voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. Antirevolutionair Orgaan I IN HOG SIGNO VINCES No. 3586 ZATERDAG 2 NOVEMBER 1929 44STE JAARGANG EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht. KIET-PEUiliEiaS die weten hef nog nief, maar over den smaah van GROSSIER: Firma A. L. VE^BRUGGE MIDDELHARNIS. ELECTRIFICATIE. in. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAQ en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- b$ vooruitbetaling. BUITENLAND b? vooruitbetaling f 8,50 per jaar, AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEEFSTER SOMMELSDIJK Telef, Interc. No. 202 Postbus Na. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zf beslaan. Advertentlën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur, XI. Hoe vergaat het, geachte lezers, den Apostel onder dit alles God zorgde voor zijn ziel. Hij zegt wel te willen roemen, maar niet op dwaze w ij z e. „Zoo ik roemen wil, ik zal n i e t o n w ij s z ij n (II Cor. 12 6) Hij maakte geen ophef van zijn openbaring. Integendeel. Trouwens veertien jaren lang jf^eeft Paulus er over gezwegen. *^Rn Ca 1 v ij n zegt: „Hij zou nóg niet één woord daarvan gesproken hebben, was hij niet door de ongeschiktheid der boozen daartoe gedwongen geweest." Maar hoort Paulus zelf. „Ik zal de waarheid zeggen, maar voorts houd ik daarvan af, opdat niemand van mij denke bo ven hetgeen hij ziet, dat ik ben, of dat hij uit mij hoor t." Zijn zelfverheffing, die wellicht bij hem van deze werkelijke optrekking in het Paradijs het gevolg zou kunnen zijn, werd tegengegaan, zoo belijdt hij, door een scherpe doorn in het vleesch, „o p~ dat ik mij door de uitne mendheid der open ba ringen niet zoude verheffen." Zelfs in stee van te roemen, valt hij ls een ellendige smeekeling voor Gods Troon, opdat de Engel des Satans, die hem met vuisten sloeg, mocht worden weggenomen; terwijl hem geen ander antwoord wacht dan: „Mijne genade is ij genoeg, want mijne kracht wordt in zwakheid volbracht." Ook al vermenigvuldigt de Apostel zijn gebed, blijft 's Heeren antwoord hetzelfde. Zoo denkt Paulus er niet aan die openbaringen op den voorgrond te schuiven of er mede te pronken, maar zegt integendeel: „Zoo zal ik dan veel liever roemen in mijne zwak heden, opdat de kracht-van Christus in mij wone." 't Wordt ons dus glashelder, dat al len geestelijken hoogmoed, alle gees telijke zelfverheffing den Apostel ten eenenmale vreemd is. En hierin wijkt de p r a c t ij k der godzaligheid van den Apostel Paulus werkelijk af van de p r a c t ij k van die vromen, wier verbeelding open baringen tooverde. Maar er is meer Het heeft menigwerf allen schijn, alsof de mysticist wil ervaren, wat vóór hem Apostelen en Profeten ervoeren, die echter en dat mag vooral onze aandacht niet ontgaan in strumenten in Godshand waren om Zijn Bijzondere openbaring, de H. Schrift, aan Zijn gemeente op aarde le schenken. Zoolang God de Heere Zijn Woord nog niet com- r;r£et 2i'n,en kinderen op aarde als TT.. i?0f;r kad geschonken, bediende Hij Zich natuurlijk van openba- zSAn M aan9aE de Heere aan aezlhti Cn Pn°feten visioenen en het k 6n, openbaringen, maar met het klaarblijkelijke doel de Heilige Schrift daardoor te for meer en. Die visioenen, die qe- zichten en openbaringen vormden be stand deelen van Gods Hei lig Woord! Zoo liet de Heere £i)n openbaring, Zijn B ij zonder e Cpenbaring, die wij in de Hei-, i g e Schrift bezitten, ontstaan fot de samenstelling van .die open baring werden Apostelen en Pro feten geroepen