Eerst de handen Vergadering van „Het Groene Kruis Gemeente Nieuws MIJNHARDT's Zenuw-a bietten 75 ct. Laxeer-Tablettan 60 ct. Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Bij Apoth. en Drogisten Ingezonden Stukken. AfdeelingMiddelharnis-Sommelsdijk Het zittende Bestuur gehandhaafd. Geen Bestuursulthreiding. selen toch worden grootendeels gevormd uit die bestanddeelen van het voeder, die in het dierlijk lichaam onverteerd zijn gebleven; deze stoffen zullen dus ook in den bodem niet gemakkelijk verteren en eerst zeer langzaam in planten voedende stoffen omgezet worden. De vloei' bare uitwerpselen vormen dus feitelijk de rijkste en meest werkzame bestanddeelen van den stal mest. Het is jammer, dat zoo velen dit nog niet begrijpen, en nog zoo dikwijls de ier (of gier) laten wegvloeien, waardoor de stalmest veel van zijn kostbaarste bestanddeelen verliest. De maandelijksche groei van de L. O. en de T. O. Op 1 Januari 1930 trad per provincie het hieronder vermelde aantal landbouwers als lid der L. O. toe Prov. Aant. leden Loon Groningen 13 f 26952,- Friesland .35 66566,- Drenthe 39 17869,- Overij'ssel 17 8795,- Gelderland 37 22493,- Utrecht 9 30496,- Noord.HoIland 13 9930,- Zuid'Holland .34 58446,- Zeeland 18 37555 - Noord.Brabant 13 154C2- Totaal 228 f 294504,- Per 1 Januari 1930 traden als lid der T. O toe 110 werkgevers, uitbetalende aan loon f 156593,—, Sedert 1 November 1929 vermeerderde het aantal leden bij de L, O. met 376, uitbeta< lende f 413808,—; de T. O. met 182, uitbetalende f 229657,- loon. Tot 10 Febr; 1930 traden tot de C. L On- dcrlinge II (Ziektewet) toe 1 bakker, 2 hotel houders, 3 kooplieden, 323 landbouwers, 1 landbouwvereen1 metselaar, 2 molenaars. 1 Naaml. Venn., 29 polders, 3 schippers, 1 schilder, 2 slagers, 1 stalhouder, 1 smid, 1 Stoomdorsch.Vereen., 1 Zuivelfabriek. Totaal 373 leden. Vermeerdering na 21 Dec 1929 van 83 leden. Foor den Secretaris, D. KEIJZER. Herkingen, 13 Febr. 1930. De copie van Ingezonden stukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers. Geachte Redactie 1 Zou U 200 goed wdlen zijn, onderstaande regelen te plaatsten? Bij voorbaat mijn dank In Uw blad van Woensdag 12 Febr. j 1. komt een ingezonden stuk voor van den heer J. Lugtenburg uit Dirksland. Deze bespreekt daarin de vraag of de ver makelijkheden, die hier op het eiland worder, gehouden, wel beantwoorden aan de eischen die aan haar, krachtens het Chr. beginsel, moeten worden gesteld. Ofschoon hier niet direct een antwoord op gevende, meen ik toch wel uit zijn schrijven op te mogen maken dat hij die vraag moet beantwoorden. Ik ben het in deze volkomen met hem eens en geloof, dat allen die eenigzins de betee- kenis van het Christendom hebben leeren verstaan, dit mede zullen doen. In zijn schrijven vraagt hij dan verder of men niet teveel negatief is geweest tot op dit oogenblik Hier is de inzender positiever en komt dan in het laatst van zijn stukje tot de vraag of men hierin geen verandering zou willen brengen Ik meen dat hiertoe bij velen den goeden wil wel aanwezig is maar dat men geen op» lossing van dit zeer moeilijke vraagstuk aart» durft. Toch geldt ook hier: »Waar een wil is, daar is ook een weg«. Wanneer b v. de Ring «Flakkee* van den Bond van J.V. op Ger. grondslag, en de Ring van Ned Herv. J.V. op Flakkee eens contact met elkander zochten Laat men de handen aan den ploeg slaan om op deze manier te komen tot een zuiverder grensscheiding tusschen Kerk en wereld. En dit alles niet uit Farizeïsme, maar uit zucht tot zelfbehoud. Het gaat hier over de hoogste belangen van de opgroeiende jeugd, wier vorming niet straffeloos zal kunnen worden verwaarloosd. Wanneer het nu b.v. gelukte ten tijde van het concours een landdag te organiseeren, zoo was reeds veel gewonnen. Laat nu niemand mompel-n over «zeker een Chr. feestje of iets dergelijks*. Wat onszelf betreft durven we wel ver klaren, dat deze vermakelijkheden als concours festival enz. ons vrijwel koud laten Maar er zijn toch velen, ook onder ons, die maar niet zulke plaatsen kunnen vermijden. En hebben dan ook de Cristenen niet eens die ruw of gesprongen zijn was» schen met zeep en liefst warm water Goed afdrogen, dan Genius Wondbalsem er op. Koel als sneeuw, zacht als zijde. De pijn trekt weg. Ja, Genius Wondbal- s-m, dat helpt tenminste. 