BEU HOBSITiE VOOB E
V er koopingen.
Marktberichten.
De scheuring in de Geref. Gemeente
te Giessendam.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
Iemand, die wordt ingeschreven nadat de in
vulling der lotingsnummers heeft plaats gehad,
krijgt hetzelfde nummer, als degene, die onmid
dellijk voor hem staat, met bijvoeging van letter
a, b of c 'enz.
Afvoering van iemand van het register, na
de invulling, geeft geen verandering.
Het is begrijpelijk, dat de ingeschrevene, die
lotingsnummer 1 heeft, het eerst in aanmerking
komt om tot gewoon dienstplichtige te worden
aangewezen.
Uiterlijk op den tienden dag, na den dag,
waarop de loting heeft plaats gehad, kunnen
tegen de wijze waarop zij is geschied, bij een
met redenen omkleed 'veerzoekschrift bezwaren
worden ingebracht. Het verzoekschrift wordt
ingediend bij den Minister van Oorlog.
Nadat de Raad van State, afdeeling voor de
geschillen van bestuur, is gehoord, wordt door
de Kroon op het beroep beslist, bij een met
redenen omkleed besluit.
De inlijving.
Behoudens hierna te noemen personen, worden
alle voor den,: dienstplicht ingeschreven-' per
soden aangewezen'Voor inlijving' bij dê"'Land-
of bij de Zeemacht.
Niet aangewezen worden zij: die voor den
dienst voorgoed ongeschikt zijn verklaard; die
uitgesloten zijn van den dienst; die vrijgesteld
zijn wegens verdrag; van wie bekend is, dat
zij overleden zijn.
Dat allen worden aangewezen voor inlijving
wil niet zeggen, dat ze ook allen werkelijk moe
ten dienen. De dienstplichtigen worden onder
scheiden in gewone en buitengewone
dienstplichtigen. De buitengewone
dienstplichtigen zijn als regel alleen verplicht
tot het vervullen van werkelijken dienst in geval
van oorlog enz.
De lichtingsterkte bedraagt ten hoogste 19.500
man. Jaarlijks wordt voor elke lichting het juiste
getal gewone dienstplichtigen bepaald. Van de
gewone dienstplimhtigen worden per lichting
hoogstens 1000 man voor de zeemacht bestemd.
De bestemming tot gewoon dienstplichtige ge
schiedt in volgorde van het alphabetisch re
gister, te beginnien bij den ingeschrevene, daar
toe bij de loting aangewezen.
Overgeslagen worden zij, die niet voor in
lijving zijn aangewezen en zij, die van den
dienstplicht zijn vrijgesteld of krachtens een
vrijwillige verbintenis tot de land- of zeemacht
behooren.
Zij, die tot den vrijwilligen landstorm behoo
ren, zijn niet onder vrijwilligers begrepen.
De districtscommandant zendt aan den Bur
gemeester een lijst van de tot gewoon dienst
plichtige bestemde personen, waarin omtrent ie
der aangewezen wordt vermeldhet korps,
waaraan hij is toegewezlen; het garnizoen en
het tijdvak van inlijving.
Door een persoonlijke kennisgeving brengt de
Burgemeester een ander ter kennis van de op
de lijst vermelde personen, die dan later kennis
krijgen op welken datum zij ingelijfd zullen
worden.
De duur van de eerste oefening is, voor hen
die tot de landmacht behooren
a. 5 Yi maand voor de onberederien, behoudens
het bepaalde onder b, c en d
b. 9 maanden voor de onberedenen de
ziekenverplegers en de dienstplichtigen van den
luchtvaartdienst uitgezonderd die na hun
opleiding tot onderofficier worden aangewezen;
c. 11 maanden voor de ziekenverplegers;
d. 12 maanden voor hen, die tot officier in
opleiding zijn genomen, voor de dienstplichtigen
van den luchtvaartdienst en voor de beredenen
der artillerie
e. 15 maanden voor de cavalerie, uitgezonderd
zij, die na hun inlijving in opleiding zijn genomten
tot officier
f. voor hen, die behooren tot de zeemacht
8 maanden.
Herhalingsoefeningen.
