ail nummer üesiaaiüii Drie Biaflen
FEUILLETON
Zaterdag 5 Juli 1930.
No. 3656
TWEEDE BLAD.
feP.WIELHOUWED
rauneslfiNOOTSES
SCHAAKRUBRIEK.
Plaatselijk Nieuws.
Land- en Tuinbouw.
Van een arm dorp
dat rijk werd
Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden
■an F. W. Nanning Middelharnis.
No. 158.
De sleutelzet van probleem no. 183 is 1.
Dc2 dreigende 2. e5 mat. Varianten zijn
1Ke4; 2. Dc3: mat.
Le5; 2. Pe3 mat (ontpenning).
1 Ld4; 2. Da2 mat.
Td5:f; 2. Ld5: mat.
Goede varianten, maar wel wat veel materiaal.
1. Tg4 faalt na 1c2.
Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd
toetreden. Een goede oplossing van een twee-
zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve
oplossing wordt een punt in mindering gebracht
(minimum aantal punten is nul). Voor de maan-
delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste
punten hebben. Ook niet-abonné's zijn welkom.
Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing
ingezonden, dan wordt men geacht niet meer
mee te doen. Een onoplosbaar probleem vervalt
voor den wedstrijd.
Problemen voor den wedstrijd.
No. 186.
J. P. COPPENS - Amsterdam.
Eerste plaatsing.
Zwart (8).
Wit (9).
Wit: Kd2, Dc5, Tf2, Ph3, pi. d4, e3, g2,
g6, h4.
Zwart: Ke4, Dh6, Tf4, Pb4 en c6, pi. f5,
g7 en h5.
Wit geeft mat in twee (2) zetten.
No. 187.
A. MOSELYf - Brisbane.
2e Prijs Good Comp. - April 1914.
Zwart (10).
Wit (10).
Wit: Kg8, Da6, Tel, La3 en d3, Pa5 en a8,
pi. f2, f7 en g6.
Zwart: Kd5, Lb8, Pa7 en f8, pi. b5, c5,
d4, f3, f4 en g7.
Wit geeft mat in twee (2) zetten.
Oplossingen van beide problemen inzenden
vóór Donderdag 24 Juli.
Deze week twee problemen. Het laatste pro
bleem is van den onlangs overleden componist
Mosely. De laatste jaren van zijn leven was
hij de bekende en ijverige jury van de tour-
nooien van Sports Referee en Brisbane
Courier".
Oplossing Eindspel no, 215,
Wit dreigt Thl mat.
Nu kan alleen 1alPf, Kc3; 2. Kcl,
Thli mat.
Speelt het paard, dan wordt het geslagen.
Eindspel no. 217.
Keemink en Fahrni 115.
Wit: Kc3, Th2.
Zwart: Kcl, pi. b2.
Zwart begint en houdt remise.
Eindspel no. 218.
Idem no. 116.
Wit: Kf2, Ta7, Pd5.
Zwart: Kh8, Tg3, pi. f5, h4.
De volgende week wordt de stand van den
ladderwedstrijd opgenomen.
Geweigerd Damegambiet.
Gespeeld ia de 8e ronde van het tournooi
ite Karlsbad.
WitJ. J o h n e r. Zwartdr. Treybal.
1. d2—d4 d7—d5
2. c2—c4 e7—e6
3. Pbl—c3 Pg8—f6
4. Lelg5 Lf8—e7
5. e2—e3 0-0
6. Pgl—f3 b7-b6
Als men de streng-orthodoxe verdediging wil
spelen, is het beslist aan te bevelen om de ont
wikkeling van het koniginnepaard eerst na het
fianchetto uit te voeren. Het uitbuiten iSm de
zwakten a6 en c6 is dan nog moeilijker dan ge
woonlijk, omdat de aanval met Ddl—a4 vervalt.
