Een hygiënische bereidingsmethode. Merkwaardige machine voor het vervaardigen van Geneesmiddelen in bonbon-vorm. Onder den titel „Een Hygiënische Bereidingsmethode", treffen wij in hef Dagblad van Rotterdam het onderstaande aan Buitenland. Fig. II, De vul-lnrichting, die elke seconde 48 vullingen doet, De gebruiksaanwijzing voor turfstrooisel is zoo eenvoudig mogelijk. Men strooie voor het leger der dieren een laag turfstrooisel ter dikte van 10 a 15 centimeter. Men verwijdere des morgens in den stal met de riek het door het stallen vochtig geworden turfstrooisel dat slechts uit 2 tot 3 rieken vol bestaat. Het nog droog zijnde strooisel wordt verspreid. Eiken dag wor de 34 K.G. per paard nieuw bijgestrooid; meer is niet noodig; deze hoeveelheid is voldoende. Om de 14 dagen worde het strooisel zóó bijeen gegaard, dat de steeds droog gebleven restanten in den stal blijven liggen. Overigens wordt het bed ververscht. Met stroogebruik is men steeds véél en véél duurder int. Ook de grootere pluimveefokkers zijn tot het gebruik van turfstrooisel overgegaan. In de groote bedrijven heeft men met kaf, stroohaksel, zand, zaagsel en andere stoffen voor dat doel afgedaan, nadat is gebleken, dat door het turf strooisel de gezondheid 'en de eierleg worden bevorderd. Men gebruikt daartoe een speciaal product, bestaande uit kleine stukjes turf van ongeveer één centimeter, en bekend als „Turfstrooisel voor kippenhokken", of kortweg „K i p p e n f ij n". Deze kwaliteit werd het eerst in 1927 op de Haagsche Tentoonstelling van „Avicultura" geëxposeerd. Het wordt ter dikte van b.v. 10 c.M. in de hokken en rennen gestrooid. De hoenders vinden daarin de noodige lichaamsbeweging. Een ruim gebruik van turf strooisel als scharrellaag voorkomt de z.g.n. „zoldervoeten", en bij het van den stok springen worden de voeten niet gekwetst. Turfstrooisel omgeeft den mest onmiddellijk en maakt dezen onschadelijk. B—r. HET VOEREN VAN AARDAPPELEN In het begin van het jaar 1929 in de maand Mei is men in de weidestreken begonnen goedkoope aardappelen in te kuilen. Dit ge. schiedde echter alleen daar, waar men tijd had, of lijd zocht en waar de veehouder h-t aandurfde, omdat het voor velen nog iets nieuws onder de zon was. Diegenen, die het hebben gedaan, zoo als ik in mijn artikel in het Meinummer uiteengezet heb, hebben er geen spijt v;n gehad. Gedu» rende den zomer hebben ze goedkoop bij kunnen voeren en ook dezen winter was het nog tot het goedkoope voer te rekenen. De koeien lusten het graag en de reactie op de melkproductie is gunstig, mits men niet gaat overdrijven. Overdrijving schaadt in alle op zichten. In de maanden Mei en Juni waren er echter bezwaren aan het inkuilen verbonden, die er nu niet zijn. Toen hadden immers vele veehouders het druk met de hooierij Tevens waren de meeste aardappelen flink geschoten en zag men er veelal tegen op de scheuten er af te halen en ze fijn te snijden. Deze bezwaren zijn er thans niet. Tijd heeft men momenteel genoeg En het geschoten zijn is nu nog geen bezwaar. Immers, de spruiten zijn nog klein en voor dat de aardappelen bij de veehouders zijn, moeten ze een keer of 4 verschept worden, n.l. eerst van de kuil in de schuit en van de schuit weer in de kuil. Laat men ze de laatste keer dan nog over een houten hor loopeD, dan zullen de meeste spruiten er wel af en de