lm voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. ■IMS aemi mmm Antirevolutionair Orgaan s. mm OER IN HOG SIGNO VINCES te Teeren Flakkeesche Boerenbond No. 3661 WOENSDAG 23 JULI 1930 45ste JAARGANG MTTBNM Viflterj amtlWE flii Bummer Desiaai mi iinieo Bladen EERSTE BLAD. II EISS" W. BOEKHOVEN ék ZONEN ht 1© stukken voor de Redactie hestensd, A d ver t e sa ti ën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers strear Brieven uit Amerika. Vrijhandel of Actieve Handelspolitiek? Rede van den Heer S. Posthuma. i liouworlj .11005 en 11S46 indelen CH Is tijkiarichtlng Deze Courait veischf ot eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- bij vooruitbetaling. BUITENLAND bfl vooruitbetaling f 8.50 per Jaar, AFZONDERLljKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telet. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die beslaan. Advertentiên worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. or ten TEER. Kootteer met ;n goede deklaag rend. Ie soorten Spar. palen enz. Idelharnis O. 236. !S 8'/i tol 10 uur Ive 's Maandags afspraak. idagmalen in de ;che restaurants vertrouwen is. uwen vindt in P. SIMONS :hmarkt 12 ck, Telef. 56341 walitett en ook en wordt, ite zaak is van u daar net en tige prijzen kunt taar overbodig. L S D IJ K skandige ION 245 DE VEER VERBINDINGEN, Wij publiceeren elders in dit blad het rapport van de commissie-van Rijckevorsel betreffende het verkeer met de Zuid-Hollandsche en Zeeuw sche eilanden. Wij geloov'en, dat dit rapport algemeene te vredenheid zal wekken over het bereikte resul taat. Gestreefd werd door de commissie naar het praktisch bereikbare. Het zou niet moeilijk geweest zijn een schit terend rapport in elkaar te zetten, waarin aan de stoutste wenschen was tegemoet gekomen, maar men zou dan de grootste kans beloopen, I dat het bij een rapport gebleven was, terwijl nu redelijkerwijs verwacht mag worden, dat bin nen afzienbaren tijd de in het rapport genoemde verbeteringen gerealiseerd zullen worden. Het spreekt vanzelf, dat de commissie-van Rijckevorsel haar arbeid heeft moeten verrichten met medewerking van de Rott. Tramw. Maatij. Deze maatschappij, die tot 1959 contracten heeft loopen, kan niet genegeerd worden bij de vast stelling van de te maken verbeteringen. Ongetwijfeld is dit een donkere kant aan den arbeid, die de commissie te verrichten had, daar de R. T. M. belanghebbende partij is. Maar anderzijds meenen we wel te mogen aannemen, dat de overige leden der commissie wel steeds het streekbelang op den voorgrond heeft ge plaatst en voldoende overwicht over de R.T.M. heeft betoond. Wij beschouwen het b.v. als een groote aanwinst voor Flakkee, dat het rapport de mogelijkheid en de wenschelijkheid betoogt van een veer tusschen Ooltgensplaat en Numansdorp. Van de zijde der R. T. M. was betoogd, dat dit onmogelijk was wegens den lagen water stand, zoodat een eventueel veer in de buurt van de Galatheesche sluis steigers zou moeten hebben met een nieuwen weg van ongeveer 5 K.M. naar Ooltgensplaat. Wanneer de com missie zonder meer dit standpunt had aanvaard, zou de veerverbinding tusschen het Oosten van Flakkee en NumansdorpDintelsas wegens de enorme kosten daaraan verbonden natuurlijk il lusoir gemaakt zijn. De commissie heeft daarop zelf peilingen ge daan en kwam toen tot een conclusie, zooals in het rapport is neergelegd. Een woord van hulde aan die commissie leden, die de situatie gered hebben, is hier zeker op zijn plaats. Een zeer groote verbetering zal ook zijn de toevoeging van enkele diensten (waarschijnlijk vier per dag) op het veer Hellevoetslujs— Middelharnis en de verlaging der tarieven, die zeer belangrijk is. Op t oogenblik zullen wij de voorgestelde tariefsverlaging nog niet publiceeren, maar we kunnen wel mededeelen, dat deze van dien aard is, dat het autoverkeer tusschen Flakkee en den vasten wal tot de redelijke mogelijkheden zal gaan behooren. Waarschijnlijk