Het verkeer met de Zuid-HolL
en Zeeuwsche eilanden.
FEUILLETON
Woensdag 23 Juli I93Q
No. 3661
TWEEDE BLAD.
Binnenland.
™HOC-SIGN0W£ES
Het rapport der commissie-Van Rijckevorsel.
Belangrijke verbeteringen voorgesteld.
Land- en Tuinbouw.
Van een arm dorp
dat rijk werd
Verschenen is het verslag van de commissie
van Rijckevorsel voor de verbetering van het
verkeer tusschen de Zuidhollandsche en Zeeuw
sche eilanden met Zuidholland en Noordbrabant,
ingesteld bij beschikking van den minister van
waterstaat van 2 Juli 1929.
De veren, welke de. commissie in haar on
derzoek heeft betrokken zijn: Numansdorp—
Willemstad, Anna JacobaZijpe, Ooltgensplaat
-Dintelsas en Helle voetsluisMiddelharnis.
Met betrekking tot de aansluitende wegen heeft
de commissie gemeend haar onderzoek voor-
loopig te kunnen bepalen tot die, waarvan de
behoefte aan verbetering het sterkst spreekt, dat
zijn de wegen Rotterdam—Numansdorp, Halste
renWillemstad, Steenbergen—Anna Jacoba en
Dintelsas—Provinciale weg.
Behoudens het veer OoltgensplaatDintelsas,
waar door particulieren met motorbootjes over-
zetdiensten voor personen, rijwielen en motor
rijwielen worden bewezen, zijn de veren in ex
ploitatie bij de Rotterdamsche Tramwegmaat
schappij.
In het algemeen en kort samengevat zijn aan
den tegenwoordigen toestand de volgende be
zwaren verbonden
lo. De overzetmiddelen (vaartuigen) zijn niet
voldoende geschikt voor automobielvervoer, het
zij doordat die vaartuigen wegen te geringe af
meting niet genoeg "ruimte bieden om een vol
doend aantal motorrijtuigen daarop te plaatsen,
hetzij dat de aanwezige ruimte niet ten volle
daarvoor kan worden dienstbaar gemaakt.
2o. De aanlegplaatsen, in het bijzonder ook
de toegangen tot de aanlegplaatsen, zijn niet
voldoende geschikt voor het automobielverkeer;
3o. De dienstregelingen, in het bijzonder de
'aantallen overvaarten, beantwoorden niet meer
aan de behoefte van de streek. Uitbreiding van
het aantal vaarten wordt dringend noodig ge
acht
4o. De tarieven zijn hooger dan voor de ont
wikkeling van de streek gewenscht is en in
vergelijking met andere veren redelijk mag wor
den geacht
5o. Er ontbreekt een rechtstreeksche verbin
ding tusschen Goeree en Overflakkee met
Noordbrabant over het Volkerak
60. De aansluitende wegen voldoen niet of
niet volledig aan de eischen. die het automobiel-
verkeer stelt. De opgesomde bezwaren hebben
in hoofdzaak betrekking op gebreken of leem
ten, waardoor het verkeer met motorrijtuigen
wordt belemmerd, en hieraan zal in het belang
van de streken, die van deze veerverbindingen
afhankelijk zijn, binnen korten tijd moeten wor
den tegemoet gekomen. Naast de verbetering
van de bestaande veren wordt ook groote
waarde gehecht aan de instelling van een nieuw
veer, geschikt ook voor automobielvervoer tus
schen Goeree en Overflakkee met Noord
brabant.
Beperkte verbetering onder bestaande
verhouding.
Verschillende overwegingen brachten de over
tuiging, dat van een ingrijpende wijziging van
de bestaande verhoudingen voor het oogenblik
geen practisch resultaat zou mogen worden
verwacht.
Er is daarom gezocht naar een weg, volgens
welken dadelijk de meest hinderlijke gebreken
van den bestaanden toestand kunnen worden
weggenomen en waarbij, zonder aantasting van
verkregen exploitatierechten, onder aannemelijke
voorwaarden op de medewerking van de Rotter
damsche Tramwegmaatschappij zou mogen wor
den gerekend.
Veer NumansdorpWillemstad.
De veerboot Willemstad is niet geschikt voor
het vervoeren van een beteekenend aantal auto's
tegelijk.
