Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
feuilleton
Langs een diepen weg
WOENSDAG 27 NOVEMBER 1929
44ste JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
«GRATIS a!
ra
fjo. 3593
IGINGS SI
.VEN Ksa SS
i
W. BOEKHOVEN A ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco" toe te zenden aan de Uitgevers
Een vergadering van
Volksonderwijs".
ROTTERDAM, Hoogstraat, hook Spui
DEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofwog 6
grossier:
Firma A. L. VERBRUGGE
middelharnis.
1
TOINGSWEEK.
■van de Samenwerkende
[Zendingsbureau Oegst-
dagen „Offers" van de
Inzameling loopt vermoe-
aer. Immers er zijn Ge-
Idingsweek wat later ge
dachten tal van Predikan-
>g niet is aangebroken om
|k te betuigen, willen ge
niet nalaten reeds nü
innigen dank aan God
deelen, dat zij opnieuw
bereid zijn te helpen,
meermalen gevraagd is
nü die van het vorige
Ideze gelegenheid ook be-
|lem te zeggen néén Tal
ven ditmaal uit, Zou de
van de Zendings-week
den die van het verleden
i"-moeilijkheden daarvoor
j?esturën wachten met vol
|an groote en kleine na-
te nemen, dat Christelijk
p, dat de financieele resul-
bsweek blijven onder die
lingsweek wacht men
Ir krachtigen steun.
OPENING VAN HET
pEBOUW DER NED.
OUDE TONGE
November 1929.
dezen avond, onze pre-
llom, even over 7 uur de
por te laten zingen Ps. 84
bezoekers aanwezig, ter-
leden der M.V. „Dorkas"
Is" hebben plaats genomen.
It na het zingen voor in
Jesaja 35 voor en spreekt
de vreugde, waarmede de
hun terugkeer uit balling
puin verrezen tempel in-
st dezen avond, bij de in-
eenigingsgebouw, iets van
erste plaats reeds, omdat
:n, in tegenstelling met vele
tweede omdat het gebouw
elijk schitterend van uit-
n woord van lof en dank
in architect De Ruijter van
oofdaannemer L. Kardux,
Snijders, den schilder N.
d A. J. A. J. de Ligney,
[den Tol en Mooijaart, van
een woord van bijzonderen
voor zijn activiteit en be-
eze zaak. Ten slotte moet
de beteekenis van dit ge-
at het om Gods eer en
gebouw zal gehouden wor-
,V., catechisatie, Zondags
ledenvergadering Chr. Sch.
Is in het middelpunt Gods
wordt opgewekt tot dank
schoone gebouw.
;en Ps. 146 4, waarna de
ort namens de J.V. „Timo-
torkas" den kerkeraad dank
gebouw, waarin deze ver
gaderingen zullen houden,
lelijkheid der organisatie en
uit, dat ook dit gebouw
ig afwerpen.
et woord H. Hartman, die
st, getiteld „Een mislukking
ordt geschetst de revolutie-
a, de mislukking daarvan,
waakzaamheid tegenover de
munisten, tot steun aan den
drachtige samenwerking.
B. Maliepaard gelegenheid
te lezen, welke handelt
ng van Jezus te Nazareth",
de zonde van de inwoners
den Messias te verwerpen
wordt gewaarschuwd tegen
Messias ook door ons.
en der M.V., onder bege-
>1, eenige schoone liederen
ordt pauze gehouden,
dt de vergadering heropend
m Ps. 68 vers 10. Tevens
gehouden, welker opbrengst
de Kerk.
nu gegeven aan H. Kievit,
het onderwerp „Samenle-
ivijst op den vooruitgang op
schappelijk gebied, op den
estelijk gebied, op de, ook
gewenschte vereeniging en
m jongerën, maar ook tus-
ngen, welke samenleving ook
stand komen van dit Ver'
aarvoor dank gezegd wordt
ïej. Los een inleiding heeft
Jacob en Ezau, waarin z'i
verschil tusschen de beide
open van het eerstgeboorte
ret bedrog door Jacob ge'
'ertreken de M. V.
3este gegeven heeft, leest H.
ledicht voor, getiteld „Waar-
Ds. Vlasblom een kort slot-
nk wordt gezegd aan allen,
lebben om dezen avond te
'an nog zingen Ps. 118 1 en
ebed.
de aanwezigen een goeden
in misschien voor de enkele
S. D. A. P., die mee aanwe-
nalaten konden nu en dan
n.