en daartoe schonk de Heere hen openbaringen. Alzoo ook met Paulus Wat is nu in dezen de kardinale fout van het Mysticisme Dat zij met die instrumenten van Gods Bijzondere Openbaring wa nen op één 1 ij n te staan. Alsof de Heere thans Zijn Woord niet heeft afgerond! Zoodat geen letter daarvan af mag gedaan, maar evenmin een letter daaraan toe mag worden gevoegd. Gods gemeente bezit Gods g a n- s c h e openbaring. Die Gemeente be lijdt de genoegzaamheid der Heilige Schrift„De leer deszelven is zeer volmaakt en in alle ma nieren volkome n", zegt art. VII onzer Belijdenis. De begeerte derhalve naar de erva ring van wat b.v. Paulus overkwam, vindt nergens eenigen grond. Contrarie Zóó drukken we ons alleen nega tief uit. P o s i t i e f is deze begeerte zondig te noemen. Zondig, wijl men zijn oogen sluit voor de onder scheiden bedeeling der tijden, die im mers in Gods hand zijn en waarop acht moet worden gegeven. En dan valt het niet te ontkennen, dat duidelijk onder scheid moet worden gemaakt tusschen den tijd vóór de voltooiing. Vóór de voltooiing arbeidt de Heere Zelf aan die voltooiing en ge bruikt als instrumenten daartoe m e n- s c h e n naar onze Belijdenis zegt, met de woorden van den Apostel Petrus „de heilige mannen Gods hebben ge sproken, gedreven zijnde door den Hei ligen Geest". (II Petr. 1 21). En tot die menschen sprak de Heere door ge zichten, verschijningen en visioenen Ongetwijfeld Zóó blijft de H. Schrift het onfeilbare boek, wijl „niet voort gebracht door menschelijken wille" (II Petr. 1 21). Zoo behoudt die H. Schrift haar geheel eenig ka rakter. Maar die tijdsbediening is metterdaad afgesloten en art. IV der Nederlandsche geloofsbelijdenis somt de boeken op, die tot den afgeslo tencanon behooren. Gedurende die i n s p i r a t i e-periode, den tijd der waarachtige profetische openbaring, welke niet voortkwam uit de persoon lijkheid van den profeet, maar van Boven, uit God zelf, haar oorsprong had, kwam ook voor de v a 1 s c h e profetie, die niet des Heeren Woord bracht, maar een gezicht, dat zijn oor sprong had in eigen hart, iets wat men zelf had verzonnen, wat in eigen geest was opgekomen. Lees maar Jere- mia 23 16: „Hoort niet naar de woor den der profeten, die u profeteeren; zij maken u ijdel, zij spreken het ge zicht huns harten, niet uit des Heeren mond Maar wat dan te zeggen van som- miger vermeende gezichten! De zucht naar wat den Godsmannen in de i n s p i r a t i e-periode over kwam, brengt hen op een dwaalspoor Hun o n k u n d e met betrekking tot de bedeeling der tijden speelt hun par ten Reeds het zich op één 1 ij n stellen met de instrumenten van Gods Bijzondere Openbaring verraadt sterken geestelijken hoogmoed. Al is wellicht dan de gestalte en het gebaar ook bizonder nederig, het feit, dat men w i 1, dat God de Heere zal han delen met hen, als warfti z ij ook middelen ter Godsopenbaring, is in ieder geval geen symptoom van ne derigheid. Maar bovendien is dat willen een w e i g e r e n-genoegen-te-nemen met Gods geopenbaarde Waarheid in de Heilige Schrift. Bewust geschiedt dit wellicht niet, maar ook onbewust zondigen blijft zondigen. En eenmaal in de praktijk der god zaligheid aan het afwijken, komt men, als met elke zonde, op een hellend vlak. Beeldt men zich eerst in, dat het n u moet, zooals het t o e n, in de inspiratie periode, was; dan sghrijdt men straks op dat pad verder; men waant ge zichten en openbaringen te ontvangen en heel spoedig wordt de kranke vrome een speelbal van eigen gezichten, die