m •tand I voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. m Antire voluiionair Orgaan W m uur IN HOC SIGNO VINCES N 3682 ZATERDAG 4 OCTOBER 1930 45ste JAARGANG I §g EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. Om ons Heen» rfzui- >t een W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Godsvrucht, soberheid en Werklust. ii m H Deze Courant veischijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b| vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per Jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f I.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die z| beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. In enkele bladen wordt er nog na gepraat over den inhoud van de Troon- rede. Vooral de vakbladen van den land bouw, de organen van landbouworga nisaties richten felle verwijten -tot de Regeering over het negeeren in de Troonrede van alles wat men met het oog op Landbouw noodzakelijk acht. Wij kunnen ons dat indenken. De landbouw maakt slechte jaren door en we weten niet waar het be landen moet als het lang zoo duurt. Van een directeur van een Bank ■moorden we nog dezer dagen, dat men vreemd zou opzien wanneer men wist wie er tegenwoordig om geld verlegen zitten. Wanneer de lijst van namen van hen, die voortdurend aankloppen om hulp gepubliceerd kon worden, zou men voor een groote sensatie staan. Wanneer men het oor te luisteren legt en hoort wat er plaats heeft óók in den landbouw, dan denkt men aan het woord wat eens een staatsman sprak: „Something is rotten in the state" Er mankeert iets aan den staat van zaken. De malaise doet zich over de geheele wereld gevoelen. Of het de inzinking is, die als nood zakelijk gevolg van den oorlog nu pas komt We zijni te weinig economisch ge- Ïchoold om hierop een afdoend ant woord te geven. Maar we zijn er wel allen van over tuigd, dat het er donker uitziet. Donker op elk gebied, zoowel land bouw als industrie, handel en nijver heid, donker voor patroon en arbeider. De werkloosheid, óók ten plattelande, neemt nog steeds toe. En wat zal het in den winter worden? Maar voor één ding moeten we toch waarschuwen. Laat ons niet alles van de lands- regeering verwachten. Het lijkt er tegenwoordig op als men sommige menschen hoort redeneeren of de regeering eigenlijk de schuld van alles heeft. Men werpt alle ellende op de verkeerde economische politiek der Overheid en men meent, dat met re- geeringsmaatregelen de toestand te red den zou zijn. Dat is een glad verkeerde voorstel ling van zaken. We geven grif toe, dat onverstandige handelspolitiek een volk veel kan scha den en verstandigen steun der Overheid kan een kwijnend bedrijf er soms weer bovenop helpen. Maar een algemeene malaise als waarin we thans verkeeren wordt niet weggeholpen door regeeringsmaatrege- len. We moeten de dingen nuchter be kijken. En we moeten principieel stelling nemen tegenover de gevaarlijke voor stelling van velen alsof vadertje Staat maar voor de landshuishouding te zor gen heeft. We zijn geen profeet en wagen ons niet aan voorspellingen. Wie zal ten slotte weten hoe het in de toekomst loo- pen zal Maar ook wanneer het God in den Hemel belieft ons te slaan met duren tijd ligt het op den weg van een ieder onzer allereerst de hand in eigen boe zem te steken. We moeten ons voor God veroot moedigen. En dan het gulden woord in toepas sing brengen „Bid en Werk". Aanpakken en van huis uit beginnen. Desnoods het mes der bezuiniging in eigen leven diep er inzetten. We zijn in de laatste jaren verwend en we zijn de vooroorlogsche jaren ver geten. Soberheid is eén schaarsch artikel in onze dagen. In alle standen, zonder uitzondering. En wanneer we bezuinigd hebben, dan moet anderzijds naar nieuwe moge lijkheden gezocht worden. Niet bij de pakken neerzitten. Ook niet de malaise als een schrik beeld zien waartegen toch niets te doen