Hierin kan verbetering worden gebracht door
voor dit veer beschikbaar te stellen de vrij
gekomen veerbooten van het Moerdijksche veer:
de motorboot Schollevaer 's zomers en de stoom
boot Hollandsch diep 's winters.
De tegenwoordige aanlegplaats te Numans
dorp voor de boot naar Willemstad heeft het
bezwaar, dat de toegang te nauw en daardoor
moeilijk berijdbaar is voor auto's. Hierin kan
verbetering gebracht worden door de brug met
ponton 2.60 M. havenwaarts te verplaatsen en
den toegang langs het tram-emplacement, aan
sluiting gevende aan den weg naar Rotterdam,
te verbreeden tot 6 M. over een lengte van
ongeveer 150 M. De kosten worden op 17.200
geraamd.
Te Willemstad is de Rijkssteiger aan het
Hollandsch diep, met twee dekhoogten op 2 M.
en 0.55 M. N.A.P. niet doelmatig voor het
laden en lossen van auto's bij alle voorkomende
waterstanden.
De voorkeur wordt gegeven aan een hellenden
steiger wegens zijne meerdere bruikbaarheid
voor het laden en lossen bij verschillende water
hoogten.
De kosten zijn op 34.000 geraamd.
Veer Anna JacobaZijpe.
Het stoomschip Zijpe kan beter geschikt ge
maakt worden voor het vervoeren van auto's
een wijzinging' waarvan de kosten op 1500
zijn begroot.
Doch ook dan zal die, niet voor autovervoer
gebouwde boot blijven een onvolkomen vervoer
middel, in het bijzonder voor de overzetting van
grootere auto's.
Aan dit bezwaar kan worden tegemoet geko
men door gedurende den zomerdienst de stoom
boot Hollandsch diep voor dit veer te bestem
men.
Gedurende den winterdienst, wanneer de Hol
landsch diep moet varen in het veer Numans
dorpWillemstad, zal voor het veer Anna Ja
cobaZijpe met de veerboot Zijpe genoegen
genomen moeten worden, waartegen minder
groot bezwaar bestaat, omdat in den winter het
verkeer minder druk is.
Te Anna Jacoba is de toegang tot de aanleg
plaats moeilijk berijdbaar voor auto's. Hierin
kan verbetering worden gebracht door den be
staanden weg aan de noordzijde van het sta
tionsgebouw te verbreeden ten behoeve van het
opgaande verkeer, en een nieuwen weg, lang
ongeveer 90 M. aan te leggen langs de zuid
zijde van het stationsgebouw ten behoeve van
het afgaande verkeer. De kosten worden op
8400 geraamd.
Veer OoltgensplaatDintelsas,
Voor het nieuwe veer over het Volkerak is
aan den Flakkeeschen oever Ooltgensplaat, het
meest aangewezen standpunt. De boot voor dit
veer zal geen grooteren diepgang moeten hebben
dan vaiv 1.10 M. ten hoogste 1.20 M. De kosten
van zulk een veerboot, lang ongeveer 30 M. en
breed ongeveer 7 M., geschikt voor het vervoe
ren van auto's worden globaal op 85.000 ge
raamd. Het dek zal hoofdzakelijk voor de auto's
bestemd worden en onder het dek zullen kajui
ten voor reizigers worden ingericht.
Van de drie kopsteigers te Ooltgensplaat is
de onder den hoogwatersteiger gebouwde laag-
watersteiger ongeschikt voor gebruik door auto's.
Er zal daarom een nieuwe laagwatersteiger ge
bouwd moeten worden aan de Zuidzijde naast
de'n steiger voor de gemiddelde waterstanden.
De kosten van die wijzigingen zijn op 17.000
geraamd.
Te Dintelsas zal het maken van een aanleg
plaats met behulp van een vrijgekomen ponton
en pontonbrug van het Moerdijksche veer
14,000 vorderen.
Het zal, naar de commissie meent, groote
aanbeveling verdienen aan de veerverbetering
Ooltgensplaat—Dintelsas toe te voegen een
veerverbinding Ooltgensplaat—Numansdorp,
welke met hetzelfde materieel en personeel kan
worden uitgeoefend en waardoor beter dan
thans door het veer ZijpeOoltgensplaat—Nu
mansdorp, in de verkeersbehoeften van het Oos
telijk deel van het eiland met Rotterdam kan
worden voorzien.
Veer HellevoetsluisMiddelharnis.
