voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Antirevolutionair Orgaan f (poioaPUROL FEUILLETON Langs een diepen weg T a No. 3571 WOENSDAG 11 SEPTEMBER 1929 44ste JAARGANG IN HOG SIGNO VINCES a ÉSHI aide burgemee- W. BOEKHOVEN A ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te eenden aan de Uitgevers Uit de Pers. Buitenland. lENAAR, de heer s gisteren plechtig het raadhuis te benoemde burge- ■chtgenoote. BOKANOWSKI. de lottig om het leven minister voor de .aurent Eynac ont- k. ERS is dezer dag« tider de puinhoop» ruïne. arengt een Spaanse t ïlgtolaats zenomf Deze Courait verschijnt eiken WOENSDAG en 7ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1,— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLijKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. latere, No. 202 Postbus No, 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten wordsa berekend naar de plaatsruimte, die z% beslaan, Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. DE CHRISTELIJKE U.L.O.-SCHOOL VOOR FLAKKEE. In den Raad van Middelharnis is de Chris telijke U.L.O.-school kwestie weer eens ter sprake gekomen. De Linksche heeren hebben vele vonden ge zocht om de zaak in een zoo zwart mogelijk daglicht te zetten. In deze tactiek, waarmede zij alléén zich zelf blameeren, hebben zij in de j.l. gehouden raads vergadering, die uitsluitend op hun verlangen belegd moest worden, volhard. De burgemeester toch had bericht ontvangen, dat Maandag (gisteren) in een openbare ver gadering van de betreffende commissie van Ged. Staten rapport zou worden uitgebracht over de Chr. U.L.O. school-kwestie. Burgemeester en. Wethouders meenden, dat het niet noodig was, dat de Raad zich in deze vergadering liet vertegenwoordigen en de voor zitter wilde bij rondschrijven aan de raadsleden ugen of zij in dit louter formeele -- besluit toestemden. Een paar heeren weigerden dit echter en wenschten voor dit onbeduidend dingetje een raadsvergadering. Zij hebb'en hun zin gehad, met het gevolg, dat nu met algemeene stemmen precies hetzelfde besluit viel als B. en W. bij rondschrijven wilden nemen. Waartoe nu al dien omhaal Wij kunnen ons moeilijk ontworstelen aan den indruk, dat de heeren nog weer eens ge legenheid zochten hun overkropt gemoed tegen de Chr. U.L.O.-school te luchten Want met groote overhaasting werd terstond al weer het verwijt in debat gebracht, dat de lijst met hand- teekeningen niet deugde, dat er met bedrog was gewerkt enz. Ons inziens had de voorzitter beter gedaan om dit maar direct af te hameren, omdat het niets met de agenda te maken had. Maar ander- jds is het wel eens interessant om de heeren weer eens bezig te hooren; men heeft dan een schoone gelegenheid om te constateeren door welke gemoedsgesteldheid de heeren gedreven worden We zullen nu maar afwachten wat Den Haag zal mededeelen. De zaak is ernstig en grondig onderzocht door den Inspecteur 'en later weer eens door den hoofdinspecteur, de ouders zijn persoonlijk in verhoor geweesten desniet tegenstaande wachten we de uitkomst met het volste vertrouwen af. Want duidelijk zal blijken, dat waar de linksche heeren zich voor druk gemaakt hebben, niet anders is geweest, dan om een prozaïsch beeld te gebruiken een opgeblazen varkens blaas Eén prikje er in en het verfrommelt tot een allermiserabelst én niets beteekeriend dingetje GERECHTVAARDIGDE KLACHT. In „Patrimonium" lezen wij het volgende Er zijn streken in ons vaderland, waar wel een Christelijke, een geloovige bevolking woont en waar toch de Christelijk-sociale beweging weinig of geen invloed heeft. Wij denken hier vooral aan