m ER li u. L UIT HET WOORD J C. WARNAER, Dirksland; Ds. A. DEKKER, Nieuwe Tonge; en Ds. C. VAN DER WAL, Dirksland, Eindredacteur 1 O lURfl" ItDBOUU) ^EN PREDIKBEURTEN ALLERLEI ONDER REDACTIE VAN le_r straat 70 E ME IJ- BOER rdatn OP ZONDAG 20 APRIL 1930 r VOOR DEN ZONDAG ~l 258 ouwerfj R'dam 1005 en 119' m telt, reuk en en. Voor weder' rdam. LEF. 10807 iet Boekhoud' ficieel erkende i in Nederland ing by reclames Is om zijn goede ook. .f55,- f 30,— en hooger f f 5,90 KEN CADEAU AM, Tel. 55121 NED. HERV. KERK. Somïnelsdijk, v.m. Ieesdienst en 's av. Ds. van Ameide. Middelharnis, v.m. en 's av. de heer Dekker van Bleiswijk. Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs en n.m. Ieesdienst. Den Bommel, v.m. 9.30 uur Ds. van Ameide van Sommelsdijk. Ooltgensplaat, v.m. 9.30 Ieesdienst en s av. 6 uur Ds. Polhuijs van Stad aan 't H. Oude Tonge, v,m. Ds. Vlasblom en n.m. Iees dienst. Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 Ieesdienst en s av. 6 uur Ds. Dekker (bev. lidmaten). Herkingen, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur de heer Overweel (beide diensten collecte G.Z.B.) Goedereede, v.m. Ds. Dekker van Nieuwe Ton ge (bev. lidmaten). Ouddorp, v.m. Ieesdienst en n.m. Ds. Dekker van Nieuwe Tonge. GEREF. KERK. Middelharnis, v.m. en 's av. Ds. van Velzen van Doesburg. Stad aan 't Haringvliet, v.m. en 's av. Ds. de Graaff. Den Bommel, v.m. en n.m. Ds. Schaafsma. Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en s av. 6 uur Ds. de Lange, O 'd-^orp, v.m. 'en n.m. Ieesdienst. GEREF. GEMEENTE. Middelharnis, v.m. en 's av. Ieesdienst. Dirksland, v.m. »en 's av. Ds. de Blois. Herkingen, v.m. 9.30, n.m. 2 en 's av. 6 uur Ieesdienst. Ouddorp, v.m. en n.m. Ieesdienst. Dinsdagavond 6.30 uur Ds. Barth van Borssele. OUD-GEREF. GEMEENTE. Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur Ieesdienst. PREDIKBEURTEN OP MAANDAG 21 APRIL 1930. (2e Paaschdag), NED. HERV. KERK. Sommelsdijk, v.m. Ds. van Ameide. Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs. Ooltfijensplaat, geen dienst. Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 uur Ds. van der Wal van Dirksland. Herkingen, v.m. 9.30 de heer Overweel. Ouddorp, v.m. Ieesdienst. GEREP. KERK. Middelharnis, v.m. Ds. van Velzen van Does burg. Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. de Graaff. Den Bommel, v.m. Ds. Schaafsma. Ooltgensplaat, v.m. 9.30 uur Ds. de Lange. GEREF. GEMEENTE. Middelharnis, 's av, 6.30 uur Ds. de Blois van Dirksland. Dirksland, v.m. Ds. de Blois. Herking'en, v.m. 9.30 uur Ieesdienst. Van de overige gemeenten geen opgaaf. STICHTELIJKE OVERDENKING HET PAASCHWONDER. Want gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed. Openb. 5 vs. 9. Als dit blad, voor den Zondag bestemd, reeds voor den Goeden Vrijdag verschijnt, vertoeven wij nog in den geest bij het lijden en sterven van den Heiland, terwijl na enkele dagen de diepe droefheid veranderd is in groote blijd schap. Verslagenheid heerscht in de harten, als de Gekruisigde het hoofd buigt en den geest geeft en het schijnt bewaarheid wat in Petrus' ge moed omginghij ging mede om het einde te zien. Zietdaar de stemming der gevluchte discipe len, die straks bijeen zijn om alles met elkaar in droefheid te overwegen en te verhalen. Het is geschied, Zijn leven en ook Zijn lijden is uit. Alles heeft afgedaan. Groot is de teleurstelling. Maar zietop den Paaschmorgen klinkt daar de jubeltoonHij is opgestaan't Is niet in te denken, t Is voor het verstand ongelooflijk. Maar gaandeweg wordt het bericht meer en meer verbreid en ten stelligste bevestigd. Im mers is Hij van Simon gezien Straks vernemen de vrienden, dat nog meerderen Hem met eigen oogen hebben aanschouwd, en die verre staan komen nabij, en die ongeloovig zijn worden geloovig, en die geen gehoor slaan aan de geruchten en berichten wordien door de daden en de feiten overtuigd. Zou het waar zijn vraagt menig wijze dezer eeuw. 