zal dit verkeer in de toekomst wel hoofdzakelijk over Oolt gensplaat via Numansdorp naar Rotterdam en terug geleid worden, daar het veer, dat hier in dienst gesteld zal worden, zich beter voor het autoverkeer zal leenen dan de tramboot van Hellevoetsluis en de weg van Numansdorp naar Rotterdam zal tegen dien tijd voor het snel- vervoer uitstekend geschikt gemaakt zijn. Ver wacht wordt dan ook, dat het autovervoer van en naar Flakkee, dat nu reeds ongeveer 3500 stuks per jaar bedraagt, nog wel verdubbelen zal. Ook voor ander vervoer zal dit veer aan Flakkee groote diensten kunnen bewijzen. De betrekkelijk lage tarieven zal het verkeer met rijwielen doen toenemen, wat ook in dit opzicht voor Flakkee van belang geacht kan worden, omdat werkzoekenden gelegenheid krijgen in an dere streken op arbeid uit te gaan. Naar wij vernemen bestaat er bij de commissie geen vrees, dat de veeren niet rendabel zullen zijn. Toch moet voorzichtigheidshalve den eer- sten tijd op verlies gerekend worden. De exploitatie van het veer Ooltgensplaat- Dintebas zal aan de R. T. M. worden opge dragen. Dit ligt voor de hand en is ook wel gewenscht met het oog op de eenheid van het tram- en bootverkeer. De boot zal dan door de R. T. M. gebouwd worden 'en in de stichtings- kosten en het eventueel verlies zullen het Rijk 35 de provincie Zuid-Holland 35 de provincie Noord-Brabant 15 en Flakkee 15 bij te dragen hebben. Daarbij is de conditie gesteld, dat het veer ten allen tijde door an dere corporaties of personen kan worden over genomen, waarbij de boot betaald moet worden tegen den kostprijs, verminderd met de jaar- lijksche afschrijvingen. Men heeft hier dus niet te mak'en met loopend contract, concessies enz. Voor Flakkee houdt het rapport der commis sie-van Rijckevorsel belangrijke verbeteringen in. Moge dit door geheel Flakkee ook zoo gezien worden. Het zal er op aankomen, dat men zijn belang hier begrijpt. Het rapport is een stap in de goede richting. Definitief kan de oplossing niet genoemd wor den. Maar dat mag ook niet geëischt worden. Er moet gestreefd worden naar het momenteel bereikbare. En dat is hier gedaan. Laat Flakkee nu eensgezind meewerken. Steun wordt gevraagd van de „localiteit" d. w. z. dat niet alles op de schouders van de gemeenten behoeft te komen, maar de mogelijk heid is opengelaten dat ook andere lichamen helpen. Dit lijkt ons billijk. Het geldt hier een algemeen belang in den volstrekten zin van het woord. Flakkee heeft langen tijd en met klem om betere veerverbindingen gevraagd. En terecht Maar nu moet het eiland dan ook toonen, dat het wat over heeft voor die verbeteringen Op eensgezindheid komt het hier aan 546 UREN IN DE LUCHT. Beste Vriend Onze dagbladen hebben vandaag voor 't laatst bovenstaande afgedrukt met groote letters op de eerste pagina's. Want de vliegers, die voor ruim drie weken geleden opgingen met het doel om bet wereldrecord te breken, zijn Zaterdag morgen 10.40 neergekomen. Zij waren 546 uren aan één stuk in de lucht geweest. 2 broeders losten elkander af, de een sliep en rustte als de ander het vliegtuig handteerde. Een andere broeder en zuster zorgden voor hun eten en drinken. Dit werd hun tweemaal daags boven in de lucht bezorgd. Je begrijpt wel, dat was alles voor reclame. Een groote compagnie be loofde den jongens 100.000 dollar als zij 500 uren in de lucht bleVen. Deze compagnie maakt de motoren voor luchtvaartuigen en heeft daar door nu bekendheid gekregen. Het wereldrecord met een andere motor was 420 uren. Een andere olie-compagnie beloofde hun 100 dollar voor elk uur, dat zij langer dan 420 dollar boven bleven. Dagbladen beloofden bij de duizenden om hen maar boven te houden. De menschen stonden als het ware op hun courant te wachten als er weer een nieuwe editie uitkwam. Weddenschappen van menschen onderling maakten de wachtende schare zenuwachtig. Zooiets is voor vele Amerikanen een bijzon dere attractie, waarvoor