Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. sn Wcicht even S. BOEH IN HOC SIGNO YINCES TROONREDE. KELEN UWEN? FEUILLETON Langs een diepen weg rers! itendvoer ie Steenhouwerij »c70 WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1929 44STE JAARGANG 171175 Gilling uoor meriting disponibel ins instiiuut ueroonden :er cm 30, Amsterdam (0 W. BOEKHOVEN A ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers per uur 350,— oor landbouwer of loon- e te plaatsen. Als nieuwi gewone en wendploegen, krachtbedrijf. eds het nieuwste en beste ijksten prijs leveren, tw beste adres toch wel HARINGVLIET en zaak koopen lonaal Handels-Bureau lagueid 1, - Teiet. 8695 nenrotiei68, Rotierdam saijDER, Bode flRICHTIDG eri j, Dirkslatid ro 63351 STATEN-GENERAAL. Leden van de Staten-Generaal. - BeiilHrictiters ^55 Tegenouer de lui oosterherR Kipstraat 70 en 16. TELEF. No. 1005 en 1946 Afdoend tijd succesvol op voor: N N AMEN A en B XAMENS NCY E EXAMENS leeraren 547 cursussen draagt gratis prospectus p het gebied net hulp 60 Deze Coura.it verschijnt eiken'WOENSDAG en 7 ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b| vooruitbetaling. BUITENLAND bfl vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDEKLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die z% beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. DE TROONREDE. De zitting der nieuwe 350,- 350,- 100,- 50,- 40, A broodwinningen worden t) len door het inlichtingen kosteloos UW BESTELDE GOE. REN VOOR ALLE 'SEN VAN FLAKKEE BEZORGEN >agelijksche dienst ÏDDELHARNIS lergschelaan 218, R'dam te Middelharnis van 9—1 rendige ziekten, ook die, n zijn opgegeven. 30 B. GOOTJES, Oude Tonge inurder maar niet beter Staten-Generaal is weder geopend. H. M. de Koningin sprak heden de gebrui kelijke Troonrede uit, die wij elders in dit blad afdrukken. Nieuwe perspectieven worden ook ditmaal door de Troonrede niet geopend. Ter- oriënteering in de politieke situatie is zij ongeschikt en zullen wij dus moeten wachten tot de begrootingsdebatten, die komende zijn. i De totaal-indruk van de Troonrede is wel dat de, door het Kabinet-de Geer gevolgde politiek, zal worden gecontinueerd. Al missen we het positieve geluid, dat we hoorden toen de heer Colijn in 1925 Kabinets formateur was en toen er sprake was van „handhaving der Christelijke grondslagen van ons volksleven", uit de Troonrede mag worden afgeleid, dat bestuur en wetgeving naar rechts priënteerd zullen blijven. Hiervoor moeten we dankbaar zijn, al blijft ons bij het lezen van de Troonrede een gevoel van onvoldaanheid bij. Opmerkelijk is de zinsnede, die handelt over de kwestie met België. Deze wacht nog steeds op oplossing. Een moeilijk stuk werk voor onzen Minister van Buitenlandsche Zaken. Over den economischen toestand in land- en tuinbouw is de Troonrede in de: mineur ge stemd. En terecht. De prijzen zijn niet evenredig aan de hooge bedrijfskosten, die nog eer toe dan afnemen. Van eenzijdige ontwapening zal onder dit Ministerie geen sprake zijn, al zullen de uit gaven voor defensie tot het minimum beperkt blijven. Voor Indië blijft het oog der Regeering ge opend. Ook hier blijft de koers rechts Op 't gebied van wetgeving wordt ditmaal niet veel beloofd. En we treuren er niet om. en gezonde rust kan hier geen kwaad. DE SLUITING. Op de gebruikelijke plechtstatige wijze begaf begaf Zaterdagmiddag tegen 3 uur de Minister van Binnenlandsche Zaken Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck zich van het Koninklijk Paleis in het Noordeinde naar het Tweede Kamer gebouw, ten einde in naam der Koningin de zitting der Staten-Generaal te sluiten. De Minister was gezeten in een gala-hofkoets, welke voorafgegaan en gevolgd werd door af- deelingen huzaren. De kleine stoet nam van Paleis naar Binnenhof den volgenden weg Noordeinde, Heulstraat, Kneuterdijk en Buiten hof Bij den ingang van het Kamergebouw werden den Minister door een detachement