't Kan niet waar zijn, antwoordt hem zijn geestverwant, zonder te letten op het een voudige onopgesmukte verhaal, dat kort na deze gebeurtenis is opgesteld door ongeletterde menschen, die er vol van waren. Wij vragen hen, zou het mogelijk zijn, dat dergelijke ge schriften door het toen levend geslacht zoo gretig zijn bewaard en in den beginne zoo ijverig zijn gelezen, indien het leugens waren Wat te denken van Lukas, die alles van den beginne naarstig heeft onderzocht, naar luid van zijn eigen getuigenis Hier zien wij dan ook vervuld de profetie, dat alles wat uit Gcü js, op tegenstand stuit. Maar dit verwondert ons niet, want Zelf heeft de Heere gezegd: Ik zal vijandschap zetten Niemand minder dan God zet deze vijandschap tusschen Zijn waarheid en des duivels leugen. InderdaadHij is opgestaan. Hij heeft den dood verslonden tot overwinning, is dus de yverwinnaar op den dood, en de Eersteling uit e o°oden. Maar dit historisch feit, waarop heil voor Gods volk gegrond, heeft dan ook een diepe beteekenis. Want als Hij den dood te niet gedaan heeft, en de macht bleek te bezitten om het leven af te legden en het wederom terug te nemen, dan blijkt Hij meer te zijn dan een gewoon mensch, die gestorven zijnde niet wederkeert. Ons tekstverband zegt in overeenstemming met het Evangelie, dat Hij was het Lam Gods voor ons geslacht. Gij hebt ons Gode gekocht met Uw) bloed. Zietdaar de waarheid Gods, welke geen bewijzen van buiten noodig heeft voor 's Heeren volk, omdat dit volk door den Heiligen Geest in de waarheid is ingeleid. Deze waarheid maakte hen vrij van de beklemmende banden der zondeschuld en des doods. Christus is opgestaan, ook zij zullen opstaan. Hij is voor hen de Opstanding en deswege het Leven. Door lijden en dood heen heeft Hij dit ver worven. Nu deelt Hij de genadegaven uit aan een volk, dat van nature naar Hem niet vraagt, Hem niet kent, Hem niet dient, Hem tot Koning niet begeert. Want Gij zijt geslacht als het Lam, dat de zonde der wereld wegneemt. De zonde „der wereld", want Zijn offer is algenoegzaam. Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, zietdaar het getuigenis der geloovigen, die deze weldaad van Christus aannemen. En ten bewijze, dat God de Vader een welbehagen had in den dood Zijns Zoons, in Zijn Zelfovergave voor een wereld verloten in schuld, is Hij opgewekt opgestaan, len verhevenl boVen allen, gezeten aan de rechterhand Gods. Daar bewijst Hem een iegelijk eer, en zingen de gezaligden Zijn lof. De hemel weergalmt van den veelvuldigen lof des Heeren vanwege de verdienste, vanwege het volmaakte werk van Christus. Mijn lezer, het is Paaschfeest. Stel U voor de vraag wat- dit voor U beteekent. Weet gij wel eens wat het in het algemeen» zeggen wil Deze conrant komt in menige handen. De gods dienstige menschen vinden deze laatste vraag overbodig. Zij zouden er van schrikken op het zien van het getal der onwetenden. De Joden waren desgelijks. Het oude volk heeft eeuwen gekend, waarop het Paaschfeest niet werd ge vierd naar