fantasiën zijn en wordt in eigen oog een u i t-blinkende figuur boven de schare, die niet kent, niet onder vindt van wat hij meent te k e n n e n en te ondervinden. Menigeen schroomt dan niet met soms verregaan de geringschatting neer te zien op hen, die zich naar hun nieuwerwet- sche vroomheid, die als het oeverzand verschuift, niet voegen, maar het houden bij de o u d e b e p r oe f d e paden, die vast en onbedrie- g e 1 ij k zijn, dewijl ze geopenbaard zijn in Godsonfeilbaar W oord. Zijn deze eenvoudige, nuchtere vro men tevreden met „de lamp voor den voet en het licht op hun pad", de menschen, wier vroomheid een dwaal weg insloeg, eischen meerder, hoo- g e r licht. En waar zij, na zich eenmaal op bedrieglijke menschel ij- ke, zuiver verstandelijke redeneeringen en ideeën te heb ben vastgezet, de straf ontvangen, die menigmaal volgt op volhardende zonde, een niet-meer-zich- ontwringen-kunnen uit het wargaren, waarin men zich wikkelde bij het verlaten der Geopenbaarde Waarheid Gods, wordt de wederkee- ring tot den Heere zoo'n uiterst be zwaarlijke gang. O, als God de Heere dan niet zelf afkomt en deze menschen geneest, door ze weder af te rukken van hun valsch voetstuk en ze neer te werpen op Zijn Goddelijke Openbaring in de Heilige Schrift, dan blijft alle men- schelijke arbeid aan deze dwalende zielen ij d e 1 Daarom stijge ons gebed ook op voor hen die dwalen, in hun vroomheid En wier dwaling daarom zoo ernstig is, omdat zij niet weten, dat zij dwalen Afgeweken van „de eenvoudig heid, die in Christus is" (II Cor. 11 vs. 3), worden zij indien God het niet verhoedt steeds meer blind voor dien eenvoud en gaan ze zich ver sieren met de vrucht van inbeel ding En beware de Heere ons bij de bede: „Ontdek mijne oogen, dat ik aan- schouwe de wonderen van Uwewet! Maak mijne voetstappen vast in U w W o o r d en laat geen ongerechtigheid over mij heerschen (Ps.. 119 18 en 133). Dezelfde Wet, hetzelfde Woord van God ook door den dienst van den Apostel Paulus geopenbaard, en waar van deze dienaar van Christus heeft getuigd: „Indien u iemand een Evan gelie verkondigt buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij ver vloekt", wie h ij ook z ij „wij of een Engel uit den hemel" (Galaten 1 vs. 9 en 8)„Zijt nuchteren en waakt!" (I Petr. 4 7; 5 8). Zoo nu en dan worden wij opgeschrikt door het bericht over de een of andere moordzaak. De pers brengt er ons uitvoerige berichten over „verlucht" met foto's en we worden in de vree- selijke bijzonderheden van het gepleegde feit ingeleid. In den laatsten tijd is het weer heel erg in ons kleine landje. De eene moord is nog niet goed en wel gepleegd of we worden weer door een ander vreeselijk feit getroffen. Onlangs was het de moord op( den heer Lans te Rotterdam, kort daarop twee moorden in Den Haag en nu wordt ons volk in spanning gehouden door de vreeselijke gebeurtenis in Blijdorp te Rotterdam, waar een brute wellusteling een afschuwelijke moord pleegde op een meisje van tien jaar Vreeselijk is het en ieder moet met de ouders van dit kind wel te doen hebben. Het is niet in te denken wat het moet zijn op zulk een manier een kind te moeten verliepen' Het is dan ook betrekkelijk een zegen te noe men dat ons heele volk door deze ontzettende daad in actie gekomen is en met groote belang stelling de berichten volgt welke door de politie over het zoeken naar den dader worden losge laten. Het moet verheugend stemmen dat het pu bliek met den moeilijken arbeid van de politie meeleeft en alles in