m
ER
li
u.
L UIT HET WOORD J
C. WARNAER, Dirksland; Ds. A. DEKKER, Nieuwe Tonge; en Ds. C. VAN DER WAL, Dirksland, Eindredacteur
1 O
lURfl"
ItDBOUU)
^EN
PREDIKBEURTEN
ALLERLEI
ONDER REDACTIE VAN
le_r
straat 70
E ME IJ-
BOER
rdatn
OP ZONDAG 20 APRIL 1930
r VOOR DEN ZONDAG ~l
258
ouwerfj
R'dam
1005 en 119'
m
telt, reuk en
en.
Voor weder'
rdam.
LEF. 10807
iet Boekhoud'
ficieel erkende
i in Nederland
ing
by reclames
Is om zijn goede
ook.
.f55,-
f 30,— en hooger
f
f 5,90
KEN CADEAU
AM, Tel. 55121
NED. HERV. KERK.
Somïnelsdijk, v.m. Ieesdienst en 's av. Ds. van
Ameide.
Middelharnis, v.m. en 's av. de heer Dekker
van Bleiswijk.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs en
n.m. Ieesdienst.
Den Bommel, v.m. 9.30 uur Ds. van Ameide
van Sommelsdijk.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 Ieesdienst en s av.
6 uur Ds. Polhuijs van Stad aan 't H.
Oude Tonge, v,m. Ds. Vlasblom en n.m. Iees
dienst.
Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 Ieesdienst en s av.
6 uur Ds. Dekker (bev. lidmaten).
Herkingen, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur de heer
Overweel (beide diensten collecte G.Z.B.)
Goedereede, v.m. Ds. Dekker van Nieuwe Ton
ge (bev. lidmaten).
Ouddorp, v.m. Ieesdienst en n.m. Ds. Dekker
van Nieuwe Tonge.
GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. en 's av. Ds. van Velzen
van Doesburg.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. en 's av. Ds. de
Graaff.
Den Bommel, v.m. en n.m. Ds. Schaafsma.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en s av. 6 uur Ds.
de Lange,
O 'd-^orp, v.m. 'en n.m. Ieesdienst.
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, v.m. en 's av. Ieesdienst.
Dirksland, v.m. »en 's av. Ds. de Blois.
Herkingen, v.m. 9.30, n.m. 2 en 's av. 6 uur
Ieesdienst.
Ouddorp, v.m. en n.m. Ieesdienst.
Dinsdagavond 6.30 uur Ds. Barth van Borssele.
OUD-GEREF. GEMEENTE.
Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur Ieesdienst.
PREDIKBEURTEN OP MAANDAG
21 APRIL 1930.
(2e Paaschdag),
NED. HERV. KERK.
Sommelsdijk, v.m. Ds. van Ameide.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs.
Ooltfijensplaat, geen dienst.
Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 uur Ds. van der
Wal van Dirksland.
Herkingen, v.m. 9.30 de heer Overweel.
Ouddorp, v.m. Ieesdienst.
GEREP. KERK.
Middelharnis, v.m. Ds. van Velzen van Does
burg.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. de Graaff.
Den Bommel, v.m. Ds. Schaafsma.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 uur Ds. de Lange.
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, 's av, 6.30 uur Ds. de Blois van
Dirksland.
Dirksland, v.m. Ds. de Blois.
Herking'en, v.m. 9.30 uur Ieesdienst.
Van de overige gemeenten geen opgaaf.
STICHTELIJKE OVERDENKING
HET PAASCHWONDER.
Want gij zijt geslacht en hebt ons
Gode gekocht met Uw bloed.
Openb. 5 vs. 9.
Als dit blad, voor den Zondag bestemd, reeds
voor den Goeden Vrijdag verschijnt, vertoeven
wij nog in den geest bij het lijden en sterven
van den Heiland, terwijl na enkele dagen de
diepe droefheid veranderd is in groote blijd
schap.
Verslagenheid heerscht in de harten, als de
Gekruisigde het hoofd buigt en den geest geeft
en het schijnt bewaarheid wat in Petrus' ge
moed omginghij ging mede om het einde
te zien.
Zietdaar de stemming der gevluchte discipe
len, die straks bijeen zijn om alles met elkaar in
droefheid te overwegen en te verhalen. Het is
geschied, Zijn leven en ook Zijn lijden is uit.
