m* m Antirevolutionair Orgaan rdsoïv island FLIKIEE" School- deren H ij i ff- IN HOC SIGNO VINCES voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden, VAGEN S d-chassis JSTJES Zonen Hei mm-M Electr. Kronen en Kaplampen N.V. R. S. STOKVIS ZONEN ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1930 45STE JAARGANG tember 1930 EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. doel voor oogen vereldvermaarde esultaat hiervan :hassis thans ook De zeer robuste, naakt dit chassis jussen en vracht- vlak vereischen. door fraaien, ge en en smalleren, vermogen, zware dwieloverbreng- orgen veiligheid 30 W. BOEKHOVEN ZONEN i I EK, ROTTERDAM iddelharnis voor autorijders, stumeerden op versierde rd. en. Excelsior en Kinderkoor. aatschappij orstraatlSa GRATIS ninklljke familie tgereikt is ingelijst een groote part Ij rijs van igrepen) Tn ieder gezin behoort sieraad voor de kamer. blend, n m e I s d i j k Groote keuze in Bezoekt onze monsterzalen Toegang vrij, ook voor particulieren AMER. UNIVERSAL STOFZUIGERS F 110.- Westzeedijk (hoek IJzerstr lijnen 10 en 18) ROTTERDAM No. 3674 ...V. r-. iv j i if. 1 p f-st "«ui Dese Coura it vetschaaf eiken WOENSDAG en ZATERDAG» ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- bl vooruitbetaling. BUITENLAND bl vooruitbetaling f 8.50 per Jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT, UITGEVERS SOMMELSDIJX Telef. Interc. No. 202 Postbus No, 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die al beslaan» Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco to© te eenden aan de Uitgevers FEESTCOMMISSIE, in het kantoor- j i iste: Svfl i. Ge,lijk bekend, hebben de politieke partijen ten onzent, die ons land en In- dië geheel van -weermiddelen zouden willen ontdoen, bij de verkiezingen, on danks hunne breed opgezette propagan da, slechts steun bij een kleine minder- heid van ons volk gevonden. Nog niet f een derde deel der kiezers volgde het vaandel der ontwapenaars en dienten gevolge heeft het nieuw opgetreden ka- binet-Ruys de Beerenbrduck zich even- .,als alle vroegere kabinetten gesteld op 'jitet standpunt van handhaving van on- weermacht ter verdediging van ons grondgebied in en buiten Europa. Vandaar dan ook dat de tegenwoor dige Regeering er niet over denkt leger en vloot af te schaffen of wat de ont- 1 wapenaars eigenlijk willen om te zet ten in een soort van politiemacht, doch 't hare taak rekent om binnen de gren- l zen van onze financieele draagkracht zorg te dragen voor behoorlijke verde digingsmiddelen zoowel te land als ter zee. In verband daarmede heeft zij bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt een voorstel tot verhooging van de uitga- ven voor onze militaire weermiddelen ter zee gedurende 1930 met een bedrag van slechts 770,000. Van- dit bedrag is 250.000.be stemd voor betaling van den eersten .rmijn van den bouw voor een nieu- n kruiser voor de bescherming van islederlandsch-Indië, terwijl het restant wordt aangevraagd voor den bouw van een zoogenaamd flotieljevaartuig, dat in West-Indië zal worden gestationneerd. Dit zijn zeker geen buitensporige hooge sommen. En wie nog niet geheel vergeten is de overrompeling van Cura sao door een handvol roovers in Juni 1929 zal de Regeering geen verwijt ma ken, dat ze te veel voor onze mari tieme weermacht vraagt. Bij de toelichting van dit voorstel heeft Minister Deckers in korte trekken geschetst, hoe hij zich de formatie van onze vloot binnen de grenzen van onze financieele draagkracht in den loop der volgende tien jaren denkt. En zie hier de oorzaak van het ru moer. De S.D.A.P. en het socialistisch N. V.V. heben in deze uiteenzetting aan leiding gevonden om in een demago gische circulaire het Nederlandsche volk in te lichten omtrent de „verderfe lijke bewapeningspolitiek" van de Re geering en het opgeroepen tot een „in drukwekkende volksgetuigenis." Had de Regeering haar plannen ver zwegen, dan zou men zonder twijfel tot haar het verwijt hebben gericht, dat zij de volksvertegenwoordiging in" het duister laat, ja misschien wel, dat zij wat de formatie der maritieme