Het stoomschip Minister van dér Sleyden kan
beter geschikt gemaakt worden voor auto-ver
voer door enkele kleine voorzieningen, waarvan
de kosten op 2000 zijn te stellen. Te Helle
voetsluis is de toegang voor auto's tot de aan
legplaats gebrekkig, waarin verbetering kan
worden gebracht door de ponton met pontonbrug
4.50 M. havenwaarts te verplaatsen en een
nieuwen to.egangsweg naast het tramperron te
maken, met een breedte van 5 M. over ongeveer
60 M. lengte. De kosten zijn op 18,750 ge
raamd.
Voorgesteld worden verder eenige uitbrei
dingen van de dienstregelingen en eenige ta
riefsverlagingen der veren. Voor- en nadeelen
en andere indirecte gevolgen van 't een en ander
voor haar gecombineerd veer -en trambedrijf te.
genover elkaar afwegend, oordeelt de Rotter
damsche Tramweg-Maatschappij de nadeelen
grooter dan de voordeelen en kan zij daarom
slechts tot de voorgestelde dienstuitbreidingen
en tariefsverlagingen medewerken, onder genot
van onderstaande haar jaarlijks te verleenen
subsidies.
Voor het veer Numansdorp—Willemstad
11,500; voor het veer Anna JacobaZijpe
24,700 voor het veer HellevoetsluisMid
delharnis 26,300.
De commissie acht de door de Rotterdamsche
Tramwegmaatschappij verlangde subsidies voor
een voorloopige regeling aannemelijk en oordeelt
het mede in het belang van de subsidieerende
partijen in de gelegenheid te zijn tot eene her
ziening van de van haar verlangde medewer
king na een proeftijd van drie jaren, wanneer
omtrent de gevolgen van de verbeteringen, de
ervaring uitspraak kan hebben gedaan.
Voorgesteld wordt een bijzondere regeling
voor het nieuwe veer OoltgensplaatDintel
sasNumansdorp.
Weg RotterdamNumansdorp.
Van den weg RotterdamNumansdorp vor
dert hier en daar de verharding verbetering en
verbreeding. De kosten daarvan worden op
1.500.000 begroot, doch komen voor Rijksre
kening.
Weg HalsterenWillemstad.
Als gesloten wegdek voor dezen provincialen
Noord-Brabantschen weg is gekozen een as-
phaltsteenverharding op fundeering, met gebruik
making hiertoe van de aanwezige verharding.
De daarbij komende werken zijnEen op-
ophaalbrug over den Roosendaalschen en Steen-
bergschen vlieteen brug over de Ligne nabij
de Witte Ruiter; een dijkcoupure nabij de brug
over de Dintel: een breedere sluisbrug bij de
haven van Willemstad.
De kosten zijn op 900.000 begroot.
Weg SteenbergenAnna Jacoba,
Het tracé voor den verbeterden weg is zoo
veel mogelijk gekozen in de richting van de be
staande verbinding.
Als wegconstructie is gekozen een asphalt-
steenslagbqan op fundeering.
Blijkens de begrooting zijn de kosten op
700.000 te ramen.
In overweging is, naar de commissie meent te
weten, dezen weg te brengen op de Rijkswegen
plan, in welk geval de verbetering in aanmer
king zal komen om van Rijkswege te worden
uitgevoerd en de kosten voor rekening van het
Rijk zullen komen.
Weg Dintelsas—Provinciale weg.
In verband met de te Dintelsas ontworpen
aanlegplaats voor het veer tusschen Goeree en
Overflakkee en Noordbrabant zal de bestaande
weg tusschen het Dintelsas en den provincialen
weg verbetering behoeven naar de eischen, die
het nieuwe veer stelt.
De kosten worden begroot op 50.000.
Het zou ten zeerste gewenscht zijn, zoo deze
uiterlijk 1 Januari 1931 in uitvoering konden
komen en in de begrootingen voor dat jaar van
het Rijk, van de betrokken provincies en van
de andere subsidieerende lichamen, op de tot
dat doel noodige uitgaven werd gerekend.
De commissie zet intusschen haar arbeid
voort ter voorbereiding van een meer defini
tieve regeling, waartoe noodig is inzicht te ver
krijgen op den invloed van de voorgestelde ver
beteringen op het verkeer in de vreen en op
het vervoer met de tram. Zij vertrouwt, dat bij
aanvaarding van vorenstaande voorstellen, dat
inzicht in voldoende mate zal kunnen verkregen
worden. Haar nader verslag, wijl het op de er
varing met de voorgestelde verbeteringen zal
moeten steunen, uiteraard langeren tijd van
voorbereiding eischen.