7. Lfl—d3 d5Xc4
8. Ld3Xc4 Lc8—b7
9. 0-0 Pb8-d7
10. Ddl—e2 Pf6e4
Zuiverder dan 10Pf6d5; 11. Lg5Xe7
Dd8Xe7; 12. Pc3Xd5, e6Xd5; 13. Lc4-a6,
waarbij zwart na Lb7Xa6; 14. De2Xa6, c7c5;
15. d4Xc5, b6Xc5 hangende pionnen behoudt
(partij TarraschTartakower, Pistyan 1922).
11. Pc3Xe4 Lb7Xe4
12. Lg5—f4 Le7~d6
13. Lf4-g3 Dd8-e7?
Hier kon zwart met Ld6,Xg3 en c7c5 vol
komen gelijk spel krijgen.
14. Tal-cl! Ld6Xg3
15. h2Xg3 De7-d6
Nu ware 15c7c5 wegens 16. Lc4b5!
van twijfelachtige waarde. Wit dreigt dan 17.
Lb5Xd7, benevens 18. d4,Xc5. Zwart kan geen
16c5Xb4? spelen wegens 17. Telc7! enz.
16. Tfl-dl a7—a5
17. Pf3-g5!
Nu worden de witte pionnen mobiel. Wit
krijgt van hieraf de overhand.
17Le4b7
De looper moet het veld c6 dekken. Bijv.
Le4—g6; 18. Lc4b5! Op 17Le4d5
antwoordt wit 18. Lc4Xd5, e6Xd5; 19. De2—c2!
en wint pion c7.
18. De2c2 g7—g6
19. e3-e4 Dd6-e7
20. f2—f4 Ta8c8
21.1 e4e5 h7—h6?
Ziet het verpletterende antwoord over het
hoofd. Wel is waar was ook 21. c7—c5
bedenkelijk, bv. 22. d4—d5! e6Xd5; 23. Lc4Xd5
Lb7,Xd5; 24. TdlXd5 gevolgd door Pg5—e4!
Of: 22. d4—d5! Pd7Xe5; 23. d5Xe6, f7—f6:
24. f4Xe5, f6Xg5; 25. Tdl-d7 en wint.
Maar met 21Tf8—d8 ware de partij
wel te houden geweest.
22. Pg5Xe6! f7Xe6
Een fraaie wending zou na 22Tf8e8
ontstaan. Bv. 23. d4dé>! f7Xe6; 24. d5Xe6,
Pd7—f8; 25. Tdl—d7 Pf8Xd7; 26. e6Xd7f
en wint.
23. Dc2Xg6f Kg8-h8
24. Dg6Xh6f De7-h7
of 24Kh8-g8; 255. Dh6-g6f, Kg8—h8;
26. Kgl— f2 benevens 27. Tdlhlf met ver
nietiging.
25. Dh6Xh7-j- Kh8Xh7
26. Lc4Xe6 Tf8-d8
27. f4—f5 c7—c6
28. Kgl-f2
Er is voor den armen zwarten koning geen
redding meer.
28Tc8—c7
29. Tdl-hlf Kh7-g7
30. Thl—h4! Pd7—f6
Vertwijfeling! Er dreigde 31. Th4g4J- be
nevens Telhl of f5—f6.
31. e5Xf6J- Kg7Xf6
32. Th4-h6f Kf6e7
33. Tel-el 1 Td8—f8
34. Th6—h7f Ke7-d6
35. Th7Xc7. Zwart geeft het op.
(„Telegraaf").
CORRESPONDENTIE.
J. P. C. In no. 181 gaat 1. cd3: wel degelijk
op Er dreigt 2. Td6 mat. De zet 1Pf6
pareert deze niet. Wat betreft de zet 1. g4
heeft U volkomen gelijk. Ook uwe opmerking
betreffende probleem Schultz 2e Pr. Spr. Ref.
is juist. De stand is relatief onmogelijk. Door
jury beslist over 't hoofd gezien. Wel jammer,
want de inhoud was heel goed. Uwe verbetering
zal ik opnemen.
SOMMELSDIJK, In de maand Juni vestigden
zich alhier 10 personen23 ingezetenen ver
trokken 3 kinderen werden geboren 2 personen
stierven, terwiji 6 huwelijken werden voltrokken.