De duur der herhalingsoefeningen bedraagt
ten hoogste 40 dagen. In den regel worden deze
oefeningen wat de landmacht betreft over twee
tijdvakken verdeeld. Voor onderofficieren kan
elke herhalingsoefening zeven dagen langer duren
dan voor de andere dienstplichtigen.
Bij K. B. wordt jaarlijks bepaald, welke
dienstplichtigen voor herhalingsoefeningen moe
ten opkomen, alsmede hoe lang de oefeningen
zullen duren.
Buitengewone opkomst.
De dienstplichtigen kunnen in geval van oor
log, oorlogsgevaar of andere buitengewone om
standigheden buitengewoon onder de wapenen
worden geroepen, op de wijze door den Mi
nister te bepalen.
Kostwinnersvergoeding.
Zooals we hierboven bij de behandeling van
vrijstelling wegens kostwinnerschap reeds heb
ben opgemerkt, zal het instituut der kostwin
nersvergoeding in normale omstandigheden geen
groote afmetingen kunnen aannemen, aangezien
de bedoeling voorzit om bij kostwinnerschap in
den regel vrijstelling van den dienst te ver
kenen. Slechts dan wanneer om redenen van
dienstbelang aan den kostwinner, die in werke
lijken dienst is, geen vrijstelling wordt verleend,
zal toekennen der vergoeding toepassing er-
langjen.
De aanvraag .jS^gfejn den regel worden, ge-,
da^n-öj^dïp/^ljrge'StgÈster detf gemeente, waar
de verzoeker woonplaats heeft.
De Burgemeester stelt omtrent de aanvraag
een onderzoek in en vermeldt den uitslag in een
staat van inlichtingen.
De Minister stelt het bedrag der vergoeding
vast.
Groot verlof.
Binnen 14 dagen, waarop hem na den aanvang
der eerste oefening voor de eerste maal groot
verlof is verleend, moet de groot verlofganger
van zijn volledig adres opgaaf doen aan den
Burgemeester eener Nederlandsche gemeente. De
opgaaf geschiedt in de gemeente, waar de ver
lofganger gevestigd is of zich vestigt.
De groot verlofganger legt bij deze opgaaf
Wij hebben voor eenige weken ook ih ons
blad een bericht opgenomen over de beroerin
gen in de Geref. Gemeente te Giessendam.
„De Rotterdammer" heeft met Ds. Overduin
een vraaggesprek gehad en daaruit nemen we
het volgende over.
Ds. Overduin heeft een broeder, die predi
kant te Werkendam was, en thans te Sliedrecht.
Deze deelde volkomen de bezwaren van Ds.
D. C. Overduin, dat de kerk aan geen politiek
mag doen.
De bezwaren van Ds. Overduin tegen den
gang van zaken in de Geref. Gemeenten zijn
niet van vandaag of gisteren, maar kwamen
reeds voor eenige jaren tot uiting.
Zoo weigerde hij reeds de Particuliere Synode
(Noord), gehouden te Rotterdam op 9 Febr.
1928, bij te wonen. „Niet uit haat, twistgierig
heid of nijd", zoo schreef hij aan de Synode,
„maar eenvoudig, omdat mij alle lust daartoe
ontbreekt." Als reden voor deze houding gaf
hij op: „Ik heb hart noch hoofd voor Scholen,
Politiek of Zending, en aangezien deze bij
komstige zaken de hoofdzaak onzer tegen
woordige vergaderingen uitmaken, zoo gevoel
ik mij, wat ook waarlijk zoo is, het vijfde wiel
aan den wagen, dat is onnut, overbodig, lastig
en geheel onnoodig. Daarom ben ik besloten
geen deel daaraan te nemen."
Ds. Overduin is altijd van meening geweest,
dat een Theologische School voor de Geref.
Gemeenten niet noodig is. Met 't oog op den
vrede in die gemeenten heeft hij echter destijds
voorgestemd, onder uitdrukkelijke bepaling, dat
art. 8 der Dordtsche Kerkenordening van volle
kracht zou blijven. „Maar", zoo verklaarde de
predikant ons, „bij een School behooren nu
eenmaal doctoren en professoren. Die hebben
we niet. Ds. Kersten heeft alles in het werk
gesteld om 't geld bij elkaar te krijgen. Dat
geld is er gekomen, maar veel meer ook niet.