25 en 50 ets. laten zien dat ze, bij al hunne verdeeldhe'd, het toch in het hoogste met elkander eens zijn Zal men nooit eens tot het inzicht komen dat de tweedracht onder de Christusbelijders on re actie op velerlei gebied met lamheid slaat Op dit gebied kan nog veel gebouwd en bewaard worden, zoo men maar niet de wig gen tusschen de verschillende kerkelijke groe pen dieper indrijft. Laten we dan ook ten dezen opzichte wat meer vergeten wat achter ons is, en ons strek» ken tot hetgeen voor ons is. Dan rrike men ook elkander de hand, opdat het dezen zomer kome tot het houden van een Landdag op ons eiland met medewer» king van alle Chr jeugdvereenigingen. Daardoor zou, onder Gods zegen, veel geestelijk en zedelijk verlies voorkomen kun» nen worden. Met dank voor de plaatsing. J. VAN DIJK. Melissant, Februari 1930, 9» Deze buitengewone ledenvergadering was be legd op verzoek van den heer Schut, le onder- teekenaar en 11 leden. (Volgens het huishoude lijk reglement moet op verzoek van minstens 10 leden een vergadering gehoud'en worden). Er was zeer veel belangstelling (284 leden). De vergadering werd gehouden in de zaal van Hotel Meijer te Middelharnis. De Voorzitter, burgemeester Den Hollander opent de vergadering met een welkomstwoord en deelde o.a. mede, dat door wijlen Mej. Korteweg een gift van 500.— was gelegateerd voor het Groene Kruis en 500.voor de Wijkverpleging. (Applaus) De notulen der vorige vergadering werden door den secretaris voorgelezen en onveranderd vastgesteld. Hierop deelde de voorzitter mede, dat deze vergadering was belegd, op verzoek van enkele leden met het doel tot statutenwijziging te ko men. Deze heeren wenschen art. 12 der statuten zoodanig te wijzigen, dat uitbreiding van het bestuur, thans uit 5 leden bestaande, tot 9 leden mogelijk is, en om bij aanneming van dit voor stel nu direct een nieuw bestuur te verkiezen. Het verzoek tot het beleggen dezer, vergade ring is van den volgend'en inhoud en onder teekend door onderstaande persgjen Aan hot bestuur der afdeeling „Middel harnisSommelsdijk" van de Zuid- Hollandsche Vereeniging „Het Groene Kruis" te Middelharnis. De ondergeteekenden, leden van de Afdeeling „Middelharnis-Sommelsdijk" der Zuid-Holland- sche Vereeniging „Het Groene Kruis", gevestigd te Middelharnis, gebruik makende van het recht, hun toegekend bij Artikel 4 van het Huishoudelijk Reglement, verzoeken het Bestuur van bovengenoemde afdeeling vóór den vijftienden Februari 1900 dertig op een nader door genoemd Bestuur te bepalen dag, plaats en avonduur een buiten gewone Ledenvergadering van meergenoemde Afdeeling te beleggen, en in die buitengewone Ledenvergadering onder meer-aan de;- orde te stellen A. Het door mede-ondergeteekende M. M. Schut te Sommelsdijk op 14 December 1929 aan genoemd Bestuur toegezonden voorstel tot wij ziging der Statuten van meergenoemde afd., en B. (Na eventueele aanneming van een voor stel tot wijziging van genoemde Statuten, met zich brengende Bestuursuitbreiding) Bestuurs verkiezing. Sommelsdijk/Middelharnis, Januari/Februari 1900 dertig. M. M. SCHUT. A. J. BLAAK. H. VERBIEST. C. HUIJSMANS. M. GROENENDIJK. A. SMIT. P. JONGEJAN. L. BLOK. J. NELIS. P- KNöPS. J. VAN DORST. S. KNöPS. Het voorstel dezer 12 leden is van den vol genden