Bij het verslag zijn 21 bijlagen gevoegd.
LAGERE LANDBOUWSCHOOL
TE BRIELLE.
Door het eendrachtig streven van land* en
tuinbouwers op Rozenburg, Voorne en Putten,
is een lang gekoesterde wensch in vervulling
gegaanBrielle centrum van onderwijs, krijgt
een Lagere Landbouwschool, waaraan de lessen
1 October 1930 zullen beginnen.
Ik heb ervaren, dat er belangstelling is voor
landbouwonderwijs, want vanaf 1912 gaf ik
cursussen, die steeds druk bezocht werden en
waar de leerlingen na vaak vermoeiende dag»
taak over groote afstanden kwamen om met
aandacht de lessen te volgen.
De Lagere Landbouwschool verschilt van
de cursussen, doordat het onderwijs direct
aansluit bij dat van de gewone school Geen
gaping dus tusschen het gewone en het lager
landbouwonderwijs, waarin veel kennis ver'
vliegt, die later opgehaald moet worden.
Het onderwijs is uitgebreider, wijdt zijn
aandacht ook aan algemeene ontwikkeling,
waarom Nederlandsche taal, rekenen, aardrijks»
kunde in de leervakken voor de eerste twee
leerjaren zijn opgenomen, terwijl in het derde
en vierde leerjaar de praktijkvakken een goede
beurt kunnen krijgen.
Daar vele ouders niet economisch sterk ge
noeg staan, om hun kinderen langen tijd uit
het bedrijf te moeten missen, zal aan de eerste
klas twee dagen per week les gegeven wor»
den, en aan de tweede, derde en vierde klas
één dag per week.
Zonder economische stoornjssen in hun
bedrijf kunnen de ouders dus hun kinderen
land- en tuinbouwonderwijs laten genieten.
De vacanties vallen bovendien in de drukke
tijden.
Het pleit wel voor de energie der leerlingen
als zij na vaak zwaren arbeid overdag, 's avonds
nog op de schoolbanken plaats nemen, doch
de toestand is gezonder en het onderwijs zal
met meer vrucht gegeven kunnen worden als
het onderwijs overdag plaats heeft.
Bij het begin in October zal de eerste klasse
wel volledig bezet zijn, de 2e, 3e en 4e klas
misschien niet, doch de mogelijkheid bestaat,
dat in overleg met de inspectie, het bestuur
en het hoofd der school oudere leerlingen
in de 2e, 3e en 4e klasse geplaatst worden.
In de eerste klas is plaats voor leerlingen,
die de lagere school of daarmee gelijkstaand
onderwijs geheel hebben doorloopen en aan
de leerplichtwet hebben voldaan.
Ofschoon de school te Brielle een land
bouwschool is, zullen ook leerlingen voor
den tuinbouw bestemd welkom zijn en zal
het onderwijs zoo geregeld worden, dat het
bij de behoeften der streek en der leerlingen
aanpast.
Als er een innige samenwerking tusschen
onderwijs en land- en tuinbouw is, als de
school gedragen wordt door de liefde der
ouders, deze den onderwijzer steunen met
hun ervaringen, zal de school zeker bijdragen
tot hoogere ontwikkeling, die voert tot meer
deren bloei van den land- en tuinbouw op
deze eilanden. Dat hopen wij.
Hoogvliet, 28—6 '30.
H. ROEST.
NAGRAS EN NA WEIDE.
In geen jaren heeft het land zoo een groote
hooiopbrengst gegeven als dit jaar. Niet alleen
de kwantiteit, ook de kwaliteit van het hooi
is zeer goed, zoodat de veehouder met een
goed gevulde schuur met prima hooi den
winter kan tegemoet zien,
Na het hooien staan wij weer voor de ver
zorging van het nagras, hetzij wij nog een
of twee sneden hooi willen oogsten, hetzij
wij het grasland voor naweide bestemmen.