Een ongeveer gelijk bezwaar had onze gast
heer tegen de Zending in de Geref. Gemeenten.
Die Zending bestaat niet. Vroeger heeft men
een poosje van de diensten van een zooge-
naamden zendeling gebruik gemaakt, maar daar
mee is men bedrogen uitgekomen. Nu collec-
over, het aan hem uitgereikte zakboekje.
In dit zakboekje stelt de Burgemeester een
aanteekening, waaruit de datum van de gedane
opgaaf blijkt.
De groot verlofganger is verplicht, bij adres-
verandering, binden 14 dagen daarna volledig
opgaaf van zijn nieuw adres te doen aan den
Burgemeester van de gemeente, waar hij laatste
lijk als groot verlofganger werd ingeschreven.
Heeft iemand zich in een andere gemeente
van Nederland gevestigd, dan doet hij de opgaaf
tevens binnen 14 dagen aan den Burgemeester
van zijne nieuwe woonplaats.
Het ontslag.
De dienstplichtigen worden uit den dienst
ontslagen, dus hun diensttijd neemt een
einde, met ingang van 1 October van het jaar,
waarin zij
40 jaar oud worden voor zoover zij den rang
van onderofficier of dien van officier niet be-
kleeden
45 jaar oud worden voor zoover zij den rang
s yan onderofficier of dien van officier be-
kleeden.
De buitengewone dienstplichtigen hebben aan
spraak op ontslag uit den dienst met ingang van
1 October van het jaar, waarin zij 40 jaar oud
werden of worden.
In geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden, kan bij K. B.
worden bepaald, dat de dienstplichtigen langer
in dïenst kunnen worden gehouden.
Wanneer dit is geschied, wordt onverwijld
een voorstel van wet aan de Staten-Generaal
gedaan, om het langer in dienst houden zoo
veel noodig te bepalen.
En hierbij beëindigen wij onze ZEER be
knopte uiteenzetting van deze wet.
Dirksland. K.
teert men voor Zending, men spreekt er over,
maar men doet niets.
Eindelijk gaf Ds. O. ons nog een nadere
uiteenzetting van zijn standpunt ten opzichte
van de politiek. „Ik ben Antirevolutionair en
daarom stem ik op de partij van Colijn. We
hebben aan de nieuwe politieke partij van
Ds. Kersten geen behoefte en bovendien heb
ik bezwaar, dat een predikant tegelijk Kamer
lid is; Dan wordt een domine heelemaal ver
politiekt, gelijk we wel zeer duidelijk aan Ds.
Kersten gezien hebben. Voor huis- en zieken
bezoek heeft deze geen tijd. Je moet ze daar
over in Rotterdam maar eens hooren. Boven
dien preekt hij nog zes maal in de week als
hij de kans krijgt en dat doet Ds. Kersten
heusch niet gratis."
Was alzoo een gespannen verhouding ont
staan tusschen de Giessendamsche gemeente en
't Synodaal optreden nog erger ging 't te
Werkendam toe. Ds. J. Overduin volhardde
bij zijn ingenomen standpunt: geen politiek op
den preekstoel. Ook tijdens de laatste Tweede
Kamerverkiezingen was hij er niet toe te be
wegen als pleitbezorger der S. G. P. op te
treden.
„Op gruwelijke wijze", zoo vertelde ons Ds.
Overduin, „heeft men toen mijn broer bejegend.
Nog is hij overspannen van den tijd, toen in
Werkendam doorgebracht. Hij moest ten slotte
vluchten. Maar God maakte 't zoo, dat de
gemeente van Sliedrecht hem beriep."
Niet lang daarna kwam
de geruchtmakende preek
van den Giessendamschlen leeraar op den 2en
Kerstdag 1929. Ds. Overduin wees toen naar
aanleiding van Lukas 2 20 op herders, die
hun roeping wel en niet verstonden. Met
name werd in die predikatie gewezen op her
ders, die aan politiek doen en op de „de verrot
heid van hun politiek". (Wij citeeren hier Ds.
O. letterlijk).
Naar aanleiding van deze predikatie zond de
heer P. Leenman toen een schrijven aan alle
Geref. Gemeenten, waarin tegen deze prediking
geprotesteerd werd.
