Het verkeer met de Zuid-HolL en Zeeuwsche eilanden. FEUILLETON Woensdag 23 Juli I93Q No. 3661 TWEEDE BLAD. Binnenland. ™HOC-SIGN0W£ES Het rapport der commissie-Van Rijckevorsel. Belangrijke verbeteringen voorgesteld. Land- en Tuinbouw. Van een arm dorp dat rijk werd Verschenen is het verslag van de commissie van Rijckevorsel voor de verbetering van het verkeer tusschen de Zuidhollandsche en Zeeuw sche eilanden met Zuidholland en Noordbrabant, ingesteld bij beschikking van den minister van waterstaat van 2 Juli 1929. De veren, welke de. commissie in haar on derzoek heeft betrokken zijn: Numansdorp— Willemstad, Anna JacobaZijpe, Ooltgensplaat -Dintelsas en Helle voetsluisMiddelharnis. Met betrekking tot de aansluitende wegen heeft de commissie gemeend haar onderzoek voor- loopig te kunnen bepalen tot die, waarvan de behoefte aan verbetering het sterkst spreekt, dat zijn de wegen Rotterdam—Numansdorp, Halste renWillemstad, Steenbergen—Anna Jacoba en Dintelsas—Provinciale weg. Behoudens het veer OoltgensplaatDintelsas, waar door particulieren met motorbootjes over- zetdiensten voor personen, rijwielen en motor rijwielen worden bewezen, zijn de veren in ex ploitatie bij de Rotterdamsche Tramwegmaat schappij. In het algemeen en kort samengevat zijn aan den tegenwoordigen toestand de volgende be zwaren verbonden lo. De overzetmiddelen (vaartuigen) zijn niet voldoende geschikt voor automobielvervoer, het zij doordat die vaartuigen wegen te geringe af meting niet genoeg "ruimte bieden om een vol doend aantal motorrijtuigen daarop te plaatsen, hetzij dat de aanwezige ruimte niet ten volle daarvoor kan worden dienstbaar gemaakt. 2o. De aanlegplaatsen, in het bijzonder ook de toegangen tot de aanlegplaatsen, zijn niet voldoende geschikt voor het automobielverkeer; 3o. De dienstregelingen, in het bijzonder de 'aantallen overvaarten, beantwoorden niet meer aan de behoefte van de streek. Uitbreiding van het aantal vaarten wordt dringend noodig ge acht 4o. De tarieven zijn hooger dan voor de ont wikkeling van de streek gewenscht is en in vergelijking met andere veren redelijk mag wor den geacht 5o. Er ontbreekt een rechtstreeksche verbin ding tusschen Goeree en Overflakkee met Noordbrabant over het Volkerak 60. De aansluitende wegen voldoen niet of niet volledig aan de eischen. die het automobiel- verkeer stelt. De opgesomde bezwaren hebben in hoofdzaak betrekking op gebreken of leem ten, waardoor het verkeer met motorrijtuigen wordt belemmerd, en hieraan zal in het belang van de streken, die van deze veerverbindingen afhankelijk zijn, binnen korten tijd moeten wor den tegemoet gekomen. Naast de verbetering van de bestaande veren wordt ook groote waarde gehecht aan de instelling van een nieuw veer, geschikt ook voor automobielvervoer tus schen Goeree en Overflakkee met Noord brabant. Beperkte verbetering onder bestaande verhouding. Verschillende overwegingen brachten de over tuiging, dat van een ingrijpende wijziging van de bestaande verhoudingen voor het oogenblik geen practisch resultaat zou mogen worden verwacht. Er is daarom gezocht naar een weg, volgens welken dadelijk de meest hinderlijke gebreken van den bestaanden toestand kunnen worden weggenomen en waarbij, zonder aantasting van verkregen exploitatierechten, onder aannemelijke voorwaarden op de medewerking van de Rotter damsche Tramwegmaatschappij zou mogen wor den gerekend. Veer NumansdorpWillemstad. De veerboot Willemstad is niet geschikt voor het vervoeren van een beteekenend aantal auto's tegelijk. Hierin kan verbetering worden gebracht door voor dit veer beschikbaar te stellen