Een der eerste vragen welke zich dan voor
doen is, of voor de volgende snede, respec
tievelijk voor de naweide, nog gemest moet
worden en zoo ja, waarmee
De ervaring heeft geleerd, dat de natuurlijke
grasgroei op hooi- en weiland in den zomer
sterk afneemt. Op een overvloed van gras in
het voorjaar volgt daardoor dikwijls voedsel
gebrek in de latere daaropvolgende maanden.
In sterke mate zal dit het geval zijn, wanneer,
zooals dit jaar, de hooiopbrengst zoo groot
is. Wat toch is het geval? Het gras is rijkelijk
gegroeid. Daardoor is de stikstof, zoo niet
geheel, dan toch voor een groot gedeelte uit
den grond verdwenen, althans niet direct weer
in zoo groote hoeveelheid en in zoo een
gunstigen vorm aanwezig, als wenschelijk is,
met het oog op een goeden nagroei.
Het is daarom wenschelijk aan het grasland
na het hooien wat stikstof te geven. Is men
niet verzekerd, dat de bodem voor een vol
doende tweede snede of naweide genoeg kali
of fosforzuur bevat, zal men ook deze moeten
geven, opdat men de goede werking der stik
stof niet in de weegschaal stelt. Zie hiervoor
het slot van dit artikeltje.
Kort samengevat kunnen wij dus zeggen,
dat een stikstofbemesting op grasland, alleen
in het voorjaar gegeven, voor een goeden
grasgroei tot in het najaar niet voldoende is.
Reeds na ééne snede hooi of na enkele keeren
afweiden, is veel van de stikstof uit den bodem
opgenomen en door het gras in eiwit omge
zet. Daar echter een aanhoudende grasgroei
zonder voldoende opneembare stikstof, wij
veronderstellen hierbij, dat de bodem vol
doende fosforzuur en kali bevat, niet moge
lijk is, moet de stikstofvoorraad na het hooien
telkens weer met een gemakkeiijk oplosbare
stikstofmest worden aangevuld.
Nu zijn wij nogal gelukkig, dat wij kunnen
kiezen uit een serie stikstofmeststoffen, welke
zich uitstekend hiervoor leenen en welke niet
duur zijn.
Wij denken in de eerste plaats aan Kalk'
ammansalpeter, een der nieuwste stikstof
meststoffen, die zich voor graslandbemesting
bijzonder leent. Het bevat 20 pCt. stikstof,
ongeveer voor de helft als snelwerkende am-
moniakstikstof. Voor een tweede snede hooi
of een goede naweide, geeft men circa 150
kg. per H.A., welke gift men na eventueel
afweiden nog eens kan herhalen.
Verder hebben wij de Ureum, een stikstof
met niet minder dan 46 pCt. stikstof. Als
stikstofmeststof voor hooi- en weiland ten
zeerste aan te bevelen. Met twee keer een gift
van 75 kg. per H.A van deze meststof doet
men reeds veel.
Dan hebben wij de Kalksalpeter, een zeer
snelwerkende salpetermest met 15 pCt. stikstof.
Zeer aan te bevelen als stikstofmest op nagras
en naweide. Grootte der gift 200 kg. per H.A.,
nu en zoo mogelijk in Augustus nog eens.
Is men niet verzekerd dat de grond nog
voldoende fosforzuur en kali bevat, zou men
gebruik kunnen maken van de meststof Ni'
trophoska, de volledige meststof voor voorjaar
en zomer, die 16,5 pCt. stikstof, 16,5 pCt.
forforzuur en 21,5 pCt. kali bevat. Een- of
tweemaal in den zomer geeft men hiervan,
telkens direct na het afweiden of maaien circa
175 kg. per H.A.
Al zijn onze inkomsten gering, toch moeten
wij de uitgaven weten te doen voor datgene,
waarvan men zeker weet, dat het rendeert.
Dit is zeker het geval met een meerder stik»
stofgebruik op grasland, aangezien de stikstof
nog nooit zoo goedkoop was als in den
laatsten tijd. terwijl door het gras groote hoe
veelheden stikstof in waardevol eiwitrijk
voeder omgezet kunnen worden.
HET WEGENVRAAGSTUK OP DE
ZUID HOLLANDSCHE EILANDEN.
Niettegenstaande het Provinciaal Wegenplan
voor Zuid-Holland reeds in 1927 werd vast
gesteld, zit er nog weinig voortgang in de zoo
dringende oplossing van het wegenvraagstuk op
de Zuid-Hollnadsche eilanden.