behooren. Hiskia bracht omstreeks 720 v. Chr. verandering, doch ziet, men zonk in het heidendom terug. Josia deed precies een eeuw later als Hiskia, doch van blijvenden invloed was het niet. Vraag nu eens in ons „Christelijk" Nederland, wat beteekent Paschen Vraag het aan de jeugd der Openbare School, negentig procent weet het niet't Is ontstellend Dat is de dankbaarheid voor het heilswerk van Hem, die Zich liet kruisigen en Zijne ziel uit stortte in den dood Van Israel staat geschre ven: „Zij zongen Zijnen lof, maar vergaten haastig Zijne weldaden." Hij gaf hun Zijne wetten, ja zoo heeft Hij aan geen volk gedaan, maarZijne wegen die kennen zij niet. Geachte lezermet Paschen gedenkt de Christenheid aan de opstanding des Heeren Jezus. Ook de mensch moet opstaan uit zijn zondengraf. Dan zal hij Christus zien als de beloofde Messias, als de Redder der wereld, als de Rechter uwer onsterflijke ziel. Dan zult gij, gelijk al des Heeren volk, het Paaschfeest verstaan. Let wel, verstaan. Begrijpen zult gij het niet. Begrijpen zult gij het nooit. Maar ver staan zult gij het in dezen zin, dat Christus den dood moest overwinnlen, om ons van den eeuwigen dood te bevrijden. Hoewel deze fon damentsteen door de wijze bouwlieden ter zijde is geworpen, gelijk nog geschiedt, is Hij des niettegenstaande door God gelegd als de hóek- steen, waarop het gebouw van Gods gunst bewijzen rust. Wie dit niet gelooft, loopt zich tegén Hem te pletter, want wie zich aan dien steen stoot zal verpletterd worden, en op wien hij valt, dien zal hij vermorzelen. Doch wie Hem uit vrije genade mag aannemen, roemt in Hem, ziende dat hij losgekocht is uit 's vijands macht, ,en juicht: Gij zijt voor ons geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed. G. v. d. Z. OUDE TONGE.* D.V. Vrijdag 25 April, des avonds half 7 uur, hoopt in de Oude Sch. alhier op te treden de WelEd. Heer L. S. den Boer van Apeldoorn. NIEUWE TONGE. De heer J. van der Linde te Utrecht heeft zijn benoeming tot tijd. onder wijzer aan de O. L. School alhier niet aan genomen. De heer J. Kok te Ridderkerk, die zijn benoeming tot onderwijzer aan de O. L. school alhier aannam, hoopt 1 Mei a.s. in functie te treden. DIRKSLAND.* Ds. A. de Blois alhier ont ving een beroep naar de Geref. Gemeente te Den Haag. HERKINGEN. Door B. en W. is aan de Vereeniging „Een School met den Bijbel voor de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Her kingen" vergunning verleend tot het bouwen van een school met 2 lokalen op een perceel, gelegen aan den Kaaidijk. NIEUWS VAN HET ZENDINGSVELD. Het Zendingsbureau te Oegstgeest meldt ons Zooals men weet is er groot verschil in karak ter, maar ook in resultaten van den Zendings- arbeid onder Mohammedanen in vergelijking met dien onder animistische heidenen. De Islam, hoewel in afkomst en in sommige wezenstrekken het naast aan het Christendom verwant, biedt daaraan toch juist den krachtigsten tegenstand. Van des te meer beteekenis zijn enkele merk waardige berichten, welke er in den laatsten tijd van West-Java komien, vooral omdat, zoo als bekend is, het Mohammedanisme onder de Soendaneezen van West-Java veel dieper wortel heeft geschoten dan onder de Javanen van Oost- Java. Niettegenstaande dat zijn er toch verleden jaar alleen in Garoet 42 personen tot de gemeente toegebracht, waarbij 14 volwasserien. Dat getal is het grootste, dat daar in 30 jaar bereikt is en er is daarmee geen stilstand ingetreden, want 12 anderen bereiden zich eveneens