Antirevolutionair
Orgaan
A
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Be eeniMdt der ne.
t
ABDU5IR00P
êoe!
IN HOC SIGNO VINCES
GOES
No. 3590
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1929
44STE JAARGANG
i en prilzeni
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
Eerst alleen
>3""*
,|C Asjeblief!!
jlijrookt- als een locomoh'ef
Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN
Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
ht in aanslag,
passend bij
o's en Orgels
Nederland.
AKKER'*
Voor de Borst
Kosf slechls
10 of 15 cï p pakje
GROSSIER:
Firma A. L. VERBRUGGE
MIDDELHARNIS.
Dlrksland wegens
:n rjj wiel wet, wordt
pisch tot f 5,— boete
vordt wegens over*
rij wiel wet conform
f 8,- boete subs.
wegens bet in den
t goedgekeurd ge*
b veroordeeld tot
hecht.
iet versch) wegens
a van niet gocdge*
conform den eisch
boete subs, 2X2
rj-
/ersch.) wegens het
:r verboden grond,
)ete subs. 1 week
wegens overtreding
form den eisch ver*
boete subs. 3X5
or uw vee sma*
door er
40
in Veevoeder of
Deze Courant verschfnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- b$ vooruitbetaling,
BUITENLAND bi vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTA AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f I.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die beslaan,
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
van het
ntblaadje»,
en verpak'
fARMINT.
stokjes
sloten pak'
■ard blijft.
evenals
dezelfde
up, echter
iT eens,
gebruiker.
SPEAR-
hon gebit
is boven-
i
XIII.
Kort resumeerend, wat we tot nu toe
over een veelvuldig voorkomende ziek
te der religie schreven, meenen we te
hebben verduidelijkt, dat deze zieke
toestand haar oorzaak vindt in het on
schriftuurlijke losmaken van het
werk des Heiigen Geestes van
het werk des Zoons, dewijl de Heili
ge Schrift ons stellige uitspraken te
over biedt, om ons het besef bij te bren
gen, dat beider werk niet los naast
elkaar is te denken, maar onlosma-
X k e 1 ij k is verbonden, zóó zelfs, dat de
- Heilige Geest tot den geloovige komt
met het werk des Zoons, In
Joh. 16 14 spreekt Christus: „Hij (n.l.
de Heilige Geest zal u i t h e t M ij n e
nemen." En waar men begint te schei
den, wat God heeft samengevoegd, en
het werk des Geestes losmaakt van dat
van den Zoon, vloeit daaruit noodwen
dig voort, dat men het (gefantaseerd)
werk des Geestes op den v- o o r~
grond laat treden en het alles-be-
heerschend-werk van den Zoon meer
naar achteren verdringt. Mis
schien niet met deze opzettelijke
bedoeling, maar hoe het dan ook zij,
het wérk des Zoons verliest in de
p r a k t ij k van den mysticus zijn cen
trale beteekenis. En dus het Vleesch-
geworden-Woord niet meer in,het mid
delpunt der belangstelling staat, ook
straks het S c h r i f t-geworden-Woord
een meer ondergeschikte betee
kenis verkrijgt. Immers, waar men het
werk des Geestes anders in
denkt dan de Schrift ons dit teekent,
aan dat werk geeft een inhoud, afgeleid
uit menschel ij ke rede en men-
s c h e 1 ij k e fantasiën en dan dikwerf
spreekt van het allesovertreffende „i n-
nerlijke 1 i c h t", dat dan het licht
des Geestes zijn zou, daar moet de
geopenbaarde Waarheid
Gods in de Heilige Schrift wel op
non-activiteit worden gesteld. Immers,
wat heeft men aan de openbaringen van
toen! Die waren wellicht heel lieflijk
voor de heiligen van, toen! Maar hebt
g ij daaraanHet „innerlijke licht"
moet zorgen voor de openbaringen van
heden! Daaraan hebt ge wat. Al
et andere ligt buiten u, maar dat
„innerlijke licht is het uwe! Inzoo-
v er re men zich dan nog op de
c r ft beroepen wil, bleek ons uit
haar gevallen (dat van Paulus' optrek
king in den derden hemel en van des
Apostels woord in II Cor. 3 6), dat
dit beroep niet opgaat.