De taxatie-conjmissies, die geruimen tijd ge
leden werden benoemd, hebben gedeeltelijk zelfs
nog geen opdracht om tot schatting over te gaan,
ontvangen voor zoo verre de schattingen plaats
vonden, wordt weinig meer vernomen. Het is
daarom volkomen verklaarbaar, dat de eilanden
bewoners, die altijd zoo hebben moeten tobben
met slechte wegen, bij het steeds ongunstiger
worden van den toestand groot ongeduld be
ginnen te toonen.
Mr. L. Trouw, lid der Provinciale Staten te
Brielle, gaf in de laatst gehouden zomerver
gadering der Staten uiting aan de algemeen heer-
schen'de ontevredenheid en verzocht met grooten
aandrang aan Gedeputeerde Staten om aan de
rechtmatige verlangens van het platteland te
gemoet te komen.
Niet alleen zien de zich voortdurend ontwik
kelende groentenveilingen te Brielle en Oost-
voorne zich benadeeld door den jammerlijken
toestand der wegen, doch ook andere belangen
maken een vluggere oplossing gebiedend nood
zakelijk.
Algemeen ziet men met angst het najaar en
den winter naderen, wanneer de verbindingen
met Rotterdam in steeds ellendiger toestand zul
len geraken.
Mogen de autoriteiten, dat eindelijk eens gaan
beseffen, dat het zoo niet langer kan en dat
degenen, die met de uitvoering van het wegen
plan zijn belast, een groote verantwoordelijkheid
op zich laden, wanneer met het aanleggen der
Provinciale wegen op de Zuid-Hollandsche ei
landen niet meer spoed wordt betracht.
JULI 1905—JULI 1930.
1—29 Juli 1905 werden door het Centraal
Genootschap voor Kinderherstellings- en Va-
cantiekolonies 12 kinderen verpleegd in een
eenvoudig huurhuisje te Egmond aan Zee en
het heele jaar totaal 33 kinderen met 924
verpleegdagen.
Vanaf dit oogenblik dagteekent de groote,
de vaak overrompelend snelle groei van dit
Genootschap, dat in 1930 ruim 6000 kinderen
zal opnemen met meer dan een kwart miljoen
verpleegdagen.
Vanaf dit oogenblik tevens begint de werk-
door
H. KINGMANS.
30)
„Ik ga dan maar onmiddellijk naar Landdorp",
zeide zij, op de torenklok kijkend, waarvan de
wijzerplaat juist even zichtbaar was. „Het is
bijna half één. Om één uur kan ik er dan zijn.
Ik werk dan Landdorp maar onmiddellijk af, als
ik bij mijnheer Van Binsbergen geweest ben."
„Zou je eerst niet je gewone uur rust nemen
en dan eten vroeg de hospita. „In deze hitte
is het niet alles, naar Landdorp te rijden. Wacht
tot twee uur."
„Neen, neen, ik ga onmiddellijk. Het is mis
schien wel zeer ernstig met mijnheer Van Bins
bergen. Met den dag verlies ik aan hem. En
"wat de hitte betreft, de weg is schaduwrijk ge
noeg. En als ik bepaalde trek krijg, zal ik bij
dominé Misset wel een stukje brood gaan be
delen. Tot vanmiddag dus. Vóór vier uur ben
ik wel niet terug."
Mejuffrouw Saaman schudde even met het
hoofd, maar zweeg, omdat zij zoo langzamerhand
wel wist, dat Hertha, als zij zich eenmaal iets
voorgenomen had, toch niet van haar plan was
af te brengen en zeker niet, als het gold een
patiënt te bezoeken, die dan ook naar haar had
gevraagd.
Dus peddelde Hertha in haar frisch linnen
costuum weldra over den rijkbeschaduwden weg
naar Landdorp schaduw, dien zij wel noodig
had, want de Julizon stond in haar zenith 'en
zond haar gloeiende stralen loodrecht naar be
neden. Het was nu reeds eenige weken verba
zend warm. Er werd door de boeren hard om
regen verlangd. Maar strak welfde de wolkloos
blauwe hemel zich over de streek.
