iCBDODliSClI IMverZiCDL zTITTTITiriTirTXr Gemengd Nieuws Burgerlijke Stand Marktberichten. Verknopingen. uit God." En waar deze tijd, met z'n vele el lende, ons ook laat zien, dat de een zoo en de ander zus gaat, daar zijn wij zelf nog God dankbaar, dat ons zoo duidelijk getoond wordt, dat in de wereld hoe dan ook, God niet is weg te werken. Het geloof in God, als Schepper van Hemel en aarde, is het fundamenteel ééne, dat ons allen hedenavond één doet en kan doen zijn. Met den wensch, dat deze bijeenkomst een vruchtbaar resultaat zal hebben, sloot spr. zijn inleiding. De heer J. Schouten, lid van de Tweede Ka mer der Staten Generaal herinnerde aan de H. Schrift-woorden „In de wereld zult gij ver drukking hebbep." Velen die dit woord lezen, vergeten, dat dit slaat op Gods Volk. Wij leven in een tijd van zoo groote en weelderige vrij heid, dat zij daaraan niet meer denken den laatsten tijd is echter zachtjes aan weer bekend geworden, dat die woorden nog steeds waarheid bevatten. Het is goed er in door te dringen, wat die woorden voor ons beteekenen. Zijn wij anstig, dat God 't verliezen zal tegen een geweldige demonische macht Dan hooren wij hier niet thuis. God is almachtig, maar be hoeft ons niet Zijn almacht te toorien en alle aadsche macht is' minder dan niets, ze is ijdel- heid. Geen angst dus brengt ons hier. Vreezen wij dat Gods volk in Rusland zal worden ver nietigd Ook dat niet. Wat moet ons Herbren gen en één doen zijn, bij alle onderling verschil en verdeeld zijn Dit eene en groote. Dat er in de wereld moet zijn een vrijheid van geloofsprediking, gelijk een strijd van vele eeuwen ons reeds heeft geleerd. Die eisch geldt voor ons, voor anderen, voor allen. De wet voor Gods volk is een wet, waarnaar alle aardsche wet zich heeft te gedragen. En dat de vrijheid van geloofsprediking is aange tast door de machthebbers in Rusland, dit is 't wat ons samen doet protesteeren. Spr. deed een beroep op de aanwezigen, om te bidden voor onze broeders en zusters in Rus land, ook om hen, die de overheid hebben aan getast, ook voor hen, die onder de demonische heerschappij staan. Zij immers en wij zijn zon daren voor God. Laten we met open oogen door 't leven gaan en zien, dat de demonische macht de macht is van den geest der wereld, die niet gebonden is aan eenige staatkundige macht, ook niet aan Rusland. In Amsterdam werd o.a. ook door de vol gende person'en gesproken Toespraak Ds. H. Bakker. De eerste spreker, Ds. H. Bakker, Ned. Herv. predikant te Amsterdam, het woord verkrijgende, herinnerde aan de episode uit het boek: „Het werk Gods in Sovjet-Rusland", waarin een kind wiens vader verboden had dat de kinderen ba den, aan de buren vertelde: „Wij bidden nu steeds onder den deken". Ik ben er van over tuigd aldus spr. dat er thans vele kleinen en grooten in Rusland „onder den deken bid den", omdat dezelfde geest, die Nicodemus in den nacht tot Jezus dreef, hen drijft hun ver langen naar Jezus uit te spreken. „Geen God en geen godsdienst", dat is thans de leuze in Rus land, Lenin heeft eerst getracht het klaar te spelen door de scheiding van Kerk en Staat. Dan zou de Staatskerk èn daardoor ook de andere Kerken wel ineenstorten. Doch hij heeft zich vergist. Toen is 't geprobeerd met de groote propagandatochten voor het atheïsme. Doch ook dat is mislukt. En nu zijn de godsdienstvervolgingen uitge broken; 900 kerken zijn geslot'en en 77 syna gogen en 200 bedehuizen van andere riligies. Honderden geestelijken zuchten in de gevange nis of zijn uit hun woonsteden verdreven. En er vloeit weer bloed, als in de eerste tijden der Christenheid. Dat ontroert, dat pijnigt ons. En wij willen daartegen