defensie aangaat, zelf in het duister tast. Doch nu zij openhartig is en de Staten-Gene- raal van haar plan op de hoogte brengt, [worden hare mededeelingen door de ontwapenaars dankbaar aangegerepen om tegen onze landsverdediging te ageeren. Op die wijze wordt met onze nationale belangen gespeeld. Wat behelst nu dit z.g. vlootplan Het geeft een overzicht van den door den minister gedurende de jaren 1930 1940 gewenschten vlootbouw, deels ter vervanging van verouderd materiaal in Nederland en Oost- en West-Indië, deels ter voorziening in eenig reserve materiaal in Oost-Indië terwijl gedu rende die jaren nog bovendien zal wor den gebouwd het flottieljevaartuig ter bescherming van West-Indië, waarvan ■we boven reeds gewag maakten riaal zullen gedurende die jaren moeten worden aangebouwd Twee flottieljeleiders, d.z. kleine schepen die het miden houden tusschen een kleinen kruiser en een torpedojager en die de plaats zullen moeten innemen van de oude pantserschepen „Hertog Hendrik" en „Jacb van Heemskerck" en één klein type kruiser, waarvan de bouw in 1938 zal worden aangevangen en die zal dienen ter vervanging van den grooteren kruiser „Java", benevens eenige onderzeebooten voor Nederland en Oost- en West-Indië De bedoeling van den minister is de „zeegaande v lo o t" van Neder- landsch-Indië en organisatie van de weermacht aldaar, te doen bestaan uit een minimum sterkte van 2 kruisers, 8 torpedojagers en 12 onderzeebooten. In 1930, na het gereedkomen van de in aanbouw zijnde jagers „Banckert" en „Van Nes" zal de minimumsterkte aan wezig zijn. Doch de aanwezigheid van dit mi nimum geeft nog geen waarborg dat dit minimum ook ten allen tijde voor den dienst beschikbaar of, gelijk de defen siegrondslagen eischen, „zeegaand" zal zijn. Immers, vlootmateriaal moet perio diek gedurende langeren of korteren tijd voor reparatie naar de werven wor den gebracht en is dan aan den dienst onttrokken. In verband daarmede acht de Minister aanbouw van eenig reser vemateriaal noodzakelijk, teneinde de voor den dienst beschikbare zeemacht op het minimum-peil te kunnen hand haven. Het Regeeringsplan bedoelt dan ook te voorzien in een reserve voor Ned.- Indië, bestaande uit één kruiser, vier torpedojagers en zes onderzeebooten. De kosten van dit plan zullen bedra gen voor 1930 in totaal 9,74 millioen, waarvan ƒ6,5 millioen ten laste van Ne derland en West-Indië en de rest ten laste van Ned.-Indië. In de jaren 1931- 1933 zal het toaal bedrag stijgen tot 10,4 millioen, terwijl het aandeel van Nederland en West-Indië 6,5 millioen blijven zal. Gedurende 1934-1939 zullen deze jaarlijksche lasten zijn totaal 11,2 millioen, waarvan 6,8 voor rekening van Nederland en West-Indië zullen komen, terwijl deze cijfers in 1940 weer zullen dalen tot resp. 11,1 millioen en 6,7 millioen. Vergelijkt men nu met deze cijfers de uitgaven voor vlootbouw gedurende de laatste jaren dan blijkt ook al laat men terzijde de jaren, die onmiddellijk op den wereldoorlog volgden en een belangrijk hooger cijfer voor vloot- bouwuitgaven te zien geven dat uit voering van dit plan het gemiddeld cij fer dezer jaarlijksche uitgaven niet zal verhoogen, ja zelfs eenigszins zal ver lagen. Immers bij vergelijking verkrijgt men wat de totale uitgaven voor Ne derland en West-Indië betreft de vol gende cijfers 1923: 13,02 millioen 1924: 10,79 1925: 13,65 1926: 11,93 1927: 10,23 1928: 10,73 1929: 9,51 1923-1929 gemiddeld per jaar 11.4 millioen. 1930: 9.74 millioen. 