Deze Courait vet schijnt eiken WOENSDAG en 7ATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b| vooruitbetaling.
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent. RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zf beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
IN „ZOOVER BEHAALD SUCCES".
In „Onze Eilanden" troffen we een verslag
aan van de vergadering van „Volksonderwijs"
te Middelharnis gehouden.
Het is wel de moeite waard er even bij stil
te staan.
Dit verslag begint aldus
Even 8 uur opent de voorz. de heer Van
Loo de vergadering, waarbij hij als inleiding
nog even memoreert aan de geschiedenis van
de Chr. U.L.O. school en het daarbij in zoo
ver behaald succes, dat deze school althans
voorloopig van de baan is. Voorz. brengt
hier nog een woord van dank aan de heeren
Van 't Hof, de Valk en Menheer voor hun
ijver en hun verknochtheid aan de Openbare
school. Tevens aan de heeren onderteekenaars
van het beroep bij Ged. Staten, aan den heer
Van Diesen als woordvoerder en voorlichter
bij dit beroep 'en betuigt voorz. tevens zijn
ingenomenheid met de houding van „Onze
Eilanden gedurende den schoolstrijd.
Om met het laatste te beginnen: Onze Eilan
den krijgt een pluim terwille van de door haar
aangenomen „houding gedurende den school
strijd."
't Is nog maar een paar weken geleden, dat
het blad mét ophef zijn lezers wijs maakte, dat
het „neutraal" was
Van je vrienden moet je 't maar hebben,
collega
Genoeg hierover
Opmerkelijk zijn de woorden van den voor
zitter, den heer Van Loo, hoofd der Op'enbare
schooi.
Dat de Chr. U.L.O. school althans voorloopig
van de baan is acht hij een behaald succes.
Hierin ligt de gedachte opgesloten, dat
Volksonderwijs" zich minder ten doel stelt, om
de eventueele verkeerde middelen, welke voor
stenders van Chr. onderwijs zouden kunnen
gebruiken, te bestrijden, dan wel om de stich
ting van Chr. scholen tegen te houden.
Dat is sabotage van de wet, heeren opvoe
ders 1 Durft gij, die geroepen zijt de aan U
toevertrouwde kinderen op te voeden in alle
Christelijke en maatschappelijke deugd'en, U op
deze wijze te openbaren
Intusschen, wanneer dat uw doel geweest is,
om de Chr. U.L.O. school tegen te houden, dan
is het „behaalde succes" maar een schrale over
winning, wijl het een Pyrrhustriomf is Want
de Chr. U.L.O. school komt er.
En het „in zoover behaald succes" zal voor
de vrijzinnige heeren in Middelharnis hierin
eindigen, dat Flakkee beter dan ooit zal ge
proefd hebben den bitteren haat en vijandschap
dezer heeren tegen God en Zijn dienst. Een
haat, die in deze heeren zóóver doorgevreten
is, dat het hoofd der op'enbare school te Mid
delharnis, de heer Van Loo, zich als voorzitter
van „Volksonderwijs" solidair verklaren durft
met het opeengehoopt riooolvuil, dat gedurende
weken uit „Onze Eilanden" over ons eiland
gevloeid is
Dat „in zoover behaald succes" gunnen wij
U, heeren van Volksonderwijs 1
MOET DAT IN MIDDELHARNIS ZOO
BLIJVEN 7
Wij laten hier een ander stukje uit boven
genoemd verslag volgen
Aan de orde punt 5, de actie U.L.O. school.
De voorz. herinnert er nog even aan, hoe
wij in Januari opgeschrikt werden door de
mare, dat er in alle stilte christelijke onder
nemingen in voorbereiding waren; hoe de
pogingen tot het terugtrekken der handtee-
keningen faalden, doch dat ten slotte een paar
handteekeningen aanvechtbaar bleken, waar
onder als voornaamste die van T. Vroeginde-
weij, in zijn kwaliteit als voogd over wees
kinderen. De bestemming der weeskinderen n.l.
behoort tot het mandaat der regenten. Daar
bovendien de kinderen van dat Weeshuis
vanouds de Openb. School bezoeken, pleit dit
er voor, zij het dan slechts moreel, ze ook
naar de Openbare U.L.O. school te zenden.
