voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
J. H. BUMS
STER-TABAK
PU RÓL
Antirevolutionair
Orgaan
Bang 16, R'dam
HdiWiegekmd
eerste blad.
3576
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1929
44ste JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
,En van den Zoon
"lperoord
mm Teiei. 162
Op den Uitkijk.
Ceeff roc A yen
Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN
Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
Middelharnie j
t U als zoovelen die
en en bij ons hun
edden kochten. Wij
mooie Eiken Huis
tegen billijken prijs,
ilderd ruime keuze,
ma Kapok, 37,—.
st adres.
ERBUIZEN
ngpalen
r b o o m e n
en Ruiters
LEUNE
'LEENBANK
DORP.®
g tot verbe-
het Rundvee
rflakkee
oeree.
ebt de stier
Vaan III
13/
Deze Courant verschflnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- b| vooruitbetaling,
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT»
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Teief. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regti
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f l.~ par plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zl| beslaan.
Advertentien worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur,
(Historisch uitweiding).
yy
DEN HAAG
Hofweg 6
NIJMEGEN
Molenstraat 9
on No. 236.
agelijks 8V2 tot 10 uur
behalve 's Maandags.
Igens afspraak.
t in17273
meubelen en vierkante
n Badstoelen,
n bekleed en onbekleed
K, zooals Papierman.
fels. Ook verkrijgbaar
ord, Middelbands.
ring alle stations
gelden aan leden tegen
ij neemt gelden opte>
ars ook van niebleden.
kunnen dagelijks wor>
bü een der leden van
5 en 19 Sept., des
r, ten huize van den
OSTENBRUGGE.
one goede afstamming
glfte en vet.
Jz. te Sommelsdljk.
weid op de district,
met een premie k f 30.
HET BESTUUR
VI.
Men weet, hoe de ééne oorspronke
lijke kerk in tweeën uit elkaar is geval
len in de Oostersche en Westersche
Kerk. Eén der geschilpunten liep over
het uitgaan van den Heiligen Geest van
den Vader en den Zoon.
Paulus zegt in 1 Cor. 11 19 zoo ei
genaardig: „Er moeten ook kette
rijen onder u zijn, opdat degenen, die
oprecht zijn, openbaar mogen worden
onder u." Telkens, wanneer de Kerk
door ketterij werd bestoookt, werd zij
kloeker in het belijden van de bestre
dogma's. Dat is de leiding des
Geestes, die Zijn gemeente in alle
waarheid leidt en met Zijn verlichting
Zijn gemeente nooit verlaat.
Welnu, zoo is het ook gegaan met
de leer over den H. Geest. Het geding
liep destijds over de drie personen van
het Goddelijke Wezen. En wanneer ge
nu achter in sommige Bijbels en Psalm
«boekjes opzoekt de „Geloofsvorm en
i Bekentenis van den H. Athanasius'
ook genoemd en „gaarne aangenomen
in art. IX van de Nederlandsche Ge
loofsbelijdenis; dan ontvangt ge daar
een uiteenzetting van de leer der Drie
eenheid. In het 23e vers luidt het: „De
Heilige Geest is van den Vader
en den Zoon niet gemaakt of ge
schapen of gegenereerd, maar u i t g e-
kome n." Vorige kerkvergaderingen
hadden wel vastgesteld, dat de H.
Mr-t uitging van den Vader
fpsjmr deze Geloofsvorm van Athana-
B sius voegde daar aan toe: „filioque
j| d.w.z.: en van den Zoon. De
De Oostersche Kerk ging met deze toe-
voeging niet accoord, de Westersche
'wel.
Als we aan dit stukske Kerkhistorie
nog toevoegen, dat juist de Oostersche
Kerk uiteenviel in de meest mysticis-
tische secten, zoodat er zelfs een secte
bestond, wier beste aanhangers zich
lieten inmetselen, mag de vraag wel ge
steld of er ook aanleiding is, tusschen
de velerlei mysticistische stroomingen
en de opvatting aangaande het filio
que" eenig verband te zoeken. Met ze
ker godgeleerde zijn we van meening,
dat in de kwestie van het .filioque" het
grondverschil ligt tusschen de ware
mystiek en het valsche mys-
t ici s m e.
i Mystiek is het goede, het noodige,
onmisbare.
