Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden
feuilleton
-ALBUMS
IN HOC SIGNO VINCES
Langs een diepen weg
T. 1929
No. 3569
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1929
44ste JAARGANG.
V.
«I van 1904
van 1925
ILIGATIEBABK
ILIGATIEBABB
DIRKSLOliD - Tele! 162
Provinciale Staten van Zuid-Holland
BBHBBBEBtZflBEI
:s f 3.-
Groep A,
C Bi0 Natuurlijk zijn de regeeringen aan hun par
M. MIJLAND
a. B. ROOS
ROTTERDAM
'sauonds uan 6,30-8.30 uur
NEERBUIZEN
Isigezondeti Stukken.
De waterleiding van Flakkee.
Amsterdam
1928 voor geheel
gaiiën waarbij
>t een prijs I
op beleening in
Een en voordeelen
ren de Combinatie
tingen deelnemen
120.000
72.000
60.000
48.000
36.000
30.000
28.800
7 200
14.400
14.400
28.800
23.616
43.200
57.600
113.400
697.416
geschiedt. Maande»
>or deze Groep
:re trekking.
)bligatiën, in 't bij»
>p in loopende reke»
toegez. door de
l.
|C. Hooftstr. 165
opzenden aan de
17
Mdebode
(rekening van f 3.—,
pi*) kunnen worden
ding van het Koop»
(de op de voordeelen
pemie.Obligatiën en
i loopende rekening.
Ihr.
Deze Courait verschijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b§ vooruitbetaling,
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BÖEKHO¥EM %®NEN
SOMMELSDIJK
Telef. lnterc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zU beslaan,
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
(IlSe stukken voor <le Redactie bestemd, Advertentie» en verdere Administratie, francs© 4©® t© Kenden aan de Uitgevers
EEN GESLAAGDE CONFERENTIE.
W BESTELDE GOE.
IEN VOOR ALLE
M?N VAN FLAKKËE
1EZORGEN
Zaterdag j.l. kwam de Haagsche Conferentie
tot een goed einde.
Er is op de gehouden redevoeringen veel
kritiek uitgebracht en soms leek het ateof het
tot geen accoord komen zou.
Gelukkig zijn de sombere voorspellingen ge
logenstraft en werd bereikt, dat het bezette
gebied ontruimd zaf worden. Voor 30 Juni a.s.
moet het geheele eiland ontruimd zijn.
Het bekende Young-plan is onaangetast ge
bleven en Briand noemde het resultaat een
werkelijke liquidatie van den wereldoorlog.
De Engelsche premier zeide aan de Engelsche
afgevaardigde Henderson: „Een mooi stuk werk
van vereffening, waarvan het resultaat spoedig
te zien zal zijn in de de pacificatie van
Europa."
De verschillende gedelegeerden waren zeer
tevreden over den uitslag.
Niet alzoo de pers.
Zoowel van Fransche ais van Engelsche en
Duitsche zijde zijn zeer scherpe uitlatingen ge
lanceerd.
Men zegt zelfs, dat thans het tijdperk is
ingetreden van nieuwe politieke oriëteering. En
geland zou zich meer naar de zijde van Duitsch-
iand en Amerika gaan richten en Frankrijk aan
zijn lot overlaten.
H'enderson heeft dat met bloemrijke taal
■ontkend.
De toekomst zal moeten uitwijzen wat hier
van aan is
Dat de Engelsceh politiek in den laatsten
tijd meer en meer los van de Fransche is komen
te staan, is zeker.
Intusschen mogen we ons verblijden met het
geen te Den Haag bereikt werd.
Stresemann is een persoon met ruimen blik,
die zich niet door verkeerd chauvinisme van
het goede pad laat afbrengen. Eveneens is het
DDELHARNIS
nci yucuc ^czu icici L CXLUI cxiycu. VCAICCUÖ 15 11C
eMemuerMVt een groote zecjen voor de internationale ver.
igelljksche dienst V.budingen, dat niet een man als Poincaré doel
11 m FR RnIIffl BHHI Briand Frankrijk vertegenwoordigde.
lementen gebonden, maar er hangt toch zooveel
van het diplomatiek beleid van den afgevaar
digde af.
