Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. feuilleton Langs een diepen weg WOENSDAG 27 NOVEMBER 1929 44ste JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES «GRATIS a! ra fjo. 3593 IGINGS SI .VEN Ksa SS i W. BOEKHOVEN A ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco" toe te zenden aan de Uitgevers Een vergadering van Volksonderwijs". ROTTERDAM, Hoogstraat, hook Spui DEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofwog 6 grossier: Firma A. L. VERBRUGGE middelharnis. 1 TOINGSWEEK. ■van de Samenwerkende [Zendingsbureau Oegst- dagen „Offers" van de Inzameling loopt vermoe- aer. Immers er zijn Ge- Idingsweek wat later ge dachten tal van Predikan- >g niet is aangebroken om |k te betuigen, willen ge niet nalaten reeds nü innigen dank aan God deelen, dat zij opnieuw bereid zijn te helpen, meermalen gevraagd is nü die van het vorige Ideze gelegenheid ook be- |lem te zeggen néén Tal ven ditmaal uit, Zou de van de Zendings-week den die van het verleden i"-moeilijkheden daarvoor j?esturën wachten met vol |an groote en kleine na- te nemen, dat Christelijk p, dat de financieele resul- bsweek blijven onder die lingsweek wacht men Ir krachtigen steun. OPENING VAN HET pEBOUW DER NED. OUDE TONGE November 1929. dezen avond, onze pre- llom, even over 7 uur de por te laten zingen Ps. 84 bezoekers aanwezig, ter- leden der M.V. „Dorkas" Is" hebben plaats genomen. It na het zingen voor in Jesaja 35 voor en spreekt de vreugde, waarmede de hun terugkeer uit balling puin verrezen tempel in- st dezen avond, bij de in- eenigingsgebouw, iets van erste plaats reeds, omdat :n, in tegenstelling met vele tweede omdat het gebouw elijk schitterend van uit- n woord van lof en dank in architect De Ruijter van oofdaannemer L. Kardux, Snijders, den schilder N. d A. J. A. J. de Ligney, [den Tol en Mooijaart, van een woord van bijzonderen voor zijn activiteit en be- eze zaak. Ten slotte moet de beteekenis van dit ge- at het om Gods eer en gebouw zal gehouden wor- ,V., catechisatie, Zondags ledenvergadering Chr. Sch. Is in het middelpunt Gods wordt opgewekt tot dank schoone gebouw. ;en Ps. 146 4, waarna de ort namens de J.V. „Timo- torkas" den kerkeraad dank gebouw, waarin deze ver gaderingen zullen houden, lelijkheid der organisatie en uit, dat ook dit gebouw ig afwerpen. et woord H. Hartman, die st, getiteld „Een mislukking ordt geschetst de revolutie- a, de mislukking daarvan, waakzaamheid tegenover de munisten, tot steun aan den drachtige samenwerking. B. Maliepaard gelegenheid te lezen, welke handelt ng van Jezus te Nazareth", de zonde van de inwoners den Messias te verwerpen wordt gewaarschuwd tegen Messias ook door ons. en der M.V., onder bege- >1, eenige schoone liederen ordt pauze gehouden, dt de vergadering heropend m Ps. 68 vers 10. Tevens gehouden, welker opbrengst de Kerk. nu gegeven aan H. Kievit, het onderwerp „Samenle- ivijst op den vooruitgang op schappelijk gebied, op den estelijk gebied, op de, ook gewenschte vereeniging en m jongerën, maar ook tus- ngen, welke samenleving ook stand komen van dit Ver' aarvoor dank gezegd wordt ïej. Los een inleiding heeft Jacob en Ezau, waarin z'i verschil tusschen de beide open van het eerstgeboorte ret bedrog door Jacob ge' 'ertreken de M. V. 3este gegeven heeft, leest H. ledicht voor, getiteld „Waar- Ds. Vlasblom een kort slot- nk wordt gezegd aan allen, lebben om dezen avond te 'an nog zingen Ps. 118 1 en ebed. de aanwezigen een goeden in misschien voor de enkele S. D. A. P., die mee aanwe- nalaten konden nu en dan n. Deze Courait vet schijnt eiken WOENSDAG en 7ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b| vooruitbetaling. BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent. RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zf beslaan. Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. IN „ZOOVER BEHAALD SUCCES". In „Onze Eilanden" troffen we een verslag aan van de vergadering van „Volksonderwijs" te Middelharnis gehouden. Het is wel de moeite waard er even bij stil te staan. Dit verslag begint aldus Even 8 uur opent de voorz. de heer Van Loo de vergadering, waarbij hij als inleiding nog even memoreert aan de geschiedenis van de Chr. U.L.O. school en het daarbij in zoo ver behaald succes, dat deze school althans voorloopig van de baan is. Voorz. brengt hier nog een woord van dank aan de heeren Van 't Hof, de Valk en Menheer voor hun ijver en hun verknochtheid aan de Openbare school. Tevens aan de heeren onderteekenaars van het beroep bij Ged. Staten, aan den heer Van Diesen als woordvoerder en voorlichter bij dit beroep 'en betuigt voorz. tevens zijn ingenomenheid met de houding van „Onze Eilanden gedurende den schoolstrijd. Om met het laatste te beginnen: Onze Eilan den krijgt een pluim terwille van de door haar aangenomen „houding gedurende den school strijd." 't Is nog maar een paar weken geleden, dat het blad mét ophef zijn lezers wijs maakte, dat het „neutraal" was Van je vrienden moet je 't maar hebben, collega Genoeg hierover Opmerkelijk zijn de woorden van den voor zitter, den heer Van Loo, hoofd der Op'enbare schooi. Dat de Chr. U.L.O. school althans voorloopig van de baan is acht hij een behaald succes. Hierin ligt de gedachte opgesloten, dat Volksonderwijs" zich minder ten doel stelt, om de eventueele verkeerde middelen, welke voor stenders van Chr. onderwijs zouden kunnen gebruiken, te bestrijden, dan wel om de stich ting van Chr. scholen tegen te houden. Dat is sabotage van de wet, heeren opvoe ders 1 Durft gij, die geroepen zijt de aan U toevertrouwde kinderen op te voeden in alle Christelijke en maatschappelijke deugd'en, U op deze wijze te openbaren Intusschen, wanneer dat uw doel geweest is, om de Chr. U.L.O. school tegen te houden, dan is het „behaalde succes" maar een schrale over winning, wijl het een Pyrrhustriomf is Want de Chr. U.L.O. school komt er. En het „in zoover behaald succes" zal voor de vrijzinnige heeren in Middelharnis hierin eindigen, dat Flakkee beter dan ooit zal ge proefd hebben den bitteren haat en vijandschap dezer heeren tegen God en Zijn dienst. Een haat, die in deze heeren zóóver doorgevreten is, dat het hoofd der op'enbare school te Mid delharnis, de heer Van Loo, zich als voorzitter van „Volksonderwijs" solidair verklaren durft met het opeengehoopt riooolvuil, dat gedurende weken uit „Onze Eilanden" over ons eiland gevloeid is Dat „in zoover behaald succes" gunnen wij U, heeren van Volksonderwijs 1 MOET DAT IN MIDDELHARNIS ZOO BLIJVEN 7 Wij laten hier een ander stukje uit boven genoemd verslag volgen Aan de orde punt 5, de actie U.L.O. school. De voorz. herinnert er nog even aan, hoe wij in Januari opgeschrikt werden door de mare, dat er in alle stilte christelijke onder nemingen in voorbereiding waren; hoe de pogingen tot het terugtrekken der handtee- keningen faalden, doch dat ten slotte een paar handteekeningen aanvechtbaar bleken, waar onder als voornaamste die van T. Vroeginde- weij, in zijn kwaliteit als voogd over wees kinderen. De bestemming