Hj Mysticisme is de ontaarding hiervan,
haar verbastering, haar langzame ver
kankering.
De belijdenis van „het uitgaan van
den H. Geest", niet alleen van den
Vader, maar ook van den Zoon, legt
P dus regelrecht verband tusschen den
BPI- Geest en den Zoon. Wie het „filio
que belijdt, erkent dat verband en
•acht de werkingen van den H.
lp eest gebonden aan de Open
baring van den Zoon, gelijk immers
/ónze Heere Jezus Christus zelf zegt
„riij (de H. Geest) zal het uit het
'I n e nemen en zal het u verkondi-
9en (Joh. 16 15). Zoo wordt het werk
an den H. Geest onwedersprekelijk
an het werk van den Zoon gebon-
en. De werkingen van Gods Geest
hebben tot grond het verlossingswerk
'an Christus. Het werk van Christus
hept de mogelijkheid tot het werk van
pen Geest. Het werk van den Geest
ijdoeit uit het werk des Zoons voort.
^andaar. dat een belijder van het „fi
lioque wanneer hij denkt werkingen
pes Geestes bij zich waar te nemen,
^ogenblikkelijk zijn toevlucht tot het
oord neemt als zijn toetssteen; om,
aan de hand van dat Woord alle in
wendige werking te vergelijken met de
werkingen, zooals dat Woord die be
schrijft en als werking van den Geest
te verwerpen, al wat den toets der ver
gelijking niet kan doorstaan. Dat zal
hij bestempelen met den naam van „spe
van zijn eigen geest" of ook „inwer
king van b o o z e geesten", in allen
gevalle, bij het licht van 's Heeren
Woord niet het werk van Gods
Geest noemen.
Het „filioque" erkent den banc
aan het Woord!
Erkent den band aan het „vleesch
geworden" Woord
Erkent den band ook aan het „schrift
geworden" Woord
Geen openbaring van den Geest
dan in de Openbaring van den Chris
tus
Dat leert ons de Heiland duidelijk in
Johannes 16, de verzen 14 en 15, welke
beide verzen feitelijk met andere woor
den denzelfden inhoud hebben als vers
12 en 13. „Nog vele dingen heb Ik u
te zeggen, doch gij kunt die nu niet
dragen. Maar wanneer die zal gekomen
zijn, namelijk de Geest der waarheid
Hij zal u in al de waarheid leiden; want
Hij zal van Hemzelven niet
spreken maar zoo wat Hij zal gehoord
heben, zal Hij spreken en de toeko
mende dingen zal Hij u verkondigen.
Die zal M ij verheerlijken want Hij
zal het uit het Mijne nemen en
zal het u verkondigen. Al wat de Va
der heeft, is mijne daarom heb Ik ge
zegd, dat Hij het u i t h e t M ij n e zal
nemen, en u verkondigen." „Het eenig
en uitsluitend streven van den Geest is
werkelijk de verheerlijking van
J e z u s in het hart der apostelen; nadat
de Vader Christus persoonlijk in heer
lijkheid heeft verheven, zal zijn he
melsch beeld door de kracht des
Heiligen Geestes zijn stralen
van boven in het hart der leerlingen
werpen, en door hen in dat van alle
geloovigen. Beider taak grijpt in elkan
der, beiden wedijveren in het betóon
van nederigheid, met behoud van hun
Goddelijk karakter: want de Zoon heeft
geen ander doel dan de verheerlijking
van den Vader en de Geest door die
van den Zoon. Christus, Z ij n
woord en Z ij n werk dit is de eenige
tekst, dien de Geest in het gemoed der
leerlingen zal verklaren.