En zoo kwam deze zaak ook in behandeling
op de Synode der Geref. Gemeenten, die voor
eenige weken te Barneveld is gehouden.
Ook deze Synode werd niet door Ds. D.
C. Overduin bijgewoond. „De Staatkundig
Geref. politiek", aldus richtte hij zich in een
schrijven tot de Synode, „welke ik met mijn
gansche hart veracht, en zucht, dat Koning
Jezus dezelve uit onze Gemeente verbanne,
heeft -deze droeve scheiding onder ons ver
oorzaaktAangezien ook Barneveld spreekt
over verschilpunten onder leeraars omtrent de
grondstukken der Waarheid, komt de vraag
bij mij op of dit soms al vrucht is van onze
Theologische School, daar voorheen zulk een
punt nimmer voorkwam."
Daarna gaf de Giessendamsche predikant een
uitvoerige uiteenzetting van zijn gevoelen om
trent verschillende leerstukken, om zijn schrij
ven aldus te eindigen: „Broeders, doet met ons
zoo het u behaagt. Wij zijn voor rekening Gods
en niet der menschen."
Ds. J. Overduin van Sliedrecht was op de
laatste Synodevergadering wèl tegenwoordig en
heeft zich inzonderheid geërgerd aan 't optreden
van Ds. Kersten. Deze beschuldigde den
Giessendamschen leeraar van independent te
zijn en een vertrapper van de ambten door
Christus ingesteld.
Ten slotte werd zooals we reeds mee
deelden de betrokken classis opgedragen
een onderzoek in te stellen
en zoo werd Donderdag 3 April j.l. de zaak
op de te Giessendam gehouden classisvergade-
ring breedvoerig besproken.Tegenwoordig waren
hier Ds. G. H. Kersten, Ds. H. A. Minderman,
Ds. J. Fraanje, Ds. A. van Dijke en Ds. A.
Verhage, benevens de afgevaardigde ouder
lingen.
Deze vergadering werd gepresideerd door
Ds. D. C. Overduin in zijn kwaliteit als voor
zitter der classis.
De Kerkeraad van Giess'endam verzocht om
grondige bewijzen uit Gods Woord, waaruit
kon blijken, dat Ds. Overduin dwaalde.
Waar niemand antwoordde, werd deze vraag
tot driemaal toe herhaald. Ds. Kersten ver
klaarde daarop, dat de notulen der Synode
(waarin gesproken werd over „een ongerefor-
meerd standpunt, dat ook in de prediking uit
komt") niet konden worden teruggenomen.
Daarna stelde de Kerkeraad van Giessendam
den eisch, dat de laster omtrent de leer van
Ds. O. volkomen zou worden teruggenomen.
Zoo niet, dan zou de Giessendamsche gemeente
zich onttrekken uit het verband van de Geref.
Gemeenten.
Zoo ontstond de scheuring te Giessen
dam.
De gemeente van Sliedrecht had zich
van te voren, na een samenspreking met den
Kerkeraad te Giessendam, al losgemaakt.
Een rumoerige vergadering.
Maandagavond 7 April werd een vergadering
te Giessendam gehouden van den Kerkeraad
met de manslidmaten.
In deze vergadering heeft Ds. Overduin de
zaak uiteengezet en medegedeeld, dat de Geref.
gemeente van Giessendam zich losgemaakt had
van de andere gemeenten.
Door een der kerkeraadsleden werd verklaard,
dat de kerkeraad geen onzuiverheden in de leer
van Ds. Overduin had gevonden.
Door degenen, die het met den kerkeraad
niet eens waren, werd gezegd, dat zij ook bij
de Geref. Gemeente wenschen te blijven, doch
dat de gemeente, die Ds. Overduin volgde, op
dien naam geen aanspraak mocht maken.
Om een uitspraak der vergadering te krijgen
wilde de Kerkeraad alle aanwezigen hoofdelijk
vragen of zij zich achter den Kerkeraad
schaarden.
Dit bleek echter onmogelijk door het rumoer,
dat door eenige personen werd veroorzaakt.
Verschillende aanwezigen verlieten het ge
bouw, waarop Ds. Overduin met gebed de ver
gadering gesloten heeft.
Door een tweetal personen wordt te Giessen
dam thans gewerkt met lijsten om handteeke-
ningen te verzamelen van diegenen, die een
nieuwe Geref. Gemeente wenschen te vormen.
