Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. FEUILLETON No. 3625 WOENSDAG 19 MAART 1930 45STE JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES Gemeenteraad. Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN Hei nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht. Brieven uit Amerika. Van een arm dorp dat rijk werd Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.-- b| vooruitbetaling. BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEEFSTER SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zg beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. DE ZONDAGSWET. Bij de debatten over de Winkelsluitingswet is herhaaldelijk de Zondagswet ter sprake ge komen. Zelfs is op een bepaald punt de Winkelslui tingswet met de Zondagswet in strijd gekomen, waarom van sociaal-demcftratische zijde werd voorgesteld de betrokken clausule der Zondags wet (art. 1 lid 2) maar in te trekken. Gielukkig ging het niet door om op die manier de oude Zondagswet zoo maar terloops van haar kracht te berooven. Om dit afdoende te regelen zal het tijdstip moeten worden afge wacht, dat de nieuwe Zondagswet in behande ling komt. Moge dit niet lang meer op zich laten wachten. Of de oude Zondagswet dan onvoldo'ende is Indien zij gehandhaafd werd, had de Zondags sluiting, die bij de Winkelsluitingswet zooveel stof opwierp, achterwege kunnen blijven. Maar dat is het juist. De Zondagswet staat buiten de parktijk. Zooals ze in 1815 is klaar gemaakt, is ze onmogelijk te handhaven en is ze eigenlijk nooit gehandhaafd geweest. We kunnen hieruit leeren, dat de wetgeving aansluiting moet vinden bij de volksconsciëntie. Als dat niet het geval is, helpt het wetten maken geen steek. We hebben te maken met de praktijk. En daarbij te streVen naar het bereikbare. Het is de zwakke plek der St. Geref., dat zij dit over het hoofd zien. Zij schijnen te denken, dat wanneer de strenge Gereformeerde wenschen maar op het papier staan, we klaar zijn. Maar zoo is het niet. Watten maken is gemakkelijk, maar wetten handhaven is een andere zaak. En zullen onze wetten kracht uitoefenen en van invloed kunnen zijn op het volksleven, dan moe ten zij zich bij het volksleven aansluiten. Bij het maken van wetten staan we met beide ^loeten op het terrein van het praktische leven en daarom hebben wij hier ook te streven naar het praktisch bereikbare en moeten we dankbaar zijn als we als minderheid nog iets bereiken kunnen. Zóó hebben we deze kwestie te bezien. Zóó kunnen we nog iets met onze beginselen in het volksleven, dat zich hoe langer hoe meer van de kerk en het Woord van God verwijdert, beginnen. En overigens zal er van onder en van binnen uit gewerkt moeten worden. Niet met wetten- makerij van bovenaf christianiseeren we het volksleven. De overtuiging moet wortelen in de volks consciëntie. Dat te bereiken is een taak voor de kerk en de school en het huisgezin en voor ieder christen persoonlijk. Jammer, dat hieraan zoo heel vaak veel mankeert Het is hier als met zooveel wenschen, die on der ons christenvolk leven, b.v. de doodstraf, verbod van lijkverbranding, vloekverbod enz.. De heer Heemskerk heeft er als Minister eens op gewezen, dat de twee groote overwinningen, die de rechterzijde behaald heeft, in de finan- tieele gelijkstelling en de afschaffing der regle menteering, te danken zijn aan de onvermoeide propaganda, die er in geslaagd is, de gegrond heid van de gestelde eischen zoo overtuigend in het licht te stellen, dat ten slotte tegen de finantieele gelijkstelling en tegen het bordeel verbod nauwelijks iemand zich durfde verzetten, In die richting zal het ook met andere prin- cipieele wenschen moeten gaan. En om het zoo ver ooit