Eerst de handen
Vergadering van „Het Groene Kruis
Gemeente Nieuws
MIJNHARDT's
Zenuw-a bietten 75 ct.
Laxeer-Tablettan 60 ct.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
Ingezonden Stukken.
AfdeelingMiddelharnis-Sommelsdijk
Het zittende Bestuur gehandhaafd.
Geen Bestuursulthreiding.
selen toch worden grootendeels gevormd uit die
bestanddeelen van het voeder, die in het dierlijk
lichaam onverteerd zijn gebleven; deze stoffen
zullen dus ook in den bodem niet gemakkelijk
verteren en eerst zeer langzaam in planten
voedende stoffen omgezet worden. De vloei'
bare uitwerpselen vormen dus feitelijk de rijkste
en meest werkzame bestanddeelen van den stal
mest. Het is jammer, dat zoo velen dit nog niet
begrijpen, en nog zoo dikwijls de ier (of gier)
laten wegvloeien, waardoor de stalmest veel
van zijn kostbaarste bestanddeelen verliest.
De maandelijksche groei van de L. O.
en de T. O.
Op 1 Januari 1930 trad per provincie het
hieronder vermelde aantal landbouwers als
lid der L. O. toe
Prov.
Aant. leden
Loon
Groningen
13
f
26952,-
Friesland
.35
66566,-
Drenthe
39
17869,-
Overij'ssel
17
8795,-
Gelderland
37
22493,-
Utrecht
9
30496,-
Noord.HoIland
13
9930,-
Zuid'Holland
.34
58446,-
Zeeland
18
37555 -
Noord.Brabant
13
154C2-
Totaal
228
f 294504,-
Per 1 Januari 1930 traden als lid der T. O
toe 110 werkgevers, uitbetalende aan loon
f 156593,—,
Sedert 1 November 1929 vermeerderde het
aantal leden bij de L, O. met 376, uitbeta<
lende f 413808,—; de T. O. met 182, uitbetalende
f 229657,- loon.
Tot 10 Febr; 1930 traden tot de C. L On-
dcrlinge II (Ziektewet) toe 1 bakker, 2 hotel
houders, 3 kooplieden, 323 landbouwers, 1
landbouwvereen1 metselaar, 2 molenaars.
1 Naaml. Venn., 29 polders, 3 schippers, 1
schilder, 2 slagers, 1 stalhouder, 1 smid, 1
Stoomdorsch.Vereen., 1 Zuivelfabriek. Totaal
373 leden.
Vermeerdering na 21 Dec 1929 van 83 leden.
Foor den Secretaris,
D. KEIJZER.
Herkingen, 13 Febr. 1930.
De copie van Ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven.Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
Geachte Redactie 1
Zou U 200 goed wdlen zijn, onderstaande
regelen te plaatsten? Bij voorbaat mijn dank
In Uw blad van Woensdag 12 Febr. j 1.
komt een ingezonden stuk voor van den heer
J. Lugtenburg uit Dirksland.
Deze bespreekt daarin de vraag of de ver
makelijkheden, die hier op het eiland worder,
gehouden, wel beantwoorden aan de eischen
die aan haar, krachtens het Chr. beginsel,
moeten worden gesteld.
Ofschoon hier niet direct een antwoord op
gevende, meen ik toch wel uit zijn schrijven
op te mogen maken dat hij die vraag moet
beantwoorden.
Ik ben het in deze volkomen met hem eens
en geloof, dat allen die eenigzins de betee-
kenis van het Christendom hebben leeren
verstaan, dit mede zullen doen.
In zijn schrijven vraagt hij dan verder of
men niet teveel negatief is geweest tot op dit
oogenblik
Hier is de inzender positiever en komt
dan in het laatst van zijn stukje tot de vraag
of men hierin geen verandering zou willen
brengen
Ik meen dat hiertoe bij velen den goeden
wil wel aanwezig is maar dat men geen op»
lossing van dit zeer moeilijke vraagstuk aart»
durft. Toch geldt ook hier: »Waar een wil
is, daar is ook een weg«.
Wanneer b v. de Ring «Flakkee* van den
Bond van J.V. op Ger. grondslag, en de Ring
van Ned Herv. J.V. op Flakkee eens contact
met elkander zochten
Laat men de handen aan den ploeg slaan
om op deze manier te komen tot een zuiverder
grensscheiding tusschen Kerk en wereld.
En dit alles niet uit Farizeïsme, maar uit
zucht tot zelfbehoud.