inhoud Voorstel tot wijziging der Statuten van de Afdeeling Middelharnis-Sommelsdijk van de Zuid-Hollandsche Vereeniging „Het Groene Kruis", gevestigd te Middelharnis. De eerste alinea van Artikel 12 der genoemde Statuten wordt vervangen door het volgende Het Bestuur bestaat uit 9 leden: 4 uit Som melsdijk en 5 uit Middelharnis; éen Voorzitter, een plaatsvervangend-Voorziter, een Secretaris, een Penningmeester en 5 Commissarissen. Zij worden door de Algemeene Vergadering ge kozen. De leden van het Bestuur verdeelen telken jare in de eerste bestuursvergadering on derling de functies. In 3 jaar treedt het geheele Bestuur af volgens een door het Bestuur op te maken rooster; elk jaar treden 3 leden af; de aftredende led'en zijn terstond herkiesbaar. In een tusschentijds ontstane vacature wordt voorzien op een Algemeene Vergadering, ge houden minstens 3 maal 24 uren na het bekend worden der vacature aan het Bestuur. In een vacature, ontstaan door periodiek of tusscheiitijdsch aftreden of door het ..overlijden van een te Sommelsdijk c.q. Middelharnis wo nend Bestuurslid kan uitsluitend worden voorzien door benoeming van een inwoner van Sommels dijk c.q. Middelharnis. ;orf Toelichting. Aan de redactie van het tegenwoordige Arti kel 12 der Statuten is zoo weinig mogelijk ge raakt. Enkele punten waarover meeningsverschil thans mogelijk is, zijn in het voorstel geregeld, en wel op de wijze, welke het meest in over eenstemming is met de meening van de meer derheid van het tegenwoordige Bestuur. Het aantal bestuursleden is in het voorstel gebracht op 9. Daar een zittingsperiode van 9 jaren m.i. als veel te lang is;%a!h te merken, moest een andere wijze van aftreden worden ontworpen. Daar een zittingsperiode van 3 jaar mij normaal voorkomt, zou het geheele Bestuur in drie jaar kunnen aftreden. De aftredende bestuursleden moeten natuurlijk herkiesbaar zijn. Daar de thans zittende bestuursleden volgens een andere rooster aftreden ware het wensche- lijk, dat bij het inwerkingtreden van een nieuw Artikel 12 der Statuten het thans zittende Be stuur in zijn geheel aftrad. De aftredende be stuursleden moet natuurlijk ook herkiesbaar zijn. Ter bespoediging van den gang van zaken en ter vermijding van kosten (een tweede ver gadering is overbodig) zou op de Algemeene j Vergadering, waar dit voorstel in behandeling komt, na eventueele aanneming van dit voor stel kunnen worden overgegaan tot verkiezing van een nieuw Bestuur, volgens de regelen van de nieuwe Statuten. Het thans zittende Be stuur zou uif den aard der zaak in de tegen woordige samenstelling moeten aanblijven tot den dag, waarop de wijziging der Statuten door Hare Majesteit de Koningin zal zijn goedge keurd. Het nieuwe Bestuur zou op laatstge noemden dag in functie treden. Sommelsdijk, 14 December 1929. M. M. SCHUT. De Voorzitter merkt op, dat het bestuur niet met het voorstel dezer 12 leden medegaat. Bo vendien zou in elk geval de verkiezing van een nieuw bestuur pas kunnen plaats hebben, wan neer de gewijzigde statuten goedgekeurd van de Kroon zijn terugontvangen. Maar het bestuur heeft ernstige bedenkingen tegen dit voorstel De practijk leert, dat kleine besturen met hoog stens 5 leden zeker zoo goed werken als b.v. grootere met 9 leden. Groote besturen werken belemmerend op den gang van zak'en. En het is altijd op deze wijze goedgegaan. Er zijn nim mer klachten ovèr ingekomën.' Welke reden zou er dan zijn om tot bestuursuitbreiding over te gaan. Ten slotte wijst spr. er op, dat 2/a der uitgebrachte stemmen zich voor het voorstel Schut c.s. moet verklaren, daar volgens de statuten anders geen statutenwijziging zal kunnen plaats hebben. De heer Schut wenscht het voorstel nader toe te lichten en 'merkt op, dat zijn voorstel geheel uitsluitend "opi-Zakelijken grond rust. Het gaat hier niet' te^en personen en tegen de per sonen der zittende bestuursleden wel in de al lerlaatste plaats. Spr. wijst er op, dat de op lossing van 1 November j.