De heeren waren vol of over de ontvangst en
het verblijf in Den Haag. Met bekende Fransche
hoffelijkheid zeide Briand: „Wat ons het best
de moeilijkheden en de onjuistheid gedurende
deze conferentie van 4 weken deed doorstaan,
is wel de bijzonder hartelijke en groote gast
vrijheid van Den Haag en de fijne attenties,
waar mee de bevolking en de regeering van
Nederland ons hebben omringd."
Arts
[NKERFRANSSTRAAT
AL VOOR
heumatiek, Jicht,
chlas Neuralgiën
KURENi
iaandag 1,30—4 uur.
Insdag 1,30-4 uur.
onderdag 1,30—4 uur.
aterdag 1,30-4 uur en
levering alle stations
ningpalen
gerboomen
ren en Ruiters
H S. L E U N E
ADVOCAAT VOOR KWADE ZAKEN.
„Het Volk", het hoofdorgaan der S.D.A.P.,
gevoelt zich steeds bijzonder aangetrokken tot
het beroep van advocaat voor kwade kwade
zaken.
Worden er van de een of andere zijde po
gingen gedaan om de publieke eerbaarheid en
zedelijkheid te beschermen tégen allerlei aan
slagen van het moderne, perverse leven, dan
is „Het Volk" er direct bij om die „zedelijk
heids-apostelen" de les te lezen.
Dat doet de redactie van dit blad wanneer
het gaat over de bescherming van de Zondags
rust, over een vloekverbod, over bepalirfgen (en
aanzien van het strandleven en al wat dies
meer zij.
In het blad van Zaterdag j.l. gevoelt „Het
Volk" zich geroepen om den spot te drijven
met de „zedelijkheids-maniakken" te Almelo, die
er tegen protesteerden, dat de arbeiders sport
bond in deze stad, nog al liefst op Zondag, door
de stad trokkën en waar deelnemers bij waren,
die in zwemcostuum mee demonstreerden.
In een artikeltje vlak daarop volgend be
kritiseerd „Het Volk" de Indische regeering,
die het gore boek van Barbusse „De Hel",
waarover een tiental jaren geled'en in ons land
zooveel te doen was, voor Ned. Indië verboden
heeft.
„Het Volk" schrijft: „Dit optreden van een
postadministratie als een censor over .kunst
werken, loopt toch wel alle spuigaten uit."
„Het Volk" spreekt hier over „kuns t-
w e r k e n".
Wel een bedorven smaak
Maar uit die voorliefde om op te treden als
advocaat voor kwade zaken en dat schelden op
de „zedelijkheids-maniakken", blijkt wel hoe
groot de haat van het Socialisme tegen de Chris
telijke zede is.
Om de totaie verwerping er van is het te
doen.
De copie van Ingezonden (tukken, die biet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggeven. Bulten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
TER NAVOLGING.
De R.-K. Jeugdbeweging mag op een welge
slaagden demonstratiedag terugzien. Begunstigd
door prachtig zomerweer heeft de Nederlandsche
R.-K. Jeugd in verscheidene plaatsen openbaar
getuigenis afgelegd van hun idealen, en heeft
door massa-demonstratie den indruk van een
krachtige beweging gegeven. Ook 't snel groeien
de Eindhoven, waar de gevaren voor de jeugd
zoo groot zijn, was tot plaats van samenkomst
uitgekozen, en wie het genoegen mocht smaken
al die jonge mannen te zi'en getuigen, wat hen
bezielt, dien zal ongetwijfeld hebben waarge
nomen de liefde waarmede allen zich, bij een
zomersche temperatuur, geheel en al gaven om
deze demonstratie wel te doen slagen. In groote
groepen kwamen ze de stad binnen, uit ver
scheidene plaatsen uit de Meierij, hun banieren
wapperend en hun leuzen met zich dragend.