te krijgen spreekt het vanzelf, dat we van onze Kamerredevoeringen, moties etc. geen paradepaardjes voor onze kie zers moeten maken. Dergelijke reclamemakerij wekt afkeer en walging en zal er nooit toe me dewerken om de volksconsciëntie principieel op te scherpen. Eer het tegendeel. Beste Vriend De zon was reeds lang onder eer wij de grens tusschen Georgia en Florida bereikt hadden. Hier sliepen wij buiten in een tent. Zelfs des avonds na zonsondergang wijst de thermometer hier 70 graden. Wij sliepen zonder dek over ons. Toen wij ontwaakten vroegen de kleine negertjes, of we, als zij voor ons dansten, voor 5 c. olienoten van hun koop'en wilden. Wij gingen op die voorwaarde in, maar het kostte ons menigen stuiver want de groep werd hoe langer hoe grooter Ten slotte moesten wij de car aanzetten en gaan rijden om van die ne gertjes af te komen. Florida is de laatste staat zuid; verder kan men niet; aan den eenen kant wordt dit staat omzoomd door de Atlantische Oceaan en aan de andere zijde door de golf van Mexico. Toen wij een paar uur gereden hadden, gin gen wij langs e'en sinaasappelenboomgaard. Na tuurlijk hielden wij even stil, om die boomen nauwkeurig op te nemen. Wij hadden die nooit eerder gezien; sommigen waren rijp, wij plukten er ook een paar, maar blijkbaar waren ze nog niet rijp genoeg. De smaak was bitter. Daar zagen wij een meer, en aan den kant lag een groote krokodil zich te koesteren in de zon Toen wij stopten om hem van nabij te zien, kroop hij met zijn korte pooten door het moeras in 't water. Naderhand vertelde men ons, dat het in sommige plaatsen in Florida vol is met krokodillen. Zelfs zoo erg, dat ze de kalveren van 't land sleepen (en ook wel var kens) om ze in het water op te eten. De eerste stad waar wij stil hielden om te eten was Atlanta, een prachtige stad, schoon en mooi van aanleg. Deze geheele stad bestaat van toeristen, van oost en west en noord. Alles is daar muziek en dans, zelfs op de straat. Men leeft hier blijkbaar alleen om te genieten Zoo ik reeds zeide, de warmte had ons af gemat. Wij gingen onder de boomen liggen rus ten. Wij vonden die hitte veel benauwder dan die in den zomer in Michigan.En ook die boomen waren niet zoo goed voor schaduw als bij ons. Zij hebben een langen rechtopgaanden stam, met een kleine kruin. Het zijn dadelpalmen. Even verder stond een cocomutpalm, maar deze is voor schaduw niet veel beter Nadat wij wat gerust en gegeten hadden, gingen wij naar de kust van den Atlantic Oceaan. Daar was het niet zoo warm. Hier is Daytona beach, waar de groote auto wedstrijden worden gehouden, en waar er zoo velen om het leven komen. Een schande, dat dit door de overheid niet verboden wordt. Nog niet lang geleden was er hier een, die het „we reldrecord" zou breken. Daarvoor moest hij 4 mijl per minuut afleggen. Natuurlijk heeft hij zijn nek gebroken Van daar gingen wij dwars door den Staat in de richting van de golf van Mexico, maar wij stopten, omdat het Zaterdagavond was, in Tampa. Een echt tropisch gezicht Verscheidene hui zen met platte daken. Groote velden met ba nanen zijn wij aan dezen weg gepasseerd. In Tampa vernachtten wij in een tent. Den vol genden morgen gingen wij ter kerk bij een Episcopaalsch predikant. De vorm van hun dienst heeft veel weg van de Roomschen. Zijn preek was mooi en pakkend. Van 't begin tot einde was het een arme zondaar en een rijke Christus In hun form was iets plechtigs. Des avonds gingen wij in een Presbyteriaan- sche kerk, maar dit viel tegen, dat was puur modern. Mijn zoon en ik zeiden tegen elkander: „Als wij hier moesten wonen, was de Episcopaalsche dominé de onze 1" De Zondag in zulk een omgeving is voor ons een dag van verveling. Wij