ze alles over hebben. Hieraan schenken zij al hun aandacht, spreken er over als zij elkander ontmoeten én zeggen: ,,I bet he will stay up an other week". Nu is het feit op zichzelf niet geheel te veroordeelen, want dat men probeert hoe lang of men achter een met zoo'n machine kan vliegen en zoodoende het uithoudingsvermogen kan beoordeelen, is natuurlijk goed. Als er zulke menschen niet waren, dan hadden wij die ontwikkeling niet in het vervoerwezen, die wij nu hebben. Maar wel teekent het de Amerikaansche natie, die schier opgaat in zulke experimenten. Dan doet het ons dénken aan den prediker, die dit alles ijdelheid noemt. de bladen hebben die jonge vliegers ca. 300.000 gekregen voor hun 3 weken in de mcht zijn. Dus hun opoffering is goed betaald. ij wilden nog langer vliegen, maar kregen een e eet aan hun oliepomp. Een volgende keer, as it record gebroken moet worden, zal de compagnie moeten zorgen voor een betere olie- pomp. Ik denk. wij reizen straks even veilig door de lucht als nu door het water'! Is het geen wonder Gods Twee menschen met een machine 3 weken achtereen in de lucht; hebben bij zich een uitzender en een ontvang station, zoo dat zij geregeld met de wereld be neden hen in contact zijn. Toen hier voor eenige weken de Graf Zep pelin rustig over ons hoofd ging gedurende zijn reis om de wereld, dacht ik niet in de eerste plaats aan die progressieve Duitschers, maar aan Hem, die den mensch tot dit alles bekwaamt. Hem alleen dan ook de eere, de glorie en de aanbidding. Wie weet wat wij of onze kinderen en kindskinderen nog meer zullen zien, eer dat het einde is. Dit is zeker, al is het ook, dat met bijna al die nieuwe vindingen Satan gediend wordt, er een tijd zal komen, dat Satan hier geen profijt meer van hebben zal. En alles, ook de nieuwe vindingen, God en Gode alleen zullen dienen. Als wij letten op datgene, wat in een wereld, waarin alles aan de gevolgen van de zonde is onderworpen, tot stand komt, dan staat ons denken stil, als wij bepeinzen willen wat die wereld zonder zonde zou geweest zijn En wat eenmaal die nieuwe Hemel en nieuwe aarde zal zijn. Al wat wij nu zien wordt ge stoord door den zondevloek en ondanks dit dwingt het toch onze bewondering af. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. VERGADERING OP VRIJDAG 18 JULI 1930 DES MIDDAGS 3V2 UUR, IN HET HOTEL SPEE TE SOMMELSDIJK. De zaal was flink bezet, van geheel Flakkee waren de boeren opgekomen om deze vergade ring bij te wonen. De Voorz., de heer G. C. van Schouwen, opent de vergadering met de volgende rede Mijne Heeren. Namens het bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond roep ik U, afgevaardigden van de aangesloten afdeelingen, U persoonlijke leden en U leden onzer afdeelingen een hartelijk welkom toe op onze jaarlijksche zomervergadering. Het verheugt ons, dat gij in zoo talrijke getale zijt opgekomen om onze besprekingen mee te maken en zeker niet in het minst, om aan te hooren de inleidingen, die zouden gegeven worden door Mr. van Haastert en den heer Posthuma. Helaas bericht de heer van Haastert op het laatste oogenblik, dat hij verhinderd is, en kan ik alleen den heer Posthuma hartelijk welkom in ons mid den hpeten. Het kan wel niet anders, M. H., of ook deze vergadering staat in het teeken van dezen tijd, de algemeene oeconomische depressie, voor ons heel sterk uitkomende in de crisis, die de akker bouw speciaal, is bezig door te maken. Na alles wat daarover in dag- en vakbladpers is ge schreven, zult gij van mij niet verwachten, dat ik de oorzaken van den toestand, waarin de landbouw te dezer dagen zich bevindt, aangeef. Het zou boven mijn macht gaan en tot verschil van meening kunnen aanleiding geven. Eén ding weten wij, omdat wij het aan den lijve gevoelen, dat de crisis er is, en ook, dat bij vroegere al gemeene oeconomische inzinkingen, het steeds de akkerbouw was, waar de crisis zich het eerst en daardoor het felst deed