voor tot den Doop. Onder de gedoopOen is ook een oud leerling van de Holl. Inl. Zendingsschool, die nu zelt als onderwijzer aan een andere Zen dingsschool is verbonden en hij is reeds de derde onderwijzer van die H. I. S. afkomstig. Onder de nieuwe Christenen is ook een Chi nees, die vroeger rijk was en die meer dan 30 jaar samen met zijn vrouw gedobbeld had, soms dagen achtereen. Hun docütertje van 12 jaar ging op de Zendingsschool en vertelde thuis van wat zij daar gehoord had. Bij het behandeleD der tien geboden was ook het dobbelen ter sprake gekomenen ook dat had het kind aan haar vader en moeder verteld. Eerst had de man er slechts met een glimlach op geantwoord, maar hij was er toch over gaan nadenken. En toen nog later het kind was thuisgekomen met de boodschap, dat zij Christen wilde worden, had dat de ouders zóó getroffen, dat zij de- samenkomsten waren gaan bezoeken met het boven vermelde gevolg. Een ander geval was dat van Soehardja, nu een ijverig colporteur en evangelist, die zelf ook door de colportage gewonnen is. Want op een dag naar huis gaande zag hij lezende schoolkinderen, die hem op zijn vraag wat zij lazen, naar een colporteur verwezen. Bij dezeD man "besteedde hij zijn heele rijkdom ten bedrage van ruim dertig cent aan boekjes. En door de vragen, welke deze bij hem wekten, kwam hij in aanraking met een goeroe, die hem voor het Christendom wist te winnen. Zoo worden er ook van den Mohammedaan- schen bodem telkens vruchten gewonnen. MIJNHEER VAN DER GRIM. Op een kouden, donkeren winteravond gingen we op huisbezoek. Mijn ouderling en ik. We moesten wezen bij een man, van wien iedereen zeide, dat hij een zuur mensch was; ontevreden met ieder en met alles. Een man, over wiens liefde de apostel Paulus den Heere zeke( niet zou hebben gedankt, zoo dikwijls hij zijner gedacht; en zooals we immers weten, was Paulus al spoedig bewogen om den Heere vanwege de menschen te danken. Maar de apos tel zou het stellig niet hebben gedaan voor mijnheer van der Grim, zoo dikwijls als hij zijner gedacht; die aan zijn ontevredenheid over ieder en alles uiting gaf in den meest zuren en wrangen vorm. We waren er dien avond al op voorbereid, dat we ook ditmaal veel zurigheid te proeven zouden krijgen; en dat we dik onder het stof van den afbraak zouden komen te zitten. Onze voorgevoellens bedrogen ons niet. Hij was dien avond weer zoo ongenietbaar als zoutzuur. Hebt ge wel eens zoutzuur geproefd, lezer Nu, dan hebt ge er eenig idee van, hoedanig mijnheer van der Grim dien avond wel was. Hij was geen S.D.A.P.'er; in dat gezelschap zélfs zou men hem niet hebben willen acceptee ren; hij was zelfs voor dat soort van menschen te zuur. Niet uit kracht van zijn rechtzinnig beginsel, doch wel uit kracht van zijn weinig liefelijk humeur behoorde hij wel terdege tot het soort, dat alt if d pruttelt. Hij was zuur, hij was hard, hij was ontevreden en zoo hij overleden ware, zou er weinig liefde aan hem verloren zijn gegaan, Zoo oud als ik word, vergeet ik dien avond niet weer. Wat hebben we met z'n beiden een zure dingén op moeten eten; mijn broeder ouderling en ik. Mijn broeder ouderling was weinig van zeggen. Maar wanneer hij iets zei, dan was het ook raak. Hij was een Nathanaël, een man zonder bedrog; met een hart van goud, maar kort van stof; kort aangebonden. We zijn dien avond gelukkig weer te boven gekomen. Wat is dat al een jaren geleden De Heere moet Zijn dienstknechten dikwijls als in den kuil der