liepen de stad eens rond door haar mooie parken, maar wij ge noten niet. Wij dachten aan „thuis" en merkten tegen elkander op: „Laat ons dankbaar zijn, dat wij 't Zondags in ons „Home town" een ander leven kennen dan de menschen hier De golf van Mexico is gelijk het strand aan Scheveningen. Toen wij daar 's Maandagsmor gens kwamen was het er zwart van de badgas ten, zoo ver als het oog kon zien. Van daar gingen wij over een brug, die 6 mijl lang was. Om daarover te komen heeft men 2 uur noodig. Die brug ligt gedeeltelijk over water en gedeeltelijk over moeras. Vandaar gingen we langs de golf van Mexico naar de evergladus, een wildernis, waar de 'wilde dieren nog in hun natuurstaat leven. Apen zitten in de boomen of hangen aan hun staart, en ze zijn blijkbaar niet bang voor een auto. Dwars door een moeras heeft men een weg aangelegd voor het autoverkeer. Die weg kost millioenen, want hij zakt voortdurend. Blijkbaar is hier geen bodem. Na een tocht van 200 mijl door die wildernis, kwamen wij aan Keiwest. Verder konden wij niet, daar lag een boot, die ons over wou bren gen naar Cuba voor 28.00. Duizenden doen dit. En velen gaan voor een glas jenever of wiskey, maar mijn zoon dacht: „Wij wafen ver genoeg van huis en moesten het Noorden maar inrijden Vandaar gingen wij naar Miami. Een nieuw aangebouwde stad vóór toeristen. Alles is hier zoo wat vernield door een orkaan, die hier het vorige jaar gewoed heeft. Ver in 't land ligt een 'zeilschip, dat daar door den geweldigen storm en watervloed is neergeworpen. Wij vertoefden hier een paar dagen. Henry Ford heeft hier zijn lusthof. Na alles bekeken te hebben reden wij weer huiswaarts. Wij waren 3 weken weg en onzen speeda- rneterf of kilometerteller noemen jullie dat, ge loof ik) zei ons, dat wij 5000 mijl gereden hadden in die drie weken. Onze thuisreis was ook zonder eenig defect aan onze car. Wij hadden tweemaal een platten band gehad, dat was alles De laatste 1200 mijl hebben wij ge daan in één stuk door 2 dagen en een nacht. Wij hebben 10.00 olie gebruikt en ca. 50.00 aan benzine. Ik denk: dat kunnen jullie in Ne derland niet doen voor dat geld. Toen wij thuis kwamen was alles nog winter. En wij dachten: het was veel kouder dan toen wij gingen. Toch was dit niet zoo, maar ons bloed was in die drie weken dunner geworden en het had den zomer aangenomen. Good bye, to next week Je AMERIKAANSCHE VRIEND. Vergadering van den Gemeenteraad van NIEUWE TONGE op Vrijdag 14 Maart 1930, des nam. 2 uur. De Voorzitter .burgemeester Sterk, opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering worden voorgelezen. Naar aanleiding hiervan merkt de heer NIEU- WENHUIJZEN op, dat volgens de notulen de Raad zijn goedkeuring zou hebben gegeven aan het uitwonen van den burgemeester, maar vol gens spr. heeft de raad de wenschelijkheid uit gesproken, dat de burgemeester in de gemeente woont. De VOORZITTER zegt, dat er geen gelegen heid in de gemeente is en daarom heeft de raad goed gevonden, dat spr. buiten de gemeente woont. De heer NELISSE zegt in de me'ening te ver- keeren, dat de raad zich uitgesproken heeft, dat zoodra er in deze gemeente gelegenheid is om te wonen, de burgemeester ook van die gelegen heid moet gebruik maken. Spr. vertrouwt ten volle, dat de burgemeester dat ook doen zal. De VOORZITTER zegt, dat het dwaasheid zou zijn, om als er gelegenheid komt, te wachten om in de gemeente te komen wonen, totdat het volle jaar, waarvoor spr. vergunning kreeg, om zou zijn. Spr. stelt voor deze bespreking te notu- leeren en alsnog aan den Commissaris der Ko ningin op te benden. Hiertoe wordt besloten. De notulen worden vastgesteld. Het kohier der hondenbelasting wordt vast