Dat „opschrikken." is niet onvermakelijk.
Inderdaad, de liefhebbers der openbare school
1 hebben wel reden om zoo nu en dan eens op
te schrikken. Het gaat hun de laatste jaren niet
naar den vleesche. Het aantal bizondere scholen
klimt gestadig en gaat met een evenredige af
neming der openbare scholen gepaard. De heeren
moeten maar eens in eigen boezem zoeken, of
daar niet een der oorzaken ligt 1
Dat „in alle stilte" is frappant voor de aan
matiging der heeren van Volksonderwijs. Er
is niet in alle stilte gewerkt, maar op heel ge
wone wijze. Alleen is „Volksonderwijs" vooraf
niet met de plannen op de hoogte gebracht.
Dat zullen de heefen toch niet kwalijk kunnen
nemen
De „pogingen tot het terugtrekken der hand
teekeningen faalden
Inderdaad En dat heeft niet aan de actie
der voorstanders van de openbare school ge
legen. Zij hadden zoo openhartig voor Ged.
Staten moeten zijn, om hun falen te erkennen.
Dat zou een andere, een meer der waarheid
conforme houding geweest zijn, dan zij daar
nu aangenomen hebben.
„De bestemming der weeskinderen behoort
tot het mandaat der regenten."
Dat is nog in onderzoek.
Maar in ieder geval dient de vraag gesteld
te worden: Moeten die kinderen de openbare
school blijven bezoeken, omdat dit vanouds zoo
was
We zouden den "Raad van Middelharnis en
het college van regenten en eventueel ook de
voogden willen vragen: Behooren die kinderen
die de gezinsopvoeding missen niet in de eerste
plaats op de school met den Bijbel
Met welk recht worden die kinderen op de
openbare school gehouden
Acht de Raad en de heeren regenten, die
toch in groote meerderheid voorstanders der
school met den Bijbel zijn, zich verantwoord als
dit zoo blijft 7
„DE RAPPORTEN VAN DE INSPEC
TEURS".
Ook het volgende is aan hetzelfde verslag
ontleend
Voorz. betuigt verder zijn sympathie met
de houding in deze der 3 vrijzinnige raads
leden, in 't bizonder die van den heer Koese.
De heer Van Eek stipt nog aan, als voor
beeld van de christelijke praktijken, dat de
regenten van het Weeshuis onkundig zouden
zijn gelaten.
De heer van 't Hof behandelt dan de rap
porten van de Inspecteurs, wat o.a. aan
leiding geeft tot de vraag, of de schrijvers der
valsche handteekeningen vervolgd kunnen
worden. Volgens een schrijven van het hoofd
bestuur zou dit zeer zeker kunnen, doch
daarbij dient in 't oog gehouden, dat de on
derteekenaar dan de dupe wordt, terwijl de
hoofdschuldigen, de geestelijke aanstichters,
buiten schot blijven. Een actie in die richting
achten wij dus om moreele gronden niet toe
laatbaar.
Om de wille van den „humor" wordt nog
een epistel voorgelezen uit de „Voorwaarts",
waarin op vermakelijke wijze de houding van
enkele Chr. voorstanders en de gronden van
lenst
kijkei?
Sst»KlND
hun heilige verontwaardiging en verbolgenheid
worden gedemonstreerd.
In dit stukje treft men weer enkele cliché-
uitdrukkingen aan„christelijke praktijken",
„schrijvers van valsche handteekeningen",
„hoofdschuldigen", „geestelijke aanstichters" enz.
Dat moet naar buiten imponeeren
Wanneer men in zekere verdachte buurten
ii: Roterdam komt, dan treft men eenzelfde soort
taaltje aan en dat intimideert dan de omstanders.
Wie het beste scheldt en tiert heeft het ge
wonnen
De heeren van Volksonderwijs blijken wel
goed thuis in dit argot 1
Het zijn ook de opvoeders tot alle christelijke
en maatschappelijke deugden 1
Intusschen wijzen wij op het verband, dat in
het volgende zinnetje van het verslag gelegd
wordt: „De heer van 't Hof behandelt dan de
rapporten; van de Inspecteurs, wat o.a. aan
leiding geeft tot de vraag, of de schrijvers der
valsche handteekeningen vervolgd kunnen wor
den."