politietroepen de gebruikelijke militaire eerbe wijzen gebracht. Zoowel bij het paleis als op het Binnenhof stonden vele kijklustigen. In deze sluitingsbijeenkomst verschenen dit maal een zoo groot aantal Kamerleden, als we ons niet herinneren er ooit bij deze plechtigheid te hebben gezi'en. Van de leden der Eerste Kamer waren tegen woordig de heeren: Ossendorp, van der Lande, Hermans, Janssen, Mevr. Pothuis-Smit, Gelder man, Steger, Dobbelmann, Briët, de Savornin Lohman, de Veer, Pollema, de Wit, Blomjous, Arntz, Verkouteren, Fransen, Westerdink, de Vos van Steenwijk (nieuw-benoemde voorzit ter), Gijselaar, Lindeyer, Haffmans, de Zeeuw, Diepenhorst, Anema, van Embden, Rink, Molt- maker en van Lanschot. Van de leden der Tweede Kamer waren aanwezig de heeren: Prof. Visscher, Kersten, Zandt, Krijger, de Wilde, Boon, J. J. C. van Dijk, Beumer, Tilanus, Engels, v. d. Bilt, Mej. Westerman, Schaper, Aalberse, Joekes, Mevr. de Vries-Bruins, Knottenbelt, van Vuuren, Zijlstra, Heemskerk, Mej. Katz, Duymaer van Twist, Hermans, Mevr. van Italie-van Embd'en, Oud, van Schaik Bijleveld, en Kampsohöer. Van dezen zullen in de nieuwe Staten-Ge neraal niet terugkeeren de heeren de Wit, Fransen, Lindeyer en Bijleveld. De voorzittersstoel werd voor het laatst in genomen door den Voorzitter der Eerste Kamer, baron van Voorst tot Voorst. Deze was gekleed in het groot tenue van Generaal en droeg het breed lint van het Grootkruis der Orde van den Needrlandschen Leeuw. Aan zijn rechterhand waren de Griffiers der beide Kamers der Staten-Generaal gezeten, aan zijn linkerhand de Commiezen-Grieffier, allen in ambstcostuum. Bij de Commiezen-Griffier was ditmaal weder de Commies-Griffier der 2e Ka mer Mr. Wery aanwezig, dieo ngeveer ander half jaar door ziekte verhinderd is geweest zijn functie waar te nemen. Van vele zijden werd hij met zijn herstel geluk gewenscht. Toen even voor 3 uur de Minister, in ambst- ornaat, binnentrad, voorafgegaan door de leden van de Commissie van in- en uitgeleide, van Embden, de ontwapenaar droeg sierlijk zijn staatsiedegen de Wilde en Mej. Westerman, en gevolgd door de leden Fransen, Krijger en Boon, verhieven alle aanwezigen zich van hunne zetels, terwijl de Minister naar den Voorzitter, naar rechts en naar links een buiging maakte. Staande hoorden zij allen de voorlezing van de korte sluitingsrede aan. Te twee minuten over drieën was dit geschied. Hierna verliet de Minister op dezelfde wijze en voorafgegaan en gevolgd, de vergaderzaal en was de plechtigheid geëindigd. Te midden van U, leden der Staten- Generaal, voel ik mij gedrongen uiting te geven aan ootmoedige erkentelijk heid voor den zegen, dien de Almach tige ook dit jaar over mijn dierbaar volk heeft verspreid. Die zegen zij een spoorslag te meer voor alle deelen van het rijk en zijne inwoners van eiken landaard, om hunne beste krachten bij voortduring te blijven geven aan de vreedzame ontwikkeling van het hechte geheel van moederland en overzeesche gewesten. De betrekkingen, welke met de an dere mogendheden worden onderhou den, zijn van den meest vriendschappe- lijken aard. Dat de hier te lande in het belang van den wereldvrede gehouden bespre kingen tot overeenstemming hebben mogen leiden, stemt tot groote vol doening. De verwezenlijking der plannen van den Volkenbond ter vreedzame oplos sing van internationale geschillen, zal door mij krachtig worden bevorderd, in de overtuiging, dat versteviging van de internationale rechtsorde den weg zal helpen banen tot gelijktijdige en wederzijdsche vermindering van bewa pening. Pogingen, die zouden kunnen leiden tot wegneming van de belemmeringen in het handelsverkeer tusschen de vol keren, kunnen op mijnen daadwerke- liiken steun rekenen. De wensch naar tot stand koming eener nieuwe regeling met België kon nog niet worden vervuld. Ik vertrouw, dat een juister begrip van de weder zijdsche rechten en behoeften, waartoe de gedachtenwisseling, die