lm
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
■IMS
aemi
mmm
Antirevolutionair
Orgaan
s. mm
OER
IN HOG SIGNO VINCES
te Teeren
Flakkeesche Boerenbond
No. 3661
WOENSDAG 23 JULI 1930
45ste JAARGANG
MTTBNM
Viflterj
amtlWE
flii Bummer Desiaai mi iinieo Bladen
EERSTE BLAD.
II
EISS"
W. BOEKHOVEN ék ZONEN
ht 1© stukken voor de Redactie hestensd, A d ver t e sa ti ën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
strear
Brieven uit Amerika.
Vrijhandel of Actieve Handelspolitiek?
Rede van den Heer S. Posthuma.
i
liouworlj
.11005 en 11S46
indelen
CH Is
tijkiarichtlng
Deze Courait veischf ot eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bfl vooruitbetaling f 8.50 per Jaar,
AFZONDERLljKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telet. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die beslaan.
Advertentiên worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
or ten TEER.
Kootteer met
;n goede deklaag
rend.
Ie soorten Spar.
palen enz.
Idelharnis
O. 236.
!S 8'/i tol 10 uur
Ive 's Maandags
afspraak.
idagmalen in de
;che restaurants
vertrouwen is.
uwen vindt in
P. SIMONS
:hmarkt 12
ck, Telef. 56341
walitett en ook
en wordt,
ite zaak is van
u daar net en
tige prijzen kunt
taar overbodig.
L S D IJ K
skandige
ION 245
DE VEER VERBINDINGEN,
Wij publiceeren elders in dit blad het rapport
van de commissie-van Rijckevorsel betreffende
het verkeer met de Zuid-Hollandsche en Zeeuw
sche eilanden.
Wij geloov'en, dat dit rapport algemeene te
vredenheid zal wekken over het bereikte resul
taat.
Gestreefd werd door de commissie naar het
praktisch bereikbare.
Het zou niet moeilijk geweest zijn een schit
terend rapport in elkaar te zetten, waarin aan
de stoutste wenschen was tegemoet gekomen,
maar men zou dan de grootste kans beloopen,
I dat het bij een rapport gebleven was, terwijl
nu redelijkerwijs verwacht mag worden, dat bin
nen afzienbaren tijd de in het rapport genoemde
verbeteringen gerealiseerd zullen worden.
Het spreekt vanzelf, dat de commissie-van
Rijckevorsel haar arbeid heeft moeten verrichten
met medewerking van de Rott. Tramw. Maatij.
Deze maatschappij, die tot 1959 contracten heeft
loopen, kan niet genegeerd worden bij de vast
stelling van de te maken verbeteringen.
Ongetwijfeld is dit een donkere kant aan den
arbeid, die de commissie te verrichten had, daar
de R. T. M. belanghebbende partij is. Maar
anderzijds meenen we wel te mogen aannemen,
dat de overige leden der commissie wel steeds
het streekbelang op den voorgrond heeft ge
plaatst en voldoende overwicht over de R.T.M.
heeft betoond. Wij beschouwen het b.v. als
een groote aanwinst voor Flakkee, dat het
rapport de mogelijkheid en de wenschelijkheid
betoogt van een veer tusschen Ooltgensplaat en
Numansdorp.
Van de zijde der R. T. M. was betoogd,
dat dit onmogelijk was wegens den lagen water
stand, zoodat een eventueel veer in de buurt
van de Galatheesche sluis steigers zou moeten
hebben met een nieuwen weg van ongeveer
5 K.M. naar Ooltgensplaat. Wanneer de com
missie zonder meer dit standpunt had aanvaard,
zou de veerverbinding tusschen het Oosten van
Flakkee en NumansdorpDintelsas wegens de
enorme kosten daaraan verbonden natuurlijk il
lusoir gemaakt zijn.
De commissie heeft daarop zelf peilingen ge
daan en kwam toen tot een conclusie, zooals in
het rapport is neergelegd.