het werk stelt om het haar gemakkelijk en mogelijk te maken om den dader te vinden. Intusschen is de publieke opinie in zulke om standigheden te bestudeeren waard. Men kan zoo'n beetje hoogte krijgen welk „rechtsbegrip" het gewone volk er op na houdt. Er is een moderne leer welke uitgaat van de these dat het Recht uitgaat van het volk, dat het recht zijn wortel vindt in het volk en dat het volk de normen van het Recht vaststelt. Is dat waar Er zijn in den loop der jaren al heel mooie en zeer verschillende theoriën over het recht en zijn grondslag opgebouwd. Professor Krabbe b.v. bracht ons de theorie der „Rechtssouvereiniteit". Deze hooggeleerde heer ging uit van de stel ling, dat het Recht Souverein is, staat boven alles, een macht waaraan Staat en volk beiden zijn onderworp'en. Professor Krabbe beroept zich hierbij op het Engelsche adagium „English men are ruled by the law and by the law alone." Het Engelsche volk wordt geregeerd door de wet en door de wet alleen De wet in den zin van Recht bedoeld Alsof een. volk in hoogste instantie, óók het Engelsche volk, niet gere geerd wordt door de wet welke emanatie is van de Overheid, door de overheid tot stand komt en, dat die Overheid op haar beurt hierbij gebonden is aan allerlei factoren, en vastge stelde regels. Zeker kan het Recht bestaan ook zonder'de wet maar, zal het Recht kracht heb ben dan moet het door de Wet tot uitdrukking worden gebracht en gerealiseerd. En zoo blijft ei van de souvereiniteit van het Recht weinig meer over Het is wel te begrijpen hoe Professor Krabbe tot het poneeren van deze theorie is gekomen. Hij wilde het Recht als hoogste goed van een volk stellen op een rotsvast fundament, onwan kelbaar 'en kwam daardoor tot een zoeken van de Rechtsbasis in het rechtsbewustzijn des volks. Practisch treft men dit bij de meest uiteenloo- pende ongeloovige denkers aan. Er is een zoeken naar een vaste basis, waardoor het Recht zijn karakter ongeschonden kan blijven handhaven. En de één komt hierbij tot de leer der volks- souvereiniteit, de ander tot de leer der Staats- souvereiniteit en een derde tot de leer der Rechtssouvereiniteit. Maar practisch komt het tenslotte alles hierop neer, dat men zich buigt voor het inzicht van de meerderheid des volks. En wat is dit niet een kruiend oeverzand Gaan we het maar eens in de praktijk na En dan denken we aan die twee anarchisten in Amerika, die daar indertijd terecht gesteld zijn. Heel Europa stond op zijn achterste beenen. Hier werd een gruwelijk onrecht gepleegd en er moest een wereldprotest tegen op gaan We laten daar wat er van dit onrecht al dan niet waar is. Maar men zou zoo zeggen hier spreekt dan het Rechtsbewustzijn des volks Maar waarom zwijgt dan die zelfde volks massa wanneer er berichten tot ons overkomen van Mexico, waar de Roomsche geestelijkheid werd getiranniseerd en op vreeselijke wijze mis handeld En waarom zwijgt ook dje zelfde volksmassa, wanneer er in Rusland door de regeering -grie vend onrecht gepleegd- wordt ten aanzien van de geloovigen en dez'en worden gemarteld en vervolgd en aan den dood overgegeven Wat blijft er zoo van het Rechtsbewustzijn over En zien wij dan eens wat er plaats grijpt in het rechtsbewustzijn des volks wanneer er een gruwelmoord gebeurt zooals nu pas in Rotter dam is geschied. Men leest en hoort de theorie dat de mensch slachtoffer is van zijn omgeving van zijn ge boorte hij is erfelijk belast en dus als patiënt moet behandeld worden. Het is een theorie die tegenwoordig algemeen