Men zegt, dat men 40 handteekeningen heeft,
„vooral van vrouwen", zei ons Ds. Overduin
met een bitteren glimlach, „want Ds. Kersten,
die zegt, dat hij niets van de vrouwen moet
hebben, spant overal eerst de vrouwen voor."
Ook te Giessendam staat 't overgroote deel
van de leden der gemeente achter predikant
en Kerkeraad.
De huidige toestand.
Te Sliedrecht is de toestand volkomen rustig.
Niet alleen de Kerkeraad, maar ook heel de
gemeente staat daar achter den predikant.
Wat betreft de eigendommen der gemeente
te Giessendam heeft de Kerkeraad zich den
bijstand van Mr. Vonkenberg te Gorinchem
verzekerd.
Verder vernamen we nog, dat Ds. D. C.
Overduin reeds bezoek ontving uit Rotterdam
om met hem te spreken over de stichting van
een nieuwe gemeente naast die van Ds. Kersten.
Ook daar groeit de ontevredenheid met den
dag. Zoo werd een diaken reeds verplicht
ontslag te nemen. Zoo men weet was Ds. Over
duin de voorganger van Ds. Kersten te Rot
terdam.
Dat heel deze kerkelijke kwestie door de
politiek vertroebeld is, bleek ten slotte nog wel
zeer duidelijk te Giessendam. Aan een tweetal
diakenen van Ds. Overduin werd door een
voorman der S. G. P. den raad gegeVen den
predikant na afloop der godsdienstoefening de
hand te weigeren wanneer deze op den kansel
zich in anti-politieken geest had uitgelaten.
De diakenen weigerden echter als ambst-
dragers onder de bevelen van een zekere po
litieke richting te staan.
Dit verschil van gevoelen werd oorzaak,
dat twee gemeenteraadsleden ten slotte ontslag
namen.
Op Woensdag 16 April 1930 's avonds 7 urn-
te Stellendam ter herberge van A. Kaashoek,
veiling, en op Woensdag 23 April 1930 des
avonds 7 uur te Stellendam ter herberge van
M. Mijnders afslag van Een huis met schuur,
tuin erf en grond, (erfpacht tot 11 November
1950) te Stellendam in kavel 20 van den Een-
drachtspolder aan den Nieuwen weg, kad. sec
tie B no. 1545, groot 10 aren, (65 roeden V. M.)
Dadelijk te aanvaarden. Ten verzoeke van den
heer J. Lokker Jz. te Stellendam.
Notaris VAN DER SLUIJS.
Op nader te bepalen datums in de maand
April 1930 veiling en afslag van een huis, waar
in sedert tal van jaren café met vergunning,
met schuur en erf en grond, te Herkingen, op
het dorp, kad. No. 1424, groot 1 Are 80 c.A.
Ten verzoeke van den heer D. Grinwis. Dadelijk
te aanvaarden.
Notaris VAN DER SLUYS.
Centrale Velling te Middelharnia.
Veiling van Donderdag 17 April.
Kipeieren 50-52 kg. f 4,10 tot f 4,20
idem 57—60 4,50 4,75
idem 60—62 4,80 5,05
idem bruin 60-61 kg. f 4,85 tot f 5,—
Eendeieren f 4,20 tot f 4,35.
Bloemkool f 17,—. Alles per 100 st.
Spinazie f 7, tot f 7,30 per 100 kg.
Kaas (volvet) f 0,50 per pond.
Boter f 0,77 tot f 0,81»
Honing f 0,55 per pot.
Aanvoer eieren 26000.
ROTTERDAM, 15 April 1930.
Op de heden in ons Veilingslokaal, War.
moezierstraat 37—39, gehouden Veiling, wer>
den de volgende prijzen besteed:
Kipeieren.f 4,25 tot 6,65
Eendeieren 4,55 tot 5,25
Ganseieren tot
Middenprjjs l
Aanvoer 320.000 stuks,
DE ROTTERDAMSCHE VEILING
Wij hebben het allen druk gehad den laat-
sten tijd. Er waren zooveel beslommeringen.
Het voorjaar brengt in ons gezinsleven altijd
stroomen van werk met zich.