in het vorige zittingsjaar plaats had, bevorderlijk kon zijn, het bereiken van overeenstemming ten goede zal komen. De toestand van handel en nijverheid geeft in menig opzicht stof tot dank baarheid. Niettegenstaande de oogst ook dit jaar over het algemeen niet onbevredigend mag heeten, zouden land- en tuinbouw zich breeder ont plooien, zoo de prijzen der voortbreng selen gelijken tred hielden met de pro ductiekosten. Vertrouwd mag worden, dat de on langs tot stand gekomen wettelijke maatregelen tot bevordering van onzen uitvoer, heilzaam zullen werken op den afzet in het buitenland. Op uwe medewerking zal een beroep worden gedaan ter behandeling van de thans aanhangige wetsontwerpen, voor zoover zij daartoe, gewijzigd dan wel ongewijzigd, in aanmerking komen. Het reeds ten vorigen jare aange kondigde ontwerp tot herziening van het huwelijksvermogenrecht zal U thans spoedig bereiken; ook overigens zal vernieuwing van recht op onder scheiden gebied worden bevorderd. Met krachtige bestrijding van de werkloosheid zal worden voortgegaan. Naar ik, vertrouw, zal het rapport der Staatscommissie voor de herziening van de lager onderwijswet 1920 binnen niet te langen tijd worden ingediend. Met den meesten spoed zullen alsdan de vereischte voorstellen tot herziening van de lager onderwijswet 1920 aan hangig worden gemaakt. Het zal mijn ernstig streven zijn het financieel evenwicht te handhaven. Daartoe zal op den weg van ver sobering van 's Rijks dienst behooren te worden voortgegaan en zal voorzich- Met koortsachtige haast bereiden wij de opening van het seizoen voor. Een meer dan schitteren de collectie is dezer dagen volledig. Wacht met Uw inkoopen tot wij annonceerenHet is Uw belang. "~Fi ROTTERDAM, Hoogstraat, hoek Spui DEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofweg 6 tigheid geboden zijn ten opzichte van wettelijke maatregelen, welke lasten op 's Lands schatkist kunnen leggen. De uitgaven voor leger en vloot zul len beperkt blijven tot het beslist noo- dige voor handhaving van de onzij digheid en verdediging der onafhanke lijkheid van den Staat. Indiening van een wetsontwerp in zake de kanaalverbinding van Amster dam met den Rijn wordt bespoedigd. Een voorstel tot wijziging van de Zuiderzeesteunwet zal U worden voor gelegd. De verbetering der wegen en rivier overgangen zal krachtig worden, voort gezet. Een wetsontwerp betreffende de pu- bliek-rechtelijke regeling der collectieve arbeidsovereenkomsten zal worden in gediend. In voorbereiding is een wettelijke re geling omtrent de instelling van be- drijfsraden. Herziening van de sociale verzeke ring zal worden ter hand genomen. In voorbereiding is een wettelijke re geling der werkeloosheidsverzekering. Overwogen wordt verbetering der economische voorlichting van nijver heid en handel. Met den middenstand zal nog nau wer dan tot heden voeling worden ge houden. Voortgezet wordt het onderzoek in hoeverre, zoolang het vrije ruilverkeer niet internationaal gehuldigd wordt, door een onderhandelingstarief de na- deelen voor een deel van onze nijver heid en landbouw van elders geheven beschermende invoerrechten zouden kunnen worden getemperd. Ten aanzien van den politieken toe stand in Nederlandsch-Indië blijft waakzaamheid geboden. Intusschen valt te wijzen op de teeke nen van een veldwinnend inzicht, dat slechts door daadwerkelijke deelneming van alle groepen der bevolking aan het opbouwend werk der overheid het al gemeen belang in waarheid wordt ge diend. Het bedrijfsleven in Nederlandsch- Indië ondervond den terugslag der voor sommige landbouwproducten on gunstige verhoudingen op de wereld markt. De algemeene toestand kan niettemin ACCUMULATOREN van ouds om zijn goede het daar ook. f 55,- f 25,-, f 30,- en hooger naf8,- f 5.9C EÉN DEKEN CADEAU ITTERDAM, Tel. 5512® door H. ZEEBERG» 10) „Na deze korte plechtigheid", zei de voor" zitter, „stel ik voor, aan onze gewone werk" zaamheden te beginnen." V. „Als u een oogenblikje geduld hebben wilt, mijnheer komt direct", zei de bediende, die daar na het kantoor verliet. Zijn werk voor dien dag was afgeloopen. De weduwe Mieras bleef alleen achter. Maar het duurde niet lang, of Meerëndonk kwam binnen. Hij reikte haar de hand en zeide: „Neem me niet kwalijk, dat ik u wachten liet. 