voelen. Wij hebben in de achter ons liggende hause periode, die voor buurstaten, van buiten de verschrikkingen van een gevoerden oorlog gebleven, schier altijd volgt, de waarde van de landerijen boven de gebruikswaarde zien stijgen en kunnen daarin mogelijk één der vele oorzaken tot de huidige depressie naspeuren. Een nog grooter probleem, dan het opsporen van de oorzaken van veen crisis, is evenwel de middelen aan te geven, waardoor ze zou kunnen worden opgelost of althans aanzienlijk verzacht. Evenals bij een verkoudheidsepidemie, griep of influenza, abdijsiroop en dergelijke middelen warm worden aanbevolen, ontbreekt het ook thans niet aan goede raadgevingen van vele zijden om het met dit en met dat eens te ,pro- beeren. Verandering van cultuur is gezegd, overgaan van den land- tot den tuinbouw, om zetting van bouw- in weiland, bloembollenteelt en meer andere middelen zijn aanbevolen. Mijns inziens, middelen a la abdijsiroop, maar niet zoo ongevaarlijk. Ook in grooter lijn zijn middelen aangegeven, door hulp van den Staat in te roepen om het ergste leed verzacht te krijgen, en niemand zal willen ontkennen, dat wanneer een zoo groote en belangrijke tak van volksbestaan als den landbouw in ernstige ver drukking komt, daartoe geen aanleiding zou be staan. Over de mogelijkheden, afgezien van de wenschelijkheden, zal ik thans niet uitweiden. Een iedere vergadering met de afgevaardigden der afdeelingen nadat zij in eigen kring deze materie zullen behandeld hebben, zal mij daar zeker aanleiding toe geven. De geheele geor ganiseerde Nederlandsche landbouw is thans na herhaald gepleegd overleg, gereed gekomen met het samenstellen van een gemeenschappelijk ur gentie-program, dat aangeeft wat de regeering zou kunnen en moeten doen om in den be- staanden toestand verbetering te brengen. Het woord is thans aan de regeering, aan ons het afwachten, maar daarom niet het stilzitten. De organisaties zullen, nu het gemeenschappelijk leed tot samenvoegen en bijéénscharen aanleiding geeft, op hun post moeten zijn om leiding aan ieder beweging te geven en de positie der or ganisatie te versterken. Teveel is in de laatste jaren de idee bij ons gevestigd, als zou de Nederlandsche landbouw vrijwel aan de spits staan van den landbouw in de Europeesche cultuurstaten. Hoe eervol onze positie ook moge zijn, kunnen niet te min nog talrijke gebreken worden aangewezen en zijn nog vele verbeteringen mogelijk. Wat toch is nog niet te bereiken met gecentraliseerden i n- zoowel als ver koop, wat is er nog niet te doen aan gelijkmatige en goede sorteering van onze producten, wat nog niet aan goede en gewenschte aflevering en verpakking. In al deze zaken bereikt de eenling niets, kan niets bereiken, maar te samen en in vereeniging vor men zij een machtige factor om doelbewust het bereikbare na te streven. Wij zelf hebben tot onze uiterste krachten mee te werken, om de moeilijkheden, waarin wij ons bevinden, 't hoofd te bieden in de overtuiging, dat overheidshulp als crisissteun geen voortdurende staatszorg kan zijn. Willen wij echter, door den nood der tijden daar toe gedrongen, bij de regeering iets be reiken, dan is het noodig, dat ons de oude zegs wijze voor oogen staat. Eén voor allen en allen voor één. Dan dienen wij ons bewust te worden, dat alles wat ons scheidt en verdeelt, dient opzij te worden gezet, om als één stand, als één klasse gezamentlijk op te komen voor datgene wat wij zien als ons goed recht als Nederlandsche staats burgers. Het verslag door den Secretaris op gemaakt, geeft U een overzicht van hetgeen door uw bestuur is gedaan om in het algemeen boe- renbelang werkzaam te zijn, zoodat mijnerzijds daarnaar kan verwezen worden. Ten opzichte van onze bemoeiingen inzake het mond- en klauwzeer, wil ik een uitzondering maken en deze zaak wel even nader onder de aandacht brengen, overtuigt als ik ben, dat enkelen zich door een dergelijken maatregel altijd gedupeerd