Zoo ligt er samenhang tusschen het
verlossingswerk van Christus buiten
ons en het toepassende werk des Gees
tes in ons.
De belijdenis van het „filioque" wil
tevens, dat de eenheid blijve bewaard
tusschen ons i n n e r 1 ij k en ons ker
kelijk leven. Volkomen waar is daar
om wat een bekend godgeleerde schreef
,Laat men het Filioque glippen, maakt
men het werk van den Heiligen Geest
los van het werk des Zoons, en dus ook
los van het W o o r d en van de k e r k
van Christus (immers de openbaring
van het werk des Zoons) dan wordt
t iets op zichzelf, iets naast den Chris
tus, iets naast het Woord, iets naast
de kerk. En is die scheiding eenmaal
aanvaard, dan kan het niet anders, of
dit mystieke werk van den Heiligen
Geest wordt al spoedig geschat b o v en
liet werk van den Christus, boven
het Woord en boven de kerk.
Reeds de Doopers ontzagen zich dan
ook niet, reeds in de dagen der Refor
matie het aldoor zóó voor te stellen, dat
ja, voor de gewone lieden en voor de
anderen de Schrift goed genoeg was,
maar dat wie het werk van den Heili
gen Geest in zich ontving, op een hoo-
ger standpunt stond, en dus de Schrift
niet meer noodig had. Een „verlicht"
man was aan de Schrift ontgroeid. Van
de Schrift ging dat op den Christus en
evenzoo op de kerk over. En het einde
is dan ook geweest, dat de meeste de
zer dweepzieken eerst het Woord, toen
de kerk en ten slotte ook den Christus
verworpen hebben. Zij waren tot een
hooger standpunt opgeklommen. Zij
ontvingen onmiddelijke gemeen
schap met het Eeuwige Wezen. Hun
ner was een eigen, een i n n e r 1 ij k
licht. En het gemeene licht, waarbij
de anderen wandelden, had voor hen
alle bekoring verloren.
Doch dan volgde ook hieruit, dat el
ke maatstaf, elke norm, elke toetsteen
wegviel, om de ware van de val
sche inwerking te onderscheiden, en
dat ten slotte de meest ongezonde in
beeldingen, de dwaaste voorstellingen,
de zondigste inwerpselen door allerlei
heethoofden en dweepzieke menschen
als inspraak van den Heiligen Geest
werden voorgewend, en dat er bijna
geen zonde te bedenken is, overspel,
ontucht, moord en wat niet al, die niet
in naam van den Heiligen Geest bedre
ven is."
Ook voor de werking van velerlei
geest op onze ziel moge de waarschu
wing gelden „Geliefden gelooft niet
een iegelijken geest, maar beproeft de
geesten of zij uit God zijn 1 Joh. 4
vers 1
:JÏ
Meer dan iets anders vraagt in onze dagen
de nood van onze jeugd de aandacht van volks
leiders en paedagogen.
Bibliotheken zijn over dit vraagstuk geschre
ven in cong.ressen en vergaderingen is het pro
bleem behandeld en we schieten er niets mee op
het leven gaat zijn gang en het leven gaat ver
der stroomafwaarts.
Het verwondert ook niet
Slechts één weg tot behoud is er.
Gods Woord wijst dien weg.
Maar juist dien weg wil men niet op, want
het is de weg der gebondenheid en van de
tucht.
En het is een der kenmerken van onzen tijd,
dat men gebondenheid en tucht haat meer dan
eenig ding.
En daarom wijst men andere wegen.
Het liefst predikt men een geheel nieuwe mo
raal, waarin de zedelijke ontaarding van het
moderne leven moreel wordt goedgekeurd.
In socialistische kringen wordt door de leiders
de „vrije verbintenis" met het huwelijk op één
lijn gesteld. Men gaat verder en noemt het
huwelijk onzedelijk, omdat wanneer blijken
mocht, dat man en vrouw, eenmaal getrouwd,
niet bij elkaar passen, langer samenleving on
zedelijk is.
