Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
FEUILLETON
No. 3625
WOENSDAG 19 MAART 1930
45STE JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
Gemeenteraad.
Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN
Hei nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
Brieven uit Amerika.
Van een arm dorp
dat rijk werd
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.-- b| vooruitbetaling.
BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zg beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
DE ZONDAGSWET.
Bij de debatten over de Winkelsluitingswet
is herhaaldelijk de Zondagswet ter sprake ge
komen.
Zelfs is op een bepaald punt de Winkelslui
tingswet met de Zondagswet in strijd gekomen,
waarom van sociaal-demcftratische zijde werd
voorgesteld de betrokken clausule der Zondags
wet (art. 1 lid 2) maar in te trekken.
Gielukkig ging het niet door om op die manier
de oude Zondagswet zoo maar terloops van
haar kracht te berooven. Om dit afdoende te
regelen zal het tijdstip moeten worden afge
wacht, dat de nieuwe Zondagswet in behande
ling komt. Moge dit niet lang meer op zich laten
wachten.
Of de oude Zondagswet dan onvoldo'ende is
Indien zij gehandhaafd werd, had de Zondags
sluiting, die bij de Winkelsluitingswet zooveel
stof opwierp, achterwege kunnen blijven.
Maar dat is het juist. De Zondagswet staat
buiten de parktijk. Zooals ze in 1815 is klaar
gemaakt, is ze onmogelijk te handhaven en is
ze eigenlijk nooit gehandhaafd geweest.
We kunnen hieruit leeren, dat de wetgeving
aansluiting moet vinden bij de volksconsciëntie.
Als dat niet het geval is, helpt het wetten
maken geen steek.
We hebben te maken met de praktijk.
En daarbij te streVen naar het bereikbare.
Het is de zwakke plek der St. Geref., dat zij
dit over het hoofd zien. Zij schijnen te denken,
dat wanneer de strenge Gereformeerde wenschen
maar op het papier staan, we klaar zijn. Maar
zoo is het niet. Watten maken is gemakkelijk,
maar wetten handhaven is een andere zaak. En
zullen onze wetten kracht uitoefenen en van
invloed kunnen zijn op het volksleven, dan moe
ten zij zich bij het volksleven aansluiten.
Bij het maken van wetten staan we met beide
^loeten op het terrein van het praktische leven
en daarom hebben wij hier ook te streven naar
het praktisch bereikbare en moeten we dankbaar
zijn als we als minderheid nog iets bereiken
kunnen.
Zóó hebben we deze kwestie te bezien.
Zóó kunnen we nog iets met onze beginselen
in het volksleven, dat zich hoe langer hoe meer
van de kerk en het Woord van God verwijdert,
beginnen.
En overigens zal er van onder en van binnen
uit gewerkt moeten worden. Niet met wetten-
makerij van bovenaf christianiseeren we het
volksleven.
De overtuiging moet wortelen in de volks
consciëntie.
Dat te bereiken is een taak voor de kerk en
de school en het huisgezin en voor ieder christen
persoonlijk.
Jammer, dat hieraan zoo heel vaak veel
mankeert
Het is hier als met zooveel wenschen, die on
der ons christenvolk leven, b.v. de doodstraf,
verbod van lijkverbranding, vloekverbod enz..
De heer Heemskerk heeft er als Minister eens
op gewezen, dat de twee groote overwinningen,
die de rechterzijde behaald heeft, in de finan-
tieele gelijkstelling en de afschaffing der regle
menteering, te danken zijn aan de onvermoeide
propaganda, die er in geslaagd is, de gegrond
heid van de gestelde eischen zoo overtuigend
in het licht te stellen, dat ten slotte tegen de
finantieele gelijkstelling en tegen het bordeel
verbod nauwelijks iemand zich durfde verzetten,
In die richting zal het ook met andere prin-
cipieele wenschen moeten gaan.
En om het zoo ver ooit te krijgen spreekt het
vanzelf, dat we van onze Kamerredevoeringen,
moties etc. geen paradepaardjes voor onze kie
zers moeten maken. Dergelijke reclamemakerij
wekt afkeer en walging en zal er nooit toe me
dewerken om de volksconsciëntie principieel op
te scherpen. Eer het tegendeel.
Beste Vriend
De zon was reeds lang onder eer wij de grens
tusschen Georgia en Florida bereikt hadden.
