Hnal I6J0
CPlCilD
J. IBIIIJS
Ell-SM
iMIïfi
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
ILBIITIIEI
5. BOE
ertoskundige
Cas treur
Antirevolutionair
FEUILLETON
T THUIS,
No. 3673
WOENSDAG 3 SEPTEMBER 1930
I till om ie Teereo
RDRECHT
REAU.
IN HOC SIGNO VINCES
>95C ROTTERDAM
u?
Middelharnis
«organisaties in Nederland
Steenhouwer*
Fa. W. BOEKHOVEN ét ZONEN
Brieven uit Amerika.
Van een arm dorp
dat rijk werd
d e Barometer hebt.
VTIS Uw Barometer.
OV oil
45ste JAARGANG
ice en middagmalen in de
iotterdamsche restaurants
sstie van vertrouwen is.
U?
dit vertrouwen vindt in
rger«a£favre
URANT P. SIMONS
oerenviachmarkt 12
roote Kerk, Telef. 56341
U?
prima kwaliteit en ook
eit gegeven wordt,
U?
de oudste zaak is van
m en dat u daar net en
tegen matige prijzen kunt
JU!
commentaar overbodig.
alle soorten TEER.
e bevelen Koolteer met
i, geeft een goede deklaag
t bederfwerend.
'oorraad alle soorten Spar.
ters, Hekpalen enz.
ftHflBERT OUDE TOlifiE
lefoon No. 236.
dagelijks 8'/i tol 10 uur
uur behalve 's Maandags
volgens afspraak.
EDIG BILLIJK
NCO TERUG
iT PRIJSCOURANT
M AGENTEN|
S. Voor zoekenden.
t omtrent: 1. Geloof. 2. Be.
verkiezing. 6. Heiligmaking,
en genezing. 9. Militarisme.
derwerp 12 bldz. druks.
p gratis 10 boekjes van één
20
]HOOL«i 'saGravenhage
m LfMDBQUUl
ge telef. 10807
5MAN
iden door het Boekhoud,
lid der officieel erkende
behandeling
ige steun bij reclames
:t Bureau der
ivenhage
raniie uanal 3,-. 1
:hting
momeiers
I Hoogstraat 132,
lotterdam.
3,175 - B0TTE8M
16. Telef. No. 11005 en 11946
mmelsdijk
elefoon 245
■nnowiadms nji; rise sib .nspurisisdis/ sb
olzod jlssri ïlss b6r>51 sb 3cb ,njls nnub
'ooigodslnssmsy isb pnigispv/ ossb
flSlSW JTSQfliTSjsdlSV Oütb 2fI9W
nsv jaoq nsb jtettod jkW .piboon
isb ,qo .iqa 3>Iisrr: .mirtasdmie
Ó^T^Tr-nt verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABOMNBMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f l.~ b$ Vooruitbetaling.
B JITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
APZONDERLIIKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEK AANKONDIGING 10 cent per regel
DIENST A AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z| beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
4 11© stukken voor si© Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe 4e senden aan de Uitgevers
SOCIALISTISCH KABAAL.
De politieke komkommertijd raakt ten einde.
Het is van den zomer heel stil geweest en
straks moet de campagne voor de verkiezingen
van Prov. Staten en Gemeenteraden beginnen.
Geen wonder, dat de S. D. A. P. de nood
zakelijkheid begint in te zien de groote trom te
roeren. Agitatie en opzweeping is nu eenmaal
het brood van rood.
Daar komt bij, dat ons Nederlandsche volk
zich heeft opgemaakt om ten feestgetij te gaan,
gedenkend het heuglijke feit, dat onze Lands
vrouwe vijftig jaar werd.
Rood doet wel alsof dit langs haar heen gaat,
maar inwendig kookt he.t als ze ziet, dat ons
volk in hart en nieren zóó Oranjegezind bleef.
Men leze slechts de hatelijke stukjes van den
Oproerigen Krabbelaar in ,,Het Volk
Natuurlijk moest daar iets tegenover gesteld
^jjvyorden.
En omdat het in socialistischen kring nu een
maal niet zoo spontaan gaat wordt de groote
trom geroerd.