Deze stelling is een kanker, die reeds veel
dieper in onze samenleving is ingevreten dan
menigeen onder ons denkt.
Soms komt er iets van openbaar in de de
batten in de Staten-Generaal. De opvoeding van
het kind wordt staatstaak genoemd en de moe
derschap heet men e'en functie in dienst van
den staat verricht.
Waar zulke verderfelijke theoriën onder ons
volk door volksleiders worden verkondigd, daar
kan het niet anders of de zedeloosheid moet in
het volksleven invreten.
De fundamenteele zonde is natuurlijk deze,
dat men God niet laat regeeren over het men-
schelijke leven, maar de draden van het leven
in eigen handen neemt. Niet God, maar de
mensch zal te beslissen hebben over het leven,
over de geboorte van het nieuwe leven, over
de levensuitingen en de levensbehoeften.
Hierdoor ontstaat de groote nood onder onze
jeugd.
Bij deze verderfelijke theoriën wordt natuurlijk
het gezinsleven ondermijnd. Er is geen sprake
van, dat God op die wijze in het gezin regeert,
en daarom is er ook geen sprake van, dat in
die gezinnen het ouderlijk gezag domineert.
Vader kan in zulk een sfeer geen koning, pro
feet en priester zijn, hij kan daar geen leiding
geven, geen vertrouwen hebben. Ouders en kin
deren vervreemden van elkander, het ergste wat
ir een gezin plaats kan hebben.
Duizenden bij duizend'en gezinnen worden op
die manier verwoest, en de jeugd gaat onder in
opstandigheid.
Er is op het oogenblik een Amerikaansch
boek dat groote opgang maakthet is een boek
van een Amerikaanschen kinderrechter genaamd
Lindsey. Het boek is getiteld„The Revolt of
Modern Youth", het werd in het Holandsch ver
taald onder den titel„De Opstandige Jeugd".
Uit dit boek stroomt u de verschrikkelijke
sfeer van het moderne leven tegen en ge walgt
er van.
Iemand die principieel tegen dezen Amerikaan
over staat gaf er een kritiek op.
Ik neem er het volgende uit over, men proeft
er iets van die ontzettende verwildering uit
waaraan zelfs de leiders van onze jeugd zich
over geVen en ge vraagt u afals dit de leiders I
der jeugd zijn, wat moet dan die jeugd zelve
wel niet zijn
Hiermede kwam Lindsey voor een nog veel
moeilijker taak te staan. Brengt het ambt van
Kinderrechter toch wel in de eerste plaats in
aanraking met kinderen uit de zoogenaamde
volksklasse, en is het aantal jongens overwe
gend. thans kwam hij vooral in aanraking met
huwelijks- en echtscheidingsaangelegenheden en
werd hij geraadpleegd in allerlei paedagogische
kwesties, meestal van sexueelen aard, dikwijls
onder menschen van den meer gegoeden stand,
ja veelal kinderen van zeer rijke ouders, en het
bleken vooral de meisjes te zijn die zich in groo-
ten getale met al haar moeilijkheden tot den
Gezinsrechter wendden, met of zonder den jon
gen, geliefde, vrijer, medeplichtige, hoe men hem
noemen wil.
En nu kwam het er op aan welke zijn hou
ding zou zijn. Zij kwamen met hun klachten,
met hun angsten, met al hun begeerten en wen-
schen, want deze Rechter staat open voor de
jeugd, dat was reeds lang gebleken, hun harten
openen zich voor hem, 'en in de kamer naast
hem, met een glazen deur tusschen beiden, zit
zijn vrouw. Kan het mooier, is er een idealer
positie denkbaar voor een jeugdleider bij de
gratie Gods Daar stroomden zij toe, in dezen
tegenwoordigen tijd met hun schreeuwende noo-
den, die geheele opstandige jeugd, en wat bijna
niemand gelukt, gelukt hemzij spreken zich
volkomen uit, voor hem geen geheim'en.