Een woord van hulde aan die commissie
leden, die de situatie gered hebben, is hier zeker
op zijn plaats.
Een zeer groote verbetering zal ook zijn de
toevoeging van enkele diensten (waarschijnlijk
vier per dag) op het veer Hellevoetslujs—
Middelharnis en de verlaging der tarieven, die
zeer belangrijk is.
Op t oogenblik zullen wij de voorgestelde
tariefsverlaging nog niet publiceeren, maar we
kunnen wel mededeelen, dat deze van dien aard
is, dat het autoverkeer tusschen Flakkee en den
vasten wal tot de redelijke mogelijkheden zal
gaan behooren. Waarschijnlijk zal dit verkeer
in de toekomst wel hoofdzakelijk over Oolt
gensplaat via Numansdorp naar Rotterdam en
terug geleid worden, daar het veer, dat hier in
dienst gesteld zal worden, zich beter voor het
autoverkeer zal leenen dan de tramboot van
Hellevoetsluis en de weg van Numansdorp naar
Rotterdam zal tegen dien tijd voor het snel-
vervoer uitstekend geschikt gemaakt zijn. Ver
wacht wordt dan ook, dat het autovervoer van
en naar Flakkee, dat nu reeds ongeveer 3500
stuks per jaar bedraagt, nog wel verdubbelen
zal.
Ook voor ander vervoer zal dit veer aan
Flakkee groote diensten kunnen bewijzen. De
betrekkelijk lage tarieven zal het verkeer met
rijwielen doen toenemen, wat ook in dit opzicht
voor Flakkee van belang geacht kan worden,
omdat werkzoekenden gelegenheid krijgen in an
dere streken op arbeid uit te gaan.
Naar wij vernemen bestaat er bij de commissie
geen vrees, dat de veeren niet rendabel zullen
zijn. Toch moet voorzichtigheidshalve den eer-
sten tijd op verlies gerekend worden.
De exploitatie van het veer Ooltgensplaat-
Dintebas zal aan de R. T. M. worden opge
dragen. Dit ligt voor de hand en is ook wel
gewenscht met het oog op de eenheid van het
tram- en bootverkeer. De boot zal dan door de
R. T. M. gebouwd worden 'en in de stichtings-
kosten en het eventueel verlies zullen het Rijk
35 de provincie Zuid-Holland 35 de
provincie Noord-Brabant 15 en Flakkee 15
bij te dragen hebben. Daarbij is de conditie
gesteld, dat het veer ten allen tijde door an
dere corporaties of personen kan worden over
genomen, waarbij de boot betaald moet worden
tegen den kostprijs, verminderd met de jaar-
lijksche afschrijvingen. Men heeft hier dus niet
te mak'en met loopend contract, concessies enz.
Voor Flakkee houdt het rapport der commis
sie-van Rijckevorsel belangrijke verbeteringen in.
Moge dit door geheel Flakkee ook zoo gezien
worden.
Het zal er op aankomen, dat men zijn belang
hier begrijpt.
Het rapport is een stap in de goede richting.
Definitief kan de oplossing niet genoemd wor
den. Maar dat mag ook niet geëischt worden.
Er moet gestreefd worden naar het momenteel
bereikbare.
En dat is hier gedaan.
Laat Flakkee nu eensgezind meewerken.
Steun wordt gevraagd van de „localiteit"
d. w. z. dat niet alles op de schouders van de
gemeenten behoeft te komen, maar de mogelijk
heid is opengelaten dat ook andere lichamen
helpen.
Dit lijkt ons billijk.
Het geldt hier een algemeen belang in den
volstrekten zin van het woord.