leeuwen bewaren. Sommige christenen kunnlen hun ambtsdragers soms zoo knauwten en lurven. Wijlen Ds. Hoekstra sprak eertijds niet ten onrechte van domineesknauwers. Een eeretitel is. dat niet. We hebben mijnheer van der Grim dien avond in allen gemoede onderwezen, wanneer er bij ons dan maar zoo weinig naar zijn zin was, dat hij dan niet beter kon doen dan zijn biezen te pakken, en dit dan liefst haastelijk te doen; en verder zijn welvaart en zaligheid maar ergens elders te zoeken. Mijn ouderling vertelde hem, wat zijn moeder vroeger gewoon was te zeggen, wanneer haar kinderen ontevreden wa ren, met wat moeder voor gedaan had. Dan zeide zijn moeder: „staat het jullie niet aan, zet het dan maar zeVen voeten van je af; want iets anders geef ik je niet; ik ben overtuigd, dat het goed is." En dat kon ze ook gerust wel zeggen. Want ze deed haar best voor de kinderen. Mijnheer van der Grim met zijn zure onte vredenheid is bij zijn onvolmaakte gemeente gebleven. Toen we buiten waren, zei mijn broeder ouderling: „Zal ik u eens wat zeggen, dominee „Die ontevredenheid is anders niet dan een reactie van zijn geweten." Ge moest eens weten hoe ontevreden de menschen spreken over dezen man. Zijn ontevredenheid over ons zou ver dwijnen als sneeuw voor de zon, wanneer hij meer zijn best deed, zich de menschen tot vrienden te maken, indien hij ze maar beter bediende. Hij was geen prompte zakenman, die de menschen waar naar hun geld gaf. Dit kwam later meer en meer uit. Daarom had mijn ouderling wel gelijk, toen hij zeide: „Zijn ontevredenheid is e'en reactie van zijn geweten". Er vielen vele aanmerkingen op hem te maken. Dat wist hij ook wel. En dat maakte hem tegen anderen zuur. Maar Van der Grim bleef Van der Grim. Er zijn zondaars, die zich niet bekeeren. En dan zoeken ze het kwaad bij anderen in plaats van bij zichzelf. Dat is wel jammer, vooral voor henzelf; want ze worden steeds zuurder. En anderen hebben er den last maar van, H. W. L. „ZIJN EEUWIG HUIS". „Zijn eeuwig Huis!" Zijn eeuwig lang Tehuis! Het is den mensch gezet; Eens zal hij sterven; Eens zal hij rust door Christus' Kruis verwerven, Of nooit meer rust door 't flikk'ren van het Kruis. Maar dan, waarheen de levensweg hem leidt, Rust of geen rust, hij gaat in de eeuwigheid. In de eeuwigheid, de Alruimte zonder tijd, Door uur of dag of jaar niet afgemeten, Waarin men zelfs van eeuwen niet zal weten Onvattelijke ontijd, toch werklijkheid Waar 't altijd heden is, dies 't heden blijft En wat bestaat, in zijn bestaan beklijft. Ook 't eeuwig Huis blijft immer 't zelfde Huis Wie Qod in Christus eenmaal zal ontmoeten, Of wie om zijn opstandigheid zal boeten, Treft eeuwig vloek of heil van 't Midd'laarskruis Zooals de ziel eens staat voor haren Heer, Zoo blijft zij en zoo eindt zij nimmermeer. De jongeling verheff' zich op zijn kracht De held veracht' het dreigen der gevaren De wijze dring' op zij wat moog' bezwaren En ieder zie in zich de bron van macht Een tinkelbelletje, een scherp gefluit, StopHier is 't eind van 't leven Dies er uit Een korte rit beslist voor immermeer En nooit een trefkans om terug te treden Altijd vooruit in 't nimmer eindend heden I In 't Satanshuis of 't Huis van God den Heer Of 't leven ernst is Wie zijn ernst verstaat, Hij weet wel, in wat eeuwig Huis hij gaat. L In t eeuwig Godshuis, 't eeuwig Vredehof, Daar zijn veel woningen, bezette én leege De leege beiden die tot God gestegen Den weg gewezen wordt, waar klinkt Gods lof Groot Eden, waar geen zonde 't heil verstoort, Maar 't wonen in Gods licht Gods kind bekoort. 