'k Moest bepaald in het magazijn wezen." „O, t is niet erg", verzekerde zij. ,,'k Heb den tijd. Ik kwam een dienst van u vragen." „Als die niet boven mijn vermogen gaat, wil ik dien gaarne verleenen", antwoordde Meeren- donk hoffelijk. „Daaraan heb ik geen oogenblik getwijfeld. Waarom ik ook gekomen ben. Kijk eens, ik ben maar e'eri weduwe en woon zoo alleen. Mijn zwager Veenman zeide: het is toch niet ver standig van je, je effecten, waarvan, u weet dat we), ik voor een deel kan leven, in de linnen kast te bewaren, 'k Dacht er over na. Hij heeft ■gelijk." „Ia", beaamde Meerendonk. „Daarvoor zijn 2f te waardevol." „Zeker, ik ben het ook gaan inzien. En nu zei mijn zwager: vraag eens aan mijnheer Mee rendonk, of hij ze in zijn brandkast voor je be svaren wil, U is een vertrouwd persoon. En daarom dacht ik ik ga het eens vragen. „Wel, ik heb er niet het minste bezwaar tegen", verzekerde Meerendonk. ,,'k Heb nog wel een trommel, waar ze in geborejen kunnen worden. In de brandkast zijn ze veilig. Breng u ze maar gerust." ,,'k Heb ze maar meegebracht, want ik ver onderstelde wel, dat u niet weigeren zoudt." Uit haar taschje haalde de weduwe Mieras enkele stukken in een groot geel couvert en reikte ze hem over. „Hoeveel zijn er vroeg hij. „Er zijn er zes, Meerendonk", Hij nam ze over en ging voor zijn bureau zitten. „Goed, ik zal even een ontvangbewijs schrij ven." „O, dat is niet noodig", zeide zij. „Jawel", verzekerde Meerendonk, op stel- ligen toon, „dat is wel noodig. U moet ten allen tijde bewijs hebben. Er kan iets gebeuren, dat wij niet kunnen voorzien, wij zijn allen sterfelijk bijvoorbeeld. Als ik eens kwam te overlijden, wat bewijs zou u dan hebben, dat die effecten van u zijn Zeg ook maar aan uw zwager, dat ik ze in bewaring heb. Ik zal even de namen en nummers opschrijven en dan teekenen. Dan is u safe." Toen dat geschied was, reikte Meerendonk haar het ontvangbewijs over en sloot de zes effecten in e'en trommel in zijn brandkast. „Ziezoo", zei hij, „nu kunt u gerust zijn. Gaat het den laatsten tijd goed met uw gezond heid „O, die laat sinds de lichte operatie van twee jaar geleden niets te wenschen over, dank u. k Heb alles wat ik begeer. Alleen is mijn leven wat eenzaam." „Ja, dat kan ik mij voorstellen. Het was een zware slag voor u, dat uw man stierf." t Heeft me veel strijd gekost, er in te be rusten. Ten slotte heb ik geleerd, er 's Heeren weg in te zien. En nu ben ik er volkomen mee verzoend." „Gelukkig, dat ge dat zeggen kunt. Wij kcm'en zoo vaak in opstand tegen Zijn leidingen. Maar we maken het er ons moeilijker door. En God volvoert toch zijn plan met ons." „Zoo is het", verzekerde de weduwe Mieras. Zij stond op en zeide: „Ik dank u zeer, dat ge de stukken voor me bewaren wilt. Nu ben ik er zeker van, dat ze veilig bewaard zijn." „Geen dank", zeide hij. „Waarom zou ik u zulk een kleinen dienst niet bewijzen 't Is de moeite niet waard." „In u w oog misschien niet. Ge helpt zooveel menschen, het is een publiek geheim in Midstad en omgeving. En dan nog wel heel anders dan mij", lachte zij. „Maar voor mij is het toch maar een geruststelling, dat ze in de brandkast liggen. Sinds mijn zwager Veenman er de ove rigens juiste opmerking over maakte, had ik rust noch duur." „Nu, dan kunt ge voortaan gerust slapen", lachte hij 'en liet haar uit. Het deed Meerendonk goed, dat de weduwe Mieras met haar verzoek gekomen was. Want het was een bewijs te meer, dat men hem dat vertrouwen waardig keurde. Hij beschouwde het als een zuivere genade Gods, dat het hem in stoffelijk opzicht zóó goed ging, dat hij een man