Alles heeft afgedaan. Groot is de teleurstelling.
Maar zietop den Paaschmorgen klinkt daar
de jubeltoonHij is opgestaan't Is niet in
te denken, t Is voor het verstand ongelooflijk.
Maar gaandeweg wordt het bericht meer en
meer verbreid en ten stelligste bevestigd. Im
mers is Hij van Simon gezien Straks vernemen
de vrienden, dat nog meerderen Hem met eigen
oogen hebben aanschouwd, en die verre staan
komen nabij, en die ongeloovig zijn worden
geloovig, en die geen gehoor slaan aan de
geruchten en berichten wordien door de daden
en de feiten overtuigd.
Zou het waar zijn vraagt menig wijze dezer
eeuw. 't Kan niet waar zijn, antwoordt hem
zijn geestverwant, zonder te letten op het een
voudige onopgesmukte verhaal, dat kort na
deze gebeurtenis is opgesteld door ongeletterde
menschen, die er vol van waren. Wij vragen
hen, zou het mogelijk zijn, dat dergelijke ge
schriften door het toen levend geslacht zoo
gretig zijn bewaard en in den beginne zoo
ijverig zijn gelezen, indien het leugens waren
Wat te denken van Lukas, die alles van den
beginne naarstig heeft onderzocht, naar luid
van zijn eigen getuigenis
Hier zien wij dan ook vervuld de profetie,
dat alles wat uit Gcü js, op tegenstand stuit.
Maar dit verwondert ons niet, want Zelf heeft
de Heere gezegd: Ik zal vijandschap zetten
Niemand minder dan God zet deze vijandschap
tusschen Zijn waarheid en des duivels leugen.
InderdaadHij is opgestaan. Hij heeft den
dood verslonden tot overwinning, is dus de
yverwinnaar op den dood, en de Eersteling uit
e o°oden. Maar dit historisch feit, waarop
heil voor Gods volk gegrond, heeft dan
ook een diepe beteekenis. Want als Hij den
dood te niet gedaan heeft, en de macht bleek
te bezitten om het leven af te legden en het
wederom terug te nemen, dan blijkt Hij meer
te zijn dan een gewoon mensch, die gestorven
zijnde niet wederkeert.
Ons tekstverband zegt in overeenstemming
met het Evangelie, dat Hij was het Lam Gods
voor ons geslacht. Gij hebt ons Gode gekocht
met Uw) bloed. Zietdaar de waarheid Gods,
welke geen bewijzen van buiten noodig heeft
voor 's Heeren volk, omdat dit volk door den
Heiligen Geest in de waarheid is ingeleid. Deze
waarheid maakte hen vrij van de beklemmende
banden der zondeschuld en des doods. Christus
is opgestaan, ook zij zullen opstaan. Hij is
voor hen de Opstanding en deswege het Leven.
Door lijden en dood heen heeft Hij dit ver
worven. Nu deelt Hij de genadegaven uit aan
een volk, dat van nature naar Hem niet vraagt,
Hem niet kent, Hem niet dient, Hem tot Koning
niet begeert.
Want Gij zijt geslacht als het Lam, dat de
zonde der wereld wegneemt. De zonde „der
wereld", want Zijn offer is algenoegzaam. Gij
hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, zietdaar
het getuigenis der geloovigen, die deze weldaad
van Christus aannemen. En ten bewijze, dat
God de Vader een welbehagen had in den dood
Zijns Zoons, in Zijn Zelfovergave voor een
wereld verloten in schuld, is Hij opgewekt
opgestaan, len verhevenl boVen allen, gezeten
aan de rechterhand Gods.
Daar bewijst Hem een iegelijk eer, en zingen
de gezaligden Zijn lof. De hemel weergalmt
van den veelvuldigen lof des Heeren vanwege
de verdienste, vanwege het volmaakte werk
van Christus.
