemet, 146 roeden door J. W. Tanis Hz. voor 85.50 per gemet. voor één jaar een perceel door K. Hameeteman Cz. 75.50, een perceel door C. Akershoek Wz. 60.20, er perceel door C. Bosland Jacz. 51.75; et^, perceel door L. Mastenbroek Klz. 40.20een perceel door J. W. Tanis Hz. 43.40 alles per gemet. Van deze perceelen is van de eerste 3 de grootte niet bekendde laatste 2 zijn samen groot 2 Gemet en 5 roeden. Vervolgens 98 roe den door J. W. Tanis Hz. voor 105.10; 100 roeden door S. Poortvliet voor 66.10 en 91 roeden door C. Bosland Jz. voor 66.20. Er valt een sterke daling in de huur te constatee- ren, vergeleken bij vorige verpachtingen. De vangst van garnalen in de vorige week was gering slechts van 10—30 kilo per dag en per vaartuig. Tegen een achttal personen is Zaterdag avond door de gemeentepolitie proces-verbaal opgemaakt, omdat zij, na het sluiten der café's gebruik makende van de toen heerschende duis ternis op het dorp, door zingen en ander rumoer te maken, de openbare orde en rust hebben verstoord. Het is 25 jaar geleden, dat de wed. Meijer geb. van der Wende als schoonhoudster van de Openbare school op het dorp, getrouw haar plichten heeft vervuld. Uitslag aanbesteding voor het bouwen van een huis voor J. Bezuijen Sz. Metselwerk P. van den Nieuwendijk 1-580.T. de Ronde 1597.Gebr. Boelaars 1599.Timmer werk G. Pijl 10.30.-*, Gebr. Pijl 1040.-, Wed. J. Mierop 1193.—, Gebr. van Koppen 1087.30. Schilderwerk Gebr. Tanis 225 K. Spee 250.—, C. van Koppen 270.—. Smidswerk Van Damme 96.—*. In massa P. van den Nieuwendijk 3075.Gebr. van Koppen 3023.—. Gegund. SOMMELSDIJK. Tot onderwijzer aan de Bij zondere lagere school alhier is met ingang van 1 Januari a.s. benoemd de heer J. J. Hemmen, thans als zoodanig werkzaam te Dirksland. MIDDELHARNIS.* Het Zondagsschoolbe stuur hoopt deze week met een lijst te circu- leeren bij de ingezetenen tot het instandhouden van de Geref. Zondagsschool „Jachin". OOLTGENSPLAAT. Door B. en W. is voor de benoeming van een onderwijzeres aan de Openbares chool no. 2, Langstraat, de volgende voordracht opgemaakt: No. 1 Mej. A. C. Bakker te Rotterdam, No. 2 Mej. K. Sperling te Maas sluis. NIEUWE TONGE. De heeren M. Vrees wijk, C. Brooshooft, Adrs. Kievit en B. van den Broek hebben hunne herbenoeming tot gemach tigden van het Kiescollege der Ned. Herv. Kerk aangenomen, terwijl de heer T. Koppenaal voor de herbenoeming heeft bedankt. A.s. Vrijdagavond van half zeven tot half acht zal in de consistoriekamer de stemming plaats hebben in de vacature van de heer T. Koppenaal.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 2