Er wordt gemanifesteerd en geproclameerd en
geprotesteerd.
Met geweldige letters wordt den lezers van
„Het Volk" en de „Voorwaarts" bekend ge
maakt, dat er gemanifesteerd en gepetitionneerd
zal worden.
Zoo zijn nu eenmaal de roode manieren.
Van socialistisch kabaal moet de roode
schoorsteen blijven rooken.
2 és
WAAR HET OM GAAT.
Waar het om gaat
Rood roert de trom vanwege de „uitbreiding
van de oorlogsvloot", zooals „Het Volk" het
tendentieus noemt.
Worden er weer geen honderdtwintig mil-
lioen zoek gemaakt voor het soldaatje spelen
„Verderfelijke bewapeningspolitiek".
Ontwapeningsbeloften schenden."
„Nieuw oorlogsgevaar".
„Vernietiging van de volkskracht",
Enzoovoort.
Men kent de roode terminilogie langzamer
hand wel.
Het wordt voorgesteld alsof minister Deckers
met een nieuwe vlootwet komt, die ons volk
nieuwe lasten tot 120 mihoen zal opleggen.
Totaal averechtsche voorstelling van zaken.
De zaak is eenvoudig zoo, dat de minister
jaarlijks een bedrag krijgt voor de marine en
nu heeft de minister aan de Staten-Generaal
een plan voorgelegd, dat zal gelden voor de
eerstvolgende tien jaren, waarbij gewaarborgd
wordt, dat er in de toekomst niet méér geld
aangevraagd zal worden dan strikt noodzakelijk
ïld
ijk I
is voor de doelstelling der Nederlandsche vloot,
n.l. de handhaving onzer neutraliteit, opleiding
personeel enz. Bij dit plan is dus gerekend op
de slijtage, herstelling en vernieuwing van ma
teriaal.
Nu heeft de minister een kruiser noodig voor
Oost-Indië 'en een klein vaartuig om te voor
komen wat op Curasao gebeurd is.
En omdat Zijn Exc. die schepen noodig heeft,
heeft hij nu met een maar een werkplan ont
worpen voor de komende 10 jaren.
De minister wenscht volgens vast plan te
werken.
Dat plan houdt niets meer in dan besteding
van het geld, dat de marine eischt.
Een plan, waarbij de Staten-Generaal vrij
blijft om de gevraagde gelden te voteeren of
niet.
En met het plan van den minister worden de
uitgaven voor de vloot niet verhoogd. Zelfs
blijft de minister met zijn plan nog 3 ton be
neden het gemiddelde bedrag, dat gedurende de
laatste acht jaren door de Staten-Generaal is
beschikbaar gesteld.
Zóó zijn de nuchtere feiten.
Maar, het is bekend, rood ziet op geen
leugentje.
Het doel heiligt de middelen.
En het doel is, het volk op te jagen, on
tevreden te houden, want daar moet rood van
leven.
ZIENDE BLIND.
Te betreuren is slechts, dat zoovelen zich
laten misleiden door de roode demagogie.
Op de ééne pagina schreeuwt „Het Volk"
om ontwapening en op de andere pagina laat
hetzelfde blad foto's zien van het Russische
leger, waar ook de vrouwen leeren omgaan met
geweer en kanon.
En het Engelsche „arbeiderskabinet" zette
dezer dagen drie nieuwe duikboofen op stapel
en is voornemens om het program drie
nieuwe duikbooten, 4 nieuwe kruisers en 4
nieuwe jagers nog dit jaar uit te voeren.
In één jaar kost die Engelsche vioolbouw
126J^2 millioen gulden.
Dat doet een Engelsche socialist, waarmee de
S. D. A. P. ten onzent zoo graag goede vrien
den blijft.
En bij ons zet men de heele boel op stelten,
wanneer er driekwart millioen gevraagd wordt
om den bestaanden toestand te bestendigen.
Het is de zotheid gekroond
En wat het treurige van het geheele geval is
Niet-socialisfen doen nog aan die actie mee.
Het communisme wapent zich tot de tanden.
Indië wordt belaagd.
Andere landen zorgen voor voldoende be
wapening.
