fteMéBefot.
Kippenteelt.
ÖCfffE/tD^
ZEGELING VAN
INSCHR1j VINGSBILJETTEN.
Van onze adverteerders.
ber 1929, brengt een uitgebreid verslag uit.
Gewichtige besluiten zijn niet genomen.
Het punt pesionneering Wijkzuster brengt
vele en vooral groote financieele bezwaren me
de, een commissie blijft evenwel werkzaam.
Van den Heuvel geeft een toelichting, dat
voorloopig misschien iets gedaan kan worden.
Burgem. Donkersloot verklaart, dat voor de
Zuster rentezegels worden geplakt en dus iets
in dien geeset als gedaan wordt.
De heer Kruik verklaart namens de commis
sie tot nazien der rekening over 1929, dat alles
in orde bevonden is en adviseert tot vaststelling.
Uit het verslag van den penningmeester blijkt,
dat 1929 is ontvangen 2593.79, uitgaven wa
ren 2742.34, alzoo een nadeelig slot van
148.37. De rekening der T.B.C.-bestrijding is
als volgt: inkomst en uitgaven 1140.23. Aldus
vastgesteld.
Vastgesteld wordt de begrooting van de t.b.c.-
bestrijding voor 1930 tot een bedrag van 1130.
Bij de rondvraag verlangt niemand het woord,
wat de voorzitter doet opmerken, dat het be
stuur de zaken tot genoegen van allen behartigd.
Dan sluiting.
OUDE TONGE. A. B. had het ongeluk met
de flets in de sloot te rijden. Een voorbijganger
heeft hem de behulpzame hand geboden.
Maandag a.s. hoopt onze oudste inwoner,
de heer'Joh. de Koning, zijn 91 sten geboortedag
te herdenken.
Bij B. en W. is een verzoek ingekomen
van A. J. Akkermans alhier om in een perceel
aan den Molendijk een smederij en rijwielher-
stelplaats te mogen oprichten.
M. de K. had het ongeluk door het vallen
uit een schuur zijn been te breken. Genees
kundige hulp was noodzakelijk.
Op de ledenvergadering van het Zieken- -
fonds D. E. S. is besloten om na de inwerking
treding van de Ziektewet na 1 Maart a.s., een
buitengewone vergadering te houden, waar dan
besloten zal worden over het al of niet voort
blijven bestaan van genoemde vereeniging.
Met de prijzen van de veldvruchten wil
het nog niet vlotten. Uien 0.70, aardappelen
0.80 en koepeen 0.10 tot 0.30 per H.L.
NIEUWE TONGE. Prijzen veldvruchten.
Uien 0.70, peen 0.30 en aardappelen 0.80
per H.L. De handel is levendig.
Op de z.g.n. Hoogte kwamen twee luxe
auto's met elkaar in botsing. Aan beide zijden
werd materieele schade aangericht. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor.
Door de. ^nschaffing van een nieuwe mo
torbrandspuit is het noodig geworden de branif-
weerverordening dezer gemeente belangrijk te
wijzigen. B. en W. hebben daarom een concept
nieuwe brandweerverordening vastgesteld, die
thans bij de Raadsleden circuleert en wellicht
in de eerstvolgende vergadering zal worden be
handeld.
Het huis, beoond door den heer V., is
voorzien van het kenmerk, dat de besmettelijke
ziekte Diphteritus er in voorkomt.
Door de Landarbeidersvereeniging „Werk-
mansbelang" is een voorschot aan de gemeente
aangevraagd tot een maximum bedrag van
35000.voor aankoop van plm. 17 gemet
bouwland, ten einde dit land als los land in
pacht uit te geven.
De heer J. N. had het ongeluk onder een
luxe auto terecht te komen. Hij kreeg beide
wielen over zich heen. Wonder boven wonder
bracht hij het er goed af. De bestuurder trof
geen schuld.
DIRKSLAND. De Coöperatieve Broodbak
kerij en Verbruiksvereeniging „Volharding" h.eld
j.l. Woensdagavond haar jaarvergadering.
De broodomzet was met 14833 K.G. gestegen
en bedroeg in het afgeloopen 294.126 K.G. te
gen 279.393 K.G. in 1928.
De omzetcijfers waren voor de kruideniers-
afdeeling in het afgeloopen jaar 101.100.-
tegen 93.600.— in het voorgaande jaar.