gesteld. Wat betreft het aanbrengen van een ver- keersspiegel op den viersprong hebben B. en W. en enkele raadsleden den toestand ter plaatse onderzocht en zijn tot de overtuiging gekomen, dat daar onmogelijk een verkeersspiegel kan worden aangebracht. Met eenig succes zou mis schien een verkeersspiegel aan te brengen zijn op den Molendijk bij den molen. De kosten zijn ongeveer 40 a 50. De heer VISBEEN meent, dat er wel een spiegel aan te brengen zal zijn op de hoogte. Spr. vindt het daar een gevaarlijk punt. De heer NIEUWENHUIJZEN zegt, dat er geen plaats voor is. De heer van ALPHEN ziet het grootste ge vaar in de overtreding der maximum-snelheid. Daar moest meer op gelet worden. De heer NIEUWENHUIJZEN merkt op, dat het moeilijk is dat te constateeren. Dan zouden er eigenlijk 2 veldwachters moeten zijn, anders is het bijna niet vast te stellen. De heer VAN ALPHEN zou graag de mede werking der chauffeurs wiHen hebben. Weth. KROON vindt het ook treurig, dat de zedelijke verplichting bij den rechterlijken dwang moet achterstaan. De menschen moesten begrij pen, dat het hun eerste-plicht is te waken voor de veiligheid van anderen. De heer VISBEEN vindt de fietsen ook een gevaar. Na nog eenige bespreking wordt besloten op den Molendijk een waarschuwingsbord te plaat sen. De heer Visbeen, die meer voor een ver keersspiegel voelt, stemt tegen. De heer Hagens vraagt eervol ontslag met ingang van 1 Mei a.s. als onderwijzer. De VOORZITTER merkt op, dat dit wel wat gauw is. Het is verplichtend, dat deze school ook weer een onderwijzer met hoofdakte krijgt en die zijn niet zoo gemakkelijk te vinden. Nu zou misschien ook wel een onderwijzeres met hoofdakte te benoemen zijn, maar er zijn al 3 onderwijzeressen aan deze school. Het beste is misschien om een tijdelijk onderwijzeres te be noemen. Ingekomen is het verslag der commissie tot wering van schoolverzuim. De onderwijzer Stabeij vraagt ontslag met in gang van 1 April a.s. De VOORZITTER stelt voor hem dit op de meest eervolle wijze te geven, onder dank zegging voor de aan deze school bewezen diensten. De heer NIEUWENHUIJZEN ziet in den heer Stabeij nog een onderwijzer van het goede stempel, iemand die met hart en ziel leefde voor het onderwijs. Hij hield steeds een nauw con tact met de ouders van zijn leerlingen, bezocht deze ouders regelmatig en werkte hard voor het bijhouden van achterlijke leerlingen. Spr. ge looft ,dat hem van deze plaats van de zijde van den Raad een woord van hulde en lof over zijn arbeid toekomt. De heer v. ALPHEN stemt hiermee in. Op de ouderavond is hier ook over gesproken. Met alg. sternen wordt conform het voorstel van den Voorzitter besloten. De lantaarnopsteker van Battenoord vraagt ontslag, B. en W. stelen voor v. 't Geloof hier voor te benoemen op een jaarwedde van 25, de vorige kreeg 10. door H. KINGMANS. 3) „De dominé wil weer een oproep plaatsen, evenals den vorigen keer, om althans met enkele contact te krijgen", vervolgde dokter Van Leeu wen, zich over het kale hoofd strijkend. „Het is natuurlijk een weg. Sollicitanten komen er wel. Dat hebben wij verleden jaar gezien. Maar ja, als je dan perfecte inlichtingen krijgt en je benoemt daarop en het blijkt iemand te zijn, als deze zuster, dan ben je wel in de aap ge logeerd." „Dat je op dergelijke inlichting'en toch zoo weinig aan kan", meende zij. „Wij mogen toch verwachten, dat wij naar waarheid worden ingelicht." „Nu moet je voorzichtig zijn, vrouwtje. Ik zeg van de inlichtingen niets. Ik geloof, dat ze volkomen te goeder trouw gegeven zijn. Zij waren van een collega en betroffen voor namelijk het medisch gedeelte. En dan nog wel het werk in een ziekenhuis. Inderdaad ge loof ik, en dat heb