is. We mogen ons door haar niet laten suggereeren tot niets doen. Wanneer er weer een anderen tijd komen zal, zal deze niet verschijnen op het machtwoord der Overheid, maar van onder op moeten nieuwe levens voorwaarden geschapen worden. Van huis uit beginnen Het is noodig, dat we dit eens goed onder de oogen zien. Want malaisetijd is een vruchtbare tijd voor demagogie. Er zijn er ongetwijfeld, die er op speculeeren om de intevredenheid groo- ter te maken. Het is wel opmerkelijk, dat waar werkloosheid is, 't communisme groeit. Alsof die richting verademing geeft Maar ook het socialisme is er op uit om van den toestand gebruik te maken en de kleinere landbouwers en tuinders in den rooden val te lokken. Zij zijn rijk in het beloven. Zoo „probeeren ze b.v. overheids steun te krijgen om het tuindersbedrijf in stand te houden. In de provincie Noord-Holland zal rood „probeeren" voorschotten van de provincie los te krijgen voor de nood lijdende tuinders. Zóó wordt er op den toestand ge speculeerd. Naar haar eigen zeggen heeft de S. D. A. P. hier nog geen „zin voor verantwoordelijkheid", maar volstaat ze met haar „werfkracht" zoo ruim moge lijk te ontplooien. Maar de nuchtere Hollandsche land bouwer is te verstandig dan dat hij zich op die wijs gevangen zal geven. Het veel beloven en weinig geven zal hem in geen vreugde doen leven Veel kan de regeering niet doen. En zij treedt in de tweede plaats. Particulier initiatief gaat voor. Ook in dezen tijd van economische inzinking. Te meer waar het hier niet één be paald bedrijf geldt, maar er een alge meene inzinking te bespeuren valt. Zélf doen zij de leuze. De oude spreuk van Paul Kruger is ook hier van toepassing: Vreest God en houdt uw kruit droog. Laten we in deze dagen toonen, dat er nog spirit in ons ruggemerg zit. Godsvrucht, soberheid en werklust. Op deze drie zal het aankomen De vorige week schreef ik over het roode petitionnement tegen de Vlootwet. Naar aanleiding daarvan kreeg ik uit een onzer dorpen een brief van een lezer, die graag wil, dat ik enkele vragen die hij stelt beant woord. Ik geloof, dat ik goed doe zijn brief hieronder letterlijk op te nemen. nij schreef me het volgende Geachte Redactie Wil s.v.p. zoo goed zijn, hieronder staande in Uw veelgelezen blad te plaatsen, zoo het kan, ook te beantwoorden, bij voorbaat mijn hartelijken dank. __^a 'ezin9 in Uw blad van j.l. Zaterdag 27 Sept. onder het opschrift „Op den Uitkijk" was het mij nog sterker voorgekomen, om U hierop volgende vragen te stellen, aangaande het zetten van handteekeningen op lijsten teqen de vlootwet. Ie. Mag zoon persoon, die met een lijst gaat voor handteekeningen tegen de vlootwet, handteekeningen plaatsen, b.v, van vrouwen en kinderen (laatstgenoemde boVen de 18 j. waarvan man of vader gezegd heeft: schrijf de namen van heel mijn gezin maar op, zonder toestemming van vrouw of kinderen Zoo niet 2e. Is zoo'n vader of persoon strafbaar 3e. Hoe kan men nu te weten komen of dit reeds is geschied 4e. Kan iemand, die door overrompeling der woorden van zoo'n persoon met een lijst geteekend heeft, dit weer intrekken 5e. Is het mogelijk, dat iemand zijn naam, ook zonder er kennis van te hebben, op zoo'n lijst staat Geachte Redactie, waar het vrager ten zeerste betreuren zou, als deze vragen (voor namelijk 1 en 5) waarheid bevatten, zag hij bovenstaande vragen beantwoord. Met nogmaals bij voorbaat dankend voor antwoord en plaatsruimte. EEN LEZER VAN UW COURANT. Het is soms moeilijk uit te maken wat mag en wat niet mag. Een feit is, dat, wanneer het roode petitionne, ment met zoo vele woorden zegt, dat er per soonlijk geteekend is op de lijsten (en dat moet toch, want anders heeft een petitionnement geen zin) men misleidend te werk gaat, wanneer er gelegenheid geboden wordt ook voor anderen te teekenen. In hoeverre die misleiding een strafbaar feit is kan ik