Hertha dacht evenwel niet aan de warmte, al
ontkwam ook zij niet geheel aan den invloed
van dezen buitengewonen zomer. Haar gedach
ten vertoefden bij Van Binsbergen, die naar haar
gevraagd had. Den vorigen dag nog had zij
hem bezocht. Reeds toen had zij hem met een
gevoel van beklemming verlaten het was haar,
of hij den avond niet halen zou, al was hij dan
ook zeer opgewekt geweest. Het was wel zeker,
dat de levensdraad spoedig afgesneden zou wor
den. Eenige weken geleden had zij nog hoop
voor hem gekregen. Hij wandelde toen door de
bosschen, die hem zoo lief waren, de bosschen
aan den voet der duinen. Maar sindsdien was er
bloedspuwing op bloedspuwing gevolgd en was
er een inzinking gekomen, zóó, dat Hertha zich
soms verbaasde, dat de moegestredene nog
leefde.
Dat hij haar nu speciaal roepen liet, hoewel
hij toch wel kon bevroeden, dat zij dien middag
naar Landdorp zou komen en hem komen be
zoeken, was voor Hertha het bewijs, dat hij zijn
einde voelde naderen.
Aan de eene zijde was het voor hem een ver
lichting. Sterven beteekende voor Van Binsber
gen niets. Hij had zich met volkom'en overgave
aan den Heere gegeven en zou met een stillen
glimlach om zijn bloedlooze lippen de eeuwig
heid in gaan, om te gaan juichen voor den
troon van het Lam, ook voor z ij n zonden op
Golqotha gestorven.
Maar aan den anderen kant voelde Hertha
de geweldige tragiek zoo'n jong, veelbelovend
leven werd afgesneden; hij had nog zooveel
voor 's Heeren Koninkrijk kunnen doenmet
zooveel zecfen had hij nog op Zeeduin werkzaam
kunnen zijn met welk een enthousiasme sprak
hij steeds met haar over het zondagsschoolwerk
en hoe verheugde hij er zich in, dat er eerlang
in dat van God vervreemde dorp een evangeli
satiegebouw zou komen als dominé Misset
soms eens verhinderd was, zou hij er gaarne
spreken en hij had zich voorgenomen een bi
bliotheek in te richten, opdat de menschen goede
lectuur -zouden kunnen bekomen eno, hij
had nog veel meer plannen.
Toén kwam half Februari een bloedspuwing
en een inzinking, als hij nog nooit had gehad,
naar hij verzekerd had.Aile mooie plannen waren
verdwenen. Hertha geloofde, al wist zij het niet
met zekerheid, dat hij aanvankelijk veel strijd
had gestreden. A 1 s dat evenwel zoo was, dan
was de overwinning glansrijk behaald. Want hij
wachtte nu slechts geduldig en had zich van alles
stem. „Och, voor hem is het niet erg hij re
kent er op en wacht geduldig. Maar 't is zoo
jammer, dat zoo n jong leven afgesneden wordt."
„God alleen weet, wat goed is", zei Hertha.
Haar stem klonk haar onwezenlijk in de ooren...
„Hij had zoo goed als geen familie, hé vroeg
zij dan.
„Neen, zuster. Zoo goed als niet. Mijn man
heeft voor hem geschreven naar een broer van
zijn moeder. Maar op zijn vroegst kan die pas
„Het gaat goed met mij, zuster. Ik wacht
rustig, tot Jezus mij halen komt. En dat duurt
niet zoo lang meer."
„Ik denk het ook, Van Binsbergen", zeide
Hertha. „Het zal niet lang meer duren. Ik dank
je voor alles, wat je voor mij bent geweest.
Je hebt mij niet alleen in het werk op Zeeduin
krachtig gesteund, maar je hebt mij persoonlijk
ook geleerd, dat wij niet tegen Gods doen
moeten ingaan."
losgemaakt.
Het was voor Hertha, die toch ook een sterk
geloofsleven had, moeilijk, te berusten. Zij had
hem ronduit gezegd, 's Heeren wijze van doen
niet te kunnen begrijpen. Hij kon nog zooveel
doen Hij was haar zoo tot sterken steun ge
weest of liever, had zij glimlachend opgemerkt,
h ij was eigenlijk de ziel van het werk geweest
zij een bijloopster, wat hij evenwel niet had
willen aanvaarden, alleen al niet om het feit,
dat van het werk in Zeeduin niets gekomen zou
zijn, als zij er niet geweest was.
Maar toen had hij haar den mond gesnoerd
in 's Heeren doen mocht zij niet inkomen dat
was enkel majesteit. Zijn tijd zou gekomen zijn.