-l. een noodoplossing geacht moet worden. Dr. S. Knöps had om ge zondheidsredenen bedankt en is op dezelfde vergadering waarin hij bedankte eere-voorzitter gemaakt. Maar door omstandigheden heeft hij later weer zitting moeten nemen, hetgeen even wel een noodmaatregel is geweest, wat niet lan ger mag duren dan volstrekt noodzakelijk is. Spr. acht het een ongezonde toestand, dat de ééne dokter wel in het bestuur zit en de andere niet. De ééne arts wordt hierdoor bevoordeeld boven den andere. Spr. wijst er op, dat hij in deze meening niet alleen staat. Ook de „Maas 'en Scheldebode" schreef in November j.l. in denzelfden geest. En wat het zittend bestuur betreft, acht spr. het maar 't beste om als de statutenwijziging is aangenomen, nu maar in eens tot nieuwe verkiezing over te gaan. Dat spaart de moeite en de kosten van een nieuwe vergadering uit. Toch zou spr. hierbij in over weging willen geven het zittend bestuur weer geheel te herkiezen. Spr. acht deze oplossing niet zoo gek. Wat het rooster van aftreding betreft, zou spr. willen voorstellen, niet ieder jaar één lid te laten aftreden, zooals nu gebeurt, maar de leden 3 jaar zitting te geven. Dat is lang genoeg. Uitbreiding van het bestuur acht spr. in het belang der vereeniging. Het is vreemd de vergadering telkens weer voor de keus te "stéllen een bap&aldën dokter van de drie te moeten kiezen. Daarmede blijft men moeilijk heden houden. De Voorzitter is blij, dat het hier niet om persoonlijke dingen gaat. Maar als het niet te doen is om het zittend bestuur te wippen, waarom stelt men dan niet heel eenvoudig voor om het bestuur met 4 nieuwe leden aan te vullen Dat is dan toch wel zoo eenvoudig en dat gebeurt wel meer. Het verwondert spr., dat de heer Schut drie dokters in het bestuur wil hebben. Daarvan staat niets in het voorstel der heeren. De heer Schut merkt op hierin niet van zijn voorstel af te wijken. Spr. heeft wel zooveel vertrouwen in de vergadering, dat hij gelooft, dat zij de drie artsen zal kiezen. Maar spr. heeft er geen bezwaar tegen dit als amendement aan het voorstel toe te voegen. De heer Joh. Struijk zegt met verbazing de, convocatie, dat hij een pamflet noemt, te hebben gelezen. Spr. dacht altijd, dat men overal over de Groene Krüis-zaken heel vredig en eensgezind dacht en dat dit zeker op het rustige eiland Flakkee wel hét'geval zou zijn. Maar nu komt de heer Schut met een voorstel om de boel onderstboven te gooien. Spr. heeft veel respect voor de geleerdheid van.d'en heer Schut, maar hij gelooft, dat wat diens beschaafdheid betreft, hij toch te vroeg van school gekomen is. De Voorzitter roept spr. tot de orde en zegt, dat zaken van personen moeten onderscheiden worden. De heer Struijk antwoordt, dat in deze kwestie zaken van personen niet te onderscheiden zijn. Spr. ziet in deze zaak een kwestie van machts wellust. Er zit hier een addertje onder 't gras. De heer Schut is een schildknaap van Dr. Knops en het gaat hier tegen het bestaande bestuur. Waarom moet dat aftreden Het is altijd goed gegaan zoo. Spr. brengt hulde aan den arbeid van het bestuur. (Applaus). Ook spr.'s meening is, dat een klein bestuur beter is voor den goeden gang van zaken dan een groot bestuur. En spr. vertrouwt, dat de ver gadering er zich niet toe zal laten leenen om de boel om te werken. Men moet de onderteeke- uaars van het verzoekschrift maar nagaan, dat z'egt al genoeg, dat spreekt voor zichzelf. De heer Krijgsman zegt, dat als de heer Schut zijn zin krijgt en er straks 3 dokters inkomen, en straks die drie dokters ook assistenten krijgen, dan is de heele vereeniging aan de macht