Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden, Socialisme en Bolsjewisme. GRATIS IN HOC SIGNO VINCES No. 3620 ZATERDAG 1 MAART 1930 45STE JAARGANG EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. A. VEftWAAL ROTTERDAM Deze Courait veisch^at eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDEKLI,KE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN A ZONEN SOMMELSDIJK Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f i.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zg beslaan, Advertenti6n worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. %ÏI@ ^takken voor de Redactie bestemd, Advertentiënen verdere Administratie, franco toe tekenden aan de Uitgevers Door de Gereformeerde Kerken in lederland werd Zondag j.l. een ge- uedsure gehouden voor de geloovigen .ii Rusland, die daar aan gruwelijke "ervolging zijn prijsgegeven. In het rondschrijven, dat de classis te 's Gravenhage aan de kerkeraden zond, kwam o.m. deze pasage voor „Tot dezen oproep heeft haar in het bij zonder gedrongen de nood der christenheid, die in tal van landen door hevige vervolging verdrukt wordt en tegen wie het rijk der duisternis steeds feller strijd voert. Het lot, dat in China vele christenen getroffen heeft idreigtde groote gevaren, waaraan onze broe ders 'en zusters in Zuid-Afrika van de zijde der door de communisten opgehitste inboor lingen bloot staan, en met name de bittere vijandschap, die in Rusland tegen de chris telijke religie en al wat christen is, openbaar geworden is, zijn zoovele ontroerende getui genissen van het woord van onzen Heiland „in de wereld zult gij verdrukking hebben". Is de toestand inderdaad zóó ern stig Deze week gaf een onzer dagbladen een kort verslag van een rede welk een predikant uit Warchau gehouden heeft te Drachten. Deze man heeft zelf aan den lijve ondervonden wat het zeggen wil in Rusland den Christus te belijden. Volgens het verslag zei hij o.m. het vol gende „Spr. weet uit persoonlijke ervaringen, dat men in Rusland niet alleen de Christenen vervolgt, neen meer, men vervolgt het Chris- JP fen'dom, men vervolgt God zelf. Het „ver bond der Goddeloozen" geeft een tijdschrift uit „DE GODDELOOZE." Daarin staat Met de aardsche koningen zijn wij klaar. Nu beginnen we met de hemelsche. Een bolsje wist bestijgt in een prent een ladder naar den hemel met een hamer in de hand. Beneden staan tal van verwoeste kerken. Spr. is ook gearresteerd, doch na herhaalde verhooren weer vrijgelaten. Hem werden Bijbelsche en politieke vragen gedaan. Op de Bijbelsche heeft hij alle geantwoord op de politieke is hij ze schuldig geblev'en. De bolsjewisten heb ben alle goederen gelijk willen verdeelen. Bij spr. aan huis kwam een commissaris, die hem mededeelde, dat hij 72 morgen land ontving. Echter heeft hij het land nooit gezien. Wie het land wel kreeg, dat aan anderen ontnomen werd, was er niet gelukkig mee. Het was als speelgoed dat spoedig stuk geraakte en ver dwijnt. Toen spr. eens 500 K.M. van huis was, hebben haters'zijn 3-jarig kind gestolen en het in een put gestopt. Nog juist bijtijds werd het bewusteloos gered. De vervolging der laatste dagen is verschrikkelijk. Een pries ter weTd geslagen, daarna werden zijn armen en beenen gebroken, houten spijkers in 't lichaam geslagen, gesmolten lood in den mond gegoten. Een ander werden de oogen uitge stoken, een derde de hoofdhuid afgetrokken. Reeds zijn duizenden gedood. Anderen zuch ten in de gevangenissen en wachten het zelfde lot. Bijbels worden openlijk verbrand. Een academie voor atheïsten leidt op