fteMéBefot. Kippenteelt. ÖCfffE/tD^ ZEGELING VAN INSCHR1j VINGSBILJETTEN. Van onze adverteerders. ber 1929, brengt een uitgebreid verslag uit. Gewichtige besluiten zijn niet genomen. Het punt pesionneering Wijkzuster brengt vele en vooral groote financieele bezwaren me de, een commissie blijft evenwel werkzaam. Van den Heuvel geeft een toelichting, dat voorloopig misschien iets gedaan kan worden. Burgem. Donkersloot verklaart, dat voor de Zuster rentezegels worden geplakt en dus iets in dien geeset als gedaan wordt. De heer Kruik verklaart namens de commis sie tot nazien der rekening over 1929, dat alles in orde bevonden is en adviseert tot vaststelling. Uit het verslag van den penningmeester blijkt, dat 1929 is ontvangen 2593.79, uitgaven wa ren 2742.34, alzoo een nadeelig slot van 148.37. De rekening der T.B.C.-bestrijding is als volgt: inkomst en uitgaven 1140.23. Aldus vastgesteld. Vastgesteld wordt de begrooting van de t.b.c.- bestrijding voor 1930 tot een bedrag van 1130. Bij de rondvraag verlangt niemand het woord, wat de voorzitter doet opmerken, dat het be stuur de zaken tot genoegen van allen behartigd. Dan sluiting. OUDE TONGE. A. B. had het ongeluk met de flets in de sloot te rijden. Een voorbijganger heeft hem de behulpzame hand geboden. Maandag a.s. hoopt onze oudste inwoner, de heer'Joh. de Koning, zijn 91 sten geboortedag te herdenken. Bij B. en W. is een verzoek ingekomen van A. J. Akkermans alhier om in een perceel aan den Molendijk een smederij en rijwielher- stelplaats te mogen oprichten. M. de K. had het ongeluk door het vallen uit een schuur zijn been te breken. Genees kundige hulp was noodzakelijk. Op de ledenvergadering van het Zieken- - fonds D. E. S. is besloten om na de inwerking treding van de Ziektewet na 1 Maart a.s., een buitengewone vergadering te houden, waar dan besloten zal worden over het al of niet voort blijven bestaan van genoemde vereeniging. Met de prijzen van de veldvruchten wil het nog niet vlotten. Uien 0.70, aardappelen 0.80 en koepeen 0.10 tot 0.30 per H.L. NIEUWE TONGE. Prijzen veldvruchten. Uien 0.70, peen 0.30 en aardappelen 0.80 per H.L. De handel is levendig. Op de z.g.n. Hoogte kwamen twee luxe auto's met elkaar in botsing. Aan beide zijden werd materieele schade aangericht. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Door de. ^nschaffing van een nieuwe mo torbrandspuit is het noodig geworden de branif- weerverordening dezer gemeente belangrijk te wijzigen. B. en W. hebben daarom een concept nieuwe brandweerverordening vastgesteld, die thans bij de Raadsleden circuleert en wellicht in de eerstvolgende vergadering zal worden be handeld. Het huis, beoond door den heer V., is voorzien van het kenmerk, dat de besmettelijke ziekte Diphteritus er in voorkomt. Door de Landarbeidersvereeniging „Werk- mansbelang" is een voorschot aan de gemeente aangevraagd tot een maximum bedrag van 35000.voor aankoop van plm. 17 gemet bouwland, ten einde dit land als los land in pacht uit te geven. De heer J. N. had het ongeluk onder een luxe auto terecht te komen. Hij kreeg beide wielen over zich heen. Wonder boven wonder bracht hij het er goed af. De bestuurder trof geen schuld. DIRKSLAND. De Coöperatieve Broodbak kerij en Verbruiksvereeniging „Volharding" h.eld j.l. Woensdagavond haar jaarvergadering. De broodomzet was met 14833 K.G. gestegen en bedroeg in het afgeloopen 294.126 K.G. te gen 279.393 K.G. in 1928. De omzetcijfers waren voor de kruideniers- afdeeling in het afgeloopen jaar 101.100.- tegen 93.600.