Wie nu niet beter weet zou zoo zeggen, dat
de rapporten van deze Inspecteurs een groote
ongerechtigheid door de onderteekenaars der
lijst gepleegd, aan het licht gebracht heeft. Im
mers er staat: „wat o.a. aanleiding geeft
En toch is het precies andersom
De rapporten van Inspecteur en Hoofdin
specteur, die beiden deo uders die teekenden
persoonlijk en afzonderlijk bezocht en onder
zocht hebb'en, konden niet anders melden, dan
dat de lijst op één uitzondering, n.l. een geval
dat hier buiten geding staat (Ooltgensplaat)
in orde was. Dus dat er geen enkele valsche
handteekening op voorkomt 1
En bovendien kan er van geen valsche hand
teekening sprake zijn, want het aangevochte
geval betrof een analphabetische vader die zijn
zoon had laten teekenen op zijn last en onder
zijn goedkeuring. Wanneer de heeren iets van
de wet kennen zullen ze weten, dat in dezen
zin van geen „valsche", hoogstens van een on
geldige handteekening kan sprake zijn.
Dat zijn de feiten 1
Waarom worden die feiten telkens weer door
de heeren van „Volksonderwijs" verdraaid
En wat te zeggen van menschen, die zóó de
waarheid verkrachten en zich toch, gelijk de
Pharizeërs, ten vierschaar zetten om over an
deren te oordeelen
Zulk e'en oordeel kinkt ons als het gekras
van nachtvogels'in de ooren
En dan ten slotte dat stukje om de „wille
van den humor" I
Dan wordt in die club van „Volksonderwijs"
W
14i --
wast niet Mis ais
_Ji ik beweer dat
ÏÏjM 10 of 15 chp. ons
JM voor deze Uitver.
Hf koren kwaliteit.
1 zoo goed ais
H y.T AB AKSFABR. J. GQutVQ
G/ïOflIMOCM
de „Voorwaarts", het sociaal-democratisch dag
blad, te voorschijn gehaald
Was het niet Aristoteles, die eenmaal sprak:
„Simile simili gaudet", oftewel: „gelijk schept
behagen in gelijk 1"
Inderdaad, soort zoekt soort 1
„Volksonderwijs" en de „Voorwaarts".
Zou er geen zielenverwantschap zijn?
En dan komen de heeren met dat blad op
Flakkee, om zich met den orthodoxen geest van
Flakkee te vermaken.
Zij zoeken op Flakkee een positie en leven
van Flakkee en tevens vermaken zij zich door
middel van een rood dagblad met den christe-
lijken geest van het eiand.
Wel een hoog standpunt I
Vooral van opvoeders 1
DE OUDERAVONDEN DER OPEN
BARE SCHOOL.
Ten slotte nog iets uit hetzelfde verslag
Bij de rondvraag komt, behalve eenige
vertrouwelijke onderwerpen, o.a. ook de
ouderavond ter sprake. Na eenige op- en
aanmerkingen komt het vrijwel vast te staan,
dat deze instelling is doodgebloed bij gebrek
aan belangstelling van de ouders zélf, waar
door nu wel niet het bestaans recht van
dit instituut wordt betwist, echter wél de
bestaans mogelijkheid wordt opgeheven.
door
H. ZEEBERG.
24)
Hoe eenvoudiger, dacht hij, zou toch alles
zijn, als zij het wist!
Maar neen, dat moest niet. Hij moest het al
leen maar dragen, dat was veel beter
Was het nü eigenlijk geën dwaasheid, om zóó
over die effecten te piekeren 't Was toch
heen eenvoudig. En dan was hij voor langen
tijd gered 1
Het wilde hem maar niet uit de gedachten.
Maar, maar, als de weduwe Mieras er nu
naar informeerde Kom, dat zou toch wel
razend toevallig zijn Al ruim een jaar had
hij ze voor haar in bewaring. Nog nooit was
er met één woord over gerept. Niemand wist
net, dan zij en yy en misschien, maar dat
was nog niet eens zeker, haar zwager. Wel-
nU'-Nran Was er °°k 9een 9evaar aan verbonden.
Neen, de oplossing, zooals hij zich die dacht,
was nog zoo kwaad niet
Zoo piekerde hij al maar voort.
