Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
HEF
P,
w
Trigiand en de Overheid
IN HOG SIGNO VINCES
Flak-
leuk
iland.
Zn.
f
No, 3666
ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1930
45ste JAARGANG
laagd
f 0.75
f 0.75
schappij
raat 16a
LflfIDBOUU)
1U.
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
EPEKOC
AAT 28 mk
W. BOEKHOVEN A ZONEN
All® stukken voor de Redactie bestemd, Adv er ten tl ëss en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
TIS
1
melsdijk
inten en Fruit
it. 81431
adres.
cent per 70 K.G.
»f bij een Bankier
IS, Rotterdam.
Eieren
ustus. Eieren. Aan»
en van f 5.25-6.25,
stuks. Handel ge»
sfus Kaas. Aanvoer
20 stuks, wegende
ouda met rijksmerk
9-43 Handel vlug.
llën, enz.
Binnenl. granen.
ustus. Fijne zaden
zaad f 31 50-33.-,
100 K.G.
Bionenl. granen,
t*rwe 12.50—13.50,
wintergerst f 5,—
-7, haver f6.50—7,
les per 100 K G.
Buitenl Granen.
Amsterdamsche ko»
gele, aangekomen
14 Aug. per Salland,
f 137, 8 Sept. per
per Kalimba, ladend
levering Sept/Dec.
nau/Yongo/Galfox/
Aug. verwacht per
lata 61/1 kilo, disp.
kilo disp. f 120;
ansche disp. f 10.40,
S. K. disp. f 10.45,
Aardappelen.
sfus. Heden waren
als volgtZeeuw»
nt, blauwe eigen»
hoolmeesters, zand
stelingen 3—5 cent,
.G. Flinke aanvoer,
1» Diversen.
stus. Vlas. (Bericht
an voer 5000 K.G.
G. Door gebrek aan
ne noteering op te
'aar er zeer weinig
as laat nog zeer te
volgens eigen
n p r ij s het
52
Deze Coura-.it veischjnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b| vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
it kantoor-
W|
oentemarkt
1 200.
-10; 's mrddags
'ELEF. 10807
r het Boekhoud»
officieel erkende
in Nederland
eling
n by reclames
der
Er zijn over de Antirev. Par tij den
laatsten tijd al heel wat lasterpraatjes
verspreid.
Een der meest bekende en gebruikte
is wel, dat de Antirev. Partij leert, dat
de Overheid neutraal moet zijn, qua
Overheid heef zij niets met de Wet des
Heeren uit te staan.
Waar dat ooit door de A.-R. Partij
geleerd is, bleef tot heden een raadsel.
Het wordt beweerd, zelfs wordt het
zwart op wit gedrukt door onze vij-
nden, maar bewijzen blijven altijd
chterwege.
Die worden ten aanzien van de A.-R.
partij blijkbaar niet vereischt
Een brutaliteit, die toch wel wat ver
gaat.
Want ieder, die maar even ons pro
gram van beginselen opslaat, ziet dat
het anders is.
Art. 2 van het A.-R. beginselprogram
leert al, dat de bron van het souvereine
gezag noch in de volkswil, noch in de
wet (staatswet wordt hier bedoeld),
maar alleen in God te vinden is.
Art. 3 zegt, dat óók op Staatkundig
erf de A.-R. partij belijdt de eeuwige
beginselen van Gods Woord, zóó dat
het staatsgezag noch rechtstreeks (als
bij Israël in het oude Verbond) noch
door de uitspraak van eenige kerk (als
bij Rome), maar alleen in de consciën
tie der overheidspersonen (dus zooals
'volgens de Calvinistische leer ieder
mensch) aan de ordinantiën Gods ge
bonden is.
En art. 4 leert, dat de Overheid, als
Gods dienaresse in een Chris
telijke en dus n i e t-g o d s d i e n s t-
looze natie gehouden is tot ver
heerlijking van Gods Naam.
Art. 5 zegt: de A.-R. partij belijdt,
dat de Overheid regeert bij de gratie
Gods.
Art. 19 zegt: de A.-R. partij erkent
de noodzakelijkheid om ook door mid
del van onze wetgeving, beter dan
thans (dat was in 1878) er toe mede
te werken, dat de verhouding tusschen
de verschillende maatschappelijke stan
den zooveel doenlijk beantwoorde aan
de eischen van Gods Woord.