Flakkee heeft langen tijd en met klem om
betere veerverbindingen gevraagd. En terecht
Maar nu moet het eiland dan ook toonen,
dat het wat over heeft voor die verbeteringen
Op eensgezindheid komt het hier aan
546 UREN IN DE LUCHT.
Beste Vriend
Onze dagbladen hebben vandaag voor 't laatst
bovenstaande afgedrukt met groote letters op
de eerste pagina's. Want de vliegers, die voor
ruim drie weken geleden opgingen met het doel
om bet wereldrecord te breken, zijn Zaterdag
morgen 10.40 neergekomen. Zij waren 546 uren
aan één stuk in de lucht geweest. 2 broeders
losten elkander af, de een sliep en rustte als
de ander het vliegtuig handteerde. Een andere
broeder en zuster zorgden voor hun eten en
drinken. Dit werd hun tweemaal daags boven
in de lucht bezorgd. Je begrijpt wel, dat was
alles voor reclame. Een groote compagnie be
loofde den jongens 100.000 dollar als zij 500
uren in de lucht bleVen. Deze compagnie maakt
de motoren voor luchtvaartuigen en heeft daar
door nu bekendheid gekregen. Het wereldrecord
met een andere motor was 420 uren. Een andere
olie-compagnie beloofde hun 100 dollar voor elk
uur, dat zij langer dan 420 dollar boven bleven.
Dagbladen beloofden bij de duizenden om hen
maar boven te houden. De menschen stonden als
het ware op hun courant te wachten als er weer
een nieuwe editie uitkwam. Weddenschappen
van menschen onderling maakten de wachtende
schare zenuwachtig.
Zooiets is voor vele Amerikanen een bijzon
dere attractie, waarvoor ze alles over hebben.
Hieraan schenken zij al hun aandacht, spreken
er over als zij elkander ontmoeten én zeggen:
,,I bet he will stay up an other week". Nu is
het feit op zichzelf niet geheel te veroordeelen,
want dat men probeert hoe lang of men achter
een met zoo'n machine kan vliegen en zoodoende
het uithoudingsvermogen kan beoordeelen, is
natuurlijk goed. Als er zulke menschen niet
waren, dan hadden wij die ontwikkeling niet in
het vervoerwezen, die wij nu hebben. Maar wel
teekent het de Amerikaansche natie, die schier
opgaat in zulke experimenten. Dan doet het ons
dénken aan den prediker, die dit alles ijdelheid
noemt.
de bladen hebben die jonge vliegers
ca. 300.000 gekregen voor hun 3 weken in de
mcht zijn. Dus hun opoffering is goed betaald.
ij wilden nog langer vliegen, maar kregen een
e eet aan hun oliepomp. Een volgende keer,
as it record gebroken moet worden, zal de
compagnie moeten zorgen voor een betere olie-
pomp.
Ik denk. wij reizen straks even veilig door de
lucht als nu door het water'!
Is het geen wonder Gods Twee menschen
met een machine 3 weken achtereen in de lucht;
hebben bij zich een uitzender en een ontvang
station, zoo dat zij geregeld met de wereld be
neden hen in contact zijn.
Toen hier voor eenige weken de Graf Zep
pelin rustig over ons hoofd ging gedurende zijn
reis om de wereld, dacht ik niet in de eerste
plaats aan die progressieve Duitschers, maar
aan Hem, die den mensch tot dit alles bekwaamt.
Hem alleen dan ook de eere, de glorie en de
aanbidding. Wie weet wat wij of onze kinderen
en kindskinderen nog meer zullen zien, eer dat
het einde is. Dit is zeker, al is het ook, dat
met bijna al die nieuwe vindingen Satan gediend
wordt, er een tijd zal komen, dat Satan hier
geen profijt meer van hebben zal. En alles,
ook de nieuwe vindingen, God en Gode alleen
zullen dienen. Als wij letten op datgene, wat in
een wereld, waarin alles aan de gevolgen van
de zonde is onderworpen, tot stand komt, dan
staat ons denken stil, als wij bepeinzen willen
wat die wereld zonder zonde zou geweest zijn
En wat eenmaal die nieuwe Hemel en nieuwe
aarde zal zijn. Al wat wij nu zien wordt ge
stoord door den zondevloek en ondanks dit
dwingt het toch onze bewondering af.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
VERGADERING OP VRIJDAG 18 JULI 1930
DES MIDDAGS 3V2 UUR, IN HET HOTEL
SPEE TE SOMMELSDIJK.