Het gaat hier over de hoogste belangen van
de opgroeiende jeugd, wier vorming niet
straffeloos zal kunnen worden verwaarloosd.
Wanneer het nu b.v. gelukte ten tijde van het
concours een landdag te organiseeren, zoo
was reeds veel gewonnen.
Laat nu niemand mompel-n over «zeker
een Chr. feestje of iets dergelijks*.
Wat onszelf betreft durven we wel ver
klaren, dat deze vermakelijkheden als concours
festival enz. ons vrijwel koud laten
Maar er zijn toch velen, ook onder ons,
die maar niet zulke plaatsen kunnen vermijden.
En hebben dan ook de Cristenen niet eens
die ruw of gesprongen zijn was»
schen met zeep en liefst warm
water Goed afdrogen, dan Genius
Wondbalsem er op. Koel als
sneeuw, zacht als zijde. De pijn
trekt weg. Ja, Genius Wondbal-
s-m, dat helpt tenminste. 25 en
50 ets.
laten zien dat ze, bij al hunne verdeeldhe'd,
het toch in het hoogste met elkander eens zijn
Zal men nooit eens tot het inzicht komen
dat de tweedracht onder de Christusbelijders
on re actie op velerlei gebied met lamheid
slaat
Op dit gebied kan nog veel gebouwd en
bewaard worden, zoo men maar niet de wig
gen tusschen de verschillende kerkelijke groe
pen dieper indrijft.
Laten we dan ook ten dezen opzichte wat
meer vergeten wat achter ons is, en ons strek»
ken tot hetgeen voor ons is.
Dan rrike men ook elkander de hand,
opdat het dezen zomer kome tot het houden
van een Landdag op ons eiland met medewer»
king van alle Chr jeugdvereenigingen.
Daardoor zou, onder Gods zegen, veel
geestelijk en zedelijk verlies voorkomen kun»
nen worden.
Met dank voor de plaatsing.
J. VAN DIJK.
Melissant, Februari 1930,
9»
Deze buitengewone ledenvergadering was be
legd op verzoek van den heer Schut, le onder-
teekenaar en 11 leden. (Volgens het huishoude
lijk reglement moet op verzoek van minstens
10 leden een vergadering gehoud'en worden).
Er was zeer veel belangstelling (284 leden).
De vergadering werd gehouden in de zaal van
Hotel Meijer te Middelharnis.
De Voorzitter, burgemeester Den Hollander
opent de vergadering met een welkomstwoord
en deelde o.a. mede, dat door wijlen Mej.
Korteweg een gift van 500.— was gelegateerd
voor het Groene Kruis en 500.voor de
Wijkverpleging. (Applaus)
De notulen der vorige vergadering werden
door den secretaris voorgelezen en onveranderd
vastgesteld.
Hierop deelde de voorzitter mede, dat deze
vergadering was belegd, op verzoek van enkele
leden met het doel tot statutenwijziging te ko
men. Deze heeren wenschen art. 12 der statuten
zoodanig te wijzigen, dat uitbreiding van het
bestuur, thans uit 5 leden bestaande, tot 9 leden
mogelijk is, en om bij aanneming van dit voor
stel nu direct een nieuw bestuur te verkiezen.
Het verzoek tot het beleggen dezer, vergade
ring is van den volgend'en inhoud en onder
teekend door onderstaande persgjen
Aan hot bestuur der afdeeling „Middel
harnisSommelsdijk" van de Zuid-
Hollandsche Vereeniging „Het Groene
Kruis" te Middelharnis.
De ondergeteekenden, leden van de Afdeeling
„Middelharnis-Sommelsdijk" der Zuid-Holland-
sche Vereeniging „Het Groene Kruis", gevestigd
te Middelharnis,
gebruik makende van het recht, hun toegekend
bij Artikel 4 van het Huishoudelijk Reglement,
verzoeken het Bestuur van bovengenoemde
afdeeling vóór den vijftienden Februari 1900
dertig op een nader door genoemd Bestuur te
bepalen dag, plaats en avonduur een buiten
gewone Ledenvergadering van meergenoemde
Afdeeling te beleggen, en in die buitengewone
Ledenvergadering onder meer-aan de;- orde te
stellen
A. Het door mede-ondergeteekende M. M.
Schut te Sommelsdijk op 14 December 1929 aan
genoemd Bestuur toegezonden voorstel tot wij
ziging der Statuten van meergenoemde afd., en
B. (Na eventueele aanneming van een voor
stel tot wijziging van genoemde Statuten, met
zich brengende Bestuursuitbreiding) Bestuurs
verkiezing.