1931-1933 10.4 1934-1939 11.2 1940: ll.l 1930-1940 gemiddeld per jaar 10.8 millioen. Laten we nu zien welke bezwaren de voorstanders van eenzijdige natio nale ontwapening tegen deze plannen aanvoeren. Vooreerts hoort men het verwijt, dat de regeering, hoewel de Tweede Ka mer in 1923 de toen aanhangige vloot Ter vervanging van verouderd mate- wet verworpen heeft, nu toch weer door een achterdeurtje met een nieuwe vloot wet komt. En men poogt daarbij door een misleidende vereenzelviging van vlootplan en vlootwet bij het publiek wantrouwen te zaaien tegen de regee ring, teneinde haar bij de uitvoering van hare taak te belemmeren. Hiertegenover wijzen wij er op, dat er thans van een vlootwet geen sprake is. De regeering heeft een plan betref fende de formatie van onze vloot, wijl zonder een dergelijk plan een behoorlijk maritiem beleid uitgesloten is. En ze heeft dit plan ter kennis gebracht van de Staten-Generaal. Doch ze heeft niet gelijk is 1923, dit plan vastgelegd in een wetsontwerp, met de bedoeling dat Regeering en Staten-Generaal beiden gedurende een reeks van jaren, zoo lang niet die wet gewijzigd of ingetrokken is, aan dat plan gebonden zullen zijn. De gebondenheid der Staten-Generaal ten aanzien van het Regeeringsplan zal rechtens niet verder reiken dan voor zoover zij de door de Regeering aange vraagde gelden zullen hebben gevo teerd. Overigens kan men hoogstens spreken van politieke wenschelijkheid om het regeeringsplan bij het voteeren van nieuwe uitgaven te volgen en om althans de gelden toe te staan voor ver deren afbouw van schepen, waarvoor de Staten-Generaal de eerste termijnen reeds heeft ingewilligd. Het is dan ook een bekend feit, dat in 1923 voor verscheidene leden der Tweede Kamer niet het vlootplan op zichzelf doch juist het vastleggen van dit plan in de wet aanleiding geweest is om tegen de wet te-stemmen. De schrijver van deze rubriek heeft dit jaar zijn zomervacantie in het Noorden van ons land doorgebracht. Tot zijn schande moet hij erkennen, dat hij ons land boven Kampen en Zwolle nog nimmer had gezien. Hij gevoelde dat als een schuld, want de Gro ningers en de Friezen zijn onafscheidelijk één met de Hollanders, al dragen ze een eigen type. En hun land is mooi Naast welvarende landbouwstreken en on afzienbare weide-landen hebben ze hun uitge strekte meeren en veengronden met bosschen en heide. In de streek waar ik logeerden domineerden de grasvlakten. De boerderijen, die er heel dicht bij elkander voorkomen, mogen er wezen. Het type van de Noordelijke woning is laag en breed met een forsch dak, type van den korten, maar breedgeschouderden Groninger en Friesch: Klein van stuk, maar op stevigen grondslag De landstreek tusschen Groningen en Leeuwarden getuigt van groote welvaart. Vrien delijke dorpen, met hoekige torenspitsen kom'en in grooten getale voor langs de lijn, die beide hoofdsteden verbindt. En overal verrijzen zuivel fabrieken. Een land vloeiende van melkDe velden zijn hier bekleed met kudden. Het Friesche vee is trouwens beroemd tot ver over onze lands grenzen. Wat den Hollander direct frappeert is, dat hier de boerderijen zoo goed verzorgd zijn. Niet zelden treft men rondom de markante wo ningen e'en „Engelschen tuin" aan, doch ook waar de tuinarchitectuur minder modern is, zijn de tuinen toch met de uiterste zorg aangelegd, royale gazons en kerncollecties van bloemen en planten. Van de wegzijde gezien lijken alle boerderijen op groote heerenhuizen of buiten plaatsen. Denkt de Hollandsche boer vaak, dat iedere vierkanten meter geld moet opbrengen en ziet men niet zdden, dat ook de tuin voor het huis productief gemaakt is voor aardappel- of suikerbietenteelt, in het Noorden ziet men dat nergens. Men heeft daar óók oog voor de poëzie. En dat doet den vreemdeling weldadig aan, hij krijgt een vriendelijken indruk van dit land en zijn bewoners. Ook de steden en dorpen mogen er zijn. Groningen wordt niet ten onrechte de vierde stad des lands genoemd. Het centrum van deze stad zou, geplaatst in Den Haag, waarlijk ge'en slecht figuur maken. Groningen is een pracht stad. De straten zijn schitterend verzorgd, overal geplaveide wegen en royale plantsoenen. Dat dit de geboorteplaats van Jozef Israëls is, ziet ieder vreemdeling, die van het grootsche station de stad inkomt, terstond. Het ontroerend meesterwerk van Israëls: „Langs Moeder's graf" is hier in massief beeldhouwwerk uitgehouwen, aldus op waardige wijze eerend den schepper van zoo menig teer schilderstuk. Breed zijn hier de straten en pleinen. Het 140 stadspark is ruim en stelt dat van Rotterdam in de schaduw. Het stadsbeeld wordt beheerscht door enorme gebouwen als het Provinciehuis, de Academie, het