Mijn lezer, het is Paaschfeest. Stel U voor
de vraag wat- dit voor U beteekent. Weet gij
wel eens wat het in het algemeen» zeggen wil
Deze conrant komt in menige handen. De gods
dienstige menschen vinden deze laatste vraag
overbodig. Zij zouden er van schrikken op het
zien van het getal der onwetenden. De Joden
waren desgelijks. Het oude volk heeft eeuwen
gekend, waarop het Paaschfeest niet werd ge
vierd naar behooren. Hiskia bracht omstreeks
720 v. Chr. verandering, doch ziet, men zonk
in het heidendom terug. Josia deed precies een
eeuw later als Hiskia, doch van blijvenden
invloed was het niet. Vraag nu eens in ons
„Christelijk" Nederland, wat beteekent Paschen
Vraag het aan de jeugd der Openbare School,
negentig procent weet het niet't Is ontstellend
Dat is de dankbaarheid voor het heilswerk van
Hem, die Zich liet kruisigen en Zijne ziel uit
stortte in den dood Van Israel staat geschre
ven: „Zij zongen Zijnen lof, maar vergaten
haastig Zijne weldaden." Hij gaf hun Zijne
wetten, ja zoo heeft Hij aan geen volk gedaan,
maarZijne wegen die kennen zij niet.
Geachte lezermet Paschen gedenkt de
Christenheid aan de opstanding des Heeren
Jezus. Ook de mensch moet opstaan uit zijn
zondengraf. Dan zal hij Christus zien als de
beloofde Messias, als de Redder der wereld,
als de Rechter uwer onsterflijke ziel. Dan zult
gij, gelijk al des Heeren volk, het Paaschfeest
verstaan. Let wel, verstaan. Begrijpen zult gij
het niet. Begrijpen zult gij het nooit. Maar ver
staan zult gij het in dezen zin, dat Christus
den dood moest overwinnlen, om ons van den
eeuwigen dood te bevrijden. Hoewel deze fon
damentsteen door de wijze bouwlieden ter zijde
is geworpen, gelijk nog geschiedt, is Hij des
niettegenstaande door God gelegd als de hóek-
steen, waarop het gebouw van Gods gunst
bewijzen rust.
Wie dit niet gelooft, loopt zich tegén Hem
te pletter, want wie zich aan dien steen stoot
zal verpletterd worden, en op wien hij valt,
dien zal hij vermorzelen. Doch wie Hem uit
vrije genade mag aannemen, roemt in Hem,
ziende dat hij losgekocht is uit 's vijands macht,
,en juicht: Gij zijt voor ons geslacht, en hebt
ons Gode gekocht met Uw bloed.
G. v. d. Z.
OUDE TONGE.* D.V. Vrijdag 25 April,
des avonds half 7 uur, hoopt in de Oude Sch.
alhier op te treden de WelEd. Heer L. S. den
Boer van Apeldoorn.
NIEUWE TONGE. De heer J. van der Linde
te Utrecht heeft zijn benoeming tot tijd. onder
wijzer aan de O. L. School alhier niet aan
genomen.
De heer J. Kok te Ridderkerk, die zijn
benoeming tot onderwijzer aan de O. L. school
alhier aannam, hoopt 1 Mei a.s. in functie te
treden.
DIRKSLAND.* Ds. A. de Blois alhier ont
ving een beroep naar de Geref. Gemeente te
Den Haag.
HERKINGEN. Door B. en W. is aan de
Vereeniging „Een School met den Bijbel voor
de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Her
kingen" vergunning verleend tot het bouwen
van een school met 2 lokalen op een perceel,
gelegen aan den Kaaidijk.
NIEUWS VAN HET ZENDINGSVELD.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest meldt ons
Zooals men weet is er groot verschil in karak
ter, maar ook in resultaten van den Zendings-
arbeid onder Mohammedanen in vergelijking
met dien onder animistische heidenen. De Islam,
hoewel in afkomst en in sommige wezenstrekken
het naast aan het Christendom verwant, biedt
daaraan toch juist den krachtigsten tegenstand.
Van des te meer beteekenis zijn enkele merk
waardige berichten, welke er in den laatsten
tijd van West-Java komien, vooral omdat, zoo
als bekend is, het Mohammedanisme onder de
Soendaneezen van West-Java veel dieper wortel
heeft geschoten dan onder de Javanen van Oost-
Java.