Het verslag getuigt van grooten bloei, omdat
ook het ledental met 33 is vooruitgegaan en
bedroeg op 1 Januari j.l. 511 leden.
De winstverdeeling voor de bakkerij is als
volgt: 18 dividend of totaal 11486.47
10 reservefonds is 1422.86, 3 voor
steunfonds is 426.58; 9 dividend belasting
is 1062.75.voor personeel en ondeel
baar overschot 1.56. De winst bedraagt dus
totaal voor de bakkerij 144474.4
Het dividend van de afdeeling kruideniers
waren werd bepaald op 6 terwijl dezelfde
aan de bovenstaande onderdeelen werden
uitgekeerd. De totale winst bedraagt voor deze
afdeeling 7166.70.
De verslagen van den Secretaris en Penning
meester werden met algemeene stemmen goed
gekeurd.
Het aftredende dagelijksch bestuur, bestaande
uit de heeren D. Poortvliet (voorzitter, J. C.
de Bonte (secretaris) en L. v. d. Wekke (pen
ningmeester) werden zonder tegen-candidaten
herkozen. Evenzoo de aftredende bestuursleden
S. de Berg en L. Dijkgraaf, en de aftredende
commissaris S. Poortvliet.
De voorstellen ter viering van het 20-jarig
bestaan werden aangenomen. Evenzoo een voor
stel om het reglement van het steunfonds aan
te vullen als volgtBij overlijden van een lid
De vergadering werd bezocht door 116 leden,
bedrag uitgekeerd gelijkstaande met zooveel
maal 10 cent als er op 1 Januari van ieder
boekjaar leden zijn. Voor dit jaar dus 51.10.
De vregadering werd bezocht door 116 leden.
De vergadering kenmerkte zich door gezellig
heid en opgewektheid.
Bij de arbeidsbemiddeling stonden 4 werk
zoekenden ingeschreven.
Door den heer T. Westdijk is ingevolge
de Drankwet vergunning gevraagd voor den
verkoop van alcoholhoudende drank andere dan
sterken drank in de wachtkamer van het tram
station.
Aan P. v. d. Tol en D. Gestel Az. is ver
gunning verleend tot het bouwen van een woon
huis aan de Paulina van Weellaan.
Verleden week werden van hier verscheept
3200 balen uien, 3900 H.L. aardappelen en 1060
balen peen.
Op de beurs besteedde men Donderdag
voor de veldvruchten als volgt: aardappelen
0.80, uien 0.70, peen 0.30 en poters
0.65 per H.L.
MELISSANT. Tegen C. de V. is proces
verbaal opgemaakt wegens rijden met een auto
zonder rijbewijs.
Schutters le klas in de eerste serie der
B. V. L. zijn P. J. Groenendijk, Adr. Melissant,
J. Robijn, A. Grootenboer, H. van Putten, W.
v. d. Werf, J. de Reus en Joh. Grootenboer.
In de gehouden jaarvergadering der mu-
ziekvereeniging is als voorzitter herkozen R.
van Putten, als 2e voorzitter A. v. d. Spaan en
als bestuurslid gekozen Adr. Melissant. Tevens
is besloten in den a.s. zomer iedere maand een
concert te geven.
STELLENDAM. De vorige week werden
van hier verscheept 300 H.L. aardappelen, 600
H.L. uien en 250 H.L. koepeen.
De garnelenvisschers hebben de vorige
week voor de pellerijen alhier slechts 3 dagen
gevischt en gemiddeld per dag en per vaartuig
aangevoerd 60 K.G. garnalen.
GOEDEREEDE. Algemeene vergadering van
de afdeeling „Goedereede" van „Het Groene
Kruis op Donderdag 20 Februari 1930, des
avonds 7 uur, in „De Gouden Leeuw".
Aanwezig 30 leden.
Opening door den voorzitter Dr. Zubli, met
een korte inleiding wegens lichaamsgesteldheid.
Daarna worden de notulen der vorige algem.
vergadering door den secretaris voorgelezen, die
onveranderd worden goedgekeurd en geteekend.
