«ma Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. ALBUMS maliën I 10ER FEUILLETON Langs een diepen weg ORECHT 20 °|0 No. 3607 WOENSDAG 15 JANUARI 1930 44ste JAARGANG IN HOG SIGNO VINCES lESrillli ïdvoer Rheimiatiek Gemeenteraad. senhouwerlj 3,175 R'dam co zending 1 agentenj fiog tot verbe» m liet Rundvee verflakkee Goeree. ocht de Stier t V a a ii III "ER DEKKING, Alle stnkkea voor de Redactie bestemd, Advertentlën eai verdere Administratie, franco toe te tanden aan de Uitgevers bestelde goe. voor alle van flakkee zorgen olieiG8, Rotterdam JDER, Bode elharms 1 arde Sorteering e prijzen. mm tetten vaarden Dirksland 3351 v blaas niet te hoog van den toren. f bij „natuurlijk licht"? Brieven uit Amerika. Bronchitis en Kinkhoest ;erke. O ct. srfransstr. 72 TELEF. 1005 en 1946 'OOR korten tijd jING op alle en verfprijzen ewone goede afstamming lkgifte en vet. voor f 3,- voor f 2,- S Jz. te Sommelsdijk. werd op de districts) nd met een premie it f 50, HET BESTUUR. S SCHOEN te dragen ïijtage schoenwerk Jokter en Apotheker droge en warme voeten tnbevelend, TEN Middelharnis Deze Courait veischjjat eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling. BUITENLAND bff vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN A ZONEN SOMMELSDIJK Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regei DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die z$ beslaan. Advertentlën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur ijksche dienst üismm. u. 3TJES, Oude Tonge maar niet beter We lazen in „De Banier" weer een frappant staaltje van laster. Iemand vroeg welke roeping de Overheid heeft ten aanzien van het tiende gebod. Natuurlijk moet de Redactie van „De Banier" trachten ook dat ti'ende gebod „Gij zult niet be- geeren" toepasselijk te-maken voor de wereld lijke Overheid. Van allerlei wordt er daartoe bijgesleept, maar de ééne werkelijke bedoeling van het tiende ge bod, die we zoo klaar beantwoord vinden in de viagen 113, 114 en 115 van onzen Catechismus, laat de redactie stil rusten NatuurlijkHoe zou de Overheid dat kun nen toepassen Doch dat is o.i. het ergste niet. Het ergste is dat de redactie er Dr. Kuyper weer bijhaalt, een stuk uit ons Program citeert en dan laat volgen „Dr. Kuyper bond de Over heid dus aan het natuurlijke licht." Hierin ligt de bedoeling om de lezers van de Eanier wijs te maken, dat Dr. Kuyper in ons Program en dus de Anti-Rev. partij die hetzelfde standpunt inneemt de Overheid 'niet bindt aan het Licht van Gods Woord. Laster die telkens weerlegd werd, maar die ook telkens weer door de S.G.P. wordt herhaald. Men' behoeft het ten aanzien der A.-R. partij blijkbaar zoo nauw niet te nemen. Op de voorpagina van het zelfde blad, pro beert de Redactie in een kolommenlang artikel de redactie van „De Waarheidsvriend" zwart te maken. De redactie spreekt daar van laster en van een „bittere en vuile campagne, waartoe zich „De Waarheidsvriend" leent." We zouden zeggen 2ie toe op uzelf Blaas niet te hoog van den toren Want er gaat schier geen nummer van uw pers of er staat laster in ten aanzien der A.-R. 'partij. Laster, waarmee gij uw lezers tracht te ver blinden en ze tot willige volgelingen van uw afbraakpolitiek tracht te maken Men behoeft maar heel weinig van het stand punt der Anti-Rev. partij af te weten om te kunnen voelen dat het dwaasheid is, dat zij de Overheid aan het natuurijk licht zonder meer zou willen binden. Het program van beginselen zelf weerlegt dat al. Maar ook wie de moeite neemt om „Ons Pro gram" van Dr. Kuyper te lezen en vooral „zijn in lateren jaren geschreven werk „Anti-Rev. Staatkunde" weet dat Dr. Kuyper de overheid wel terdege aan het bizondere licht der Gods- Openbaring bindt. Ook de Redactie van „De Banier" weet dit, móét dat weten. Maar er is drieërlei manier waarop m'en aan de bizondere Godsopenbaring gebonden kan zijn. Ie. rechtstreeks, zooals het oude Verbonds volk Israël. 