En een laaiend enthousiasme ging door die
plm. 13.000 jongelingen, toen zij door hunne
ieiders werden toegesproken, die hun wezen
op de taak welke op hun schouders zal komen
te rusten. Wat bij deze demonstratie ook op
viel was het groote aantal ouderen (waar
onder vele geestelijken), welke zich gaven om
de jeugd met raad en daad bij te staan.
Heeft zooiets niets te zeggen tot ons, Pro
testanten 7 Beseffen wij wel recht, welk een
groot voordeel het is de jeugd in handen te
hebben 7 Is de waarheid van de leus: „Wie de
jeugd heeft, heeft de toekomst", wel e'ens recht
tot onze voormannen doorgedrongen 7 Ik meen
daarop ontkennend te moeten antwoorden.
Hoe dikwijls zien wij het niet, dat men zich
in onzen kring ook maar niets van de jeugd
aantrekt, met het gevolg, dat deze hoe langer
hoe meer van de Kerk afdwaalt 7 En is het
thans, in een tijd waarin ongeloof en revolutie
nog sterker woeden dan voorheen, niet meer
dan noodig, dat ook onze Protestantsche (en
speciaal onze Herv. Geref.) jongelingen in
groote organisaties worden ondergebracht 7
Vooruitgang is er te constateeren, maar niet
voldoendë.
Och mochten onze dominé's e'ens een voor
beeld nemen aan de R.-K. geestelijken, en zich
wat meer voor de jeugdbeweging geven.
Het zijn niet de ouderen, waaraan zij zich
voornamelijk moeten geven, maar het moet de
jeugd zijn, uit wien de leiders onzer beweging
zullen moeten groeien. Speciaal voor Flakkee
mogen we daarop nog wel eens wijzen. Op een
enkele uitzondering na, wordt daar door de pre
dikanten, ai heel weinig voor de jongeren ge
daan; maar niet alleen door hen. Ook kerkeraden
en ouders trekkën zich daar van het jeugdvraag-
stuk ai bijzonder weinig aan, en het ware te
te wenschen, dat daarin een kentering komen
mocht.
Laten we het Jeugdbewegingsvraagstuk toch
niet onderschatten, en het niet alleen zien als
een vraagstuk van het heden, maar bovenal als
een van de toekomst. Doen wij het niet, dan zal
het socialisme opze jeugd in handen krijgen.
Hun aanval op het platteland bij de voorlaatste
verkiezing is maar al te goed gelukt. Laat dat
een aansporing mogen zijn tot grootere activi
teit dan thans aan den dag gelegd wordt.
Ouders, predikanten en kerkeraden, leest dit
stukje niet, om het weer te vergeten, maar moge
het U doen beseffen, dat U in de vervulling van
Uw taak bent tekortgeschoten. De tijd, om goed
te maken, wat U tot heden toe als niets-waardig
hebt nagelaten, is thans gekomen. De winter
staat voor de deur, de tijd voor propaganda
onzer Jongelingsvereenigingen is aangebroken.
Houdt U thans niet achteraf, maar geeft U
daaraan, steunt deze beweging, bezoekt haar
vergadering'en, kortom, doet wat LIw plicht in
dezen is.
Moge het voorbeeld van de R.K. U ter leering
zijn, en sterkt dan zoo onze beweging, zoodat
ook wij, in den komenden zomer, door onze
landdagen, ook op Flakkee openlijk getuigenis
mogen afleggen van het ideaal dat ons bezielt,
hetgeen we samenvatten in de leuze„Met
God voor Oranje en Nederland."
Eindhoven, Sept. 1929. VR.
Over de Waterleidingkwestie op Flakkee
werd het volgende gezegd
De heer TROUW:
Mijnheer de Voorzitter Ik zou gaarne een
enkel woord willen zeggen naar aanleiding van
een opmerking in het Verslag op blz. 102,
waar staat
„Zooals in het vorige verslag werd mede
gedeeld, was de aanleg voor e'ene water
leiding op Flakkee op den achtergrond ge
raakt, doordat meer belangstelling bestond
voor de electrificatie van het eiland.