Belanghebbenden worden er aan herin
nerd, dat de ontvanger dezer gemeente Dinsdag
8 Juli a.s. zitting zal houden tot het ontvangen
van schoolgelden.
MIDDELHARNIS. Aan de kaai zijn alhier
aangebracht en verzonden 5000 H.L. aardap
pelen.
Uitslag Postduivenwedvlucht door de P.
Vereen. „Seinpost" vanuit Corbeil (Frankrijk),
afstand 392 K.M. Losgelaten v.m. 7.15 uur.
Aankomst 1ste duif 12.40.49, laatste duif 1.20.43
P. de Gans 1ste prijs, A. Schuurman 2e en 6e,
N. C. But 3 en 4e, C. Nipius 5e, 8e en 9e,
D. Kardux 7e, L. Bund 10e.
Zondagavond is tegen een viertal jonge
lui proces-verbaal opgemaakt wegens kaartspe
len aan den Havendijk.
Uitslag geitenkeuring. Lammeren le prijs
G. Verhage 1.2e prijs L. Wielhouwer
0,75, 3e prijs L. Verolme 0,50, 4e prijs S.
F. Koote 0,50, 5e prijs G. Verhage 0,50.
Een-jarige geiten 1ste prijs J. Hanenberg een
medaille, 2e prijs M. Schilperoord 1,50, 3e
prijs J. de Vos 1,4e prijs S. F. Koote
0,50. Oude geiten 1ste prijs K. Vroegindeweij
een medaille, 2de prijs J. Slui 1,50, 3de prijs
J. Koolbergen 1,—, 4e prijs Adr. Buis 0,50.
DEN BOMMEL, De gemeenteveldwachter C.
J. Geluk, alhier, heeft op den cursus, gegeven
te Middelharnis, door den heer W. H. F. En
gelen, het diploma voor de dactyloscopy be
haald.
OOLTGENSPLAAT, Vrijdagavond zal in
Hotel Hobbel getracht worden een feestcom
missie te vormen met het oog op de 50ste ver
jaardag van H. M. de Koningin.
OUDE TONGE. Een hond van T. van
Noord had een partij kuikens doodgebeten. Hij
is door J. Kik doodgeschoten.
De keur van de polders Ioozende door
het Oudeland ligt bij den secretaris voor den
tijd van 3 maanden ter inzage.
De boterprijs is met 0.20 de kilo opgesla
gen, zoodat de prijs nu 2.— per kilo is.
NIEUWE TONGE. Hedenmorgen zijn enkele
arbeiders van hier naar Purmerend vertrokken,
om aldaar in de tulpen te werk gesteld te wor
den.
De dienstplichtige van de lichting 1929 A.
Visbeen is dezer dagen met groot verlof huis
waarts gekeerd.
A.s. Donderdag zal de Rijksontvanger in
deze gemeente zitting houden tot het innen van
's Rijks directe belastingen.
Veefelling. Land in gebruikEigen land
456.71 H.A. Gepacht land 693.55 H.A. Van dit
laatste in pacht van onders 23.61 H.A. Dit is
verdeeld in 120.55 H.A. Grasland en 14.03 H.A.
Tuingrond. Glascultuur. Aantal éénruiters plat
glas 20 stuks. Staand glas verwarmd 1200 M8.
Onverwarmd 1120 M2. Veestapel: Paarden 158
Runderen 356, Schapen 2, Bokken en geiten 54,
Varkens 651, Kippen 7390, Eenden 393, Kor
ven en kasten met bijen 8.
DIRKSLAND. Bij de arbeidsbemiddeling ston
den 2 werkzoekenden ingeschreven.
-Ter secretarie ligt ter inzage een verzoek
van D. Sijtsma om vergunning tot het verrich
ten van bakkersnachtarbeid. Men zie tevens de
advententie in dit blad.
-Gedurende het he halfjaar vestigden zich
alhier 67 personen terwijl er 71 vertrokken.
Maandagavond had de beproeving der
beide motorspuiten alhier, plaats. Spuit 1 werkte
onmiddellijk goed. No. 2 echter niet direct.