2e. door de kerk zooals bij Rome. 3e. door het eigen geweten, zooals de Refor matie bijzonderlijk Calvijn ons leerde. En zooals ieder mensch in zijn geweten aan het Woord van God gebonden moet zijn, zoo moet het ook de Overheid zijn. Dat is het principieele Anti-Rev. standpunt, een standpunt dat aan de S.G.P. nog nooit ge lukt is op goede gronden te weerleggen, ondanks de studiecommissie die in het leven geroepen is en weer ontbonden werd, omdat ze wèl zwanger was maar blijkbaar geen kracht had-om te baren. En omdat men zelf geep positief standpunt kan innemen ten aanzien dezer materie en in het negatieve hangen bleef, doet men nu net als een kwajongen en gaat schelden op die Anti- Rev. partij, die de Overheid aan het natuurlijk licht bindt Inderdaad wel een mooi, wel een „christelijk" standpunt. En dat vult dan maar die Banier op met heel vrome en heel lange meditatiën. Wat moet er de wereld niet van zeggen Beste Vriend Oudejaarsavond is een van de meest ge wichtigste avonden van het jaar. Vele van onze Hollandsche Amerikanen vieren dezen avond evenals zij dit in het oude Vaderland deden. Moeder heeft gezorgd, als straks de kerk uit komt, dat de kinderen een extra versiiapering hebben.Vele van onze moeders staan den laatsten halven dag van 't jaar te bakken, en weten het zoo smakelijk te maken, dat de kinderen ver langend uitzien naar het oogenblik, dat het rondgedeeld zal worden. Ja, er is veel in onze echt Hollandsch Christelijke traditie, dat ons lief is. Er zijn zoovele van die kleine dingetjes, die het huiselijk gezinsleven verrijken. Ik weet wel, velen in Nederland maken van die dagen een dronkemanspartijtje, maar dit is toch niet zoo in een goed Christelijk gezin. En dan die Oudejaarsavonddienst in de kerk Dit is een geheel anderen dan alle andere diensten. Ik herinner mij een Oudejaarsavond-, preek, 18 jaar geleden. Het was de eerste, die ik in Amerika hoorde. Het was uit Ps. 119 59, alleen deze woorden: „Ik heb mijne wegen be dacht." Spreker zeide: als zijn preek dit alleen maar uitwerkte, dat wij op Oudejaarsavond on zen weg overdachten, dan had zij haar doel be reikt; dan zou een stilzwijgend mediteeren ook in dit bedehuis een rijken zegen zijn voor de gemeente. En dit maakt den Oudejaarsavond zoo rijk. Zij is een mijlpaal, waarbij wij eens neer gaan zitten, en omzien om in onze gedachten het afgeloopen jaar de revue te laten passeeren. Wat een zegeningen, wat een weldaden zijn ons deel geweestEn wat e'en ontrouw is daar tegenover door ons misdreven. Zoo, maar zóó alleen komt de Oudejaarsavond tot zijn recht, eu zoo alleen heeft zij een zegenrijke uitwerking óók op ons gezin. Als wij zoo met de kinderen, die God ons schonk, het jaar eindigen, dan kan het niet uitblijven of wij zullen, wanneer de laatste 12 slagen door onze woonkamer klinken, met de onzen onze knieën buigen en schuld belijdenis doen van onze zonden in het vervlogen jaar. Dan kan de Oudejaarsavond middel zijn, dat bij ons pen ernstig voornemen bewerkt wordt om het nieuwe jaar in een meer godzalig leven door te brengen. Schenke de Heere u allen, die mijn brief lezen, dezen Oudejaarsavondzegen. En bij den aanvang van 1930 ook mijn hed en zegenwenschen. Als wij deelgenooten mogen zijn van de hierboven genoemde Oudejaars avondzegen, dan hebben wij eigenlijk alles. Ik denk wel eens: werd daar door ons