«ma
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
ALBUMS
maliën
I
10ER
FEUILLETON
Langs een diepen weg
ORECHT
20 °|0
No. 3607
WOENSDAG 15 JANUARI 1930
44ste JAARGANG
IN HOG SIGNO VINCES
lESrillli
ïdvoer
Rheimiatiek
Gemeenteraad.
senhouwerlj
3,175 R'dam
co zending
1 agentenj
fiog tot verbe»
m liet Rundvee
verflakkee
Goeree.
ocht de Stier
t V a a ii III
"ER DEKKING,
Alle stnkkea voor de Redactie bestemd, Advertentlën eai verdere Administratie, franco toe te tanden aan de Uitgevers
bestelde goe.
voor alle
van flakkee
zorgen
olieiG8, Rotterdam
JDER, Bode
elharms
1
arde Sorteering
e prijzen.
mm
tetten
vaarden
Dirksland
3351
v blaas niet te hoog van den
toren.
f bij „natuurlijk licht"?
Brieven uit Amerika.
Bronchitis en Kinkhoest
;erke.
O ct.
srfransstr. 72
TELEF. 1005 en 1946
'OOR korten tijd
jING op alle
en verfprijzen
ewone goede afstamming
lkgifte en vet.
voor f 3,- voor f 2,-
S Jz. te Sommelsdijk.
werd op de districts)
nd met een premie it f 50,
HET BESTUUR.
S SCHOEN te dragen
ïijtage schoenwerk
Jokter en Apotheker
droge en warme voeten
tnbevelend,
TEN Middelharnis
Deze Courait veischjjat eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling.
BUITENLAND bff vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN A ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regei
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die z$ beslaan.
Advertentlën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur
ijksche dienst
üismm.
u.
3TJES, Oude Tonge
maar niet beter
We lazen in „De Banier" weer een frappant
staaltje van laster.
Iemand vroeg welke roeping de Overheid
heeft ten aanzien van het tiende gebod.
Natuurlijk moet de Redactie van „De Banier"
trachten ook dat ti'ende gebod „Gij zult niet be-
geeren" toepasselijk te-maken voor de wereld
lijke Overheid.
Van allerlei wordt er daartoe bijgesleept, maar
de ééne werkelijke bedoeling van het tiende ge
bod, die we zoo klaar beantwoord vinden in de
viagen 113, 114 en 115 van onzen Catechismus,
laat de redactie stil rusten
NatuurlijkHoe zou de Overheid dat kun
nen toepassen
Doch dat is o.i. het ergste niet.
Het ergste is dat de redactie er Dr. Kuyper
weer bijhaalt, een stuk uit ons Program citeert
en dan laat volgen „Dr. Kuyper bond de Over
heid dus aan het natuurlijke licht."
Hierin ligt de bedoeling om de lezers van de
Eanier wijs te maken, dat Dr. Kuyper in ons
Program en dus de Anti-Rev. partij die hetzelfde
standpunt inneemt de Overheid 'niet bindt aan
het Licht van Gods Woord.
Laster die telkens weerlegd werd, maar die
ook telkens weer door de S.G.P. wordt herhaald.
Men' behoeft het ten aanzien der A.-R. partij
blijkbaar zoo nauw niet te nemen.
Op de voorpagina van het zelfde blad, pro
beert de Redactie in een kolommenlang artikel
de redactie van „De Waarheidsvriend" zwart
te maken. De redactie spreekt daar van laster
en van een „bittere en vuile campagne, waartoe
zich „De Waarheidsvriend" leent."
We zouden zeggen 2ie toe op uzelf
Blaas niet te hoog van den toren
Want er gaat schier geen nummer van uw
pers of er staat laster in ten aanzien der A.-R.
'partij.
Laster, waarmee gij uw lezers tracht te ver
blinden en ze tot willige volgelingen van uw
afbraakpolitiek tracht te maken
Men behoeft maar heel weinig van het stand
punt der Anti-Rev. partij af te weten om te
kunnen voelen dat het dwaasheid is, dat zij de
Overheid aan het natuurijk licht zonder meer
zou willen binden.
Het program van beginselen zelf weerlegt
dat al.
Maar ook wie de moeite neemt om „Ons Pro
gram" van Dr. Kuyper te lezen en vooral „zijn
in lateren jaren geschreven werk „Anti-Rev.
Staatkunde" weet dat Dr. Kuyper de overheid
wel terdege aan het bizondere licht der Gods-
Openbaring bindt.