Dat is een tijd, dat er bezige handen moeten
zijn. Bezige handen, die uitvoeren wat eerst
zorgvuldig overdacht is.
En dat is goed.
God schonk de vrouwen, die een eigen gezin
ontvingen, zulk een groot en heerlijk werk. Een
werk, dat ons heelemaal vraagt. Duizend kleine
zorgjes, en honderden geringe bezigheden, maar
toch, als er één ding vergeten wordt, is 't
schade voor ons gezin, voor de onien.
Er is altijd zoo veel te doen. En in den
voorjaarstijd is er vaak werk te veel. Dan
moeten de handen zich dubbelreppen, en haas
tig vliegen de gedachten het werk onzer handen
vooruit, want straks wacht dit en morgen wacht
dat.
Maar nu moeten wij al dat werk eens laten
rusten. Heeelmaal laten rusten.
Ook in onze gedachten het werk van ons
zetten.
Daar moeten we altijd tijd voor hebben.
Nu echter moeten we het zeker doen.
Wij gaan het Paaschfeest vieren.
Doch eerst gaan we Goeden Vrijdag her
denken.
Dat is toch het grootste in ons leven, en
daarom denklen we er maar niet even aan als
we in de kerk zijn. Neen, tijdig laten we ons
werklos. ,Q^i}„jnaken..-wft1 ohs ha*t~(jette<Hóifi,
Paschen te vieren.
Daar moet het dan stil zijn.
't Geroezemoes van ons daagsche werkleven
moet verstommen.
Er moet aandacht en stilte komen om het
Paaschfeest te gaan vieren.
Na het dienend Marthawerk moeten we stil
zijn als Maria en luisteren naar de sprake van
het Paaschfeest.
We mogen niet altijd dienend zijn als Martha
en kunnen ook niet altijd in stille overpeinzing
neerzitfien als Maria. Doch voor beide moet in
ons leven plaats zijn.
We moeten arbeiden aan het werk, dat God
ons tot taak stelde, doch ook tijd hebben om
op te merken, wat Hij tot ons te zeggen heeft.
En nu gaan wij het Paaschfeest vieren.
Het Opstandingsfeest.
Maar Christus was eerst in het graf ingegaan.
Aan het kruis was Hij den dood ingegaan.
Doch dood en graf konden den Levensvorst
niet in hun macht houden. En Christus verrees
op den Paaschmorgen uit het graf.
Toen had Hij Zijn werk voor ons volbracht.
Hij leed kruisdood en hellesmart voor onze
schuldvergeving.
Daarom moeten we tijd hebben in ons leven
voor Hem. Ja als ons werken en leven moet
alleen om Hem zijn.
Uit blijdschap, dat wij door Hem Paschen
mogen vielen,
Paaschfeest, het blijde Opstandingsfeest.
Laat er dan echte Paaschblijdschap in ons
hart zijn om op den Paaschmorgen den Heiland
te ontmoeten.
CORRESPONDENTIE.
Naar aanleiding van ons artikel over de dich
teres Nellie van Kol werd gevraagd of het vers:
„Wandel maar stillekens achter Hem aan" ook
op muziek gezet is.
'k Ben nu te weten gekomen, dat dit vers
getoonzet is door C. v. D.
't Is als los nummer te verkrijgen bij den
uitgever Joh. de Heer, Noordmolenstraat 71,
Rotterdam, voor 0.15.
't Is een eenvoudig aardig stukje, dat men
direct wel spelen kan.
M'n beste nichtjes en neefjes
Kijk'en jullie eens goed naar de nieuwe raad
sels. Daar is er een bij dat ingezonden werd
door een neef uit Amerika. Jullie zien wel dat
we 4a otfte-'Taèfdgelfamifie abbeel verre neven
hebben gekregen. Als juliie het soms een beetje
moeilijk vinden en dat zal wel voor m'n jongere
nichtjes en neefjes, dan lossen jullie de andere
twee maar op. Dat vind ik voor een keertje
ook wel goed. En dan kijken jullie maar even
boos naar Amerika, waar die raadselneef zulk
een moeilijk raadsel verzonden heeft.
Maar niet te lang boos kijken, hoor. En
mischi'en valt het nog wel mee.