Alleen Nederland moet aan alle zijden bloot
gelegd worden en zelfs wil men het de middelen
ontnemen om onze Koloniën te beschermen.
Het is of men ziende blind is
Beste Vriend
Verleden Woensdag was het voor ons gewest
mission day of Zendingsdag. Zoo'n dag wordt
georganiseerd door 4 of 5 bij elkander liggende
gemeenten. En bosschen zijn er voor dit doel
hier nog in overvloed. Ofschoon zoo'n Zen
dingsdag nog van echt Hollandschen oorsprong
is, gaat het hier toch anders dan toen ik als
jongeling in Nederland het meemaakte. Daar
geschiedde dit op veel grooter schaal. Extra
treinen reden van Oost en West naar het buiten
goed van den een of anderen Baron of Barones.
Hier wordt een commissie benoemd uit de
4 of 5 gemeenten, om voor de sprekers, can-
tone en banken te zorgen. Dit gaat alles zoo wat
kosteloos. De Lumberyart of Houtwerf geeft het
hout voor platform en banken gratis in bruik
leen. De jeugdigen in de gemeente zorgen voor
koffie en wat daar bij behoort. Een sigaren
fabrikant geeft wats igaren, die ten voordeele
voor de Zending verkocht moeten worden. Een
ander doneert weer roomijs. En een derde wat
suikergoed. De meeste bezoekers brengen hun
eten mede en blijven den geheelen dag in 't
bosch. En de kinderen vermaken zich buiten 't
bosch met balspel enz., als de sprekers niet aan
het woord zijn. Bij voorkeur hebben wij zende
lingen als sprekers, die met vacantie thuis zijn,
of ook wel speciaal voor zoo'n dag overkomen,
vooral van ons Indianen Zendingsveld komen
er vele over, want dit is niet zoo ver weg. Wij
hadden het genoegen 6 sprekers te hooren. Twee
in den voormiddag, twee in den namiddag en
twee 's avonds, 's Avonds werd ons het Zen
dingsveld der Suny Indiane met lichtbeelden
voorgesteld. Vooral voor de jeugd zeer aan
trekkelijk en leerzaam. Er moet nog heel wat
gedaan worden eer het geheele terrein van onze
Amerikaansche roodhuiden met bezet is. Maar
volgens de sprekers is er alle reden voor dank
baarheid. Het Gouvernement, dat ook het school
gaan voor de roodhuiden verplichtend stelt, ver
leent aan 'de Zending alle medewerking. De
Suny Indiarien hebben geen vaste woonplaats,
maar trekken met hun schapen, zooals de herders
van Abraham, waar gras en water is. Daarom
moeten zij negen maanden in een jaar hun
schoolgaande kinderen achterlaten. En die wor
den dan gehuisvest in een soort kosthuis, wat
een uitstekendeg elegenheid is voor onze zen
delingen.
In den avond trad er een spreker voor ons
op, die ons iets vertelde van de Zuid-Ameri-
kaansche toestanden, waarheen wij voor het
eerst een dominee zullen zenden. Vijf en twintig
jaar geleden heeft Nederland al besloten om
daar onder onze stamgenoten te arbeiden. Er
is ook een predikant, met name Ds. Zonneveld,
maar wat is één man voor al die duizenden,
die op ongelooflijke afstanden van elkander wo
nen. Daarom heeft onze Synode besloten daar
een help'ende hand uit te steken. Zondagavond
20 Juli werd de candidaat Ds. Buixvoort tot
zijn dienstwerk in Zuid-Amerika bevestigd.
Stelle de Heere hem daar tot rijken zegen.
Velen van onze stamgenoten hebben daar on
beschrijfelijk veel geleden. Met schoone beloften
van de Argentiensche republiek daarheen gelokt,
zijn zij bedrogen uitgekomen. Nu moet hierbij
vermeld, dat mede de revolutie hiervan de oor
zaak was, die tot een uitbreking kwam kort
nadat velen van onze Hollanders zich daar ge
vestigd hadden. Ook is er in Patagonië een ne
derzetting van Transvaalsche boeren, die het al
niet beter hebben getroffen. Zij zijn daar zeer
lasting voor den Zendeling. Volgens onzen Zen
dingsdirecteur heeft Br. Zonneveld meer last
dan lust van die menschen gehad en met al zijn
arbeid en moeite meer ondank dan dank in-
geoogst.
