1UIJS voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden, I0UE1 Antire volutionair Orgaan PUROL leeren 1111 IN HOC SIGNO VINCES Fietstochten FEUILLETON No. 3659 WOENSDAG 16 JULI 1930 45STE JAARGANG oop DE T0II0E ►HT tank e maten, dien nog n gelijst. lerustend naakt het gen heeft. doornaar. 80 ver- werfj %'dam harnis s: N\ ELSDIJK' aan leden Ze neemt s-jaars, rschotten gevraagd n van het inbreng- ien eiken n 6—8 UUF .JOPPEGZ. W. BOEKHOVEN A ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentie» en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Brieven uit Amerika. Rechtzaken Van een arm dorp dat rijk werd en waar- 2 weken verschil i" gerust lichtingen elmonde mdrecht IPIUS te BREEN en J. S. en 11946 n TEER.^ lieer met de deklaag irten Spar. enz. tol 10 uur Maandags k JK jJG RANT TE JANK leden tegen Iden op te* nietdeden. elijks wor. leden van Juli des e van den 1UGGE. te dragen werk otheker me voeten ddelharnis üeze Courait verschuilt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- bi vooruitbetaling. BUITENLAND bi vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die al beslaan. AdvertentiCn worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. VOOR DE VRIJE UNIVERSITEIT. De Vrije Universiteit te Amsterdam vraagt van ons Gereformeerde volk veel geld. Méér geld dan tot nu toe gegeven werd. De contributies moeten verhoogd worden. Feitelijk reeds dit jaar. Het huidige contributiecijfer over het geheele land bedraagt ongeveer 96.000. Deze som wordt ieder jaar door ons Geref. volk opge bracht. Toegegeven moet worden dat het een heele prestatie is. Maar er moet meer bij. De uitbreiding van de faculteiten, waarover we reeds vroeger schreven, en die door de wet vereischt wordt, eischt veel geld. Dit jaar moet de vierde faculteit, de wis- en natuurkundige faculteit volledig zijn ingericht. Hoogleeraren voor de Scheikunde en voor de Natuurkunde zijn reeds benoemd. Mannen van ^«J^positief Geref. beginsel en van zeer goede we tenschappelijke reputatie. Voor een zeer bescheiden ingerichte wis- en natuurkundige faculteit zal naar matige bere kening jaarlijks 60.000 noodig zijn. Dat be drag moet uit verhooging der contributies wor den gevonden. En er komt geen geld vrij door opheffing van de medische faculteit, want die is niet op geheven. Er wordt in enkele vakken nog gedo ceerd en ook die vijfde faculteit moet binnen 25 jaar volledig zijn, volgens de wet, op straffe van verlies van den effectus civilis. De nood dringt dus wel. Eén ding geeft troost. Ons volk heeft geleerd te geven voor het Onderwijs. Millioenen zijn er door ons Geref. volk ge- offerd voor de Lagere School. God heeft hier uitkomst gebracht. Waarom zouden we onze offers nu niet bren- 'WÜr6^ voor het Geref. Hooger Onderwijs. Zou dit ulVan minder belang zijn Wie even doordenkt weet beter. De Geref. broeders in het buiten land prijzen ons gelukkig om het bezit van deze Universiteit, die ons onafhankelijk ftiaakt van het Godsdienstloos of beter van het moderne Hooger onderwijs dat God uit de wetenschap, uit alle wetenschap uitbant. Ook op de Zuid-Hollandsche eilanden zal verhooging van contributie gevraagd worden. Ook Flakkee zal zijn aandeel weer- brengen Het heeft bij het uitbreidingsfonds van voor enkele jaren getoond dat het liefde heeft voor het Geref. Hooger Onderwijs. Onze plaatselijke correspondenten weten