voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
BESTEVAER
Antirevolutionair
Orgaan
FEUILLETON
Langs een diepen weg
IN HOC SIGNO VINGES
uil nummer Destaat uit drie Bladen
No. 3570
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1929
44STE JAARGANG
TWEEDE BLAD.
Gemeenteraad.
Fa. W. BOEKHOVEM ft ZONEN
Het nadrnkken va» «1©» inhoud vaas dit Blad is verbod©» overèenkoanstig* 4e Wet ©p bet Aastettrsrecfat.
SCHAAKRUBRIEK.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxesr-Tableftan 60 ct.
Zenuw-Tabletten 75 ct.
Staal-Tabletten 90 ct.
Maag-Tabletten 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
V0LRIJPE KWALITEIT
17
Qes« Courant verseis|at eiken WOENSDAG ea ZATERD AG,
ABONNEMENTSPRIJS per drie maasden franco per post f L- bi vocniltbstallng,
BUITENLAND bi vooruitbetaling f 8,50 pet - ar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Tetef, latere. No. 202 Postbus N 2
ADVERTENTIËN 20 eest, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN ea DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend ssaar de plaatsruimte die si beslaan,
Adverteatiên worden Ingewacht tot DINSDAG- es VRIJDAGMORGEN 10 var.
Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden
nan F. W. Nanning Middelharnis.
No. 116.
In probleem no. 13-1 vinden we een voorbeeld
van een onv. tempoprobleem, immers na iedere
zet van zwart, behalve na 1e2, ligt
een matzet klaar. Deze zet van zwart verraadt
nu de sleutelzet, de toren zou ongedekt staan,
dus of dekken (met een der paarden) of weg
trekken. Men J|iet nu spoedig, dat de zet
1. Tel is.
De voornaamste varianten zijn
1D onv. of e4; 2. Dc2 mat. De dame
wordt direct en na interferentie ontpend.
De sleutelzet van no. 135 is 1. Pb5 dreigt
'2. Dc5 of 2. Tc5 mat.
Deze dubbele dreiging is niet zoo mooi. Zwart
moet er nu op uit zijn de dubbele bestrijking
door wit van 't veld c5 te niet te doen. Dit
geeft aanleiding tot de varianten
1Pd5; 2. Ld5 mat.
1Pf5; 2. Dg8 mat.
Zwart interfereert nu een wit en een zwart
stuk! Eveneens na 1Te3; 2. Del: mat
enz.
De sleutelzet van no. 136 geeft aanleiding
tot een cross-check, n.l. 1. Pe6, d5f; 2. Tg3
mat.
De dreiging 2. Pg5 mat wordt nog gepareerd
door
1Te6: 2. De6: mat.
1Tf5: 2. Da4 mat. Blokkeering van f5.
Vrij mager spel 1
Probleem no. 137 vertoont een halfpenning
opstelling. De sleutelzêt 1. Tg5 veroorlooft
zwart diverse malen schaak te geven met de
L T batterij. De dreiging is 2. Dc6 mat.
Varianten zijn
1Lc4f; 2. Pf3 mat (Niet 2. Pe3 we-
vi-gens 2. Lg5:) Vak c4 is geblokkeerd.
1Le4-J; 2. Lb3: mat:
1L onv.-J; 2. Pc3 mat.
In deze varianten wordt van 't gepend staan
van Ld2 geprofiteerd. Andersom is 't niet zoo,
de halfpenning is dus niet volledig.
Na 1Lg5: volgt 2. Pc3 mat.
Verdienstelijk is 't vluchtvak e4.
1Ke4: 2. Pg6 mat. Een indirekte
batterij.
Volgende week beginnen we weer met de
wedstrijdproblemen.
Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd
toetreden. Een goede oplossing van een twee-
zet telt voor 2 punten, enz. Voor een ïoutieve
oplossing wordt een punt in mindering gebracht
(minimum aantal punten is nul). Voor de maan-
delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste
punten hebben. Ook niet-abonnè's zijn welkom.
Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing
ingezonden, dan wordt men geacht niet meer
mee te doen.
Stand van den ladderwedstrijd na
probleem no. 135.
134 135 Totaal
W. Nieuwland .42 2 2 prijs
A. van Dijk 37 2 2 41
G. van Gelder .23 2 2 27
„Udi" 20 2 2 24
D. Hofland 10 2 2 14
A. Verbrugge 10 2 2 14
F. C. Laas 6 2 2 10
C. Tiemens 4 0 0 4 (7)
A. Visser 2 2 4
C. Hofland ..2 2 2 6
De winnaar van den Juliprijs is
W. NIEUWLAND.
Stand van den ladderwedstrijd na
probleem no. 137,
136 137 Totaal
A. van Dijk 41 1 2 prijs
G. van Gelder .27 2 2 31
„Udi" 24 -1 2 25
A. Verbrugge 14 2 2 18
D. Hofland 14 -1 2 15
F. C. Laas 10 2 2 14
A. Visser 4 2 2 8
C. Hofland 6 -1 2 7
W. Nieuwland .0 2 2 4
C Tiemens 4 0 0 4 (9)
A. v. d. Veen
De winnaar van den prijs over Augustus is
A. VAN DIJK.
Den nieuwen oplossers A. Visser en A. v. d.
Veen wenschen wij veel succes
CORRESPONDENTIE.
A. v. d. V. Uwe oplossingen waren foutief.
Op» alle zetten van zwart moet wit mat
kunnen geven. Bestudeert U eens flink de ge
publiceerde oplossingen. Hier volgen de weer
leggingen
No. 135. 1. Pe6 faalt na 1De3. Na
1. Pb5 kan volgen 2. Pd6 mat.
No. 136. 1. Td6: faalt na Ke3 Dat
dacht U niet 1 Kijkt U eens naar f2 en
e4
No. 137. 1. Tg4 faalt na 1Lc4f.
Jos Duv. No. 64. 1c4
D. H. te A. No. 136. 1. Pe2 faalt na 1
Pe3. Het vak f3 is nu ongedekt.
„Udi". Zie boven.
Vergadering van den Gemeenteraad van
SOMMELSDIJK, op Donderdag 5
September, n.m. 3 uur.
Afwezig de heeren Born, Mijs en v. d. Veer.
De Voorzitter, burgemeester den Hollander,
deelt mede, dat wethouder Born plotseling door
een ernstige ongesteldheid is aangetast, zoodat
er ernstige reden is voor bezorgdheid.
B. en W. stellen voor een post op de ge-
meentebegrooting 1929 te brengen, wegens eene
uitkeering aan de weduwe van den overleden
weger ineens van 98.—. Dienovereenkomstig
wordt besloten.
B. en W. stellen voor een nieuwe Instructie
voor den te benoemen weger.
Het concept wordt door den Voorzitter ar-
tikelsgewijze voorgelezen. Met een kleine wijzi
ging wordt het ontwerp aldus vastgesteld.
De VOORZITTER zegt, dat thans zal moe
ten worden voorzien in de opengevallen betrek
king van weger.
De heer LE COMTE had gemeend, dat B.
en W. een anderen weg in dezen zouden hebben
gevolgd.. Hadden B. en W. niet met een voor
dracht kunnen komen.
De VOORZITTER zegt in comité de per
sonen te willen bespreken.
De heer BLOK wil eerst in het openbaar nog
bespreken de zaak van het weeghuisje. Hij
geeft evenwel voorrang aan den heer Dijkers,
die daarstraks bij de behandeling der Instructie
deze zaak reeds aanroerde.
De heer DIJKERS zegt, dat de weger volgens
de nieuwe Instructie nauwkeurig heeft toe te
zien, dat er ge'eri fraude plaats heeft met het
laten wegen op de brug. Maar momenteel kan
dit niet, dan zou de deur altijd open moeten
staan. Het raamkozijn is niet berekend op dit
toestel. Het huisje is te klein. Zou het niet mo
gelijk zijn om het huisje grooter te maken.