Dan volgt het jaarverslag van den secretaris
over 1929, waaruit blijkt, dat het ledental we
derom grooter is geworden met een viertal leden,
hoewel er een zestal hebben bedankt vanwege
vertrek naar elders. Dat er veel materiaal is
aangekocht, zoodat het pakhuis te klein wordt,
zoodat het wenschelijk zijn zoude, dat we als
vereeniging een wijkgebouw in eigendom moes
ten hebben, dat kon dienen voor woning van
de wijkverpleegster en pakhuis voor onze eigen
dommen; dat door de zuster niet minder dan
3436 bezoeken zijn gedaan ter hulpe bij zieken,
waaruit blijkt, dat er voor haar in het afge
loopen jaar werkzaamehden te over zijn ver
richt en dat er nochtans dat al voor onze ver
eeniging geen schokkende gebeurtenissen hebben
plaats gehad. Ook dit verslag wordt onver
anderd vastgesteld.
Verder wordt door denzelfden rekening en
verantwoordng gedaan over 't vorig jaar, waar
uit blijkt, dat er is een ontvangst van 4672.51
en een uitgaaf van 2870.89^2, zoodat er een
goed slot is van 1801.61 De rekening, die
door een commissie is nagezien en ze heeft
goedkeurd, wordt aan de vergadering voorge
steld, die adviseert ze ook goed te keuren'.
Daarna wordt de secretaris door den voor
zitter dank gezegd en de commissie voor hunne
bemoeiing.
Nu wordt door den secretaris dhr. D. Lodder
de begrooting voor 1930 voorgedragen met een
ontvang uitgaaf van 3916.61 Yi, waarop nie
mand iets tegen heeft.
Nu volgt punt 5, verkiezing van een bestuurs
lid wegens periodieke aftreding van den heer
C. A. Vogel. Alle 30 stemmen worden uitge
bracht, waarvan 25 op dhr. C. A. Vogel, die
staande de vergadering zijne herbenoeming aan
neemt.
Als commissie tot het nazien der rekening
1930 worden benoemd de heeren: A. Neele,
P. Tanis en M. Bruggeman en als plaatsvervan
gers P. Struijk, Th. Roos en F. den Eerzamen.
Het eindpunt is rondvraag.
De voorzitter, of liever de secretaris vraagt
of iemand iets heeft aan te merken op het be
stuur of iets in het belang der vereeniging heeft
te zeggen, noodigt de vergadering uit zich te
spreken. (Dr. Zubli was van de vergadering
afgehaald)
De heer F. den Eerzamen vraagt het woord,
wat hem wordt verleend. Hij heeft uit de reke
ning opgemerkt, dat van de gemeente Ouddorp
voor het buurtschap Ouden-Oostdijk (dat ook
door de wijkverpleegster wordt bezocht) geen
steun verleent aan onze vereeniging, daar zij
volgens hem dat zedelijk verplicht zijn, daar
Ouddorp wel de belastingpenningen van het
buurtschap int, maar zich om hunne T.B.C.-
lijders en zieken niet bekommerd. Drukt het be
stuur op het hart om zich wederom tot het
gemeentebestuur te wenden, met het vriendelijk
verzoek, dat ze in 1930 in deze niet in gebreke
blijven.
Het Bestuur belooft in deze nogmaals een
poging te doen.
Verder wordt door den Eerzamen opgemerkt,
dat in zijn omgeving nog wordt gesproken over
het aanlegsteiger op het Havenhoofd, wat zeer
gemakkelijk zou zijn bij vervoer van zieken per
vaartuig, waarop de heer J. Luime het Bestuur
aanraadt, die al pogingen hebben aangewend
tot het daarstellen van een steiger, nogmaals
zich tot de bevoegde personen te wenden, dan
zal het er ten slotte toch wel komen.
Niemand meer het woord verlangende, wordt
de vergadering te acht uur door den voorzitter
(die inmiddels weer was teruggekomen) gesloten
met dank aan de vergadering voor hare op
komst, tevens meldende, dat ondertusschen de
heer A. Struijk was overleden.
Meldden we in onze vorige courant, dat
W. Groenendijk een anker had verloren, nu
berichten we, dat hij het weder heeft opgevischt.
Bij het afladen van een wagen uien, had
J. v. E. het ongeluk uit te glijden. De zak uien
kwam op zijn rechterbeen, zoodat de knieschijf
een d.m. terzijde week. De dokter werd ge
haald, die spoedig met de wijkverpleegster ter
plaatse was. De knieschijf werd teruggebracht
waar ze behóórt en hij werd per auto thuis ge
bracht. Hij zal wel eenigen tijd gedwongen
werkeloos zijn.
OUDDORP. Onze wijkverpleegster, zuster
v. d. Berg, zal de volgende week naar Rotter
dam vertrekken. Voor de vacant komende plaats
hebben zich drie sollicitanten aangemeld.