gevoelen, terwijl anderen, in hoofdzaak de vee handelaars, dit ook inderdaad zijn. Moge gij allen echter bedenken, wat een al gemeene ramp het zou zijn, indien het weinige vee, dat momenteel op ons eiland voorkomt, door de ziekte, die zich thans in zeer ernstigen vorm openbaart, werd aangetast. Wij doen dan ook nogmaals een beroep op U allen, om niet door aankoop op frauduleus ingevoerd vee, gelegenheid te bieden, dat de ziekte gemakkelijk kan worden geïmporteerd. Waar de tijd dringt, ten opzichte van de inleidingen van de heeren van Haastert en Posthuma, zal ik niet langer uw aandacht vragen. Ik verzoek U de huis houdelijke aangelegenheden niet meer tijd in be slag te doen nemen, dan bepaald noodig is en mij de leiding gemakkelijk te maken. Met den hartelijken wensch, dat deze bijeenkomst be vorderlijk moge zijn voor het saamhoorigheids- gevoel, dat in deze benarde tijden ons dient te bezielen, om door eendrachtige samenwerking, zorg op te heffen en - heil te brengen aan den Flakkeeschen landbouw, open ik deze ver gadering. De vergadering dankt den spreker met een luid applaus. Vervolgens werden door den Secretaris, den heer A. W. Keijzer van Herkingen de notulen der vorige vergadering gelezen. Deze werden onveranderd vastgesteld, onder dankzegging aan den Secretaris. Daarna bracht de Secretaris het volgende ver slag uit over het afgeloopen jaar Mochten wij het vorig Jaarverslag met ze ker optimisme vaststellen, thans schijnt de toe stand zooal niet somber, dan toch niet opti mistisch, om zonder zorg te zijn voor de gevol gen van dezen wereldcrisis. Immers is het voor jaar van 1929 ingezet met een buitengewone prijsdaling, welke tot nu toe is blijven aan houden. Het aantal afdeelingén bleef stationnair, doch door de oprichting van een afdeeling van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond, verloren wij een 3-tal persoonlijke leden, zoodat dit aan tal terugliep tot 37. Wij betreuren deze afschei ding in hooge mate, nu zij juist valt in dit voor den Flakkeeschen landbouw zoo hachelijk tijdsge wricht-, en in plaats van scheuring en afschei ding een zeer nauwe aaneensluiting van alle boeren allernoodzakelijkst is. Moge het voor de Vereenigingen op Flakkee, welke nog van verre staan en de vruchten mede plukken van deze rustelooze pogingen om Flakkee niet al te zeer te doen lijden van dezen crisis, de oogen openen voor het gevaar, dat tweedracht onze actie ver zwakt. Wanneer wij nu nog vermelden, dat de tong- blaar ons uit zelfverdediging noopte om de Regeering te verzoeken den invoer van her kauwende dieren en varkens te verbieden in Flakkee, waarvoor wij van deze plaats Zijne Exc. Minister Ruys de Beerenbrouck dank be tuigen voor zijne welwillendheid ten onzen op zichte, dan meenen wij reden te over te hebben om de toekomst niet al te rooskleurig in te zien. Een en ander gaf aanleiding tot menigvuldige vergaderingen en conferenties. Op onze zomervergadering hadden wij het genoegen onzen Inspecteur van het Landbouw onderwijs aan U te mogen voorstellen, terwijl de heer Ir. Huisman li een schets gaf van een te wachten werkloosheidsverzekering, welke met de reeds bestaande sociale voorzorgen, onzen landbouw den nekslag zal geven tegen onze buitenlandsche collega's. Uit uwen boezem ging een stem op om onzen oud-voorzitter, den heer Jac. van der Koogh te 's-Gravenbage, te benoemen tot eerelid, hetwelk tot onze groote vreugde spontaan werd goed gevonden. Wij roepen in onze herinnering terug -Van der Koogh -zijn voorspelling op de algemeene vergaderingen den llden Juli 1912 te Herkingen gehouden: dat de landbouw stond te worden gezegend met allerlei ingrijpende en voor ons onbeschutte bedrijf te dure sociale verzekeringswetten, waarvan wij nu de zegenin gen ervaren. De ons omliggende landen nemen al maar meer allerlei maatregelen om onzen uitvoer te fnuiken, zoo ook o.a. door het trek ken van verboden kringen om plaatsen waar de besmettelijke