Wat zal hij er van maken
Ik wil bekennen dat ik gespanen was en er
wonderen van verwachtte, Lindsey, de man van
Boy-ville, die de jongens vrijwillig alleen naar
de Rijksopvoedingsgestichten doet gaan
Toen verscheen „Youth in Revolt" en „Com
panionate Marriage". Hij hoort de klachten
aan, hij laat hen uitspreken ten einde toe, klach
ten over onverstandige ouders, die niets van
hun kinderen weten, die hen op niets voorberei
den en hun dan de grootst mogelijke vrijheid
laten en veel geld geven, over onderwijzers en
onderwijzeressen die evenmin iets van de kin
deren weten, over predikanten en godsdienst
onderwijzers die de kinderen ook al niet kennen,
klachten van kinderen die alle schaamte verlie
zen 'en half uit bandeloosheid half uit nieuws
gierigheid reeds op jeugdigen leeftijd, als school
kinderen, sexueel verkeer samen hebben. Dit
geschiedt in auto's, die dikwijls het eigendom
van de kinderen zelf zijn, of na een autotochtje,
of na bals, in hotels, met of zonder voorbehoed
middelen, dikwijls wanneer zij wat ouder zijn
nemen de jongens een flesch whisky in de auto
mede (want de zedenwet onder de kinderen
schijnt mee te brengen, dat meisjes beneden de
18 jaar nog niet drinken mogen, daarboVen ech
ter wel
Hoe zal Lindsey's houding zijn, van hem en
van zijn vrouw Zijn kansen zijn eenig, hij kan
om zoo te zeggen van die kinderen maken wat
hij wil, zij spreken zich uit en zij vertrouwen
hem.
Hij geeft toe: Hij zwicht. Hij keurt niets
af, alleen zegt hij dat het niet verstandig is ge
weest, maar het is alles de schuld van de ouders.
Hij zal alles in orde maken. Hij is de kinderen
ter wille, hij wil tot iederen prijs hun glimlach,
hun goedkeuring, hun instemming, als hunner
een beschouwd worden. Hij gaat met de jeugd
dweepen D e zwakte van dezen tijd.
„Die kinderen zijn niet slecht". Neen, wie
zegt dat
„Zij zullen hun eigen weg wel maken, beter
dan de ouderen, zij zullen de toekomst maken,
zij zijn al bezig."
„Zij zullen dat karrewijtje dat het leven is,
wel klaar spelen, en denken over hun onster
felijke ziel even weinig na als over hun maag,"
Én als een meisje hem raad komt vragen of
het geoorloofd is om moeder te worden zonder
liefde, zij had geen enkelen jongen lief, maar
wilde toch spoedig een kindje hebben en dacht
er nu over om een volkomen vreemden jongen
uit te noodigen bij haar een kind te verwekken,
waar hij verder niet naar om zou mogen kijken,
noch naar haar, maar zij aarzelt nog en komt
hem als een priester de absolutie vragen. Dan
zegt hij niet„dat zou de ernstigste misdaad
zijn die denkbaar is teg'enover je zelve, aan wie
je het schoonste op aarde, de liefde onthoudt
tegenover 't kind, aan wie je een gezin een vader
en de liefde van zijn ouders onderling, waar
van het de schoone vrucht is. onthoudt, en tegen
over den jongen man die je tot een gemeenen
streek verleidt, door zijn verantwoordelijkheids
gevoel tegen over een vrouw met wie hij lief
desverkeer heeft gehad en tegenover zijn eigen
kind te dooden", neen, inplaats van dit alles
inplaats van dit arme ongeduldige, in verwar
ring leVende kind naar zijn vrouw te voeren,
wanneer zij dan geen eigen moeder heeft, die
haar tot rust, tot evenwicht kan brengen
zegt hij „doe wat je hart je ingeeft" d. i. ga
je gang."