De oudste ingezetene dezer gemeente, wed.
B. van Splunder, hoopt morgen (Vrijdag) haar
91 sten verjaardag te vieren. Aan blijken van
belangstelling zal het haar niet ontbreken, even
min ais in vorige jaren.
De werkman J. Erkelens had het ongeluk
van een wagen te vallen, waardoor hij zich erg
aan een knie bezeerde en hulp van den ge
neesheer noodig was. Enkele dagen rust zullen
wel voorgeschreven zijn.
Alhier is een luchtballonnetje gevonden
door J. Grinwis P.Krz. Het was gemerkt: „Kauf-
haus, Reinhardt, Kreiznach.
De Zegelwet 1917 bepaalt onder meer,
dat aan zegelrecht onderworpen zijn alle stuk
ken, welke opgemaakt zijn tot bewijs van een
burgerrechtelijke verklaring. Dit zegelrecht hangt
af van de groote van het voor het schrijven"
der verklaring gebruikte vel papier en bedraagt
in het algemeen ten minste 0.50.
Tot voor enkele jaren werden de bij open
bare verkoopingen, verhuringen, verpachtingen
en aanbestedingen in te leveren inschrijvings
biljetten aan zegelrecht onderworpen geacht.
Dit is thans niet meer het geval.
De Minister van Financiën heeft bepaald,
dat inschrijvingsbiljettèn beschouwd kunnen
worden als mededeelingen, gericht tot de per
soon, die de openbare verkooping, enz. houdt,
en als zoodanig zijn de inschrijvingsbiljetten niet
aan zegelrecht onderworpen.
Gebruikt men toch een formaatzegel (dat is
een stuk papier voorzien van een oranjekleurig
zegelstempel) voor het stellen van een inschrij
ving, dan kan het gebruikte zegel voor geen
andere aan zegelrecht onderworpen doeleinden
gebruikt worden. De Zegelwet 1917 bepaalt
immers uitdrukkelijk, dat op formaatzegel ge
stelde stukken, welke aan zegelrecht onder
worpen zijn, mogten aanvangen aan den voor
kant, naast of onmiddellijk onder den afdruk
van den zegelstempel.
Is een inschrijving op een formaatzegel ge
steld, dan kan men b.v. de aan zegelrecht onder
worpen „gunning" niet onder de inschrijving
stellen, omdat dan niet aan den voorkant, naast
of onmiddellijk onder den afdruk van den zegel
stempel begonnen kan worden.
Een formaatzegel, waarop een inschrijving ge
steld is, is dus „verknoeid" en kan als zegel
nergens meer voor gebruikt worden.
DE VOEDING DER KIPPEN.
(III.)
In ons laatste artikeltje hebben we ons bezie
gehouden met een der vroeger veel toegepaste
voedermethoden, nl. die waarbij men het voeder
en dan vooral het meelvoer eerst rul aanmaakt,
voor het aan de kippen wordt gegeven. Wij
hebben daarbij toen gezien, welke gebreken
die manier van voederen aankleven. In het
hier volgende willen we de voeren nadeelen
van de ai. dere voedermethoden eens nagaan.
Van deze is de droge voedermetbode het
meest in gebruik. Bij deze wijze van voedering
gaat men uit van het standpunt, dat de dieren
den geheelen dag aan het eteD moeten kunnen
blijven, terwijl het voederen zelf niet te veel
mag kosten. Men is er werkelijk in geslaagd,
de moeilijkheden, die hieraan verbonden
waren te overwinnen en wel op zeer eenvoudige
wijze. Men heeft nl. de bekende droogvoer'
bakken gemaakt, waar de kippen den heelen
lieven dag zich aan het hoendermeel te goed
kunnen doen. Dat geeft verscheiden voor<
deelen. Vooreerst hebben de dieren nu wat
te doen. Vooral bij vastzittende dieren is het
heel veel waard. Maar ook voor groote be«
drijven heeft deze voedering zijn beteekenis
verkregen en wel door de groote atbeids'
besparing. Toch is het niet alleen dit, dat het
aanbevelenswaard maakt droog meel te geven;.
Proeven, zoowel in ons land als in het bui'
tenland genomen, hebben geleerd, dat bij
droog voeder de kippen meer eieren leggen,
dan bij de aanmaakmethode. Dat verschil is
nu wel is waar niet zoo bijster groot, maar
toch groot genoeg, om de droogvoedermethode
te verkiezen.