van de dokters overgeleverd en hoe hoog de in gezetenen de dokters ook achten, dat zullen ze toch wel niet willen. Spr. maant de vergadering aan om haar stem niet aan dit voorstel te geven. Dokter Koenraad zegt, dat de heer Schut moeilijkheden vreest wanneer de dokters niet in het bestuur zitting heben. Heeft de heer Schut zijn zin, dan zouden er wel 4 dokters in het bestuur zitting moeten hebben. Spr. voelt daar niets voor. De heer Schut spreekt van moeilijk heden, maar spr. kent die moeilijkheden niet. Volgens zijn weten heeft het Groene Kruis ook nooit moeilijkheden gehad. Althans in de vijf jaren, dat spr. in deze gemeenten werkt, is hem daar niets van gebleken, ook al heeft spr. nim mer zitting in het bestuur gehad. Spr. begrijpt niet, waarom de heer Schut zich zoo inspant om spr. in het bestuur te krijgen, dewijl spr. zelf dat niet eens verlangt.Spr. gevoelt in 't minst geen behoefte om bestuurslid te worden en vindt, dat het maar 't beste is als het blijft zooals het nu is. Het is immers altijd goed gegaan. De heer Schut is nu 1 jaar in deze gemeente, waarom wil hij de zaak hier nu gaan omkeeren Wellicht gaat hij het volgende jaar weer weg, dat gaat zoo met die ontvangers, waar maakt hij zich dan zoo druk voor Spr. is tegen het voorstel-Schut en adviseert de ver gadering er tecjen fl stemmen. (Applaus). De heer Van der Laan vraagt of er hooge kosten aan statutenwijziging verbonden zijn. De Voorzitter antwoordt: 25. De heer Van den Nièuwendijk gelooft, dat er wel onderlinge strijd in het Groene Kruis be staat. Als dat niet zoo was, zouden de dokters er met hun patiënten'niet zoo over gesproken hebben om er verandering in te krijgen. Om alle moeite te voorkomen zou spr. maar het het voorstel-Schut willen aannemen, opdat alle dokters in het bestuur zitting kunnen hebben. De Voorzitter antwoordt, dat als het waar is, dat de dokters hun patiënten voor het Groene Kruis bewerken, dit heel verkeerd is en juist een' gegronde reden zijn om geen enkele dokter in het bestuur te nemen. (Applaus). De heer G. van Eek bepleit een bemiddelings voorstel. Ook spr. veronderstelt, dat het mis schien het beste zou zijn wanneer er heelemaal geen dokter in het bestuur zat, maar spr. stelt de vraag of het niet mogelijk is het aantal be stuursleden op 7 te brengen. De Voorzitter zegt wel, dat 5 leden genoeg is, maar hetzelfde be stuur heeft ook de zaken der Wijkverpleging te behartigen.- Spr. stelt voor in de statuten vast te leggen, dat er minstens 5 leden moeten zijn, dan heeft de vergadering altijd het heft in handen. De Voorzitter zegt, dat de zaak nog al een voudig is. Dr. Koenraad verklaart zelf, dat hij in het minst geen aspiraties voor e'en bestuurs functie heeft. Er zijn voorts periodieke ver kiezingen, bij welke gelegenheden de vergadering in het bestuur kunnen krijgen die zij wil. Men praat van kwesties, maar er zijn heelemaal geen kwesties. De zaken loopen steeds best. Spr. wijst op de nuttige werkzaamheden welke het bestuur verricht (het consultatiebureau enz.). Het bestuur kent geen kwesties. Die leven slechts in de fantasie van enkelen. Waarom zal men dan veranderen. (Applaus). Spr. zegt, dat het Groene Kruis de sympathie der geheele ge meente heeft. De heer Van der Meide interrumpeert: En aan den heer Van Es heeft het Groene Kruis een reuze secretaris, die er altijd voor in de weer is. (Daverend applaus). De Voorzitter adviseert de vergadering om geen steun aan het voorstel-Schut te geven. Inderdaad heeft het Groene Kruis aan den heer Van Es een krachtigen steun, die dag en nacht er voor werkt als 't noodig is en daarom bindt spr. de vergadering op het hart geen verandering aan te brengen, want spr. vreest, dat dit wel eens een ernstige belemmering voor den goeden gang van zaken van het Groene Kruis zou