sommige deel'en van Zuid-Holland, van Zeeland en van Gelder land. Hier dreigt een groot gevaar. Het sociaal-conservatisme der ouderen, dat in velerlei onkunde en misverstand zijn oor sprong vindt, oefent niet alleen op politiek terrein tijdelijk den ongunstig'en invloed uit, maar stoot ook wat nog erger is vele jongeren af. Oók omdat met de eischen eener Christelijke opvoeding niet altijd ernstig wordt gerekend. Men ziet dan ook nu reeds het droeve verschijnsel, dat in sommige, ah „or thodox" bekend staande streken de moderne sociale beweging terrein wint, terwijl de Chris telijk-sociale actie nog op allerlei manier wordt tegengewerkt. De vraag dringt zich op, of Patrimonium in de eerstvolgende jaren niet vooral de bedoelde gedeelten van ons land speciaal moet bearbeiden. Het Ver- bondsbestuur beantwoordt die vraag zonder aarzelen bevestigend. Hier kan goed werk verricht worden, dat straks ook aan de Chris telijke Vakbeweging ten goede zal komen. Zeker ook in ons Gewest vindt deze klacht reden van bestaan te over Wie een beroep wil doen op de zuivere Gereformeerde Waarheid dient te weten, dat het eisch van Gods Woord is, dat niet alleen het kerkelijke, maar evenzeer het maatschappe lijke en het sociale leven zich te buigen heeft onder het Gezag van dat Woord. Waar dat niet zoo is, zal zich dat wreken en patroon en arbeider zich te laat beklagen. Waar zijn de Christen-jongemannen in Onze streek, die zich voor een Patrimonium-actie spannen willen Een rede van Dr. H. de Man. Op een te Amersfoort gehouden interna, tionale Conferentie van Volkshuizen, sprak de bekende dr. Hendrik de Man over »De arbeider voorheen en thans«. Hij zeide, blijkens het persverslag, het vol. gende «Hij wilde dan een vergelijking maken tusschen den toestand van den arbeider, gelijk hij dien voor dertig jaar heeft leeren kennen en den toestand van heden. Som. mige dtr verschijnselen beteekenen, in zijn oogen althans, een winst, andere een verlies< De winst1. De materieele toestand, het gansche voorkomen, van den werkman is verbeterdhij heeft tijden, dat hy zich vrij voelt en aileen als men zich vrij voelt is het mogelijk, dat men een leven kan schep, pen naar eigen inzicht2. de ontegenzegge. lijke vermindering van het misbruik van sterken drank3. de standaard van materieel comfort is gestegen, hetgeen inzonderheid in de verbetering van zijn hygiënischen toestand is op te merken4. de afneming van de lichamelijke vermoeidheid. In een toestand van lichamelijke vermoeidheid be. staat er geen geestelijke vrijheid5. de ver. meerdering van het zelfrespect der werk. liedenhet groeiende besef van eigen waar. digheid. Men denke hierbij aan het algemeen stemrecht, aan het collectief contract, aan de arbeidersvertegenwoordigingen door mid. del van fabriekskernen. Wat ook bij de andere klassen (althans in theorie) de op. vatting zij over het besef dier klassesolida. riteit het is dat besef geweest van klasse, solidariteit, dat het middel vormde om den arbeider individueel zelfrespect te doen ver. werven 6. de afneming der ongeletterdheid; 7. de afneming der armlastigheid. Thans over de verliezen 1. De werkloos, heid is in een ernstiger phase gekomen, het verschijnsel der chronische werkloos, heid is opgetreden. De kapitalistische pro. ductie is sedert den oorlog meer gestabili. seerd, de hevige fluctuaties, die plotselinge werkloosheid deden optreden, hebben niet meer plaats gehad. Voor een groot gedeelte wordt die werkloosheid teweeg gebracht door de rationalisatie der productie. Dat dit inderdaad zoo is, blijkt het duidelijkst in de Vereenigde Staten, waar een periode