Thans kan worden medegedeeld, dat van
verschillende zijd'en opnieuw aangedrongen
wordt op de oplossing van het drinkwater-
vraagstuk op Flakkee.
Zoo werd te Middelharnis onder voorzitter
schap van het Statenlid den heer C. Warnaer
eene vergadering gehouden, waarin het drink-
watervraagstuk uitvoerig werd besproken."
Verder vind ik over Voorne en Putten, waar
de nood ook zeer nijpend is, weinig meegedeeld.
Er wordt gezegd, dat van verschillende zijden
aandrang is uitgeoefend, en dat mijn geachte
rechterbuurman, de heer Warnaer, die zich al
tijd inspant voor de belangen van zijn eiland,
zich niet onbetuigd heeft gelaten, en een ver-
gaedring heeft belegd. Maar wat wij in hooge
mate heeft verwonderd is, dat er niet staat, op
welke wijze Ged. Staten hebben gereageerd op
dën aandrang, die van het eiland uit is ge
komen in verband met de waterleidingkwestie.
Gaarne zal ik daaromtrent enkele inlichtingen
ontvangen, vooral omdat de stilte in de laatste
weken op onrustbarende wijze is verstoord door
mededeelingen van de eilandbewoners en van
de bladen. Ik heb hier voor mij de geïllustreerde
pagina van de Nieuwe Rotterdamsche Courant
van Zaterdagavond j.l., waar men een groote
plaat in kan vinden met het onderschrift: water
voor 2 cent per emmer, het tekort aan water
op de eilanden
Uit een artikel in de Nieuwe Rotterdamsche
Courantv an denzelfden dag blijkt, dat men te
Middelharnis water kan koop'en voor 2J-2 cent
per emmer, dat de gemeente het water koopt
voor 3J-2 cent, en het per sproeiwagen die
in andere gemeenten voor een ander doel wor
den gebruikt distribueert.
In de gemeente Stad aan 't Haringvliet is
de toestand erger, want de booten met water
tanks hebben te grooten diepgang, om daar de
haven te kunnen binnenioopen. Men moet daar
met vrachtauto's het water halen van het veer
te Middelharnis. Daardoor komt het water aan
de gemeente te staan op 8 a 10 c'ent, terwijl
de inwoners betalen 3^2 cent. Daar is de dis
tributie veel kariger, want men kan slechts 1
emmer water per dag krijgen. Wie meer wil
hebben moet maar naar de slooten en poelen
gaan, waar men zooveel kan krijgen als men
wil, al laat het gehalte dan ook te wenschen
over. Kan men het betalen, dan gaat men water
hamsteren; dat komt ook voor. Verschillende
menschen laten vaatjes water komen uit Rotter
dam. In het reeds genoemde artikel in de Nieu
we Rotterdamsche Courant, dat ongeveer twee
kolom druks groot* is dat ik daarom niet
zal voorlezen staat o.a., dat de oorzaak
van de moeilijkheden o.a. is, dat tegenstrijdige
belangen met elkaar in conflict komen en dat
daardoor de plannen voor het tot stand brengen
van een waterleiding afstuiten, de moeilijk
heden zijn nog vele, zegt de schrijver vervolgens.
Behalve de technische moeilijkheden zouden
deze ook hierin bestaan, dat vele raadsleden
eenigszins afwijzend staan tegenover de be
moeienissen van hooger hand.
Zelfs wordt in cfen Raad van de gemeente
Sommelsdijk, volgens de courantenverslagen
van een paar dagen geleden gezegd, dat Ged.
Staten eenigszins schuld hebben aan het uitstel,
dat de waterleidingplannen hebben geleden.
In andere bladen wordt zelfs gesproken van
scherpe kritiek, die op het College van Ged.