Ook de Redactie van „De Banier" weet dit,
móét dat weten.
Maar er is drieërlei manier waarop m'en aan
de bizondere Godsopenbaring gebonden kan zijn.
Ie. rechtstreeks, zooals het oude Verbonds
volk Israël.
2e. door de kerk zooals bij Rome.
3e. door het eigen geweten, zooals de Refor
matie bijzonderlijk Calvijn ons leerde.
En zooals ieder mensch in zijn geweten aan
het Woord van God gebonden moet zijn, zoo
moet het ook de Overheid zijn.
Dat is het principieele Anti-Rev. standpunt,
een standpunt dat aan de S.G.P. nog nooit ge
lukt is op goede gronden te weerleggen, ondanks
de studiecommissie die in het leven geroepen is
en weer ontbonden werd, omdat ze wèl zwanger
was maar blijkbaar geen kracht had-om te baren.
En omdat men zelf geep positief standpunt
kan innemen ten aanzien dezer materie en in
het negatieve hangen bleef, doet men nu net als
een kwajongen en gaat schelden op die Anti-
Rev. partij, die de Overheid aan het natuurlijk
licht bindt
Inderdaad wel een mooi, wel een „christelijk"
standpunt.
En dat vult dan maar die Banier op met
heel vrome en heel lange meditatiën.
Wat moet er de wereld niet van zeggen
Beste Vriend
Oudejaarsavond is een van de meest ge
wichtigste avonden van het jaar. Vele van onze
Hollandsche Amerikanen vieren dezen avond
evenals zij dit in het oude Vaderland deden.
Moeder heeft gezorgd, als straks de kerk uit
komt, dat de kinderen een extra versiiapering
hebben.Vele van onze moeders staan den laatsten
halven dag van 't jaar te bakken, en weten het
zoo smakelijk te maken, dat de kinderen ver
langend uitzien naar het oogenblik, dat het
rondgedeeld zal worden. Ja, er is veel in onze
echt Hollandsch Christelijke traditie, dat ons lief
is. Er zijn zoovele van die kleine dingetjes, die
het huiselijk gezinsleven verrijken. Ik weet wel,
velen in Nederland maken van die dagen een
dronkemanspartijtje, maar dit is toch niet zoo
in een goed Christelijk gezin.
En dan die Oudejaarsavonddienst in de kerk
Dit is een geheel anderen dan alle andere
diensten. Ik herinner mij een Oudejaarsavond-,
preek, 18 jaar geleden. Het was de eerste, die
ik in Amerika hoorde. Het was uit Ps. 119 59,
alleen deze woorden: „Ik heb mijne wegen be
dacht." Spreker zeide: als zijn preek dit alleen
maar uitwerkte, dat wij op Oudejaarsavond on
zen weg overdachten, dan had zij haar doel be
reikt; dan zou een stilzwijgend mediteeren ook
in dit bedehuis een rijken zegen zijn voor de
gemeente. En dit maakt den Oudejaarsavond zoo
rijk. Zij is een mijlpaal, waarbij wij eens neer
gaan zitten, en omzien om in onze gedachten
het afgeloopen jaar de revue te laten passeeren.
Wat een zegeningen, wat een weldaden zijn
ons deel geweestEn wat e'en ontrouw is daar
tegenover door ons misdreven. Zoo, maar zóó
alleen komt de Oudejaarsavond tot zijn recht,
eu zoo alleen heeft zij een zegenrijke uitwerking
óók op ons gezin. Als wij zoo met de kinderen,
die God ons schonk, het jaar eindigen, dan
kan het niet uitblijven of wij zullen, wanneer de
laatste 12 slagen door onze woonkamer klinken,
met de onzen onze knieën buigen en schuld
belijdenis doen van onze zonden in het vervlogen
jaar. Dan kan de Oudejaarsavond middel zijn,
dat bij ons pen ernstig voornemen bewerkt wordt
om het nieuwe jaar in een meer godzalig leven
door te brengen. Schenke de Heere u allen, die
mijn brief lezen, dezen Oudejaarsavondzegen.