van grooten economischen bloei gepaard gaat met een hevige werkloosheid. Niet gering acht hij het gevaar van het ontstaan van een vijfden stand, een soort van «onder, proletariaat*; 2. het werk is veelal inten. siever geworden. Telkens wordt uurloon door stukloon vervangen, waardoor in plaats van de lichamelijke vermoeidheid een nog ernstiger zenuwvermoeidheid optreedt3. de discipline is veel strenger geworden en kan ook niet meer vaderlijk of patriarchaal zijn (boetestelsels) 4. oud worden is een grooter gevaar geworden, om daardoor werkloos te worden. De tijd, waarop de arbeider als «afgewerkt* dient beschouwd, is veel lager geworden5. de arbeider verteert meer en vooral ook percentsgewijze meer, voor luxe uitgaven, die in den grond niets anders zijn dan uitgaven tot het ophouden van den schijn6. de invloed der gemechaniseerde en gerationaliseerde productie op de arbeids* vreugde. Spreker, die over dit onderwerp een lang vertoog heeft geleverd (hetwelk ook in het Nederlandsch is vertaald) heeft bij de samenstelling daarvan nog eens kunnen opmerken, dat over weinig onder, werpen zooveel onzin te berde is gebracht als over dit. Het komt toch practisch niet voor, dat thans nog door invoering van machines, geoefende (skilled) werklieden overbodig worden. Integendeelde machine doet slechts, en dan meestal beter, wat ver. scheidene ongeoefenden daarvoor verrichten. Vele machines vereischen voor de bediening meer behendigheid en ervaring dan het handwerkmen denke hierbij aan de land» bouwwerktuigen. De intellectueelen zijn te zeer geneigd om aan den middeleeuwschen arbeider een groote vreugde in den arbeid toe te kennen, terwijl zij daarmede echter slechts de zeer weinige uitnemende kunste. naars bedoelen. De arbeider der middeleeuwen heeft even. min de identiteit van het werk met vreugde gekendmaar hij wist zonder twijfel een beter gebruik te maken van zijn leven, van zijn vrijen tijd, in den zin van «leisure«. In de ontwikkeling der machine is een phase waar te nemen, waarin een aantal ervaren arbeiders vervangen worden door één «machinemaster*. Er is steeds gebrek aan geoefende werklieden, inzonderheid in de metaalindustrie. Het verrichten vanskil. led werk is op zich zelf een vreugdemen verlieze echter niet uit het oog, dat er een intergeerend verschil in aard is tusschen de wetten waaraan intellectueel en physiek werk gehoorzamen. Een deel der vreugde in het werk ontstaat uit het besef, dat het werk niet meer den geheelen tijd vergt. Maar zal op den duur de rationalisatie niet leiden tot een algeheele scheiding tusschen werk en leven? In zijn peroratie betoogde dr. de Man, dat men het, vooral in dezen kring, nimmer moest betreuren, dat de arbeiders meer vrijen tijd hebben gekregen. Over de besteding daarvan en de lessen en gevaren, die dit oplevert, zal hij later spreken. Wij kunnen zeker niet alles zonder meer onderschrijven. Maar hetgeen hier over den invloed der gemechaniseerde en gerationali. seerde productie op de arbeidsvreugde wordt gezegd, verdient wel de aannacht. Het onderwerp heeft ons ook in Lunteren ernstig bezig gehouden. «Patrimonium*. HET RUSSISCH-CHINEESCHE CONFLICT. Aanslag op een trein. Er kan aan een grens bij de bewoners en de bewakers aan weerskanten een gemoedstoestand ontstaan, waarbij, zooals men wel zegt, de geweren vanzelf afgaan. Dit is ook thans zoo en wel daar waar Mantsjoerije en het Russische gebied in Azië aan elkaar grenzen, zoowel in het oosten als in het westen. En zoo zijn er thans weer berichten over oor logshandelingen aan die grenzen. Een Reuter- bericht uit Charbin meldt, dat een