Het doet mij als Hollandsch-Amerikaan goed,
dat wij met Nederland tezamen deze zaak in
Zuid-Amerika behartigen. Dat getuigt van den
band, die ons bindt aan ons volk, ook al leven
zij in Zuid-Amerika zoo ver van ons af. Zij
wonen even ver over de Equator Zuid als wij
en U Noord zijn. Bij hen staat de zon om 12
uur niet in het Zuiden zooals bij U en bij ons,
maar in het Noorden. Als het bij ons winter is,
is het daar zomer en omgekeerd. Als wij hier
onder de boomen een schaduwplekje zoeken,
omdat het in huis zoo heet is, zitten zij in ijs
en sneeuw. Hun landstaal is Spaansch. Kort
geleden is onze Heidelbergsche Catechismus in
het Spaansch voor die menschen overgezet. Zij
zingen psalmen in het Spaansch, met de Hol-
landsche melodie. Wie zou die in de dagen
van Alva hebben kunnen denken, dat die Heidel
bergsche Catechismus en Psalmen nog eens in
de Spaansche taal zouden geleeraard worden
Dat het onze zoo zwaar beproefde landge
noten tot rijken troost moge zijn voor dit korte
leven, en dat hunne kinderen mede door den
arbeid der Zending mogen bewaard blijven voor
onze heerlijke beginselen.
Dan is de emigratie naar het verre Zuid-
Amerika nog geen mislukking, maar een heer
lijken zegen, óók voor dat groote land.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
Gemeenteraad.
Vergadering van den Raad der gemeente
OUDDORP op Vrijdag 29 Augustus,
des nam. om half vier uur.
De VOORZITTER Burgemeester Gobius du
Sart opende te kwart over vier de vergadering
(men had vooraf in comité generaal verga
derd ter bespreking van de nieuwe wet op de
finantieele verhouding tusschen Rijk en Gemeen-
fè) waarop enkele ingekomen stukken ter kennis
van de vergadering werden gebracht. Ingeko-
menwas een schrijven van de schippers en de
visschers dezer gemeente die er op tegen hebben
dat de geleidelichten in de haven groen en rood
zouden gekleurd worden. Zij wijzen er op dat
het veel beter is dat deze wit blijven omdat
deze lichten op grootere afstand te zien zijn.
Besloten wordt aan dit verzoek te voldoen.
Wethouder VOOGD vraagt of deze lichten
dan toch geëlectrificeerd zullen worden waarop
de VOORZITTER bevestigend antwoord.
De firma Van de Klundert vraagt nogmaals
in een adres om subsidie voor haar autobuson
derneming en wel een bedrag gelijk aan het be
drag dat aan de R. T. M. gegeven wordt. In
middels zegt zij toe pogingen in het werk te
zullen stellen van Ged. Staten gedaan te krijgen
dat de Zondagsdiensten komen te vervallen.
B. en W. stellen voor om een bedrag van
140.— te geven. Te mee.r daar» er nu over
den Oostdijk gereden wordt zoodat die menschen
er ook van kunnen profiteeren.
De heer C. BOSLAND zegt veel bezwaar
gehad te hebben tegen het rijden op Zondag.
De VOORZITTER stelt dan voor deze sub
sidie te geven op voorwaarde dat de Zondags
diensten gestaakt worden.
De heer BOSLAND vraagt of het niet goed
zou ziin dat de firma een exploitatierekening
overleggen zal.
De VOORZITTER dat kan altijd het vol
gend jaar nog gebeuren.
Met algemeene stemmen wordt hierop beslo
ten een bedrag van 140.voorloopig voor
één jaar te geven onder voorwaarde dat er
ni t op Zondag wordt gereden.