Is dat nu een leeren van de ,,neu
trale Overheid"
Wie het zegt, zondigt tegen het ne
geilde gebod.
Trouwens heel de historie van het
bestaan der A.-R. partij bewijst het
tegendeel.
Altijd werd er door de A.-R. leiders
in en buiten de volksvertegenwoordi-
ging gewezen op de hooge roeping der
Overheid te regeeren naar den Woor-
de Gods, juist omdat zij het gezag bij
Godes gratie ontvangen had.
Dit staat absoluut buiten de kwestie
van art. 36.
Dat gaat over een geheel andere
vraag.
Art. 36 eischt, dat de Overheid weert
en uitroeit allen valschen godsdienst.
Die leer verwerpt de A.-R. partij als
in strijd met Gods Woord, dat de we
reldlijke Overheid niet opdraagt om
het onkruid met de tarwe uit te roeien.
Trouwens geen enkele par tij onzer
dagen staat op dat standpunt.
Ook de S. G. P. niet.
Ook zij erkent geen alleen onfeilbare
kerk, die de Overheid te handhaven
zou hebben, met uitroeiing van alle
andere kerkgenootschappen.
En dat hebben ook nooit onze Gere
formeerde vaderen gedaan in geen en
kele periode der geschiedenis
We lazen dezer dagen een citaat van
Trigiand, een Gereformeerd theoloog,
die lid is geweest van de Dordtsche
Synode van 1618-'19.
Dit citaat moest dienst doen om de
A.-R. partij te bestrijden, maar men be
grijpt niet eens, dat men met zulke ci
taten der A.-R. partij een dienst bewijst,
omdat zij onze stelling: ook de Geref.
vaderen moesten niets van weren en
uitroeien hebben, geheel in 't gevlei
komen.
-.We willen het citaat hier eens in zijn
geheel' overnemen. Het komt voor in
het tweede deel zijner werken, dat hij
opdroeg aan de Staten van Holland en
de regeering van Amsterdam.
Het luidt als volgt
Dezen mijnen Arbeid, Edele Grootmogende,
ook Erentfeste 'ende Achtbare Heeren heb ik
uwe Edel Grootm. ende ook uwe Edelachtb.
opgedragen en toegeschreven om verscheidene
redenen.
Twee zijn uwe Edel Grootm. en Edelachtb,
te samen gemeen. De eerste is, opdat ik mijn
ambt betrachtende, uwe Edel Grootm. en
Edelachtb. meer en meer zou opwekken. Ten
eersten, om in uwe hoogste eere ende zeer
zware lasten, de eerste ende meeste
zorge te laten zijn de oefening
van de ware Christel ij ke Religie
van den eenigen waren God recht
te kennen; in deemoedigheid voor Hem
te buigen, Jezus Christus zijnen Zoon, dien
hij ons gezonden heeft, te kussen, van harten
in hem te gelooven en uit het geloof hem op-
rechtelijk te dienen en te gehoorzamen; mits
gaders, om der liefde Christi wille, alles wat
in de wereld is, begeerlijkheid der oogen,
begeerlijkheid des vleesches, en grootschheid
des levens te verzaken, het kruis op te nemen
en Jezus Christus na te volgen. Want zonder
dit alles, de ware Christelijke Religie niet
geofferd en de eeuwige zaligheid niet ver
kregen kan worden. Ten tweeden, om uw
Edel Grootm. ende Edelachtb.
geheel© regeefing daarna te
richten, da|t het geest ei lijk Rijk
van Jezus Christus en deze oefe-
ning van de ware Christel ij ke
Religie onder de menschen be
vorderd worde. Want dit is hetgeen
waartoe de H. Geest alle Overheden
verplicht en vermaant in den twee
den psalm: en het einde (doel) waar toe ze
met de eeretitelen, van Goden, ende Voeders
der Kerke Gods in de Heilige Schrift vereerd
worden. Ten derden, om al uwe onderzaten
in de practijk van deze Religie, met een goed
voorbeeld voor te lichten, want dit zonderling
dienstig is, om dezelve bij haar te bevor
deren, alzoo men weet hoeveel de exempelen
der Overheden bij de Onderdanen, ter eener
of ter anderer zijde vermogen,
Eenige regels verder schrijft Trig-
land in genoemde reductie nog
De andere reden zijn of uwe Edel Grootm.
of uwe Edelachtb. speciaal aangaan. Onder
den naam van uwe Edel Grootm, heb ik dit
mijn werk laten uitgaan.