En bij den aanvang van 1930 ook mijn hed
en zegenwenschen. Als wij deelgenooten mogen
zijn van de hierboven genoemde Oudejaars
avondzegen, dan hebben wij eigenlijk alles. Ik
denk wel eens: werd daar door ons maar meer
op gelet. Het schijnt wel alsof tegenwoordig alles
opgaat in de materie. God te dienen naar Zijn
Woord wordt helaas ook in Amerika minder
eu minder. De rooverijen, wat wij hier noemen
„Robbery", neemt bij den dag toe. De couranten
staan er vol van. Men loopt zoo maar e'en
winkel of een bank in met een geladen revolver
en eischt al het geld op wat aanwezig is. Indien
aan den eisch niet direct wordt voldaan, schiet
men de menschen eenvoudig dood. Buiten staat
een auto te wachten, die zoo spoedig mogelijk
ziet te ontkomen. Wat helaas ook zeer dikwijls
gelukt.
Verleden week is hier in de buurt nog een
bank voor 90.000 bestolen, en van de daders
is geen spoor te vinden. Het is verleden zomer
gebeurd met een man, die van de markt kwam.
Hij had ca. 40 in zijn zak. Opeens rijdt een
auto naast hem, een kerel schiet een kogel door
zijn voorruit en gelast hem te stoppen. En daar
na vroeg hij al zijn geld wat hij bij zich had.
Een autonummer had de roover niet aan zijn
car, dus er was geen mogelijkheid om uit te
vinden wie hij was.
Als ze gepakt worden, gaan zij voor levens
lang achter slot. Maar zoo ik zeide; er ont
komt er nog al eens een. En dan is er ook nog
een andere rooverij.. Dit is dat men woeker
neemt. Gelukkig, dat aan de concurrentie hier
paal en perk gesteld is, anders was dit ook niet
te overzien. Ik heb dit ook bij jullie ondervonden
toen ik met een auto over het Haringvliet moest.
Dat is ook echte „robbery" om 6 of 7 gulden
af te nemen voor een overtocht. Ik kan niet
begrijpen, dat daar niet tegen geprotesteerd
wordt. En misschien is dat ook wel gedaan,
maar zonder resultaat. Die groote maatschap
pijen zijn dikwijls zoo machtig, dat het publiek
machteloos daar tegenover staat.
De eerste 10 dagen van het nieuwe jaar heb
ben wij gelegenheid onze belasting van het vo
rige jaar te betalen. Wij betalen dit aan een
man, die door het volk daartoe verkozen wordt.
Hij ontvangt zoo wat 1 percent van wat op tijd
inkomt en 3 percent van wat na de 10de Januari
inkomt, maar die 3 percent moet de belasting
betaler betalen Een deel van die belasting moet
hij aan den gouvernement-penningmeester af
staan, een tweede deel is voor den Staat, en
het derde is voor de plaatselijke behoeften, zoo
als openbare school, wegen enz. Mijn totale be
lasting is 80.00 per jaar; daarvan is 40.00
voor de publieke school. Dit is daarom zoo
hoog, omdat wij in een schooldistrict wonen,
waar tot de 10e klas onderwezen wordtvNu
kunnen wij dit wel afstemmen, maar al zijn wij
voorstanders van de vrije Christelijke school,
de publieke school moet toch ook zoo goed
wezen als het kan
Onze wegencommissie gaat in 't najaar eens
over de wegen. En dan mérkt zij aan waar wat
grint op moet. Dit kunnen de boeren zelf doen
als zij willen. Zoodoende kan men, vooral als
men een vrachtauto heeft, soms heel wat van
die belasting verdienen. Het komt in den winter.
Die tijd genoeg heeft 'en zin kan dit dus doen.
Verleden jaar heb ik in een paar dagen zoo
doende de helft van mijn belasting verdiend. Die
wegencommis?ies worden betaald als zij werken,
als er niets te doen is krijgen zij niets. Als zij
b.v. de wagens vol helpen scheppen met grint
krijgen zij 4 dollar per dag, of als er een greppel
De pija is te verzachten,
het lijden te verminderen!
Wacht niet tot de kwaal ver
ergert, masseer direct met
AKKER'»
KLOOSTERBALSEM
nufacturen, gemaakte dames- en heerenkleeding,
meubelen, potten en pannen, alles wat maar
uoodig is in de huishouding. En hij is ook be
dienaar der begrafenis Een echte Amerikaan
Toen ik van den zomer hem ging groeten, omdat
ik naar Nederland ging, zeide hij: Well God
bless you boy, and if you run short on money,
just wire me. (Wel, God zegen je, jongen En
als je geld tekort komt, telegrafeer mij maar
Zóó leven wij in Amerika
Nu, tot de volgende week.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
verzacht verrassend^
snel.