Dan brengt de heer T. TANIS namens de
commissie belast met het nazien der rekeningen
van de gemeente en het burgerlijk armbstuur
rapport uit óver het gehouden onderzoek. Dit
rapport is van den volgenden inhoud
Ondergeteekenden schriftelijk benoemd door
den Burgemeester tot nazien der rekening
dienstjaar 1929 dato 1 Augustus 1930 brengt
hiermede rapport uit van hun bevindingen
en deelt mede dat de commissie met be
hulp van den Secretaris welke bij deze onmis
baar is om een en ander toe te lichten de
rekening met de boeken en verdere bescheiden
heeft nagezien en in orde bevonden, onder
voorbehoud een paar opmerkingen,
De rekening sluit het een ontvang van
53344.17^. Uitgaaf 39570.20. Saldo
13773.97H. Saldo dienstjaar 1928 was
13242.68.
Vorig jaar is in het rapport melding ge
maakt hebbende de afrekening grintweg Oud-
dorpSommelsdijk niet in de rekening voor
kwam en toen heeft de Voorzitter medege
deeld dat die nog niet was afgewerkt, deelt
de commissie de vergadering mede, dat deze
ook thans nog niet aanwezig is.
Verder trok zeer de aandacht de rekening
van de ambtswoning van den Burgemeester.
Er staat een post op de begrooting groot
250.— en er is uitgegeven 398.dus
150.boven de begrooting. In aanmerking
nemende dat er 350.huur wordt betaald
blijft dit steeds een lijdende post. De com
missie verzoekt daarom nogmaals aan B. en
W. zich meer aan de begrooting te houden.
De rekening van het Burgerlijk armbestuur
gaat den verkeerden kant uit. Wat de kas
betreft, hadden we het vorig jaar een saldo
van 586.67, thans komen we voor een
nadeelig saldo te staan. De boeken nagezien
en de bescheiden bij elkander gezocht heb
bende, sluit deze rekening met een ontvangst
van 3144.26, uitgaaf 3168.34; nadeelig
saldo 24.08.
De commissie stelt den Raad voor deze
rekeningen voorloopig alzoo goed te keuren.
De Commissie,
W. MASTENBROEK,
C. BREEN.
T. TANIS Tz.
door
H, KINGMANS.
40)
Dokter Van Stralen zeide het met een war
men klank van bewondering in zijn stem. Die
klank bracht Hertha terug tot de werkelijkheid:
zij stond met dokter Van Stralen alleen in de
loods van de reddingsboot
JKom zeide zij, „ik ga naar de menschen".-
"".zij voegde de daad bij het woord.
„Wij staan hier veel beschutter", meende hij.
»>En rnen kan ons straks noodiq hebben."
Hertha hoorde het niet, daar zij met volle aan
dacht in zee stond te turen. Een heel donkere
schaduw wees uit, dat er een boot op de zand
banken zat. Maar verder was er niets te zien
en te hooren dan een kok'en'de zee, die, naar het
althans scheen, nog woester werd.
„De reddingsboot is verdwenen" kreet Hertha.
„Kom, kom", zei de dokter. „Die kunnen wij
niet meer zien. Laat ons hier blijven, zuster.
Er is nergens zoo'n beschutte plaats."
Hij vroeg het op drinngenden toon. Hertha
voelde er uit, hoe het zijn begerte was, eens met
aJ ?"een te zi)n- Haar hart klopte haar tot
ln r.. j'' ^aar zi) wilde geen toenadering
„Dij de menschen ginds hooren» wij nog eens
w£:. ',°?ïfee^ zij een rechtstreekseh antwoord,
„zuj hebben het meer gezien en kunnen ons
wat vertellen.
Meteen liep zij achter de loods om, beklom
met moeite het duin, om ria eenigen tijd den
binnenkant te bereiken, waar zij, met een zucht
van verlichting, even wachtte.
k?1?'- i*1®1! tenminste op adem", lachte
Jj> oen dokter Van Stralen weer naast haar
stond.
„Ge weet hier goed den weg", meende hij.
„Ik was u al kwijt".
Dan liep Hertha met krachtigen pas verder,
terug naar de plaats, waar zij eenigen tijd ge
leden had gestaan, bij de dorpelingen.