Ten eersten, omdat ik uwe Edel Grootm.
houde en onderdaniglijk bekenne, te zijn de
Hooge Overheid van ons Vaderland, van
Holland, overal de inwoners deszelven lands
gesteld in den naam en plaats van God, om
dezelve in gerechtigheid en vrede wel te
regeeren, voorstanders van de Kerk van Jezus
Christus en zorgdragende Vaderen des Va
derlands.
Ten derden omdat uw Edel Grootm. deze
ware Christelijk Gereformeerde Religie open
baar in de publieke Kerken van ons Vader
land, doen leeren en oefenen en met uwe Edel
Grootm. Autoriteit handhaven en voorstaan.
Ondat het dan blijke ende dat uw Edel
Grootm. in hare harten mogen verzekerd zijn,
te handhaven en te beschermen een Religie,
die waarachtig, Gods woord conform, en tot
stichting en zaligheid der onderdanen dien
stig is.
Wat zegt dit citaat nu tegen de
A.-R, partij
Precies hetzelfde, wat het ook teqen
de S. G. P. zegt.
Het zwijgt over „weren en uitroeien
van alle afgoderij en valschen gods
dienst, om het rijk des antichrists te
gronde te werpen", zooals art. 36 het
woordelijk eischt.
Men vindt er geen spoor van in het
heele citaat niet.
Trouwens, dat lag ook heelemaal niet
in de lijn van Trigiand, die Maurits'
Overheidszwaard tegen de Remon
stranten afwees en slechts vrijheid voor
de kerken vroeg om te mogen prediken.
Trigiand kon het met het „zwaard
des geestes" wel af
En wat het citaat nu verder bedoelt,
richt zich zoowel tegen de S, G. P, als
tegen de A.-R. partij.
Want Trigiand eischt hier, dat de
Overheid het daarheen leide, dat de
ware Christelijke religie onder de men
schen bevorderd worde, en zelfs dat
door haar de Gereformeerde Religie
openbaar in de publieke kerken van ons
Vaderland worde voorgestaan en be
vorderd.
Dat was dus het standpunt van Trig-
land en van schier alle Gereformeerde
vaderen in de eerste dagen der Refor
matie.
Maar wat zegt dat nu tegen de A.-R.
partij
Omdat deze dit standpunt niet in
neemt
Maar welke partij neemt heden ten
dage dat standpunt wèl in
De S. G. P. soms
Zij evenmin als de A.-R. partij
In haar program zet ze dat de „Over
heid de Kerke Christi te beschermen
heeft".
Een algemeene term, die niets zegt.
Toen Trigiand van de Overheid
eischte, dat zij de Gereformeerde Re
ligie in de publieke kerken zou doen
leeren en beoefenen, handhaven en
voorstaan, begreep ieder welke kerk er
bedoeld werd.
Er was maar één Geref. Kerk.
Maar wat zegt die formule nu in onze
dagen
Letterlijk niets.
Wil de S. G. P. in het voetspoor van
Trigiand gaan, dan moet zij één zuivere
kerk aanwijzen.
Want één kerk kan toch maar door
de Overheid als de zuiverste openba
ring beschermd en gehandhaafd wor
den
En welke kerk moet dat zijn
Met deze vraag- komt men uit het
afgetrokkene (iedere theorie is grauw!)
in de praktijk terecht.
En niet op het woord, maar op
de daad komt het toch aan.