Sommelsdijk/Middelharnis,
Januari/Februari 1900 dertig.
M. M. SCHUT. A. J. BLAAK.
H. VERBIEST. C. HUIJSMANS.
M. GROENENDIJK. A. SMIT.
P. JONGEJAN. L. BLOK.
J. NELIS. P- KNöPS.
J. VAN DORST. S. KNöPS.
Het voorstel dezer 12 leden is van den vol
genden inhoud
Voorstel tot wijziging der Statuten van
de Afdeeling Middelharnis-Sommelsdijk
van de Zuid-Hollandsche Vereeniging
„Het Groene Kruis", gevestigd te
Middelharnis.
De eerste alinea van Artikel 12 der genoemde
Statuten wordt vervangen door het volgende
Het Bestuur bestaat uit 9 leden: 4 uit Som
melsdijk en 5 uit Middelharnis; éen Voorzitter,
een plaatsvervangend-Voorziter, een Secretaris,
een Penningmeester en 5 Commissarissen. Zij
worden door de Algemeene Vergadering ge
kozen. De leden van het Bestuur verdeelen
telken jare in de eerste bestuursvergadering on
derling de functies.
In 3 jaar treedt het geheele Bestuur af volgens
een door het Bestuur op te maken rooster; elk
jaar treden 3 leden af; de aftredende led'en zijn
terstond herkiesbaar.
In een tusschentijds ontstane vacature wordt
voorzien op een Algemeene Vergadering, ge
houden minstens 3 maal 24 uren na het bekend
worden der vacature aan het Bestuur.
In een vacature, ontstaan door periodiek of
tusscheiitijdsch aftreden of door het ..overlijden
van een te Sommelsdijk c.q. Middelharnis wo
nend Bestuurslid kan uitsluitend worden voorzien
door benoeming van een inwoner van Sommels
dijk c.q. Middelharnis.
;orf
Toelichting.
Aan de redactie van het tegenwoordige Arti
kel 12 der Statuten is zoo weinig mogelijk ge
raakt.
Enkele punten waarover meeningsverschil
thans mogelijk is, zijn in het voorstel geregeld,
en wel op de wijze, welke het meest in over
eenstemming is met de meening van de meer
derheid van het tegenwoordige Bestuur.
Het aantal bestuursleden is in het voorstel
gebracht op 9. Daar een zittingsperiode van
9 jaren m.i. als veel te lang is;%a!h te merken,
moest een andere wijze van aftreden worden
ontworpen. Daar een zittingsperiode van 3 jaar
mij normaal voorkomt, zou het geheele Bestuur
in drie jaar kunnen aftreden. De aftredende
bestuursleden moeten natuurlijk herkiesbaar zijn.
Daar de thans zittende bestuursleden volgens
een andere rooster aftreden ware het wensche-
lijk, dat bij het inwerkingtreden van een nieuw
Artikel 12 der Statuten het thans zittende Be
stuur in zijn geheel aftrad. De aftredende be
stuursleden moet natuurlijk ook herkiesbaar zijn.
Ter bespoediging van den gang van zaken
en ter vermijding van kosten (een tweede ver
gadering is overbodig) zou op de Algemeene j
Vergadering, waar dit voorstel in behandeling
komt, na eventueele aanneming van dit voor
stel kunnen worden overgegaan tot verkiezing
van een nieuw Bestuur, volgens de regelen
van de nieuwe Statuten. Het thans zittende Be
stuur zou uif den aard der zaak in de tegen
woordige samenstelling moeten aanblijven tot
den dag, waarop de wijziging der Statuten door
Hare Majesteit de Koningin zal zijn goedge
keurd. Het nieuwe Bestuur zou op laatstge
noemden dag in functie treden.
Sommelsdijk, 14 December 1929.
M. M. SCHUT.
De Voorzitter merkt op, dat het bestuur niet
met het voorstel dezer 12 leden medegaat. Bo
vendien zou in elk geval de verkiezing van een
nieuw bestuur pas kunnen plaats hebben, wan
neer de gewijzigde statuten goedgekeurd van de
Kroon zijn terugontvangen. Maar het bestuur
heeft ernstige bedenkingen tegen dit voorstel
De practijk leert, dat kleine besturen met hoog
stens 5 leden zeker zoo goed werken als b.v.
grootere met 9 leden. Groote besturen werken
belemmerend op den gang van zak'en. En het
is altijd op deze wijze goedgegaan. Er zijn nim
mer klachten ovèr ingekomën.' Welke reden zou
er dan zijn om tot bestuursuitbreiding over te
gaan. Ten slotte wijst spr. er op, dat 2/a der
uitgebrachte stemmen zich voor het voorstel
Schut c.s. moet verklaren, daar volgens de
statuten anders geen statutenwijziging zal kunnen
plaats hebben.