Hij had slechts te berusten. Wat hij volgaarne
deed. Wat God deed, was goed.
Zóó vervuld met duizenderlei gedachten was
Hertha, dat zij niet eens met bewustheid be
merkte, in Landdorp te zijn gekomen. Zij was
de kerk, midden op het dorp, reeds voorbij ge
fietst, wat e'en heel verkeerde richting was, toen
het tot haar bewustzijn doordrong. Zij wendde
haar rijwiel en sloeg den weg in naar de woning
waar Van Binsbergen zijn kamers had.
Diens hospita zag haar aankomen en begroette
haar bij de voordeur met de woorden „Mijn
heer zai blij zijn, dat u er is. Hij heeft al enkele
malen naar u gevraagd."
„Is het minder met hem vroeg Hertha op
gedempten toon.
„De dokter denkt, dat hij den avond niet
haalt", antwoordde de vrouw, terwijl de tranen
haar in de oogen sprongen, met een stokkende
vanavond laat hier zijn."
Hertha liep door naar het vertrek, dat zij zoo
goed kende. Het was een mooie zitkamer, goed
gemeubileerd. Bovendien had de fijngevoelige
Van Binsbergen nog verschillende verfraaiingen
aangebracht. Zijn slaapvertrek was er naast ge
legen. Maar na de laatste inzinking had hij ver
zocht, zijn ledikant in de zitkamer te brengen,
waar meer zon kwam, welk verzoek hem gul
was toegestaan.
Hij lag met het gezicht naar de deur. En
over zijn bleek, ingevallen, scherp gelaat met de
hol in hun kassen staande oogen, gleed een
glimlach, toen hij Hertha ontwaarde. Hij stak
de beenige hand uit, die Hertha, te vol, om te
spreken, greep. Lang hield hij die slanke hand
vast
Dan greep Hertha een stoel en zette zich naast
hem. De deuren aan het eind van het vertrek,
deuren, die toegang gaven tot een tuintje, ston
den open. Maar er kwam niet één zuchtje naar
binnen. Want er was geen aasje wind. In het
vertrek hing even een beklemmende stilte. De
oogen van Van Binsbergen rustten onafgebroken
op Hertha.
„Hoe gaat het, Van Binsbergen vroeg
Hertha, eindelijk de stilte verbrekend.
Haar stem stokte. Want zij dacht aan de
diep aangrijpende tragiekgeen vader, geen
moeder, geen broers of zusters, geen vrouw
of kindereneenzaam was hij hier wegge
teerd.
Hij lachte weer dien overgegevenen glim
lach, dien Hertha haar gansche verdere leven
niet zou vergeten.
Van Binsbergen maakte, voor zoover hem
dat mogelijk was, een afwerende beweging en
richtte zich wat op. Hertha wilde hem dat be
letten, maar hij fluisterde, glimlachend „Laat
dat maar, zuster. Het geeft niet meer voor mij.
Ja", Hertha schikte de kussens, „ja, graag
een kussen."
Zoo, half liggend en half zittend, zag hij,
met een glimlach, die niets aardsch meer had,
Hertha aan.
„Ik moet u danken", zeide hij dan. „Gij hebt
ons hier in Landdorp beschaamd. Wij hadden
allang het werk in Zeeduin moeten aanvatten. Er
zijn daar, naar gebleken is, veel menschen, die
Gods dierbaar Woord willen hooren. G ij zijt
het .geweest, die hebt aangepakt. Wij moesten
ons schamen
Hij hield op. Het spreken vermoeide hem
zeer.
„Je moet niet zooveel praten, Van Binsbergen.
Het is niet goed."
„Nu eens niet verpleegster zijn," glimlachte
hij. „Het geeft immers voor mij niet meer Laat
mij maar praten. Als ik moe ben, rust ik wel
even. Ik ben zoo blij, dat ge gekomen bent
„Maar ik zou vanmiddag vast gekomen zijn,,'
verzekerde Hertha. „Ik ben 's middags toch
altijd in Landdorp
„Dat weet ik wel. Maar dan kon het misschien
te laat zijn. Ik kan elk oogenblk worden ge
haald. Het is niets. Ik ben bereid. Mijn zonden
zijn mij vergeven. Straks lijdik niet meer. Maar
zoo graag had ik u nog even gesproken. Daarom
ben ik zoo blij dat u nog even gekomen zijt.
je bent voor mij veel, veel geweest." In eenen