Niettegenstaande dat zijn er toch verleden jaar
alleen in Garoet 42 personen tot de gemeente
toegebracht, waarbij 14 volwasserien. Dat getal
is het grootste, dat daar in 30 jaar bereikt is
en er is daarmee geen stilstand ingetreden, want
12 anderen bereiden zich eveneens voor tot den
Doop. Onder de gedoopOen is ook een oud
leerling van de Holl. Inl. Zendingsschool, die
nu zelt als onderwijzer aan een andere Zen
dingsschool is verbonden en hij is reeds de derde
onderwijzer van die H. I. S. afkomstig.
Onder de nieuwe Christenen is ook een Chi
nees, die vroeger rijk was en die meer dan 30
jaar samen met zijn vrouw gedobbeld had, soms
dagen achtereen. Hun docütertje van 12 jaar
ging op de Zendingsschool en vertelde thuis van
wat zij daar gehoord had. Bij het behandeleD
der tien geboden was ook het dobbelen ter
sprake gekomenen ook dat had het kind aan
haar vader en moeder verteld. Eerst had de
man er slechts met een glimlach op geantwoord,
maar hij was er toch over gaan nadenken. En
toen nog later het kind was thuisgekomen met
de boodschap, dat zij Christen wilde worden,
had dat de ouders zóó getroffen, dat zij de-
samenkomsten waren gaan bezoeken met het
boven vermelde gevolg.
Een ander geval was dat van Soehardja, nu
een ijverig colporteur en evangelist, die zelf
ook door de colportage gewonnen is. Want
op een dag naar huis gaande zag hij lezende
schoolkinderen, die hem op zijn vraag wat zij
lazen, naar een colporteur verwezen. Bij dezeD
man "besteedde hij zijn heele rijkdom ten bedrage
van ruim dertig cent aan boekjes. En door de
vragen, welke deze bij hem wekten, kwam hij
in aanraking met een goeroe, die hem voor het
Christendom wist te winnen.
Zoo worden er ook van den Mohammedaan-
schen bodem telkens vruchten gewonnen.
MIJNHEER VAN DER GRIM.
Op een kouden, donkeren winteravond gingen
we op huisbezoek.
Mijn ouderling en ik.
We moesten wezen bij een man, van wien
iedereen zeide, dat hij een zuur mensch was;
ontevreden met ieder en met alles. Een man,
over wiens liefde de apostel Paulus den Heere
zeke( niet zou hebben gedankt, zoo dikwijls
hij zijner gedacht; en zooals we immers weten,
was Paulus al spoedig bewogen om den Heere
vanwege de menschen te danken. Maar de apos
tel zou het stellig niet hebben gedaan voor
mijnheer van der Grim, zoo dikwijls als hij zijner
gedacht; die aan zijn ontevredenheid over ieder
en alles uiting gaf in den meest zuren en
wrangen vorm.
We waren er dien avond al op voorbereid,
dat we ook ditmaal veel zurigheid te proeven
zouden krijgen; en dat we dik onder het stof
van den afbraak zouden komen te zitten.
Onze voorgevoellens bedrogen ons niet.
Hij was dien avond weer zoo ongenietbaar
als zoutzuur.
Hebt ge wel eens zoutzuur geproefd, lezer
Nu, dan hebt ge er eenig idee van, hoedanig
mijnheer van der Grim dien avond wel was.
Hij was geen S.D.A.P.'er; in dat gezelschap
zélfs zou men hem niet hebben willen acceptee
ren; hij was zelfs voor dat soort van menschen
te zuur. Niet uit kracht van zijn rechtzinnig
beginsel, doch wel uit kracht van zijn weinig
liefelijk humeur behoorde hij wel terdege tot
het soort, dat alt if d pruttelt. Hij
was zuur, hij was hard, hij was ontevreden
en zoo hij overleden ware, zou er weinig liefde
aan hem verloren zijn gegaan,
Zoo oud als ik word, vergeet ik dien avond
niet weer.
Wat hebben we met z'n beiden een zure
dingén op moeten eten; mijn broeder ouderling
en ik. Mijn broeder ouderling was weinig van
zeggen. Maar wanneer hij iets zei, dan was
het ook raak. Hij was een Nathanaël, een man
zonder bedrog; met een hart van goud, maar
kort van stof; kort aangebonden.
We zijn dien avond gelukkig weer te boven
gekomen. Wat is dat al een jaren geleden
De Heere moet Zijn dienstknechten dikwijls
als in den kuil der leeuwen bewaren. Sommige
christenen kunnlen hun ambtsdragers soms zoo
knauwten en lurven. Wijlen Ds. Hoekstra sprak
eertijds niet ten onrechte van domineesknauwers.