De heer JOPPE zegt indertijd te hebben ge
adviseerd, om naar Lonneker te gaan, waar ook
zulk een weeginrichting is. Er had dan tevens
naar het huisje kunnen worden gekeken. Dat
is toen niet gedaan, maar het zal nu meer
kosten.
De heer BLOK vindt de nieuwe weeginrich
ting prachtig, maar als hij het nieuwe huisje
bekijkt, weet hij niet hoe de voeger behoorlijk
zijn functie zal moeten vervullen.
De VOORZITTER zegt, dat van te voren
gevraagd is aan den leverancier of er ver
andering moest worden gebracht in het huisje.
Toen is gezegd van niet. Het is nu maar het
beste om het weeghuisje alsnog voor het doel
geschikt te maken. De zaak was terdege onder
zocht.
Besloten wordt, dat B. en W. de zaak samen
met den gemeente-opzichter zullen bespreken
om tot een oplossing te komen.
De vergadering gaat daarna in eene geheime
over ter bespreking van de verschillende solli
citanten.
Nadat de deuren heropend zijn is de heer
Mijs ter vergadering gekomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de be
noeming van een weger wordt uitgesteld tot een
volgende vergadering.
Daarna sluiting.
Vergadering van den Gemeenteraad van
NIEUW-HELVOET op Woensdag 28
Augustus 1929.
Voorzitter de heer F. W. van Driel, burge
meester. Alle leden aanwezig, behalve de heer
Langerveld wegens ongesteldheid.
De volgorde der stemming wordt bij loting
aangewezen als volgt: de heeren Spuijbroek,
de Jonge, J. van den Ban, Trouw, W. van
den Ban en Kramer.
De VOORZITTER opent de vergadering en
verzoekt den Secretaris de notulen der vorige
vergadering voor te lezen. Na lezing worden
die goedgekeurd.
Ingekomen stukken
Een dankbetuiging van den heer Roest te
Hoogvliet voor de toekenning van 25.voor
de afd. geiten' op de tentoonstelling alhier op
4 September. Het bedrag zal aan geldprijzen
worden besteed. Een mededeeling van Mej. de
Pijper, dat zij de tijdelijke benoeming als onder
wijzeres in de nuttige handwerken aan school 1
Wees voorzichtig
in uw keuze van
tabak. Rook nooit
nu eens ditdan
weer dat merk.
Een zachte geurige
melange,aie uw
gezondheid niet schaadt
is:
Avd BIGGELAARXt)0c-l\R00SENDAAl~
per J£potid^
aanneemt. Een adres van de V.I.Z. om voor
1930 weer voor subsidie in aanmerking te ko
men. Een adres van de muziekvereeniging Sem-
pre Crescendo eveneens om subsidie voor 1930.
De VOORZITTER zegt, dat de verzoeken
om subsidie bij de begrooting zullen behandeld
worden.
Schrijven van Ged. Staten, houdende goed
keuring eener af- en overschrijving dienst 1929.
Schrijven van Ged. Staten, waarbij zij ge
machtigd zijn van H. M. de Koningin beschik
kende op het verzoek van den Raad betreffende
toepassing art. 5, lid 1 der Drankwet voor het
beurs- en bedrijfstentoonstellingsgebouw mede te
deelen, dat de gevraagde machtiging niet kan
worden verleend.
De VOORZITTER deelt mede, dat nu
gewoon verlof is verleend voor den verkoop
van alcoholhoudende dranken anderen dan ster
ken drank.
Een schrijven van Ged. Staten met een schrij
ven van den inspecteur der Volksgezondheid
inzake wijziging der verordening ingevolge de
Warenwet.
Na voorlezing vraagt de VOORZITTER of
er thans nog leden zijn, die bezwaar hebben
tegen de wijziging.
Daar niemand iets tegen de wijziging heeft,
wordt die met algemeene stemmen aangenomen.