verkeerde werking zeer gering zijn. Om dezen tijd hebben de spruiten ook nog minder voedsel uit de aardappelen gehaald als in de maanden Mei en Juni, zoodat de aardappelen nu wat meer mogen kosten dan in de maand Mei, wegens hun grootere voe» dicgswaarde. De beste methode om ze te kuilen is: De aardappelen fijn snijden met een bieten» tensnijmachine, ze goed vast trappen, en om de 30 c M. ongeveer, laagsgewijs, wat karne> melk erover sprenkelen met een tuingieter. Als de kuil vol is, moet men hem eerst met een flinke laag aarde bedekken, Aardappels op deze wijze behandeld zijn schitterend uit de kuil gekomen en werden met graagte door het vee opgenomen. Wat versche aardappelen betreft, staan on geveer 4 kg. aardappelen gelijk met 1 k.g. goede maïs. Men lette er wel op, dat thans zeer veel maïs van matige tot slechte kwali teit aan den markt komt. 1 k g. aardappelen op bovengenoemde wijze ingekuild,staa bijna in voedingswaarde gelijk met 2 kg. versche aardappelen, zooals uit het volgende blijkt Droge Vert. zuiver Z.W. Voedereen- atofeiwitheid Rauwe aard. 25 0.1 19 26 Ingek. aard- 43.6 0.6 37 49.3 Alleen de bovenste lagen bevatten minder droge s«of. Vooral -in die streken, waar men zomers nogal eens bijvoert met aardappelmoes in het land, geloof ik dat inkuilen van aardappelen van beteekenis is en tevens voordeeliger voor den boer bij de thans geldende prijzen. Voor die streken verdient het waarschijnlijk meer aanbeveling de aardappelen nu in te kuilen en ze straks als kuilvoer te verstrekken, dan in de maanden Mei en Juni rauwe aardappelen te koopen en ze rauw bij te voeren. Dan zit men met de spruiten en de mindere voedingswaarde, terwijl de koeien bovendien beter ingekuilde aardappen schijnen te kun> nen verdragen dan rauwe. Met rauwe aardappelen moet men voorzich tig zijn en doet men goed niet mcr dan 5 k 10 kg. per koe per dag te verstrekken, al naar de dieren er op reageeren. In -natige hoeveelheid verstrekt, vormen ze echter een zeer goed voedsel In de gemengde bedrijven schijnen de koeien iets meer te kunnen verdragen. Mogelijk komt dit, doordat ze hier meer aan knol» en wor telgewassen gewend zijn. Wat varkens betreft vormen aardappelen ook een best voer. Fokvarkens kan men wat rauwe aardappelen geven, terwijl ze voor mestvarkens gekookt of gestoomd de voorkeur verdienen Men kan ze ook gestoomd of gekookt inku len en op deze wijze conserveeren. Dan komen er echter nogal kosten op In hoeverre de rauw ingekuilde, in s ukken gesneden aardappelen goed zijn voor varkens kan ik niet beoordeelen, daar mij geen ver gelijkende cijfers bekend zijn. Wel heb ik echter vernomen dat ze het zacht zuur reiker.dcnde voer gaarne lusten Wil men echter aardappelen voeren, zoo voedere men ze altijd met oordeel, onver» scbillig in welken vorm. In tijden dat het een of ander voer goed koop is, is men zoo dikwijls geneigd hiervan vel te voeren, waardoor de voeding te een zijdig wordt, en het resultaat ontgoochelend Om deze redenen zal ik hier enkele rant soenen, waarin aardappelen verwerkt, laten volgen. Tevens kan ik iedereo varkecfokker en •mester het boekje van A. A ter Haar, over fokken en mesten' getiteld »De Nederland» landsche varkensfokkerij* aanraden, omdat bij hierin zeer veel practisch- rantsoenen heeft verwerkt waaronder verschillende met aard» appelen. Rantsoenen voor Melkvee met rauwe aardappelen. 