7 October 1929, J. P. VERGOUWEN. L DE „ONONDERBROKEN ARBEIDSWEEK". In „Ger. Kerkblad van Dr. en Ov." schrijft I. Revolutie, men weet het, beteekent in zuiver Nederlandsch: omwfenteling. Men is niet tevreden met de wentelingen van het rad der geschiedenis, die het zich deden voortspoeden of die den draad der geschie denis zich deden afwentelen in een bepaalde richting. Men wentelt het rad terug. Men zal zelf nu een geheel andere richting aangeven. Men teekent gewelddadig protest aan tegen het menschelijke dat onderdaad, geheel of ten deele, mis kon zijn geloopen. Maar men teekent altijd weer, tegelijkertijd, geweldadig protest aan tegen het Goddelijke tegen allerlei Goddelijke ordinantiën, vroeger geëerbiedigd, nu gedoemd om voortaan te wor den gewijzigd of vertreden. Zóó ging 't in de Fransche revolutie óók ten aanzien van den Zondag en de Zondags viering. De republikeinsche kalender werd door 't Na tionale Convent bij besluit van 5 Oct. 1793 in gevoerd. Het jaar zou beginnen op den dag, dat de herfst invalt: 22 Sept. Elke maand kreeg een nieuwen naam (volgens 't haar kenmerkende: wijnoogst-, regen-, sneeuwmaand, 'enz.) Ze duurde 30 dagen. Vijf aanvullings-, tevens re publikeinsche feestdagen, sloten dan 't jaar om de 365 dagen vol te maken. Elke maand be stond uit 3 „weken", ieder van 10 dagen (een „decade", afgeleid van het latijnsche: decern 10). Zij eindigden in een rustdag; deze keerde dus slechts om de tien dagen terug Lang niet in geheel Frankrijk volgde men deze ras gehate orde; de beschikkingen der njenschen bleken dwaas, in vregelijking bij de wijze beschikking van God. Door een senaatsbesluit van 9 Sept. 1805 werd heel deze republikeinsche kalender weer voor goed afgeschaft en keerde men tot onzen Gregoriaanschen terug. Zóó gaat 't nu weer in de Russische revolutie, die al het Christelijke met fanatieken hartstocht bestrijdt, die ook den historischen christelijken rustdag niet langer duldt. De bladen melden ons ongeveer het navol gende. De Raad van volkscommissarissen van de Sowjetunie heeft eenige algemeene beschik kingen getroffen, die nog wel ter definitieve goedkeuring zullen worden voorgelegd aan al lerlei andere lichamiencomité's, organisaties, arbeidersvergaderinjjen, enz., maar die toch straks wel „kracht van gewijsde" zullen ver krijgen, d.w.z.: allen zullen verplichten tot strikte gehoorzaamheid. Men wil hetzelfde aantal arbeidsuren en het zelfde aantal rustdagen handhaven, dat nu reeds in de Sowjetunie geldt. Maar toch is men tevens uit op iets nieuws, n.l. de invoering van de dusgenaamde „ononderbroken arbeidsweek". Men bedoelt: een arbeidsweek van vijf dagen: vier dagen arbeid en één dag rust. Maar dan zóó, dat terwijl de eene rubriek arbeiders werkt, de andere rust. Of, in éénzelfde vak: de eéne ploeg arbeiders werkt, de andere rust. Eén rusfdag voor allen is er dus in 't geheel niet meer. En allerminst de oude christelijke Hebben instellingen thans een zes-urigen werkdag, dan zal bij de" invoering van den on onderbroken arbeid die zes-urige werkdag tot een zeven-urige worden opgevoerd. De duur van den wekelijkschen rustdag mag niet minder bedragen dan 39 uur. Het geheel der rustdagen moet voor de ar beiders, die de arbeidsweek van 5 dagen krijgen, niet meer bedragten dan 72 per jaar, met in begrip van de gewone verlofdagen. De Christelijke „algemeene feestdagen" waren tot nog toe (omdat 