De zaal was flink bezet, van geheel Flakkee
waren de boeren opgekomen om deze vergade
ring bij te wonen.
De Voorz., de heer G. C. van Schouwen,
opent de vergadering met de volgende rede
Mijne Heeren.
Namens het bestuur van den Flakkeeschen
Boerenbond roep ik U, afgevaardigden van de
aangesloten afdeelingen, U persoonlijke leden en
U leden onzer afdeelingen een hartelijk welkom
toe op onze jaarlijksche zomervergadering. Het
verheugt ons, dat gij in zoo talrijke getale zijt
opgekomen om onze besprekingen mee te maken
en zeker niet in het minst, om aan te hooren
de inleidingen, die zouden gegeven worden door
Mr. van Haastert en den heer Posthuma. Helaas
bericht de heer van Haastert op het laatste
oogenblik, dat hij verhinderd is, en kan ik alleen
den heer Posthuma hartelijk welkom in ons mid
den hpeten.
Het kan wel niet anders, M. H., of ook deze
vergadering staat in het teeken van dezen tijd,
de algemeene oeconomische depressie, voor ons
heel sterk uitkomende in de crisis, die de akker
bouw speciaal, is bezig door te maken. Na alles
wat daarover in dag- en vakbladpers is ge
schreven, zult gij van mij niet verwachten, dat
ik de oorzaken van den toestand, waarin de
landbouw te dezer dagen zich bevindt, aangeef.
Het zou boven mijn macht gaan en tot verschil
van meening kunnen aanleiding geven. Eén ding
weten wij, omdat wij het aan den lijve gevoelen,
dat de crisis er is, en ook, dat bij vroegere al
gemeene oeconomische inzinkingen, het steeds
de akkerbouw was, waar de crisis zich het eerst
en daardoor het felst deed voelen. Wij hebben
in de achter ons liggende hause periode, die
voor buurstaten, van buiten de verschrikkingen
van een gevoerden oorlog gebleven, schier altijd
volgt, de waarde van de landerijen boven de
gebruikswaarde zien stijgen en kunnen daarin
mogelijk één der vele oorzaken tot de huidige
depressie naspeuren.
Een nog grooter probleem, dan het opsporen
van de oorzaken van veen crisis, is evenwel de
middelen aan te geven, waardoor ze zou kunnen
worden opgelost of althans aanzienlijk verzacht.
Evenals bij een verkoudheidsepidemie, griep of
influenza, abdijsiroop en dergelijke middelen
warm worden aanbevolen, ontbreekt het ook
thans niet aan goede raadgevingen van vele
zijden om het met dit en met dat eens te ,pro-
beeren. Verandering van cultuur is gezegd,
overgaan van den land- tot den tuinbouw, om
zetting van bouw- in weiland, bloembollenteelt
en meer andere middelen zijn aanbevolen.
Mijns inziens, middelen a la abdijsiroop, maar
niet zoo ongevaarlijk. Ook in grooter lijn zijn
middelen aangegeven, door hulp van den Staat
in te roepen om het ergste leed verzacht te
krijgen, en niemand zal willen ontkennen, dat
wanneer een zoo groote en belangrijke tak van
volksbestaan als den landbouw in ernstige ver
drukking komt, daartoe geen aanleiding zou be
staan. Over de mogelijkheden, afgezien van de
wenschelijkheden, zal ik thans niet uitweiden.