— in het voorgaande jaar. Het verslag getuigt van grooten bloei, omdat ook het ledental met 33 is vooruitgegaan en bedroeg op 1 Januari j.l. 511 leden. De winstverdeeling voor de bakkerij is als volgt: 18 dividend of totaal 11486.47 10 reservefonds is 1422.86, 3 voor steunfonds is 426.58; 9 dividend belasting is 1062.75.voor personeel en ondeel baar overschot 1.56. De winst bedraagt dus totaal voor de bakkerij 144474.4 Het dividend van de afdeeling kruideniers waren werd bepaald op 6 terwijl dezelfde aan de bovenstaande onderdeelen werden uitgekeerd. De totale winst bedraagt voor deze afdeeling 7166.70. De verslagen van den Secretaris en Penning meester werden met algemeene stemmen goed gekeurd. Het aftredende dagelijksch bestuur, bestaande uit de heeren D. Poortvliet (voorzitter, J. C. de Bonte (secretaris) en L. v. d. Wekke (pen ningmeester) werden zonder tegen-candidaten herkozen. Evenzoo de aftredende bestuursleden S. de Berg en L. Dijkgraaf, en de aftredende commissaris S. Poortvliet. De voorstellen ter viering van het 20-jarig bestaan werden aangenomen. Evenzoo een voor stel om het reglement van het steunfonds aan te vullen als volgtBij overlijden van een lid De vergadering werd bezocht door 116 leden, bedrag uitgekeerd gelijkstaande met zooveel maal 10 cent als er op 1 Januari van ieder boekjaar leden zijn. Voor dit jaar dus 51.10. De vregadering werd bezocht door 116 leden. De vergadering kenmerkte zich door gezellig heid en opgewektheid. Bij de arbeidsbemiddeling stonden 4 werk zoekenden ingeschreven. Door den heer T. Westdijk is ingevolge de Drankwet vergunning gevraagd voor den verkoop van alcoholhoudende drank andere dan sterken drank in de wachtkamer van het tram station. Aan P. v. d. Tol en D. Gestel Az. is ver gunning verleend tot het bouwen van een woon huis aan de Paulina van Weellaan. Verleden week werden van hier verscheept 3200 balen uien, 3900 H.L. aardappelen en 1060 balen peen. Op de beurs besteedde men Donderdag voor de veldvruchten als volgt: aardappelen 0.80, uien 0.70, peen 0.30 en poters 0.65 per H.L. MELISSANT. Tegen C. de V. is proces verbaal opgemaakt wegens rijden met een auto zonder rijbewijs. Schutters le klas in de eerste serie der B. V. L. zijn P. J. Groenendijk, Adr. Melissant, J. Robijn, A. Grootenboer, H. van Putten, W. v. d. Werf, J. de Reus en Joh. Grootenboer. In de gehouden jaarvergadering der mu- ziekvereeniging is als voorzitter herkozen R. van Putten, als 2e voorzitter A. v. d. Spaan en als bestuurslid gekozen Adr. Melissant. Tevens is besloten in den a.s. zomer iedere maand een concert te geven. STELLENDAM. De vorige week werden van hier verscheept 300 H.L. aardappelen, 600 H.L. uien en 250 H.L. koepeen. De garnelenvisschers hebben de vorige week voor de pellerijen alhier slechts 3 dagen gevischt en gemiddeld per dag en per vaartuig aangevoerd 60 K.G. garnalen. GOEDEREEDE. Algemeene vergadering van de afdeeling „Goedereede" van „Het Groene Kruis op Donderdag 20 Februari 1930, des avonds 7 uur, in „De Gouden Leeuw". Aanwezig 30 leden. Opening door den voorzitter Dr. Zubli, met een korte inleiding wegens lichaamsgesteldheid. Daarna worden de notulen der vorige algem. vergadering door den secretaris voorgelezen, die onveranderd worden goedgekeurd en geteekend. Dan volgt het jaarverslag van den secretaris over 1929, waaruit blijkt, dat het ledental we derom grooter is geworden met een viertal leden, hoewel er een zestal hebben bedankt vanwege vertrek naar elders. Dat er veel materiaal is aangekocht, zoodat het pakhuis te klein wordt, zoodat het wenschelijk zijn zoude, dat we als vereeniging een wijkgebouw in eigendom moes ten hebben, dat kon dienen voor