de vrij gekomen veerbooten van het Moerdijksche veer: de motorboot Schollevaer 's zomers en de stoom boot Hollandsch diep 's winters. De tegenwoordige aanlegplaats te Numans dorp voor de boot naar Willemstad heeft het bezwaar, dat de toegang te nauw en daardoor moeilijk berijdbaar is voor auto's. Hierin kan verbetering gebracht worden door de brug met ponton 2.60 M. havenwaarts te verplaatsen en den toegang langs het tram-emplacement, aan sluiting gevende aan den weg naar Rotterdam, te verbreeden tot 6 M. over een lengte van ongeveer 150 M. De kosten worden op 17.200 geraamd. Te Willemstad is de Rijkssteiger aan het Hollandsch diep, met twee dekhoogten op 2 M. en 0.55 M. N.A.P. niet doelmatig voor het laden en lossen van auto's bij alle voorkomende waterstanden. De voorkeur wordt gegeven aan een hellenden steiger wegens zijne meerdere bruikbaarheid voor het laden en lossen bij verschillende water hoogten. De kosten zijn op 34.000 geraamd. Veer Anna JacobaZijpe. Het stoomschip Zijpe kan beter geschikt ge maakt worden voor het vervoeren van auto's een wijzinging' waarvan de kosten op 1500 zijn begroot. Doch ook dan zal die, niet voor autovervoer gebouwde boot blijven een onvolkomen vervoer middel, in het bijzonder voor de overzetting van grootere auto's. Aan dit bezwaar kan worden tegemoet geko men door gedurende den zomerdienst de stoom boot Hollandsch diep voor dit veer te bestem men. Gedurende den winterdienst, wanneer de Hol landsch diep moet varen in het veer Numans dorpWillemstad, zal voor het veer Anna Ja cobaZijpe met de veerboot Zijpe genoegen genomen moeten worden, waartegen minder groot bezwaar bestaat, omdat in den winter het verkeer minder druk is. Te Anna Jacoba is de toegang tot de aanleg plaats moeilijk berijdbaar voor auto's. Hierin kan verbetering worden gebracht door den be staanden weg aan de noordzijde van het sta tionsgebouw te verbreeden ten behoeve van het opgaande verkeer, en een nieuwen weg, lang ongeveer 90 M. aan te leggen langs de zuid zijde van het stationsgebouw ten behoeve van het afgaande verkeer. De kosten worden op 8400 geraamd. Veer OoltgensplaatDintelsas, Voor het nieuwe veer over het Volkerak is aan den Flakkeeschen oever Ooltgensplaat, het meest aangewezen standpunt. De boot voor dit veer zal geen grooteren diepgang moeten hebben dan vaiv 1.10 M. ten hoogste 1.20 M. De kosten van zulk een veerboot, lang ongeveer 30 M. en breed ongeveer 7 M., geschikt voor het vervoe ren van auto's worden globaal op 85.000 ge raamd. Het dek zal hoofdzakelijk voor de auto's bestemd worden en onder het dek zullen kajui ten voor reizigers worden ingericht. Van de drie kopsteigers te Ooltgensplaat is de onder den hoogwatersteiger gebouwde laag- watersteiger ongeschikt voor gebruik door auto's. Er zal daarom een nieuwe laagwatersteiger ge bouwd moeten worden aan de Zuidzijde naast de'n steiger voor de gemiddelde waterstanden. De kosten van die wijzigingen zijn op 17.000 geraamd. Te Dintelsas zal het maken van een aanleg plaats met behulp van een vrijgekomen ponton en pontonbrug van het Moerdijksche veer 14,000 vorderen. Het zal, naar de commissie meent, groote aanbeveling verdienen aan de veerverbetering Ooltgensplaat—Dintelsas toe te voegen een veerverbinding Ooltgensplaat—Numansdorp, welke met hetzelfde materieel en personeel kan worden uitgeoefend en waardoor beter dan thans door het veer ZijpeOoltgensplaat—Nu mansdorp, in de verkeersbehoeften van het Oos telijk deel van het eiland met Rotterdam kan worden voorzien. Veer HellevoetsluisMiddelharnis. Het stoomschip Minister van dér Sleyden kan beter geschikt