voor d'en strijd tegen het christendom. Eiken dag knal len de geweerschoten op de binnenplaatsen der gevangenissen, maar auto's worden ron dom aangezet, opdat het geraas ervan de kre ten der ongelukkigen zal verstikken. Allen lijden voor één Christus. En toch, zien we in Rusland de groote daden Gods, hierin be- j staande, dat zij, die moeten sterven, den Christus niet verloochenen. Zij sterven met Christus. Ook spreker is nooit voor de doods gedachte teruggeschrokken. De gevangenen vragen voor hen te bidden indien mogelijk om verlost te worden, maar bovenal om kracht teneinde getrouw te blijven." Tot zoover deze predikant die uit ervaring spreekt. Wij hebben boven dit artikel gezet „Socialisme en Bolsjewisme." Is er verband tusschen deze beide richtingen De sociaal-democraten ten onzent ontkennen het ten stelligste. Toen voor eenige weken een socialist in Het Volk een ingezonden stuk schreef en het voor de bolsjewieken-regeering op nam en daarbij vroeg of het dan zoo erg was dat de Bijbel verboden werd omdat die immers toch allang onder de critiek bezweken was, en waarom dat de re geering het bidden niet verbieden mocht en de kerken niet mocht sluiten, schreef de redactie van Het Volk daar onder, dat het socialisme voor de gees telijke vrijheid streed. Is dat waai Wij moeten het ten stelligste ont kennen. Niet, men versta ons wel, dat wij de sociaal-democraten voor bloeddorstige monsters verslijten willen. In geen ge val. Zij zijn dezelfde soort menschen als wij allemaal zijn. Maar ook de Rus is van aard geen bloeddorstig wezen, die graag bloed van zijn naaste ziet vloeien. Het Russische volk is zelfs lijd zaam. Het heeft in de historie ontzettend veel onder het harde regime van „va dertje Tsaar" moeten verduren, maar het bleef nochtans den despoot ver eeren als een godheid. Wij hebben de gruwelen die zich op 't oogenblik in Rusland afspelen niet te zien als vrucht van een barbaarsch volkskarakter, dat zich uitleeft. In geen geval. We hebben hier niet met menschen maar met beginselen te doen. Wat Rusland te zien geeft is de wrange, doodelijke vrucht van een ver derfelijk beginsel. De historie heeft dan ook geleerd, dat overal waar dit beginsel gelegen heid krijgt om met de macht aan de zijde zich aan een volk op te dringen, men ongeacht het volkskarakter, dezelf de tooneelen te zien krijgt als zich nu in Rusland afspelen. De bekende historicus, Groen van Prinsterer schrijft van de Fransche Re volutie van 1789 het volgende: „Het karakter van Danton, Marat, St. Just, Robespierre was veel veel minder boos aardig dan gemeenlijk wordt voorge steld. Deze groote leiders van de Fran sche Revolutie waarbij het bloed door de straten vloeide en de vreeselijke guilotine dag noch nacht rust had, wa ren wat hun karakter en inborst betreft niet bloeddorstig of wreed gezind. Maar het was het beginsel waaruit zij leefde, dat hen voort dreef. Zoo is het ook in Rusland. En uit dat zelfde beginsel leeft ook de sociaal-democratie. Het is het beginsel van het historisch- materialisme, het beginsel van Godver zaking, van de aanbidding der men- schelijke rede en negatie van de wet Gods. Dat móét uitloopen op toestanden zooals de Fransche Revolutie en het bolsjewisme te zien geven. We weten wel, dat de leiders der sociaal-democratie dit trachten te ont kennen en alle geestverwantschap met het bolsjewisme willen loochenen. Maar dat lukt hun niet. Zij zijn geesteskinde ren van het beginsel, dat in de Fran sche Revolutie openbaar werd. Karl Marx heeft dat beginsel in een weten schappelijk systeem willen belichamen