woning van de wijkverpleegster en pakhuis voor onze eigen dommen; dat door de zuster niet minder dan 3436 bezoeken zijn gedaan ter hulpe bij zieken, waaruit blijkt, dat er voor haar in het afge loopen jaar werkzaamehden te over zijn ver richt en dat er nochtans dat al voor onze ver eeniging geen schokkende gebeurtenissen hebben plaats gehad. Ook dit verslag wordt onver anderd vastgesteld. Verder wordt door denzelfden rekening en verantwoordng gedaan over 't vorig jaar, waar uit blijkt, dat er is een ontvangst van 4672.51 en een uitgaaf van 2870.89^2, zoodat er een goed slot is van 1801.61 De rekening, die door een commissie is nagezien en ze heeft goedkeurd, wordt aan de vergadering voorge steld, die adviseert ze ook goed te keuren'. Daarna wordt de secretaris door den voor zitter dank gezegd en de commissie voor hunne bemoeiing. Nu wordt door den secretaris dhr. D. Lodder de begrooting voor 1930 voorgedragen met een ontvang uitgaaf van 3916.61 Yi, waarop nie mand iets tegen heeft. Nu volgt punt 5, verkiezing van een bestuurs lid wegens periodieke aftreding van den heer C. A. Vogel. Alle 30 stemmen worden uitge bracht, waarvan 25 op dhr. C. A. Vogel, die staande de vergadering zijne herbenoeming aan neemt. Als commissie tot het nazien der rekening 1930 worden benoemd de heeren: A. Neele, P. Tanis en M. Bruggeman en als plaatsvervan gers P. Struijk, Th. Roos en F. den Eerzamen. Het eindpunt is rondvraag. De voorzitter, of liever de secretaris vraagt of iemand iets heeft aan te merken op het be stuur of iets in het belang der vereeniging heeft te zeggen, noodigt de vergadering uit zich te spreken. (Dr. Zubli was van de vergadering afgehaald) De heer F. den Eerzamen vraagt het woord, wat hem wordt verleend. Hij heeft uit de reke ning opgemerkt, dat van de gemeente Ouddorp voor het buurtschap Ouden-Oostdijk (dat ook door de wijkverpleegster wordt bezocht) geen steun verleent aan onze vereeniging, daar zij volgens hem dat zedelijk verplicht zijn, daar Ouddorp wel de belastingpenningen van het buurtschap int, maar zich om hunne T.B.C.- lijders en zieken niet bekommerd. Drukt het be stuur op het hart om zich wederom tot het gemeentebestuur te wenden, met het vriendelijk verzoek, dat ze in 1930 in deze niet in gebreke blijven. Het Bestuur belooft in deze nogmaals een poging te doen. Verder wordt door den Eerzamen opgemerkt, dat in zijn omgeving nog wordt gesproken over het aanlegsteiger op het Havenhoofd, wat zeer gemakkelijk zou zijn bij vervoer van zieken per vaartuig, waarop de heer J. Luime het Bestuur aanraadt, die al pogingen hebben aangewend tot het daarstellen van een steiger, nogmaals zich tot de bevoegde personen te wenden, dan zal het er ten slotte toch wel komen. Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering te acht uur door den voorzitter (die inmiddels weer was teruggekomen) gesloten met dank aan de vergadering voor hare op komst, tevens meldende, dat ondertusschen de heer A. Struijk was overleden. Meldden we in onze vorige courant, dat W. Groenendijk een anker had verloren, nu berichten we, dat hij het weder heeft opgevischt. Bij het afladen van een wagen uien, had J. v. E. het ongeluk uit te glijden. De zak uien kwam op zijn rechterbeen, zoodat de knieschijf een d.m. terzijde week. De dokter werd ge haald, die spoedig met de wijkverpleegster ter plaatse was. De knieschijf werd teruggebracht waar ze behóórt en hij werd per auto thuis ge bracht. Hij zal wel eenigen tijd gedwongen werkeloos zijn. OUDDORP. Onze wijkverpleegster, zuster v. d. Berg, zal de volgende week naar Rotter dam vertrekken. Voor de vacant