wat er in hun plaats te doen is. Dit voorjaar is er een vergadering geweest van de plaatselijke correspondenten en ze heb ben beloofd dat de verhooging er komen zal. Thans wordt gewacht op inlossing dier be lofte. Laat nu althans vóór 1931 vaststaan dat ook Flakkee niet achter blijft. Malaise en andere bezwaren mogen hier niet gelden. Het is feitelijk maar een kleinigheid dat er van Flakkee meer gevraagd wordt. En de nood van ons Gereformeerd Hooger Onderwijs dringt. De Geref. Hoogeschool te Amsterdam is een levensbelang van geheel ons volk. Aan 't werk dus Beste Vriend 1 De Synode behoort weer tot het verleden. Over het algemeen kan met dank aan den Koning der Kerk vermeld worden, dat alles een gunstig verloop had. Er was bezorgdheid in onze gelederen, over deze Synode, want er moesten zaken behandeld worden, die warme voorstanders én ook felle tegenstanders hadden. Maar zoo ik reeds schreef, alles ging ordelijk en broederlijk. Dank aan onzen waardigen voor zitter, Ds. v. Wijk, die de leiding van zulk een vergadering goed machtig is. Een Commissie werd benoemd om eenige Nieuwtestamentische gezangen bij elkander te zoeken en in 1932 hierover te rapporteeren, maar gelukig de „psalters" of psalmen blijven bij ons de voorkeur behouden niet alleen, maar blijven hét kerkgezang der gemeente. Deze en kele gezangen zouden gebruikt worden bij bij' zondere gelegenheden en feestdagen. Het huwe lijksformulier is teruggewezen naar de commis sie met toevoeging van een paar professoren aan die commissie, die breedvoerig op een vol gende Synode zal rapporteeren. Van den nieuwen vorm van Eeredienst die in 1928 reeds was aangenomen is niets overge schoten. Men was het er allen over eens, dat een Synode niet zoo maar een besluit van een vorige Synode moest verwerpen, daardoor ver loor zij haar kracht, maar toen die nieuwe vorm van eeredienst voor herziening onder den hamer kwam, werd er zooveel uit geschrapt, dat men weer bij het oude terecht kwam. En gelukkig ook. Het is niet zoo gemakkelijk iets nieuws in te voeren dat beter is, dan wat wij uit de da gen der Reformatie van onze voorvaderen heb ben. Eén ding in deze Synode is mij bitter te gengevallen. Men heeft n.l. besloten geadop teerde of aangenomen kinderen, toe te laten tot den H. Doop. Hoe dit zoo gegaan is, is voor mij én' vele anderen een raadsel. Ik denk dat het te laat kwam, de broeders waren het zitten moede geworden. De Commissie over de ze zaak, rapporteerde in het belang van den doop voor die kinderen. Een predikant protes teerde en stelde voor om die zaak te vêrdagen tot een volgende Synode met toevoeging van een paar professoren aan die Commissie. Maar, zoo ik reeds schreef, men was moede. Het kwam in stemming en ging er door. Onbegrijpelijk En ik denk met een volgende Synode gaat het hier mede evenals met den nieuwen vorm van Eere dienst. Er zal veel oppositie komen. En dit is dan de goede kant van zulk een verkeerd be sluit, men gaat aan 't onderzoeken. Want het is treurig, maar er is geen grooter onkunde in ons kerkelijk leven, dan over den H. Doop. Ik vroeg eens aan een Vader die zijn kind kwam aangeven voor de bediening van den H. Doop, waarom hij zulks deed „Waarom broe der, wilt gij uw kind gedoopt hebben Zijn antwoord was„wel, dit kind heeft toch de zelfde rechten als de andere zes „Volkomen waar broeder, maar waarom heeft u de doop begeerd