als leek niet uitmaken. Het zetten van een valsche handteekening is altijd een leelijk ding. In ieder geval blijft het roode petitionnement zedelijk in de schuld staan met dergelijke prak tijken en het maakt de geheele petitie volkomen waardeloos. Want wat is eigenlijk een petitionnement Petitionnement is een afleiding van het woord petitie. Het „recht van petitie" is bij de grondwet gewaarborgd. Art. 8 van de Grondwet zegt het volgende „Ieder heeft het recht om verzoeken, mits schriftelijk, aan de bevoegde macht in te dienen. Elk verzoek moet door den verzoeker onder- teekend zijn. Onderteekening uit naam van an deren kan alleen geschieden krachtens schrifte lijk, bij het verzoek overlegde volmacht." Dat laatste is duidelijk genoeg. Het verbiedt praktijken zooals mijn vrager in zijn brief die schetst. En waar die praktijken inderdaad voorkomen (ik heb er mijn vraagsteller over geïnformeerd) moet een petitonnement als thans door de roode heeren wordt aangeboden, waardeloos worden geacht. Ook al is zoo'n schrijver van andere hand teekeningen niet bij de wet strafbaar. Wil men weten of zijn naam op die lijst voor komt, doordat men vermoedt, dat anderen zoo vriendelijk zijn geweest voor u te teekenen, dan doet men het verstandigste te informeeren, wie met die lijst geloopen heeft en bij dezen persoon inzage van de lijst te vragen. Dat durven ze natuurlijk niet te weigeren, want dan erkennen ze bij voorbaat natuurlijk al schuld Ziet men zijn naam er op staan, dan kan men dien heel gewoon laten schrappen. Weigert men dat, dan is publicatie voldoende om ze klein te krijgen. Ook iemand, die overrompeld werd of ver keerd werd ingelicht, heeft volle vrijheid zijn handteekening te laten schrappen. Immers in dat geval heeft men op verkeerde gronden ge teekend. Men weet niet waar het eigenlijk om ging. En wat de laatste vraag betreft, geloof ik, dat we in dit geval met volle vrijmoedigheid mogen zeggen, dat er verscheidene namen op het roode petitionnement voorkomen van menschen, die zelf niet weten, dat er op staan. Er wordt toch heel raar met die lijsten om gesprongen. Ieder oogenblik komen ook mij frappante staaltjes ter oore. „De Rotterdammer" schreef b.v. gisteren nog het volgende „Merkwaardig, dat tegelijkertijd met dit schrij ven. mij een brief uit Rotterdam bereikte, waar in nog krasser mededeeling voorkwam. Aan een mevrouw in de Rhijnvis Feitstraat deelde de huisbezoeker mee: „Als u hierop tee kent, krijgt u minder huishuur te betalen. En mevrouw teekende. Met de grootste zorgvuldigheid worden de handteekeningen verzameld, schreef de roode pers, toen ik wees op het feit, dat men op de markt rijp en groen maar liet teekenen. Die groote zorgvuldigheid werd zeker ook in acht genomen, toen Donderdagavond aan de Mathenesser Brug, eind Vierambachtsstraat, een propagandist met een lijst ter teekening stond: terwijlaan de overzijde van de brug weer iemand aan dezelfde menschen een lijst aanbood. Abuizen worden daarbij natuurlijk niet ge maakt Een inzender vroeg ons: Waarom zouden „kinderen van 21 jaar niet mogen teekenen, als ze het met de actie eens zijn Mijn antwoord luidt: Ik zou die „kinderen" dat niet gaarne beletten. Doch er zijn ook andere „kinderen". Zoo schrijft ons een lezer uit de boven reeds genoemde Rhijnvis Feithstraat, dat Donderdag avond in zijn afwezigheid eerst een, 17-jarig meisje dringend werd uitgenoodigd om te tee kenen; doch zij weigerde. Toen hield men zijn zoon de lijst voor met verzoek „En u, mijnheer „Mijnheer"die 12 jaar isweigerde ook Maar op de Noordsingel teekende niet alleen een vrouw, doch ook haar zoontje van bijna 10 jaar Dat is de roode methode „Het Volk" gaf dezer dagen den raad aan de presenteerders van de lijsten: „Gaat ook naar de woonwagenkampen, want daar zal men ongetwijfeld teekenen." Welja Waarom ook niet Als het maar om handteekeningen gaat en