komende plaats hebben zich drie sollicitanten aangemeld. De oudste ingezetene dezer gemeente, wed. B. van Splunder, hoopt morgen (Vrijdag) haar 91 sten verjaardag te vieren. Aan blijken van belangstelling zal het haar niet ontbreken, even min ais in vorige jaren. De werkman J. Erkelens had het ongeluk van een wagen te vallen, waardoor hij zich erg aan een knie bezeerde en hulp van den ge neesheer noodig was. Enkele dagen rust zullen wel voorgeschreven zijn. Alhier is een luchtballonnetje gevonden door J. Grinwis P.Krz. Het was gemerkt: „Kauf- haus, Reinhardt, Kreiznach. De Zegelwet 1917 bepaalt onder meer, dat aan zegelrecht onderworpen zijn alle stuk ken, welke opgemaakt zijn tot bewijs van een burgerrechtelijke verklaring. Dit zegelrecht hangt af van de groote van het voor het schrijven" der verklaring gebruikte vel papier en bedraagt in het algemeen ten minste 0.50. Tot voor enkele jaren werden de bij open bare verkoopingen, verhuringen, verpachtingen en aanbestedingen in te leveren inschrijvings biljetten aan zegelrecht onderworpen geacht. Dit is thans niet meer het geval. De Minister van Financiën heeft bepaald, dat inschrijvingsbiljettèn beschouwd kunnen worden als mededeelingen, gericht tot de per soon, die de openbare verkooping, enz. houdt, en als zoodanig zijn de inschrijvingsbiljetten niet aan zegelrecht onderworpen. Gebruikt men toch een formaatzegel (dat is een stuk papier voorzien van een oranjekleurig zegelstempel) voor het stellen van een inschrij ving, dan kan het gebruikte zegel voor geen andere aan zegelrecht onderworpen doeleinden gebruikt worden. De Zegelwet 1917 bepaalt immers uitdrukkelijk, dat op formaatzegel ge stelde stukken, welke aan zegelrecht onder worpen zijn, mogten aanvangen aan den voor kant, naast of onmiddellijk onder den afdruk van den zegelstempel. Is een inschrijving op een formaatzegel ge steld, dan kan men b.v. de aan zegelrecht onder worpen „gunning" niet onder de inschrijving stellen, omdat dan niet aan den voorkant, naast of onmiddellijk onder den afdruk van den zegel stempel begonnen kan worden. Een formaatzegel, waarop een inschrijving ge steld is, is dus „verknoeid" en kan als zegel nergens meer voor gebruikt worden. DE VOEDING DER KIPPEN. (III.) In ons laatste artikeltje hebben we ons bezie gehouden met een der vroeger veel toegepaste voedermethoden, nl. die waarbij men het voeder en dan vooral het meelvoer eerst rul aanmaakt, voor het aan de kippen wordt gegeven. Wij hebben daarbij toen gezien, welke gebreken die manier van voederen aankleven. In het hier volgende willen we de voeren nadeelen van de ai. dere voedermethoden eens nagaan. Van deze is de droge voedermetbode het meest in gebruik. Bij deze wijze van voedering gaat men uit van het standpunt, dat de dieren den geheelen dag aan het eteD moeten kunnen blijven, terwijl het voederen zelf niet te veel mag kosten. Men is er werkelijk in geslaagd, de moeilijkheden, die hieraan verbonden waren te overwinnen en wel op zeer eenvoudige wijze. Men heeft nl. de bekende droogvoer' bakken gemaakt, waar de kippen den heelen lieven dag zich aan het hoendermeel te goed kunnen doen. Dat geeft verscheiden voor< deelen. Vooreerst hebben de dieren nu wat te doen. Vooral bij vastzittende dieren is het heel veel waard. Maar ook voor groote be« drijven heeft deze voedering zijn beteekenis verkregen en wel door de groote atbeids' besparing. Toch is het niet alleen dit, dat het aanbevelenswaard maakt droog meel te geven;. Proeven, zoowel in ons land als in het bui' tenland genomen, hebben geleerd, dat bij droog voeder de kippen meer eieren