passagiers- trein, uit Pogranitsjnaja vertrokken met be stemming naar eerstgenoemde plaats, vernield is door een bom, die onder de rails was geplaatst. Bij deze ontploffing zouden slechts twee men- schen gedood en drie zwaar gekwetst zijn. Een tweede bericht, ditmaal uit Tokio, be helst, dat Zondag Russische sowjet-vliegtuigen bommen hebben laten vallen op Pogranitsjnaja. Deze bommen verwekten brand in het station en in de aangrenzende huizen. De bevolking nam de wijk in kelders onder de huizen; maar toch zijn er nog ettelijke slachtoffers. Nog latere berichten uit Pogranitsnaja willen, dat de plaats door Russische kanonvuur wordt geteisterd en dat er op verscheiden plaatsen brand is uitgebroken. Het geschiedde dus in de Oostelijke grens plaats nog op Mantsjoersch gebied aan den spoorweg. Ook in het Westen schijnt het aan de grens, waar de spoorlijn van Mant sjoersch gebied op Sowjet-territoir komt, niet zuiver te zijn. Daar is de Chineesche grensplaats Mantsjoeli door Sowjet-troepen aangevallen, in dien men ten minste een Reuter-telegram uit Moekden mag gelooven. De Chineesche autoriteiten zouden dan heb ben bekend gemaakt, dat de Sowjet-troepen Vrijdag een aanval hadden gedaan op de Chi neesche verdedigingslinie in 't Mantsjoelidistrict. Er werd een heel'eii dag hard gestreden en aan beide zijden waren de verliezen aanzienlijk. Ten slotte werden de Russen teruggedreven. vallen en bezeeren zich dikwijls en het wiegekind heeft vaak last van roode of gesmette huid. Dit _==5~.verzacht en geneest men met Doozen 30-60 en 90 ct. Tubt S'J ct. Bij Apoth. en Drogisten DE ONLUSTEN IN PALESTINA. Een onderhoud me* een uit Jeruzalem teruggekeerden Nederlandschen Jood. Men schrijft aan de N. R. Ct. Wij hadden e'en onderhoud met een Holland- schen Jood, afgestudeerd van de Leidsche uni versiteit, die na een verblijf van eenige jaren in Palestina, juist was teruggekeerd. Tijdens de onlusten zelf was hij in de ko lonie Ramataim, die hoewel een aanval verwacht werd, onaangetast is gebleven. Onze zegsman gaf grif toe, dat het ook van Joodsche zijde aan tactisch optreden heeft ont broken, met name wees hij hier op de betoo ging op Tisjnga beaf (Joodsche vastendag) die de Arabieren heeft geprikkeld. De verstandhou ding tusschen Joden en Arabieren was vooral de laatste twee jaren merkbaar verbeterd. Maar de gewone Arabrier laat zich gemakkelijk in- fluenceeren, vooral indien, zooals thans ook is geschied, hem geld wordt verstrekt om tot aan vallen over te gaan. Het is namelijk bekend geworden, zegt onze Nederlander, dat Arabische kruisers geld heb ben ontvangen om aan den aanval op de Joden mee te doen. Een groot gevaar levert het op dat de ko lonies nog zoo verspreid liggen. Bij voortgezette kolonisatie, als de eene kolonie aan de andere grenst, is geen gevaar meer te duchten. De alles beheerschende factor is: voldoende' wa pening. Ook nu hebben de Arabieren zich wel er voor gewacht, kolonies aan te vallen, waar van zij vermoedden, dat zij over wapenvoorraad door H. ZEEBERG. 8) Per trein was de reis naar Middelburg ge maakt. Daar had men de fiets bestegen om naar het aloude Veere te peddelen, welk inte ressant stedeke belangstellend in oogenschouw werd genomen. Over Vrouwepolder en de Oranjezon waren ze toen te Domburg beland. Het was er erg druk met badgasten. Zóó, dat zij in de „Manteling" wat verkoeling zochten, wel noodig na zoo'n langen fietstocht. Henk was naast Trude gaan loopen. En ze ontweek hem niet. In zijn nabijheid voelde zij zich uitermate rustig. Druk snappend waren Gretha en Wies door- geloopen. „Wat is het hier heerlijk in het