ons protest doen hooren. Men zegt, dat wij zoo machteloos zijn tegen het groote Sovjet-Rusland, dat tot de tanden gewap'en'd is. Doch God is er ook nog 1 En bovendien, de strijd, dien de vervolgers daar strijden, is zoo hopeloos. Want het ma terialisme is wetenschappelijk reeds een geheel verlaten standpunt. Want men jaagt de beste burgers over de grenzen. En die strijd is ook zoo onvruchtbaar. Want als er geen God is, waarom moeten de menschen dan zoo aange spoord worden niet in Hem te gelooven. Maar er is een God en deze strijd tegen Hem is gelijk aan het schieten met pijlen naar de zon. Rusland aldus besloot spr. mag niet bidden. Doch het bidt „onder den deken". En duizenden buiten Rusland bidden mede, omdat zij erkennen, wat Dostojefski eens schreef: „Een volk gaat zonder Gods Woord te gronde, omdat zijn ziel er naar dorst". (Luid applaus). Toespraak Deken G. C. van Noort. De deken van Amsterdam, Dr. G. C. van Noort, hierna het woord verkrijgend, wees er op, hoe verblijdend het is te spreken voor zulk e'en groote schare van burgers, die bij alles wat hen helaas verdeelt, toch één zijn in de be lijdenis van dien eenen God, voor Wien alle knie zich moet buigen. (Applaus). Een schare, die ongetwijfeld nog grooter was geweest, als de beschikbare ruimte had toegelaten, de op roep nog algemeener te doen zijn. Immers, welke rechtschapen man en welke eerlijke vrouw zou zich niet gaarne aansluiten bij dit protest tegen de vervolgingen in Rusland, 't Leed, dat daar wordt geleden, is niet in enkele oocjenblikken te schetsen. En al zijn dan niet alle berichten juist, vast staat, dat in Rusland de godsdienst op de meest radicale wijze wordt bestreden en den geloovigen het leven onmogelijk wordt ge maakt. Dit is onbetwistbaar en vanuit het cen trum der R.K. Kerk, waar men wellicht beter dan ergens elders ingelicht is, heeft de Paus met klem en nadruk zijn stem tegen de vervolgingen doen hooren. Tegen deze treurige geloofsvervolgingen past ons e'en plechtige betuiging van oprechte deel neming met de vervolgden. Doch daarnaast durf ik van u allen vragen een nederig en volhardend gebed tot God, dat Hij de vervolgden steune en de vervolgers tot inzicht doe komen. Doch daarmede zijn wij er niet. Neen, wij moeten ook zelf de handen uitsteken. Ons vlammend protest moet uitgaan, en de pers moet dat blijvend doen hooren, opdat die kreet niet verstomme. En dan vergete men niet, dat de geest, die in Rusland tot zulke excessen leidt, ook bestaat in andere landen, ook in ons eigen land. Laat allen in ons land, die van goeden wille zijn, zich aansluiten, opdat die geest niet verder doordringe. En waar1 die geest het best op komt in verbitterde harten, laten daarom allen, die op het terrein van het sociale leven arbei den, hun plicht verstaan, opdat rechtmatige grieven worden weggenomen en rechtvaardig heid en liefde zullen heerschen. Daarom aldus besloot spr. op voor God en godsdienst, op voor ored 'en goede zeden, op voor rechtvaar digheid en liefde. (Langdurig applaus). Toespraak Opperabbijn Onderwijzer. Derde spreker was de Opperrabbijn van het Ned. Isr. Kerkgenootschap, de heer A. S. On derwijzer. Als geestelijke aldus spr. werp ik mij niet in den politieken strijd, doch als mensch en als vrijheidlievend Nederlander haat ik alle tyrannie en daarom kan ik niet langer zwijgen. Reeds lang zijn de klachten over de Russische vervolgingen tot mij doorgedrongen, doch ik moest zwijgen, omdat de vervolgden in Rusland meenden, dat anders hun ellende nog grooter zou worden. De geloovigen in Rusland zijn lam geslagen door angst en vrees. De uitoefening, van de religieuze plichten en de religieuze op voeding der kinderen wordt in Rusland streng gestraft, de kerkgebouwen worden verwoest of aan den afgod, de Mammon, overgegeven. Wij Nederlanders, die de zon der religieuze vrijheid op ons erf zien schijnen, kunnen ons nauwelijks voorstellen, wat dit is. Doch de kreten der vervolgden snijden door de ziel. Echter het jammeren daarover helpt niet. 