Integendeel
Het voorbeeld van Paulus leerde
ons, dat God de Heere hen, wien Hij
verwaardigde Goddelijke openbaringen
te ontvangen, tegelijk bedeelde met de
genade der n e d e r i g h e i d, in scher
pe tegenstelling met hen, die „beweren"
openbaringen te genieten, maar teqen-
over ie er, die het hooren wil en die het
niet hooren wil, zich niet „beroemen
in h"n z wakheden" (II Cor. 12
r,-5\maar 21ch omringen met gees
telijke hoovaardij als ret een keten En
dan bovendien zoo lichtvaardig
met Schriftuurplaatsen om
springen, al naar persoonlijke willekeur
het vraagt, dat Ca 1 v ij n niet ten on
rechte sprak van „verdraaie n."
Ontegenzeggelijk bestaat bij deze
zeer dwalende vromen een ver-
warring ten opzichte van de bedee
ling der tijden. Wij spreken in deze
artikelen niet tegen, dat God de
Heere bijzondere openbaringen schenkt
Niemand sterker dan wij zal alle na
druk kunnen leggen op h e e 1 de H e i
lige Schrift als één machti
ge majestueuze, bijzondere
openbaring van onzen God
Van dat standpunt zijn we trouwens
uitgegaan. En bij de beoordeeling
van de mysticistische afwijking onder
de vromen, zijn we begonnen met a 1 s
maatstaf aan te leggen: Godson
feilbare bijzondere openba
ring, zooals de Heilige Schrift
dat voor ons is.
Niemand poge ons derhalve -er van
te verdenken, alsof wij in twijfel trok
ken, dat God de Heere Zich op b ij
zondere wijze openbaart. Dat be
lijden we altijd en steeds weer. „Niet
gesonden noch voortghebracht door
menschelicke wille", zoo betuigen we
met Art. III onzer Belijdenis, omdat de
ze leer gegrond is op de Heilige
Schrift zelve (II Petr. 1 21). En
Paulus' woord aan Timotheus beamen
we ten volle: „A 1 de Schrift is v a n
Godingegeven" (II Tim. 3 16)
Alleen maar, deze b ij zondere
openbaring, deze ingeving of
inspiratie hebben we dan ook alleen
te aanvaarden met betrekking tot die
Heilige Schrift en de periode
dier openbaring is dan ook afgeslo
ten met de afsluiting der Heilige
Schrift. Indien anders geleerd, zoo zou
het bewijs worden geleverd van de o n-
genoegzaamheid der Heilige
Schrift. Niet voor niets bevat het laat
ste hoofdstuk van het laatste boek des
Bijbels de dreigende woorden: „Indien
iemand tot deze dingen toedoet" of
„indien iemand afdoet van de woorden
des boeks"(Openb. 22 18, 19).
Ofschoon we n i et tot doelwit dezer
artikelen hebben gesteld de meerge
noemde ziektetoestand der religie ten
voeten uit te schetsen, wijl daartoe
èn ons de capaciteit èn ons blad
de ruimte ontbreekt, enkele trekken
dienen nog wel aan het ziektebeeld
toegevoegd als zijnde van algemeenen
aard.
De mysticistische neiging leidt tot
vernietiging van de Kerk
als Kerk, omdat men de religie al-
zoo individualiseert, alsof het
slechts' zou gaan tusschen God en de
ziel. Zoo komt geleidelijk alle ge
zag te vervallen of men moest het
despotisme, dat uit de ontkenning
van dat gezag voortspruit en waarmede
één ziel menigmaal met volledige auto
riteit zoekt te heerschen over vele zie
len, met dezen naam willen betitelen.