Gemeenterekening 1928.
De VOORZITTER zegt, dat de leden van
den Raad die den 9den Augustus j.l. in comité
hebben nagezien en vraagt of de heeren aan
merkingen hebben of beschouwingen of inlich
tingen wenschen.
De heer SPUYBROEK zegt, dat alle leden
tegenwoordig waren en de rekening hebben na
gezien.
Alle heeren gaan met de rekening accoord
en hebben geen bemerkingen of beschouwingen.
De VOORZITTER stelt namens B. en W.
voor de rekening voorloopig vast te stellen. De
gewone ontvang op 93189.91 en de ge
wone uitgaaf op 68397.93H- Derhalve het
batig saldo op 24791.98. De kapitaaldienst
in ontvang op 1041.96, de uitgaaf op nihil,
derhalve het batig saldo op 1041.96.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen,
op die van de Wethouders na, aangenomen.
Met het oog op het zeer gunstig batig saldo
hebben B. en W. voorgesteld de leening van
4000.aangegaan voor de restauratie van
den gemeentetoren en nog het restant van een
andere leening, groot 200.geheel af te
lossen. De geldschieter, de heer Luijendijk te
Zwartewaal, heeft medegedeeld, dat hij hier
mede genoegen neemt. Deze aflossing zal plaats
hebben voor of op 31 December a.s.
Aanbieding gemeentebegrooting 1930.
De VOORZITTER biedt deze namens B. en
W. aan. De leden kunnen die ter gelegener tijd
in comité nazien.
Op het verzoek van den heer J. H. Feiten
wordt hem met algemeene stemmen eervol ont
slag verleend als gemeentebode en zulks met
ingang van 1 October a.s.
De heer J. VAN DEN BAN bespreekt het
onderhoud der wegen in het bebouwde gedeelte
en door teer het vele stof te kunnen verwerken.
De VOORZITTER zegt daarover in het da-
gelijksch bestuur gesproken te hebben. Elders
is daarmede een proef genomen, doch deze is
door
H. ZEEBERG.
7)
Over het Hofplein en door de Wagenaar-
straat bereikten zij de Balans, om de Abdij
gebouwen te gaan bezichtigen.
Maar daarna moest Trude zich weer wel bij
Henk en de twee meisjes voegen, omdat vol
voerd zou worden het voornemen, om den
„Langen Jan" te beklimmen.
Zij had neiging, om niet mee te gaan, maar
kon, hoe zij ook peinsde, geen steekhoudende
verontschuldiging vinden.
„Henk eerst", zei Gretha, toen zij de smalle
deur waren doorgegaan 'en voor de eerste stee-
nen trede stonden. „Jij bent onze padvinder."
„Langzaam beginnen", commandeerde Henk,
„Anders zijn jullie halverwege doodop."
En moedig begon het viertal de klimmerij.
Frude was, met opzet, geheel de laatste.
Herhaaldelijk hoorde Henk, die flink op
schoot, de gilletjes der meisjes, wanneer deze
een donker gedeelte passeerden, welk gegil,
plaats maakte voor gelach, als een luchtgat in
den muur voor licht zorgde.
Hijgend en puffend landden zij op den eersten
trans, waar zij reeds een verrukkelijk gezicht
opde schitterende omgeving hadden.
Maar, na wat gerust te hebben, wilde de
onstuimige Gretha nog verder. Waarom het
klauteren weer begon.
Geheel boven ontrolde zich voor hun oogen
een machtig panorama.
Aan hun voet lag de fraaie stad Middelburg,
waar hier en daar meisjes liepen in haar schil
derachtige kleedij.
Verder breidde zich tot ver aan den horizont
voor hen uit de „tuin van Zeeland", het mach-
tig-mooie eiland Walcheren, met zijn slingeren
de, smalle wegen, golvende korenvelden en heel,
heel in de verte de duinen, aan den voet waar
van het hoogopgaande geboomte.