het er per slot van rekening niet toe doet of de teekenaar iets afweet van de dingen waar ERKEND DE BESTE het om gaat, laat dan ook de rondreizende zi geuners maar teekenen, menschen die nooit een krant in handen krijgen en van de politiek geen benul hebben, maar teekenen zullen ze allicht Men gevoelt: de S. D. A. P. maakt zelf haar actie belachelijk. Maar het is te begrijpen. De roode heeren gaan inzien, dat hun pe titionnement een fiasco wordt. Het loopt niet zoo hoog als de verwachting was. De termijn is al een keer moeten verlengd worden. En de heer Vliegen klaagt in „Het Volk" van gisteren ook al, dat „de laatste loodjes het zwaarst wegen". Hij schrijft „Het staat vast, dat het petitionnement 1930 in ongunstiger omstandigheden wordt gehouden dan dat van 1923. Toen was er groote verdeeld heid in burgerkringen. De liberale pers was tegen, de r.-k. verdeeld. Thans schijnt alles eendrachtig gereed te staan om Deckers te dekken. Er zijn ook nog andere oorzaken in het spel, die de burgerlijke wereld op een nationalis- tischen hoop jagen, in laatste instantie deed de afloop der Duitsche verkiezingen ook geen goed. Men maakt ook nog al handig gebruik met de verwarring, die er bestaat tusschen onze actie voor z.g. eenzijdige ontwapening en dit petition nement. Tusschen strijd voor ontwapening en strijd tegen uitbreiding van bewapening is an ders nog al verschil. Maar hoe dit zij, wij hebben ditmaal het getij niet zóó mee als in 1923. De tegenstand is in alle geval eendrachtiger en sterker. Wat' moet daarop nu het antwoord zijn Het feit constateeren, een kopje thee drinken en de zaak op haar beloop laten Is dat ónze manier Om de weerga niet. Tot nog toe was het zóó, dat, als we op sterker tegenstand stieten, bij ons de hiel wat steviger in den grond werd ge plant en de schouders er wat vaster tegen aan werd gezet. Dat was onze manier en zoo moet het blijven.'' Tusschen de regels door valt hier wel wat meer te lezen. Volgens de laatste telling hebben ze nu on geveer één millioen handteekeningen. Wie mijn berekening in mijn vorigen brief gelezen heeft, weet dat dit in vergelijking met het petitionnement van 1878 nog weinig be- teek'ent. En hoe werd er toen geteekend Ging men ook toen de straat op overal leuren met lijsten om handteekeningen Geen sprake van Men had overal zittingen van comité's en wie teekenen wilde, kon zich daar vervoegen en iedere handteekening werd gecontroleerd. En toen had men toch spontaan een geweldig succes. Maar er leefde toen iets in het volk. Thans wordt het opgeschroefd. Of men tegen den oorlog is Wie zou dat niet Wanneer het werkelijk alléén daarom ging konden ze mijn handteekening ook direct krijgen. Maar daar gaat het niet om. Het land wil men weerloos hebben, opdat het open komt te liggen voor het buitenland. Maar Salomo zei het reeds:, „de dwaasheid is op het hart des menschen gebonden." De wereld wil bedrogen zijn. En het treurigste is, dat de kerk er aan mee doet. Met groot triumf gaf „Het Volk" gisteren het volgende bericht EEN PREEK TEGEN DE VLOOTWET. „Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen." RUINERWOLD, 28 September. De pre dikant van de Ned. Herv. gemeente (vrij zinnige richting) alhier had vanmorgen tot tekst van zijn preek gekozen: „Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkon digen." (Romeinen 10 15). Na de preek heeft Zijn Eerwaarde de ge meenteleden' ten zeerste opgewekt, het peti tionnement van „Kerk en Vrede" tegen de vlootwet te teekenen. Vreeselijk, niet waar? Het woord van den Apostel Paulus door een predikant misbruikt om ons land weerloos te maken. De „vrede van Christus" verloochent, ter wille van een valschen vrede op aarde, ter wille van een schim en luchtspiegeling van vrede, die nooit gerealiseerd kan worden. Hoe verdwaasd is de mensch, als hij het Woord Gods heeft uitgehold en voor Christus den