voor die andere zes Hij wist mij niets anders te antwoorden dan dat hij wensch- te, dat ook dit kind dooplid van de kerk werd. Nu zult gij zeggen, staat hier de dienst des Woords en de Catechisatie niet schuldig Wij missen de zoo noodige eenheid van inzicht en onze Geref. Doopsbeschouwing. Gelukkig wordt dit steeds beter. Onze jongere predianten trek ken één lijn, behoudens enkele uitzonderingen. Mijns inziens was de commissie die over deze zaak rapporteeren moest, niet gelukkig gekozen en zal men met de tijd wel tot de ontdekking komen, dat zij als commissie niet veel studie van haar taak gemaakt heeft. Want als mén een kind uit een Children Home, of kinderhuis, kan halen, waarvan de herkomst geheim is, geen vader of moeder genoemd mag worden, mis schien een Jood of Mohammedaan is, en men zulk een kind als lid van Christus en Zijne Ge meente ten doop heffen kan, dan moeten wij ook nog wel een ander doopsformulier hebben. Wie zet zulk een kind in het verbond De ouders die zulk een kind aannemen of de ker- keraad die den H. Doop aan zulk een vonde ling toedient Geen van beiden. Het is God en God alleen die in de lijn der geslachten zijn verbond van kind tot kind bevestigt. Maar wij bidden om de leiding des H. Geestes ook over deze Synodale vergaderingen. En ik geloof, dat de besluiten ook al zijn ze niet in overeenstem ming met onze Geref. beginselen, onder die lei ding des H. Geestes tot stand komen, al is het dan alleen maar om ons tot studie te zetten over deze fundamenteele waarheden. Dan zijn ook die synodale misstappen nog tot zegen voor de Kerk én voor ons zelf Je AMERIKAANSCHE VRIEND. KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Zitting van Vrijdag II Juli. C. J. v. d. S. te Dirksland staat terecht we gens openbare dronkenschap. Als verdediger treedt op Mr. Nijgh. De getuigen door verd. opgeroepen zijn niet verschenen. Verd. zegt, dat het feit, hem ten laste gelegd, niet waar kan zijn, daar hij beschuldigd wordt den 15en Juni dronken te zijn geweest, terwijl hij voor dit feit reeds den 13en was opgeroepen. Dat gaat toch moeilijk. Het O. M. vraagt nietig verklaring van de oproeping. Mr. Nijgh vindt het jammer, dat het zoo loopt, want er zitten in dit zaakje juridisce puzzles, die de' moeite waard zijn om uit te zoeken. De Kantonrechter meent echter de oproeping niet nietig te moeten verklaren, maar verd. vrij te spreken, omdat het ten laste gelegde feit niet bewezen is. C. M. G. te Dirksland staat terecht wegens overtreding der Arbeidswet. Deze zaak wordt aangehouden tot 12 Sept. K. H„ bij verstek wegens rijden met rijwiel op den Oostdijk in verboden tijd, 5 subs. 3 dagen hechtenis. E. D„ 19 j„ arb. te Ooltgensplaat, was door veldwachter Uijl op het Korteweegje slapende gevonden. Hij rook naar sterken drank en sloeg wartaal uit. Hij werd in een auto gedragen, waarmee hij met nog twee kameraads gekomen was en werd thuis gebracht. Verd. ontkent dronken geweest te zijn, alleen had hij groote slaap gehad en was in een goot een beetje gaan slapen. Deze zaak wordt aangehouden tot 8 Augustus om verbalisant te hooren. T. J. H. te Nieuwe Tonge had met grint ge gooid in den Kerkring op de woning van Holle man en een ruit gebroken, 3 subs. 3 dagen hechtenis. S. R. wegens rijden zonder licht te Dirksland 5 subs. 3 dagen hechtenis. W. V., 70 j„ wegens rijden met een honden kar, waarvan één hond onder den wagen liep en de andere er voor, 3 subs. 2 dagen hecht. D. K. wegens rijden zonder licht te Melissant, 5 subs. 3 dagen hechtenis. J. K. te Goedereede wegens motorrijden zon der rijbewijs, 6 subs. 3 dagen hechtenis. C. de M„ 22 j„ reiziger te Sommelsdijk, had met een auto gereden zonder nummerbewijs en met één licht. 