't Is onze dure plicht op te komen met moed en energie voor de heilige belangen, die wij aangetast zien. Een luid protest van millioenen aardbewoners zal misschien de leiders in Rusland tot bezinning brengen. De godsdienstvrijheid is het axioma, dat door ieder redelijk mensch verdedigd wordt. Daar over zijn wij het, bij alles wat ons scheidt, eens. Laat daarom allen luid uw protest tegen de aanranding van dit heihg beginsel hooren. Dan mogen wij aldus besloot spr. verwachten, dat de Allerhoogste ons pogen zal zegenen en dat Hij het zoo zal leiden, dat ook weder in Rusland het geloof zijn goddelijke z'ehding zal kunnen vervullen. (Daverend applaus). De volgende motie werd onder daverend applaus aangenomen De vergadering enz. gehoord de vertegenwoordigers der meest uitloopende godsdienstige gezindten in de hoofdstad, verklaart, dat zij met ontroering en diepe smart kennis genomen heeft van de gods dienstvervolgingen onder het huidige regime in Rusland, dat zij in den nood der vervolgingen me- delijdt en medebidt, dat zij voor God en mensch'en protesteert tegen deze gruwelen verzoekt de pers, dat zij de openbare mee ning gestadig zal blijven voorlichten over de vervolging, die in Rusland geleden wordt, en besluit deze motie te brengen ter kennis der Ned. Regeering met het eerbiedig verzoek wel te willen overwegen, of zij haar invloed kan laten gelden ook bij andere Regeeringen teneinde de stem van heel de beschaafde wereld tegen de godsdienstvervolgingen in Rusland te laten hooren en deze zoo mogelijk te doen eindigen. Bijltje, de bekende Briefschrijver van „De Standaard", gaf Zaterdag j l. een beschrijving van een Kerkdienst, waarin een gebedsure werd gehouden voor de geloovigen in Rusland. We nemen er het volgende uit over E'en vaste burcht is onze God, Een toevlucht voor de zijnen. 't Klonk vreemd en zwak. De ouderlingen keken een beetje onrustig; maar die eenzame zanger ontving steun; anderen vielen hem bij; hij had blijkbaar den toon aan geslagen die klonk in veler hart; er kwamen meer stemmen, en weldra zongen velen het schoone Luther-lied mee. Het orgel deed niet mee, en daar was ik blij om. Men moet ook eens zonder orgel kunnen zingen. Zeker, hier werd van den regel afgeweken; dat moet niet gebeuren, maar ja, wat zal ik daar nu van zeggen. Laat ik maar beginnen met te bekennen, dat ik ook een schuldige ben; ik heb heusch meegezongen, tegen den regel in. Maar regelen zijn lastige dingen als je hart wer kelijk wordt aangeraakt, en ik voor mij kon er best inkomen, dat deze broeder zijn hart eens luchtte. Het was dan ook de eenige onregelmatigheid. De dienst eindigde waardiglijk op de gewone wijze en we gingen de kerk uit om ons offer in het offerblok te werpen, dat nu eens dienst deed niet voor den bouw van nieuwe kerken in Am sterdam, maar voor de instandhouding van de heilige algemeene Christelijke Kerk, in welke wij allen belijden te gelooven. En nu hoor ik de vraag onder onze tegen standers: Zou je nu werkelijk denken, dat dat bidden iets helpt Ik zal op die vraag antwoorden met het volgende, dat mij uit betrouwbare bron werd medegedeeld. Jaren geleden was e'en broeder in groote angst. Zijn nog jonge vrouw was door een ernstige ziekte aangetast; de hoop op herstel was, ook volgens den dokter, uiterst gering. De jonge man zocht niet alleen