De heer Schut wenscht het voorstel nader
toe te lichten en 'merkt op, dat zijn voorstel
geheel uitsluitend "opi-Zakelijken grond rust. Het
gaat hier niet' te^en personen en tegen de per
sonen der zittende bestuursleden wel in de al
lerlaatste plaats. Spr. wijst er op, dat de op
lossing van 1 November j.-l. een noodoplossing
geacht moet worden. Dr. S. Knöps had om ge
zondheidsredenen bedankt en is op dezelfde
vergadering waarin hij bedankte eere-voorzitter
gemaakt. Maar door omstandigheden heeft hij
later weer zitting moeten nemen, hetgeen even
wel een noodmaatregel is geweest, wat niet lan
ger mag duren dan volstrekt noodzakelijk is.
Spr. acht het een ongezonde toestand, dat de
ééne dokter wel in het bestuur zit en de andere
niet. De ééne arts wordt hierdoor bevoordeeld
boven den andere. Spr. wijst er op, dat hij in
deze meening niet alleen staat. Ook de „Maas
'en Scheldebode" schreef in November j.l. in
denzelfden geest. En wat het zittend bestuur
betreft, acht spr. het maar 't beste om als de
statutenwijziging is aangenomen, nu maar in
eens tot nieuwe verkiezing over te gaan. Dat
spaart de moeite en de kosten van een nieuwe
vergadering uit. Toch zou spr. hierbij in over
weging willen geven het zittend bestuur weer
geheel te herkiezen. Spr. acht deze oplossing
niet zoo gek. Wat het rooster van aftreding
betreft, zou spr. willen voorstellen, niet ieder
jaar één lid te laten aftreden, zooals nu gebeurt,
maar de leden 3 jaar zitting te geven. Dat is
lang genoeg. Uitbreiding van het bestuur acht
spr. in het belang der vereeniging. Het is vreemd
de vergadering telkens weer voor de keus te
"stéllen een bap&aldën dokter van de drie te
moeten kiezen. Daarmede blijft men moeilijk
heden houden.
De Voorzitter is blij, dat het hier niet om
persoonlijke dingen gaat. Maar als het niet te
doen is om het zittend bestuur te wippen,
waarom stelt men dan niet heel eenvoudig voor
om het bestuur met 4 nieuwe leden aan te
vullen Dat is dan toch wel zoo eenvoudig
en dat gebeurt wel meer. Het verwondert spr.,
dat de heer Schut drie dokters in het bestuur
wil hebben. Daarvan staat niets in het voorstel
der heeren.
De heer Schut merkt op hierin niet van zijn
voorstel af te wijken. Spr. heeft wel zooveel
vertrouwen in de vergadering, dat hij gelooft,
dat zij de drie artsen zal kiezen. Maar spr.
heeft er geen bezwaar tegen dit als amendement
aan het voorstel toe te voegen.
De heer Joh. Struijk zegt met verbazing de,
convocatie, dat hij een pamflet noemt, te hebben
gelezen. Spr. dacht altijd, dat men overal over
de Groene Krüis-zaken heel vredig en eensgezind
dacht en dat dit zeker op het rustige eiland
Flakkee wel hét'geval zou zijn. Maar nu komt
de heer Schut met een voorstel om de boel
onderstboven te gooien. Spr. heeft veel respect
voor de geleerdheid van.d'en heer Schut, maar
hij gelooft, dat wat diens beschaafdheid betreft,
hij toch te vroeg van school gekomen is.
De Voorzitter roept spr. tot de orde en zegt,
dat zaken van personen moeten onderscheiden
worden.
De heer Struijk antwoordt, dat in deze kwestie
zaken van personen niet te onderscheiden zijn.
Spr. ziet in deze zaak een kwestie van machts
wellust. Er zit hier een addertje onder 't gras.
De heer Schut is een schildknaap van Dr.
Knops en het gaat hier tegen het bestaande
bestuur. Waarom moet dat aftreden Het is
altijd goed gegaan zoo. Spr. brengt hulde aan
den arbeid van het bestuur. (Applaus). Ook
spr.'s meening is, dat een klein bestuur beter
is voor den goeden gang van zaken dan een
groot bestuur. En spr. vertrouwt, dat de ver
gadering er zich niet toe zal laten leenen om de
boel om te werken. Men moet de onderteeke-
uaars van het verzoekschrift maar nagaan, dat
z'egt al genoeg, dat spreekt voor zichzelf.