ik haar ook gezegd, dat zij voor het ziekenhuis geknipt is. Maar niet voor de wijkverpleging. Die inlichtingen waren dus wel goed. Men kan moeilijk vergen, dat over het karakter wordt geschreven. Voor ons dorp deugt haar karakter in ieder geval niet. Wie, als zij, uit de hoogte op de dorpe lingen neerziet, kan zijn biezen wel pakken. Daarom wilde ik nu juist van haar opvolgster eens de meest vertrouwelijke inlichtingen hebben. Maar dat moet dan zijn van iemand, die haar kent. En nu is het juist de moeilijkheid, zoo ie mand te pakken te krijgen." Peinzend keek de arts, zittend in de serre van zijn villa, die uitzag op den zeer lommerijken weg, die Zeeduin met Landdorp verbond, vóór zich uit. „Ik heb gedacht, Alfred eens in den arm te nemen, vrouw. Wat denk jij er van vroeg hij dan. „Wat heb je aan Alfred was de weder vraag. „Hij kent wel e'en massa verpleegsters, maar alle verpleegsters in een ziekenhuis, en die wil je juist niet hebben." Hij lachte hartelijk om deze opmerking. „Als wij niet een verpleegster uit een zieken huis wilden hebben, kregen wij er nooit een. Ten slotte komen zij alle uit een ziekenhuis. Waar zouden zij de verpleging anders geleerd hebben „Nu jp, dat spreekt vanzelf. Maar deze zuster acht je toch alleen voor ziek'enhuiswerk geschikt." „Vast wel. Als geknipt, dunkt mij. Maar niet geschikt voor Zeeduin. In het een of ander ziekenhuis zal er wel een zijn, die voor ons doel zeer geschikt is. En daarom denk ik er over, Alfred eens te polsen. Hij kent het dorp door en door; weet van de eigenaardigheden dei- bewoners en is ook wel op de hoogte van het werk, dat hier vereischt wordt. Wie weet, of hij in Rotterdam niet iemand heeft, die goed is en naar zijn meening geschikt is, en dan natuur lijk bereid, hierheen te komen." ,Het was te probeeren, man. Alleen vrees ik, dat men goede krachten in het ziekenhuis niet missen wil." „Daarin kun je wel eens gelijk hebben. Na tuurlijk moet Alfred een goede aanbevelen. Ie mand, die men in het ziekenhuis wel slijten wil, kunnen wij hier ook missen als kiespijn. Mis schien kom ik er niet verder mede, maar zooals je ook zegt, het ware te probeeren." ,,N, schrijf dan vanavond eens. Wij moeten trouwens, in verband met jouw vacantie, toch weten, of hij dezen zomer plannen heeft, naar hier te kom'en." „Dat denk ik niet. Hij was er immers ver leden jaar Enfin, wij zullen zien. Ik zal straks eens met den dominé praten en hem van mijn plan vertellen. Als hij dat wil, hij staat er nu eenmaal zeer sterk op, kan deze week toch wel een oproep geplaatst worden." Dokter Van Leeuwen stond op en liep met zijn vrouw den tuin in, een pracht van een grooten, schitterend aangelegden tuin, die be loofde, als straks de zomer komen zou, weer een juweel te worden. Ruim twee uur later zat hij achter zijn schrijf tafel, terwijl vlug de pen over het papier gleed. De predikant, voorzitter van de vereeniging „Het Groene Kruis", had geen enkel bezwaar gemaakt tegen zijn plan, te meer niet, omdat er tóch een oproep geplaatst zou worden, zoodat het bestuur niet alleen aangewezen zou zijn op de eventueel door den neef van den dokter aan bevolen verpleegster. In zeer verzorgd handschrift, dokter Van Leeuwen kon het moeilijk hebben, dat het jon gere geslacht het handschrift zoo verwaarloosde, schreef hij e'en epistel naar zijn neef Alfred van. Stralen, inwonend geneesheer van het groote ziekenhuis in Rotterdam, om vervolgens den brief aan zijn vrouw ter inzage te geven, die las „Waarde Alfred, Ditmaal eens een zakelijk briefje. Tot ons aller verlichting, je bent geheel op de hoogte, heeft onze wijkverpleegster ontslag gevraagd en dat natuurlijk verkregen. Ergo moet er over enkele maanden een