Hier sliepen wij buiten in een tent. Zelfs des
avonds na zonsondergang wijst de thermometer
hier 70 graden. Wij sliepen zonder dek over
ons. Toen wij ontwaakten vroegen de kleine
negertjes, of we, als zij voor ons dansten, voor
5 c. olienoten van hun koop'en wilden. Wij
gingen op die voorwaarde in, maar het kostte
ons menigen stuiver want de groep werd hoe
langer hoe grooter Ten slotte moesten wij de
car aanzetten en gaan rijden om van die ne
gertjes af te komen.
Florida is de laatste staat zuid; verder kan
men niet; aan den eenen kant wordt dit staat
omzoomd door de Atlantische Oceaan en aan
de andere zijde door de golf van Mexico.
Toen wij een paar uur gereden hadden, gin
gen wij langs e'en sinaasappelenboomgaard. Na
tuurlijk hielden wij even stil, om die boomen
nauwkeurig op te nemen. Wij hadden die nooit
eerder gezien; sommigen waren rijp, wij plukten
er ook een paar, maar blijkbaar waren ze nog
niet rijp genoeg. De smaak was bitter.
Daar zagen wij een meer, en aan den kant
lag een groote krokodil zich te koesteren in
de zon Toen wij stopten om hem van nabij te
zien, kroop hij met zijn korte pooten door het
moeras in 't water. Naderhand vertelde men
ons, dat het in sommige plaatsen in Florida vol
is met krokodillen. Zelfs zoo erg, dat ze de
kalveren van 't land sleepen (en ook wel var
kens) om ze in het water op te eten.
De eerste stad waar wij stil hielden om te
eten was Atlanta, een prachtige stad, schoon
en mooi van aanleg. Deze geheele stad bestaat
van toeristen, van oost en west en noord. Alles
is daar muziek en dans, zelfs op de straat. Men
leeft hier blijkbaar alleen om te genieten
Zoo ik reeds zeide, de warmte had ons af
gemat. Wij gingen onder de boomen liggen rus
ten. Wij vonden die hitte veel benauwder dan
die in den zomer in Michigan.En ook die boomen
waren niet zoo goed voor schaduw als bij ons.
Zij hebben een langen rechtopgaanden stam,
met een kleine kruin. Het zijn dadelpalmen. Even
verder stond een cocomutpalm, maar deze is
voor schaduw niet veel beter Nadat wij wat
gerust en gegeten hadden, gingen wij naar de
kust van den Atlantic Oceaan. Daar was het
niet zoo warm.
Hier is Daytona beach, waar de groote auto
wedstrijden worden gehouden, en waar er zoo
velen om het leven komen. Een schande, dat
dit door de overheid niet verboden wordt. Nog
niet lang geleden was er hier een, die het „we
reldrecord" zou breken. Daarvoor moest hij
4 mijl per minuut afleggen. Natuurlijk heeft hij
zijn nek gebroken
Van daar gingen wij dwars door den Staat
in de richting van de golf van Mexico, maar
wij stopten, omdat het Zaterdagavond was, in
Tampa.
Een echt tropisch gezicht Verscheidene hui
zen met platte daken. Groote velden met ba
nanen zijn wij aan dezen weg gepasseerd. In
Tampa vernachtten wij in een tent. Den vol
genden morgen gingen wij ter kerk bij een
Episcopaalsch predikant. De vorm van hun
dienst heeft veel weg van de Roomschen. Zijn
preek was mooi en pakkend. Van 't begin tot
einde was het een arme zondaar en een rijke
Christus In hun form was iets plechtigs.
Des avonds gingen wij in een Presbyteriaan-
sche kerk, maar dit viel tegen, dat was puur
modern.
Mijn zoon en ik zeiden tegen elkander: „Als
wij hier moesten wonen, was de Episcopaalsche
dominé de onze 1"
De Zondag in zulk een omgeving is voor
ons een dag van verveling. Wij liepen de stad
eens rond door haar mooie parken, maar wij ge
noten niet. Wij dachten aan „thuis" en merkten
tegen elkander op: „Laat ons dankbaar zijn,
dat wij 't Zondags in ons „Home town" een
ander leven kennen dan de menschen hier
De golf van Mexico is gelijk het strand aan
Scheveningen. Toen wij daar 's Maandagsmor
gens kwamen was het er zwart van de badgas
ten, zoo ver als het oog kon zien.