Staten is uitgeoefend. Waar nu uit het Verslag
met geen enkel woord blijkt, wat Gedeputeerde
Staten inzake de waterleidingkwestie hebben
gedaan, wil ik vragen in verband met de uitin
gen in de pers en in den raad van de gemeente
Sommelsdijk, hoe het op het oogenblik met het
watervraagstuk op het eiland Flakkee staat,
en wat het College van Ged. Staten heeft ge
daan en nog voornemens is te doen om in de
oplossing van deze dringende aangelegenheid
wat schot te brengen. Ik zou die vraag tot het
College willen richten ook met betrekking tot
andere gebieden in onze Provincie, speciaal
over de eilanden, waaraan ik het meest mijn
hart verpand heb, Voorne en Putten, waar een
belangrijk gedeelte niet van water is voorzien,
en waarover ik een paar jaar geleden, in ver
band met den ellendigen toestand te Spijkenisse,
hier eenige opmerkingen heb gemaakt.
De heer DE BRUIN
Mijnheer de Voorzitter De heer Trouw heeft
reeds de aandacht gevestigd op hetgeen in het
verslag gezegd wordt over de drinkwatervoor
ziening op Flakkee. De heer Trouw heeft zijn
gegevens geput uit de Nieuwe Rotterdamsche
Courant. Ik had, om over deze aangelegenheid
iets te zeggen, mij gewapend met wat sterker
materiaal en voor mij is dat de „Voorwaarts".
In het nummer van de „Voorwaarts" van Za-
door
H, ZEEBERG.
k leent gelden aan leden
'o 's jaars.
elden op tegen 4 's ïaars'
itten kunnen dagelijks wor»
rraagd bij een der leden van
r. Kantooruren Donder»
aterdagavond van 6—8 uur.
m. HOLLEMAN. Dirksland
anaarde Sorteerlnfl
alia prllzan.
OMMELSDIJK-
6)
Over den breederi straatweg, die over 's Heer
Arendskerke naar Walcheren leidde, had men
een prachtig gezicht op de landouwen, waarop
de oogst in vollen gang was. Herhaaldelijk
moest stapvoets gereden worden, om de breede
hooggeladen boerenwagens te passeeren die het
goudgele koren naar de schuren brachten
Hartelijk groette het landvolk, dat schik had
in de uitgelaten vroolijkheid van de jongelui in
het tweede rijtuig.
Het rijden over den dam, die Zuid-Beveland
met Walcheren verbindt, was een nieuw eve
nement.
Met kracht kwam het water opzetten, bedek
kend weer de tijdens de eb drooggelegde kwel
ders.
„Dat duurt geen honderd jaar meer, of de
kwelders zijn herschapen in vruchtbaar bouw
land", meende Henk.
„Ja merkte Trude op, „het is een eigen
aardige gedachte, dat wij rijden op wat vroeqer
zee was."
„Ik vind Zeeland heelemaal een eigenaardig
land", zei Gretha. „Jullie moeten altijd maar
tegen de zee vechten.
„Ja, in Mïdstad merk je dat niet zoo. Maar
hier op de dijken benauwt de gedachte, dat die
je moeten beschermen tegen de woeste zee, wel
eens. Ze kosten dan ook schatten aan onder-
Boad. Doorloopend bijna wordt er aan gewerkt,
vv ant die dijken kunnen zoo bedriegen. Soms
zou je denken, dat er niets aan mankeert, zoo
gaaf zijn ze van boven, maar o wee van onder
onzichtbaar onder water, heeft de zee er heele
stukken uitgeknabbeld.
Trude geraakte in vuur.
„Op en top een Zeeuwsche, niet Henk
vroeg Gretha.
„Ja", lachte hij terug. „Over dat alles kunnen
wij niet meepraten, Greet. Wij zien altijd maar
straten en winkels."
,,'t Zou me moeite kosten, uit Zeeland weg
te gaan", bekende Trude.