2 geldboeten van 4 subs. 2X2 dagen hechtenis. H. V„ 38 j„ landbouwer te Nieuwe Tonge, had een rund laten loopen op bezaaiden grond van een ander, 3 subs. 1 dag hechtenis. J. J. d. V., wegens rijden zonder licht te Ooltgensplaat, 5 subs. 3 dagen hechtenis. A. A. K., 30 j„ hotelhouder te Den Bommel, wegens het niet bijhouden van een nachtregister, 5 subs. 3 dagen hechtenis. L. P., 18 j„ chauffeur, wordt ten laste ge legd het rijden met een auto, die te veel ge- ruisch maakte, waardoor een paard schrok en ontvellingen opliep. Het O. M. meent, dat dit een van de moei lijkste gevallen is, waarin het moderne met het oude verkeer met elkander in botsing komt. Er is door de getuigen geen voldoende verklaring gegeven, dat de auto van verd. meer geruisch maakte dan andere auto's. En iemand, die met schichtige paarden op den weg komt, moet extra opletten. Het O. M. eischt vrijspraak. Verd. wordt vrijgesproken. T. K. wegens fietsen op den Westdijk ig gesloten tijd, 5 subs. 3 dagen hechtenis. P. R. idem. A. V„ 22 j„ tuinier te Dirksland, wegens rijden zonder licht op de Kaai te Middelharnis, 5 subs. 3 dagen hechtenis. T. v. d. B. wegens fietsen op de spoorbaan, 5 subs. 3 dagen hechtenis. M. d. B. idem. M. D., 66 j„ loopknecht te Middelharnis, had met een handwagen geladen met meubelen ver keerd uitgehaald, waardoor de handboom van zijn wagen in een lantaarn van een auto was terecht gekomen. Verd. zegt van schrik de kluts kwijt geraakt te zijn en niet te weten wat er eigenlijk is voor gevallen. Verd. heeft wel 40 jaar met een hand wagen gereden. De Kantonrechter: maar je zult toch wel toe geven, dat het op 't oogenblik moeilijker is op den weg te rijden dan voor 40 jaar Geëischt wordt 5 subs. 3 dagen hechtenis. Veroordeeld tot 3 subs. 3 dagen hechtenis. T. J. S„ 47 j„ landbouwer te Den Bommel, had twee paarden laten loopen op den dijk zonder wachter. Verd. ontkent. Het is onmogelijk, dat de veld wachter heeftg ezien, dat het verdachte's paar den waren. Verd. wil hem een paard cadeau doen als hij weet welke paarden het geweest zijn. Veroordeeld tot 2 subs. 1 dag hechtenis. J. P. C.te) Oude Tonge had auto gereden zonder letter- en nummerbord, 2 X 4 subs. 2 X dagen hechtenis. J. N„ 35 j„ landbouwer te Ooltgensplaat, had de Leerplichtwet overtreden. Hij had geen koe- Hei Doorzitten bij V/ielrijden, een door de zon verbrande Huid, Schrijnen en Smetten verzacht en geneest men met Doos 30,60, Tube 80 ct. wachter kunnen krijgen en toen maar zijn zoontje, die toch voor het 2e jaar in de zevende klas zat, er voor gespannen. Het O. M. zegt, dat dit op Flakkee tallooze malen voorkomt. De ouders blijken hier hun plicht ten aanzien hunner kinderen niet te be seffen. Zij laten ze liever wat verdienen, dan te zorgen, dat zij goed onderwijs krijgen. Het zal noodig zijn, dat de geldboeten waat hooger gesteld worden en eischt 20 subs. 8 dagen hechtenis. Veroordeeld tot 8 subs. 4 dagen hechtenis. M. C. v. L. had uit baldadigheid met een grooten steen gegooid naar haar tante D. K. te Achthuizen en was