kun nen worden. De heer T. van den Doel stelt de vraag: wat is eigenlijk een bestuurslid 7 En dan antwoordt spr.: een vertrouwensman van de vergadering immers wordt hij door de ledenvergadering ge kozen. Maar als het voorstel-Schut wordt aan genomen, dan moet in de statuten vastgelegd worden, dat de dokters ambtshalve bestuurslid moeten zijn. De vergadering is dan in den ver volge gebonden aan bepaalde personen, of zij er vertrouwën in stelt of niet. Daarom geeft spr. in ernstige overweging niet op dit voorstel in te gaan. Dr. S. Knöps zegt 25 jaar bestuurslid van „Het Groene Kruis" te zijn en herhaaldelijk zijn in dien tijd stemmen opgegaan om het aantal bestuursleden uit te breiden. Spr. voelt veel voor het voorstel-van Eek om het woord „minstens" in de statuten op te nemen, dan kan er uit breiding plaats hebben wanneer de vergadering het wenscht. Wanneer b.v. de heer Van Es 'eens móet aftreden én er werd een ander in diens plaats als secretaris gekozen, dan zou het kunnen gebeuren, dat men niemand kan vinden die over zooveel vrijen tijd beschikt om de uit gebreide werkzaamheden te verrichten. Me'de om dit te voorkomen is het gewenscht, dat het bestuur een uitbreiding ondergaat. De Voorzitter antwoordt, dat al eens gepro beerd is het woord „minstens" in de statuten opgenomen te krijgen, mapr de Kroon geeft daaraan geen goedkeuring. De bewijsstukken hiervan liggen in het archief. Hierop wordt tot stemming overgegaan, waar na blijkt, dat 203 stemmen tegen statutenwijzi ging zijn, 53 er voor en 4 blanco. Het bestuur stelt voor in art. 7 van het huishoudelijk reglement een wijziging aan te brengen, waardoor het mogelijk wordt, dat de vergadering niet meer per oproepbrief, doch per advertentie in de plaatselijke bladen en door aanplakking en omroeping worden uitgeschre ven. Dit wordt met algemeene stemmen aan genomen. De heeren Den Braber en Van 't Hoff stellen voor de statuten en het huishoudelijk reglement te laten hérdrukken en voor al de leden ver krijgbaar te stellen. Ook hiertoe wordt met al gemeene stemmen besloten. Het bestuur zal prijs aanvragen. In de zaal gaan stemmen op om het getal 10, dat vereischt wordt om op initiatief der leden een vergadering te beleggen, te veranderen in 100. Na bespreking stelt het bestuur voor dit te brengen van 10 op 50 leden, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. De heer v. Es brengt hulde aan het bestuur en vooral aan het werk van den secretaris, den heer H. van Es, die veel voor de vereeniging doet. Spr. keurt het af dat iemand die pas in de gemeente is komen wonen de vereeniging verontrust heeft, tengevolge waarvan er nu tweemaal achtereen e'en storm in een glas water heeft plaats gehad. Dan dankt de Voorzitter de leden voor den vriendschappelijken geest waarin de belangen van het Groene Kruis hier besproken zijn en sluit de vergadering. (Onder redactie van L. G. L. Lemkes, ambte naar ter Secretarie te Den Bommel, en P. J- Keijzer, ambtenaar ter Secretarie te Dirksland). DE LANDARBEIDERSWET. II. Wil een landarbeider van de voordeelen der Landarbeiderswet gebruik maken, dan moet hij aan verschillende vereischten voldoen. Zoo moet hij zijn ingezetene des rijks, tevens Nederlan der 'en niet bij onherroepelijk geworden rech terlijke uitspraak de beschikking of het beheer over zijn goederen verloren hebben. Voorts moet hij behoudens bijzondere gevallen gedurende ten minste twee jaren gewoond heb ben binnen den kring van een in deze wet be doelde landarbeidersvereeniging of stichting of waar zoodanig lichaam ontbreekt in de ge meente of een daaraan grenzende gemeente waar hij onroerend goed w'enscht te verkrijgen. De twee jaren moeten onmiddellijk aan de aanvrage om steun voorafgaan. Uit den aard der zaak moet de landarbeider bekwaam zijn voor zijn werk