„Jongens, jongens, wat is dat hier een pracht
van een land 1" riep Henk uit. „Dat heb ik
nooit geweten
„Ja, zóó gaat het", zei Wies. „Vele Neder
landers gaan naar het buitenland en ze kennen
nog niet het tiende deel van hun eigen land.
„Een waar woord", vond Gjretha. „Het is
hier schitterend. Ik zou dit heele eiland wel eens
willen afpeddelen."
„Dan moet je langer blijven", meende Wies.
„Dan kunnen we er eens een dagje voor ne
men."
„Dat zal niet gaan. We hebben trouwens ook
geen fietsen bij ons."
„O, die kunnen we gemakkelijk genoeg krij
gen. Ja, laat ons dat doen. Ga morg'en niet weg.
Blijf tot Donderdag", hield Wies aan.
Trude zweeg.
Haar hart wilde zeggen: „Ja, doe dat. Vraag
het je moe. Die zal het wel willen. En vader en
moeder vinden het best."
Maar haar mond zweeg.
Heel terluiks keek zij naar Henk.
Maar deze had blijkbaar van het gesprek
niets opgevangen. Want met intens genot staar
de hij naar de omgeving.
„Wat 'n machtigen indruk maken die kranen
op de scheepswerf in Vlissingen", merkte hij op.
„Zeg, Henk, hóór je niet, waarover we spra
ken vroeg Gretha. ,,'t Is de moeite waard,
jongen."
„Wat dan?" vroeg hij, geïnteresseerd.
„Wies wil hebben, dat we tot Donderdag
blijven eri dan nog eens een dagje Walcheren
doorpeddelen."
Bijna liet hij zich ontvallen: „Wasset maar
waar." Maar ter rechter tijd beheerschte hij
zich en antwoordde: „Het is zeer vriendelijk.
Maar het zou van de gastvrijheid te veel ge
vergd zijn. Er zijn grenzen, Gretha."
„Jawel, mijnheer de moralist", spotte deze.
„Mag ik opmerken, dat ik het niet heb voor
gesteld Wat zeg jij er van, Trui?"
„O, vader en moe zouden het best vinden",
zei deze, een rechtstreeksch antwoord ont
wijkend.
Handig bracht zij daarop het gesprek op een
ander onderwerp; somde op de namen der dor
pen, wier torens zichtbaar waren; wees op den
kolossus te Westkapelle, die zijn helder licht
des nachts en des avonds over de zee uitstraalt;
en smaakte weldra de toch bittere voldoening,
dat er over langer blijven niet meer gesproken
werd.
II.
Door een manoeuvre waarvan hij zelf versteld
stond, wist Henk het zóó te bewerken, dat eerst
Gretha en daarna Wies naar beneden ging.
Daarop volgde Trude. En hij sloot de rij.
Op den eersten trans weer teruggekomen,
stond hij vlak naast haar. De andere twee
liepen vooruit.
Hij maakte een opmerking over de stad, die
aan hun voeten lag.
Heel kort, vormelijk, reageerde zij er op.
Hij kon haar gereserveerde houding, waar
voor, naar zijn meening, geen aanleiding be
stond, niet langer dragen.
„Waarom ben je plotseling zoo koel tegen
mij, Trud'e vroeg hij haar op den man af.
Verschrikt staarde zij hem aan, heftig kleu
rend.
„Ik ben me niet bewust", stamelde zij.
„Niet er om jokken, Trude", zeide hij, ern
stig. „Het is wèl zoo. Je ontloopt me en er is
geen reden voor, naar ik weet. Heb ik mij op
de een of andere manier misdragen
„Ik weet niet", stamelde Trude weer. „Ik
begrijp niet."
Oogenblikkeiijk stond het voor haar vast, dat
Gretha buiten hem om de' verschillende toe
spelingen gemaakt had. Zijn eerlijk vragend
gelaat was er haar een waarborg voor.