leggen, dan bij de aanmaakmethode. Dat verschil is nu wel is waar niet zoo bijster groot, maar toch groot genoeg, om de droogvoedermethode te verkiezen. Op welke manier zullen we nu met dat droog voederen te werk gaan We moeten allereerst zorgen, dat de bak groot genoeg is. Te groot is niet goed, dan wordt er met het voer gemorst; te klem deugt ook niet, daar dan de zwaksten onder de kippen den buik niet vol krijgen. De bak moet zoo groot zijn, dat gedurende den heelen dag alle kippen verzadigd kunnen zijn. Nu heeft de praktijk geleerd, dat men dan voor elke kip 3 cM. ruimte moet rekenen. Houdt men zich daar> aan, dan zullen ook de kleintjes niet te kort komen. Het groote gemak is nu verder, dat men slechts een paar malen per week den bak behoeft bij te vuiien. Dat de kippen er te veel van zullen eten, behoeft ons niet te verontrusten. Inderdaad nemen de kippen niet meer op, dan wij ze toegedacht hebben. En dat is 70 gram per dier en per dag. Daarop moeten we rekenen. En hoe zit het dan met het harde voer? hoor ik al iemand zeggen Daarvan geven-we per dier en per dag 50 gram. Dit hard voer kan bestaan uit maïs. maar ook uit andere granen. Het best komt mij voor gemengd graan te voeren. Dit hard voer geven we niet 's morgens zooals nog zoo velen doen, ook niet des middags, zooais weer anderen gewoon zijn, maar even voor de kippen de stok op> zoeken. Dit hard voer beschouwen we als het onderhoudsvoeder. Eigenlijk is het daar niet voldoende voor. Wanneer de kippen dan ook 's morgens van stok komen, zijn ze uitgehon* gerd en maken dat ze zoo gauw mogelijk bij den droogvoerbak komen, om daar hun honger te stillen. En dat is wat we wenschen. Immers, al nemen de kippen ook al veel graanvoer op, daar hebben we zoo weinig aan. Ze leggen er geen eieren van en daar komt het toch maar op aan. Het meelvoer is dan ook van een andere samenstelling. Het bevat meer eiwit. Natuurlijk moet het uit gemakkelijk veiteer' bare grondstoffen zijn samengesteld. Maar of het noodig is er zoo'n samengesteld voer van te maken als ik wel eens op een labeltje gelezen heb, dat waag ik te betwijfelen. Die, samenstellmg luidde als volgt: gerstcmeel, maïsmeel, cocosmeel, vleeschmeel, vischmeel, tarwegnnt, rijstvocdcrmeel, grondnotenmeel, soyameei, iijnmcel, lucerne klavermeel, gi£t zouten en phosphorzure voederkalk. Wel ge» teld is dat te samen 13 stuks. Zou het niet kunnen zijn, dat de veelheid van grondstoffen de hoedanigheid er van moet camoeflceren Daarmede wil ik niet zeggen, dat onder die zeer samengestelde voedermiddelen geen goede zouden zijn, maar wel is het opmerkelijk, dat op het proefstation voor veevoederondt izoek te Wagenin gen juist in die zeer samengestelde hoendermeelsoorten zoo'n geweldige knoeierij is geconstateerd kunnen worden. En dat terwijl er toch op zoo'n eenvoudige wijze een goed hoendermeel te maken is. Daartoe mengt men 16 kg. mais» meel, 8 kg. soyameei en 1 kg. vischmeel door elkaar. Wie meer noodig heeft, kan daar veelvouden van nemenwie niet zooveel behoeft, neemt er gedeelten van. Groenvoer kan hierbij, evenmin als bij andere beender" meelsoorten, gemist worden. In een volgend artikeltje, willen we nog iets zeggen over het voeren bij kunstlicht. HET NIEUWE WINKELPALEIS VAN H. H. DE KLERK ZONEN. Feijenoord, of zooals het in Rotterdam ge woonlijk heet: „de Overkant", is een groot modern winkelpaleis rijker geworden. Op den hoek van de Beijerlandschelaan, in het bouwcomplex van het kortelings geopende Colosseum-theater, heeft de bekende fa. H. H. de Klerk Zonen haar 5e filiaal geopend 1 Hiermede zouden we feitelijk kunnen