en de bolsjewisten hebben de conse quentie van dat beginsel aanvaard. Het socialisme is halverwege blijven staan. Zijn leiders willen niet verder. Maar nu is dit het kenmerk van beginselen, dat er geen stilstand is. Er is groei, ontwikkeling en een zoeken naar de consequentie, ondanks de leiders, die de lawine halverwege willenstuiten. Daaraan moet het geweten worden, dat tenslotte de leiders der Fransche Revolutie zelf het schavot niet meer konden ontkomen. Zij werden door hun geesteskinderen verslonden, omdat zij halverwege bleven staan en voor de consequentie terugdeinsden. Zoo zal het verloop van het socialis me ook zijn. De beginselen die de sociaal-demo cratie predikt zijn de zelfde verderfe lijke beginselen die thans in Rusland worden toegepast. Ook de sociaal de mocratie gaat uit van het beginsel dat het kapitaal een vloek is en dat eigen dom diefstal is ,dat het gezin een on ding is, dat de vrouw aan de gemeen schap hoort en dat kinderverwekken en baren een functie is die in dienst der gemeenschap verricht wordt, dat er voor het staatsleven geen wetten Gods erkend kunnen worden, maar dat op dat terrein evenals op dat van de maat schappij en van het onderwijs en de kunst de menschelijke rede souverein is. Die beginselen worden in socialisti- schen kring gepredikt. En omdat men hier nog de macht niet heeft en zich te gen een meerderheid van protestanten en Roomsch-katholieken vooralsnog dood loopt, toomt men in en predikt men een soort parlementair-socialisme. Maar deze positie bevredigt niet. Wan neer men ook maar een kleine kans ziet, zooals in 1918 en denkt dat de meerder heid van het leger en de politie geen steun meer is voor de bestaande macht, en franco zenden wij aan ieder die er om vraagt, het boek van Priester H a m o n, handelende over Kruiden geneeswijze Aanvragen te rich ten tot de drogisterij der Fa. le Middellendstr. 49 n ■I Telefoon 7959 E3 20 dan probeert men de revolutie te ont ketenen.'Die daad van 1918 toont wat de zwakste plek is in de sociaal-demo cratie ten ontzent. En geen enkele ke ten is sterker dan haar zwakste schalm. En ware het gelukt in die dagen de macht in handen te krijgen, dan zou de binnenlandsche oorlog ontketend zijn. Wie waarborgt dat ons land dan geen Russchische toestanden te zien zou heb ben gegeven De geschiedenis heeft immers telkens uit naam van de fraaiste leuzen, zoo als „Vrijheid, gelijkheid en Broeder schap" de bloedigste tafereelen doen aanschouwen In zijn werk „Onge loof en Revolutie" toont Groen het zoo klaar aan, dat uit het Revolutiebeginsel consequent voortvloeide de vorming van een algemeene souvereine verga dering, consequent was ook de consti tutie van 1791, consequent was de af schaffing van het Koningschap, conse quent het doodvonnis van den Koning, consequent de val der Girondijnen; het vloeide alles voort uit het Revolutie beginsel, dat men eerst in de studeer cel en later in de volksvergaderingen gepredikt had. En dat zelfde Re volutiebeginsel predikt in onze dagen de sociaal-democratie. In beginsel ziet men dan ook geen verschil tusschen socialist, com munist en bolsjewist. Het is wel leer zaam, dat bij alle bestrijding van het communisme in het roode kamp nimmer blijkt, dat men zich principieel op een ander standpunt stelt. Evenzoo wanneer de socialist het bolsjewisme becritiseert, merkt men nimmer, dat hij het beginsel verloochent, alleen maar het optreden in de praktijk wordt gelaaktMaar dat juist toont de geest verwantschap. Ze zijn van éénen bloe de. Kinderen van Ongeloof en Revo lutie. En daarom is er