Op welke manier zullen we nu met dat
droog voederen te werk gaan We moeten
allereerst zorgen, dat de bak groot genoeg is.
Te groot is niet goed, dan wordt er met het
voer gemorst; te klem deugt ook niet, daar
dan de zwaksten onder de kippen den buik
niet vol krijgen. De bak moet zoo groot zijn,
dat gedurende den heelen dag alle kippen
verzadigd kunnen zijn. Nu heeft de praktijk
geleerd, dat men dan voor elke kip 3 cM.
ruimte moet rekenen. Houdt men zich daar>
aan, dan zullen ook de kleintjes niet te kort
komen. Het groote gemak is nu verder, dat
men slechts een paar malen per week den bak
behoeft bij te vuiien. Dat de kippen er te
veel van zullen eten, behoeft ons niet te
verontrusten. Inderdaad nemen de kippen niet
meer op, dan wij ze toegedacht hebben. En
dat is 70 gram per dier en per dag. Daarop
moeten we rekenen.
En hoe zit het dan met het harde voer?
hoor ik al iemand zeggen Daarvan geven-we
per dier en per dag 50 gram. Dit hard voer
kan bestaan uit maïs. maar ook uit andere
granen. Het best komt mij voor gemengd
graan te voeren. Dit hard voer geven we niet
's morgens zooals nog zoo velen doen, ook
niet des middags, zooais weer anderen gewoon
zijn, maar even voor de kippen de stok op>
zoeken. Dit hard voer beschouwen we als het
onderhoudsvoeder. Eigenlijk is het daar niet
voldoende voor. Wanneer de kippen dan ook
's morgens van stok komen, zijn ze uitgehon*
gerd en maken dat ze zoo gauw mogelijk bij
den droogvoerbak komen, om daar hun honger
te stillen. En dat is wat we wenschen. Immers,
al nemen de kippen ook al veel graanvoer
op, daar hebben we zoo weinig aan. Ze leggen
er geen eieren van en daar komt het toch
maar op aan. Het meelvoer is dan ook van
een andere samenstelling. Het bevat meer eiwit.
Natuurlijk moet het uit gemakkelijk veiteer'
bare grondstoffen zijn samengesteld. Maar of
het noodig is er zoo'n samengesteld voer van
te maken als ik wel eens op een labeltje
gelezen heb, dat waag ik te betwijfelen. Die,
samenstellmg luidde als volgt: gerstcmeel,
maïsmeel, cocosmeel, vleeschmeel, vischmeel,
tarwegnnt, rijstvocdcrmeel, grondnotenmeel,
soyameei, iijnmcel, lucerne klavermeel, gi£t
zouten en phosphorzure voederkalk. Wel ge»
teld is dat te samen 13 stuks.
Zou het niet kunnen zijn, dat de veelheid
van grondstoffen de hoedanigheid er van
moet camoeflceren Daarmede wil ik niet
zeggen, dat onder die zeer samengestelde
voedermiddelen geen goede zouden zijn, maar
wel is het opmerkelijk, dat op het proefstation
voor veevoederondt izoek te Wagenin gen juist
in die zeer samengestelde hoendermeelsoorten
zoo'n geweldige knoeierij is geconstateerd
kunnen worden. En dat terwijl er toch op
zoo'n eenvoudige wijze een goed hoendermeel
te maken is. Daartoe mengt men 16 kg. mais»
meel, 8 kg. soyameei en 1 kg. vischmeel
door elkaar. Wie meer noodig heeft, kan daar
veelvouden van nemenwie niet zooveel
behoeft, neemt er gedeelten van. Groenvoer
kan hierbij, evenmin als bij andere beender"
meelsoorten, gemist worden.
In een volgend artikeltje, willen we nog
iets zeggen over het voeren bij kunstlicht.
HET NIEUWE WINKELPALEIS VAN
H. H. DE KLERK ZONEN.
Feijenoord, of zooals het in Rotterdam ge
woonlijk heet: „de Overkant", is een groot
modern winkelpaleis rijker geworden.
Op den hoek van de Beijerlandschelaan, in
het bouwcomplex van het kortelings geopende
Colosseum-theater, heeft de bekende fa. H. H.
de Klerk Zonen haar 5e filiaal geopend 1
Hiermede zouden we feitelijk kunnen volstaan,
omdat hiermede als het ware vaststaat, dat deze
nieuwe zaak van De Klerk wederom klinkt als
een klok 1 Wij zullen ons echter niet beperken
tot deze eenvoudige vermelding, omdat daarvoor
de opzet te grootsch, en deze nieuwe uitbreiding
der firma te belangrijk is.