't volk er aan gehecht was) „buitengewone" rustdagen. Ze zijn nu, gelijk ook de Nieuwjaarsdag, af geschaft. Maar men heeft, in de plaats daarvan, zijn revolutionaire hoogtij-dagen, n.l. 9 Januari (ter herinnering aan den „Bloedigen Zondag" in 1905); 22 Januari (stertdag van Lenin); 1 en 2 Mei (het teest van de Internationale)7 en 8 November (verjaardag van de Uctober-revo- lutie). Allerlei bijzondere bepalingen zijn nog hier omheen in 't leven geroepen. De nieuwe regeling wordt verplichtend ge steld en met dwang ingevoerd, opdat zij volledig in werking zij op den 1 December a.s. Volcjens onze christelijke overtuiging moeten we over den arbeid ais zoodanig tweeërlei op merking maken naar de Schrift. Vooreerst: de arbeid is een zegen, een onuit sprekelijke groote en rijke zegen van den Al- machtigen, Alwijzen en Algoeden God. Maar: op den arbeid rust om der zonde wil de vloek, die op heel de aarde, heel de mensch- heid en al het menschelijke rust, na den val. Daarom wordt voor arbeid, arbeidskracht, ar- beidsvrucht uit duizenden bij duizenden monden en harten gedankt. Daarom werd en wordt óók door de ontelbaar velen onder arbeidslasten en moeiten en ellenden gezucht en geschreid. In de slavernij werd de arbeidsdwang tot 'n gruwel voor God. Maar nu is dit 't opmerkelijke, wanneer de mensch van God afwijkt en van het Woord en van de Wet, verliest hij den zegen en vermeer dert hij dien vloek. Althans in zeer vele gevallen tenzij Gods algemeene genade nog verhinderend en beteuge lend en verzachtend tusschen beide treedt. Ook deze Russische regeling schijnt mij ver zwaring van den vloek. Al was 't alleen maar op dit punt maar 't is een punt van ontzaglijk groot gewicht- dat de ééne rustdag voor allen vervalt. „De wekelijksahe rustdag" (zoo meldt 't communiqué) „wordt den arbeiders volgens rooster op verschillende dagen gegeVen." Daarmede is de rust van den rustdag weg. De één werkt 's Maandags tot Donderdags en rust op Vrijdag. De ander van Dinsdag tot Vrijdag en rust op Zaterdag. En zoo voort. Als de één rust, arbeidt de ander. Want de arbeid (als 'n nieuwe god gediend moet on onderbroken voortgaan Zóó decreteert het de nijverheidsmensch van deze verindustrieelde, vertechnischte eeuw I Maar onafwendbaar gevolg is: de rust van den „rustdag" is verdwenen Daarmee: de gezelligheid, het menschelijke blijdschapselement in de Zondagsviering. En bovenal de geestelijke gedachte: de dag Gods, de dag aan Gods dienst gewijd - hij wordt door deze stoute, toch welbewust al- christelijke en anti-christelijke beschikkingen, zooveel aan den mensch staat, vernietigd. Dat is het schandelijke anti-religieuze elem'ent in deze overigens sociale wetgeving. We zullen moeten afwachten, of het zal blijken te zijn van blijvenden aard. Of het bevalt en of het beklijft. De Heere regeert. Maar uit ons hart welf de bede omhoog: be waar ons, almachtig en barmhartig God, voor zulken menschelijken overlastVoor 'n Overheid die haar plaats onder U niet kent en zoo schandelijk tegen U ageert David wist het al: Als we in eenig opzicht lijden moeten, is het beter in handen van den Heere God te vallen, dan in de handen van menschen VAN OPENBARE TOT CHR. SCHOOL. Te Tubbergen (O.) zal de in aanbouw zijnde openbare lagere school met ingang van 1 Sept. a.s. door den Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. worden aangenomen, om dan te zijn een Chr. School voor lager onderwijs.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 9