Gods Woord zegt ons, dat er op
aarde een vergadering is, die
Kerk heet. Niet één mensch maakt
de Kerk uit. (Ps. 111 1, Rom. 12 4
en 5Die vergadering, dus niet
de enkele persoon, wordt genoemd
de gemeente Gods Hand. 20 28
de b r u i d des Lams (Openb. 22 17),
het huis Gods (Hebr. 3 6) en het
lichaam van Christus Ef1
vs. 22). Wie derhalve van die ver
gadering der geloovigen niet weten
wil en er zoo veel weet tegen in te
brengen, breekt met het gezag der
S c h r i f t. Zoek o.a. maar eens op
Rom. 1 7, I Cor. 1:1, Ef. 1 1 en 4,
Col. 1 2, Thess. 1 1, I Petr. 1 2,
I Petr. 2:1, Openb. 21 9. Daarmede
in overeenstemming beleden onze Va
deren in Art. XXVII hunner Confessie
„eene eenige Catholijcke pfte algemey-
ne Kercke, de welcke is eene Heylige
vergaderinge der ware Christgeloovi-
gen"„ ,,'t samenghevoechL ende ver-
eenicht". En deze Kerk openbaart zich
in het zichtbare als vergade-
r i n g, in het gebruik der Sacra
menten, in de instelling der amb
ten, in den Dienst des W o o r d s.
Ongetwijfeld, binnen die vergadering
bevinden zich hypocrieten. Dat
is eveneens naar de leer der Schrift.
Maar desniettemin is ieder geloovige,
om het met de Ouden te zeggen, „schul-
dich hemselven daer bij te voeghen en-
de daermede te vereenigen, onder
houdende de eenicheydtder
Kercke." Zie Art. XXVIII der Be
lijdenis.
Wie' zich nu als geloovige niet bij
de Kerk voegt, maar op zichzelf
blijft staan, zondigt tegen het ambt van
den geloovige en dies tegen Hem, die
dit ambt gaf. Hij handelt tegen de or
dinantie Gods .'t Is de zonde van het
individualisme, dat op heilig
terrein zoo menigmaal zijn onheilige
triomfen viert.
Het zijn menigmaal zulke „vrome"
redeneeringen, die aangevoerd worden
om met de Kerk te breken! Om
zijn toevlucht te nemen tot het zitten
met een boekske in een hoekske, of tot
zekere „kring"- of „gezelschaps"-vor-
ming, of tot het conventikel da,t dan
op beter wijze de taak der Kerk zou
moeten overnemen
't Is waar, menigmaal zijn de redenen
waarmede men zijn verandering van
„Kerk" motiveert, zeer oppervlakkig
Die dominé deugt eigenlijk niet; dien
ouderling kan men niet zien; dat Ker-
keraadsbesluit is geheel niet naar den
zin En zoo las ik ergens „wie
soms geen reden weet, de duivel
houdt er wel een fabriek van zulke
dinsigheden op na en beveelt zich voor
de leverantie zeer dringend aan."
Er is een ontstellend gebrek aan
Kerkelijk besef!
En de mysticist lijdt wel in erge
mate aan dat euvel
I n d i v i d u a 1 i st als hij is
Zijn „in n e r 1 ij k licht" weet het
altijd beter
Beter dan het W oordGods! Het
Woord, dat zoo helder de Kerk als
het lichaam van Christus laat
zien, maar waarvoor hij de oogen sluit,
zich niet bekommerend om zijn
schuld met opzicht tot die Kerk,
kleineerend en zegen Gods in de s a c-
ramenten, niet duldend het amb
telijk gezag, niet behoevend den
Dienst des W o o r d s
Hij gevoelt het anders En dat
gevoel beslist
De Heilige Schrift geldt voor hem
niet als d e Openbaring Gods. Zij is
ondergeschikt aan wat h ij gevoelt,
aan wat hij doorleeft en er
vaart! Die Goddelijke openbaring
aanvaarden?
Ja, i n z o o v e r r e hij meent, dat
die openbaring hem zijn zin geeft
Tegemoet komt aan zijn eigen m e n-
s c h e 1 ij k e r e d en e e rin g
Het mysticisme voert tot de ont
kenning van de gemeenschap
der h ei J i g e n
CORRIGENDUM.