1 Voor droogstaande drachtige dieren van 500 kg of dieren die 5 liter melk geven per dag. 5 kg hooi, stroo naar behoefte, 5 kg. rauwe aardappelen, 3/4 kg. grondnoten, of 8 kg. hooi, 5 kg. aardappelen, '/2 kg. lijn» koek (Am of 3 kg. hooi. stroo naar behoefte, 6 kg. aard» appelen, 1 kg. maïs, 3/< kg soya. 2. Voor melkkoeien die 10 liter melk geven per dag 10 kg hooi, 6 kg. aardappelen, 3/4 kg. grond» noten, kg. lijnmeel, of 3 kg. hooi, stroo naar behoefte, 6 kg. aard» appelen, 1 kg. mais, 2/3 kg. grondnoten, '/a kg- soya, '/2 kg. lijnmeel. 3. Voor melkkoeien die 15 liter melk per dag geven. 10 kg. hooi, 6 kg aardappelen. 1 kg. mais, 1 kg. grondnoten, '/a kg. soya, '/2 kg. lijnmeel, of: 5 kg. hooi, stroo naar behoefte, 6 kg. aard» appelen, 1 kg. mais. 1 kg grondnoten, 1 kg. zemelen, '/a soya, '/2 kg. lijnmeel, of 8 kg. hooi, 6 kg. aardappelen, 2 kg. zemelen, 1 kg. mais, I kg. grondnoten, V2 kg. lijnmeel. 4. Voor melkkoeien die 20 liter melk geven per dag. 10 kg. hooi, 6 kg. aardappelen, 1 kg. mais, 1 kg. grondnoten, 1 kg cocos, V2 kg. soya, '/a kg. lijnmeel, of: 5 kg. hooi, stroo naar behoefte, 6 kg. aard» appelen, V2 kg. soya, 1 kg. grondnoten, 2 kg. cocos, '/2 kg. lijomeel, 1 kg. mais. 5 Rantsoenen voor koeien die men melkend vet maakt van 500 kg. levend gewicht. 10 kg. hooi, 10 kg rauwe aardappelen, 1 kg. grondnoten, 1 kg. soya, 1 kg. sesam, '/2 kg. zemelen, '/a kg. lijnmeel, of: 5 kg. hooi, stroo naar behoefte, 10 kg. aard appelen (rauwe), 1 kg. grondnoten, 1 kg soya, 1 kg. sesam, 1 kg. lijnmeel 2 kg, zemelen. Rantsoenen met ingekuilde aardappelen. 1. Voor droogstaande drachtige dieren van 500 kg. of dieren lie 5 liter melk per dag geven. 5 kg. hooi, stroo naar behoefte, 3 kg. ingek. aardappelen, V2 kg. grondnoten, of 3 kg. hooi, stroo naar behoefte, 3 kg ingek. aardappelen, 2 kg. zemelen, '/4 kg. lijnzaad, of: 8 kg. hooi en wat stroo3 kg. ingek. aard» appelen, '/3 kg. soya. 2. Rantsoenen voor dieren .van 500 kg. die 10 liter melk per dag geven. 5 kg. hooi, stroo naar behoefte, 5 kg. ingek, aardappelen, 3/4 kg. grondnoten, 1 kg. zemelen, '/a kg. lijnmeel, of 10 kg. hooi, 5 kg. ingek. aardappelen, 3/4 kg. soya, 3/4 kg. lijnmeel. 3. Rantsoenen voor dieren van 500 kg. die 15 liter melk per dag geven. 5 kg. hooi, stroo naar behoefte, 8 kg. ingek. aardappelen, 1 kg. grondnoten, V2 kg. soya >/2 kg. lijnmeel, of: 10 kg hooi, 5 kg. ingek. aardappelen, 1 kg. grondnoten, '/a kg. soya, '/a kg. lijnmeel, of 3 kg. hooi, stroo naar behoefte, 8 kg. ingek. aardappelen, 3/4 kg soya, I kg grondnoten, kg lijnmeel. 4. Rintsoenen voor dieren van 500 kg. die 20 liter melk per dag geven. 10 kg. hooi, 8 kg ingek. aardappelen, '/a kg soya, 1 kg. grondnoten, 1 kg. zemelen, '/a kg- lijnmeel, of: 3 kg hooi, stroo naar behoefte, 10 kg. ingek. aardappelen, 1 kg. grondnoten, 1 kg. soya, '/a kg. sesam, '/a kg. lijnmeel, of 8 kg. hooi en wat st.oo, 8 kg. ingek. aard. appelen. 1 kg. grondnoten, 1 kg. soya, 2/3 kg. lijnkoek. 5. Rantsoenen voor koeien die men melkend vet maakt van 500 kg. levend gewicht. 