,Geen goud
too goed."
gemaakt moet worden langs den weg of iets
anders, dan worden zij betaald. Zoo is het ook
met onz'en plaatselijken agent van politie. Als
zijn hulp noodig is bij een vergadering of bij
een wedstrijd, of dat iemand aangifte bij hem
doet, dat hij bestolen is, of eenig ander ding,
dan wordt hij per uur betaald, maar als er niets
voor hem te doen is, dan krijgt hij ook niets.
Dit politie-zijn is dan ook maar wat bijverdien
ste. Natuurlijk hebben wij onzen country cheriff,
maar die is cheriff over 17 dorpen. Die heeft
dan ook werk genoeg en is tevens gevangen
bewaarder van de country gevangenis. Ook
onzen mayor of burgemeester krijgt geen geld
als hij er niet voor werkt, voor de administratie
en de leiding van onze gemeente-vergadering
krijgt hij 3.00 en soms vergaderen zij eens in
de maand. Dus die man wordt daar ook niet
rijk van 1 Ook stemm'en wij iedere twee jaar
voor die functie, maar onze edele mayor (bur
gemeester) heeft nooit een tegencandidaat. Hij
is dit al 23 jaar. Hij is een bekwaam zakenman,
een echte burgervader. Elkeen gaat bij hem om
raad. Hij is spekslager en vleeschhouwer en
heeft een kruidenierswinkel en verkoopt; ma-
Vergadering van den Raad der gemeente
OUDDORP, op Vrijdag 10 Januari,
des n.m. 2.30 uur.
Voorzitter burgemeester Gobius du Sart.
Afwezig met kennisgeving wegens ziekte de
heef Mastenbroek. -
De VOORZITTER opent de vergadering met
gebed en zegt daarna den Raadsleden dank
voor de bij de wisseling des jaars ontvangen
gelukwénschen. Spr. biedt wederkeerig zijn heil-
wenschen aan en hoopt, dat het voor de Raads
leden en hun gezinnen een in alle opzichten ge
lukkig jaar zal zijn. De vooruitzichten zijn wel
iswaar niet schitterend, gezien de lage prijzen
der veldvruchten, maar er zijn toch ook weer
lichtpunten, die ons met hoop en vertrouwen
de toekomst doen tegengaan. Was de geest, die
in 1929 in de Raadsvergaderingen heerschte,
altijd e'en prettige en aangename, spr. is er van
overtuigd, dat het in 1930 niet anders zal zijn.
Na deze woorden verklaart spr. de vergade
ring voor geopend en stelt' aan de orde punt 2
van de agenda: lezing notulen.
De notulen van de twee laatstgehouden ver
gaderingen worden voorgelezen en onveranderd
vastgesteld en geteekend.
Ingekomen stukken
Schrijven van Ged. Staten van Zuid-Holland,
dd. 30 Dec. 1929, waarbij goedgekeurd wordt
terugezonden de gemeenschappelijke regeling tot
electrificatie van West-Flakkee.
Schrijden van de Commissie tot wering van
schoolverzuim, waaruit blijkt, dat voor de com
missie 24 ouders zijn verschenen ten einde zich
Siroop per flesch 'i gld
Bonbons per doos 60 ct.
'Bij Apoth. en Drogisten
te verantwoorden voor het schoolverzuim van
hunne kinderen.
Schrijven van dezelfde commissie, waarin
wordt medegedeeld, dat de commissie tot voor
zitter voor 1930 heeft benoemd de heer J. West
hoeve en tot secretaris de heer C. Tiggehnan.
Schrijven van dezelfde commissie, waarin den
rederkracht« de
ins, Zaaimachi'
tortkarren voor
■nnizen.
impen met auto»
en manometer,
ng enz.
in, Blocdarmoedet
eponeerde middelen
4EESMIDDELEN
door
H. zeeberg.
31)
Wat eigenlijk. Zou het maar een los gerucht
zijn Of zou men zekerheid hebben Dit laat
ste was nog niet eens zeker. Misschien had
mén het een of ander] klokje hooren luiden.
Hij moest nog niet onmiddellijk in de put zitten.
Veerkrachtig stond Meerendonk op en ging
naar het kantoor.
Maar nauw was hij de kamer uit of een
onverklaarbare angst overviel hem. Hij had niet
den moed, om aan het werk te gaan.
Wat later dwaalde hij, diep in gedachten
verzonken, in den tuin.
Zonder dat hij er erg in had, sloeg zijn vrouw
hem opmerkzaam gade.