In het hoofdartikel van de vorige
week „De letter doodt" sloop een iet
wat hinderlijke fout in. In de eerste
kolom, ongeveer in het midden, moet:
„want altoos hoorden zij dit grond
beginsel", worden vervangen door
„want altijd houden zij dit grond
beginsel".
Negatie
Dat is een vreemd woord.
Het beteekent zooveel als ontkenning, afwij
zend staan tegenover een daad of een zaak of
een woord.
Het is dus verwant aan afbreken.
Nu kan negatie op zichzelf goed zijn.
Er is helaas veel waartegenover we ontken
nend moeten staan, dat we moeten tegenstaan
en dat we moeten afbreken.
Door de zonde die in de wereld en in den
mensch ingekomen is, zijn we hiertoe verplicht.
Maar we mogen niet denken dat we met de
negatie alléén er komen.
Het Christendom bestaat niet uit louter afbre
ken.
Indien dit zoo was, was het Christendom het
ongelukkigste dat er onder de zon gegeven is.
Maar Christus heeft ons Gode zij dank
anders geleerd, èn door Zijn woord èn door Zijn
voorbeeld.
Wij hebben een zoutend zout te zijn, dus po
sitieven arbeid te doen, een stad op een berg
te zijn, dus een positieve taak te verrichten.
Christus is de groote Bouwmeester.
Hoe diep treurig zou het geweest zijn, indien
Hij alleen uit de negatie geleefd had
Immers dan zou alleen de zonde en de zondaar
neergeslagen zijn, maar geen Kerke Christi
zou behoudend werk hebben kunnen doen in
deze verloren wereld
Neen, gelukkig is het positieve element in het
Christendom veel en veel sterker dan het nega
tieve.
Heeft dat ons niets te leeren
Ik geloof het wel.
Er zijn in onze dagen weer verscheidene men-
schen die op het standpunt staan, dat het hart
des Christendoms hierin bestaat, dat er gezucht
en geklaagd, veroordeeld en afgebroken wordt.
Zou het waar zijn Zou hierin de kracht van
het Christendom gelegen zijn
Ik geloof het niet.
Onze vaderen hebben ons anders geleerd.
Ik hoorde dezer dagen van een ernstig
en nadenkend christen in een zelfde verband
de vraag stellen wanneer Luther niet anders
dan gezucht en geklaagd had en gebeden
Juist omdat verkoudheid zich (OO
onschuldig voordoet, is zij zoo gevaar
lijk. Vergeten wij toch nooit, dat zij
een ontsteking der slijmvliezen is en
dat reeds een simpele verplaatsing
dier ontsteking b.v. naar de stem
banden, de bronches of naar het slijm
vlies van de longen - en hoe gauw
gebeurt dat niet - haar veel ernstiger
maakt. Acute en chronische bronchi
tis, asthma, borstbenaruwdheid zijn de
terecht gevleesde gevolgen van een
verwaarloosde verkoudheid. Maak de
genezing niet moeilijker en duurder
door met de juiste behandeling te
wachten. Begin bij het begin en verzorg
een eenvoudige verkoudheid dadelijk
met de versterkende, onschadelijke,
maar krachtig slijmoplossend*
Per koker: f 1.50, f 2.75, f 430
had om de bekeering van den Paus en verder
zijn handen niet had uitgestoken en God had
hem vier eeuwen het leven geschonken, zou dan
Rome bekeerd zijn geworden
Er zit in deze vraag iets in, dat ons wel eens
tot nadenken mag stemmen
De kracht van het- christendom ligt in posi
tieven arbeid.
Hieraan dacht ik, toen ik een artikel uit De
Banier, het blad van Ds. Kersten onder de oog'en
kreeg en waarin een artikel voorkwam dat zich
weer eens door loutere negatie kenmerkte.
Hebt ge wel eens opgemerkt dat hierin de
kracht van Ds. Kersten ligt
Alles wordt veroordeeld en afgekeurd. Niets
is er dat genade in de oogen des heeren Kersten
kan vinden. Altijd is hij er vol van om te zeg
gen wat niet moet en wat zonde is.