MELISSANT. Woensdagavond had op den
hoek bij Van der Werff de jaarlijksche geiten
keuring plaats. Een medaille werd uitgereikt
aan M. Wiegel en L. van Beek.
Dinsdagmiddag is aan den Molendijk de
stoomwals weggezakt. Na veel moeite is het ge
lukt hem met dommekrachten weer op den be-
ganen grond te krijgen.
HERRINGEN, Door den gemeenteveldwach
ter A. Wolfert is met goed gevolg een cursus
doorloopen in dactyloscopy .(Vingerafdrukken.)
Hem werd dezer dagen daarvoor een diploma
uitgereikt.
De heer P. Hoogerwerf werkzaam bij het
plaatsen van palen voor het electriciteitsnet
kreeg deze week een zware bok op zijn voet,
waardoor een zijner teenen geheel verpletterd
werd en hij zich onder geneeskundige behande
ling moest stellen.
Tijdens het grasmaaien geraakte de land
bouwer van E. met machine en paarden in de
sloot, waardoor een der paarden zich nogal
wondde aan de machine. Diergeneeskundige
hulp was noodig om de wonden te hechten.
Tegen C, M. werd door de rijks- en ge
meentepolitie proces-verbaal opgemaakt wegens
vervoer en verkoop van voor de consumptie on
geschikt vleesch. (ongekeurd).
De prijs van de boter is in de Zuivelfa
briek verhoogd en gebracht op 1.— per kilo.
GOEDEREEDE. Loop der bevolking over
de maand Juni, Vertrokken Naar Ouddorp M.
Redert, naar Rotterdam K. van Wijk en gezin,
naar Zwartewaal D. Hoekman en echtgenoote,
naar Den Haag M. C. Voogd, naar Monster
A. en P. Menheer. Ingekomën van Rotterdam
M. L. Gibbels en gezin,
Uitslag veetelling. Veulens geboren in 1930
12. Paarden beneden 3 jaar 16, boven de 3 jaar
type rij -en rijtuig 3, type trekpaarden 73, hit
ten 4, Stieren 4, melk en kalfkoeien 71, jongvee
beneden 1 jaar 43, boven 1 jaar 94, Bokken en
geiten 27. Varkens van 6 weken tot 60 kilo
34, van 60—100 kilo 67 en boven de 100 kilo
85. Kippen geb. in 1930 469, oudere 1379. Een
den 60.
OUDDORP. Voor de eieren word hier be
steedt witte 4l/2 en bruine 5 cent.
De arbeider J. van der Bok is dezer dagen
door een zonnesteek getroffen. Geneeskundige
hulp was noodig.
Loop der bevolking. Vertrokken uit deze ge
meente W. Korrelboom naar Maartensdijk, J.
Venneman naar Brouwershaven J. Heerschap
naar Dordrecht en J. van der Klooster naar
Rotterdam.
Door den Flakkeeschen Boerenbond werd
navolgend adres gezonden
Aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal
's-GRAVENHAGE.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
De Flakkeesche Boerenbond, goedgekeurd
bij K. B. laatst van 24 December 1924 no. 24.