Uit het kleine zaakje, dat in 1903 door den
stichter der fa. wijlen den heer H. H. de Klerk
werd opgericht in een winkeltje van nauwelijks
30 M2. oppervlakte aan het Achterklooster, is
het omvangrijke bedrijf van tegenwoordig ge
groeid, dank zij de energie en het gezonde zaken-
inzicht der tegenwoordige firmanten, de heeren
D. de Klerk, H. H.»de Klerk Hzn., J. de Klerk
Dzn. en L. M. de Klerk.
In den loop der jaren hield de uitbreiding der
winkels gelijken tred ïhet de uitbreiding der ar
tikelen; vroeger waren het uitsluitend Vloer
zeilen, Karpetten en Matten, die verkocht wer
den.
Thans bevat de respectabele lijst der artikelen,
behalve de reeds genoemde, o.m. Smyrna, Wil
ton en Axminster Tapijten, Karpetten. Inlaids,
Linoleums, Gordijnen, Gordijnstoffen, Tafel- en
Divankleeden, Loopers, terwijl een corps van
behangers en stoffeerders ook deze afdeeling tot
een zeer voorname maakten.
Noemen wij verder Bedden, Ledikanten, De
kens, complete Meubileering, Kantoor-installa
ties enz., dan hebben wij wel het voornaamste
opgesomd, maar ongetwijfeld nog evenveel ar
tikelen niet genoemd
En thans zet deze nieuwe zaak aan de Beijer
landschelaan de kroon wel op het werk. Een
schitterend ingerichte groote verkoopsruimte ge
lijkvloers, wordt geëvenaard door een volkomen
gelijke ruimte in het sous-terreain van dit ge
weldige groote winkelpand, dat door de goede
zorgen van de bouwondernemers Van Dorp,
Kuyk en Klein tot stand werd gebracht, onder
leiding van de architecten Legrand en ten Bos,
terwijl de eiken betimmering werd geleverd door
den uitvoerder van het bouwwerk, den heer
Lagendijk.
De fraaie plafonds- en muurschilderingen wer
den uitgevoerd door den artist, den heer Border;
de centrale verwarming werd aangebracht door
de fa. Huygens Leveke, terwijl de heer Katz
de schitterende electrische binnenverlichting ver-
zorqde.
De uitwendige feest-illuminatie, die gedurende
eenige dagen heel Feijenoord naar de Beijerland
schelaan zal trekken, werd aangebracht door de
fa. Hoos.
Allen, zonder uitzondering, hebben er toe
medegewerkt, om te bereiken, dat deze zoo
juist geopende zaak, zonder eenigen twijfel een
belangrijke aanwinst genoemd kan worden voor
Rotterdam-Zuid.
baar, dat de arme man, die daarginds in Rot
terdam, worstelde in zijn cel, hier niet tegen
woordig was. Deze aanblik van de vrouw, die
hij liethad, had hij stellig niet kunnen ver
dragen
Na een kort gesprek met Trude en Wies, die
haar blijdschap over het bezoek niet verheelden
en met begrijpelijke belangstelling geluisterd
hadden naar zijn mededeelingen over vader, was
dominé Van der Meer in tegenwoordigheid der
geesteskranke gebracht, wier gegil doordrong
tot het vertrek, waar zij eerst gezeten hadden.
Uit bescheidenheid had de verpleegster, die
wist wie de bezoeker was, het vertrek verlaten.
Daarop had Trude de hand op moe s schou
der gelegd en gezegd: „Moe, hier is dominé Van
der Meer uit Rotterdam. Die komt u wat van
vader vertellen."
Het scheen, dat de laatste woorden tot de
geest van Mevrouw Meerendonk doordrongen.
Haar gekrijsch hield op. En zij keek, zij het
dan met angst in de oogen, naar den bezoeker,
die nevens haar plaats nam en haar magere
hand greep.
En toen kwam de telkens terugkeerende vraag:
„Leeft mijn mannetje nog
Zij schokte dominé Van der Meer tot diep in
zijn ziel. Maar hij beheerschte zich en ant
woordde met zijn zacht, sympathiek stemge
luid: „Zeker, Mevrouw, leeft uw man nog. 'k
Spreek hem vast tweemaal in de week. Ik kan
u zeggen, dat hij het best maakt"
In spanning keken een zestal oogen naar de
aangesprokene: zou hij er op reageeren
Er viel niets op te merken.