toen nog met 2 steenen voor haar venster komen staan. Veroordeeld tot 8 subs. 4 dagen hechtenis. J. K. wegens overtreding Leerplichtwet te Den Bommel, 10 subs. 5 dagen hechtenis. P. B. idem. J. T„ 62 j„ koopman te Sommelsdijk, had wofst en gehakt verkocht van ondeugdelijke sa menstelling, waardoor koopers ziek geworden waren. Gehoord wordt get. J. T„ 23 j„ die er ziek van geweest was, ofschoon diens huisgenooten, die er evenveel van gegeten hadden, er niets van gemerkt hadden. Dr. Koenraad had hem bloed afgenomen om te onderzoeken. Deze zaak wordt aangehouden tot 12 Sept. J. P. d. B„ 26 j„ landbouwer te Den Bommel, had motor gereden zonder rijbewijs, 2 subs. 1 dag hechtenis. J. N„ 21 j„ havenarbeider te Sommelsdijk, had in hooiland geloopen, 2 subs. 1 dag hechtenis. door H. KINGMANS. 28) Met de zondagsschool gaat het aardig naar wensch. Het vermoeden, dat zij na het Kerst feest zou verloopen, is niet alleen in geen enkel opzicht bewaarheid, maar is volkomen gelogen straft door het feit, dat er nog méér leerlingen bijgekomen zijn. Er zijn thans twee klassen gevormd, omdat de leeftijden te veel uit elkaar loopen. Ons „schoollokaal", dat zeer goed vol- oet, heeft juffrouw Saaman, die onzen arbeid met groote belangstelling volgt en steunt, wat Jaten vermaken, zoodat wij thans twee, behoor lijk van elkaar gescheiden gedeelten hebben. Voorloopig kunnen wij het met haar „schuurtje" nog wel doen. Het is mogelijk, dat er tegen v?\Pen'aen winter een groote verandering komt. Maar daarover straks, nader. Binsberaen^i te9ensla9: mijnheer Van werk is wel L feni0e weken ziek. Zijn een ionaeren ere!.dwillig overgenomen door deze is, ondants eriyi'zer van Landdorp, maar en ijver', niet zoo blkw°n9etWiifeld 9oeden wil Binsbergen d?e het c7lfam 80 96Schikt als Van in de ziel van het kind n" vfstaat in te leven omdat hij zelf een am ,9 °°i' dat dit komt, verkeerd doen. Kind m d is' Kind in het Kind in zijn goed d'envL Zi'n 9evoelig hart. Boven alleskind van m,Vailr.de menschen. Tk vuppt niet. wat ;l, en God. Ik weet niet, wat ik ijs toestand van Van Binsberqen t,n en van den want ik schreef méér over he er van' niet naar uit, dat hij het nou vl?' zer -„I u„j_. -~ir a ele jaren maken ziet er zal. Hij weet dat zelf zeerU wei'e i5yen ma' "ij sprak er met mij wel over op een wijze die zeide, dat hij met 's Heeren leiding geheel eenswillend is". De pen van Hertha rustte roerloos op het papier. Zij zag haar vriend Van Binsbergen on zijn bed liggen, rustig afwachtend, wat God over hem beschikte. Hij lag daar maar stil met dién vertrouwenden glimlach om zijn mond. Hij was de verpersoonlijking van het geduld. Hertha, hoe geloovig en vol godsvertrouwen ook, had er den diepsten eerbied voor. Hier was weer een van de raadselen Gods Een zeer bekwame, begaafde jongeman met een hart, ijverend voor Gods zaak, werd in zijn bewe gingen gehandicapt door een ziektetoestand, die hem, vroeg of laat, naar den dood zou voeren. Vermoedelijk wel vroeg, want de bloedspuwing van een viertal weken geleden was een slecht teeken. Een gansch leven lag, naar den mensch gesproken, nog vóór hem. Hij had, zijn gaven en capaciteiten wezen er op, in de maatschappij een vooraanstaande plaats kunnen innemen; hij had voor het Koninkrijk Gods veel kunnen be- teekenen; hij had een vrouw zeer gelukkig kun nen maken, want hij had een ruim, liefhebbend hart. Maar