De heer Krijgsman zegt, dat als de heer Schut
zijn zin krijgt en er straks 3 dokters inkomen,
en straks die drie dokters ook assistenten krijgen,
dan is de heele vereeniging aan de macht van
de dokters overgeleverd en hoe hoog de in
gezetenen de dokters ook achten, dat zullen ze
toch wel niet willen. Spr. maant de vergadering
aan om haar stem niet aan dit voorstel te geven.
Dokter Koenraad zegt, dat de heer Schut
moeilijkheden vreest wanneer de dokters niet in
het bestuur zitting heben. Heeft de heer Schut
zijn zin, dan zouden er wel 4 dokters in het
bestuur zitting moeten hebben. Spr. voelt daar
niets voor. De heer Schut spreekt van moeilijk
heden, maar spr. kent die moeilijkheden niet.
Volgens zijn weten heeft het Groene Kruis ook
nooit moeilijkheden gehad. Althans in de vijf
jaren, dat spr. in deze gemeenten werkt, is hem
daar niets van gebleken, ook al heeft spr. nim
mer zitting in het bestuur gehad. Spr. begrijpt
niet, waarom de heer Schut zich zoo inspant
om spr. in het bestuur te krijgen, dewijl spr.
zelf dat niet eens verlangt.Spr. gevoelt in 't
minst geen behoefte om bestuurslid te worden
en vindt, dat het maar 't beste is als het blijft
zooals het nu is. Het is immers altijd goed
gegaan. De heer Schut is nu 1 jaar in deze
gemeente, waarom wil hij de zaak hier nu gaan
omkeeren Wellicht gaat hij het volgende jaar
weer weg, dat gaat zoo met die ontvangers,
waar maakt hij zich dan zoo druk voor Spr.
is tegen het voorstel-Schut en adviseert de ver
gadering er tecjen fl stemmen. (Applaus).
De heer Van der Laan vraagt of er hooge
kosten aan statutenwijziging verbonden zijn.
De Voorzitter antwoordt: 25.
De heer Van den Nièuwendijk gelooft, dat
er wel onderlinge strijd in het Groene Kruis be
staat. Als dat niet zoo was, zouden de dokters
er met hun patiënten'niet zoo over gesproken
hebben om er verandering in te krijgen. Om
alle moeite te voorkomen zou spr. maar het
het voorstel-Schut willen aannemen, opdat alle
dokters in het bestuur zitting kunnen hebben.
De Voorzitter antwoordt, dat als het waar is,
dat de dokters hun patiënten voor het Groene
Kruis bewerken, dit heel verkeerd is en juist een'
gegronde reden zijn om geen enkele dokter in
het bestuur te nemen. (Applaus).
De heer G. van Eek bepleit een bemiddelings
voorstel. Ook spr. veronderstelt, dat het mis
schien het beste zou zijn wanneer er heelemaal
geen dokter in het bestuur zat, maar spr. stelt
de vraag of het niet mogelijk is het aantal be
stuursleden op 7 te brengen. De Voorzitter zegt
wel, dat 5 leden genoeg is, maar hetzelfde be
stuur heeft ook de zaken der Wijkverpleging
te behartigen.- Spr. stelt voor in de statuten
vast te leggen, dat er minstens 5 leden
moeten zijn, dan heeft de vergadering altijd het
heft in handen.
De Voorzitter zegt, dat de zaak nog al een
voudig is. Dr. Koenraad verklaart zelf, dat hij
in het minst geen aspiraties voor e'en bestuurs
functie heeft. Er zijn voorts periodieke ver
kiezingen, bij welke gelegenheden de vergadering
in het bestuur kunnen krijgen die zij wil. Men
praat van kwesties, maar er zijn heelemaal geen
kwesties. De zaken loopen steeds best. Spr.
wijst op de nuttige werkzaamheden welke het
bestuur verricht (het consultatiebureau enz.).
Het bestuur kent geen kwesties. Die leven slechts
in de fantasie van enkelen. Waarom zal men
dan veranderen. (Applaus). Spr. zegt, dat het
Groene Kruis de sympathie der geheele ge
meente heeft.
De heer Van der Meide interrumpeert: En
aan den heer Van Es heeft het Groene Kruis
een reuze secretaris, die er altijd voor in de
weer is. (Daverend applaus).