van aanzien en gezag was. En bovenal, dat hij zooveel goed kon doen voor 's Heeren Koninkrijk. En zooveel men schen, die in nood zaten of hulp noodig hadden in hun zaken, helpen kon. ZESDE HOOFDSTUK. I. Sinds de Van Stralens bij de Meefen'donlcs gelogeerd waren geweest, werd geregeld brief wisseling onderhouden. Herhaaldelijk was er op aangedrongen, dat er nu ook eens „Midstadjers" naar Den Haag moesten komen, voor een tegenbezoek- Het was er nog niet van gekomen. Maar eindelijk dan was het besluit gevallen: Mevrouw Meerendonk en Wies zouden, toen het voorjaar er was, er heengaan. Alle drie dames konden het huis niet ver laten. Dat moeder zou gaan, was voor de meisjes e'en uitgemaakte zaak. Het probleem, wie er van beiden thuis zou blijven: Trude of Wies, kwam nu aan de orde. Voor Trude was het géén probleem; hoezeer zij ook er naar haakte, Henk weer te ontmoeten, op zoon manier, oordeelde zij, moest het niet. Zij moest niet naar Den Haag gaan, om Henk weer te zien. Als het hem werkelijk ernst was, dan moest hij komen. „De oplossing is heel eenvoudig", zeide zij luchtig. „Wjes gaat natuurlijk mee. Die is de jongste." „Juist, omdat Wies de jongste is, vind ik, dat jij, de oudste, moet meegaan", zeide Meeren donk, volkomen argeloos. „Laat mij maar bij u blijven, vadertje. Mis schien is Wies nog wat te jong, om alleen in huis te zijn. En ik ben voor twee jaar in Brussel geweest met u. Toen was Wies bij moe." „Nu, ik vind het natuurlijk best, als jullie het zoo kunnen schikken. Als jullie alle drie eens ging „O, daar komt niets van", verzekerde Me vrouw. Hoe moet jij .dan al dïen tijd leven, Albert „Wij hebben kenissen genoeg, vrouw. Zij willen volgaarne den eenzame opnemen." „Hé, neen", vond Wies, „ik ga dolgraag mee naar Den Haag. Maar als het zóó moet, dan blijf ik liever maar thuis. Vader moet er niet onder lijden." Zoo was het tot groot vermaak en voldoening van Meerendonk, een stille strijd. Het verkwikte hem, dat zij hem niet alleen wilden laten. Maar Trude overwon. Halstarrig bleef zij staan op haar stuk, dat Wies aan de beurt was. En zoo viel dan het besluit, dat Mevrouw Meerendonk en haar jongste dochter naar de Residentie zouden afreizen. Een enthousiaste brief van Gretha vertelde, dat zij „zeer welkomen waren en koninklijk ontvangen zouden worden", al kon de open hartige niet nalaten, te laten doorschemeren, hoe jammer zij het vonden, dat ook Trude niet meekwam. Dat „allen" was onderstreept. Trude moest er even om glimlachen: de rak ker kón het maar niet laten, om zinspelingen te maken.. Tóch werd het haar warm om het hart, toen zij deze uitlating las. Het was een bewijs, dat zij door Henk niet vergeten werd. Enkele malen had hij reeds een brief geschreven, maar dat was steeds een brief voor de geheele familie. Een apart woord voor haar was er nooit bij geweest, wat zij best had gevonden. Het voegde niet. Maar dat „allen" was wel een apart woord voor haarIn haar gedachten zag zij het Gretha neerschrijven, met die schalksche, on deugende flikkering in haar oogen. Zij moest er om glimlachen. Maar haar besluit veranderde er niet van. Het bezoek aan de Van Stralens werd door haar moeder en Wies alleen gemaakt. II. Het was eenige weken later, de beide meisjes waren naar de Christelijk gemengde zangver- eeniging van Midstad, dat Mevrouw Meeren donk en haar man in de huiskamer thee zaten te drinken. „Zeg Albert, leg je courant eens neer. We hebben nu een rustig oogenblikje. Ik moet eens met je praten." „Dat is een ernstige inleiding", lachte hij. „Wat is er, moeder „Heb je er wel eens over gedacht, dat Trude wel eens van ons kon he'engaan „Je bedoelt, dat zij verloofd raakt en trouwen gaat Ja, dat kan er van komen. Zij is een lief, aantrekkelijk meisje. En al twee en twintig. Als het gebeurt, kunnen wij er niets aan veran deren, hé Maar waarom vraag je dat zoo „Heb je dan nog niets gemerkt (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1