gemaakt worden voor auto-ver voer door enkele kleine voorzieningen, waarvan de kosten op 2000 zijn te stellen. Te Helle voetsluis is de toegang voor auto's tot de aan legplaats gebrekkig, waarin verbetering kan worden gebracht door de ponton met pontonbrug 4.50 M. havenwaarts te verplaatsen en een nieuwen to.egangsweg naast het tramperron te maken, met een breedte van 5 M. over ongeveer 60 M. lengte. De kosten zijn op 18,750 ge raamd. Voorgesteld worden verder eenige uitbrei dingen van de dienstregelingen en eenige ta riefsverlagingen der veren. Voor- en nadeelen en andere indirecte gevolgen van 't een en ander voor haar gecombineerd veer -en trambedrijf te. genover elkaar afwegend, oordeelt de Rotter damsche Tramweg-Maatschappij de nadeelen grooter dan de voordeelen en kan zij daarom slechts tot de voorgestelde dienstuitbreidingen en tariefsverlagingen medewerken, onder genot van onderstaande haar jaarlijks te verleenen subsidies. Voor het veer Numansdorp—Willemstad 11,500; voor het veer Anna JacobaZijpe 24,700 voor het veer HellevoetsluisMid delharnis 26,300. De commissie acht de door de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij verlangde subsidies voor een voorloopige regeling aannemelijk en oordeelt het mede in het belang van de subsidieerende partijen in de gelegenheid te zijn tot eene her ziening van de van haar verlangde medewer king na een proeftijd van drie jaren, wanneer omtrent de gevolgen van de verbeteringen, de ervaring uitspraak kan hebben gedaan. Voorgesteld wordt een bijzondere regeling voor het nieuwe veer OoltgensplaatDintel sasNumansdorp. Weg RotterdamNumansdorp. Van den weg RotterdamNumansdorp vor dert hier en daar de verharding verbetering en verbreeding. De kosten daarvan worden op 1.500.000 begroot, doch komen voor Rijksre kening. Weg HalsterenWillemstad. Als gesloten wegdek voor dezen provincialen Noord-Brabantschen weg is gekozen een as- phaltsteenverharding op fundeering, met gebruik making hiertoe van de aanwezige verharding. De daarbij komende werken zijnEen op- ophaalbrug over den Roosendaalschen en Steen- bergschen vlieteen brug over de Ligne nabij de Witte Ruiter; een dijkcoupure nabij de brug over de Dintel: een breedere sluisbrug bij de haven van Willemstad. De kosten zijn op 900.000 begroot. Weg SteenbergenAnna Jacoba, Het tracé voor den verbeterden weg is zoo veel mogelijk gekozen in de richting van de be staande verbinding. Als wegconstructie is gekozen een asphalt- steenslagbqan op fundeering. Blijkens de begrooting zijn de kosten op 700.000 te ramen. In overweging is, naar de commissie meent te weten, dezen weg te brengen op de Rijkswegen plan, in welk geval de verbetering in aanmer king zal komen om van Rijkswege te worden uitgevoerd en de kosten voor rekening van het Rijk zullen komen. Weg Dintelsas—Provinciale weg. In verband met de te Dintelsas ontworpen aanlegplaats voor het veer tusschen Goeree en Overflakkee en Noordbrabant zal de bestaande weg tusschen het Dintelsas en den provincialen weg verbetering behoeven naar de eischen, die het nieuwe veer stelt. De kosten worden begroot op 50.000. Het zou ten zeerste gewenscht zijn, zoo deze uiterlijk 1 Januari 1931 in uitvoering konden komen en in de begrootingen voor dat jaar van het Rijk, van de betrokken provincies en van de andere subsidieerende lichamen, op de tot dat doel noodige uitgaven werd gerekend. De commissie zet intusschen haar arbeid voort ter voorbereiding van een meer defini tieve regeling, waartoe noodig is inzicht te ver krijgen op den invloed van de voorgestelde ver beteringen op het verkeer in de vreen en op