volstaan, omdat hiermede als het ware vaststaat, dat deze nieuwe zaak van De Klerk wederom klinkt als een klok 1 Wij zullen ons echter niet beperken tot deze eenvoudige vermelding, omdat daarvoor de opzet te grootsch, en deze nieuwe uitbreiding der firma te belangrijk is. Uit het kleine zaakje, dat in 1903 door den stichter der fa. wijlen den heer H. H. de Klerk werd opgericht in een winkeltje van nauwelijks 30 M2. oppervlakte aan het Achterklooster, is het omvangrijke bedrijf van tegenwoordig ge groeid, dank zij de energie en het gezonde zaken- inzicht der tegenwoordige firmanten, de heeren D. de Klerk, H. H.»de Klerk Hzn., J. de Klerk Dzn. en L. M. de Klerk. In den loop der jaren hield de uitbreiding der winkels gelijken tred ïhet de uitbreiding der ar tikelen; vroeger waren het uitsluitend Vloer zeilen, Karpetten en Matten, die verkocht wer den. Thans bevat de respectabele lijst der artikelen, behalve de reeds genoemde, o.m. Smyrna, Wil ton en Axminster Tapijten, Karpetten. Inlaids, Linoleums, Gordijnen, Gordijnstoffen, Tafel- en Divankleeden, Loopers, terwijl een corps van behangers en stoffeerders ook deze afdeeling tot een zeer voorname maakten. Noemen wij verder Bedden, Ledikanten, De kens, complete Meubileering, Kantoor-installa ties enz., dan hebben wij wel het voornaamste opgesomd, maar ongetwijfeld nog evenveel ar tikelen niet genoemd En thans zet deze nieuwe zaak aan de Beijer landschelaan de kroon wel op het werk. Een schitterend ingerichte groote verkoopsruimte ge lijkvloers, wordt geëvenaard door een volkomen gelijke ruimte in het sous-terreain van dit ge weldige groote winkelpand, dat door de goede zorgen van de bouwondernemers Van Dorp, Kuyk en Klein tot stand werd gebracht, onder leiding van de architecten Legrand en ten Bos, terwijl de eiken betimmering werd geleverd door den uitvoerder van het bouwwerk, den heer Lagendijk. De fraaie plafonds- en muurschilderingen wer den uitgevoerd door den artist, den heer Border; de centrale verwarming werd aangebracht door de fa. Huygens Leveke, terwijl de heer Katz de schitterende electrische binnenverlichting ver- zorqde. De uitwendige feest-illuminatie, die gedurende eenige dagen heel Feijenoord naar de Beijerland schelaan zal trekken, werd aangebracht door de fa. Hoos. Allen, zonder uitzondering, hebben er toe medegewerkt, om te bereiken, dat deze zoo juist geopende zaak, zonder eenigen twijfel een belangrijke aanwinst genoemd kan worden voor Rotterdam-Zuid. baar, dat de arme man, die daarginds in Rot terdam, worstelde in zijn cel, hier niet tegen woordig was. Deze aanblik van de vrouw, die hij liethad, had hij stellig niet kunnen ver dragen Na een kort gesprek met Trude en Wies, die haar blijdschap over het bezoek niet verheelden en met begrijpelijke belangstelling geluisterd hadden naar zijn mededeelingen over vader, was dominé Van der Meer in tegenwoordigheid der geesteskranke gebracht, wier gegil doordrong tot het vertrek, waar zij eerst gezeten hadden. Uit bescheidenheid had de verpleegster, die wist wie de bezoeker was, het vertrek verlaten. Daarop had Trude de hand op moe s schou der gelegd en gezegd: „Moe, hier is dominé Van der Meer uit Rotterdam. Die komt u wat van vader vertellen." Het scheen, dat de laatste woorden tot de geest van Mevrouw Meerendonk doordrongen. Haar gekrijsch hield op. En zij keek, zij het dan met angst in de oogen, naar den bezoeker, die nevens haar plaats nam en haar magere hand greep. En toen kwam de telkens terugkeerende vraag: „Leeft mijn mannetje nog Zij schokte dominé Van der Meer tot diep in zijn ziel. Maar hij beheerschte zich en ant woordde met zijn zacht, sympathiek stemge luid: „Zeker, Mevrouw, leeft uw man nog. 