„Hij hééft wat", dacht ze. „Waarom zëqt hij
toch niets
En zij brac-ht haar hand naar het moege-
peinsde hoofd, dat berstte van de stekende pijn.
V.
Toen des Woensdagsmiddags de bel overging,
ir. stomme neerslachtigheid zaten allen in de
kamer, als voelden zij een groot geheim om
zich heenzweven, schrokk'en zij, het was de
laatste gewoonte, op.
Wies keek, zonder eenige reden, angstig naar
'Trude.
„Ik zal wel gaan", zei deze.
Maar bij de deur liep zij, verschrikt, een paar
passen terug.
Vóór haar stond Mr. Zeldenrust, de Officier
van Justitie, Mr. de Graaff, een rechter in de
rechtbank van Midstad, en twee andere per
sonen, die zij niet kende.
Alle kleur week uit Trude's gelaat. Als een
riethalm in den wind beefde zij op haar bee-
ne,'. Maar waarom wist zij niet.
Dt heeren stapten binnen en sloten de voor
deur achter zich dicht. Trude merkte, in haar
verslagenheid, toch nog op, dat er een rijtuig
voor de stoep stond.
„Uw vader is thuis vroeg de officier.
„Ja, mijnheer", stamelde Trude, volkomen in
de war.
„Op het kantoor
„Neen, mijnheer, in de kamer."
„Verzoek hem op het kantoor te komen. Wij
wenschen hem te spreken.
Trude liep met looden schoenen naar binnen.
„Vader", zeide zij, „daar zijn Mr. Zeldenrust
en Mr. de Graaff. Ze willen u direct in het
kantoor spreken. Wat is dat toch
Het gelaat van Meerendonk werd aschgrauw.
Het was niet om aan te zien. Mevrouw Meeren
donk slaakte een gil van ontzetting.
„Nu ben ik een verloren man", zeide Meeren
donk en verliet, bevend over al zijn leden, het
vertrek.
Mevrouw, Trude en Wies bleven, in volslagen
wanhoop achter. De uitroep van haar man en
vadei; was voldoende geweest. Zonder iéts te
weten, wisten zij alles.
Mevrouw brak in e'en hartverscheurend snik
ken los.
„Wat gaat er toch met ons gebeuren
riep zij,
VI.
Een gevoel van diep medelijden overmeesterde
even Mr. Zeldenrust, toen hij Meerendonk, in
beklagenswaardigen toestand, naderen zag. Maar
cjaardoor mocht hij zich niet laten beheerschen.
„Mijnheer Meerendonk, wilt u ons voorgaan
naar uw kantoor", zei hij gebiedend, „wij moe
ten u spreken."
Zonder een woord te zeggen, op'ende Meeren
donk de deur en ging, gevolgd door het viertal,
naar binnen.
Mr. Zeldenrust zag Laansma en Betsy Ver
hagen aan het werk.
„Gij kunt wel gaan", zei hij kort.
Zij vertrokken, zonder eenige verwondering
te toonen, omdat zij op de hoogte waren. Let
terlijk ieder in het stadje sprak er over
Zwaar zuchtend zette Meerendonk zich in zijn
stoel, bevend en niet durvend opkijken.
„Mijnheer Meerendonk", begon Mr. Zelden
rust, vlakbij hem plaats nemend, „sinds 'enkele
dagen loopt door Midstad het gerucht, dat ge
effecten hebt gestolen, die u ter bewaring waren
gegeven. Het gerucht is zóó hardnekkig, dat de
jusititie meent, zich zekerheid te moeten ver
schaffen. Die zekerheid kunt gij haar geven.
Is dat gerucht juist?"
Meerendonk keek niet op. Hij was verpletterd.
„Het is waar", zei hij.
„Aan den eenen kant ben ik blij, dat u on
middellijk bekent. Natuurlijk waren wij al op de
hoogte. Mej. Mieras, die het gerucht niet in de
wereld heeft gebracht, heeft ons er ten slotte
mededeeling van moeten doen. Het spijt mij
vreeselijk voor u. Maar u weet de gevolgen
„Ja", knikte Meerendonk, die als wezenloos
in zijn stoel zat.
„Kunt u ons ook iets meedeelen omtrent de
kas van „Boschzicht" vroeg de officier van
Justitie.
„Er ontbreekt zeshonderd gulden aan", steunde
Meerendonk.
,Hebt ge die in uw zaak gebruikt
„Ja", knikte hij.