Van daar gingen wij over een brug, die 6 mijl
lang was. Om daarover te komen heeft men 2
uur noodig. Die brug ligt gedeeltelijk over water
en gedeeltelijk over moeras.
Vandaar gingen we langs de golf van Mexico
naar de evergladus, een wildernis, waar de
'wilde dieren nog in hun natuurstaat leven.
Apen zitten in de boomen of hangen aan hun
staart, en ze zijn blijkbaar niet bang voor een
auto.
Dwars door een moeras heeft men een weg
aangelegd voor het autoverkeer. Die weg kost
millioenen, want hij zakt voortdurend. Blijkbaar
is hier geen bodem.
Na een tocht van 200 mijl door die wildernis,
kwamen wij aan Keiwest. Verder konden wij
niet, daar lag een boot, die ons over wou bren
gen naar Cuba voor 28.00. Duizenden doen
dit. En velen gaan voor een glas jenever of
wiskey, maar mijn zoon dacht: „Wij wafen ver
genoeg van huis en moesten het Noorden maar
inrijden
Vandaar gingen wij naar Miami. Een nieuw
aangebouwde stad vóór toeristen. Alles is hier
zoo wat vernield door een orkaan, die hier het
vorige jaar gewoed heeft. Ver in 't land ligt een
'zeilschip, dat daar door den geweldigen storm
en watervloed is neergeworpen.
Wij vertoefden hier een paar dagen. Henry
Ford heeft hier zijn lusthof. Na alles bekeken
te hebben reden wij weer huiswaarts.
Wij waren 3 weken weg en onzen speeda-
rneterf of kilometerteller noemen jullie dat, ge
loof ik) zei ons, dat wij 5000 mijl gereden
hadden in die drie weken. Onze thuisreis was
ook zonder eenig defect aan onze car. Wij
hadden tweemaal een platten band gehad, dat
was alles De laatste 1200 mijl hebben wij ge
daan in één stuk door 2 dagen en een nacht.
Wij hebben 10.00 olie gebruikt en ca. 50.00
aan benzine. Ik denk: dat kunnen jullie in Ne
derland niet doen voor dat geld.
Toen wij thuis kwamen was alles nog winter.
En wij dachten: het was veel kouder dan toen
wij gingen. Toch was dit niet zoo, maar ons
bloed was in die drie weken dunner geworden
en het had den zomer aangenomen.
Good bye, to next week
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
Vergadering van den Gemeenteraad van
NIEUWE TONGE op Vrijdag 14
Maart 1930, des nam. 2 uur.
De Voorzitter .burgemeester Sterk, opent de
vergadering met gebed, waarna de notulen der
vorige vergadering worden voorgelezen.
Naar aanleiding hiervan merkt de heer NIEU-
WENHUIJZEN op, dat volgens de notulen de
Raad zijn goedkeuring zou hebben gegeven aan
het uitwonen van den burgemeester, maar vol
gens spr. heeft de raad de wenschelijkheid uit
gesproken, dat de burgemeester in de gemeente
woont.
De VOORZITTER zegt, dat er geen gelegen
heid in de gemeente is en daarom heeft de raad
goed gevonden, dat spr. buiten de gemeente
woont.
De heer NELISSE zegt in de me'ening te ver-
keeren, dat de raad zich uitgesproken heeft, dat
zoodra er in deze gemeente gelegenheid is om te
wonen, de burgemeester ook van die gelegen
heid moet gebruik maken. Spr. vertrouwt ten
volle, dat de burgemeester dat ook doen zal.
De VOORZITTER zegt, dat het dwaasheid
zou zijn, om als er gelegenheid komt, te wachten
om in de gemeente te komen wonen, totdat het
volle jaar, waarvoor spr. vergunning kreeg, om
zou zijn. Spr. stelt voor deze bespreking te notu-
leeren en alsnog aan den Commissaris der Ko
ningin op te benden. Hiertoe wordt besloten.
De notulen worden vastgesteld.
Het kohier der hondenbelasting wordt vast
gesteld.
Wat betreft het aanbrengen van een ver-
keersspiegel op den viersprong hebben B. en W.
en enkele raadsleden den toestand ter plaatse
onderzocht en zijn tot de overtuiging gekomen,
dat daar onmogelijk een verkeersspiegel kan
worden aangebracht. Met eenig succes zou mis
schien een verkeersspiegel aan te brengen zijn
op den Molendijk bij den molen. De kosten zijn
ongeveer 40 a 50.