Ik heb nu al van twee nichtejs de oplossing
ontvangen van hetstukje dat vorige week in
ons hoekje stond. Volgende week zal ik de
kaarten verzenden, want met de oplossingen van
de raadsels verwacht is nog wel meer oplos
singen daarvan, want jullie krijgen nu toch
vacantie.
Nu ik hoop dat jullie allemaal een prettige
vacantie zullen hebben, rust maar goed uit
dan kunnen jullie daarna nog een weekje flink
aanpakken voor den overgang.
Allemaal heel veel groeten van
jullie TANTE TRUUS.
Mien van der K. te Andelst. Jij bent net als
zus, een kranige wandelaarster. Dat je moe
was kan ik me begrijpen. Maar ik geloof niet
dat ik die reis al wandelende zou gehaald heb
ben. Je bent zeker wel een beetje gerustgesteld
voor den overgang, 'k Hoop dat jullie in de
vacantie heel prettige dagen zullen hebben, met
je logeetje.
G er ar da S. te Rotterdam. Het geheim is nu
opgelost hé? Fijn hoor! Je kunt begrijpen dat
we allebei blij waren. Ze hebben een heel
mooi plaatsje gekregen. Ook nog bedankt voor
de kaart van je school. Wat hebben jullie een
mooie groote school. Zoo'n kleine broer toch,
dat zoo grootsch is op z'n kniekousen. Doe
ze allemaal de groeten van mij -terug.
Jacoba G. K., te Stad aan "t Haringvliet. O,
neen hoor, ik ben nog lang niet klaar. Wil jij
mee komen helpen, dan zal het wel vlugger
opschieten. Maar in jou vacantie ben ik uit,
dat is jammer voor me. Jij bent zeker niet bang
voor den overgang.
Jan D., te Melissant Ik zal er heel goed over
nadenken, dat beloof ik je, want ik heb al van
meer nichtejs en neefjes brieven gehad, waarin
ze schreven, dat ze zoo graag dan met ons
mee zouden willen, 'k ^Zal probeeren een plan
te maken, dat we dat eens kunnen dóén. Maar
eerst nog een poosje wachten, want het is nog
lang een zomer. Hartelijk dank voor die mooie
kleedjes. Wat heb ik er al veel.
Rachel A., te Den Bommel. Dat waren heel
droeve dingen, die je mij te schrijven had. Ik
vind het heel erg voor jullie allemaal. Jij hoeft
je -zeker niet ongerust te maken voor den over
gang. Je Schrijft altijd zoo keurig en zonder
fout. Nee hoor, wees daar maar niet bezorgd
over. Dan zouden ze zeker allemaal moeten
blijven zitten. Pa en Moe de groeten terug.
Willem N., te Melissant. Gefeliciteerd met
Moeder verjaardag en die van zus. Feliciteer
de jarigen van mij. Je moet me maar gauw
schrijven of broer over gegaan is. Ik hoop ook
van wel. Wat gezellig dat jullie net zoo'n
club zijn. Gelukkig dat het met broer weer hee
lemaal in orde is. Als je soms eens veel visch
vangt, dan hou ik me aanbevolen. Doe ze al
lemaal de groeten terug.
Pieter A. L., te Melissaot. Ja zoo gaat het,
al doe je altijd nog zoo je best, zoo tegen den
overgang leg je nog een schepje op en dan
voor zoo'n tentoonstelling, doe je natuurlijk
ook je best. Hoe is het met je jonge konijntjes
Allemaal de groeten terug.
Henk S., te Middelharnis. Nog gefeliciteerd
met je verjaardag. Wat kwam (<lat prachtig uit
met dien prijs, net of 't een ^erjaringscadeau
was. Vertel me maar eens gauw hoe je het
met je verjaardag gehad hebt.
Jaapje A. van Z. te Middelharnis. Heb je
nog zooveel af te maken voor Mei Maar dat
vind je toch zeker niet erg Heb je die spelden-
rol gebreid of gehaakt. Ik heb e'en gebreide,
die zal ik wei eens in ons hoekje zetten dan
kunnen alle nichtjes 't werkje namaken. Ver
langt Theo naar school?