Een eeretitel is. dat niet.
We hebben mijnheer van der Grim dien avond
in allen gemoede onderwezen, wanneer er bij
ons dan maar zoo weinig naar zijn zin was, dat
hij dan niet beter kon doen dan zijn biezen te
pakken, en dit dan liefst haastelijk te doen;
en verder zijn welvaart en zaligheid maar
ergens elders te zoeken. Mijn ouderling vertelde
hem, wat zijn moeder vroeger gewoon was te
zeggen, wanneer haar kinderen ontevreden wa
ren, met wat moeder voor gedaan had. Dan
zeide zijn moeder: „staat het jullie niet aan,
zet het dan maar zeVen voeten van je af; want
iets anders geef ik je niet; ik ben overtuigd,
dat het goed is." En dat kon ze ook gerust
wel zeggen. Want ze deed haar best voor de
kinderen.
Mijnheer van der Grim met zijn zure onte
vredenheid is bij zijn onvolmaakte gemeente
gebleven.
Toen we buiten waren, zei mijn broeder
ouderling: „Zal ik u eens wat zeggen, dominee
„Die ontevredenheid is anders niet dan een
reactie van zijn geweten." Ge moest eens weten
hoe ontevreden de menschen spreken over dezen
man. Zijn ontevredenheid over ons zou ver
dwijnen als sneeuw voor de zon, wanneer hij
meer zijn best deed, zich de menschen tot
vrienden te maken, indien hij ze maar beter
bediende. Hij was geen prompte zakenman, die
de menschen waar naar hun geld gaf. Dit kwam
later meer en meer uit.
Daarom had mijn ouderling wel gelijk, toen
hij zeide: „Zijn ontevredenheid is e'en reactie
van zijn geweten". Er vielen vele aanmerkingen
op hem te maken. Dat wist hij ook wel. En dat
maakte hem tegen anderen zuur. Maar Van der
Grim bleef Van der Grim.
Er zijn zondaars, die zich niet bekeeren. En
dan zoeken ze het kwaad bij anderen in plaats
van bij zichzelf. Dat is wel jammer, vooral voor
henzelf; want ze worden steeds zuurder. En
anderen hebben er den last maar van,
H. W. L.
„ZIJN EEUWIG HUIS".
„Zijn eeuwig Huis!" Zijn eeuwig lang Tehuis!
Het is den mensch gezet; Eens zal hij sterven;
Eens zal hij rust door Christus' Kruis verwerven,
Of nooit meer rust door 't flikk'ren van het Kruis.
Maar dan, waarheen de levensweg hem leidt,
Rust of geen rust, hij gaat in de eeuwigheid.
In de eeuwigheid, de Alruimte zonder tijd,
Door uur of dag of jaar niet afgemeten,
Waarin men zelfs van eeuwen niet zal weten
Onvattelijke ontijd, toch werklijkheid
Waar 't altijd heden is, dies 't heden blijft
En wat bestaat, in zijn bestaan beklijft.
Ook 't eeuwig Huis blijft immer 't zelfde Huis
Wie Qod in Christus eenmaal zal ontmoeten,
Of wie om zijn opstandigheid zal boeten,
Treft eeuwig vloek of heil van 't Midd'laarskruis
Zooals de ziel eens staat voor haren Heer,
Zoo blijft zij en zoo eindt zij nimmermeer.
De jongeling verheff' zich op zijn kracht
De held veracht' het dreigen der gevaren
De wijze dring' op zij wat moog' bezwaren
En ieder zie in zich de bron van macht
Een tinkelbelletje, een scherp gefluit,
StopHier is 't eind van 't leven Dies er uit
Een korte rit beslist voor immermeer
En nooit een trefkans om terug te treden
Altijd vooruit in 't nimmer eindend heden I
In 't Satanshuis of 't Huis van God den Heer
Of 't leven ernst is Wie zijn ernst verstaat,
Hij weet wel, in wat eeuwig Huis hij gaat.