de Heere wilde van dat alles niets. Hij nam straks Zijn kind tot zich. O, waarom was dat toch, waarom was dat toch Peinzend staarde Hertha naar buiten. In de frissche slaapkamer van Landdorp zag zij den lijder, dien zij om den anderen dag bezocht, liggen, bleek, met oogen, die glinsterden Hij was één van haar liefste patiënten. Zij achtte hem zeer hoog. Er was bij haar een sterk ontwikkeld gevoel van sympathie voor hem. Hertha realiseerde zich dat wel eens: als er diep in haar hart niet liefde voor een ander schuilde, dan zou zij Van Binsbergen kunnen liefhebben, zooals een reine vrouw een man bemint Zij liet de pen weer over het papier glijden, zich ontworstelend aan haar gepeins. „Het is eën blijk van Gods genadetrouw, dat Hij het dezen patiënt zoo gemakkelijk maakt. Hij denkt en spreekt zoo rustig over den dood, dien hij, bij wijze van spreken, eiken dag ver wacht. Er is niets, dat hem bezwaart, althans voor zoover ik het kan bespeuren. Hij weet zich geheel in Jezus geborgen en zal een ruimen ingang hebben. God is groot en goed Het is mij wel eens moeilijk, te berusten in 's Heeren wil. Van Binsbergen kon nog zooveel doen voor 's Heeren zaakIk sprak er verleden week met hem over. Maar hij glimlachte alleen en zeide: „Ik ben zeer dankbaar, want ik heb veel kunnen' doen. 'k Heb in de afgeloopen twaalf jaar veel kinderen van Jezus mogen ver tellen. En deze laatste maanden heb ik u in Zeeduin mogen helpen" (hij is zóó bescheiden de werkelijkheid is, dat hij mij niet hielp, maar ik hem; h ij had. de leiding, die in goede han den was „aan een taak, die méér dan heerlijk is. Ik ben er zéér blij om. Als de Heere het wil, zet ik mijn taak voort. En zoo niet, wat Hij doet is goed". Onder zooveel dankbaarheid, kalmte, berusting en eenswillendheid wordt mén stil Zooals ik zeide voor de zondagsschool is zijn ziekte een zware tegenslag. En als Van Bins bergen sterft of wegens zwakte niet kan weer- keeren, dan weet ik nog niet, hoe het moet. Maar ach, dominé Misset heeft gelijk, de Heere zal ook dan voorzien Ds. M. volgt met groote belangstelling ons eenvoudig werk in Zeeduin. Hij noemt het een groot werk, maar zóó groot is het heusch niet. Ik vind, dat wij zoo weinig doen en dat het zoo langzaam gaat. „Niet forceeren, zuster", zegt de dominé dan, „niet forceeren. Het gaat best zoo. Langzaam, maar zeker. Ik -houd niet van wonderboomen". Ik geloof, dat dominé gelijk heeft. Het zou ook te vlug kunnen gaan. Bovendien mag ik niet ondankbaar zijn. Want wij werken met veel zegen. Ik zeide daareven reeds, hoeveel ouders belangstelling krijgen voor hoogere dingen. Ds. Misset denkt er thans sterk over, tegen den aanstaanden winter een lokaal te openen, waar in ieder geval éénmaal per week en misschien ook des Zondagsavonds ge ëvangeliseerd worden kan. In Landdorp preekt hij 's morgens en 's middags en dan zou hij 's avonds naar hier kunnen komen. In dat lokaal zou voortaan dan ook de zondagsschool ge houden kunnen worden. Ik stel mij er heel wat van voor, omdat er dan voor de ouders een geregelde dienst komt. Het is een heel klein begin van een kerk, waar 's Heeren Woord zuiver zal worden bediend. Als ik er aan denk, dan voel ik, hoe hoogst ondankbaar het is, om te zeggen, dat het zoo langzaam gaat. Ds. Misset zegt, dat het in tegendeel vlug gaat, dat niet moet worden ver geten, hoe sinds jaar en dag het modernisme