Nu, zij gaat dan ook haar gang en bezorgt
zichzelve een Ignd van een volkomen onbekende,
zonder eenigeeffectie van een van beide kan
ten (een theologisch studenthad zij daarvoor
uitgekozen en daartoe bereid gevonden). Af
spraak was, dat zij nimmer meer naar haar en
naar zijn kind (want dat was het toch) zou
omzien. Dat dit de onzedelijkste, erger de on-
menschelijkste verhoudingen is tusschen man en
vrouw die men zich denken kan, komt blijkbaar
bij L. niet op, en hij zegt er niets van, dan dat
hij het kind gezien en dat hij dit „zooals te
verwachten was" een „prachtkind" was. Wat
beteekent die opmerking Dat kinderen geboren
uit een volmaakt onverschillige koude onper
soonlijke verhouding, zelfs zonder eenige phy-
siejke wederzijdsohe genegenheid, of jqjeiging,
kans hebben bijzonder mooie gezonde kinderen
te zijn Bedoelt het een, aanmoediging voor
meisjes om dit griezelige voorbeeld te volgen
En wat bedoelen paedagogen, predikanten, enz.,
wanneer zij het „prachtboek" waarin deze pa-s
sage en vele die daarop gelijken voorkomen, aan
de jeugd ter lezing aanbevelen
Dat is toch vreeselijk niet waar
Hier openbaart zich het dierlijk instinct in
den mensch, dat losbreekt zoo spoedig de mensch
Gods heilige Wet loslaat.
De mensch wordt met blindheid geslagen,
wat goed is noemt hij slecht en het slechte
wordt goed genoemd.
En men denke niet: dat gebeurt in Amerika
ons land is door denzelfden geest vergiftigd.
Met verbluffende brutaliteit worden hier de
zelfde theoriën verkondigd en aan de jeugd voor
gehouden.
En de nood van onze jeugd neemt toe. In
de moeilijkste dagen van hun leven wordt zij op
wreede en roekelooze wijze afgevoerd van het
pad eds behouds en voor geheel hun leven onder
gedompeld in het moeras der zedelijke ellende.
Onze jeugd wordt geestelijk vermoord.
Wat er aan te doen
Veel is al gewonnen als we in eigen kring
het groote gevaar zien
Maar het lijkt wel of men in onze positief
Christelijke kringen met blindheid geslagen is.
Er wordt o zoo vroom gepraat maar van het
gezinsleven komt helaas zoo weinig terecht.
En daar toch ligt de wortel van het kwaad.
Men moppert wel eens over school, kerk en
catechisatie, dat is niet goed en dat is niet
goed maar de fout ligt in de eerste plaats bij
het gezin. Niet de school, niet de kerk, niet de
dominé, maar vader en moeder zijn in de aller
eerste plaats aangewez'en om het kind leiding
en opvoeding te geven. Kerk en school moeten
zich hier natuurlijk bij aanpassen, maar de bron
is het gezin.
En dan moet dat gezin staan onder de tucht
van het Woord van God.
En dat Woord leert ons dat het kind vele
malen tegen zich zelf geschermd moet worden
want het is een leugen dat het kind tot den
aard goed is en dat het recht heeft zich uit te
leven.
Het moet worden toe gegeven dat dit veel
zwaarder taak is dan de z.g. „vrije opvoeding"
maar de ouder die niet wil dat zijn kind hem
op later leeftijd vervloekt en op zijn graf de
vuisten tegen hem balt, de ouder die zijn kind
waarlijk lief heeft zal zich de zware taak der
opvoeding, die zelfverloochening kost, gaarne
getroosten.
Niet eig'en weg te gaan, ook niet in de opvoe
ding der kinderen, maar Gods weg is soms
zwaar maar heerlijk. In den grijzen ouderdom
zal die ouder er de heerlijke vruchten van pluk
ken, wanneer zijn kinderen tot hem komen en
met vochtig oog tot hem zeggen zullen vader,
moeder ik dank u dat gij toornig op mij ge
weest zijt
UITKIJK.
Moeders nemen voorde roode.
gesmette of ontstoken huid van
de kleine, uitsluitend
het allerbeste, en dat 1»
Doos 30en60ctTube80cl.BijApoth.en Drogisten