Maar dan opeens kwam naar voren, dat hij,
als hij het deed, een dief was, niets meer 'en
niets anders.
Het was een rauw woord.
Hij schrok er van terug.
jm zich dan weer te paaien: dat was geen
diefstal. Hij ontstal de weduwe Mieras die
ecten toch nietHij zou er zich voor scha-
men> het te doen: een weduwe nog te berooven
van dat, waarvan zij voor een deel leven moest.
Neen, die gedachte was al te gek, om los
v °°Pen. Hij gebruikte ze alleen maar. Ze
'amen weer terug. Niemand zou er ooit iets
van weten
Doodop werd Meerendonk vhn al dat denken
en van al den strijd, die in zijn binnenste woelde.
Vier uur hoorde hij de stadhuisklok nog slaan,
maar het was flauw.
Toen hij wakker schrok, was het acht uur.
IV.
„Niet te veel zeggen", zei de bediende tot het
meisje vóór de schrijfmachine, „hij heeft weer
één van zijn vervelende buien, 't Zal wel weer
over gaan."
„Nu, maar 'k vind het toch gruwelijk ver
velend", was het antwoord. „Wat bezielt mijn
heer tegenwoordig toch
„Ja, dat is voor ons een vraag en voor hem
een weet", meende Laansma, de bediende, la
coniek. „Je weet, wat er gemompeld wordt, 'k
Heb je het al eens gezegd."
Betsy Verhagen trok den neus op.
„Maar dat weten wij toch beter", merkte zij
op. „Wij weten toch wel, dat de zaak niet slecht
staat. Ik spreek het tenminste tegen, want het
is niet zoo."
„Och de zaak, de zaak", zei Laansma. „Dat
weet ik ook wel. Wat klanten verloren, maar
daar kunnen wij wel tegen."
„Nu, wat bazelt men dan
„Van wat gemompeld wordt weten wij niets
en kunnen wij ook niets weten. Dat gaat buiten
het kantoor om. Met het zaakje van Hermans
en Zonruiter moet mijnheer geld verloren heb
ben."
„O, zat hij er dan met geld in vroeg Betsy.
„Hij moet borg geweest zijn. En toen is hij
natuurlijk aangesproken. Ten minste, dat zegt
men. Ik weet er niets van", liet hij er voor
zichtig op volgen.
„O, dat verandert. Dan is het te verklaren,
waarom mijnheer zoon Nurks is. Het is bar,
den laatsten tijd. Je weet niet goed te doen.
Het is maar aanmerking op aanmerking. Als 't
niet verandert, dan zie ik ergens anders te
komen." -
,,'k Heb er ook al aan gedacht. Maar dat is
niet zoo eenvoudig. Stil, daar komt mijnheer."
Zij waren ijverig aan het werk, toen Meeren
donk weer binnenkwam en aan het bureau een
spoorboekje nazag.
,,'k Moet vanmiddag de stad uit", zei hij
plotseling, „en kom met den trein van half zeven
terug. Jullie hebben zeker wel werk tot zes
uur
„Ja mijnheer", zeiden beiden haastig.
Zij vonden het een opluchting, dat de patroon
heenging.
Als hij zoo'n bui had, was er toch geën huis
mee te houden.
Zij konden maar niet begrijpen, hoe een
mensch zóó veranderen kon. Vroeger altijd zoo
gul; een patroon uit duizend; niemand, met
wien prettiger kon worden samengewerkt en nu
altijd maar kribbig; zenuwachtig; gejaagd;
vol aanmerkingen, meestal ongemotiveerd; 't was
géén werken zoo; je was bang, om naar het
kantoor te gaan; als hij in huis ook zoo was,
dan konden Mevrouw en de dochters haar ple
zier wel op
V.
Toen, des avonds, Meerendonk, na gegeten te
hebbën, op het kantoor kwam, opende hij de
brandkast en deponeerde er een flink bedrag in,
dat hij uit zijn portefeuille haalde.
Dan greep hij het kistje met de effecten van
de weduwe Mieras, opende het en keek ze na.
Er ontbraken er drie aan
Even huiverig, sloot hij het dicht en zette het
weer in de brandkast, zoo ver mogelijk uit het
gezicht.