De Voorzitter adviseert de vergadering om
geen steun aan het voorstel-Schut te geven.
Inderdaad heeft het Groene Kruis aan den heer
Van Es een krachtigen steun, die dag en nacht
er voor werkt als 't noodig is en daarom bindt
spr. de vergadering op het hart geen verandering
aan te brengen, want spr. vreest, dat dit wel
eens een ernstige belemmering voor den goeden
gang van zaken van het Groene Kruis zou kun
nen worden.
De heer T. van den Doel stelt de vraag: wat
is eigenlijk een bestuurslid 7 En dan antwoordt
spr.: een vertrouwensman van de vergadering
immers wordt hij door de ledenvergadering ge
kozen. Maar als het voorstel-Schut wordt aan
genomen, dan moet in de statuten vastgelegd
worden, dat de dokters ambtshalve bestuurslid
moeten zijn. De vergadering is dan in den ver
volge gebonden aan bepaalde personen, of zij
er vertrouwën in stelt of niet. Daarom geeft
spr. in ernstige overweging niet op dit voorstel
in te gaan.
Dr. S. Knöps zegt 25 jaar bestuurslid van
„Het Groene Kruis" te zijn en herhaaldelijk zijn
in dien tijd stemmen opgegaan om het aantal
bestuursleden uit te breiden. Spr. voelt veel voor
het voorstel-van Eek om het woord „minstens"
in de statuten op te nemen, dan kan er uit
breiding plaats hebben wanneer de vergadering
het wenscht. Wanneer b.v. de heer Van Es
'eens móet aftreden én er werd een ander in
diens plaats als secretaris gekozen, dan zou het
kunnen gebeuren, dat men niemand kan vinden
die over zooveel vrijen tijd beschikt om de uit
gebreide werkzaamheden te verrichten. Me'de om
dit te voorkomen is het gewenscht, dat het
bestuur een uitbreiding ondergaat.
De Voorzitter antwoordt, dat al eens gepro
beerd is het woord „minstens" in de statuten
opgenomen te krijgen, mapr de Kroon geeft
daaraan geen goedkeuring. De bewijsstukken
hiervan liggen in het archief.
Hierop wordt tot stemming overgegaan, waar
na blijkt, dat 203 stemmen tegen statutenwijzi
ging zijn, 53 er voor en 4 blanco.
Het bestuur stelt voor in art. 7 van het
huishoudelijk reglement een wijziging aan te
brengen, waardoor het mogelijk wordt, dat de
vergadering niet meer per oproepbrief, doch per
advertentie in de plaatselijke bladen en door
aanplakking en omroeping worden uitgeschre
ven. Dit wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
De heeren Den Braber en Van 't Hoff stellen
voor de statuten en het huishoudelijk reglement
te laten hérdrukken en voor al de leden ver
krijgbaar te stellen. Ook hiertoe wordt met al
gemeene stemmen besloten. Het bestuur zal prijs
aanvragen.
In de zaal gaan stemmen op om het getal 10,
dat vereischt wordt om op initiatief der leden
een vergadering te beleggen, te veranderen in
100. Na bespreking stelt het bestuur voor dit
te brengen van 10 op 50 leden, waartoe met
algemeene stemmen wordt besloten.
De heer v. Es brengt hulde aan het bestuur
en vooral aan het werk van den secretaris, den
heer H. van Es, die veel voor de vereeniging
doet. Spr. keurt het af dat iemand die pas in
de gemeente is komen wonen de vereeniging
verontrust heeft, tengevolge waarvan er nu
tweemaal achtereen e'en storm in een glas water
heeft plaats gehad.
Dan dankt de Voorzitter de leden voor den
vriendschappelijken geest waarin de belangen
van het Groene Kruis hier besproken zijn en
sluit de vergadering.
(Onder redactie van L. G. L. Lemkes, ambte
naar ter Secretarie te Den Bommel, en P. J-
Keijzer, ambtenaar ter Secretarie te Dirksland).
DE LANDARBEIDERSWET.
II.
Wil een landarbeider van de voordeelen der
Landarbeiderswet gebruik maken, dan moet hij
aan verschillende vereischten voldoen. Zoo moet
hij zijn ingezetene des rijks, tevens Nederlan
der 'en niet bij onherroepelijk geworden rech
terlijke uitspraak de beschikking of het beheer
over zijn goederen verloren hebben. Voorts
moet hij behoudens bijzondere gevallen
gedurende ten minste twee jaren gewoond heb
ben binnen den kring van een in deze wet be
doelde landarbeidersvereeniging of stichting
of waar zoodanig lichaam ontbreekt in de ge
meente of een daaraan grenzende gemeente waar
hij onroerend goed w'enscht te verkrijgen. De
twee jaren moeten onmiddellijk aan de aanvrage
om steun voorafgaan.