ook van goed zedelijk gedrag. In verband met den leeftijd van den landar beider worden eveneens eischen gesteld. Hij moet namelijk den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt en, zoo hij een plaatsje wenscht te ver krijgen, dien van vijftig jaren niet overschreden hebben. De wetgever oordeelde het niet raadzaam, voor den landarbeider op te jeugdigen leeftijd inzonderheid wat de verkrijging van een plaatsje betreft, de positie te verschaffen, welke de wet voor hem openstelt. De eisch van den 25-jarigen leeftijd zal hem in staat stellen, langer van zijn loon te besparen en hem bovendien kunnen terughouden van het te vroeg en onberaden aangaan van een huwelijk. Wat den maximum-leeftijd van 50 jaren be treft, deze is aangenomen om te voorkomen, dat bejaarde arbeiders met de hulp van de wet nog plaatsjes zouden verwerven. Dit toch zou niet wfenschelijk zijn.eenerzijds omdat hun werkkracht niet meer zoo groot is, waardoor zij minder loon verdienen en meer bezwaar bij de aflossing zouden ondervinden, en anderzijds, omdat het te voorzien is, dat zij, in verband met den lan gen termijn van aflossing, niet meer vóór hun overlijden onbezwaard eigenaar zullen zijn of zelfs een belangrijk deel der schuld zullen heb ben afgelost. Het hier geopperde bezwaar doet zich niet voor bij het pachten van los land. Integendeel, de bejaarde landarbeider kan in staat worden gesteld, den tijd, dien hij vreger in loondienst doorbracht, nuttig te besteden. Zoo de landarbeider een plaatsje wenscht te verkrijgen, moet hij voldoende gegoed zijn om ten minste een tiende deel van de kosten van een plaatsje te betalen. Een plaatsje, dat voor het doel geschikt moet zijn, mag met inbegrip van de eerste noodige verbeteringen aan bestaan de gebouwen en land, niet meer dan 4000. kosten, tenzij de minister van binnen-landsche zaken en landbouw en die van finantiën verlof verleenen van dit maximum af te wijken. Bij de beoordeeling van de vraag, of een plaatsje „geschikt" moet worden geacht, heeft men te bedenken, dat de bedoeling der wet is, den landarbeider een stuk grond te verschaffen van zoodanigen omvang, dat hij daarop de vruchten kan telen, die hij voor zich en zijn gezin behoeft. Aan den anderen kant moet den landarbeider ook niet meer onroerend 'goed worden verstrekt dan met zijn karakter van landarbeider onver- eenigbaar is het grondgebruik moet zoodanig zijn, dat de landarbeider daardoor in de uitoefe ning van zijn beroep niet wordt belemmerd. De arbeid, dien hijzelf op het plaatsje zal moeten verrichten, zal derhalve van ondergeschikten aard moeten wezen. De oppervlakte moet dan ook zoodanig zijn gekozen, dat de landarbeider het land in zijn vrije uren kan bewerken. Evenzeer zal bezwaar worden gemaakt tegen de uitgifte van te kleine plaatsjes. Al schrijft de wet geen minimum-grootte voor, er zal geen sprake zijn van uitgifte van een „huis met tuin". In verband met de aan plaatsjes tg. stellen eischen, zij nog opgemerkt, dat ook de woning aan behoorlijke eischen moet voldoen. Zij moet doelmatig zijnzoo noodig moet een schuur of stal aanwezig zijn. Een burgerwoning is bijv. niet geschikt. Zooals reeds vermeld mag behalve voor de koopsom van het plaatsje ook een bedrag wor den uitgetrokken voor de eerste verbeteringen aan bestaande gebouwen en land. Hieronder zijn echter alleen te verstaan verbeteringen, welke tegelijk met het verkrijgen van het plaatsje worden aangebracht. Voor later wenschelijk ge achte verbeteringen wordt geen aanvullingsvoor schot beschikbaar gesteld. Ook aan het losse land dit is dus land dat in pacht wordt uitgegeven worden eischen gesteld. Het moet n.l. in de nabijheid van de landarbeiderswoning zijn gelegen en ook ove rigens voor het doel geschikt zijn. De jaarlijksche pachtprijs mag niet meer