der weeskinderen n.l. behoort tot het mandaat der regenten. Daar bovendien de kinderen van dat Weeshuis vanouds de Openb. School bezoeken, pleit dit er voor, zij het dan slechts moreel, ze ook naar de Openbare U.L.O. school te zenden. Dat „opschrikken." is niet onvermakelijk. Inderdaad, de liefhebbers der openbare school 1 hebben wel reden om zoo nu en dan eens op te schrikken. Het gaat hun de laatste jaren niet naar den vleesche. Het aantal bizondere scholen klimt gestadig en gaat met een evenredige af neming der openbare scholen gepaard. De heeren moeten maar eens in eigen boezem zoeken, of daar niet een der oorzaken ligt 1 Dat „in alle stilte" is frappant voor de aan matiging der heeren van Volksonderwijs. Er is niet in alle stilte gewerkt, maar op heel ge wone wijze. Alleen is „Volksonderwijs" vooraf niet met de plannen op de hoogte gebracht. Dat zullen de heefen toch niet kwalijk kunnen nemen De „pogingen tot het terugtrekken der hand teekeningen faalden Inderdaad En dat heeft niet aan de actie der voorstanders van de openbare school ge legen. Zij hadden zoo openhartig voor Ged. Staten moeten zijn, om hun falen te erkennen. Dat zou een andere, een meer der waarheid conforme houding geweest zijn, dan zij daar nu aangenomen hebben. „De bestemming der weeskinderen behoort tot het mandaat der regenten." Dat is nog in onderzoek. Maar in ieder geval dient de vraag gesteld te worden: Moeten die kinderen de openbare school blijven bezoeken, omdat dit vanouds zoo was We zouden den "Raad van Middelharnis en het college van regenten en eventueel ook de voogden willen vragen: Behooren die kinderen die de gezinsopvoeding missen niet in de eerste plaats op de school met den Bijbel Met welk recht worden die kinderen op de openbare school gehouden Acht de Raad en de heeren regenten, die toch in groote meerderheid voorstanders der school met den Bijbel zijn, zich verantwoord als dit zoo blijft 7 „DE RAPPORTEN VAN DE INSPEC TEURS". Ook het volgende is aan hetzelfde verslag ontleend Voorz. betuigt verder zijn sympathie met de houding in deze der 3 vrijzinnige raads leden, in 't bizonder die van den heer Koese. De heer Van Eek stipt nog aan, als voor beeld van de christelijke praktijken, dat de regenten van het Weeshuis onkundig zouden zijn gelaten. De heer van 't Hof behandelt dan de rap porten van de Inspecteurs, wat o.a. aan leiding geeft tot de vraag, of de schrijvers der valsche handteekeningen vervolgd kunnen worden. Volgens een schrijven van het hoofd bestuur zou dit zeer zeker kunnen, doch daarbij dient in 't oog gehouden, dat de on derteekenaar dan de dupe wordt, terwijl de hoofdschuldigen, de geestelijke aanstichters, buiten schot blijven. Een actie in die richting achten wij dus om moreele gronden niet toe laatbaar. Om de wille van den „humor" wordt nog een epistel voorgelezen uit de „Voorwaarts", waarin op vermakelijke wijze de houding van enkele Chr. voorstanders en de gronden van lenst kijkei? Sst»KlND hun heilige verontwaardiging en verbolgenheid worden gedemonstreerd. In dit stukje treft men weer enkele cliché- uitdrukkingen aan„christelijke praktijken", „schrijvers van valsche handteekeningen", „hoofdschuldigen", „geestelijke aanstichters" enz. Dat moet naar buiten imponeeren Wanneer men in zekere verdachte buurten ii: Roterdam komt, dan treft men eenzelfde soort taaltje aan en dat intimideert dan de omstanders. Wie het beste scheldt en tiert heeft het ge wonnen De heeren van Volksonderwijs blijken wel goed thuis in dit argot 1 Het