zelf Gods aangezicht, maar verzocht ook het gebed der gemeente. Dat gebed werd Zondags in de kerk opge zonden. Zondagsavonds kwam er verandering ten goede. Toen 's Maandags de dokter kwam, vond hij vooruitgang. „Ik begrijp er niets van", zei de geneesheer. „Ik wel", antwoordde de man. „Er is in de kerk voor haar gebeden." De dokter begon te lachen; „denk je dat zoo iets helpt „Vast en zeker", antwoordde de ander. „Vast en zeker" is ook mijn antwoord. Heel de Bijbel toont ons de waarheid van het woord: „Hij hoort hun geroep en verlost h'en." En dat denken de Russische vervolgers ook. Waarom zouden ze anders de Christenen vervolgen, dan uit vrees, uit bangheid voor hun Koning. Ze sidderen voor Hem, Wien gegeven is alle macht in hemel en op aarde, en ze hebben gelijk dat ze sidderen, want een maal zal Zijn macht ook hun openbaar worden. Daarom gaan wij rustig voort met die Macht in te roepen; de eenige, maar dan ook afdoende Macht, die onze Russische broeders en zusters volledig verlossen kan. En 't leek me daarom zoo echt goed, toen we Zondag j.l. kerkwaarts gingen, dat we vooruit wisten, wat ons van d'en kansel zou worden gezegd; er was een gebedsure voor den nood der Christenen in Rusland. Nu komt in de bla den nooit of tenminste bijna nooit, de beschrij ving van een kerkdienst voor. Politieke en andere vergadering met meer of min bekende sprekers over allerlei onderwerpen, ja, daar genieten we van; maar wie gaat er nu over een kerkdienst schrijven Wel, me lieve menschen, ik wil het vandaag probeeren. De kerk, waarheen ik pleeg te gaan, was flink bezet, als naar gewoonte, en ook als naar gewoonte nam ieder rustig zijn plaats in. Al is Amsterdam groot, je kent elkander toch zoon beetje, wisselt enkele groeten en wacht dan den aanvang van den dienst af. Je ziet de ouderlingen binnenkomen; de diakenen; de predi kant beklimt d'en kansel en dan zwijgt het orgel. Reeds had mijn Zondagsche organist, die zich altijd zoo prachtig bij het gesproken woord weet aan te passen, mijn hart verkwikt met zijn schoon spel, maar nu hield dat even op. De predikant begon; na votum en zegen zongen we de eerste twee verzen van Ps. 141. 'k Roep, Heer, in angst tot U gevloden, Ai haast U tot mijn hulp en red, Hoor naar de stem van mijn gebed, Daar ik U aanroep in mijn nooden. De organist gaf een tusschenspel. Klanken vol roerende klacht ruischten door het kerkgebouw, en vonden weerklank in onze ziel; en onze stemmen gaven blijk van ont roering, toen werd aangeheven Mijn beê, met opgeheven handen Klim voor Uw heilig aangezicht, Als reukwerk voor U toegericht, Als offers, die des avonds branden. En toen volgde het gebed. 't Was mij tenminste, en ik denk wel, dat velen dezelfde ervaring hadden, of we ver weg in Rusland waren en onze bede vereenigden met het geschrei, dat uit den kring der ver volgden opklonk naar omhoog. We waren één met h'en, die ginds lijden om den Naam des Heeren en werden het hoe langer hoe meer, toen de begaafde prediker ons een overzicht gaf van het lijden in alle eeuwen door hen, die Christus als hun Koning eeren. We gevoelden het diep, dat wij leden zijn van die martelaars kerk; broeders en zusters van de geloofsgenooten uit alle eeuwen, en 't was vol vertrouwen, dat we in den tusschenzang aanhieven De Heer zal opstaan tot d'en strijd. Zóó werden we voorbereid voor het gebed, dat volgen -zou, en waarin Gods machtige hand te hulp werd geroepen voor hen, die vervolgd werden om hun geloof. Diepe stilte heerschte er in het kerkgebouw; we baden allen onhoor baar mee om verlossing, om hulp en bijstand voor onze broeders en zusters daarginds. Amen sprak de predikant. En toen gebeurde er iets, dat in onze kerken niet pleegt te gebeuren. Voor in de kerk klonk bevend een stem. 