Mr. Zeldenrust keek naar den rechter, die
ijverig het voorloopige verhoor zat op te tee-
kenert
Zij wisselden een blik van verstandhouding.
„Dan is ons werk hier afgeloopen, mijnheer
Meerendonk. Uw kantoor zal voorloopig ver
zegeld worden. En wat u zelf betreft, u moet
meegaan met deze Rijksveldwachters, die u naar
het Huis van Bewaring zullen brengen. Voor
uw deur staat e'en rijtuig. U moogt nog even
van vrouw en kinderen afscheid nemen, als u
dat verkiest.
Mr. Zeldenrust sprak op bevelenden, zake-
lijken toon. Maar zijn gelaat verried een innig
deelnemen met den beklagenswaardigen Mee
rendonk.
Deze bleef, als versteend, zitten. Blijkbaar was
het nog niet goed tot hem doorgedrongen, wat
er gebeuten ging.
Eén der Rijksveldwachters, zij waren in civiel,
legde de hand op zijn schouder.
„Kom, mijnheer", zeide hij.
Willoos stond Meerendonk op, en ging, ge
volgd door den Officier een een veldwachter,
naar de huiskamer
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
I.
Vol schrik en angst keken de drie vrouwen
de binnenkomenden aan. Mr. Zeldenrust wou
juist den mond opendoen, toen Meerendonk in
een jammerkreet, die door merg 'en been drong,
uitbarstte: „Zij nemen mij gevangen. Ik heb
effecten gestolen 't Is waar Maar ik
was niet slechtO, waar heb ik dit aan
verdiend
Snikkend viel hij in zijn stoel.
Trude en Wies waren opgesprongen en gre
pen hem bij den arm.
„O vader, dat mag nietU blijft hier Dat
is niet waar Dat kan niet waar zijn
„Ja, 't is wel waar" steunde Meerendonk. „O,
vergeef mij toch. - Ik deed het niet uit slecht
heid 'k Wilde jullie niet in ongerustheid
brengen. 't Zou wel gegaan zijn Maar nu
is het uitgekomen. En nu krijg ik mijn ver
diende straf
Hij schreide
Mevrouw Meerendonk gilde.
Al de angst der laaaste dag'en, die zij opge
kropt had, niet wetend, wat er was, al die angst
maakte haar nu, nu zij alles wist, schier krank
zinnig,
Met een paar verwilderde oogen zag zij Mr.
Zeldenrust, die, getroffen door het tooneel, toe
keek, aan.
„Ge zult hem niet meenemen, verstaat ge
siste zij als het ware.
„Ik moet mijn plicht doen, Mevrouw", merkte
de Officier op. „Uw man heeft volledig be
kend."
Mevrouw Meerendonk liep op haar man toe,
sloeg de armen om zijn hals en vlijde haar hoofd
tegen het zijne.
,,'t Is niet waar, hé mannetje vroeg zij op
een toon, waaruit haar grenzelooze liefde klonk.
„Ja, Bertha. O, vergeef mij toch. 'k Had
stroppen met borgstellingen in de zaak.
'k Dacht, dat het nog wel gaan zou. Maar
dan moest ik wat geld hebben. Ik kon het
niet krijgen, zonder opzien te wekk'en. Toen
nam ik het geld uit de kas van „Boschzicht".
En drie effecten van de weduwe Mieras, die
zij mij in bewaring had gegeven. Ik ben een
dief. O, vergeef, vergeef me toch - 'k
Wilde niets van mijn moeilijkheden zeggen, om
je niet te verontrusten. Maar dit is veel
erger. O, kon ik maar blijven, om alles weer
goed te maken."
Hortend en stootend waren deze korte volzin
nen er uit gekomen. Met ontzetting hadden de
drie vrouwen geluisterd.
Nu was al het vreemde do'en van vader, de
laatste drie maanden, opgehelderd. O, wat had
hij geleden, zonder er iets van te zeggen Geen
woord van verwijt kwam over de lippen.
Er was alleen een diep medelijden.
„Kom, mijnheer Meerendonk, neem afscheid",
hoorde Trude Mr. Zeldenrust zeggen.
Smeekend keek zij hem aan.
„Och, neem vader niet meer. Hij is niet slecht,
ik zweer het u. Vader zal alles weer goed
maken."
,,'t Spijt me ontzettend", antwoordde hij,
„maar het Recht moet zijn loop hebben."
Wies brak in jammerklachten uit.
(Wordt vervolgd).