dat door de Tweede Kamer der Staten Ge
neraal is aangenomen een wetswijziging waar
door de invaliderente van 70 tot 80 is ver
hoogd waardoor weliswaar de uitgaven niet
belangrijk zullen vermeerderen, doch dan toch in
ieder geval de uitgaven voor den landbouw
zullen stijgen, terwijl de toestand dermate is, dat
wordt uitgezien naar verlaging der exploitatie
kosten, vooral die der sociale voorzorg, omdat
deze in ons onbeschutte bedrijf nergens op kun
nen worden verhaald, zoodat deze moeten wor
den betaald, onverschillig hoe de bedrijfsuitkom-
sten zijn
dat bovendien deze kleine verhooging op de
andere binnenlandsche bedrijven, vanwaar wij
onze kunstmeststoffen, veevoeder, machines en
werktuigen betrekken, fabrikanten en leveran
ciers aanleiding zullen geven om hunne artike
len weer met een kleinigheidje te verhoogen, om
door deze wetswijziging geen schade te lijden
of verlies te voorkomen
dat hij met verlangen uitziet naar de middelen
welke de door de regeering benoemde staats
commissies zullen voorstellen om den land- en
tuinbouw te hulp te komen, sommigen zelfs
voor algeheelen ondergang te behoeden; doch
dat hij zich geen al te hooge verwachtingen
heeft gesteld wat betreft dadelijke finantieele
hulp; doch daarentegen de overtuiging heeft,
dat men zal trachten den land- en tuinbouw
te ontlasten van allerlei meest kleine, althans
geen aanzienlijke uitgaven, welke hun bedrijven
drukken en welke zij niet kunnen verhalen op
hunne afnemers, welke de akker- en tuinbouw
producten beneden kostprijs kunnen aanschaffen,
dank zij den vrijwel onbelemmerden vrijen in
voer uit andere landen
dat deze wetswijziging, behalve dat ze den
landbouw weer voor een verhoogde uitgaaf
plaatst, tevens de vrees opwekt, dat door onze
volksvertegenwoordiging wel wordt gepraat over
te verkenen hulp en steun, doch meteen de
belastingschroef nog eventjes wordt aangezet,
waardoor bij tal van land- en tuinbouwers bo
vendien den bodem hunner verwachting wordt
ingeslagen
Redenen waarom hij zich tot Uw HoogEdel-
Gestrenge wend met het eerbiedig verzoek deze
wetswijziging niet aan te nemen, en daardoor
den land- en tuinbouw voor verdere opdrijving
der sociale lasten te behoeden, en tevens het
vertrouwen in Uw medeleven in hunne benarde
omstandigheden niet te beschamen.
't Welk doende, enz.
Het Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond:
De Voorzitter,
(w. g.) G. C. VAN SCHOUWEN.
De Secretaris,
(w. g.) A. W. KEIJZER.
Oude Tonge/Herkingen, 24 Juni 1930.
MOND- EN KLAUWZEER.
Toen in de maand April de tongblaar lang
zamerhand vooral in Zuid-Holland toenam en
eindelijk ook op het naburige Voorne en Putten
was uitgebroken, besloot het Dag. Bestuur van
den Fl. Boerenbond maatregelen van verweer
voor te stellen en werd aan de Regeering ver
zocht, om de veemarkt te Sommelsdijk op 30
April te willen opschorten, als kunnende zijn
een haard van besmetting, aan welk verzoek
Zijne Excellentie de Minister van Binnenland
sche Zaken en Landbotiw onmiddellijk gehoor
gaf.
In de bestuursvergadering van 29 April werd
besloten nog even toe te zien alvorens om kras
sere maatregelen werd gevraagd, in de hoop,
dat de ziekte misschien zou tot staan komen en
zich tot enkele gevallen bepalen.
Helaas was dit niet het geval, ze bleef toe
nemen, zoodat door het hoofdbestuur in zijne
vergadering van 9 Mei d.a.v. werd goedge
vonden, dat het Dag. bestuur zou verzoeken,
om den invoer van herkauwende dieren en var
kens, uitgezonderd die voor de slachtbank be
stemd, te verbieden en de consequenties, welke
aan zulk een verzoek vastzitten, te aanvaarden.
Dit verzoek werd dan ook verzonden op 12
Mei, met als resultaat, dat bij besluit van 16
Mei d.a.v. met ingang van 18 Mei den invoer
van deze dieren naar ons eiland werd verboden.
Dat het bestuur goed had gezien, bleek spoedig
duidelijk, toen in vele streken van ons land,
doch vooral in het vee-rijke Zuid-Holland, de
tongblaar in ontstellende mate toenam en van
een zoodanigen ernstigen aard bleek te zijn, dat
vele dieren er aan bezweken, met als gevolg,
dat ook meerdere nog vrije gebieden het ver
zoek deden ook daar den invoer te verbieden.