„Ik heb medelijden met die arme menschen",
zeide zij. „Wat moet er toch van hen terecht
komen, 'k Heb nooit geweten, dat een schip
breuk zóó vreeselijk was. Hoor die storm toch
eens gieren
,,'t Zijn dappere kerels", antwoordde dokter
Van Stralen. „Zij hebben meermalen voor heete
vuren gestaan. En die Krijn Vermeulen is een
baas."
Zij waren nu aangeland bij de talrijke dorpe
lingen, die vol spanning in zee stonden te tuden,
de duisternis als het ware doorboderid. De oude,
ervaren schipper, dien Hertha al meer had hoo
ren praten dien avond, had de laatste woorden
van den dokter verstaan.
„Maar Krijn zal nu een harden dobber heb
ben, dokter", schreeuwde hij, boven den wind
uit. ,,'k Heb zulk zwaar weer nog niet mee
gemaakt en
Hij kon den zin niet voltooien, want er ging
uit de menigte één kreet van schrik op.
„Ze komen terug Ze komen terug Ze halen
de boot nietDe zee is te boosHet was
onverantwoordelijk van Krijn om te gaan."
Deze en andere dergelijke uitroepen werden
uitgestooten, terwijl allen zagen, dat de reddings
boot op het strand gesmeten werd.
„Die arme stakkerds", zeide Hertha, van
angst en schrik den arm van den dokter grijpend.
„Die arme stakkerds!"
En zij staarde in de duisternis, naar het don
kere silhouet van het gestrande schip, waar
men zoo nu en dan een vuurpijl omhoog joeg,...
HOOFDSTUK XIX.
„Ik mag niet en ik kan niet"
Dokter van Stralen had Hertha's arm ge
grepen en drukte dien tegen zich aan. Eerst
toen kwam Hertha tot het besef van de wer
kelijkheid en vol verwarring trok zij haar arm
terug, naar voren loopend, om te zien, wat er
nu op het strand gebeurde.
Zij leefde intens mede met de mannen van
de reddingsboot, die hun heldhaftige pogingen
om de schipbreukelingen te redden, zoo moesten
opgeven. Hertha meende namelijk, dat men nu
wel alle pogingen zou laten varen.
Maar zij kende de dapperheid, den moed en
de onverschrokkenheid van Krijn en de zijnen
nog niet voldoende. Want nauwelijks tien mi
nuten nadat de boot door de vertoornde golven
op het strand was gesmeten, was zij weer reis
vaardig en voor de tweede maal werd de hache
lijke tocht naar de in doodsgevaar verkeerende
zeelieden ondernomen. Zij gaVeri geen kamp, de
dappere mannen. En voor de tweede maal zagen
de honderden in de duinen toe, hoe de reddings
boot worstelde met de golven, nu geheel ver
dwijnend, dan weer opgenomen op een golf van
schier torenhoogte
„In die andere duinpan kunnen wij het veel
beter zien. Ga mee", noodde dokter Van Stralen.
Maar Hertha weigerde. Zij wilde niet met
den dokter alleen zijn, wel wetend, dat zij dan
haar zelfbeheersching verliepen zou.
„Dit is natuurlijk de beste plaats", zeide zij,
overigens niet geheel ten onrechte. „Anders zou
den de dorpelingen, die het veel beter weten dan
wij, hier immers niet staan
Zij wachtte niet op antwoord, maar drong
nog wat meer naar voren, waar zij plotseling
naast de vrouw van Krijn Vermeulen kwam
te staan.
„De Heere behoede je", zeide Hertha. „Het
moet wel vreeselijk zijn, je man daar op het
water te weten."
„Hij is in Gods hand, zuster. Vroeger was
ik er onverschillig dapper onder, maar sinds wij
veranderd zijn, ook al door toedoen van zuster,
ben ik veel rustiger. De Heere is met Krijn.
Ik weet het zeker."