5 kg. hooi, stroo naar behoefte, 5 kg. ingek. aardappelen, 1 kg. grondnoten, 1 kg. soya, 1 kg. sesam, l'/a kg. cocos, of 10 kg. hooi, 5 kg. ingek. aardappelen, 1 kg. gronddoten, 1 kg. soya, 1 kg, sesam, '/2 kg zemelen. Over het geheel genomen is toevoeging van wat zout gewenscht en mag men in deze rant soenen, die slechts theoretische grenzen aan. geven, het eiwit iets ruimer nemen, waarmee ik bedoel, dat als b v. 1 kg. eiwitrijk meel voorgeschreven is, men deze kg. niet krap, doch ruim moet nemen. Meer zetmeelrijk voer is in deze rantsoenen niet gewenscht. De Secretaris van het Veevoeder-bureau voor Z.'H. der H M, v. L Ik. P. VERHOEVtN. DE DUITSCHE MAILBOOT „MüNCHEN" DOOR BRAND VERWOEST EN IN DE HAVEN VAN NEW YORK GEZONKEN. Het stoomschip München van de Norddeut- sche Lloyd, dat op 30 Januari van Bremen vertroken was en Dinsdag te New York aan kwam, is door brand verwoest en daarna ge zonken. Toen de brandweer begon te werken, volgden vier ontploffingen, die het heele schip en den steiger deden schudden. De stewardeS Josephine Gehrke werd door de vierde ontploffing tegen den grond geslingerd 'en licht gewond. De München is een van de nieuwe schepen van de Norddeutsche Lloyd. Zij is pas Zes jaar geleden als zusterschip aan de Stuutgart in dienst gesteld. Zij behoort tot de z.g. steden- klasse 'en is 13.500 ton groot. Het schip legde om 9. u. 10 aan den steiger aan, de brand werd kort na elven gemeld. De sleepboot Newton, van den Lactawanna-spoor- weg, die naast de München ging liggen, toen de brand ontdekt was, werd door een ontploffing zwaar beschadigd. Een deel van het dek werd afgerukt. Desondanks zette de bemanning het blusschingswerk voort. Bij dezelfde ontploffing werd een man van de München overboord ge slingerd. Hij kon door een sleepboot gered wor- den. Door de ontploffingen werd aan boord van de München groote schade aangericht. De heele achterreeling werd afgereten en alle vensters werden vernield. Het dek was bezaaid met wrakstukken. Toen het vijfde brandalarm ge geven werd, stond het heele achterschip van de München in vlammen en de brandweerlieden, die het schip allen verlaten hadden, bestreden het vuur nu van den steiger. Voordat de mail boot zonk, helde zij sterk naar stuurboord over, terwijl de vlammen over het bovendek schoten. Verscheidene leden van de bemanning wilden kort voor den ondergang van het schip aan boord terugkeeren om hun bezittingen te redden, maar dit werd hun belet. De brand aan boord is in de ruimen vijf en zes uitgebroken, waarschijnlijk in een hoeveel heid schellak, die tot de lading behoort. De 263 passagiers hadden het schip reeds voor de ontploffingen verlaten. Talrijke passagiers waren nog aan den steiger vanwege de douaneforma liteiten. Zij moesten zich haastig uit de voeten maken, daar de vlammen na de ontploffingen zich verschrikkelijk snel uitbreidden. Ook de bemanning haastte zich aan land. Men schrijft den brand en de ontploffingen thans toe aan de zelfontbranding van in de lading aanwezige kalium nitraten. Bij den brand is behalve de stewardes Jose phine Gehrka, de 19-jarige zeeman Karl Sieveke uit Bremerhafen gewond. Verder werd bij de eerste ontploffing een hoofdman van de brand weer aan dek geslingerd en brak een schouder. Nog drie brandweerlieden werden vrij ernstig gekwetst, doordat ze bij deze ontploffing in het water geslingerd werden. De gewonden zijn in het ziekenhuis ondergebracht. De politie heeft de staking van het onder- grondsche spoorwegverkeer door de van de bovenstad naar Yersey city voerenden tunnel gelast, daar de gezonken München vlak boven den tunnel ligt en voor verdere ontploffingen