Maar langzamerhand veranderde dat, toen de
bezoeker doorsprak: „Ja, uw man maakt het
best, hoor. Ik moet u zeer van hem groeten.
Hij verlangt hard naar u, maar kan natuurlijk
nog niet komen. Als u weer beter is, dan zal hij
schrijven en dan kunt u hem terugschrijven. Hij
heeft er erg mee te doen, dat u ziek is, maar
iederen dag opnieuw bidt hi) den Heere, of Hij
u gezond maken wil. Wij hopen, dat de Heere
ons gebed hooren zal. En dan komt alles weer
in orde. Laten wij maar geduldig en heel rustig
op dien tijd wachten."
Mevrouw Meerendonk was met belangstelling
gaan luisteren. Haar oogen keken niet meer zoo
verwilderd, maar toonden aan, dat zij begreep,
wat er gezegd werd. Trude en Wies zagen het
tot haar groote vreugde. Een stille hoop kwam
in de harten gloren.
„Begrijpt u mij, Mevrouw vroeg de predi
kant, in spanning.
„Ja, mijnheer", antwoordde zij. „Waar is mijn
man nu
„In Rotterdam, Mevrouw."
„O ja, zij hebben hem weggehaald. Dat was
niet mooi."
De beide meisjes dronken de woorden van
haar moeder in. Maar, op een wenk van den
bezoeker, spraken zij niet.
„Ja, ze hebben hem weggehaald", bevestigde
deze. Maar het duurt niet zoo heel lang meer,
dan komt hij weer terug en dan is alles weer
goed. Tot zoolang moet u nog wat geduld heb
ben en er niet zooveel aan denken. Want dat
maakt u maar ziek."
„Weggehaald. Maar hij komt weer terug. Niet
aan denken", herhaalde de zieken. En dan,
opeens tot Trude: „Waar is Henk, Truus."
Van aandoening en blijde hoop kon Trude
haast niet spreken. Met verstikte stem zeide zij:
„In Arnhem, moe. Ik denk, dat hij Zaterdag
komt."
„O, komt mijn man dan mee, mijnheer
„Neen, Zaterdag nog niet, Mevrouw. Dan
moet u nog wat langer geduld hebben."
„Als het maar niette lang is. Maakt hij het
goed
„O, Mevrouw, hij maakt het best. Hij is heel
gezond."
„Toen hij weggehaald werd, was hij ziek, Ja,
ziek", herhaalde de patiënte.
Dominé Van der Meer bemerkte, dat'zij moe
was en zweeg daarom.
Trude en Wies waagden het niet te spreken,
Maar in haar hart klom een stil gebed op: of
de Heere nu toch langzamerhand beterschap
wilde geven.
Doch tot hun ontzetting bespeurde het drie
tal, dat de verstandige blik weer uit de oogen
verdween en dat zij dof werdén, als daarvoor
Er verliepen wel tien minuten van angstig
zwijgen.
Toen, als ontwakend uit een droom, keek
Mevrouw Meerendonk den bezoeker weer San.
„Leeft mijn mannetje nog vroeg zij, op den
gewonen, doffen toon.
„Zeker, Mevrouw", antwoordde de predikant
weer, geduldig. „Hij maakt het zelfs zeer wel."
„Je liegt het", barstte zij los, tot grooten
schrik der aanwezigen. „Ik heb geen man meer.
Mijn man is dood
Het gejammer was schier niet om aan te
hooren. Nu pas begreep dominé Van der Meer
eerst recht, wat deze meisjes dagelijks moesten
lijden
Hij trachtte de waanzinnige tot kalmte te
brengen. Maar bij ieder woord, dat hij sprak,
werd de toestand kritieker.
„Ga weg krijschte zij, „ga weg. Je liegt.
Mijn man is dood. Ga weg
De predikant vond het, in de gegeven omstan
digheden, verstandig het vertrek te verlaten,
wat hij, vervuld met diepe deernis, dan ook
deed, door de schreiende Trude gevolgd.
„Ik had hoop", zei hij, dat mijn bezoek iets
ten goede zou uitwerken. Maar 't wordt veel
erger".
„Neen, erger niet, dominé. Zoo is het altijd.