zijn ook de opvoeders tot alle christelijke en maatschappelijke deugden 1 Intusschen wijzen wij op het verband, dat in het volgende zinnetje van het verslag gelegd wordt: „De heer van 't Hof behandelt dan de rapporten; van de Inspecteurs, wat o.a. aan leiding geeft tot de vraag, of de schrijvers der valsche handteekeningen vervolgd kunnen wor den." Wie nu niet beter weet zou zoo zeggen, dat de rapporten van deze Inspecteurs een groote ongerechtigheid door de onderteekenaars der lijst gepleegd, aan het licht gebracht heeft. Im mers er staat: „wat o.a. aanleiding geeft En toch is het precies andersom De rapporten van Inspecteur en Hoofdin specteur, die beiden deo uders die teekenden persoonlijk en afzonderlijk bezocht en onder zocht hebb'en, konden niet anders melden, dan dat de lijst op één uitzondering, n.l. een geval dat hier buiten geding staat (Ooltgensplaat) in orde was. Dus dat er geen enkele valsche handteekening op voorkomt 1 En bovendien kan er van geen valsche hand teekening sprake zijn, want het aangevochte geval betrof een analphabetische vader die zijn zoon had laten teekenen op zijn last en onder zijn goedkeuring. Wanneer de heeren iets van de wet kennen zullen ze weten, dat in dezen zin van geen „valsche", hoogstens van een on geldige handteekening kan sprake zijn. Dat zijn de feiten 1 Waarom worden die feiten telkens weer door de heeren van „Volksonderwijs" verdraaid En wat te zeggen van menschen, die zóó de waarheid verkrachten en zich toch, gelijk de Pharizeërs, ten vierschaar zetten om over an deren te oordeelen Zulk e'en oordeel kinkt ons als het gekras van nachtvogels'in de ooren En dan ten slotte dat stukje om de „wille van den humor" I Dan wordt in die club van „Volksonderwijs" W 14i -- wast niet Mis ais _Ji ik beweer dat ÏÏjM 10 of 15 chp. ons JM voor deze Uitver. Hf koren kwaliteit. 1 zoo goed ais H y.T AB AKSFABR. J. GQutVQ G/ïOflIMOCM de „Voorwaarts", het sociaal-democratisch dag blad, te voorschijn gehaald Was het niet Aristoteles, die eenmaal sprak: „Simile simili gaudet", oftewel: „gelijk schept behagen in gelijk 1" Inderdaad, soort zoekt soort 1 „Volksonderwijs" en de „Voorwaarts". Zou er geen zielenverwantschap zijn? En dan komen de heeren met dat blad op Flakkee, om zich met den orthodoxen geest van Flakkee te vermaken. Zij zoeken op Flakkee een positie en leven van Flakkee en tevens vermaken zij zich door middel van een rood dagblad met den christe- lijken geest van het eiand. Wel een hoog standpunt I Vooral van opvoeders 1 DE OUDERAVONDEN DER OPEN BARE SCHOOL. Ten slotte nog iets uit hetzelfde verslag Bij de rondvraag komt, behalve eenige vertrouwelijke onderwerpen, o.a. ook de ouderavond ter sprake. Na eenige op- en aanmerkingen komt het vrijwel vast te staan, dat deze instelling is doodgebloed bij gebrek aan belangstelling van de ouders zélf, waar door nu wel niet het bestaans recht van dit instituut wordt betwist, echter wél de bestaans mogelijkheid wordt opgeheven. door H. ZEEBERG. 24) Hoe eenvoudiger, dacht hij, zou toch alles zijn, als zij het wist! Maar neen, dat moest niet. Hij moest het al leen maar dragen, dat was veel beter Was het nü eigenlijk geën dwaasheid, om zóó over die effecten te piekeren 't Was toch heen eenvoudig. En dan was hij voor langen tijd gered 1 Het wilde hem maar niet uit de gedachten. Maar, maar, als de weduwe Mieras er nu naar informeerde Kom, dat zou toch wel razend toevallig zijn Al ruim een jaar had hij ze voor haar in bewaring. Nog nooit was er met één woord over