bosch", vond Henk. „Ik kom heelemaal bij, deze dagen in Zeeland." „Was je overwerkt vroeg Trude. „Nu, overwerkt, dat is wat erg. Maar ik voelde toch wel, dat ik wat rust noodig had." „Waarom dan zoo hard gewerkt vroeg zij. „Ik wil spoedig klaar zijri, om moeder wat te ontlasten", antwoordde hij eenvoudig. „En dan moet ik mij een positie gaan veroveren, 'k Hoop, dat ik spoedig slaag. „Het lijkt mij heel wat toe", merkte Trude op. „Ja", zei hij, ,wij leven niet in Luilekkerland. He gebraden duiven vliegen ons hier niet in den mond," „Zou je dat willen „O, neen, niet gaarne. Ik wil er wel voor Werken. Op flink werken rust de zegen van Boven," „Hetzelfde standpunt ais dat van mijn vader. Die heeft ook zijn heele leven hard gewerkt. En de vrucht is niet uitgebleven. Vóór ruim twintig jaar is mijn vader heel klein begonnen." „En nu mag hij zich verheugen in een bloeien de zaak", vulde hij aan. „Ja, zonder dat hij er 't minst aan denkt, om minder te gaan werken. Het zit hem in 't bloed." ,,'t Is ook heel goed. Menschen, die vroeg ophouden met werken, worden vroeg oud, zei mijn vader altijd." „Is je vader al lang overleden vroeg Trude. ,,'t Was verleden week vijf jaar geleden, 't Was een zware slag voor moe. Alleen de zeker heid, dat het Gods wijs bestel was, deed haar berusten." „Ja, wij moeten ons altijd aan Hem onder werpen, al valt dat niet steeds mee." „Heb je daar ondervinding van vroeg hij, verbaasd.. Hij meende, dat haar wegen steeds zoo langs lijnen van geleidelijkheid war'en gegaan, dat zij daarvan wel geen ervaring zou hebben. „Me dunkt, dat moet ieder hebben, die ernst maakt met zijn geloofsleven. Het behoeven vol strekt niet altijd schokkende dingen te zijn. Maar het is toch een voortdurende strijd tegen vleesch en bloed „O, bedoel je het zóó Zeker, dan heb je gelijk. Maar ik doelde op schokkende ervaring. Als men den tijd van twijfel meemaakt." „Weet je daarvan mee te praten Ik heb dien tijd niet gekend. Mijn geloofsleven is ge- liedelijk gegroeid, al is de volle wasdom er nog niet", merkte zij op, eënvoudig-weg. „Bij mij was het niet zoo. De critiek, de jeugd zoo eigen, sprak een duchtig woordje mee. Én de omgeving, waarin ik toen verkeerde, was ook niet bepaald geschikt, om resolute Chris tenen, die staan of vallen voor hun overtuiging, te maken. Tot eindelijk 't keerpunt kwam: het moest links of rechts, naar het ongeloof of naar het geloof. Door Gods genade werd het overtuigd rechts." „Heerlijk, dat je het zeggen kunt", zei Trude op warmen toon. Hij wilde antwoorden, toen Gretha informeer de, waar zij bleven. „Wij zijn er al, zus zei Henk opgewekt. Verwonderd, zonder dit evenwel te laten mer ken, had Gretha het tweetal aangezien. Wat keken zij ernstig Wat was er Had Henk de gelegenheid te baat genom'en en was het ant woord niet gunstig „We moeten opschieten", meende Wies. De fietsen halen en weer opstappen, 't Is nog een heele tocht." „Hoe gaan we nu?" vroeg Henk aan Wies, dien den tocht meermalen had gemaakt en dus als gids diende. „Over Westkapelle, Zoutelande, Biggekerke en Koudekerke naar Middelburg. Vooral 't laat ste eind is een schitterende fietstocht. Maar 't is een behoorlijke trap, dat verzeker ik jullie." „Wij hebben allen jonge beenen", zei Gretha monter. „En morgen kunnen wij den heelen dag uitrusten." Onderweg schertste Trude herhaaldelijk met Henk. ,,'k Heb me zeker vergist", dacht Gretha. „Ze zijn nu weer heel gewoon. Of zou het van weerszijde opgeschroefde, gemaakte vroolijkheid zijn Zij zou het jammer vinden als, het mislukte. Want zij vond de vroolijk-ernstige Trude een bgeerlijk schoonzusje. En zij was