En dan blijkt, dat de S. G. P. in
plaats van ééne kerk als de zuivere
Gereformeerde aan te wijzen (welke
dan door de Overheid beschermd moet
worden) haar uiterste best doet om uit
alle kerken politieke vriendjes te lok
ken.' Liefst noemt zij zich „interkerke
lijk", al komt het er praktisch op neer,
dat de kerk van Ds. Kersten alléén
door de St. Geref. politiek welvaart
Daar hebt gei de theorie en de
p r a k t ij k
Met de linkerhand grijpt ze naar de
theorie van vader Trigiand en met de
rechter omklemt ze de practische poli
tiek onzer dagen, die van geen bevoor
rechting van de ééne kerk boven de
andere weten wil, noch weten kan
Zij richt zich naar twee kanten te
gelijk.
Of het ook eerlijk is
We leggen deze vraag haar voor
de consciëntie
Maar intusschen blijkt zij het citaat
van Trigiand allerongelukkigst geko
zen te hebben.
Negatief leert het, dat ook Trigiand
niets van de bewuste passage uit art.
36 hebben moet en van geen „weren en
uitroeien" weten wil en positief zegt
het, dat Trigiand een standpunt innam,
dat, óók de S. G. P. praktisch niet aan
vaardt
't Wordt een bekend gezegde, dat er ieder
jaar e'en periode komt waarin de eene helft van
het menschdom de andere helft examineert.
De twintigste eeuw heeft leeren buigen voor
den afgod van bet intellectualisme.
Misschien nog een vrucht der vorige eeuw,
to'en rationalistische (eigen) wijsheid deed zeg
gen: bouwt scholen en ge kunt de gevangenissen
sluiten.
Natuurlijk keur ik wetenschap niet af.
De ouders, die er geld en kinderen, die er
hersens voor hebben, hebben schoon gelijk, dat
ze hun kroost laten leeren.
Maarer is zooveel overdrijving en er zijn
helaas zooveel ouders, die hun uilen voor valken
uitgeven
En dan komt de ellende
De kinderen worden volgepropt met kennis.
Laatst wees een vader van een gymnasiast
mij er op, dat er tegenwoordig bijna geen levens
vreugde meer in.de jongens van 13.18 jaar
zit. Ze loopen als oude mannetjes van huis naar
school en van school naar huis. Ontspanning
hebben ze niet.
Postmus wees er terecht op
Het is tegenwoordig, zegt men, een goede tijd
voor het kind. Onze eeuw, die er van houdt
bij alle „barre" critiek, zich zelf af en toe wat
in de hoogte te steken, heeft ook voor zich
d'en naam verzonnen van „De Eeuw van het
kind".
Laat het zijn. Stem dankbaar toe, dat onze
tijd zich om vele kindermoeiten bekommert, één
zonderlinge tegenstrijdigheid moet u echter tref
fen Het schijnt wel, dat almeer het
kind zelf aan 't verdwijnen en
verkwijnen is.
De kinderen worden zoo schrikkelijk vlug
„groot". Men wil ze graag ook aanstonds groot
zien. Er is haast bij, dat ze „klaar" komen voor
bunen examens. Ze moeten van alles leeren. Van
de eene les worden ze naar de andere gedreven.
7 Zwart op Wit
In zaken heeft men gaarne alles zwart op
wit, maar de Nederlandsche huisvrouw houdt
er niet van. Haar wasch heeft zij liefst zoo
helder mogelijk en daarom gebruikt zij 10 ets.
Zeeppoeder »Ozil« van Wigleven, Rotterdam
Jongens zitten reeds gebogen over algabra en
meetkunde, toen ze vroeger in de zooveelste
,,Boeser" „zaten". Meisjes zijn gehouden aanleg
te hebben voor teekerien en voor muziek, en
bovendien moeten ze maar met de jongens „ge,
lijk op".
En klagen baat niet.
Dr. Gunning heeft het indertijd naar waarheid
gezegd: „het zal nog erger worden.
In Beets' dagen was de Haarlemmermeer de
groote slokop, nu is het de school. Dit monster
stelt eenvoudig zijn eischen en waagt ge een
woord van verzet, ge krijgt ten bescheid, dat
de maatschappij het zoo wil.
Het kind wordt in alles bedacht
Maar de arme kinderziel
Dat van de individueele zijde bezien.
Maar het vraagstuk heeft ook een maat-
schappelijk-sociologischen kant.