'k Spreek hem vast tweemaal in de week. Ik kan u zeggen, dat hij het best maakt" In spanning keken een zestal oogen naar de aangesprokene: zou hij er op reageeren Er viel niets op te merken. Maar langzamerhand veranderde dat, toen de bezoeker doorsprak: „Ja, uw man maakt het best, hoor. Ik moet u zeer van hem groeten. Hij verlangt hard naar u, maar kan natuurlijk nog niet komen. Als u weer beter is, dan zal hij schrijven en dan kunt u hem terugschrijven. Hij heeft er erg mee te doen, dat u ziek is, maar iederen dag opnieuw bidt hi) den Heere, of Hij u gezond maken wil. Wij hopen, dat de Heere ons gebed hooren zal. En dan komt alles weer in orde. Laten wij maar geduldig en heel rustig op dien tijd wachten." Mevrouw Meerendonk was met belangstelling gaan luisteren. Haar oogen keken niet meer zoo verwilderd, maar toonden aan, dat zij begreep, wat er gezegd werd. Trude en Wies zagen het tot haar groote vreugde. Een stille hoop kwam in de harten gloren. „Begrijpt u mij, Mevrouw vroeg de predi kant, in spanning. „Ja, mijnheer", antwoordde zij. „Waar is mijn man nu „In Rotterdam, Mevrouw." „O ja, zij hebben hem weggehaald. Dat was niet mooi." De beide meisjes dronken de woorden van haar moeder in. Maar, op een wenk van den bezoeker, spraken zij niet. „Ja, ze hebben hem weggehaald", bevestigde deze. Maar het duurt niet zoo heel lang meer, dan komt hij weer terug en dan is alles weer goed. Tot zoolang moet u nog wat geduld heb ben en er niet zooveel aan denken. Want dat maakt u maar ziek." „Weggehaald. Maar hij komt weer terug. Niet aan denken", herhaalde de zieken. En dan, opeens tot Trude: „Waar is Henk, Truus." Van aandoening en blijde hoop kon Trude haast niet spreken. Met verstikte stem zeide zij: „In Arnhem, moe. Ik denk, dat hij Zaterdag komt." „O, komt mijn man dan mee, mijnheer „Neen, Zaterdag nog niet, Mevrouw. Dan moet u nog wat langer geduld hebben." „Als het maar niette lang is. Maakt hij het goed „O, Mevrouw, hij maakt het best. Hij is heel gezond." „Toen hij weggehaald werd, was hij ziek, Ja, ziek", herhaalde de patiënte. Dominé Van der Meer bemerkte, dat'zij moe was en zweeg daarom. Trude en Wies waagden het niet te spreken, Maar in haar hart klom een stil gebed op: of de Heere nu toch langzamerhand beterschap wilde geven. Doch tot hun ontzetting bespeurde het drie tal, dat de verstandige blik weer uit de oogen verdween en dat zij dof werdén, als daarvoor Er verliepen wel tien minuten van angstig zwijgen. Toen, als ontwakend uit een droom, keek Mevrouw Meerendonk den bezoeker weer San. „Leeft mijn mannetje nog vroeg zij, op den gewonen, doffen toon. „Zeker, Mevrouw", antwoordde de predikant weer, geduldig. „Hij maakt het zelfs zeer wel." „Je liegt het", barstte zij los, tot grooten schrik der aanwezigen. „Ik heb geen man meer. Mijn man is dood Het gejammer was schier niet om aan te hooren. Nu pas begreep dominé Van der Meer eerst recht, wat deze meisjes dagelijks moesten lijden Hij trachtte de waanzinnige tot kalmte te brengen. Maar bij ieder woord, dat hij sprak, werd de toestand kritieker. „Ga weg krijschte zij, „ga weg. Je liegt. Mijn man is dood. Ga weg De predikant vond het, in de gegeven omstan digheden, verstandig het vertrek te verlaten, wat hij, vervuld met diepe deernis, dan ook deed, door de schreiende Trude gevolgd. „Ik had hoop", zei hij, dat mijn bezoek iets ten goede zou uitwerken. Maar 't wordt veel erger". „Neen, erger niet, dominé. Zoo is het altijd. Maar ik was blij, dat moe zulke verstandige vragen deed. Dat