gerept. Niemand wist net, dan zij en yy en misschien, maar dat was nog niet eens zeker, haar zwager. Wel- nU'-Nran Was er °°k 9een 9evaar aan verbonden. Neen, de oplossing, zooals hij zich die dacht, was nog zoo kwaad niet Zoo piekerde hij al maar voort. Maar dan opeens kwam naar voren, dat hij, als hij het deed, een dief was, niets meer 'en niets anders. Het was een rauw woord. Hij schrok er van terug. jm zich dan weer te paaien: dat was geen diefstal. Hij ontstal de weduwe Mieras die ecten toch nietHij zou er zich voor scha- men> het te doen: een weduwe nog te berooven van dat, waarvan zij voor een deel leven moest. Neen, die gedachte was al te gek, om los v °°Pen. Hij gebruikte ze alleen maar. Ze 'amen weer terug. Niemand zou er ooit iets van weten Doodop werd Meerendonk vhn al dat denken en van al den strijd, die in zijn binnenste woelde. Vier uur hoorde hij de stadhuisklok nog slaan, maar het was flauw. Toen hij wakker schrok, was het acht uur. IV. „Niet te veel zeggen", zei de bediende tot het meisje vóór de schrijfmachine, „hij heeft weer één van zijn vervelende buien, 't Zal wel weer over gaan." „Nu, maar 'k vind het toch gruwelijk ver velend", was het antwoord. „Wat bezielt mijn heer tegenwoordig toch „Ja, dat is voor ons een vraag en voor hem een weet", meende Laansma, de bediende, la coniek. „Je weet, wat er gemompeld wordt, 'k Heb je het al eens gezegd." Betsy Verhagen trok den neus op. „Maar dat weten wij toch beter", merkte zij op. „Wij weten toch wel, dat de zaak niet slecht staat. Ik spreek het tenminste tegen, want het is niet zoo." „Och de zaak, de zaak", zei Laansma. „Dat weet ik ook wel. Wat klanten verloren, maar daar kunnen wij wel tegen." „Nu, wat bazelt men dan „Van wat gemompeld wordt weten wij niets en kunnen wij ook niets weten. Dat gaat buiten het kantoor om. Met het zaakje van Hermans en Zonruiter moet mijnheer geld verloren heb ben." „O, zat hij er dan met geld in vroeg Betsy. „Hij moet borg geweest zijn. En toen is hij natuurlijk aangesproken. Ten minste, dat zegt men. Ik weet er niets van", liet hij er voor zichtig op volgen. „O, dat verandert. Dan is het te verklaren, waarom mijnheer zoon Nurks is. Het is bar, den laatsten tijd. Je weet niet goed te doen. Het is maar aanmerking op aanmerking. Als 't niet verandert, dan zie ik ergens anders te komen." - ,,'k Heb er ook al aan gedacht. Maar dat is niet zoo eenvoudig. Stil, daar komt mijnheer." Zij waren ijverig aan het werk, toen Meeren donk weer binnenkwam en aan het bureau een spoorboekje nazag. ,,'k Moet vanmiddag de stad uit", zei hij plotseling, „en kom met den trein van half zeven terug. Jullie hebben zeker wel werk tot zes uur „Ja mijnheer", zeiden beiden haastig. Zij vonden het een opluchting, dat de patroon heenging. Als hij zoo'n bui had, was er toch geën huis mee te houden. Zij konden maar niet begrijpen, hoe een mensch zóó veranderen kon. Vroeger altijd zoo gul; een patroon uit duizend; niemand, met wien prettiger kon worden samengewerkt en nu altijd maar kribbig; zenuwachtig; gejaagd; vol aanmerkingen, meestal ongemotiveerd; 't was géén werken zoo; je was bang, om naar het kantoor te gaan; als hij in huis ook zoo was, dan konden Mevrouw en de dochters haar ple zier wel op V. Toen, des avonds, Meerendonk, na gegeten te hebbën, op het kantoor kwam, opende hij de brandkast en deponeerde er een flink bedrag in, dat hij uit zijn portefeuille haalde. Dan greep hij het kistje met de effecten van de weduwe Mieras, opende het en keek ze na. Er ontbraken er