Vervolgens ging hij terug naar de huiskamer
en was den geheelen avond vroolijk en opge
wekt.
Zelfs het scherpe oog van Trude ontdekte
niet, dat deze vroolijkheid geveinsd was.
Vader was naar Middelburg geweest; hij had
zeker goede zaken gemaakt, dach zij.
Zij leefden er dien avond allen van op.
VI.
Geleidelijk kwamen de kerkgangers binnen en
namen hun plaats in.
Het was even vóór Ds. Minnaar den kansel
betrad, dat de Meerendonks het gebouw betra
den, behalve Wies, die met zware hoofdpijn
thuis gebleven was.
Opeens voelde Meerendonk zich aan den arm
grijpen.
Hij keek op en schrok.
Met moeite kon hij zich goed houden.
„Is Wies er niet?" vroeg de weduwe Mieras.
„Neen, neen," stotterde Meerendonk.
„Heb je dan een plaatsje voor me Ik heb
een paar logé's
„O ja", zei hij, opgelucht, „kom maar mee."
Mevrouw ën Trude waren doorgeloopen en
zaten reeds, toen Meerendonk de weduwe Mie
ras in de bank liet schuiven. Zoo kwam zij naast
hem te zitten, zijn vrouw aan de andere zijde.
Hij moest even glimlachen.
Waarom schrok hij toch zoo 7 't Was alles
goed. Zij wist immers van niets? Zij kwam
het ook nooit te weten. Bovendien gebruikte
hij het alleen maar. Hij had reeds een bedrag ter
zijde gelegd, om de drie effecten zoo gauw moge
lijk weer terug te koópen.
Toch bleef hij zich gedurende de preek onbe
hagelijk gevoelen. Als uit verre verte kwam
voor hem de stem van Ds. Minnaar. Hij hoorde
alleen maar klanken. Als zij hem de tekst had
den gevraagd, had hij het antwoord moeten
blijven. Hij was blij, toen hij bet „Amen" hoorde.
Bij den uitgang bedankte de weduwe Mieras
hem.
„Geen dank", zei hij. ,,'t Beteekende niets."
„U moet eens komen aanloopen," inviteerde
Mevrouw Meerendonk nog.
„Och, ik ga niet zoo vaak uit", was het ant
woord.
„'■s Middags zijn wij altijd met ons eigen club
je, hoor. Dat wil zeggen zonder m'n man. U
komt maar gerust."
„Nu, als u dat zoo vriendelijk vraagt, dan
kom ik eens. Maar ik ga zelden uit, sinds mijn
man overleden is."
Meerendonk hoopte maar, dat zij niet komen
zouDe gedachte, dat zij in zijn huis zou
verkeeren, misschien wel eens met hem alleen
zou zijn en dan over de effecten beginnen
hij ijsde er van en schrok er zóó van, dat hij
kreunde
„Wat is er vroeg Mevrouw.
Meerendonk herstelde zich.
,,'k Geloof, dat ik last van rheumatiek krijg",
lachte hij. „Zoo nu en dan schiet het in mijn
been. We gaan oud worden, moeder."
Hij sprak geen onwaarheid: zijn been „stak"
wel eens. Maar niet zóó, dat hij er van be
hoefde te kreunen.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
I.
„Dan schiet de tijd dus aardig op, Henk."
„Ja, wanneer u ten minste geën bezwaar
maakt."
„O, in het minst niet. Waarom zou ik, jon
gen", zei Meerendonk. ,,'t Zal ons niet gemak
kelijk vallen, Trude af te staan, maar wij weten
van te voren, dat het moet. Je dacht dus in
Juli
„Zoo hebben Trude en ik er over gesproken,
vader."
Den laatsten tijd had Henk zich aangewend,
vader en moeder te zeggen tegen zijn aanstaande
schoonouders. Dat vonden zij aardiger dan het
stijve mijnheer en mevrouw, 't Klonk eerst wat
vreemd, maar het wendde spoedig,
„Nu, ik vind het best. Over het financieele
hebbën wij vroeger al eens gesproken. Daarin
komt natuurlijk geen verandering. Wanneer het
bedrag voor de associatie althans niet veran
derd is."
„Neen, neen, dat is zoo gebleven", zei Henk.
„Ik ben er zeer dankbaar voor, dat u mij hel
pen wilt." (Wordt vervolgd).