het vervoer met de tram. Zij vertrouwt, dat bij aanvaarding van vorenstaande voorstellen, dat inzicht in voldoende mate zal kunnen verkregen worden. Haar nader verslag, wijl het op de er varing met de voorgestelde verbeteringen zal moeten steunen, uiteraard langeren tijd van voorbereiding eischen. Bij het verslag zijn 21 bijlagen gevoegd. LAGERE LANDBOUWSCHOOL TE BRIELLE. Door het eendrachtig streven van land* en tuinbouwers op Rozenburg, Voorne en Putten, is een lang gekoesterde wensch in vervulling gegaanBrielle centrum van onderwijs, krijgt een Lagere Landbouwschool, waaraan de lessen 1 October 1930 zullen beginnen. Ik heb ervaren, dat er belangstelling is voor landbouwonderwijs, want vanaf 1912 gaf ik cursussen, die steeds druk bezocht werden en waar de leerlingen na vaak vermoeiende dag» taak over groote afstanden kwamen om met aandacht de lessen te volgen. De Lagere Landbouwschool verschilt van de cursussen, doordat het onderwijs direct aansluit bij dat van de gewone school Geen gaping dus tusschen het gewone en het lager landbouwonderwijs, waarin veel kennis ver' vliegt, die later opgehaald moet worden. Het onderwijs is uitgebreider, wijdt zijn aandacht ook aan algemeene ontwikkeling, waarom Nederlandsche taal, rekenen, aardrijks» kunde in de leervakken voor de eerste twee leerjaren zijn opgenomen, terwijl in het derde en vierde leerjaar de praktijkvakken een goede beurt kunnen krijgen. Daar vele ouders niet economisch sterk ge noeg staan, om hun kinderen langen tijd uit het bedrijf te moeten missen, zal aan de eerste klas twee dagen per week les gegeven wor» den, en aan de tweede, derde en vierde klas één dag per week. Zonder economische stoornjssen in hun bedrijf kunnen de ouders dus hun kinderen land- en tuinbouwonderwijs laten genieten. De vacanties vallen bovendien in de drukke tijden. Het pleit wel voor de energie der leerlingen als zij na vaak zwaren arbeid overdag, 's avonds nog op de schoolbanken plaats nemen, doch de toestand is gezonder en het onderwijs zal met meer vrucht gegeven kunnen worden als het onderwijs overdag plaats heeft. Bij het begin in October zal de eerste klasse wel volledig bezet zijn, de 2e, 3e en 4e klas misschien niet, doch de mogelijkheid bestaat, dat in overleg met de inspectie, het bestuur en het hoofd der school oudere leerlingen in de 2e, 3e en 4e klasse geplaatst worden. In de eerste klas is plaats voor leerlingen, die de lagere school of daarmee gelijkstaand onderwijs geheel hebben doorloopen en aan de leerplichtwet hebben voldaan. Ofschoon de school te Brielle een land bouwschool is, zullen ook leerlingen voor den tuinbouw bestemd welkom zijn en zal het onderwijs zoo geregeld worden, dat het bij de behoeften der streek en der leerlingen aanpast. Als er een innige samenwerking tusschen onderwijs en land- en tuinbouw is, als de school gedragen wordt door de liefde der ouders, deze den onderwijzer steunen met hun ervaringen, zal de school zeker bijdragen tot hoogere ontwikkeling, die voert tot meer deren bloei van den land- en tuinbouw op deze eilanden. Dat hopen wij. Hoogvliet, 28—6 '30. H. ROEST. NAGRAS EN NA WEIDE. In geen jaren heeft het land zoo een groote hooiopbrengst gegeven als dit jaar. Niet alleen de kwantiteit, ook de kwaliteit van het hooi is zeer goed, zoodat de veehouder met een goed gevulde schuur met prima hooi den winter kan tegemoet zien, Na het hooien staan wij weer voor de ver zorging van het nagras, hetzij wij nog een of twee sneden hooi willen oogsten, hetzij wij het grasland voor naweide bestemmen. Een der eerste vragen welke zich dan voor doen is, of voor de