't Scheen van een ouden broeder, die aanhief: Ter beurze is in de afgeloopen week de stem ming meerendeels onbevredigend geweest. Dit was in de eerste plaats te wijten aan de zwak kere stemming te New York. In den laatsten tijd was men daar meer gewend geraakt aan meer optimistische opvattingen, doch deze maak ten thans voor ruimer aanbod plaats, waarvan de invloed hier niet uitbleef. Nog enkele om standigheden werkten bovendien mee om de stemming aan de Amsterdamsche beurs onbe haaglijk te maken. De berichten over de op hooping der benzinevoorraden in de Ver. Sta ten 'eri over de prijsverlaging van dit product lokten aanbod van aandeeien Koninklijk uit. De meening werd hier en daar echter verkondigd, dat dit aanbod afkomstig was van teleurgestelde houders, nu door de voorgenomen uitgifte eener leening, de kans op een claim verkeken is. Mocht zulks inderdaad het geval zijn, dan moet toch worden gezegd, dat hierin e'en totaal ver keerd inzicht blijkt, daar zoowel voor de Mij. als voor de aandeelhouders een leening de goed koopste vorm van kapitaalverschatfing is. Ook het „geval" met de Ned. Mij. voor Havenwerken droeg tot de ontstemming bij. De ze wist onlangs met de Peking-Moekden Spoor weg Mij. een groot contract voor aanleg eener haven af te sluiten, waarvan de kosten uit de ontvangsten van deze onderneming zouden wor den bestreden. Het blijkt thans, dat Engeland daartegen bij de Chineesche autoriteiten een ernstig protest heeft ingediend en er op heeft aangedrongen om het contract ongeldig te ver klaren, totdat de schulden dezer Mij. ten volle zijn afbetaald. Hoe ook de afloop van dit voor val moge zijn, het maakte hier een slechten indruk en deed den koers van de aandeeien der genoemde Mij. afbrokkelen. Hier bestond een bepaald vaste stemming voor de rubberafdeeling daar men verwacht dat het plan der stopzetting van den tap in Mei óók wel in Engeland alle kans, van slagen heeft. Aan dit plan zitten echter nog allerlei onzekere factoren vast, o.a. de vraag welke de gevolgen daarvan voor de inlandsche productie zullen zijn. Naderhand liepen de koersen in deze af- deeling weer wat terug. De prijs van het product kon zich goed handhaven, terwijl de voorraad in Engeland slechts met 93 ton steeg. De di- videnduitkeering der Amsterdam Rubber komt feitelijk neer op ééné nieuwe aandeel gratis op 8 oude, en de teruggang in de liquiditeit met fl 3.8 millioen heeft eerder een teleurstellenden indruk verwekt. Industrieele aandeeien, Philips en Margarine Unie toonden weinig verandering. Van Berkels konden zich iets herstellen van de gestadige koersafbrokkeling van den laatsten tijd. Ned. Kabel lager, naar aanleiding van het bericht der oprichting van de Tw'entsche Kabel- fabriek. De goederenmarkt verkeerde in een zeer onaangename stemming. Niet alleen te New York, doch ook op het Continent en te Londen bleef deze stemming duidelijk merkbaar, en de sluiting der katoen -en tarwebeurzen wordt zelfs overwogen. De koersen der voornaamste deviezen bleven vrij vast. Prolongatierente veranderde niet noe menswaardig, terwijl bij de Nederlandsche Bank de voor rekening met het buitenland geschikte middelen met ca. 1.4 milloen stegen. INBRAAK. Voor duizenden guldens gestolen. In den nacht van Dinsdag op Woensdag ont dekte een waker van den gecontroleerden par ticulieren nachtveiligheidsdienst, dat de achter deur van de firma R„ handel in optische in strumenten aan de Hoogstraat te Rotterdam, welke deur uitkomt aan den Steiger, open stond. Hij waarschuwde de politie, die dadelijk een onderzoek instelde, waaruit