maar meer op gelet. Het schijnt wel alsof tegenwoordig alles opgaat in de materie. God te dienen naar Zijn Woord wordt helaas ook in Amerika minder eu minder. De rooverijen, wat wij hier noemen „Robbery", neemt bij den dag toe. De couranten staan er vol van. Men loopt zoo maar e'en winkel of een bank in met een geladen revolver en eischt al het geld op wat aanwezig is. Indien aan den eisch niet direct wordt voldaan, schiet men de menschen eenvoudig dood. Buiten staat een auto te wachten, die zoo spoedig mogelijk ziet te ontkomen. Wat helaas ook zeer dikwijls gelukt. Verleden week is hier in de buurt nog een bank voor 90.000 bestolen, en van de daders is geen spoor te vinden. Het is verleden zomer gebeurd met een man, die van de markt kwam. Hij had ca. 40 in zijn zak. Opeens rijdt een auto naast hem, een kerel schiet een kogel door zijn voorruit en gelast hem te stoppen. En daar na vroeg hij al zijn geld wat hij bij zich had. Een autonummer had de roover niet aan zijn car, dus er was geen mogelijkheid om uit te vinden wie hij was. Als ze gepakt worden, gaan zij voor levens lang achter slot. Maar zoo ik zeide; er ont komt er nog al eens een. En dan is er ook nog een andere rooverij.. Dit is dat men woeker neemt. Gelukkig, dat aan de concurrentie hier paal en perk gesteld is, anders was dit ook niet te overzien. Ik heb dit ook bij jullie ondervonden toen ik met een auto over het Haringvliet moest. Dat is ook echte „robbery" om 6 of 7 gulden af te nemen voor een overtocht. Ik kan niet begrijpen, dat daar niet tegen geprotesteerd wordt. En misschien is dat ook wel gedaan, maar zonder resultaat. Die groote maatschap pijen zijn dikwijls zoo machtig, dat het publiek machteloos daar tegenover staat. De eerste 10 dagen van het nieuwe jaar heb ben wij gelegenheid onze belasting van het vo rige jaar te betalen. Wij betalen dit aan een man, die door het volk daartoe verkozen wordt. Hij ontvangt zoo wat 1 percent van wat op tijd inkomt en 3 percent van wat na de 10de Januari inkomt, maar die 3 percent moet de belasting betaler betalen Een deel van die belasting moet hij aan den gouvernement-penningmeester af staan, een tweede deel is voor den Staat, en het derde is voor de plaatselijke behoeften, zoo als openbare school, wegen enz. Mijn totale be lasting is 80.00 per jaar; daarvan is 40.00 voor de publieke school. Dit is daarom zoo hoog, omdat wij in een schooldistrict wonen, waar tot de 10e klas onderwezen wordtvNu kunnen wij dit wel afstemmen, maar al zijn wij voorstanders van de vrije Christelijke school, de publieke school moet toch ook zoo goed wezen als het kan Onze wegencommissie gaat in 't najaar eens over de wegen. En dan mérkt zij aan waar wat grint op moet. Dit kunnen de boeren zelf doen als zij willen. Zoodoende kan men, vooral als men een vrachtauto heeft, soms heel wat van die belasting verdienen. Het komt in den winter. Die tijd genoeg heeft 'en zin kan dit dus doen. Verleden jaar heb ik in een paar dagen zoo doende de helft van mijn belasting verdiend. Die wegencommis?ies worden betaald als zij werken, als er niets te doen is krijgen zij niets. Als zij b.v. de wagens vol helpen scheppen met grint krijgen zij 4 dollar per dag, of als er een greppel De pija is te verzachten, het lijden te verminderen! Wacht niet tot de kwaal ver ergert, masseer direct met AKKER'» KLOOSTERBALSEM nufacturen, gemaakte dames- en heerenkleeding, meubelen, potten en pannen, alles wat maar uoodig is in de huishouding. En hij is ook be dienaar der begrafenis Een echte Amerikaan Toen ik van den zomer hem ging groeten, omdat ik naar Nederland ging, zeide hij: Well God bless you boy, and if you run short on money, just wire me. (Wel, God zegen je, jongen En als je geld tekort komt, telegrafeer mij maar Zóó leven wij in Amerika Nu, tot de volgende week. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. verzacht verrassend^ snel. ,Geen goud too goed." gemaakt moet worden langs den weg of iets anders, dan worden zij betaald. Zoo is het ook met onz'en plaatselijken agent van politie. Als zijn hulp noodig is bij een vergadering of bij een wedstrijd, of dat iemand aangifte bij hem doet, dat hij bestolen is, of eenig ander ding, dan wordt hij per uur betaald, maar als er niets voor hem te doen is, dan krijgt hij ook niets. Dit politie-zijn is dan ook maar wat bijverdien ste. Natuurlijk hebben wij onzen country cheriff, maar die is cheriff over 17 dorpen. Die heeft dan ook werk genoeg en is tevens gevangen bewaarder van de country gevangenis. Ook onzen mayor of burgemeester krijgt geen geld als hij er niet voor werkt, voor de administratie en de leiding van onze gemeente-vergadering krijgt hij 3.00 en soms vergaderen zij eens in de maand. Dus die man wordt daar ook niet rijk van 1 Ook stemm'en wij iedere twee jaar voor die functie, maar onze edele mayor (bur gemeester) heeft nooit een tegencandidaat. Hij is dit al 23 jaar. Hij is een bekwaam zakenman, een echte burgervader. Elkeen gaat bij hem om raad. Hij is spekslager en vleeschhouwer en heeft een kruidenierswinkel en verkoopt; ma- Vergadering van den Raad der gemeente OUDDORP, op Vrijdag 10 Januari, des n.m. 2.30 uur. Voorzitter burgemeester Gobius du Sart. Afwezig met kennisgeving wegens ziekte de heef Mastenbroek. - De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en zegt daarna den Raadsleden dank voor de bij de wisseling des jaars ontvangen gelukwénschen. Spr. biedt wederkeerig zijn heil- wenschen aan en hoopt, dat het voor de Raads leden en hun gezinnen een in alle opzichten ge lukkig jaar zal zijn. De vooruitzichten zijn wel iswaar niet schitterend, gezien de lage prijzen der veldvruchten, maar er zijn toch ook weer lichtpunten, die ons met hoop en vertrouwen de toekomst doen tegengaan. Was de geest, die in 1929 in de Raadsvergaderingen heerschte, altijd e'en prettige en aangename, spr. is er van overtuigd, dat het in 1930 niet anders zal zijn. Na deze woorden verklaart spr. de vergade ring voor geopend en stelt' aan de orde punt 2 van de agenda: lezing notulen. De notulen van de twee laatstgehouden ver gaderingen worden voorgelezen en onveranderd vastgesteld en geteekend. Ingekomen stukken Schrijven van Ged. Staten van Zuid-Holland, dd. 30 Dec. 1929, waarbij goedgekeurd wordt terugezonden de gemeenschappelijke regeling tot electrificatie van West-Flakkee. Schrijden van de Commissie tot wering van schoolverzuim, waaruit blijkt, dat voor de com missie 24 ouders zijn verschenen ten einde zich Siroop per flesch 'i gld Bonbons per doos 60 ct. 'Bij Apoth. en Drogisten te verantwoorden voor het schoolverzuim van hunne kinderen. Schrijven van dezelfde commissie, waarin wordt medegedeeld, dat de commissie tot voor zitter voor 1930 heeft benoemd de heer J. West hoeve en tot secretaris de heer C. Tiggehnan. Schrijven van dezelfde commissie, waarin den rederkracht« de ins, Zaaimachi' tortkarren voor ■nnizen. impen met auto» en manometer, ng enz. in, Blocdarmoedet eponeerde middelen 4EESMIDDELEN door H. zeeberg. 