Maar wanneer hoort ge hem nu eens zeggen
hoe het dan wel moet?
NooitDaarover schijnt hij het zich niet moei
lijk te maken, nóch in de Kamer, nóch in zijn
blad.
De heer Kersten leeft in de politiek van de
negatie, dat is de grond voor zijn partij en voor
InVjGPUMO -GRONINGEN.
zijn optreden. Ontkenning en afbreking.
Daardoor werd ook het artikel gekenmerkt
dat ik dezer dagen onder de oogen kreeg.
Daarin werd de Volkenbond en zijn werk af
gekeurd. Naar het oordeel van De Banier is
daarin voor den Christen geen plaats.
Gewezen wordt op de slechte resultaten
van den Volkenbond. Letterlijk schrijft het blad
„Dat zijn dus de resultaten van de oeco-
nomische conferentie, die in 1927 onder voor
zitterschap van Excellentie Colijn te Genéve
bijeenkwam, en die ten doel had de broeder
schap onder de volken te bevorderen, door
geleidelijke slechting der tariefmuren. In plaats
dat de toestand beter werd, werd het min
der. Voor hem, die in Gods Woord gelooft,
kan dit geen verwondering baren. Doch on
danks alle mislukkingen van den Volkenbond,
mislukkingen die zelfs gezien worden door
voorstanders van dezen Bond, blijven Chris
tenen, blijven leden der Anti-revolutionaire
partij al hun krachten aan het werk van de
zen Bond gev'en. Wij denken hierbij aan Ex-
celentie Colijn, Prof. Mr. V. Rutgers én aan
Prof. Mr. Anema, die ook voorzitter is van
de vereeniging voor Volkenbond en Vrede."
Nu wil ik hier niet wijzen op de groote een
zijdigheid in het waardeeringsoordeel van den
schrijver van wat betreft het resultaat van den
Volkenbond. Mij dukt, dat wanneer hij op de
hoogte is hij wel weet, dat bij alle gebreken en
misstappen de Volkenbond tot heden veel goed
werk onder de Europeesche staten tot stand
gebracht heeft. Ik noem alleen maar wat de
Volkenbond deed in zake de economische en
finantieele toestand waarin Europa door den
wereldoorlog gekomen is. Zouden wij zonder
den Volkenbond ooit zoover met de economische
constructie van het totaal neergeslagen Europa
gekomen zijn En moeten wij niet dankbaar zijn
voor de toenadering tusschen Duitschland en
Frankrijk, waarvan pas in Den Haag nog ge
bleken is
En nu zwijg ik nog van velerlei goed werk dat
de Volkenbond tot stand bracht (de hygiënische
afdeeling, de vrouwen- en kinderbescherming in
het nabije Oosten, de verslagen van Armenische
réfugié's, enz.)
Maar veronderstel dat op dit alles niet gewe
zen kon worden.
Zou het dan nog gewettigd zijft dat christenen
als Colijn, Rutgers en Anema zich van den ar
beid welke door den Volkenbond verricht
wordt onthielden
Dat is weer de negatie waardoor de S. G. P.
zich kenmerkt.
Maar dat is niet de roeping van het positieve
christendom
Heeft Groen van Prinsterer in de vorige eeuw
er zoo over gedacht
Werd er in de vorige eeuw in ons staats
recht met God en Zijn Woord rekening ge
houden
Geen sprake van.
Het mooie staatsrecht mocht met geen Bijbel
teksten bedorven worden, precies als nu de
Volkenbond zegt.
Maar heeft Groen to'en het standpunt inge
nomen Er is geen plaats voor den Christen
in de Tweede Kamer
Men weet wel beter
Ofschoon langen tijd een veldheer zonder leger,
was hij trouw op zijn eenzamen post, wetende
dat God hem daar riep, en zijn arbeid is niet
ijdel geweest in den Heere
En denkt de Heer Kersten er in onze dagen
zoo over 1
Volgens hem is er niets dat er in onze
staatkunde deugt.
Alles zou moefen worden afgebroken en op