Uit den aard der zaak moet de landarbeider
bekwaam zijn voor zijn werk ook van goed
zedelijk gedrag.
In verband met den leeftijd van den landar
beider worden eveneens eischen gesteld. Hij
moet namelijk den leeftijd van 25 jaren hebben
bereikt en, zoo hij een plaatsje wenscht te ver
krijgen, dien van vijftig jaren niet overschreden
hebben.
De wetgever oordeelde het niet raadzaam,
voor den landarbeider op te jeugdigen leeftijd
inzonderheid wat de verkrijging van een plaatsje
betreft, de positie te verschaffen, welke de wet
voor hem openstelt.
De eisch van den 25-jarigen leeftijd zal hem
in staat stellen, langer van zijn loon te besparen
en hem bovendien kunnen terughouden van
het te vroeg en onberaden aangaan van een
huwelijk.
Wat den maximum-leeftijd van 50 jaren be
treft, deze is aangenomen om te voorkomen, dat
bejaarde arbeiders met de hulp van de wet nog
plaatsjes zouden verwerven. Dit toch zou niet
wfenschelijk zijn.eenerzijds omdat hun werkkracht
niet meer zoo groot is, waardoor zij minder
loon verdienen en meer bezwaar bij de aflossing
zouden ondervinden, en anderzijds, omdat het
te voorzien is, dat zij, in verband met den lan
gen termijn van aflossing, niet meer vóór hun
overlijden onbezwaard eigenaar zullen zijn of
zelfs een belangrijk deel der schuld zullen heb
ben afgelost.
Het hier geopperde bezwaar doet zich niet
voor bij het pachten van los land. Integendeel,
de bejaarde landarbeider kan in staat worden
gesteld, den tijd, dien hij vreger in loondienst
doorbracht, nuttig te besteden.
Zoo de landarbeider een plaatsje wenscht te
verkrijgen, moet hij voldoende gegoed zijn om
ten minste een tiende deel van de kosten van
een plaatsje te betalen. Een plaatsje, dat voor
het doel geschikt moet zijn, mag met inbegrip
van de eerste noodige verbeteringen aan bestaan
de gebouwen en land, niet meer dan 4000.
kosten, tenzij de minister van binnen-landsche
zaken en landbouw en die van finantiën verlof
verleenen van dit maximum af te wijken.
Bij de beoordeeling van de vraag, of een
plaatsje „geschikt" moet worden geacht, heeft
men te bedenken, dat de bedoeling der wet is,
den landarbeider een stuk grond te verschaffen
van zoodanigen omvang, dat hij daarop de
vruchten kan telen, die hij voor zich en zijn
gezin behoeft.
Aan den anderen kant moet den landarbeider
ook niet meer onroerend 'goed worden verstrekt
dan met zijn karakter van landarbeider onver-
eenigbaar is het grondgebruik moet zoodanig
zijn, dat de landarbeider daardoor in de uitoefe
ning van zijn beroep niet wordt belemmerd. De
arbeid, dien hijzelf op het plaatsje zal moeten
verrichten, zal derhalve van ondergeschikten
aard moeten wezen. De oppervlakte moet dan
ook zoodanig zijn gekozen, dat de landarbeider
het land in zijn vrije uren kan bewerken.
Evenzeer zal bezwaar worden gemaakt tegen
de uitgifte van te kleine plaatsjes. Al schrijft de
wet geen minimum-grootte voor, er zal geen
sprake zijn van uitgifte van een „huis met tuin".
In verband met de aan plaatsjes tg. stellen
eischen, zij nog opgemerkt, dat ook de woning
aan behoorlijke eischen moet voldoen. Zij moet
doelmatig zijnzoo noodig moet een schuur of
stal aanwezig zijn. Een burgerwoning is bijv.
niet geschikt.
Zooals reeds vermeld mag behalve voor de
koopsom van het plaatsje ook een bedrag wor
den uitgetrokken voor de eerste verbeteringen
aan bestaande gebouwen en land. Hieronder zijn
echter alleen te verstaan verbeteringen, welke
tegelijk met het verkrijgen van het plaatsje
worden aangebracht. Voor later wenschelijk ge
achte verbeteringen wordt geen aanvullingsvoor
schot beschikbaar gesteld.