gevreesd wordt. Nader wordt nog gemeld, dat door de ont ploffing drie personen in het water werden ge slingerd, van wie er een verdronken is; de twee anderen worden vermist, een van hen behoort tot de bemanning. Twee uur nadat het schip gezonken was, waren de ontploffingen, die onder water plaats hadden, nog duidelijk te hooren. Toen de brand ontdekt was, hebben de ar beiders nog tweehonderd zakken kali uitgeladen. Het bovendeel van de München steekt uit het water boven. Om vier uur 's middags brand de het' nog. Voorloopig is niet uit te maken, of het schip, na gelicht te zijn, nog hersteld kan worden. Nader wordt nog gemeld Volgens de Norddeutsche Lloyd is het schip niet gezonken, maar misschien bij de blussching van den brand overstroomd. De schade is door verzekering gedekt. Om tien uur 's avonds brandde het schip nog. Men hoopte echter het vuur in bedwang te hebben. De passagiersver- blijven zijn uitgebrand. Het schip zal waar schijnlijk drie maanden buiten dienst moeten zijn. De te New York verschijnende bladen wijden pagina's druks aan de ramp van de München. Tal van foto's geven een indruk van de hevig heid van den brand en geven een afbeelding van het gezonken stoomschip. In de beschrij vingen, die van de ramp worden gegeven, wordt in het bijzonder melding gemaakt van de po gingen, door den kapitein gedaan om de scheeps papieren te redden. Kapitein Brüning probeerde met een bijl in de vuist bij de papieren te komen, echter slaagde hij er enkel in het log-boek te redden. De scheepsbetaalmeester kon nog 40.000 mark aan geld 'in veiligheid brengen. De vertegenwoordiger te New York van de Norddeutsche Lloyd, de heer Schüngel, heeft zich met groote waardeering uitgelaten over het werk van de brandweer. Woensdagochtend vroeg woedde het vuur nog met onverminderde kracht. Men hoopte in den loop van den dag het vuur te zullen heb ben gebluscht. VISSCHERSBOOT VERGAAN BIJ VIGO. Waarschijnlijk 23 menschen verdronken. Uit Vigo wordt gemeld, dat aan de Spaansche kust een visschersboot is vergaan, waarbij 23 personen zouden zijn verdronken. Nadere bij zonderheden ontbreken nog. ERNSTIG ARBEIDSONGELUK. Drie dooden. Bij den bouw van het warenhuis Karstadt in de Charlottenburgstrasse te Weissensee is tij dens den schattijd een ernstig ongeluk gebeurd. Plotseling is het plafond van het vertrek, waarin zich de arbeiders bevonden, ingestort. Alle ar beiders werden onder het puin bedolven. Drie hunner waren op slag dood, terwijl twee mannen ernstig en één licht gekwetst werd. De brandweer was weldra aanwezig en begon onmiddellijk met berging der slachtoffers. Het zijn vooral timmerlieden en buizenleggers, die in de keldervertrekken werkzaam waren. Het plafond van den kelder, waarin de arbeiders zich bevonden, is doo" overbelasting van zak ken cement over een breedte van zestiende vier kante M. ingestort. PASSAGIER UIT EEN VLIEGTUIG VERDWENEN. Een 'eigenaardig ongeval, dat herinnert aan den dood van den Belgischen bankier Loewe- stein, vond Dinsdag plaats in de nabijheid van de Parijsche luchthaven Le Bourget. Een Fran- sche militaire vlieger had een kennis uitgenoo- digd een korte vlucht te doen. Piloot en pas sagier stegen op met een klein ééndekker-jacht vliegtuig en vlogen eenige ronden om de vlieg- haveri. Toen het toestel weer op den grond stond, ontdekte de bestuurder tot zijn