Gretha van der K. te Andelst. Heel graag
zou ik weer eens de Betuwe in bloei willen
zien, maar 't is hiervandaan zoo'n heele reis,
zoodat er niet veel van komen zal vrees ik. Een
keer heb ik er volop van genoten, toen woonde
i kzelf in de Betuwe. Wat kun jij een wandeling
maken. Daar kan ik niet tegen op. Doe Pa en
Moe de groeten terug.
Johan R., te Melissant. Fijn dat de konijntjes
zoo goed groeien. Jij hebt er nog al wat voor
te doen, als je ze van eten moet voorzien. Moet
je ver loopen om gras te kunnen snijden Zoo'n
flink weekje vacantie is och ook wel weer
eens echt. Maar dan na de vacantie den over
gang.
Pieter R. te Melissant. Jij krijgt ook een briefje
hoor, omdat je een beetje ziek bent. Ik hoop dat
de hoofdpijn gauw weer over is gegaan, want
hoofdpijn is een nare pijn. Gelukkig dat het nu
gauw vacantie is, dan kom je niet veel achter
op school.
Hendrik G. te Sommelsdijk. Zoo'n brief is
nog ebns de moeite waard. Hartelijk dank voor
de bloembolletjes. 'k Heb ze een heel mooi
plaatsje laten geven in het broeibakje, waar
m'n asters in gezaaid zijn. Daar zullen ze het
wel goed Boen. Als er bloempjes uitkomen, zal
ik je waarschuwen, dan kom je maar eens kij
ken. Ook dank voor al die mooie teekeningen
en dan dat gedicht. Jammer, dat het nu geen
lenteweer is. Maar na regen komt zonneschijn
en de regen hebben we nu ook noodig. Voor
alles bedankt hoor.
Jantje W. te Stad aan 'f Haringvliet. Nog
maar een paar weekjes, dan mag je naar school.
Verlang je er al naar Wat heb je dit briefje
al knap geschreven. En ook er nog een auto
bij geteekend. Kom je me daarin halen Dat is
goed hoor.
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Nou of
Rotterdam groot is en het is er heel druk ook.
Die erge drukte is eigenlijk niets prettig. Hoe
staat het in jullie tuintjes Bloeien er al
bloempjes Gelukkig, dat neefje weer bijna
heelemaal beter is. Wat zal hij blij geweest
zijn met jou brief. Doe hem maar weer de
groeten als je hem schrijft. Dank voor je mooie
teekening. Is je oor nu heelemaal beter
Abram W. te Stad aan 't Haringvliet. Als je
op één dag er 22 wint met knikkeren, dan kun
je ook weer eens tegen verlies. Maar ja, winnen
is altijd prettiger. Jacob en Jan slapen al vroeg.
Dan ben jij zeker nog wel een poosje op Nu
is 't niet veel weer om buiten te spelen. Maar
't kan weer zoo gauw veranderen.
Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet, Het is
een heel werkje om zoo de brief te verzorgen
met al die frissche vroolijke kleurtjes. Je was
zeker wel blij toen Pa dat voor je meebracht.
Heb je er al teekeningen mee gekleurd. Welke
kleur vind jij de mooiste In de vacantie kun
je er ook een mooi gebruik van maken.
Ma K. te Sommelsdijk. Zoo ook weer eens
present, daar doe je goed aan. Ja, dat was een
aardig stukje om eens uit te zoeken. Zooals
het in de krant stond leek het niet veel op
Hollandsch, hé Had je 't nog al gauw ge
vonden Mij nu niet meer zoo lang in den
steek laten, hoor
De oplossingen zijn t
I. Abuizen.
II. De letter O.
III. Piet
Inkt
Z Neen
Kees
Pö Stom
fc Tram
U Ezel
Rood
ft Eikel
Naam
C3 i SIS 38 «S J&'
Nieuwe raadsels t
I. Ingezonden door Arthur van S. te Allen
dale, Michigan, Amerika
Als een flesch en een kurk tezamen 1.05
kosten en de flesch kost een gulden meer
dan de kurk, wat kost dan de kurk
II. De eerste lettergreep is een lichaamsdeel.
De tweede lettergreep wordt door de
naaister gebruikt.
Het geheel is een versiersel.
III. Ingezonden door Aren K. te Dirksland
In welke bedden slaapt men niet
De oplossingen kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
25 April worden gezonden aan
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas- en Scheldebode",
SOMMELSDIJK.