Wij hadden gehoopt, dat deze maatregelen door
onze leden zouden zijn gewaardeerd en tevens,
dat zij in alle opzichten hunne medewerking aan
de uitvoering van dit besluit zouden hebben
verleend, doch helaas is onze ervaring anders.
Het spijt ons te moeten vernemen, dat in onze
schatting hoogstaande Flakkeesche en ook Goe-
reesche boeren, eenvoudige kooplieden weten
over te halen om voor hen kalvers en biggen
binnen te smokkelen, met de kans, dat de ge
vaarlijke ziekte daarmee Flakkee wordt binnen
gehaald, zooals het geval is, door den invoer
op het Goereesche hoofd door C. Hagens te
Dirksland bewerkstelligt. Wij meenen, dat der
gelijke landbouwers moreel even schuldig zijn,
ja meer nog dan de kooplieden, die enkel op
eenige guldens winst belust zijn. Ons werd mee
gedeeld, dat aanvoeren plaats hebben op het
Stadsche gors, 't Plaatsche steiger, de Sluis-
haven, Battenoord' en zelfs enkele dagen ge
leden nog te Herkingen. Ook werden ons namen
genoemd van enkele dezer gewetenlooze koop-
door
i H. KINGMANS.
26)
„Laat ons er niet meer van spreken", zei
mevrouw Van Leeuwen, die inderdaad zéér op
Hertha gesteld was. „En. dominé moest wijzer
'zijn. Wat kan dat nu schelen, wat de zuster in
haar particulieren tijd doet 7"
„Het kan dominé Van Laan ook weinig
schelen. Maar hij moest toch wat doen, als
kerkvoogden het hem zeggen. Ik zou ze liever
„Basta nu verder", vond mevrouw. „Zuster,
wij rekenen Maandagavond op u. Alfred, och
pardon, ik ben dat zoo gewoon te zeggen,
dokter Van Stralen komt 's middags."
HOOFDSTUK XII.
Hertha krijgt een sterk vermoeden.
De kleine oogen van dokter Van Leeuwen
glunderden.
„Een weinig meer eerbied voor de weten
schap, zuster zeide hij. „LI moet er niet zoo
kleineerend over spreken."
„U vergist u, dokter", protesteerde Hertha.
„Ik denk er niet klein over. k Heb immers
de gezegende resultaten van de wetenschap van
nabij meegemaakt Ons verschil is alleen, dat
u het accent anders legt dan ik. Voor mij komt
de Bijbel in de eerste plaats, de wetenschap
in de tweede."
,,'t Is sterk", meende de dokter, die naar zijn
neef, Alfred van Stralen keek, als om diens
instemming met zijn woorden te vernemen.
Maar dokter Van Stralen, dien middag op
Zeeduin gearriveerd, om er de Kerstdagen door
te brengen, staarde in het bezielde gelaat van
Hertha, die met haar dokter in dispuut was
geraakt en geen kamp gaf.
„U moet mij niet kwalijk nemen, dokter, maar
ik kan het niet anders zien. 't Is een logisch
gevolg van mijn levens- en wereldbeschouwing,
die naar ik meen, de eenig juiste is en moet
zijn. En slag op slag blijkt, dat de wetenschap
zich vergissen kan. Durft u nog volhouden, na
de laatste publicaties, dat de inenting met koe
pokstof geen verkeerde gevolgen hebben kan
„Een dwaas, die dat volhoudt", meende hij.
„Maar
„Pardon, dokter. Tóch heeft de wetenschap
gezworen, dat de behandeling absoluut gevaar
loos is. Tengevolge daarvan heben wij zelfs
den indirecten vaccinedwang gekregen. Thans
moet men erkennen, het verkeerd ingezien te
hebben. Dat is natuurlijk niet erg en het eert
de wetenschap, dat zij haar vergissing erkent.
Maar dan moet zij niet zoo hoog van den toren
blazen."
Dokter Van Leeuwen kon er weinig op ant
woorden. Persoonlijk had hij nooit zulke hooge
verwachtingen van de vaccinatie gehad, maar
het was volkomen waar, dat de medische we
tenschap er steeds anders over gedacht had, tot
zij door de feiten gedwongen werd, haar ver
gissing te erkennen.