31) Wat eigenlijk. Zou het maar een los gerucht zijn Of zou men zekerheid hebben Dit laat ste was nog niet eens zeker. Misschien had mén het een of ander] klokje hooren luiden. Hij moest nog niet onmiddellijk in de put zitten. Veerkrachtig stond Meerendonk op en ging naar het kantoor. Maar nauw was hij de kamer uit of een onverklaarbare angst overviel hem. Hij had niet den moed, om aan het werk te gaan. Wat later dwaalde hij, diep in gedachten verzonken, in den tuin. Zonder dat hij er erg in had, sloeg zijn vrouw hem opmerkzaam gade. „Hij hééft wat", dacht ze. „Waarom zëqt hij toch niets En zij brac-ht haar hand naar het moege- peinsde hoofd, dat berstte van de stekende pijn. V. Toen des Woensdagsmiddags de bel overging, ir. stomme neerslachtigheid zaten allen in de kamer, als voelden zij een groot geheim om zich heenzweven, schrokk'en zij, het was de laatste gewoonte, op. Wies keek, zonder eenige reden, angstig naar 'Trude. „Ik zal wel gaan", zei deze. Maar bij de deur liep zij, verschrikt, een paar passen terug. Vóór haar stond Mr. Zeldenrust, de Officier van Justitie, Mr. de Graaff, een rechter in de rechtbank van Midstad, en twee andere per sonen, die zij niet kende. Alle kleur week uit Trude's gelaat. Als een riethalm in den wind beefde zij op haar bee- ne,'. Maar waarom wist zij niet. Dt heeren stapten binnen en sloten de voor deur achter zich dicht. Trude merkte, in haar verslagenheid, toch nog op, dat er een rijtuig voor de stoep stond. „Uw vader is thuis vroeg de officier. „Ja, mijnheer", stamelde Trude, volkomen in de war. „Op het kantoor „Neen, mijnheer, in de kamer." „Verzoek hem op het kantoor te komen. Wij wenschen hem te spreken. Trude liep met looden schoenen naar binnen. „Vader", zeide zij, „daar zijn Mr. Zeldenrust en Mr. de Graaff. Ze willen u direct in het kantoor spreken. Wat is dat toch Het gelaat van Meerendonk werd aschgrauw. Het was niet om aan te zien. Mevrouw Meeren donk slaakte een gil van ontzetting. „Nu ben ik een verloren man", zeide Meeren donk en verliet, bevend over al zijn leden, het vertrek. Mevrouw, Trude en Wies bleven, in volslagen wanhoop achter. De uitroep van haar man en vadei; was voldoende geweest. Zonder iéts te weten, wisten zij alles. Mevrouw brak in e'en hartverscheurend snik ken los. „Wat gaat er toch met ons gebeuren riep zij, VI. Een gevoel van diep medelijden overmeesterde even Mr. Zeldenrust, toen hij Meerendonk, in beklagenswaardigen toestand, naderen zag. Maar cjaardoor mocht hij zich niet laten beheerschen. „Mijnheer Meerendonk, wilt u ons voorgaan naar uw kantoor", zei hij gebiedend, „wij moe ten u spreken." Zonder een woord te zeggen, op'ende Meeren donk de deur en ging, gevolgd door het viertal, naar binnen. Mr. Zeldenrust zag Laansma en Betsy Ver hagen aan het werk. „Gij kunt wel gaan", zei hij kort. Zij vertrokken, zonder eenige verwondering te toonen, omdat zij op de hoogte waren. Let terlijk ieder in het stadje sprak er over Zwaar zuchtend zette Meerendonk zich in zijn stoel, bevend en niet durvend opkijken. „Mijnheer Meerendonk", begon Mr. Zelden rust, vlakbij hem plaats nemend, „sinds 'enkele dagen loopt door Midstad het gerucht, dat ge effecten hebt gestolen, die u ter bewaring waren gegeven. Het gerucht is zóó hardnekkig, dat de jusititie meent, zich zekerheid te moeten ver schaffen. Die zekerheid kunt gij haar geven. Is dat gerucht juist?" Meerendonk keek niet op. Hij was verpletterd. „Het is waar", zei hij. „Aan den eenen kant ben ik blij, dat u on middellijk bekent. Natuurlijk waren wij al op de hoogte. Mej. Mieras, die het gerucht niet in de wereld heeft gebracht, heeft ons er ten slotte mededeeling van moeten doen. Het spijt mij vreeselijk voor u. Maar u weet de gevolgen „Ja", knikte Meerendonk, die als wezenloos in zijn stoel zat. „Kunt u ons ook iets meedeelen omtrent de kas van „Boschzicht" vroeg de officier van Justitie. „Er ontbreekt zeshonderd gulden