dan 50.bedragen en naar evenredigheid niet belangrijk hooger zijn dan die van grootere uit gestrektheden grond van overeenkomstige hoe danigheid en ligging. De minister van binnen- landsche zaken 'en die van financiën zijn echter weer bevoegd van dit maximum af te wijken. Ter bereiking van het doel, hetwelk de land arbeiderswet beoogt, wordt medegewerkt door a. rechtspersoonlijkheid hebbende vereenigin- gen en stichtingen, uitsluitend -ter bevordering van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders werkzaam, mits zij als zoodanig door de Koningin, Gedeputeerde Staten gehoord, toegelaten zijn b. de gemeenten. De kring van een vereeniging of stichting kan zich uitstrekken over een of meer gemeenten, doch niet verder dan het rechtsgebied van een kantongerecht. Opgemerkt zij, dat in eenzelfde kring of gemeente niet twee vereenigingen of stichtingen naast elkander werkzaam kunnen zijn. De nadruk wordt er op gelegd, dat de ge meenten slechts subsidiair optreden. De ge meente mag de uitvoering der wet niet op zich nemen, indien zij in den kring eener toegelaten vereeniging of stichting gelegen is. De voornaamste taak der bovengenoemde or ganen is le. te allen tijde en in alle opzichten den land arbeider met raad en daad ten dienste zijn, hem alle mogelijke inlichtingen te geven en te zorgen, dat de wet wordt gekend en begrepen 2e. te onderzoeken en te behandelen alle aan vragen, die binnenkomen 3e. alles in het werk te stellen om hetzij door minnelijke schikking, hetzij door onteigening een stukje grond te bemachtigen voor den land arbeider 4e. indien bij publieken of onderhandschen yerkoop een geschikt stuk land gekocht kan worden, deze kans niet te laten- voorbijgaan 5e. toezicht uit te oefenen op een goede be steding van het geld. Een enkel woord over de financiering in gevolge de landarbeiderswet. De groot-financier is het rijk. Uit 's Rijks kas immers, kunnen aan gemeen ten, ter bevordering van de verkrijging van on roerend goed door landarbeiders, voorschotten worden verstrekt tegen een rente van 4 's jaars, een laag rentetype dus. Deze voorschotten kunnen in twee rubrieken worden gerangschikt I. De gemeente behoeft geld voor eigen ge bruik; dit dus bij gebreke van een vereeniging of stichting. II. De gemeente behoeft geld om dit te leenen aan een vereeniging of stichting. Bij de financieele uitvoering van de land arbeiderswet staat dus het rijk uitsluitend met de gemeenten in financieele betrekking; niet met de vereenigingen of stichtingen. Deze laatste kunnen niet rechtstreeks van het rijk voorschot ten verkrijgen, doch hebben zich daarvoor tot het betrokken gemeentebestuur te wenden. Waar de gemeentebesturen aansprakelijk zijn voor de terugbetaling der rijksvoorschotten, zul len zij goed -doen bij de toekenning van voor schotten de noodige voorzichtigheid te be trachten. Worden de plaatsjes of het onroerend goed tegen een te hoogen prijs aangekocht, dan is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat tengevolge van de daling der grondprijzen als anderszins, bij eventueelen verkoop verlies zal worden geleden. In een dergelijk geval is de vereeniging of stich ting in de eerste plaats voor het verlies ver antwoordelijk. Heeft deze echter nog niet de gelegenheid gehad een behoorlijke reserve te vormen, dan spreekt het vanzelf, dat de ge meente alsdan de geleden schade voor haar rekening zal hebben te nemen. Een andere vorm van financiering door het Rijk is het beschikbaar stellen van een bedrag tot uitvoering van een onteigeningsplan, als bedoeld in de landarbeiderswet. Ten slotte kunnen domeingoederen, onder hands krachtens Koninklijke machtiging, aan de vereenigingen, stichting'en of gemeenten worden verkocht Den Bommel. L, (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 6