Maar ik was blij, dat moe zulke verstandige
vragen deed. Dat is nu weer voorbij."
En ze snikte.
„Stil, Trude", zei hij. Zoo mag ik u immers
wel noemen Uw vader spreekt altijd met veel
lof over u. En ik heb ook wel brieven van u
gelezen, die zoo moedig waren. Verliest den
moed nu niet. Wie weet, hoe spoedig het in
orde komt. En als het niet zoo is, ge weet den
weg, om te leeren berusten, nietwaar?"
„Ja", knikte Trude.
„Aan de voeten van onzen Heiland, daar vin
den we stilling, zelfs van de heftigste smart,
'k Heb nu nog drie uren den tijd, eer mijn trein
vertrekt. Maar ik heb uw vader beloofd dominé
Minnaar te bezoeken, en ook naar dokter Zon-
neville te gaan, om diens oordeel te vernemen.
En dan moeten wij nog wat praten. Zullen we
dat eerst doen Me dunkt: het is beter, dat ik
over een paar uur nog terugkomt, vindt ge
niet
„Ja, dominé", zei Trude. „O, wat is u goed
voor ons I"
„Tut, tut", merkte hij glimlachend op, „zoo'n
vaart loopt dat niet. Voor uw vader en voor u
allen heb ik dat wel over. 'k Heb zielsveel met
u allen te doen. En als we niet wisten, dat dit
alles de leidingen Gods zijn, dan zouden wij bit
ter gestemd, ons afvragen: waarom moet deze
familie nu zooveel lijden Ik kom dus over een
paar uur nog even terug."
In de vestibule staande vernam hij het krij-
schend gegil uit de huiskamer.
„Hoor toch eens", zei hij medelijdend, ,,'k Ben
blij voor uw vader, dat hij, die zich daaraan
zoo schuldig weet, dit niet meemaakt. Maar 'k
moet het hem toch langzamerhand zeggen, hoe
de werkelijke toestand is".
EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
I.
Liefste Gretha.
Trude heeft me gezegd, of ik je even wilde
schrijven, omdat zij het zoo volhandig heeft.
Maar 't wordt tijd, want jouw laatste brief is al
meer dan een week oud.
We vonden het heel lief van je moe en jou,
dat je naar ons woudt komen, om ons wat te
helpen dragen ons zware leed. Maar, Gretha, het
is niet meer noodig, want wij gaan binnenkort
zelf uit Midstad weg, waarheen weten we nog
niet.
O, kind, het is hier zoo'n schrikkelijke toe
stand. We leven als in een droom. Slapen
kunnen we niet. En het eten blijft zoo goed als
onaangeroerd.
Over eenige dagen wordt onze moe naar het
krankzinnigengesticht in Bergen op Zoom ge
bracht. 't Is ontzettend. Maar de dokters oor-
deelen het noodzakelijk. En wij zien het zelf
wel in, dat het moet.
We kunnen het ons nog niet indenken. Maar
het is zoo. Straks staan Trude en ik voorloopig
alleen, zoolang vader in Rotterdam is.
We gaan, zooals ik zeide, ook uit Midstad
weg. Alles wordt verkocht. Dat vindt vader
het beste, nadat hij met den gevangenispredikant
dominé Van der Meer, overleg had gepleegd.
Die predikant was zoo vriendelijk, ons te
komen bezoeken. Hij praatte met moe. Wij
dachten eerst, dat zijn bezoek een goede uit
werking zou hebben op moe, maar daarna werd
het veel erger. Zoo moest hij vader wel een
bijna troostelooze boodschap brengen.
Met Trude heeft hij, namens vader, ook af
gesproken, hoe het met de zaak moet. Alles
wordt verkocht. Vader oordeelde het beter niet
ewer in Midstad terug te keeren, wat ook wel
zoo verstandig is. Want al toonen de menschen
veel medelijden met ons te hebben, vergeten,
wat gebeurd is, zou men toch nooit.
Als dat alles achter den rug is, en Henk, die
hier Zaterdag was, vond, dat het nu maar spoe
dig moest zijn, dan zit er voor Trude en mij
niets anders op, dan in betrekking te gaan.
Waar we nog eens terecht zullen komen. Het
liefst zouden we in de nabijheid van Bergen
op Zoom zijn, dat wij moe moe geregeld konden
bezoeken. Maarwij hebben het niet voor
het zeggen. God alleen weet het.
(Wordt vervolgd).