nieuwe zijn. Nu kunnen wij een oproep plaatsen, wat ook geschieden zal, maar wie weet welke zuster wij dan weer krijgen. Onze ervaring is niet bemoedi gend. Deze verplegster heeft, door haar on tactisch optreden voornamelijk, het „Groene Kruis", dat onze goede, maar conservatieve be volking tóch maar matig bekoren kan, eer ach ter- dan vooruit geholpen. Wij moeten een ver pleegster hebben, die met de bevolking kan om gaan en het zaakje weer op pooten zetten. En nu mijn vraag. Heb je altemet in je zieken huis soms een goede verpleegster, die, naar jouw meening, voldoet aan de eischen, die de wijkverpleging stelt, die tevens geschikt is voor Zeeduin en die dat is natuurlijk mede een belangrijke voorwaarde genegen is, het zie kenhuis te verlaten, om hier de wijkverpleging op zich te nemen Ik bedoel vanzelf niet, het is overbodig, het op te merk'en, dat je met een verpleegster komt aandragen, die jullie in het ziekenhuis wel gaar ne zien gaan. Die is voor ons doel ook niet geschikt. Trouwens, dat begrijp je zelf wel. Meer behoef ik er wel niet over te schrijven. Je weet ongetwijfeld precies, welke zuster voor Zeeduin geknipt is. Denk er eens enkele dagen over na en bericht mij dan eens, of je aan mijn verzoek al of niet kunt voldoen. Ten slotte waarde neef, een gewetensvraag namens je tante. Waarop zij, zoo mogelijk, een definitief antwoord verwacht. Kom je dezen zomer naar Zeeduin of kan ons mooie dorp aan de altijd bruischende zee deze vacantie niet e'en' geëerd bezoek van je tegemoet zien Dit wordt gevraagd in verband met onze eigen plannen. Vale Van Leeuwen." „Ik zou zeggen, dat deze brief aan duidelijk heid niets te wenschen overlaat", lachte me vrouw Van Leeuwen. „Nu maar eens afwachten wat antwoord er van Alfred komt." „Misschien breng ik hem wel in moeilijk heden", peinsde de dokter hardop. „Hoe bedoel je dat, man?" „Och, je weet, dat hij ons zeer genegen is en moeilijk eenj verzoek van ons weigeren kan. Maar aan den anderen kant zal hij moeilijk een goede verpleegster kunrien laten gaan. Want die wordt in een ziekenhuis ook op prijs gesteld. Enfin, wij zullen zien." „Dat vindt ik ook. Geen muizenissen vóór den tijd. Kom, laat ons den brief gaan posten. Het is zulk schitterend weer." Wandelend in den mooien Meiavond, terwijl de dokter genoot van zijn sigaar, verliet het tweetal, dat, zoo bet slechts immer kon, steeds samen gezien werd, de villa, om den smallen straatweg te betreden, die naar het dorp leidde. Links en rechts van den weg was hoog op gaand geboomte; hier en daar reikten de toppen der boomen elkaar, zoodat een overdekte allee gevormd werd. De dorpelingen, die zij op den weg ontmoet ten, groetten met die eigenaardige, bekoorlijke mengeling van eerbied en vertrouwelijkheid; eer bied voor de kunde van den arts; vertrouwelijk heid,, omdat hij de voor zich innemende per soonlijkheid reeds jaren in hun huizen ver scheen en al hun omstandigheden kende, veel beter nog, ja oneindig veel beter, dan de pre dikant, die slechts zeer zelden gezien werd en die in hun harten geen enkele plaats innam. Naarmate het tweetal meer het centrum van het dorp naderde, had het meer terug te groeten en hier en daar een woord te wisselen. Eerst toen zij midden op het dorpsplein een groot grasveld, waar binnenin de monumentale kerk stond den brief naar Rotterdam hadden laten glijden in de bus van het hulppostkantoor en zij verder liepen, den duinweg naar zee in, dwars door dennenboschjes, door beuken- en esschen- hout, kwamen zij zoo ongeveer niemand meer tegen, zoodat zij alleen waren, te midden van een wonderschoone natuur, die de lucht ver vulde met heerlijke Meigeuren. (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1