Zeeduin doorzuurde, hoe het materialisme er volkomen zegevierde; hoe men van ouder op kind de kerk alleen van buiten kende. En inderdaad, zóó beschouwd (en zoo moeten wij het toch beschouwen) is er reden tot overvloe- digen darlk 1 Gods Geest werkt hier krachtig, 'k Heb u meermalen van mijn lammen Kees verteld. Licha melijk gaat hij niet vooruit, maar geestelijk is hij met sprongen vooruit gegaan. Hij is omgezet en nu een kind van onzen Heiland, die tot andere kinderen over Hem spreekt. De onte vreden trek, die zoo menigmaal zijn van lijden getuigend gelaat ontsierde, is geheel verdwenen. En de omkeering bij zijn moeder is eenvoudig frappant. Natuurlijk zijn haar leelijke karakter trekken, die haar in het dorp niet geliefd hadden gemaakt, niet geheel verdwenen, maar zij vecht er tegen met succes. En toen haar bij den libe ralen boer Van Dalen, op wiens boerderij zij tweemaal per week werken ging, den dienst op gezegd had, omdat zij in haar huisje eerst zon dagsschool had laten houden, nam zij die harde bejegening zeer kalm op, tot mijn niet gerin'ge verbazing. De Heere zal mij wel iets anders geven, zeide zij. Twee weken later was het bij een ander in orde En ten slotte, wat de zegeningen betreft, nog iets over mijn vriend Krijn Vermeulen, den schipper van de reddingsboot, 'k Heb wel eens verteld, hoe er bij hem, die van jongsaf beter geweten heeft, weer een vragen naar God kwam. Hij heeft .trouw gelezen in den Bijbel. En het gevolg Begin Februari zag ik hem op een Zondagmorgen plotseling achter in de kerk van LanddorpDe laatste Zondagen komt hij er zelfs tweemaal. Onze God is een wonderlijk God! Voor overmoed worden wij echter wel be waard. Wanfal mocht ik tot nu toe van zegen en vriendschap gewagen, er is hier ook vijand schap. En dominé Misset verwacht daarvan toeneming, als er in het te stichten lokaal open lijk diensten gehouden worden. Van dominé Van Laan hebben wij niet den minstens last. Het schijnt hem in het minst niet te deren. En dokter Van Leeuwen blijft bij zijn stereotiepe opmerking, dat de menschen er niet slechter van worden. Maar den notaris vertrouw ik niet, hoewel hij zeer vriendelijk is. Het is echter een nederbuigende vriendelijkheid, die mij niet bepaald aanstaatEn dan zijn er nog een paar liberale boeren, zoogenaamde kerkvoogden (men zou hen beter kerkverwoesters kunnen noemen die in de gaten moeten worden ge houden. Eén van de ergste is Van Dalen, wiens naam ik zooeven al heb genoemd in verband met de moeder van Kees, mijn verlamden vriend. Deze Van Dalen schijnt er practijken op na te houden, die in de duisternis moeten worden uitgevoerd, omdat zij het daglicht niet kunnen verdragen, Ik zelgs tl h ij n t er op na te houden, want er is nog geen enkel bewijs. En hiermede kom ik tot een onaangenaam deel van dezen uitvoerigen brief, 'k Heb even getwijfeld, of ik het wel zou schrijven, maar het beste lijkt mij, om het tóch te doen. Verleden week Zondag keerde ik des avonds terug van Landdorp. Uit de kerk, waar het, bij hooge uitzondering, des avonds diénst was ge weest. 'k Was op de fiets, 't Was aardig don ker, want er was geen maan. Na den dienst had ik nog even een praatje bij dominé Misset ge maakt, zoodat het wat laat was geworden. Maar dat was niets bijzonders, "k Heb dien weg meermalen des avonds laat gefietst. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1