„De ongeloovige wetenschap doet niet dan
critiek op den Bijbel uitoefenen, maar slag op
slag blijkt, dat de feiten, in den Bijbel vermeld,
waarheid zijn. Hebt u gelezen, gister in de
krant, wat de onderzoekingen in Ur der Chal
deeën hebben uitgewezen
Dokter Van Leeuwen had het niet gelezen,
maar Alfred van Stralen knikte bevestigend.
„De Engelsche onderzoekingsexpeditie", ging
Hertha voort, „heeft een dikke aard- of modder
laag ontdekt, die er op wijst, dat er in vroeger
eeuwen een groote vloed moet zijn geweest.
Welnu, de Bijbel vertelt ons van den zond
vloed, die de aarde verdelgde met al wat er
op en in was, uitgezonderd de menschen en
dieren in de ark van Noach."
,,'t Is slechts een veronderstelling van de
geleerden daar", zeide dokter Van Stralen. „Het
kan een vergissing zijn, al maakt men er nog
zoo'n ophef van. U kent waarschijnlijk de his
torie van de opgravingen te Gozel, een paar
jaar geleden. Dat moet ook reusachtig bedrog
geweest zijn."
„Ik weet het wel, dokter. Ik overschat de
woorden van deze nieuwe mededeeling niet. Het
laat mij in zekeren zin koud, of de wetenschap
dit vertelt of niet vertelt. Voor mij staat het
vast, dat de zondvloed er geweest is. Om de
eenvoudige reden, dat de Bijbel het ons leert.
Het is alleen verblijdend, dat zoo vaak de Bijbel
gelijk krijgt van de wetenschap, niettegenstaande
alle critiek. Maar aan den anderen kant is het
bedroevend, dat zij niet het hoofd buigen wil
voor de autoriteit van dien Bijbel. In het zieken
huis heb ik als patiënt gehad een doctor in
de wis- en natuurkunde. Wij hebben heel wat
afgepraat. De hemelvaart van den Heere Jezus
kon niet bestaan hebben, beweerde hij, daar
zij in strijd is met de wetten van de zwaarte
kracht. Alsof die wetten voor een almachtig
God geldenEr staat in den Bijbel, dat het
voor„ de verstandigen en wijzen verborgen is,
maar voor de kinderkens geopenbaard. Wij
moeten kinderlijk, eenvoudig gelo oven. De
geloovige geleerde doet dat ook. Hij vorscht,
hij onderzoekt, maar als hij het niet weet, zegt
hij niet in verwatenheid, dat de Bijbel ongelijk
heeft, maar belijdtik weet het niet, doch
God is groot."
Hertha sprak met zulk een warmte en gloed,
dat haar drie toehoorders, al of niet met hun
wil, vol belangstelling luisterden.
„Dominé Van Laan moest u zoo eens hooren
Ik snap dat niet, zuster. Hij is toch theoloog
Hecht u dan aan zijn woorden geen waarde?"
vroeg dokter Van Leeuwen.
„Dominé Van Laan is modern predikant, dat
wil zeggen: hij staat op Schrift-critisch stand
punt. Hij haalt het hart uit den Bijbel. Maar
dan is de Bijbel een dood ding, terwijl hij juist
levend is. Ik schat dominé Van Laan als mensch
zéér hoog, dat weet u, maar als predikant kan
hij mij niet bekoren. Hij geeft den menschen
steenen in plaats van brood. Vandaar, dat er
geen kerkgangers zijn. Men wil iets anders, iets
beters. Ik word het eiken dag gewaar."
„Zou je wel gedacht hebben, Alfred, dat je
een soort evangeliste naar Zeeduin gezonden
hebt vroeg dokter Van Leeuwen zijn neef,
die met verbazing naar Hertha zat te luisteren.
,,'t Is toch werkelijk waar. Er zijn er, die het
kwalijk nemen. Ik niet. Het kan mij niet schelen.