aan", steunde Meerendonk. ,Hebt ge die in uw zaak gebruikt „Ja", knikte hij. Mr. Zeldenrust keek naar den rechter, die ijverig het voorloopige verhoor zat op te tee- kenert Zij wisselden een blik van verstandhouding. „Dan is ons werk hier afgeloopen, mijnheer Meerendonk. Uw kantoor zal voorloopig ver zegeld worden. En wat u zelf betreft, u moet meegaan met deze Rijksveldwachters, die u naar het Huis van Bewaring zullen brengen. Voor uw deur staat e'en rijtuig. U moogt nog even van vrouw en kinderen afscheid nemen, als u dat verkiest. Mr. Zeldenrust sprak op bevelenden, zake- lijken toon. Maar zijn gelaat verried een innig deelnemen met den beklagenswaardigen Mee rendonk. Deze bleef, als versteend, zitten. Blijkbaar was het nog niet goed tot hem doorgedrongen, wat er gebeuten ging. Eén der Rijksveldwachters, zij waren in civiel, legde de hand op zijn schouder. „Kom, mijnheer", zeide hij. Willoos stond Meerendonk op, en ging, ge volgd door den Officier een een veldwachter, naar de huiskamer ZESTIENDE HOOFDSTUK. I. Vol schrik en angst keken de drie vrouwen de binnenkomenden aan. Mr. Zeldenrust wou juist den mond opendoen, toen Meerendonk in een jammerkreet, die door merg 'en been drong, uitbarstte: „Zij nemen mij gevangen. Ik heb effecten gestolen 't Is waar Maar ik was niet slechtO, waar heb ik dit aan verdiend Snikkend viel hij in zijn stoel. Trude en Wies waren opgesprongen en gre pen hem bij den arm. „O vader, dat mag nietU blijft hier Dat is niet waar Dat kan niet waar zijn „Ja, 't is wel waar" steunde Meerendonk. „O, vergeef mij toch. - Ik deed het niet uit slecht heid 'k Wilde jullie niet in ongerustheid brengen. 't Zou wel gegaan zijn Maar nu is het uitgekomen. En nu krijg ik mijn ver diende straf Hij schreide Mevrouw Meerendonk gilde. Al de angst der laaaste dag'en, die zij opge kropt had, niet wetend, wat er was, al die angst maakte haar nu, nu zij alles wist, schier krank zinnig, Met een paar verwilderde oogen zag zij Mr. Zeldenrust, die, getroffen door het tooneel, toe keek, aan. „Ge zult hem niet meenemen, verstaat ge siste zij als het ware. „Ik moet mijn plicht doen, Mevrouw", merkte de Officier op. „Uw man heeft volledig be kend." Mevrouw Meerendonk liep op haar man toe, sloeg de armen om zijn hals en vlijde haar hoofd tegen het zijne. ,,'t Is niet waar, hé mannetje vroeg zij op een toon, waaruit haar grenzelooze liefde klonk. „Ja, Bertha. O, vergeef mij toch. 'k Had stroppen met borgstellingen in de zaak. 'k Dacht, dat het nog wel gaan zou. Maar dan moest ik wat geld hebben. Ik kon het niet krijgen, zonder opzien te wekk'en. Toen nam ik het geld uit de kas van „Boschzicht". En drie effecten van de weduwe Mieras, die zij mij in bewaring had gegeven. Ik ben een dief. O, vergeef, vergeef me toch - 'k Wilde niets van mijn moeilijkheden zeggen, om je niet te verontrusten. Maar dit is veel erger. O, kon ik maar blijven, om alles weer goed te maken." Hortend en stootend waren deze korte volzin nen er uit gekomen. Met ontzetting hadden de drie vrouwen geluisterd. Nu was al het vreemde do'en van vader, de laatste drie maanden, opgehelderd. O, wat had hij geleden, zonder er iets van te zeggen Geen woord van verwijt kwam over de lippen. Er was alleen een diep medelijden. „Kom, mijnheer Meerendonk, neem afscheid", hoorde Trude Mr. Zeldenrust zeggen. Smeekend keek zij hem aan. „Och, neem vader niet meer. Hij is niet slecht, ik zweer het u. Vader zal alles weer goed maken." ,,'t Spijt me ontzettend", antwoordde hij, „maar het Recht moet zijn loop hebben." Wies brak in jammerklachten uit. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1930 | | pagina 1