is nu weer voorbij." En ze snikte. „Stil, Trude", zei hij. Zoo mag ik u immers wel noemen Uw vader spreekt altijd met veel lof over u. En ik heb ook wel brieven van u gelezen, die zoo moedig waren. Verliest den moed nu niet. Wie weet, hoe spoedig het in orde komt. En als het niet zoo is, ge weet den weg, om te leeren berusten, nietwaar?" „Ja", knikte Trude. „Aan de voeten van onzen Heiland, daar vin den we stilling, zelfs van de heftigste smart, 'k Heb nu nog drie uren den tijd, eer mijn trein vertrekt. Maar ik heb uw vader beloofd dominé Minnaar te bezoeken, en ook naar dokter Zon- neville te gaan, om diens oordeel te vernemen. En dan moeten wij nog wat praten. Zullen we dat eerst doen Me dunkt: het is beter, dat ik over een paar uur nog terugkomt, vindt ge niet „Ja, dominé", zei Trude. „O, wat is u goed voor ons I" „Tut, tut", merkte hij glimlachend op, „zoo'n vaart loopt dat niet. Voor uw vader en voor u allen heb ik dat wel over. 'k Heb zielsveel met u allen te doen. En als we niet wisten, dat dit alles de leidingen Gods zijn, dan zouden wij bit ter gestemd, ons afvragen: waarom moet deze familie nu zooveel lijden Ik kom dus over een paar uur nog even terug." In de vestibule staande vernam hij het krij- schend gegil uit de huiskamer. „Hoor toch eens", zei hij medelijdend, ,,'k Ben blij voor uw vader, dat hij, die zich daaraan zoo schuldig weet, dit niet meemaakt. Maar 'k moet het hem toch langzamerhand zeggen, hoe de werkelijke toestand is". EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. I. Liefste Gretha. Trude heeft me gezegd, of ik je even wilde schrijven, omdat zij het zoo volhandig heeft. Maar 't wordt tijd, want jouw laatste brief is al meer dan een week oud. We vonden het heel lief van je moe en jou, dat je naar ons woudt komen, om ons wat te helpen dragen ons zware leed. Maar, Gretha, het is niet meer noodig, want wij gaan binnenkort zelf uit Midstad weg, waarheen weten we nog niet. O, kind, het is hier zoo'n schrikkelijke toe stand. We leven als in een droom. Slapen kunnen we niet. En het eten blijft zoo goed als onaangeroerd. Over eenige dagen wordt onze moe naar het krankzinnigengesticht in Bergen op Zoom ge bracht. 't Is ontzettend. Maar de dokters oor- deelen het noodzakelijk. En wij zien het zelf wel in, dat het moet. We kunnen het ons nog niet indenken. Maar het is zoo. Straks staan Trude en ik voorloopig alleen, zoolang vader in Rotterdam is. We gaan, zooals ik zeide, ook uit Midstad weg. Alles wordt verkocht. Dat vindt vader het beste, nadat hij met den gevangenispredikant dominé Van der Meer, overleg had gepleegd. Die predikant was zoo vriendelijk, ons te komen bezoeken. Hij praatte met moe. Wij dachten eerst, dat zijn bezoek een goede uit werking zou hebben op moe, maar daarna werd het veel erger. Zoo moest hij vader wel een bijna troostelooze boodschap brengen. Met Trude heeft hij, namens vader, ook af gesproken, hoe het met de zaak moet. Alles wordt verkocht. Vader oordeelde het beter niet ewer in Midstad terug te keeren, wat ook wel zoo verstandig is. Want al toonen de menschen veel medelijden met ons te hebben, vergeten, wat gebeurd is, zou men toch nooit. Als dat alles achter den rug is, en Henk, die hier Zaterdag was, vond, dat het nu maar spoe dig moest zijn, dan zit er voor Trude en mij niets anders op, dan in betrekking te gaan. Waar we nog eens terecht zullen komen. Het liefst zouden we in de nabijheid van Bergen op Zoom zijn, dat wij moe moe geregeld konden bezoeken. Maarwij hebben het niet voor het zeggen. God alleen weet het. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 4