al spoedig bleek, dat er was ingebroken. Kasten en Iaden waren overhoop gehaald en een cylinderbureau was opengebroken. Naar alle waarschijnlijkheid heb ben de dieven zich Dinsdagavond in het pand verstopt, om, toen dit verlaten was, hun slag te slaan. Zij hebben het slot van de achterdeur geforceerd, waarna zij het pand hebben ver laten. Uit het cylinderbureau is een bedrag van circa 1200 aan bankpapier gestolen. Uit de kasten en laden zijn tal van optische instrumen ten, lenzen, fotocamera's enz. gestolen. Eerst na inventarisatie zal nauwkeurig kunnen worden vastgesteld, wat er alzoo is gestolen, maar het is zoo goed als zeker, dat het gestolene een waarde van eenige duizenden guldens heeft. AANVARING OP DE NIEUWE MAAS. Twee zeeschepen beschadigd. In den nacht van Dinsdag op Woensdag om streeks middernacht is het Noorsche stoomschip Seirstad van de Vulkaanhaven te Vlaardingen- Oost vertrokken met bestemming naar Narvik om erts te laden. Het schip moest achteruit de haven worden uitgesleept en zou dan over stuur boord draaien, om met den kop naar zee te komen liggen. Maar nog voordat men met deze manoeuvre kon beginnen is het schip aange varen door een uit de richting van Rotterdam komend schip. Dit, het Spaansche stoomschip Aizkarai Mendi, voer in ballast en had den sterken ebstroom mee, waardoor het niet tijdig kon wijken of stoppen en een aanvaring on vermijdelijk werd. De Seirstad werd aan stuur boordzijde getroffen ter hoogte van ruim V, even achter den achtermast. De huid van het schip werd over de geheele hoogte opengereten, spanten werden verbogen en de vloeren van het ruim en van het tusschendek werden ver brijzeld. Klinknagels werden uit de platen ge drukt en een eind boven de waterlijn ontstond een gat van \y2 bij Y2 meter. Ook onder de waterlijn ontstond een scheur. Met pompen kon men het instroomende water gemakkelijk bij houden, maar Woensdagmorgen is men toch be gonnen een zeil voor het gat te spannen. Het schip is dadelijk weer de haven ingesleept. Het zal hier repareeren. De Aizkarai Mendi is naar Rotterdam teruggekeerd met een ingedrukten voorsteven. Ook dit schip zal hier repareeren. Het heeft voorloopig ligplaats gekregen aan boei 25 op de rivier. Op de vorige reis had de Seirstad bij Vlaardingen een anker met ketting verspeeld. Dit was gevischt en juist Dinsdag weer aan boord gebracht. De Seirstad meet 6633 ton en werd in 1921 gebouwd. De Aizkarai Mendi meet 3309 ton en werd in 1922 gebouwd. gaan. Is men eenmaal in een gemeenteraad of in e'en parlement gekozen en heeft men getee- kend de wetten te zullen handhaven, dan moe ten wij ons daaraan houden. De heer van Burink (C.P.) zegt op het standpunt te staan van Marx. Hij legt die ge loften van de wetten te zullen nakomen, alleen af, om zich een plaatsje in de Raadszaal te verzekeren. Waar blijft u, mevrouw Groeneweg met Troelstra's woord in November 1918 (hij was toch Tweede Kamerlid)„Wij nemen de macht in handen". De heer van den Brule (R.K.): Dat was een vergissing De heer van Burink (C.P.): Neen, dat was een misrekening. Mevrouw Grienweg zeide: Het is vandaag 6 Maart. Dat is juistHeb ik dit nu aan de orde gebracht Eenige Raadsleden: Moskou, 6 Maart De heer van Burink (C.P.): Buiten den raad wordt momenteel gedemonstreerd voor belangen, waaraan de S.D.A.P. niet meer meewerkt. De strijd gaat tegen de parvenu's onder de arbei dersklasse en dat zijn jullie. De S.D.A.P. heeft bij een revolutie net zooveel te verliezen als een mr. dr. Abraham van der Hoeven. (Alge meene hilariteit). Revolutie beteekent voor de S.D.A.P. den ondergang. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Het voorstel werd met 37 stemmen voor en één stem (v. Burink) tegen, aangenomen. Als de kok en de keukenmeid kijven, dan IN EEN KUIP MET VETZUREN GEVALLEN. Ongeluk met doodelijken afloop. Een 23-jarige jongeman het slachtoffer. In den nacht van Dinsdag op Woensdag heeft in de oliefabriek de Engel, van de firma Crok Z Laan te Wormerveer, een ongeluk met doo delijken afloop plaats gehad. De 23-jarige on gehuwde fabrieksarbeider L. uit Schermerhorn was belast met het opkoken van een kuip vet zuren. In deze kuip waren ongeveer 10.000 L. vetzuten, welke door middel van een stoom- leiding werden verhit. L. was belast met het openen en sluiten van de stoomkraan. Toen de voorman bemerkte, dat de kuip overkookte, werd L. vermist, en men vermoedde, dat hij door de gladheid in de kuip was gevallen. Na dat de inhoud was weggevloeid, vond men den atbeider in de kuip. Vermoedelijk is L. bij het sluiten van de kraan in de kokende massa ge vallen, doordat hij van een loopplank uitgleed. Het lijk is per politiebrancard naar het ge meentelijke ziekenhuis vervoerd. HET MISDRIJF BIJ BENNEKOM. Uit Ede meldt men Woensdagmorgen half tien is de verdachte H. per auto naar Arnhem overgebracht. Woensdag zouden de bosschen nog eens met politiehonden worden afgezocht; mogelijk zou nog iets gevonden kunrfen worden wat op den moord betrekking heeft. H. is nog steeds blijven ontkennen. Hij toont zich zeer verwonderd, dat zooveel menschen hem kennen, terwijl hij hen niet kent. Hij doet zeer vroom en bidt en dankt bij zijn maaltijden. Dinsdagavond is H. door een inspecteur uit Dusseldorp in verhoor genomen. De moorden te Dusseldorp zouden namelijk veel overeen komst hebben met den moord te Benenkom; ook daar werden de slachtoffers door dolksteken gedood. DE MOORD ONDER STOMPWIJK. De Haagsche rechtbank heeft met 30 dagen verlengd de gevangenhouding van B., die ver dacht wordt, onder Stompwijk den moord te hebben «-gepleegd op den manufacturier v. d. Drift uit Voorburg. OOK EEN BARNEVELDER. De onderwijzer vertelt zijn leerlingen van Van Oldenbarneveldt en diens tragische dood. Op last der Staten-Generaal werd hij ter dood veroordeeld en 13 Mei 1619 te Den Haag onthoofd. Plotseling een ongeduldig vingertje van een blijkbaar aandachtig leerling: „Meneer, verleden week hebben wij ook 'n Barnevelder geslacht. Ook 'n olden". Het ventje bedoelde natuurlijk e'en Barnevelder kip, niet heel jong meer. EEN NIET ONAARDIG MOMENT IN DE ROTTERDAMSCHE RAADSVERGADERING. Het volgende is ontleend aan een verslag van de Rotterdamsche raadsvergadering. Het spreekt voör zich zelf Uitbreiding bijzondere school Catharina Beersmansstraat. Het voorstel tot het verleenen van mede werking tot de Uitbreiding van het gebouw der bijzondere lagere school aan de Catharina Beersmanssstraat No. 46. De heer van Buririg (C.P;) vraagt stemming over dit voorstel. Mevrouw Groeneweg (S.D.A.P.) legt het communistisch raadslid uit, dat hierover niet ge stemd behoeft te worden. De wet is er eenmaal 'en dan hebben we ons daaraan te houden. De heer van Buring (C.P.): Dat is wat nieuws Ik dacht, dat mevrouw Groeneweg op het standpunt stond van den klassenstrijd, de omverwerping van alle machten, die niet be- hooren tot de sociaal-democratische wereldpar tij. Ik feliciteer de arbeiders met zoo'n partij, die anders meer weg heeft van een liberale partij, even tuk op het verdeelen van winst gevende baantjes 1 De heer Mol: Neen zeg, dan de communisten De heer van Buring (C.P.): Daar heb je waarachtig de verdediger van de bankdirecteuren ook al Mevrouw Groeneweg (S.D.A.P.) zegt, dat, ofschoon het 6 Maart is (de reclamedag voor de communisten op het Van Alkemadeplein) zij toch nog op het een