ook geen enkele waarborg, dat wanner de tegenwoor dige leiders de hartstochten, die zij zelf in hun menschen ontketend hebben, niet meer intoomen kunnen, zij niet eenmaal zelf zullen vallen als slachtoffer van het door hen gepredikte beginsel; waarom zouden de Jacobijnen der 20ste eeuw de Girondijnen dezer eeuw sparen Daarom laat ons steeds voor oogen houden, dat de strijd, de geestelijke strijd onzer dagen op het maatschap pelijk en staatkundig erf, niet tegen menschen, maar tegen beginselen gaat; tegen de verderfelijke beginselen van Revolutie en Ongeloof, welke be ginselen in Rusland in al hun felheid zijn ontketend, maar die niet minder vrijmoedig over heel Europa geleerd en gepropageerd worden en ook in ons land dag aan dag onder het volk wor den verbreid. Als we den strijd zóó zien, kunnen we ons tegen het gevaar wapenen. Want we zien dan, dat deze strijd niet tegen menschen gaan moet. Eigenlijk zijn ze zelf slachtoffers van hun theo rieën, maar de strijd gaat tegen het be ginsel van Ongeloof, tegen de verwer ping., van het Woord van God. En wie bij het Woord leeft, weet, dat wie daar niet bij leeft, den onder gang tegemoet snelt. Verstaan we dan in de worsteling der geesten van onze dagen onze roe- Pin g- ART. XXVIII ONZER GEREF. BELIJ DENIS EN DE KWESTIE-RUSSTIGE. De kwestie-Russtige en Zondagsschoolgebouw heeft in Sommelsdijk heel wat stof opgejaagd. Wie heeft hier gelijk, zij, die het Zondags schoolgebouw voor de preeken des heeren Rus- stige sluiten, of zij, die het gebouw voor dezen heer willen openstellen Welk motief moet bij de beantwoording van deze vraag den doorslag geven De vraag of het geld in 't laadje brengt De vraag of de heer Russtige bekeerd is De vraag of hij de verloren zoon is De vraag of de volksmenigte hem begeert De vraag of hij vele naloopers heeft 1 De vraag of er niets geweigerd mag worden om toch maar de eenheid en den vrede te be- a waren Of de vraagWat zegt onze Gereformeer de belijdenis, onze echte oude belijdenis van Guido de Brés, hiervan Als men zoo het oor te luisteren legt en aller lei praatjes onder het volk opvangt lijkt het wel of we geen Gereformeerde belijdenis meer heb ben, of kerkje spelen zoo maar een vinding en liefhebberij van menschen is Of de Geref. be lijdenis geen fundament, geen stut en vastigheid der kerk behoort te zijn Of onze vaderen in de 16e eeuw tevergeefs voor die belijdenis hun bloed geofferd hebben I En daarom: terug van alle m'enschelijke rede neeringen. Ook in deze kwestie Terug tot de belijdenis der vaderen, die in artikel 28 der Ge loofsbelijdenis hebben vastgelegd de roeping van ieder Christen zich bij de ware kerk te voegen. Het lijkt soms of dat art. geen artikel onzer belijdenis meer is De belijdenis der Geref. vaderen inzake de Kerk moet ook in de kwestie-Russtige den doorslag geven, dat en niets anders, >vant alleen dat is naar den Woorde Gods. En daarin ligt het optreden des heeren Rus stige fundamenteel en absoluut veroordeeld. Zijn optreden is in flagranten strijd met de Gereformeerde belijdenis der Dordtsche vaderen. Deze man staat niet in het ambt, staat zelfs buiten eenige kerk en mag dus volgens de oude belijdenis niet preeken, want hij mist het gezag, de autoriteit, waarmee hij in den kerkelijken weg moet bekleed worden om het Evangelie te bedienen. Men leze ook eens art. 30 der Ned. Geloofsbelijdenis 1 De Kerk is een instelling Gods. De Heiland heeft de ambten ingesteld. Daarmee mag niet gespeeld worden Sterk zijn steeds onze vaderen tegen kerkelijke muiterij opgekomen. Lees de oude schrijvers maar