De heer VISBEEN meent, dat er wel een
spiegel aan te brengen zal zijn op de hoogte.
Spr. vindt het daar een gevaarlijk punt.
De heer NIEUWENHUIJZEN zegt, dat er
geen plaats voor is.
De heer van ALPHEN ziet het grootste ge
vaar in de overtreding der maximum-snelheid.
Daar moest meer op gelet worden.
De heer NIEUWENHUIJZEN merkt op, dat
het moeilijk is dat te constateeren. Dan zouden
er eigenlijk 2 veldwachters moeten zijn, anders
is het bijna niet vast te stellen.
De heer VAN ALPHEN zou graag de mede
werking der chauffeurs wiHen hebben.
Weth. KROON vindt het ook treurig, dat de
zedelijke verplichting bij den rechterlijken dwang
moet achterstaan. De menschen moesten begrij
pen, dat het hun eerste-plicht is te waken voor
de veiligheid van anderen.
De heer VISBEEN vindt de fietsen ook een
gevaar.
Na nog eenige bespreking wordt besloten op
den Molendijk een waarschuwingsbord te plaat
sen. De heer Visbeen, die meer voor een ver
keersspiegel voelt, stemt tegen.
De heer Hagens vraagt eervol ontslag met
ingang van 1 Mei a.s. als onderwijzer.
De VOORZITTER merkt op, dat dit wel
wat gauw is. Het is verplichtend, dat deze school
ook weer een onderwijzer met hoofdakte krijgt
en die zijn niet zoo gemakkelijk te vinden. Nu
zou misschien ook wel een onderwijzeres met
hoofdakte te benoemen zijn, maar er zijn al 3
onderwijzeressen aan deze school. Het beste is
misschien om een tijdelijk onderwijzeres te be
noemen.
Ingekomen is het verslag der commissie tot
wering van schoolverzuim.
De onderwijzer Stabeij vraagt ontslag met in
gang van 1 April a.s.
De VOORZITTER stelt voor hem dit op
de meest eervolle wijze te geven, onder dank
zegging voor de aan deze school bewezen
diensten.
De heer NIEUWENHUIJZEN ziet in den
heer Stabeij nog een onderwijzer van het goede
stempel, iemand die met hart en ziel leefde voor
het onderwijs. Hij hield steeds een nauw con
tact met de ouders van zijn leerlingen, bezocht
deze ouders regelmatig en werkte hard voor het
bijhouden van achterlijke leerlingen. Spr. ge
looft ,dat hem van deze plaats van de zijde
van den Raad een woord van hulde en lof over
zijn arbeid toekomt.
De heer v. ALPHEN stemt hiermee in. Op
de ouderavond is hier ook over gesproken.
Met alg. sternen wordt conform het voorstel
van den Voorzitter besloten.
De lantaarnopsteker van Battenoord vraagt
ontslag, B. en W. stelen voor v. 't Geloof hier
voor te benoemen op een jaarwedde van 25,
de vorige kreeg 10.
door
H. KINGMANS.
3)
„De dominé wil weer een oproep plaatsen,
evenals den vorigen keer, om althans met enkele
contact te krijgen", vervolgde dokter Van Leeu
wen, zich over het kale hoofd strijkend. „Het
is natuurlijk een weg. Sollicitanten komen er
wel. Dat hebben wij verleden jaar gezien. Maar
ja, als je dan perfecte inlichtingen krijgt en je
benoemt daarop en het blijkt iemand te zijn,
als deze zuster, dan ben je wel in de aap ge
logeerd."
„Dat je op dergelijke inlichting'en toch zoo
weinig aan kan", meende zij. „Wij mogen toch
verwachten, dat wij naar waarheid worden
ingelicht."
„Nu moet je voorzichtig zijn, vrouwtje. Ik
zeg van de inlichtingen niets. Ik geloof, dat
ze volkomen te goeder trouw gegeven zijn.
Zij waren van een collega en betroffen voor
namelijk het medisch gedeelte. En dan nog
wel het werk in een ziekenhuis. Inderdaad ge
loof ik, en dat heb ik haar ook gezegd, dat
zij voor het ziekenhuis geknipt is. Maar niet
voor de wijkverpleging. Die inlichtingen waren
dus wel goed. Men kan moeilijk vergen, dat
over het karakter wordt geschreven. Voor
ons dorp deugt haar karakter in ieder geval
niet. Wie, als zij, uit de hoogte op de dorpe
lingen neerziet, kan zijn biezen wel pakken.