grooten schrik, dat zijn passagier zich niet meer op zijn plaats bevond. Eerst na langdurig zoeken vond men den ongelukkige dood in een tuin in de nabijheid van Le Bourget. Men neemt aan, d'at hii tijdens het nemen van een scherpe bocht uit het toestel is gestort. „GELD SPEELT GEEN ROL De Rockefellers zijn rijke lieden, en zij heb ben een groot grondbezit in de Pacantico-heu- vels, in den staat New-York. Maar door dit groote bezit ligt een spoorlijn, die het in twee deelen scheidt. Rockefeller Jr. heeft thans van de spoorweg maatschappij gedaan gekregen, dat de lijn ver legd wordt tot buiten zijn bezit. Daarvoor wordt natuurlijk e'en enorme som betaald, maar er moet bijgevoegd worden, dat het nieuwe trace van de lijn een beter trace is dan het bestaande. Er was nog een moeilijkheid. De spoorlijn liep langs het plaatsje East View. Welnu, Roc kefeller Jr. heeft ook dit geheele dorp aange kocht, en zorgt dat de belangen van de dorpe lingen niet zullen worden geschaad. Het baan vak door het bezit van de Rockefellers is 50 vt. breed en zes mijl lang. Het komt nu in het bezit van, de Rockefellers. Hoewel de moderne techniek over alle liniën „snelheid" als voornaamste devies in haar wa pen voert, is zij daarnaast toch ook niet blind voor verbeteringen op ander gebied. Wij waren dezer dagen in de gelegenheid daarvan een dui delijk voorbeeld te zien in den vorm van een combinatie tusschen snelheid en hygiëne. De N.V. Handelsmaatschappij L. I. Akker brengt sedert korten tijd de bekende Abdijsiroop ook in bonbon-vorm in den handel. Naar ons ter oore kwam wordt voor de vervaardiging van deze bonbons een speciale en zeer moderne bereidingswijze gevolgd en het leek ons interes sant ons tot de Directie van genoemde maat schappij te wenden om nadere inlichtingen. In één der ruime kantoren werdén wij door één der adjunct-directeuren ontvangen, die met de deur in huis vallend, ons uitvoerig mede deelde, hoe moeilijk het was geweest en hoe een ontelbaar aantal proefnemingen noodzakelijk waren om te geraken tot een hoestbonbon, waarop de qualificatie „Abdijsiroop in vasten vorm" ten volle van toepassing is. Dat toch was het uitgangspunt geweest. Met behulp van phar- maceuten en chemici van erkend Éuropeesche vermaardheid slaagde men er ten slotte in een monster te maken, waarin de werkzame bestand- deelen van Akker's Abdijsiroop ten volle be waard waren, dat onbeperkt houdbaar was en dat geleverd kon worden tegen eén binnen ieders bereik vallenden prijs. Maarnu moesten nog de theoretische wetenschap en de practische techniek 'elkaar de hand reiken. Want al was ten slotte de bereidingswijze en de chemische samenstelling komen vast te staan, waar was de machine te vinden, waarmede de vervaar diging in het groot kon plaats hebben In de overtuiging, dat de voor geen moeilijkheden te rugdeinzende techniek ook hier raad zou weten te schaffen, toog m'en op zoek naar een machine fabriek, wier taak moest bestaan in de practische verwezenlijking dezer nieuwe fabricatiemethode. Ook deze moeilijkheid werd ten slotte over wonnen en wij geven onzen lezers hierbij een tweetal afbeeldingen van een machine, waarvan zonder kans op tegenspraak kan worden gezegd, dat zij de uiterste vernuftigheid met de grootst denkbare hygiëne in zich vereenigt. Op fig. 1 ziet men de achterzijde der machine, Waar de fabricatie