We loopen het gevaar van wat genoemd
wordt: een overproductie van intellect. Er ko
men te veel dokters, te veel rechtsgeleerden, te
veel leeraren enz. Nu al blijkt de concurrentie
tussch'en de wetenschappelijke heeren niet altijd
van de edelste soort te zijn.
Waar moet dat heen
Ik weet het niet
De tijd zal het leeren en gelukkig: het leven
corrigeert vaak zich zelf.
Er wordt tegenwoordig ook veel geklaagd,
dat de leerplannen van lagere en hoogere scho
len veel te overladen zijn.
Ik las voor eenige dagen het volgende stukje,
dat hier een schril licht op werpt.
„Een student, die schitterend slaagde in zijn
examens, heeft zelfmoord gepleegd: overspannen.
Hoe blijven onze scholen nog zoo middel-
eeuwsch werk'en met die nuttelooze barbaarsch-
heid, examen genoemd
Zijn de onderwijzers, leeraren en professoren
dan zoo blind, dat zij, na een jaar en meer te
hebben omgegaan met hun studenten, nog niet
weten, wat deze waard zijn
Als een boer zijn paard een maand gebruikt
kent hij het: hij stelt er immers belang in.
Kan een gediplomeerde, gezworen leerkracht
dat niet voor zijn klas
Jawel
Maar er zijn die aftandsche reglementen en
leerplannen. De heele wereld verandert, maar
achter de schoolmuren draait de oude wereld.
En de ouders dulden zoo iets. Zij komen in
opstand voor een verdiende oorveeg aan hun
kind, en onderstaan gelaten, dat de school de
ziel van 't kind schopt, het lichaam afjakkert,
en vaak den vrede in de gezinnen breekt, doof
den terugslag.
Ouders en kinderen dulden alles.
Waar blijft hun optocht met spandoeken
Denk hier eens over na: wat zijn de scholen
dan toch voor inrichtingen, die hun klanten mo-
g'en martelen gedurende negen maanden van 't
jaar, zoodat deze vermageren naar ziel en
lichaam en ze dan drie maanden loslaten
Wat voor inrichtingen zijn dat, die zooveel
kwaad doen bewust, dat zij aan de leerlingen
vele weken vacantie moeten geven, om het
gedane kwaad te herstellen
Komt, geleerden, wetgevers, ouders en peda
gogen, bestudeert de school, hervormt ze, geeft
haar een nieuwen stoffelijk en geestelijk hygië-
nischen grondslag, zoodat het uit is met op-
jagerij, met afjakkerij, met stomme dag- 'en jaar-
verdeeling, met drakerige leerplannen, met stee-
nen tijdperksche examen-methodes.
Ik denk soms nog aan den tijd terug van
proefwerk, mondeling, schriftelijk, praktisch en
onpraktisch examen. Gelijk aan nachtmerreies.
En mijn leelijkste nachtdroomen zijn die, waarin
ik weer voor den beul sta, die mij, nadat ik
mij dagen en nachten bleek blokte, weer gaat
ondervragen over honderd dingen, die hij wel
weet, dat ik ze weet of ze niet weet."
Inderdaad mag daar wel eens een beetje ver
andering in gebracht worden.
Het is in vele gezinnen tobben met het stu-
deerend kroost.
Dezer dagen sprak ik een man, die veel geld
en een zoontje van 14 jaar op 't gymnasium
heeft.
Deze had het ventje beloofd: als je over
gaat, gaan we samen in de vacantie naar Spanje.
't Is een teer, zwak ventje, die naar ik geloof
wel wil, maar niet goed kan; hij bleef zitten.
In plaats van naar Spanje, werd het kereltje
6 weken naar een tuinder in 't We^tland ge
zonden, waar het met de knechts dag in dag
uit moest meewerken van 's morgens 6 tot
's avonds 6Pa ging alleen 14 dagen naar
Parijs En deze meende ih het welbegrepen be
lang van zijn kind gehandeld te hebben, want
de strafoefening werd hem met een bloedend
harte opgelegd.
Zulke dingen doen zich voor.
Het kind moet vooruit, of het kan of niet.
Een blad schreef onlangs
„Als we nog niet wisten, dat de tijd zoo
zoetjes aan begint te naderen, dan zouden de
dezer dagen ingestelde examencommissies er ons
wel. aan herinneren. De taxatie begint weer; de
bevoegdheid, het diploma, de overganghet
hangt alles in de lucht nog, maar heel hard
wortd er nu al geploeterd, dat verzeker ik u.