Daarom wilde ik nu juist van haar opvolgster
eens de meest vertrouwelijke inlichtingen hebben.
Maar dat moet dan zijn van iemand, die haar
kent. En nu is het juist de moeilijkheid, zoo ie
mand te pakken te krijgen."
Peinzend keek de arts, zittend in de serre van
zijn villa, die uitzag op den zeer lommerijken
weg, die Zeeduin met Landdorp verbond, vóór
zich uit.
„Ik heb gedacht, Alfred eens in den arm te
nemen, vrouw. Wat denk jij er van vroeg
hij dan.
„Wat heb je aan Alfred was de weder
vraag. „Hij kent wel e'en massa verpleegsters,
maar alle verpleegsters in een ziekenhuis, en die
wil je juist niet hebben."
Hij lachte hartelijk om deze opmerking.
„Als wij niet een verpleegster uit een zieken
huis wilden hebben, kregen wij er nooit een.
Ten slotte komen zij alle uit een ziekenhuis.
Waar zouden zij de verpleging anders geleerd
hebben
„Nu jp, dat spreekt vanzelf. Maar deze
zuster acht je toch alleen voor ziek'enhuiswerk
geschikt."
„Vast wel. Als geknipt, dunkt mij. Maar niet
geschikt voor Zeeduin. In het een of ander
ziekenhuis zal er wel een zijn, die voor ons
doel zeer geschikt is. En daarom denk ik er
over, Alfred eens te polsen. Hij kent het dorp
door en door; weet van de eigenaardigheden dei-
bewoners en is ook wel op de hoogte van het
werk, dat hier vereischt wordt. Wie weet, of
hij in Rotterdam niet iemand heeft, die goed is
en naar zijn meening geschikt is, en dan natuur
lijk bereid, hierheen te komen."
,Het was te probeeren, man. Alleen vrees ik,
dat men goede krachten in het ziekenhuis niet
missen wil."
„Daarin kun je wel eens gelijk hebben. Na
tuurlijk moet Alfred een goede aanbevelen. Ie
mand, die men in het ziekenhuis wel slijten wil,
kunnen wij hier ook missen als kiespijn. Mis
schien kom ik er niet verder mede, maar zooals
je ook zegt, het ware te probeeren."
,,N, schrijf dan vanavond eens. Wij moeten
trouwens, in verband met jouw vacantie, toch
weten, of hij dezen zomer plannen heeft, naar
hier te kom'en."
„Dat denk ik niet. Hij was er immers ver
leden jaar Enfin, wij zullen zien. Ik zal straks
eens met den dominé praten en hem van mijn
plan vertellen. Als hij dat wil, hij staat er nu
eenmaal zeer sterk op, kan deze week toch wel
een oproep geplaatst worden."
Dokter Van Leeuwen stond op en liep met
zijn vrouw den tuin in, een pracht van een
grooten, schitterend aangelegden tuin, die be
loofde, als straks de zomer komen zou, weer een
juweel te worden.
Ruim twee uur later zat hij achter zijn schrijf
tafel, terwijl vlug de pen over het papier gleed.
De predikant, voorzitter van de vereeniging
„Het Groene Kruis", had geen enkel bezwaar
gemaakt tegen zijn plan, te meer niet, omdat er
tóch een oproep geplaatst zou worden, zoodat
het bestuur niet alleen aangewezen zou zijn op
de eventueel door den neef van den dokter aan
bevolen verpleegster.
In zeer verzorgd handschrift, dokter Van
Leeuwen kon het moeilijk hebben, dat het jon
gere geslacht het handschrift zoo verwaarloosde,
schreef hij e'en epistel naar zijn neef Alfred van.
Stralen, inwonend geneesheer van het groote
ziekenhuis in Rotterdam, om vervolgens den
brief aan zijn vrouw ter inzage te geven, die
las
„Waarde Alfred,
Ditmaal eens een zakelijk briefje. Tot ons aller
verlichting, je bent geheel op de hoogte, heeft
onze wijkverpleegster ontslag gevraagd en dat
natuurlijk verkregen. Ergo moet er over enkele
maanden een nieuwe zijn.