en ander wenscht in te Boerenwijsheid en humor. WIE IS DE BAAS 7 Het volgende verhaaltje van een boer, die in den winter zijn knecht wel graag kwijt wou, dagteekent uit de tweede helft der vorige eeuw. De baas: Hier, jongens, heb je een stuk spek en brood. De knecht: Hm't Mocht wat, 't is raap. De baas: Wat zegt je, raap Ik zeg van spek. De knecht: Je hoeft mij niks wijste maken, 't is raap. De baas: Ik zeg van spek, en als je nog eens zegt, dat het raap isEn hij wees in de richting van de buitendeur. De knecht begreep waar het den baas om te doen was en zweeg, tot 's zomers in het begin van den hooitijd. De knecht: Baas, kom eens kijken, daar zit een haas in de dakgoot. De baas: Ja, 't zal wel, de kat. De knecht: Ne'ert hoor, 't is een haas. De baas: O jongen, zanik niet, 't is de kat. De knecht: En ik zeg je, 't' is een haas Toen raap was spek, Moest ik houen m'n bek, Maar nu de kas is een haas, Nu ben ik de baas. Dag baas! (En hij vertrok). K. W. te S. DE ELLENDE DER BOEDAPESTER ADVOCATEN. In de jaarlijksche vergadering van de orde^. der advocaten te Boedapest, stelde het lid LajosBp Glechmann voor, de advocaten, die niet in staat waren hun contributie te betalen, niet van het lidmaatschap vervallen te verklaren, vooral niet, omdat het vorig jaar toch reeds 451 advocaten om die reden waren uitgesloten. DE LAATSTE WINTERLEZING TE DIRKSLAND. De laatste winterlezing te Dirksland op 27 Febr, was druk bezocht. Daar sprak de heer Van Kempen, reizend Secretaris der Inwendige Zending in Noord-Holland over: „Donker Am sterdam en Noord-Holland en het Lichtende Licht. Alles verduidelijkt door lichtbeelden. Er is geen collecte gehouden voor dit belangrijke werk, terwijl er bezoekers waren, die gaarne zouden gegeven hebben. Ten einde hen, die gaarne een gift willen zen den, ter hulp te zijn, vermelden wij, dat het adres van den heer Van Kempen is: Klopper- singel 113, Haarlem. Postgiro 41604. SOMMELSDIJK. Geboren Leendert, zoon van Leendert Me lissant en Wilhelmina Margaretha van Eek; Dirk, zoon van Leendert Verkerke en Pieter- nella Bogerman. NIEUWE TONGE. Geboren: Jan Uijthoven, z. v. J. C. Nieuwen- huijzen en A. Slis; Pieter, z. v. E. v. d. Ouden en M. v. d. Berg; Peter Hendrikus, z. v. A. Mans en M. v. d. Baan. Gehuwd D. Witte, j.m. 22 j„ en R. J. Ger- ritse, j.d. 20 j.; H. Abramse, j.m. 33 j„ en H. Dekker, j.d. 29 j. Overleden Cornelia Margaretha van Alphen, oud 20 jaar; Jacobina Buscop, oud 66 jaar, echtgenoote van Pieter Kom. DIRKSLAND. Geboren Cornelia Jacoba, d.v. Hendrik Hog- chem en Wilhelmina Michel. CENTRALE VEILING TE MIDDELHARNIS, Veiling van Donderdag 6 Maart 1930. Kipeieren, 50-52 kg., 3.80 tot 3.90 per 100 stuks. Kipeieren, 58-60 kg., 4.30 tot 4.70. per 100 stuks. Kipeieren, 60-62 kg., 4.70 tot 4.95 per 100 stuks. Kipeieren, bruin, 60-61 kg„ 4.75 tot 5.— per 100 stuks. Eendeneieren 4.40 tot 4.70 per 100 stuks. Boter ƒ1.— per pond. Aanvoer 22.000 eieren. Op Donderdag 13 Maart 1930, des voor, middags ten 10 uur, verkooping van vee wagens, gereedschappen, jaapjesbieten, hooi en stroo, eenig meubilair, enz., op de bouw* manswoning »Zorgwijk«, aan den Groeneweg te Nieuwe Tonge. Ten verzoeke van dhr, L. van Dijk. Notaris VAN ISPELEN. Woensdag 19 Maart, des namiddags 1 uurs. te Ouddorp, op het Moleciblok, bij de woning van den verkooper, om contant geld, van een partij afbraak, als balken, planken, palen en pannen, voorts meubilaire goederen als tafels, stoelen, matten, zeilen, glas en aarde» werk en een mahoniehouten kabinet en een partij korte en lange turf, ten verzoeke van den Heer C. Tanis J Cz. Notaris VAN DEN BERG,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 4