De menschen worden er niet slechter van, zeg
ik altijd. En 'k heb graag goede dorpelingen."
„Ik wist wel, dat zuster Van Landen nog al
geprononceerd dacht", antwoordde de ander.
„Dat heb ik in het ziekenhuis wel eens be
merkt."
„Preekte u daar ook, zuster
Hertha glimlachte vroolijk, daar zij wel wist,
dat dokter Van Leeuwen het niet spottend
bedoelde.
„Ik preekte er nie|, dokter. Evenmin als ik
dat hier doe. Dat is het werk van een predikant
en dan toch nog alleen in de kerk, naar mijn
meening. Maar mijn overtuiging heb ik in het
ziekenhuis nooit onder stoelen of banken ge
stoken, al ging het niet altijd even gemakkelijk,
't Is ten slotte toch ook veel eerlijker, voor zijn
overtuiging uit te komen, vindt u ook niet
„Ongetwijfeld. Ik houd van zulke menschen,
al ben ik het vierkant met u oneens", zeide
dokter Van Leeuwen.
„Het spijt mij zeer, dat u het niet met mij
eens is", vond Hertha. „Niet om mij, maar om
uzelf. U zegt wel: He menschen worden er niet
slechter van en dat is ook zoo, zij worden er
integendeel beter van, maar u persoonlijk kan
■het weinig schelen. En dat is van veel meer
belang."
„Laat ons daarover niet gaan twisten, zuster.
Wij spraken er meer over. Ik respecteer uw
meening ten volle en meen, dat godsdienst voor
sommigen, misschien wel voor vele menschen
goed en noodig is, willen zij niet ten onder gaan.
Ik heb ook in mijn practijk wel lieden ontmoet,
die het beslist niet zonder godsdienst stellen
konden. A la bonheur, laat ze hun gang gaan.
Ik hou ze heusch niet tegen. Maar men moet
van mij niet verlangen, dat ik hun opvattingen
navolg en verdedig. Ik heb er niet het minst
behoefte aan. Vindt ge mij zoo slecht, zuster
Hertha glimlachte droevig.
„Neem mij niet kwalijk, dokter, maar u geeft
blijkt, niet te begrijpen, waarom het gaat. Ik
vind u niet slechter dan andere menschen en
vele andere menschen niet slechter dan u. Dat
is ook de vraag niet. Als het er op aankomt,
zijn zij allen even slecht, omdat
„Hoor je dat, Alfred 't Is, omdat jouw en
onze beschermelinge, zuster Van Landen, het
zegt, anders werkten wij haar de deur uit. Ons
zoo in ons gezicht te laten zeggen, dat wij
slecht zijn."
„Zuster meent het zoo kwaad niet", vergoe
lijkte dokter Van Stralen. „Zij geeft eerlijk
haar opinie weer en dat stelt u, naar uw eigpn
woorden van zooeven, op prijs."
„O wee, nu valt mijn eigen neef mij ook af
verzuchtte de dokter van Zeeduin. „Is dat uit
galanterie, Alfred
Zijns ondanks kleurde de assistent uit het Rot-
terdamsche ziekenhuis, wat mevrouw Van Leeu
wen, die hem reeds eenigen tijd had gadege
slagen, zeer wel opmerkte.
„Galanterie is heel iets anders", merkte dokter
Van Stralen dan op. „Ik geloof inderdaad, dat
de zuster het meent."
„Ongetwijfeld" viel Hertha lifl,. ,jlk meen
zeker, dat alle menschen van nature slecht zijn.
En dat zeg ik niet. Dat leert de Bijbel mij. Wij
allen, zonder ook maar een enkele uitzondering,
hebben een zondige ziel, die alleen door het
geloof in Jezus Christus kon gereinigd worden."
Er viel even een pijnlijke stilte, die verbroken
werd door dokter Van Leeuwen, toen hij op
merkte: „Van uw standpunt beschouwd, kunt
ge gelijk hebben, zuster. Maar wie niet op
bijbelsch standpunt staat, denkt er natuurlijk
niet zoo over. Wij moeten dat van elkaar kun-