Ziekenhuis 'en het Museum. De Martinikerk is het bezichtigen waard. Juist toen we deze kerfc bezochten, kwam er ook een Duifsch reisgezelschap binnen, ter wier eere het kerkorgel een concert gaf. Dat troffen we bij zonder. Met groot genot hebben wij in deze cathedraal een groot uur doorgebracht. Groningen overtrof onze verwachtingen. Leeuwarden is minder fraai. Het stadsbeeld wordt hier bedorven door de ontelbare vaarten en grachten, waarmee het wordt doorsneden. Sommige straten hebben 6 tot 8 of 10 brug getjes, door de inwoners „pijpen" genoemd. Trots is de Leeuwardenaar op zijn veemarkt, die tot de grootste van het land behoort. De eeuwenoude kerktoren „de Oldehove" is een bezoek overwaard; met een lift hoe vreemd doet dit moderne toestel in den antieken toren aan gaat men naar boven, en dan geniet men van een verrassend mooi panorama. De frissche groene grasvlakte van Friesland ontrolt hier voor het oog en schier ontelbare kerk torentjes duiken overal aan den horizont op. Urenlang hebben we doorgebracht in het be roemde Friesche museum, waar men nader ge bracht wordt tot de Friesche cultuurgeschiede nis. Ook de „Pier Pander tempel" is een bezoek ward. Het standbeeld van „LIz Heit" en de woning van „Marycke Meu" moge niet ver geten worden. Friesland heeft zijn eigen historie en zijn eigen karakter. v Dat voelt men pas als men er eenige weken vertoeft. En dat openbaart zich niet in de taal alléén. Terstond wanneer men met den Friesch in zijn eigen omgeving in aanraking komt, wordt men het gewaar, dat dit volk iets eigens heeft. Ze zijn nuchter 'en kalm, maar doortastend en vasthoudend, en ze hebben wato ver voor het gemeenschapsleven. In de streek waar ik logeerde, domineerde het Gereformeerde beginsel. In den geheelen omtrek was schier alles Gereformeerd. En dit Gereformeerde leven is bij hen in stoffelijk en geestelijk opzicht in orde. Verscheidene van hun kerken heb ik gezien. Dorpjes van 1500 a 2000 zielen hebben Gere formeerde kerken, zooals men ze zelfs in de grootere Zuid-Hollandsche dorpen tevergeefs zal zoeken. Het beste is den Friesch in dit j opzicht slechts goed genoeg. Groote kerken, met j galerijen en platformen, tot 900 a 1000 zit- plaatsen zijn er niet zeldzaam en ook voor den dominé wordt goed gezorgd. In de gemeente waar ik was, had men pas centrale (electrische) verwarming aangelegd. Eén rondgang door de gemeente was voldoende en de inteekenlijst werd met 300.over schreden. Ik heb in e'en plekje van misschien 1000 ingezetenen (Munnikezijl) een pracht kerk gezien, een gebouw, die in menige stad een flink figuur zou maken. Beroemd in geheel ons land is de Geref. Kerk van Lollum, een welvarend dorp van misschien 3000 inwoners. Deze kerk heb ik gezien. Moeilijk is het er een beschrijving van te geven. Een kerk, die, gebouwd in 1926, zeker ver over de ton heeft gekost. Geen kosten zijn er aan dit machtig, monumentaal gebouw gespaard. Hier is ge streefd om de reformatorische gedachte in de doode stof tot uitdrukking te brengen. Alle lijnen van het gebouw wijzen op 'en komen samen bij het preekgestoelte. Als in een cirkel zijn de zitplaatsen rondom den kansel geschaard. De geweldige galerij cirkelvorming, onafgebroken, is rondom aangebracht. Het orgel, volmaakt in de moderne stijl, verheft zich in machtige lijnen boven het preekgestoelte. Het koepelvormig dak rust op vier massale pilaren en gedempt licht stroomt gelijkmatig door de moderne ruiten naar binnen. Het gastenboek, gelegen in de eveneens mo dern ingerichte consistoriekamer en waarin we onzen naam mochten schrijven, getuigt van een veelvuldig bezoek uit alle deelen des lands aan dit architectonisch kunstwerk. Dit geweldige gebouw, welks gelijke we zelfs in geen stad aantroffen hebben, staat in een dorpske. Een welvarend plaatsje, maar dat zelfs niet aan een spoor- of tramlijn te vinden is Dat hebben de Friezen en Groningers, voor hun kerkgebouwen over. Of het geestelijk leven niet onder die mate- rieele grootheid lijdt Het is natuurlijk moeilijk hierover een oordeel

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1