Een iedere vergadering met de afgevaardigden
der afdeelingen nadat zij in eigen kring deze
materie zullen behandeld hebben, zal mij daar
zeker aanleiding toe geven. De geheele geor
ganiseerde Nederlandsche landbouw is thans na
herhaald gepleegd overleg, gereed gekomen met
het samenstellen van een gemeenschappelijk ur
gentie-program, dat aangeeft wat de regeering
zou kunnen en moeten doen om in den be-
staanden toestand verbetering te brengen. Het
woord is thans aan de regeering, aan ons het
afwachten, maar daarom niet het stilzitten. De
organisaties zullen, nu het gemeenschappelijk
leed tot samenvoegen en bijéénscharen aanleiding
geeft, op hun post moeten zijn om leiding aan
ieder beweging te geven en de positie der or
ganisatie te versterken.
Teveel is in de laatste jaren de idee bij ons
gevestigd, als zou de Nederlandsche landbouw
vrijwel aan de spits staan van den landbouw
in de Europeesche cultuurstaten. Hoe eervol
onze positie ook moge zijn, kunnen niet te min
nog talrijke gebreken worden aangewezen en
zijn nog vele verbeteringen mogelijk. Wat toch
is nog niet te bereiken met gecentraliseerden
i n- zoowel als ver koop, wat is er nog niet
te doen aan gelijkmatige en goede sorteering
van onze producten, wat nog niet aan goede
en gewenschte aflevering en verpakking. In al
deze zaken bereikt de eenling niets, kan niets
bereiken, maar te samen en in vereeniging vor
men zij een machtige factor om doelbewust het
bereikbare na te streven. Wij zelf hebben tot
onze uiterste krachten mee te werken, om de
moeilijkheden, waarin wij ons bevinden, 't hoofd
te bieden in de overtuiging, dat overheidshulp
als crisissteun geen voortdurende staatszorg kan
zijn. Willen wij echter, door den nood der tijden
daar toe gedrongen, bij de regeering iets be
reiken, dan is het noodig, dat ons de oude zegs
wijze voor oogen staat. Eén voor allen en allen
voor één. Dan dienen wij ons bewust te worden,
dat alles wat ons scheidt en verdeelt, dient opzij
te worden gezet, om als één stand, als één klasse
gezamentlijk op te komen voor datgene wat wij
zien als ons goed recht als Nederlandsche staats
burgers. Het verslag door den Secretaris op
gemaakt, geeft U een overzicht van hetgeen door
uw bestuur is gedaan om in het algemeen boe-
renbelang werkzaam te zijn, zoodat mijnerzijds
daarnaar kan verwezen worden. Ten opzichte
van onze bemoeiingen inzake het mond- en
klauwzeer, wil ik een uitzondering maken en
deze zaak wel even nader onder de aandacht
brengen, overtuigt als ik ben, dat enkelen zich
door een dergelijken maatregel altijd gedupeerd
gevoelen, terwijl anderen, in hoofdzaak de vee
handelaars, dit ook inderdaad zijn.
Moge gij allen echter bedenken, wat een al
gemeene ramp het zou zijn, indien het weinige
vee, dat momenteel op ons eiland voorkomt,
door de ziekte, die zich thans in zeer ernstigen
vorm openbaart, werd aangetast. Wij doen dan
ook nogmaals een beroep op U allen, om niet
door aankoop op frauduleus ingevoerd vee,
gelegenheid te bieden, dat de ziekte gemakkelijk
kan worden geïmporteerd. Waar de tijd dringt,
ten opzichte van de inleidingen van de heeren
van Haastert en Posthuma, zal ik niet langer
uw aandacht vragen. Ik verzoek U de huis
houdelijke aangelegenheden niet meer tijd in be
slag te doen nemen, dan bepaald noodig is en
mij de leiding gemakkelijk te maken. Met den
hartelijken wensch, dat deze bijeenkomst be
vorderlijk moge zijn voor het saamhoorigheids-
gevoel, dat in deze benarde tijden ons dient te
bezielen, om door eendrachtige samenwerking,
zorg op te heffen en - heil te brengen aan den
Flakkeeschen landbouw, open ik deze ver
gadering.
De vergadering dankt den spreker met een
luid applaus.