L
In t eeuwig Godshuis, 't eeuwig Vredehof,
Daar zijn veel woningen, bezette én leege
De leege beiden die tot God gestegen
Den weg gewezen wordt, waar klinkt Gods lof
Groot Eden, waar geen zonde 't heil verstoort,
Maar 't wonen in Gods licht Gods kind bekoort.
7 October 1929,
J. P. VERGOUWEN.
L
DE „ONONDERBROKEN
ARBEIDSWEEK".
In „Ger. Kerkblad van Dr. en Ov." schrijft I.
Revolutie, men weet het, beteekent in zuiver
Nederlandsch: omwfenteling.
Men is niet tevreden met de wentelingen van
het rad der geschiedenis, die het zich deden
voortspoeden of die den draad der geschie
denis zich deden afwentelen in een bepaalde
richting.
Men wentelt het rad terug. Men zal zelf nu
een geheel andere richting aangeven.
Men teekent gewelddadig protest aan tegen
het menschelijke dat onderdaad, geheel of
ten deele, mis kon zijn geloopen.
Maar men teekent altijd weer, tegelijkertijd,
geweldadig protest aan tegen het Goddelijke
tegen allerlei Goddelijke ordinantiën, vroeger
geëerbiedigd, nu gedoemd om voortaan te wor
den gewijzigd of vertreden.
Zóó ging 't in de Fransche revolutie óók
ten aanzien van den Zondag en de Zondags
viering.
De republikeinsche kalender werd door 't Na
tionale Convent bij besluit van 5 Oct. 1793 in
gevoerd.
Het jaar zou beginnen op den dag, dat de
herfst invalt: 22 Sept. Elke maand kreeg een
nieuwen naam (volgens 't haar kenmerkende:
wijnoogst-, regen-, sneeuwmaand, 'enz.) Ze
duurde 30 dagen. Vijf aanvullings-, tevens re
publikeinsche feestdagen, sloten dan 't jaar om
de 365 dagen vol te maken. Elke maand be
stond uit 3 „weken", ieder van 10 dagen (een
„decade", afgeleid van het latijnsche: decern
10). Zij eindigden in een rustdag; deze keerde
dus slechts om de tien dagen terug
Lang niet in geheel Frankrijk volgde men
deze ras gehate orde; de beschikkingen der
njenschen bleken dwaas, in vregelijking bij de
wijze beschikking van God.
Door een senaatsbesluit van 9 Sept. 1805
werd heel deze republikeinsche kalender weer
voor goed afgeschaft en keerde men tot onzen
Gregoriaanschen terug.
Zóó gaat 't nu weer in de Russische revolutie,
die al het Christelijke met fanatieken hartstocht
bestrijdt, die ook den historischen christelijken
rustdag niet langer duldt.
De bladen melden ons ongeveer het navol
gende. De Raad van volkscommissarissen van
de Sowjetunie heeft eenige algemeene beschik
kingen getroffen, die nog wel ter definitieve
goedkeuring zullen worden voorgelegd aan al
lerlei andere lichamiencomité's, organisaties,
arbeidersvergaderinjjen, enz., maar die toch
straks wel „kracht van gewijsde" zullen ver
krijgen, d.w.z.: allen zullen verplichten tot strikte
gehoorzaamheid.
Men wil hetzelfde aantal arbeidsuren en het
zelfde aantal rustdagen handhaven, dat nu reeds
in de Sowjetunie geldt. Maar toch is men tevens
uit op iets nieuws, n.l. de invoering van de
dusgenaamde „ononderbroken arbeidsweek".
Men bedoelt: een arbeidsweek van vijf dagen:
vier dagen arbeid en één dag rust. Maar dan
zóó, dat terwijl de eene rubriek arbeiders werkt,
de andere rust. Of, in éénzelfde vak: de eéne
ploeg arbeiders werkt, de andere rust. Eén
rusfdag voor allen is er dus in 't geheel niet
meer. En allerminst de oude christelijke
Hebben instellingen thans een zes-urigen
werkdag, dan zal bij de" invoering van den on
onderbroken arbeid die zes-urige werkdag tot
een zeven-urige worden opgevoerd.
De duur van den wekelijkschen rustdag mag
niet minder bedragen dan 39 uur.
Het geheel der rustdagen moet voor de ar
beiders, die de arbeidsweek van 5 dagen krijgen,
niet meer bedragten dan 72 per jaar, met in
begrip van de gewone verlofdagen.