ingang vindt. En daarom wil men de gevangenissen maar sluiten 'en richten voor de misdadigers maar ziekenhuizen in. Zoo spreekt het Rechtsbewustzijn des volks in abstracto Maar legt uw oor eens te luisteren wanneer twist men nief' Ze ts om van Ie smullen, er een gruwelmoord plaats vindt zoo als nu pas gebeurd is Hoort men dan dezelfde theorie Geen sprake van. De misdadiger moet door de politie tegen het samengeschoolde publiek in bescherming worden genomen. Men zou in staat zijn hem te lynchen,, zooals de Zuid- Amerikanen dat gewoon zijn met de negers die zich aan blanken vergrijpen. Waar blijft nu het rechsbewustzijn des volks Men vindt de doodstraf een barbaarsche straf die in den modernen tijd niet mag worden toegepast. Maar direct is die opinie gewijzigd wanneer de publieke meening wordt getroffen door een vreeselijke misdaad. Dan zou men het strafrecht der Overheid wel uit de handen willen nemen en zelf recht doen, niet door toe passing van de doodstraf maar door weder moord op gruwelijke wijze Zou het recht dan een emanatie van het volksbewustzijn zijn Wie het gelooft, dwaalt, vergaapt zich aan den schijn Alle Souvereiniteit en alle macht vloeit uit God den Schepper van Hemel en aarde en Hij heeft de normen van het Recht vastgesteld en alleen in het zoeken en toepassen van die Rechtsnormen kan er Rechtszekerheid verkregen worden. Waar dit verworpen wordt, komt het recht in de lucht te hangen. Zie het maar in de practijk om u heen. Waar blijft het recht- in een land als Rusland waar men het Woord van God vervloekt heeft Waar blijft het recht in alle kringen waar men met God heeft afgerekend Recht en onrecht wisselen stuivertje. Wat vandaag als een Rechtsnorm wordt aanvaard wordt morgen onder den drang der omstandig heden weer verworpen En daarom is het volk gezegend dat zich vastklemt aan de normen van het Woord Gods, die vast en onwrikbaar den tijd verduren. Het laat het Recht rusten op den basis van Gods Rechtsordinantiën, die alleen zeker en rechtvaardig zijn UITKIJK. In de radiotechniek worden wisselstroomen toegepast, die van 20 duizend tot 20 millioen malen per seconde van richting veranderen. Men noemt ze hoogfrequente stroomen ter onder scheiding van stroomen, die slechts een gering aantal malen van richting wisselen laag- frequente stroomen. Bij de wisselstroomdynamo's ontbreekt de commutator, waarvan ik in een vorig artikel sprak. Voor het overbrengen van stroom op grooten afstand is hooggespann'en wisselstroom de aangewezene; gelijkstroom is wegens de laatste spanning alleen binnen be paalde grenzen te gebruiken. De hooggespannen wisselstroom is op eenvoudige wijze (door wis selstroomtransformatoren) op de verbruikplaats om te voren in laaggespannen wisselstroom, welke gebruikt wordt. Waarmede ik ditmaal wil besluiten is de vraag: hoe komen de generatoren in beweging Als aandrijvende machines voor de genera toren worden in de groote electriciteitsfabrieken algemeen stoomturbines gebruikt. Ze hebben de stoommachine bijna geheel verdrongen en wer ken met zeer groote snelheid (ettelijke duizende omwentelingen per minuut). De electrische stroom is noodig voor de elec- tromagneten, voor de bekrachtiging van de magneet zooals men zegt, kan ontnomen worden uit een vreemde stroombron, dus uit een afzon derlijke dynamo of uit een batterij. Voor ge lijkstroomdynamo's wordt doorgaans zelfbe- krachtiging toegepast. Wisselstroomdynamo's moeten een vreemde stroombron aanspreken,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1