drie aan Even huiverig, sloot hij het dicht en zette het weer in de brandkast, zoo ver mogelijk uit het gezicht. Vervolgens ging hij terug naar de huiskamer en was den geheelen avond vroolijk en opge wekt. Zelfs het scherpe oog van Trude ontdekte niet, dat deze vroolijkheid geveinsd was. Vader was naar Middelburg geweest; hij had zeker goede zaken gemaakt, dach zij. Zij leefden er dien avond allen van op. VI. Geleidelijk kwamen de kerkgangers binnen en namen hun plaats in. Het was even vóór Ds. Minnaar den kansel betrad, dat de Meerendonks het gebouw betra den, behalve Wies, die met zware hoofdpijn thuis gebleven was. Opeens voelde Meerendonk zich aan den arm grijpen. Hij keek op en schrok. Met moeite kon hij zich goed houden. „Is Wies er niet?" vroeg de weduwe Mieras. „Neen, neen," stotterde Meerendonk. „Heb je dan een plaatsje voor me Ik heb een paar logé's „O ja", zei hij, opgelucht, „kom maar mee." Mevrouw ën Trude waren doorgeloopen en zaten reeds, toen Meerendonk de weduwe Mie ras in de bank liet schuiven. Zoo kwam zij naast hem te zitten, zijn vrouw aan de andere zijde. Hij moest even glimlachen. Waarom schrok hij toch zoo 7 't Was alles goed. Zij wist immers van niets? Zij kwam het ook nooit te weten. Bovendien gebruikte hij het alleen maar. Hij had reeds een bedrag ter zijde gelegd, om de drie effecten zoo gauw moge lijk weer terug te koópen. Toch bleef hij zich gedurende de preek onbe hagelijk gevoelen. Als uit verre verte kwam voor hem de stem van Ds. Minnaar. Hij hoorde alleen maar klanken. Als zij hem de tekst had den gevraagd, had hij het antwoord moeten blijven. Hij was blij, toen hij bet „Amen" hoorde. Bij den uitgang bedankte de weduwe Mieras hem. „Geen dank", zei hij. ,,'t Beteekende niets." „U moet eens komen aanloopen," inviteerde Mevrouw Meerendonk nog. „Och, ik ga niet zoo vaak uit", was het ant woord. „'■s Middags zijn wij altijd met ons eigen club je, hoor. Dat wil zeggen zonder m'n man. U komt maar gerust." „Nu, als u dat zoo vriendelijk vraagt, dan kom ik eens. Maar ik ga zelden uit, sinds mijn man overleden is." Meerendonk hoopte maar, dat zij niet komen zouDe gedachte, dat zij in zijn huis zou verkeeren, misschien wel eens met hem alleen zou zijn en dan over de effecten beginnen hij ijsde er van en schrok er zóó van, dat hij kreunde „Wat is er vroeg Mevrouw. Meerendonk herstelde zich. ,,'k Geloof, dat ik last van rheumatiek krijg", lachte hij. „Zoo nu en dan schiet het in mijn been. We gaan oud worden, moeder." Hij sprak geen onwaarheid: zijn been „stak" wel eens. Maar niet zóó, dat hij er van be hoefde te kreunen. DERTIENDE HOOFDSTUK. I. „Dan schiet de tijd dus aardig op, Henk." „Ja, wanneer u ten minste geën bezwaar maakt." „O, in het minst niet. Waarom zou ik, jon gen", zei Meerendonk. ,,'t Zal ons niet gemak kelijk vallen, Trude af te staan, maar wij weten van te voren, dat het moet. Je dacht dus in Juli „Zoo hebben Trude en ik er over gesproken, vader." Den laatsten tijd had Henk zich aangewend, vader en moeder te zeggen tegen zijn aanstaande schoonouders. Dat vonden zij aardiger dan het stijve mijnheer en mevrouw, 't Klonk eerst wat vreemd, maar het wendde spoedig, „Nu, ik vind het best. Over het financieele hebbën wij vroeger al eens gesproken. Daarin komt natuurlijk geen verandering. Wanneer het bedrag voor de associatie althans niet veran derd is." „Neen, neen, dat is zoo gebleven", zei Henk. „Ik ben er zeer dankbaar voor, dat u mij hel pen wilt." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1