volgende snede, respec tievelijk voor de naweide, nog gemest moet worden en zoo ja, waarmee De ervaring heeft geleerd, dat de natuurlijke grasgroei op hooi- en weiland in den zomer sterk afneemt. Op een overvloed van gras in het voorjaar volgt daardoor dikwijls voedsel gebrek in de latere daaropvolgende maanden. In sterke mate zal dit het geval zijn, wanneer, zooals dit jaar, de hooiopbrengst zoo groot is. Wat toch is het geval? Het gras is rijkelijk gegroeid. Daardoor is de stikstof, zoo niet geheel, dan toch voor een groot gedeelte uit den grond verdwenen, althans niet direct weer in zoo groote hoeveelheid en in zoo een gunstigen vorm aanwezig, als wenschelijk is, met het oog op een goeden nagroei. Het is daarom wenschelijk aan het grasland na het hooien wat stikstof te geven. Is men niet verzekerd, dat de bodem voor een vol doende tweede snede of naweide genoeg kali of fosforzuur bevat, zal men ook deze moeten geven, opdat men de goede werking der stik stof niet in de weegschaal stelt. Zie hiervoor het slot van dit artikeltje. Kort samengevat kunnen wij dus zeggen, dat een stikstofbemesting op grasland, alleen in het voorjaar gegeven, voor een goeden grasgroei tot in het najaar niet voldoende is. Reeds na ééne snede hooi of na enkele keeren afweiden, is veel van de stikstof uit den bodem opgenomen en door het gras in eiwit omge zet. Daar echter een aanhoudende grasgroei zonder voldoende opneembare stikstof, wij veronderstellen hierbij, dat de bodem vol doende fosforzuur en kali bevat, niet moge lijk is, moet de stikstofvoorraad na het hooien telkens weer met een gemakkeiijk oplosbare stikstofmest worden aangevuld. Nu zijn wij nogal gelukkig, dat wij kunnen kiezen uit een serie stikstofmeststoffen, welke zich uitstekend hiervoor leenen en welke niet duur zijn. Wij denken in de eerste plaats aan Kalk' ammansalpeter, een der nieuwste stikstof meststoffen, die zich voor graslandbemesting bijzonder leent. Het bevat 20 pCt. stikstof, ongeveer voor de helft als snelwerkende am- moniakstikstof. Voor een tweede snede hooi of een goede naweide, geeft men circa 150 kg. per H.A., welke gift men na eventueel afweiden nog eens kan herhalen. Verder hebben wij de Ureum, een stikstof met niet minder dan 46 pCt. stikstof. Als stikstofmeststof voor hooi- en weiland ten zeerste aan te bevelen. Met twee keer een gift van 75 kg. per H.A van deze meststof doet men reeds veel. Dan hebben wij de Kalksalpeter, een zeer snelwerkende salpetermest met 15 pCt. stikstof. Zeer aan te bevelen als stikstofmest op nagras en naweide. Grootte der gift 200 kg. per H.A., nu en zoo mogelijk in Augustus nog eens. Is men niet verzekerd dat de grond nog voldoende fosforzuur en kali bevat, zou men gebruik kunnen maken van de meststof Ni' trophoska, de volledige meststof voor voorjaar en zomer, die 16,5 pCt. stikstof, 16,5 pCt. forforzuur en 21,5 pCt. kali bevat. Een- of tweemaal in den zomer geeft men hiervan, telkens direct na het afweiden of maaien circa 175 kg. per H.A. Al zijn onze inkomsten gering, toch moeten wij de uitgaven weten te doen voor datgene, waarvan men zeker weet, dat het rendeert. Dit is zeker het geval met een meerder stik» stofgebruik op grasland, aangezien de stikstof nog nooit zoo goedkoop was als in den laatsten tijd. terwijl door het gras groote hoe veelheden stikstof in waardevol eiwitrijk voeder omgezet kunnen worden. HET WEGENVRAAGSTUK OP DE ZUID HOLLANDSCHE EILANDEN. Niettegenstaande het Provinciaal Wegenplan voor Zuid-Holland reeds in 1927 werd vast gesteld, zit er nog weinig voortgang in de zoo dringende oplossing van het wegenvraagstuk