Nu kunnen wij een oproep plaatsen, wat ook
geschieden zal, maar wie weet welke zuster wij
dan weer krijgen. Onze ervaring is niet bemoedi
gend. Deze verplegster heeft, door haar on
tactisch optreden voornamelijk, het „Groene
Kruis", dat onze goede, maar conservatieve be
volking tóch maar matig bekoren kan, eer ach
ter- dan vooruit geholpen. Wij moeten een ver
pleegster hebben, die met de bevolking kan om
gaan en het zaakje weer op pooten zetten.
En nu mijn vraag. Heb je altemet in je zieken
huis soms een goede verpleegster, die, naar
jouw meening, voldoet aan de eischen, die de
wijkverpleging stelt, die tevens geschikt is voor
Zeeduin en die dat is natuurlijk mede een
belangrijke voorwaarde genegen is, het zie
kenhuis te verlaten, om hier de wijkverpleging
op zich te nemen
Ik bedoel vanzelf niet, het is overbodig, het
op te merk'en, dat je met een verpleegster komt
aandragen, die jullie in het ziekenhuis wel gaar
ne zien gaan. Die is voor ons doel ook niet
geschikt. Trouwens, dat begrijp je zelf wel.
Meer behoef ik er wel niet over te schrijven.
Je weet ongetwijfeld precies, welke zuster voor
Zeeduin geknipt is. Denk er eens enkele dagen
over na en bericht mij dan eens, of je aan mijn
verzoek al of niet kunt voldoen.
Ten slotte waarde neef, een gewetensvraag
namens je tante. Waarop zij, zoo mogelijk, een
definitief antwoord verwacht. Kom je dezen
zomer naar Zeeduin of kan ons mooie dorp
aan de altijd bruischende zee deze vacantie
niet e'en' geëerd bezoek van je tegemoet zien
Dit wordt gevraagd in verband met onze eigen
plannen.
Vale
Van Leeuwen."
„Ik zou zeggen, dat deze brief aan duidelijk
heid niets te wenschen overlaat", lachte me
vrouw Van Leeuwen. „Nu maar eens afwachten
wat antwoord er van Alfred komt."
„Misschien breng ik hem wel in moeilijk
heden", peinsde de dokter hardop.
„Hoe bedoel je dat, man?"
„Och, je weet, dat hij ons zeer genegen is en
moeilijk eenj verzoek van ons weigeren kan.
Maar aan den anderen kant zal hij moeilijk een
goede verpleegster kunrien laten gaan. Want die
wordt in een ziekenhuis ook op prijs gesteld.
Enfin, wij zullen zien."
„Dat vindt ik ook. Geen muizenissen vóór
den tijd. Kom, laat ons den brief gaan posten.
Het is zulk schitterend weer."
Wandelend in den mooien Meiavond, terwijl
de dokter genoot van zijn sigaar, verliet het
tweetal, dat, zoo bet slechts immer kon, steeds
samen gezien werd, de villa, om den smallen
straatweg te betreden, die naar het dorp leidde.
Links en rechts van den weg was hoog op
gaand geboomte; hier en daar reikten de toppen
der boomen elkaar, zoodat een overdekte allee
gevormd werd.
De dorpelingen, die zij op den weg ontmoet
ten, groetten met die eigenaardige, bekoorlijke
mengeling van eerbied en vertrouwelijkheid; eer
bied voor de kunde van den arts; vertrouwelijk
heid,, omdat hij de voor zich innemende per
soonlijkheid reeds jaren in hun huizen ver
scheen en al hun omstandigheden kende, veel
beter nog, ja oneindig veel beter, dan de pre
dikant, die slechts zeer zelden gezien werd en
die in hun harten geen enkele plaats innam.
Naarmate het tweetal meer het centrum van
het dorp naderde, had het meer terug te groeten
en hier en daar een woord te wisselen. Eerst
toen zij midden op het dorpsplein een groot
grasveld, waar binnenin de monumentale kerk
stond den brief naar Rotterdam hadden laten
glijden in de bus van het hulppostkantoor en zij
verder liepen, den duinweg naar zee in, dwars
door dennenboschjes, door beuken- en esschen-
hout, kwamen zij zoo ongeveer niemand meer
tegen, zoodat zij alleen waren, te midden van
een wonderschoone natuur, die de lucht ver
vulde met heerlijke Meigeuren.
(Wordt vervolgd),