Ook aan het losse land dit is dus land
dat in pacht wordt uitgegeven worden eischen
gesteld. Het moet n.l. in de nabijheid van de
landarbeiderswoning zijn gelegen en ook ove
rigens voor het doel geschikt zijn.
De jaarlijksche pachtprijs mag niet meer dan
50.bedragen en naar evenredigheid niet
belangrijk hooger zijn dan die van grootere uit
gestrektheden grond van overeenkomstige hoe
danigheid en ligging. De minister van binnen-
landsche zaken 'en die van financiën zijn echter
weer bevoegd van dit maximum af te wijken.
Ter bereiking van het doel, hetwelk de land
arbeiderswet beoogt, wordt medegewerkt door
a. rechtspersoonlijkheid hebbende vereenigin-
gen en stichtingen, uitsluitend -ter bevordering
van de verkrijging van onroerend goed door
landarbeiders werkzaam, mits zij als zoodanig
door de Koningin, Gedeputeerde Staten gehoord,
toegelaten zijn
b. de gemeenten.
De kring van een vereeniging of stichting kan
zich uitstrekken over een of meer gemeenten,
doch niet verder dan het rechtsgebied van een
kantongerecht. Opgemerkt zij, dat in eenzelfde
kring of gemeente niet twee vereenigingen of
stichtingen naast elkander werkzaam kunnen zijn.
De nadruk wordt er op gelegd, dat de ge
meenten slechts subsidiair optreden. De ge
meente mag de uitvoering der wet niet op zich
nemen, indien zij in den kring eener toegelaten
vereeniging of stichting gelegen is.
De voornaamste taak der bovengenoemde or
ganen is
le. te allen tijde en in alle opzichten den land
arbeider met raad en daad ten dienste zijn, hem
alle mogelijke inlichtingen te geven en te zorgen,
dat de wet wordt gekend en begrepen
2e. te onderzoeken en te behandelen alle aan
vragen, die binnenkomen
3e. alles in het werk te stellen om hetzij door
minnelijke schikking, hetzij door onteigening een
stukje grond te bemachtigen voor den land
arbeider
4e. indien bij publieken of onderhandschen
yerkoop een geschikt stuk land gekocht kan
worden, deze kans niet te laten- voorbijgaan
5e. toezicht uit te oefenen op een goede be
steding van het geld.
Een enkel woord over de financiering in
gevolge de landarbeiderswet.
De groot-financier is het rijk.
Uit 's Rijks kas immers, kunnen aan gemeen
ten, ter bevordering van de verkrijging van on
roerend goed door landarbeiders, voorschotten
worden verstrekt tegen een rente van 4
's jaars, een laag rentetype dus.
Deze voorschotten kunnen in twee rubrieken
worden gerangschikt
I. De gemeente behoeft geld voor eigen ge
bruik; dit dus bij gebreke van een vereeniging
of stichting.
II. De gemeente behoeft geld om dit te leenen
aan een vereeniging of stichting.
Bij de financieele uitvoering van de land
arbeiderswet staat dus het rijk uitsluitend met
de gemeenten in financieele betrekking; niet met
de vereenigingen of stichtingen. Deze laatste
kunnen niet rechtstreeks van het rijk voorschot
ten verkrijgen, doch hebben zich daarvoor tot
het betrokken gemeentebestuur te wenden.
Waar de gemeentebesturen aansprakelijk zijn
voor de terugbetaling der rijksvoorschotten, zul
len zij goed -doen bij de toekenning van voor
schotten de noodige voorzichtigheid te be
trachten.
Worden de plaatsjes of het onroerend goed
tegen een te hoogen prijs aangekocht, dan is de
mogelijkheid niet uitgesloten, dat tengevolge van
de daling der grondprijzen als anderszins, bij
eventueelen verkoop verlies zal worden geleden.
In een dergelijk geval is de vereeniging of stich
ting in de eerste plaats voor het verlies ver
antwoordelijk. Heeft deze echter nog niet de
gelegenheid gehad een behoorlijke reserve te
vormen, dan spreekt het vanzelf, dat de ge
meente alsdan de geleden schade voor haar
rekening zal hebben te nemen.
Een andere vorm van financiering door het
Rijk is het beschikbaar stellen van een bedrag
tot uitvoering van een onteigeningsplan, als
bedoeld in de landarbeiderswet.
Ten slotte kunnen domeingoederen, onder
hands krachtens Koninklijke machtiging, aan de
vereenigingen, stichting'en of gemeenten worden
verkocht
Den Bommel. L,
(Slot volgt).