op de Zuid-Hollnadsche eilanden. De taxatie-conjmissies, die geruimen tijd ge leden werden benoemd, hebben gedeeltelijk zelfs nog geen opdracht om tot schatting over te gaan, ontvangen voor zoo verre de schattingen plaats vonden, wordt weinig meer vernomen. Het is daarom volkomen verklaarbaar, dat de eilanden bewoners, die altijd zoo hebben moeten tobben met slechte wegen, bij het steeds ongunstiger worden van den toestand groot ongeduld be ginnen te toonen. Mr. L. Trouw, lid der Provinciale Staten te Brielle, gaf in de laatst gehouden zomerver gadering der Staten uiting aan de algemeen heer- schen'de ontevredenheid en verzocht met grooten aandrang aan Gedeputeerde Staten om aan de rechtmatige verlangens van het platteland te gemoet te komen. Niet alleen zien de zich voortdurend ontwik kelende groentenveilingen te Brielle en Oost- voorne zich benadeeld door den jammerlijken toestand der wegen, doch ook andere belangen maken een vluggere oplossing gebiedend nood zakelijk. Algemeen ziet men met angst het najaar en den winter naderen, wanneer de verbindingen met Rotterdam in steeds ellendiger toestand zul len geraken. Mogen de autoriteiten, dat eindelijk eens gaan beseffen, dat het zoo niet langer kan en dat degenen, die met de uitvoering van het wegen plan zijn belast, een groote verantwoordelijkheid op zich laden, wanneer met het aanleggen der Provinciale wegen op de Zuid-Hollandsche ei landen niet meer spoed wordt betracht. JULI 1905—JULI 1930. 1—29 Juli 1905 werden door het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Va- cantiekolonies 12 kinderen verpleegd in een eenvoudig huurhuisje te Egmond aan Zee en het heele jaar totaal 33 kinderen met 924 verpleegdagen. Vanaf dit oogenblik dagteekent de groote, de vaak overrompelend snelle groei van dit Genootschap, dat in 1930 ruim 6000 kinderen zal opnemen met meer dan een kwart miljoen verpleegdagen. Vanaf dit oogenblik tevens begint de werk- door H. KINGMANS. 30) „Ik ga dan maar onmiddellijk naar Landdorp", zeide zij, op de torenklok kijkend, waarvan de wijzerplaat juist even zichtbaar was. „Het is bijna half één. Om één uur kan ik er dan zijn. Ik werk dan Landdorp maar onmiddellijk af, als ik bij mijnheer Van Binsbergen geweest ben." „Zou je eerst niet je gewone uur rust nemen en dan eten vroeg de hospita. „In deze hitte is het niet alles, naar Landdorp te rijden. Wacht tot twee uur." „Neen, neen, ik ga onmiddellijk. Het is mis schien wel zeer ernstig met mijnheer Van Bins bergen. Met den dag verlies ik aan hem. En "wat de hitte betreft, de weg is schaduwrijk ge noeg. En als ik bepaalde trek krijg, zal ik bij dominé Misset wel een stukje brood gaan be delen. Tot vanmiddag dus. Vóór vier uur ben ik wel niet terug." Mejuffrouw Saaman schudde even met het hoofd, maar zweeg, omdat zij zoo langzamerhand wel wist, dat Hertha, als zij zich eenmaal iets voorgenomen had, toch niet van haar plan was af te brengen en zeker niet, als het gold een patiënt te bezoeken, die dan ook naar haar had gevraagd. Dus peddelde Hertha in haar frisch linnen costuum weldra over den rijkbeschaduwden weg naar Landdorp schaduw, dien zij wel noodig had, want de Julizon stond in haar zenith 'en zond haar gloeiende stralen loodrecht naar be neden. Het was nu reeds eenige weken verba zend warm. Er werd door de boeren hard om regen verlangd. Maar strak welfde de wolkloos blauwe hemel zich over de streek. Hertha dacht evenwel niet aan de warmte, al ontkwam ook zij niet geheel aan den invloed van dezen buitengewonen zomer. Haar gedach ten vertoefden bij Van Binsbergen, die naar haar gevraagd had. Den vorigen