Geploeterd, niet zoozeer om 't denkvermogen
tot de hoogste mate van bevatting op te voeren,
alswel om rijtjes namen, formules, loopjes, foef-
jesi ezelsbruggetjes in te stampen. Anders ge
zegd: parate kennis te transformeeren tot p a-
r a d e kennis.
Wanneer je bij kennissen komt, merk je on-
middelijk of een der huisgenooten deel heeft
aan dat bedrijf, 't Is er mee als met de mazelen,
je ruikt het al als je in de gang je hoed ophangt.
De nervositeit, de bedwongen eerzucht, de ver
holen angst, de wanhoopin velerlei gedaan
te merk je daar iets van op. In mijn naaste
omgeving sla ik thans ook een examenganger
gade. Zijn ouders temperen hem heel aardig
waar 't noodig is, en zijn eveneens attent om
een misere-stemming af te reageeren of 'n plot
selinge onverschilligheid te stuiten.
Het kan ook anders. En 't gaat vaak anders,
vooral als ma of pa de repitie-koorts mee onder
gaat en dat (natuurlijk niet als zoodanig
wenschen te erkennen. Gevolg: aanzetten en
opdrijven van verbruik aan caloriën geestkracht
bij den candidaat."
Ja, er zijn onbarmhartige typen van vaders
voor die zwoegers en zweeters en slachtoffers
van den afgod van het intellect
Dezulken kunnen iets leeren uit een- treffend
staaltje, dat de Dames-kroniek voor eenigen
tijd eens gaf
„Tijdens de groote schoonmaak deed moeder
een schitterende vondst. In de boekenkast van
haar man vond ze een bruine papieren map, en
toen ze er in bladerde, ontdekte ze tusschen
tal van oude documenten, bescheiden en diplo
ma's, ook eenschoolrapport uit zijn jon
gensjaren. Nieuwsgierig bekeek ze het punten-
lijstje en met 'n eigenaardige uitdrukking op haar
gezicht borg zij het blad papier zorgvuldig weg
in een la van haar bureautje.
Sinds die ontdekking zeg ze met een gerust
hart het eerst zoo gevreesde tijdstip tegemoet,
en toen de dag was aangebroken, trok ze Hans
voor hij wegging, even naar zich toe.
„Maak je niet ongerust, vent", fluisterde ze
hem in, „ook al staat er een drie op je lijstje.
Je hebt je best gedaan, dat is de hoofdzaak."
Tegen twaalf uur schoof zij de voorkamer bin
nen en legde een klein boekje op de schrijftafel
van haar man. Nauwelijks was ze in de eet
kamer terug of haar echtgenoot stapte binnen.
„Dag kind."
„Dag man."
Hij vroeg niets en zij wilde niets zeggen. Maar
allebei dachten ze aan „een" rapport
Na een beetje doelloos rondgeloopen te heb
ben, trok hij zich in de voorkamer terug, ging
achter het bureau zitten.
„Aha", hoorde zij hem mompelen. En haastig
begon zij de koffietafel in orde te maken.
Even later stond hij weer voor haar.
„Wat is dat Heb je dat gezien Is^ die kwa
jongen gek geworden Drie voor Fransch, voor
Duitsch. Vier voor Engelsch, twee voor meet
kunde, vier voor algebra, drie voorDit tart
alle beschrijvingen Waar is hij
„Manlief, waar heb je het over vroeg zij
verwonderd.
„Waar is Hans Dacht je, dat ik me zooiets
laat welgevallen Dat ik al dat schoolgeld voor
de grap neertel Dat is werkelijk al te erg
..Maar wat dan drong zijn vrouw aan, haar
hand uitstrekkend.
.Heeft hij jou dat moois dan niet eens laten
zien Dat rapport met al die onvoldoenden
Er staat geen behoorlijk cijfer op, behalve voor
Nederlandsche taal."
Zij hield het boekje nu in de ban^, sloeg er
een blik in, keek nog e'ens goed, en zei toen
met een allerliefst glimlachje