Vervolgens werden door den Secretaris, den
heer A. W. Keijzer van Herkingen de notulen
der vorige vergadering gelezen. Deze werden
onveranderd vastgesteld, onder dankzegging aan
den Secretaris.
Daarna bracht de Secretaris het volgende ver
slag uit over het afgeloopen jaar
Mochten wij het vorig Jaarverslag met ze
ker optimisme vaststellen, thans schijnt de toe
stand zooal niet somber, dan toch niet opti
mistisch, om zonder zorg te zijn voor de gevol
gen van dezen wereldcrisis. Immers is het voor
jaar van 1929 ingezet met een buitengewone
prijsdaling, welke tot nu toe is blijven aan
houden.
Het aantal afdeelingén bleef stationnair, doch
door de oprichting van een afdeeling van den
Christelijken Boeren- en Tuindersbond, verloren
wij een 3-tal persoonlijke leden, zoodat dit aan
tal terugliep tot 37. Wij betreuren deze afschei
ding in hooge mate, nu zij juist valt in dit voor
den Flakkeeschen landbouw zoo hachelijk tijdsge
wricht-, en in plaats van scheuring en afschei
ding een zeer nauwe aaneensluiting van alle
boeren allernoodzakelijkst is. Moge het voor de
Vereenigingen op Flakkee, welke nog van verre
staan en de vruchten mede plukken van deze
rustelooze pogingen om Flakkee niet al te zeer
te doen lijden van dezen crisis, de oogen openen
voor het gevaar, dat tweedracht onze actie ver
zwakt.
Wanneer wij nu nog vermelden, dat de tong-
blaar ons uit zelfverdediging noopte om de
Regeering te verzoeken den invoer van her
kauwende dieren en varkens te verbieden in
Flakkee, waarvoor wij van deze plaats Zijne
Exc. Minister Ruys de Beerenbrouck dank be
tuigen voor zijne welwillendheid ten onzen op
zichte, dan meenen wij reden te over te hebben
om de toekomst niet al te rooskleurig in te zien.
Een en ander gaf aanleiding tot menigvuldige
vergaderingen en conferenties.
Op onze zomervergadering hadden wij het
genoegen onzen Inspecteur van het Landbouw
onderwijs aan U te mogen voorstellen, terwijl
de heer Ir. Huisman li een schets gaf van een
te wachten werkloosheidsverzekering, welke met
de reeds bestaande sociale voorzorgen, onzen
landbouw den nekslag zal geven tegen onze
buitenlandsche collega's.
Uit uwen boezem ging een stem op om onzen
oud-voorzitter, den heer Jac. van der Koogh te
's-Gravenbage, te benoemen tot eerelid, hetwelk
tot onze groote vreugde spontaan werd goed
gevonden. Wij roepen in onze herinnering terug
-Van der Koogh -zijn voorspelling op de
algemeene vergaderingen den llden Juli 1912 te
Herkingen gehouden: dat de landbouw stond te
worden gezegend met allerlei ingrijpende en
voor ons onbeschutte bedrijf te dure sociale
verzekeringswetten, waarvan wij nu de zegenin
gen ervaren. De ons omliggende landen nemen
al maar meer allerlei maatregelen om onzen
uitvoer te fnuiken, zoo ook o.a. door het trek
ken van verboden kringen om plaatsen waar de
besmettelijke wratziekte zich openbaarde; te de
zer zake richtten wij een vertoog tot de Re
geering.
Voorts waarschuwden wij de Regeering voor
de gevolgen van het expediteer'en van onrijpe
uien, hetwelk tot gevolg had, dat wij met tal
van organisaties werden uitgenoodigd op het
Ministerie tot een bespreking, waarvan het ge
volg is geweest de „Landbouwuitvoerwet".
Wij vertrouwen, dat het met de uitvoering dezer
wet belaste orgaan den landbouw gelijk recht
zal verleenen als aan den tuinbouw is toegezegd.