Alfred van Stralen hoorde de woorden. De
vrouw van den schipper zei ongeveer hetzelfde
als de schipper zelf, nauw een half uur ge
leden in de loods van de reddingsboot. Die
zuster Van Landen had op dit dorp, hij had
het van zijn oom ook wel vernomen, een mach
tigen invloed uitgeoefend. En de menschen hiel
den van haar. De schipper had haar zelfs gé-
zegd, dat zij niet weg moest gaan uit Zeeduin,
omdat er nog veel voor haar te doen was. De
peinzende jonge man oordeelde, dat er voor
Hertha van Landen niet de minste aanleiding
was, om weg te gaan. Integendeel: zij moest
blijven en aan zijn zijde verder het leven door
gaan. Waarom zou zij hem niet gelukkig ma
ken En welke reden had zij om kort tegen hem
te zijn en hem stelselmatig te ontwijken Hij
wilde zekerheid hebben. Het stond voor hem
vast, dat hij haar straks naar huis zou geleiden.
Hij moest de vrouw, die hij liefhad, spreken,
zich verklaren; haar verklaring aanhooren. Hij
meëride bespeurd te hebben, dat hij haar niet
onwelgevallig was. Maar waarom deed zij dan
zoo vreemd Hij zou straks, al stribbelde zij
ook tegen, met haar alleen naar huis gaan en
praten. Hij kreeg de gelegenheid niet spoedig
weer.
In zijn overpeinzingen werd de jonge dokter
van Zeeduin gestoord, doordat een juichkreet
opsteeg. Hij had de laatste oogenblikken ver
zuimd. naar het gestrande schip te zien en be
greep, dat er iets gebeurd was.
„Ze z ij n er", juichte Hertha aan zijn zijde.
„Gode zij dankAls ze die arme, verkleumde
menschen maar aan boord kunnen krijgen."
„Ze hebben de lijn vastschreeuwde een
schelle jongensstem boven het rumoer van dén
wind.
Hij had gelijk. De maan was plotseling door de
zwarte wolken gebroken en verlichtte spook
achtig het tooneel op zee: de dobberende red
dingsboot, de lijn, die naar het gestrande schip
was geworpen en daar vastgesjord; de schip-
breukelirigen, die één voor één langs de lijn
naar beneden gledener steeg een zware
zucht van verlichting uit de menigte in de duin
pan op.
„Er zijn er al tien in de bootschreeuwde
de jongensstem weer.
„Is Krijn nou gek 7" meende de oude schipper.
„Straks zinkt zijn boot."
De maan verdween. Het werd weer donker.
Alleen had men nog flauw bespeurd, clat de
reddingsboot terugkeerde.
Er verliep een geruimen tijd van groote span
ning. Men was meer en meer naar het strand
gedrongen, om getuige te zijn van de aankomst
der boot. Eindelijk dan werd de reddingsboot
zichtbaar en er ging een gejuich op, dat het
geluid van den loeienden orkaan overstemde.
„Houd op met dat geschreeuwbulderde
Krijn Vermeulen, kort aangebonden, toen de
boot het strand had bereikt. „We zijn nog niet
klaar. Er zijn nóg tien man aan boord. Helpt
deze menschen aan wal brengen. Is de dokter
ook in de buurt
„Hier, Vermeulen Wat is er
„Er is er één bij, die is ver weg, dokter. De
anderen zijn aardig monter. Ze moeten naar
„Het wapen van Zeeduin". U zorgt er verder
wel voor Wij gaan terug, om de andere tien
te halen."
Intusschen hadden de dorpelingen, met of
zonder waterlaarzen aan, de dankbare schip
breukelingen op het strand gedragen. Behalve
één, konden allen loopen.
„Naar het dorp commandeerde dokter Van
Stralen. „Ik kom zoo gauw mogelijk naar het
hotel. Draag dien eenen in de loods. Is er een
lantaarn bij de hand Wat denk je, zuster 7"
Hertha, ook toegeijld op het geroep van Krijn
Vermeulen, had zich reeds over den op het
strand neergelegden drenkeling heengebogen.
„Door en door verstijfd van de koude, dokter.
In de loods kunnen wij niets met hem aan
vangen."
Nu er werk was, had Hertha haar angst over
wonnen, terwijl haar geestkracht was terug
gekeerd.
„E>an ten spoedigste ook met hem naar het
hotel", commandeerde de dokter. „Laat iemand
vooruitvliegen en zorgen, dat er warme kruiken
klaar zijn."
(Wordt vervolgd).