mensch in de plaats stelt Intusschen heeft mijn briefschrijver mij er toe gebracht nogmaals over het roode petition nement te schrijven. Met hem betreur ik, dat ons volk zoo ver- leugend wordt. Maar wat is er aan te doen In onze eigen kring propaganda maken voor de waarheid. Wie ijverig onze Christelijke dagbladen leest, heeft materiaal genoeg om zijn tegenstander te woord te staan. En ten slotte: wanneer men een petitionnement als nu georganiseerd is, in al zijn holheid en waardeloosheid wil demonstreeren, zou men er een ander petitionnement tegenover moeten stel len. Een petionnement vóór de Vlootwet van minister Deckers Ik denk, dat verscheidene namen dan op beide petitionnementen zouden voorkomen UITKIJK. De Fransche Premier Tardieu heeft zich uit gelaten over de Fransche defensie-politiek. Volgens hem wil Frankrijk meewerken aan den vrede van Europa. Maar van eenzijdige, nationale ontwapening, zooals de socialisten in ons land willen, wil hij niets weten. De vrede moet, zegt hij, worden uitgedrukt in de formule: veiligheid, arbitrage en ontwapening. En Frankrijk zal niet toelaten, dat er in de volgorde van deze drie punten wordt veranderd. En in afwachting van de noodige waarborgen neemt Frankrijk maatrege len voor zijn verdediging. Zie hier het standpunt van Frankrijk. En er is er geen één in Frankrijk, die er anders over denkt Bij ons is dat anders Zondag j.l. is er volgens „Het Volk" weer een „geslaagde" vergadering gehouden om een de mocratisch protest te houden tegen de vloot- plannen. Ditmaal ging dat uit van de Democratische partij en de R. Kath. Volkspartij. Volgens een spreker op die vergadering is de oorlog verschrikkelijk, en toch gaan de regeeringen maar door met de bewapening en komt Minister Deckers met zijn vlootplan. dat de meerderheid van het Nederlandsche volk' niet wil. Een andere spreker had het over het milita risme, dat overal zijn kop weer opsteekt en „ook in ons land", zei hij, „dringt de Christe lijke regeering naar uitbreiding van de oorlogs mogelijkheid. Een uitspraak van het geheele volk zou echter kunnen uitmaken, dat de overgroote meerderheid van het militarisme en van oorlog niets weten wil" Vooral dat „Christelijke regeering" is hier mooi op zijn plaats. Het lijkt wel of in sommige kringen de men schen verleerd hebben hun hersens te gebruiken. Alleen de vechters voor eenzijdige ontwape ning zijn tegen oorlog, en ieder die er anders over denkt behoort tot de categorie, die niets liever doet dan maar weer zoo spoedig mogelijk een oorlog uitlokken. Mij dunkt: zoolang de ontwapenaars zóó ge meen en zóó laag over hun medemenschen den ken, zij inderdaad een „oorlogsmogelijkheid" maken, al was het maar alleen door de sfeer die zij scheppen. Wij voor ons achten het de verstandigste politiek om zoolang er inbrekers rondloopen te probeeren een nachtslot op de deur te houden. Hoe men er toe komt te denken, dat men door die verstandige politiek met de inbrekers ge- meene zaak maakt, is ons een raadsel. Mr. Troelstra heeft eens gezegd van derge lijke ontwapenaars. dat ze aan een gevaarlijke demagogie doenmaar dat was in 1914 In Duitschland denkt men ook nog niet aan ontwapening. Zij het voorloopig in politiek opzicht. De Duitsche Nat.-socialisten zijn van plan zich in de komende maanden geducht te gaan roeren. De partijleider heeft een artikel in de pers van Hearst, de groote Amerikaansche pers magnaat, geschreven. Daarin voorspelt hij den spoedigen opstand van de Duitsche volksziel. De Nat.-socialisten eischen de herziening van het vredesverdrag van Versailles. Zij willen Polen terug en de leugen van de Duitsche oor logsschuld moet officieel worden teruggenomen. Zij zijn van plan in de komende maanden 70.000 vregaderingen te belegden' in Duitschland. Nu, wanneer Hitier zóó te keer gaat zal het 'I F 'I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1