„Is daar dan sprake van vroeg Gretha,
langs haaf neus weg.
„Welne'en, hoe kom je er bij 7 't Was maar
bij wijze van spreken."
Maar onbarmhartig ging Gretha verder: „O,
ik dacht het soms, 't Zou kunnen, dat de een
of andere ridder uit Holland of Friesland of
Groningen, of weet ik waar vandaan
Trude begon hartelijk te lachen, maar kon
toch een blos op haar wangen niet voorkomen.
Zij voelde, dat Henk haar strak aankeek.
„Een ridder 7" vroeg ze onverschillig. „Den
riddertijd hebben we gehad."
„Nu ja, je begrijpt me wel."
„Neen, hoor, daar denk ik voorloopig nog
niet aan", zei Trude.
„Voorloopig meende Gretha. „O, dus de
aanstaande ridder heeft toch wel kans."
Verward keek Trude naar de voorbijglijdende
velden.
Met een straffen blik zag Henk Gretha aan.
Zij begreep het stille verwijt.
„Kom, kom", zei zij opgewekt, „het was maar
gekheid. Ik vergat, dat we een heer bij ons
hebben. Laat ons er maar over ophouden. Hij
moest eens gaan denken, dat wij om de heeren
verlegen zijn."
„Exuseer me", zei Henk. „Ik denk niets. Wie
begon er over 7"
„Ja, ja, 't is. al goed. Ik was de flapuit weer.
Je hebt gelijk."
Ze waren nu door Nieuw- en St. Joostland
gereden. Overal waar men passeerde, was alles
kraakzindelijk.
„Je kunt hier wel soep van de wegen en de
straten efen", oordeelde Gretha.
„Smakelijk eten", lachte Wies.
„Ik krijg honger", meende Trude. ,,'t Komt
zeker van de buitenlucht."
„In Middelburg lunchen we hoor. Ik zie
„Lange Jan" al", zei Wies.
„Ja", zei Henk. „En de stadhuistoren heet
„Gekke Betje", niet 7"
„Ja, hoe weet je dat zoo 7" vroeg Trude.
,,'k Heb het eens gelezen in een van de
boeken van Marporie Bowen. Middelburg moet
een mooie stad zijn."
„Zouden we niet eens op dien toren kunnen
klimmen 7 Dat zou dol zijn 1" stelde Gretha
voor. „Zijn jullie er wel eens bovenop geweest?"
Zij moesten bekennen van niet. Zoodat, als
de anderen het goed vonden, afgesproken werd,
dat het viertal den toren beklimmen zou.
III.
Onder haar vroolijk gesnap verkeerde Trude
toch in een emotievollen gemoedstoestand.
De opmerkingen van Gretha, zooeven, hadden
haar uit haar evenwicht gebracht.
Deed zij die vragen zonder opzet 7 Of wist
Henk er wat van 7 Was het e'en afspraakje tus-
schen broer en zuster, om voor hem het pad
te bakenen 7
Want sommige oogenblikken geloofde zij, dat
Henk verliefd op haar was. Zij kon het zich
niet verhelen, dat het haar vrouwelijke ijdel-
heid streelde.
Maar dan weer bande zij die gedachten met
kracht terug, 't Was toch al te bespottelijk: hij
kende haar nauwelijks.
Doch als zij zich vergistte, waarom be
wees hij haar dan zooveel attentie 7 Waarom
keek hij haar dan vaak zoo raadselachtig aan 7
Hij leek haar niet iemand toe, die verliefd was
op een lief gezichtje. Hij was te ernstig, om
een teere zaak, als deze, als een grapje op
te vatten
Zou zij dan werkelijk gevoelens bij hem
hebben opgewekt 7 Zij was er diep van over
tuigd, dat zij niet geflirt had. Onbevangen was
zij hem tegemoet getreden, zonder de minste
bijbedoeling. En dat was steeds zoo gebleven.