een aanvang neemt. Een stapel van 12 houten bakken worden in de machine geplaatst, die ze automatisch één voor één afneemt en verder leidt. Zijn de 12 bakken weggevoerd, dan wordt een nieuwe stapel in gezet; voor een geregelde fabricatie van be teekenis moet men de beschikking hebben over tenminste 5000 van zulke bakken. De machine vult de bakken met een soort poeder, waarvan de oppervlakte vervolgens door de machine zelf glad geborsteld wordt en even verder drukt een z.g. mal 240 vormen in de poedermassa. Inmiddels is aan de voorzijde van de machine (fig. 2) het eigenlijke chemische proces be gonnen, waardoor de vloeibare siroop tot een te „stollen" massa wordto mgewerkt. Na het inpersen van de vormen schuift de machine dén bak onder het vul-apparaat de vormen vol met een snelheid van 48 vullingen per seconde. Daarna verlaten de bakken de machine met be hulp van een transport-band, die ze in hetzelfde tempo, waarin zij de machine verlaten, naar de droogkamers voert. Wij waagden ons éven in deze volgens de nieuwste systemen geïsoleerde ruimte, maar de daar heerschende temperatuur van 120 gr. Fahrenheit maakte het noodzakelijk spoedig rechtsomkeert te maken. Wij noteerden nog even, dat dag en nacht moet wordén ge stookt om de temperatuur constant te houden. Gedurende acht dagen blijft de inhoud van de bakken aan deze bijna verzengende hitte blootgesteld, in welken tijd het „stollings"proces zich als het ware voltrekt. Daarna gaan de bak ken opnieuw in de machine, die ze automatisch ledigt, de bonbons van het poeder scheidt en deze door den op onze foto duidelijk zichtbaren trechter naar buiten afvoert. Daar worden ze opgevangen op metalen roosters, die daarna worden doorgeblazen met overhitten stoom ten einde de poederresten grondig te verwijderen en de bonbons glad en glanzend te maken. Dat doorblazen met stoom maakt het noodzakelijk de bonbons nog 2 X 24 uur te „drogen", waar na de roosters ook weer langs transport-banden naar de verpakkingsafdeeling gevoerd worden waar automatische vulmachines de prettige oran je doozen vullen en afsluiten. Op onze vraag of er geen kans bestond, dat het nieuwe preparaat de siroop, waaraan het zijn oorsprong dankt, zou verdringen, vernamen wij, dat dit natuurlijk zorgvuldig is overwogën, maar een diepgaand onderzoek heeft bewezen dat bij zeer velen de wensch bestond ook bui tenshuis de krachtig werkende bestandddeelen van Abdijsiroop te benutten ter bestrijding van aandoeningen der ademhalingsorganen, zoodat eenige vrees te dien opzichte niet behoefde te bestaan. De handige doos maakt dan ook het in den zak meenemen van het reeds meer dan 30,jaren populaire middel zeer gemakkelijk. Wij moesten afscheid nemén, wilden wij niet te veel beslag leggen op het niet tastbare, maar toch zoo kostbare bezit, waaraan vooral in het jachtende zaken- en industrieleven een chronisch gebrek schijnt te bestaan en waarvan het ver lies niet meer terug te winnen isden tijd. van hem die ons deze inlichtingen verstrekte,, maar die toch ook nog wel iets anders te doen: zou hebben, dan êen naar kopij speurenden kran tenman zijn taak te verlichten. Adv. Fig. I. Achterzijde van het machinecomplex. De met Abdijsiroop-bonbons gevulde bakken gaan in de machine, die ze ledigt en onmiddellijk daarna opnieuw vult.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 4