I Nergens vindt men, dat zij de m'enschen los willen weeken van de kerk als instituut. Altijd het tegendeel. En daarom kunnen we het niet anders zien, of het Zondagsschoolbestuur is hier in den ge- oorloofden, in den gezond Gereformeerden weg. Nooit mogen de hooggeestelijke belangen der kerk ondergeschikt worden gemaakt aan de vraag „of het geld in 't laadje brengt Ook nooit aan deze vraag of de „mensch bekeerd is I" Dat weten we niet. Geen mensch kan over het hart oordeelen. Maar ook „be keerde m'enschen" kunnen in groote zonde vallen en ver weg dwalen. En als de heer Russtige bekeerd is, zal hij ook moeten leeren in gehoor zaamheid aan art. 28 en 30 der Geloofsbelijdenis te leven. God bekeerd de menschen nooit van Zijn Woord en Getuigenis af. Ook niet de vraag of de volksmenigte het zoo begeert. De groote hoop heeft het veelal mis. De belangen der kerk, de ware belangen der kerk, moeten juist dikwijls tegen den stroom van den volkshoop in gezocht fen gevonden worden. Eén vraag geeft den doorslag. Wat zegt Gods Woord? En die vraag hebben onze Gereformeerde va deren in den tijd van den grootsten druk duide lijk en klaar beantwoord. Wie niet alleen Gereformeerd wil h e e t e n, maar het ook wil z ij n, leve in gehoorzaamheid aan dit getuigenis der vaderen 1 Neen, onze „brave" vaders der negentiende eeuw begrepen bitter weinig van de fijne kinder ziel. Was het, omdat zij zelf zoo weinig van het kind hadden, waaraan zij toch gelijk moesten worden, wilden ze het Koninkrijk der Hemelen ingaan Christus kon met aandacht en blijkbaar met instemming het spel der kinderen op de markten en publieke wegen gadeslaan, maar onze brave vaders der vorige eeuw vonden het spel nutte loos en eigenlijk maar een noodzakelijk kwaad. En ze hadden het dan ook alleen maar over het spel in zooverre als er een nuttige leering voor het kind uit te trekken viel. Luister naar Pietje de bellenblazer „Kijk, hoe vroolijk is ons Pietje, Hij verheugt zich met een nietje, Met een zeepbel, anders niet O 1 wat is het kinderleven IJdel, en helaas omgeven Vol gevaar, gelijk gij ziet. Valt hij onder al die grillen Van de bank, wie zal hem stillen, Zoo het moederlief niet doet Weg dan met die ijdelheden, Ik wil leeren, wel tevreden, Hoe ik deugdzaam leven moet" Ieder spel had zijn gevaren en derhalve had den onze brave vaders maar liefst, dat hun kinderen zich van spelen afhieldenHoe ge- /aarlijk is b.v. niet het schommelen „Neen, het zoogenaamde schommelen, Is een te gevaarlijk spel Kind'ren, o bedenk bij spelen Dit gevaar toch goed en wel 't Is om hals en Been te breken, Als er slechts een touwtje breekt Denkt eens, in hoeveel gevaren, Gij u, door dit schomm'len steekt En ook het hoepelen deugt al niet „Waardoor ik mij vermoei en kwel, Men loopt zich moe en buiten magt, Als dwaas en onbedreven Ik werp dus ras mijn hoepel neer, En zal wat anders zoeken, Waardoor ik .onvermoeid, wat leer, 'k Begeef mij tot de boeken. O, waartoe mij zoo afgesloofd Door werklijk spel, dat niets belooft. De beste vreugd is zedigheid, Die 't hart voor ware vreugd bereidt." Het spelen met kaarten wordt echter door de rome vaderen niet afgekeurd. Maar dat heeft ren reden, want „Het is noodzakelijk, dat de kinderen nu en dan, om eenig geld spelen, want daardoor wor den zij opmerkzamer, en stellen meer belang 'n hunne handelingen, terwijl de winzucht den 'jver gaande houdt. Het is nuttig, dat de jeugd, om eenig geld spelende, die winst niet geheel voor zich zelve behoudt, maar die liever doet

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1