dag nog had zij hem bezocht. Reeds toen had zij hem met een gevoel van beklemming verlaten het was haar, of hij den avond niet halen zou, al was hij dan ook zeer opgewekt geweest. Het was wel zeker, dat de levensdraad spoedig afgesneden zou wor den. Eenige weken geleden had zij nog hoop voor hem gekregen. Hij wandelde toen door de bosschen, die hem zoo lief waren, de bosschen aan den voet der duinen. Maar sindsdien was er bloedspuwing op bloedspuwing gevolgd en was er een inzinking gekomen, zóó, dat Hertha zich soms verbaasde, dat de moegestredene nog leefde. Dat hij haar nu speciaal roepen liet, hoewel hij toch wel kon bevroeden, dat zij dien middag naar Landdorp zou komen en hem komen be zoeken, was voor Hertha het bewijs, dat hij zijn einde voelde naderen. Aan de eene zijde was het voor hem een ver lichting. Sterven beteekende voor Van Binsber gen niets. Hij had zich met volkom'en overgave aan den Heere gegeven en zou met een stillen glimlach om zijn bloedlooze lippen de eeuwig heid in gaan, om te gaan juichen voor den troon van het Lam, ook voor z ij n zonden op Golqotha gestorven. Maar aan den anderen kant voelde Hertha de geweldige tragiek zoo'n jong, veelbelovend leven werd afgesneden; hij had nog zooveel voor 's Heeren Koninkrijk kunnen doenmet zooveel zecfen had hij nog op Zeeduin werkzaam kunnen zijn met welk een enthousiasme sprak hij steeds met haar over het zondagsschoolwerk en hoe verheugde hij er zich in, dat er eerlang in dat van God vervreemde dorp een evangeli satiegebouw zou komen als dominé Misset soms eens verhinderd was, zou hij er gaarne spreken en hij had zich voorgenomen een bi bliotheek in te richten, opdat de menschen goede lectuur -zouden kunnen bekomen eno, hij had nog veel meer plannen. Toén kwam half Februari een bloedspuwing en een inzinking, als hij nog nooit had gehad, naar hij verzekerd had.Aile mooie plannen waren verdwenen. Hertha geloofde, al wist zij het niet met zekerheid, dat hij aanvankelijk veel strijd had gestreden. A 1 s dat evenwel zoo was, dan was de overwinning glansrijk behaald. Want hij wachtte nu slechts geduldig en had zich van alles stem. „Och, voor hem is het niet erg hij re kent er op en wacht geduldig. Maar 't is zoo jammer, dat zoo n jong leven afgesneden wordt." „God alleen weet, wat goed is", zei Hertha. Haar stem klonk haar onwezenlijk in de ooren... „Hij had zoo goed als geen familie, hé vroeg zij dan. „Neen, zuster. Zoo goed als niet. Mijn man heeft voor hem geschreven naar een broer van zijn moeder. Maar op zijn vroegst kan die pas „Het gaat goed met mij, zuster. Ik wacht rustig, tot Jezus mij halen komt. En dat duurt niet zoo lang meer." „Ik denk het ook, Van Binsbergen", zeide Hertha. „Het zal niet lang meer duren. Ik dank je voor alles, wat je voor mij bent geweest. Je hebt mij niet alleen in het werk op Zeeduin krachtig gesteund, maar je hebt mij persoonlijk ook geleerd, dat wij niet tegen Gods doen moeten ingaan." losgemaakt. Het was voor Hertha, die toch ook een sterk geloofsleven had, moeilijk, te berusten. Zij had hem ronduit gezegd, 's Heeren wijze van doen niet te kunnen begrijpen. Hij kon nog zooveel doen Hij was haar zoo tot sterken steun ge weest of liever, had zij glimlachend opgemerkt, h ij was eigenlijk de ziel van het werk geweest zij een bijloopster, wat hij evenwel niet had willen aanvaarden, alleen al niet om het feit, dat van het werk in Zeeduin niets gekomen zou zijn, als zij er niet geweest was. Maar toen had hij haar den mond gesnoerd in 's Heeren doen mocht zij niet inkomen dat was enkel majesteit. Zijn tijd zou gekomen zijn. Hij had