er van overtuigd, dat Henk, die niet veinzen kon, haar in dezen korten tijd lief gekregen had. Zou hij e'en échec hebben geleden Zoo piekerde Gretha, ter wille van Henk. Zij kon immers niet weten, dat die twee dichter bij elkaar gekomen waren V. „Dat wordt weer een volle trein", zei Henk, op de menschenmenigte wijzend. Gepakt en gezakt stonden zij dien Donderdag op het perron van Midstad's station. De vacantie was afgeloopen. De Van Stra- lens keerden weer naar Den Haag terug. Toen de sneltrein kwam aandaveren namen zij hartelijk afscheid van Trude 'en Wies, nog veel bedankend voor het verschafte genoegen. „Jullie komen nog wel eens terug, hé?" vroeg Wies. „Als jullie in Den Haag zijn geweest. Eerder niet", antwoordde Gretha. „Nu, wie weet wat er gebeurt 1" Henk en Trude zwegen. Beiden waren te vol om te spreken. Maar -staande op de treeplank van de coupé vroeg hij, haar diep in de oogen kijkend: „Mag ik nog wel eens terugkomen Hij sprak zoo zacht, dat, ook al door het lawaai, zij alleen het hoorde. Trude kleurde sterk. Maar direct daarop werd de schalks in haar wakker: „Jawel, maar niet zonder bul." „Dan moet ik nog een klein jaar geduld hebben", klaagde hij, in de coupé stappend. Zij glimlachte bekoorlijk. „Ja, 'en dat hebben mannen nu eenmaal niet." „Maar nu in vollen ernst: „Mag ik terug komen Langzaam zette de trein zich in beweging. Antwoord kon Trude niet meer geven. Maar haar stralende blikken zeiden hem genoeg. Handgewuif en vaarwelgeroep. De trein ver dween uit het gezicht. Met een ledig gevoel in het hart verliet Trude het perron. Zij had nu zekerheid: dat ledige werd veroorzaakt door het vertrek van Henk VIJFDE HOOFDSTUK I. Met een brief van advocaat Telders in de hand zat Albert Meerendonk in zijn kantoor te peinzen. Eentonig klonk het getik van de schrijfma chine, waarop de bediende factuurs typte. Aan een andere schrijftafel zat een jong meisje, dat geringe kantoorwerkzaamhed'en ver richtte. De brief van den advocaat had Meerendonk ontstemd, verrast, teleurgesteld, even in de war gebracht. Maar te veranderen viel er aan den inhoud niets. Die was geheel conform. Meerendonk werd meegedeeld, dat hij twee duizend gulden had te betalen, daar hij zich borg had gesteld voor Arie Jansen te Meerdorp, die in lang niet meer aan zijn finantieele ver plichtingen voldeed. Er was consideratie genoeg betoond. Maar het had niet gebaat. De Bank verlangde haar geld. Dus werd de borg aangesproken. Vormelijk, koud, in rechtstermen stond het daar neergeschreven. Er viel niets aan te ver anderen: Meerendonk was twee mille kwijt. Want dat Jansen, die in hét naburige Meer dorp een zaakje had, ooit het geld zou terug betalen, was wel uitgeslofen. Meerendonk was verrast. Tien jaar geleden, hij had het zooeven na gezien, had hij zich borg gesteld, toen Jansen hem zoo dringend om hulp vroeg. En ziedaar dit was de dank voor zijn goedheid. Dit was het gevolg van zijn goed vertrouwen. Even bekroop hem de angst, dat er nog meer zulke zouden komen. Hij keek het lijstje eens na. Heel wat borgstel lingen had hij loopende, kleinere en grootere. Zoo pas nog een voor Hermans van maar even vijf mille. War'en al deze menschen wel te vertrouwen Was hij niet te goed geweest? Maar dan glimlachte hij toch. Kom, hij moest zich geen muizenesten in het hoofd halen. In tien jaar tijds wat dit nu de tweede „strop", die hij haalde, de eerste was duizend gulden geweest. Aangenaam was het niet, integendeel. Maar er was toch niet de minste reden, om nu al zijn kennissen, die hij geholpen had, te gaan wantrouwen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1