wratziekte zich openbaarde; te de zer zake richtten wij een vertoog tot de Re geering. Voorts waarschuwden wij de Regeering voor de gevolgen van het expediteer'en van onrijpe uien, hetwelk tot gevolg had, dat wij met tal van organisaties werden uitgenoodigd op het Ministerie tot een bespreking, waarvan het ge volg is geweest de „Landbouwuitvoerwet". Wij vertrouwen, dat het met de uitvoering dezer wet belaste orgaan den landbouw gelijk recht zal verleenen als aan den tuinbouw is toegezegd. Voor een betere en goedkoopere verbinding met het Noorden des lands verleenden wij onze medewerking. Ter zake van het initiatief-voorstel Van den Heuvel, verzochten wij de Eerste Kamer der Staten-Generaal ze aan te nemen, hetwelk helaas niet het geval mocht zijn. Voorts verleenden wij onzen steun aan het verzoek om Herkingen uit zijn afzondering te verlossen, door een autobus-onderneming, waar voor H.H. Ged. Staten der Provincie Zuid- Holland van deze plaats dank wordt betuigd. Met de Hollandsche en andere Landbouw- Maatschappijen voerden wij besprekingen voor een beteren afzet der aardappelen, waarvan er midden Januari in Flakkee nog ruim 60.000 H.L. voorradig waren. Pogingen werden door ons aangewend om buiten de kommen der gemeenten wonende in gezetenen gelegenheid te bieden om aansluiting aan het waterleidingsnet. Ook de pachtwetten hadden onze aandacht, terwijl in een uitvoerig adres aan de Regeering de belangen der Flakkeesche pachters en grond eigenaren werden aanbevolen. Inzake den handel in peulvruchten, met name Schokkers, namen wij deel aan een te 's-Gra- v'enhage gehouden conferentie, waarvan het re sultaat later hopelijk zal worden gezien. De landbouwcrisis geeft ons voortdurende zorg, terwijl ons nog niet recht duidelijk is, op welke wijze de Regeering onmiddellijke hulp zou kunnen verleenen. Wij peinzen op middelen om zonder Regeeringshulp ons zeiven te helpen. Ondanks de neiging van ons volk in zijn ge heel en van ons eiland in het bijzonder om te verdeelen en te separeeren wat onafscheidelijk bij elkander behoort, gaan wij voort om door goed gerucht en door kwaad gerucht op onpar tijdige en onbevooroordeelde wijze de belangen van Flakkee en van onze leden te dienen. Onze financiën eisch'en versterking nu on danks de lage contributie een drietal vereeni gingen weigerachtig bleven om bij onze Centrale aan te sluiten. Het verslag wordt door de vergadering goed gekeurd, evenals de rekening over het boekjaar 1929-'30. De contributie wordt wederom vastgesteld op 5 cent per H.A. voor elk lid. De heer Buth vraagt of geen strengere maat regelen kunnen worden genomen tegen de uit breiding van het mond- en klauwzeer. De Voorzitter zegt deze kwestie persoonlijk met d'eri Minister te hebben besproken en voor dezen de situatie te hebben uiteengezet. Hij heeft aangedrongen om scherper op te treden tegen het frauduleus invoeren van vee. Aan de slui ting van het eiland voor den invoer van vee is evenwel een eigenaardigheid: noch de Burge meesters, noch de politie-autoriteiten droegen officieel kennis daarvan De heer Mijs vraagt of er nu reeds strenger maatregelen genomen zijn. De Voorzitter weet niet of er reeds een schrij ven is uitgegaan tot de Burgemeesters en de politieautoriteiten. Wel heeft hij den indruk ge kregen, dat er aandacht aan de zaak geschonken wordt. De heer Mijs stelt voor aan den Minister een telegram te zenden, waarbij de Flakkeesche Boe renbond, in algemeene vergadering te Sommels- dijk bijeen, de wenschelijkheid uitspreekt om strenge maatregelen te nemen ten einde te voor komen, dat met het bevel tot sluiting van het eiland voor den invoer van vee de hand wordt gelicht. Daartoe wordt met applaus besloten. De heer Smits heeft gezien, dat de hoeveel heden ingekocht veevoer belangrijk lager zijn dan de ingekochte kunstmeststoffen. Het bestuur heeft nog al succes gehad met den centralen

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1