Eerst had zij gemeend, dat zij zich vergiste,
Dat Henk haar attenties bewees, was gewone
beleefdheid, niets meer. Wat beeldde zij zich
wel in Straks was hij Mr. in de rechten en
zij bleef een eenvoudig meisje uit den gegoeden
burgerstand, al had zij wel algemeene ontwik
keling.
Maar sinds gisteravond was zij gaan twij
felen.
Gretha maakte zulke bedekte toespelingen.
En vanmorgen was dat weer zoo.
En waarvoor dienden dan haar vragen zoo
even 7
Zij zou het kunnen beschouwen, en wilde
dat ook het liefst doen, als een gewoon onbe-
teekenend conversatiepraatje. Maar in het licht
van andere uitlatingen en opmerkingen van
Gretha kon zij daar moeilijk toe komen.
Het kwam haar voor, dat Gretha op de hoogte
was van de gevoelens van Henk. Had hij haar
die dan verteld 7 En moest Gretha nu de brug
worden, waarover hij komen wilde 7
Het griefde haar. Het zou van zijn kant een
bewijs van lafheid zijn, die zij niet achter hem
gezocht had.
Want zij betrapte er zich op, dat zijn van
Henk een ideaal maken ging.
Het was een bewijs, dat hij haar gansch niet
onverschillig was.
Zij nam zich voor hem op een afstand te
houden 'en Gretha geen aanleiding meer te geven
bedekte toespelingen te kunnen maken.
Dit besluit herstelde haar weer.
Zij keek naar de beide andere meisjes, die
met elkaar snapten.
Dan, opeens, viel haar oog op Henk, tegen
over haar, Henk, die haar, bijna onmerkbaar,
aandachtig aanstaarde.
VIERDE HOOFDSTUK.
I.
In Middelburg wist Trude ongemerkt in het
gezelschap der drie ouders te komen.
Zij meende althans, dat het haar ongemerkt
was gelukt.
Maar het was Henk opgevallen, hoe zij hem
meed en vormelijk behandelde. Het deed hem
pijn.
Aanvankelijk kon hij, hoe hij ook peinsde, er
de reden niet van bevroeden.
Hij had haar toch niet onaangenaam bejegend,
voorzoover hij wist. Zou hij zich dan vergist
hebben, toen hij meende, dat zij ook wel van
eenige toenadering wilde weten 7
■Maar opeens, terwijl zij op de Markt liepen
e;i het Middeleeuwsche stadhuis bewonderden,
ging hem een licht op
Natuurlijk, dat zou het zijnGretha, met
haar onbezonnen opmerkingen in het rijtuig,
die had het gedaan. Misschien waren ze on
schuldig en onopzettelijk bedoeld geweest. Mis
schien ook niet. Gretha was in een ander op
zicht ook wel eens zoo. Maar hoe het ware,
Trude had de woorden als ernst opgevat. Zekqr,
dat zou het zijn. Misschien dacht zij wel, dat
hij er achter zat
Natuurlijk Henk was er van overtuigd: zoo
zat de zaak in elkaar. Hij kon begrijpen, dat
het grievend voor een meisje zijn moest, om
zóó gepolst te worden. Dat Gretha dat niet
inzag J
Hij wilde zekerheid hebben. Het pijnigde hem,
dat Trude hem, hoewel tactvol, dat prees hij
in haar, behandelde, als ware hij bijna een
vreemde voor haar.
In de Lange Noordstraat wilde Henk naast
Trude gaan loopen en een gesprek beginnen.
Maar onmiddellijk wees zij zijn moeder op het
postkantoor en praatte vlug, zoodat de gelegen
heid hem ontnomen werd.
Teleurgesteld wendde hij zich weldra af en
begon met Gretha en Wies te gekscheren.
Het hinderde Trude. Zij betrapte er zich op,
dat zij hem gaarne in haar nabijheid zag. Maar
hij moest, zoo oordeelde zij, begrijpen, dat hij
Gretha in zulke zaken niet te mengen had
(Wordt vervolgd).