Voor een betere en goedkoopere verbinding
met het Noorden des lands verleenden wij onze
medewerking.
Ter zake van het initiatief-voorstel Van den
Heuvel, verzochten wij de Eerste Kamer der
Staten-Generaal ze aan te nemen, hetwelk helaas
niet het geval mocht zijn.
Voorts verleenden wij onzen steun aan het
verzoek om Herkingen uit zijn afzondering te
verlossen, door een autobus-onderneming, waar
voor H.H. Ged. Staten der Provincie Zuid-
Holland van deze plaats dank wordt betuigd.
Met de Hollandsche en andere Landbouw-
Maatschappijen voerden wij besprekingen voor
een beteren afzet der aardappelen, waarvan er
midden Januari in Flakkee nog ruim 60.000 H.L.
voorradig waren.
Pogingen werden door ons aangewend om
buiten de kommen der gemeenten wonende in
gezetenen gelegenheid te bieden om aansluiting
aan het waterleidingsnet.
Ook de pachtwetten hadden onze aandacht,
terwijl in een uitvoerig adres aan de Regeering
de belangen der Flakkeesche pachters en grond
eigenaren werden aanbevolen.
Inzake den handel in peulvruchten, met name
Schokkers, namen wij deel aan een te 's-Gra-
v'enhage gehouden conferentie, waarvan het re
sultaat later hopelijk zal worden gezien.
De landbouwcrisis geeft ons voortdurende
zorg, terwijl ons nog niet recht duidelijk is, op
welke wijze de Regeering onmiddellijke hulp
zou kunnen verleenen. Wij peinzen op middelen
om zonder Regeeringshulp ons zeiven te helpen.
Ondanks de neiging van ons volk in zijn ge
heel en van ons eiland in het bijzonder om te
verdeelen en te separeeren wat onafscheidelijk
bij elkander behoort, gaan wij voort om door
goed gerucht en door kwaad gerucht op onpar
tijdige en onbevooroordeelde wijze de belangen
van Flakkee en van onze leden te dienen.
Onze financiën eisch'en versterking nu on
danks de lage contributie een drietal vereeni
gingen weigerachtig bleven om bij onze Centrale
aan te sluiten.
Het verslag wordt door de vergadering goed
gekeurd, evenals de rekening over het boekjaar
1929-'30.
De contributie wordt wederom vastgesteld op
5 cent per H.A. voor elk lid.
De heer Buth vraagt of geen strengere maat
regelen kunnen worden genomen tegen de uit
breiding van het mond- en klauwzeer.
De Voorzitter zegt deze kwestie persoonlijk
met d'eri Minister te hebben besproken en voor
dezen de situatie te hebben uiteengezet. Hij heeft
aangedrongen om scherper op te treden tegen
het frauduleus invoeren van vee. Aan de slui
ting van het eiland voor den invoer van vee is
evenwel een eigenaardigheid: noch de Burge
meesters, noch de politie-autoriteiten droegen
officieel kennis daarvan
De heer Mijs vraagt of er nu reeds strenger
maatregelen genomen zijn.
De Voorzitter weet niet of er reeds een schrij
ven is uitgegaan tot de Burgemeesters en de
politieautoriteiten. Wel heeft hij den indruk ge
kregen, dat er aandacht aan de zaak geschonken
wordt.
De heer Mijs stelt voor aan den Minister een
telegram te zenden, waarbij de Flakkeesche Boe
renbond, in algemeene vergadering te Sommels-
dijk bijeen, de wenschelijkheid uitspreekt om
strenge maatregelen te nemen ten einde te voor
komen, dat met het bevel tot sluiting van het
eiland voor den invoer van vee de hand wordt
gelicht.
Daartoe wordt met applaus besloten.
De heer Smits heeft gezien, dat de hoeveel
heden ingekocht veevoer belangrijk lager zijn
dan de ingekochte kunstmeststoffen. Het bestuur
heeft nog al succes gehad met den centralen