Doordringend, hoewel niet bazig of zich-de-
meerdere-voelend, keek Henk haar aan. Trude
sloeg de oogen neer.
„Is 't soms om wat Gretha in het rijtuig
opmerkte vroeg hij.
't Was of zij door den grond zakte.
Toch kon zij niet nalaten te knikken.
't Was immers zoo? Waarom te jokken?
„Je moet je dat niet aantrekken", zei Henk.
„Gretha is wel meer een flapuit. Zij meent het
niet zoo kwaad."
„Wist jij er dan niets van liet zij zich
ontvallen.
Nauw was deze vraag haar lippen ontvloden,
of ze wilde de woorden wel terugnemen.
Tot haar verlichting ging Henk er niet diep
op in. Zijn vermoeden was dus juist geweest.
Maar hij wilde haar niet in verlegenheid bren
gen 'en zei daarom alleen; „Wat je denkt, weet
ik niet. Maar dat is zeker: ik ben niet ver
antwoordelijk voor wat Gretha, vooral in dit
speciale geval, er uitkraamt. Daar sta ik vol
komen buiten."
„Daar ben ik blij om", zei Trude, hartelijk
weer „Ze griefde mij, vermoedelijk zonder op
zet. Over zulke zaken spreekt men niet op een
dergelijke manier."
Henk vond haar redeneering en haar ge-
griefdheid wel wat ver-gezocht. Maar hij wist
niet, dat Gretha meer zulke bedekte toespe
lingen had gemaakt.
„Kom, laten wij gaan. Zij zullen niet weten,
waar wij blijven", zei Trude, opeens zich be
wust, dat zij met Henk alleen was.
Zij maakte zoo'n haast, dat zij, als Henk
haar niet gegrep'eri had, van enkele treden ge
vallen zou zijn.
„Waar blijven jullie toch vroeg Wies, toen
zij het tweetal, dat onderweg in een nis op een
steenen bank wat zat uit te rusten, weer be
reikt hadden.
„Trude was bijna van de trap gevallen",
redde Henk de situatie. En hij sprak geen on
waarheid.
„Was het erg, Trui vroeg Gretha, ver
schrikt.
„Weineen, kind. 't Was de moeite niet waard,
'k Heb me niet eens bezeerd. Henk wil het na
tuurlijk doen voorkomen, alsof hij een heele
held is en mij gered heeft", lachte zij.
Henk verheugde er zich buitenmate over, dat
Trude, na bun korte gesprek, weer de oude
was.
Zij had dus inderdaad in de meening ver
keerd, dat bij Gretha op verkenning uitzond.
Maar te meer was er reden voor verheuging,
omdat hij in haar houding zag, dat hij haar
klaarblijkelijk niet onwelgevallig was.
III.
Over den mooien straatweg, waarlangs her
haaldelijk de electrische tram voortschoof, ging
de toch nu naar Vlissingen.
Daar, op den boulevard, vlakbij het stand
beeld van Michiel Adriaansz. de Ruyter, wist
Gretha „de oudjes", zooals zij, grappig-oneer-
biedig de heer en mevrouw Meerendonk en haar
moeder betitelde, zóó in te palmen, dat op een
gegeven moment zij zich omkeerde en op Henk
en de beide andere toeliep, uitroepend: „Zeg
Henk, heb je er bezwaar teg'en, om tot Donder
dag te blijven We worden geïnviteerd. En
als jij het goed vindt, vindt moe het ook goed."
„Bezwaar tegen Natuurlijk niet. Ik neem de
invitatie gaarne aan. Dat wil zeggen", voegde
hij er haastig bij, Trude aankijkend, „als de
dames van ons lastig gezelschap gediend willen
blijven tot Donderdag
„We zullen er maar in moeten berusten",
lachte Trude.
„Ze is weer heelemaal de oude", dacht
Henk, blij.
IV.
Gevieren wandelden zij den volgenden dag
voor het schoone bosch de „Manteling" aan den
voet van Domburgs duin'en.
(Wordt vervolgd).
- -