De Christelijke „algemeene feestdagen" waren
tot nog toe (omdat 't volk er aan gehecht was)
„buitengewone" rustdagen.
Ze zijn nu, gelijk ook de Nieuwjaarsdag, af
geschaft.
Maar men heeft, in de plaats daarvan, zijn
revolutionaire hoogtij-dagen, n.l. 9 Januari (ter
herinnering aan den „Bloedigen Zondag" in
1905); 22 Januari (stertdag van Lenin); 1 en 2
Mei (het teest van de Internationale)7 en 8
November (verjaardag van de Uctober-revo-
lutie).
Allerlei bijzondere bepalingen zijn nog hier
omheen in 't leven geroepen.
De nieuwe regeling wordt verplichtend ge
steld en met dwang ingevoerd, opdat zij volledig
in werking zij op den 1 December a.s.
Volcjens onze christelijke overtuiging moeten
we over den arbeid ais zoodanig tweeërlei op
merking maken naar de Schrift.
Vooreerst: de arbeid is een zegen, een onuit
sprekelijke groote en rijke zegen van den Al-
machtigen, Alwijzen en Algoeden God.
Maar: op den arbeid rust om der zonde wil
de vloek, die op heel de aarde, heel de mensch-
heid en al het menschelijke rust, na den val.
Daarom wordt voor arbeid, arbeidskracht, ar-
beidsvrucht uit duizenden bij duizenden monden
en harten gedankt.
Daarom werd en wordt óók door de ontelbaar
velen onder arbeidslasten en moeiten en ellenden
gezucht en geschreid. In de slavernij werd de
arbeidsdwang tot 'n gruwel voor God.
Maar nu is dit 't opmerkelijke, wanneer de
mensch van God afwijkt en van het Woord en
van de Wet, verliest hij den zegen en vermeer
dert hij dien vloek.
Althans in zeer vele gevallen tenzij Gods
algemeene genade nog verhinderend en beteuge
lend en verzachtend tusschen beide treedt.
Ook deze Russische regeling schijnt mij ver
zwaring van den vloek.
Al was 't alleen maar op dit punt maar 't
is een punt van ontzaglijk groot gewicht- dat
de ééne rustdag voor allen vervalt.
„De wekelijksahe rustdag" (zoo meldt 't
communiqué) „wordt den arbeiders volgens
rooster op verschillende dagen gegeVen."
Daarmede is de rust van den rustdag weg.
De één werkt 's Maandags tot Donderdags en
rust op Vrijdag.
De ander van Dinsdag tot Vrijdag en rust
op Zaterdag. En zoo voort.
Als de één rust, arbeidt de ander. Want de
arbeid (als 'n nieuwe god gediend moet on
onderbroken voortgaan
Zóó decreteert het de nijverheidsmensch van
deze verindustrieelde, vertechnischte eeuw I
Maar onafwendbaar gevolg is: de rust van
den „rustdag" is verdwenen
Daarmee: de gezelligheid, het menschelijke
blijdschapselement in de Zondagsviering.
En bovenal de geestelijke gedachte: de dag
Gods, de dag aan Gods dienst gewijd - hij
wordt door deze stoute, toch welbewust al-
christelijke en anti-christelijke beschikkingen,
zooveel aan den mensch staat, vernietigd.
Dat is het schandelijke anti-religieuze elem'ent
in deze overigens sociale wetgeving.
We zullen moeten afwachten, of het zal
blijken te zijn van blijvenden aard.
Of het bevalt en of het beklijft.
De Heere regeert.
Maar uit ons hart welf de bede omhoog: be
waar ons, almachtig en barmhartig God, voor
zulken menschelijken overlastVoor 'n Overheid
die haar plaats onder U niet kent en zoo
schandelijk tegen U ageert
David wist het al: Als we in eenig opzicht
lijden moeten, is het beter in handen van den
Heere God te vallen, dan in de handen van
menschen
VAN OPENBARE TOT CHR. SCHOOL.
Te Tubbergen (O.) zal de in aanbouw zijnde
openbare lagere school met ingang van 1 Sept.
a.s. door den Kerkeraad der Ned. Herv. Gem.
worden aangenomen, om dan te zijn een Chr.
School voor lager onderwijs.