slechts te berusten. Wat hij volgaarne deed. Wat God deed, was goed. Zóó vervuld met duizenderlei gedachten was Hertha, dat zij niet eens met bewustheid be merkte, in Landdorp te zijn gekomen. Zij was de kerk, midden op het dorp, reeds voorbij ge fietst, wat e'en heel verkeerde richting was, toen het tot haar bewustzijn doordrong. Zij wendde haar rijwiel en sloeg den weg in naar de woning waar Van Binsbergen zijn kamers had. Diens hospita zag haar aankomen en begroette haar bij de voordeur met de woorden „Mijn heer zai blij zijn, dat u er is. Hij heeft al enkele malen naar u gevraagd." „Is het minder met hem vroeg Hertha op gedempten toon. „De dokter denkt, dat hij den avond niet haalt", antwoordde de vrouw, terwijl de tranen haar in de oogen sprongen, met een stokkende vanavond laat hier zijn." Hertha liep door naar het vertrek, dat zij zoo goed kende. Het was een mooie zitkamer, goed gemeubileerd. Bovendien had de fijngevoelige Van Binsbergen nog verschillende verfraaiingen aangebracht. Zijn slaapvertrek was er naast ge legen. Maar na de laatste inzinking had hij ver zocht, zijn ledikant in de zitkamer te brengen, waar meer zon kwam, welk verzoek hem gul was toegestaan. Hij lag met het gezicht naar de deur. En over zijn bleek, ingevallen, scherp gelaat met de hol in hun kassen staande oogen, gleed een glimlach, toen hij Hertha ontwaarde. Hij stak de beenige hand uit, die Hertha, te vol, om te spreken, greep. Lang hield hij die slanke hand vast Dan greep Hertha een stoel en zette zich naast hem. De deuren aan het eind van het vertrek, deuren, die toegang gaven tot een tuintje, ston den open. Maar er kwam niet één zuchtje naar binnen. Want er was geen aasje wind. In het vertrek hing even een beklemmende stilte. De oogen van Van Binsbergen rustten onafgebroken op Hertha. „Hoe gaat het, Van Binsbergen vroeg Hertha, eindelijk de stilte verbrekend. Haar stem stokte. Want zij dacht aan de diep aangrijpende tragiekgeen vader, geen moeder, geen broers of zusters, geen vrouw of kindereneenzaam was hij hier wegge teerd. Hij lachte weer dien overgegevenen glim lach, dien Hertha haar gansche verdere leven niet zou vergeten. Van Binsbergen maakte, voor zoover hem dat mogelijk was, een afwerende beweging en richtte zich wat op. Hertha wilde hem dat be letten, maar hij fluisterde, glimlachend „Laat dat maar, zuster. Het geeft niet meer voor mij. Ja", Hertha schikte de kussens, „ja, graag een kussen." Zoo, half liggend en half zittend, zag hij, met een glimlach, die niets aardsch meer had, Hertha aan. „Ik moet u danken", zeide hij dan. „Gij hebt ons hier in Landdorp beschaamd. Wij hadden allang het werk in Zeeduin moeten aanvatten. Er zijn daar, naar gebleken is, veel menschen, die Gods dierbaar Woord willen hooren. G ij zijt het .geweest, die hebt aangepakt. Wij moesten ons schamen Hij hield op. Het spreken vermoeide hem zeer. „Je moet niet zooveel praten, Van Binsbergen. Het is niet goed." „Nu eens niet verpleegster zijn," glimlachte hij. „Het geeft immers voor mij niet meer Laat mij maar praten. Als ik moe ben, rust ik wel even. Ik ben zoo blij, dat ge gekomen bent „Maar ik zou vanmiddag vast gekomen zijn,,' verzekerde Hertha. „Ik ben 's middags toch altijd in Landdorp „Dat weet ik wel. Maar dan kon het misschien te laat zijn. Ik kan elk oogenblk worden ge haald. Het is niets. Ik ben bereid. Mijn zonden zijn mij vergeven. Straks lijdik niet meer. Maar zoo graag had ik u nog even gesproken. Daarom ben ik zoo blij dat u nog even gekomen zijt. je bent voor mij veel, veel geweest." In eenen

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 5