Gemeenteraad,
ECDDomisch smmtzul
V erkoopingen.
Marktberichten.
IfcT HOESJE TTiOOSe "V O "UVW
SZtUD
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
soms niet mogelijk is een geheel perceel voor
voorhooi- of graswinning te bestemmen, doch
wel bijv. een kleiner perceel indien dit aanwe
zig geweest zou zijn.
De beste oplossing geeft daarom een combi
natie van 1 en 2 waarbij een doelmatige bewei
ding gepaard gaat met een extra zomerbemes-
ting; de betrekkelijk kleine perceelen worden dan
in korten tijd geheel kaalgeweid, direct na het
kaalweiden wordt eenige malen een stikstofbe
mesting gegeven, zoodat na ongeveer drie a
vier weken het inmiddels snel gegroeide, nieuwe,
jonge gras weer voor hernieuwde beweiding
geschikt is. Bovengenoemde 50 Kg. zuivere
stikstof zou men kunnen geven, bij voorkeur
in de goedkoopere vormen, dus als ongeveer
110 Kg. Ureum DASF, 250 Kg. Kalkammonsal-
peter, 250 Kg. Zwavelzuren Ammoniak of 200
Kg. Leunasalpeter.
Op tal van bedrijven is het op deze wijze mo
gelijk het vee op kleiner oppervlakte te houden
en het overblijvende deel door een krachtiger
bemesting, te dwingen in 4 a 5 weken een flin
ke snede gras op te leveren, die uitstekend ge
schikt is om tot hooi bereid te worden of om
bij ongunstige weersgesteldheid te worden inge
kuild.
De hooge voederprijzen in den komenden win
ter mogen dus wel gevreesd worden, doch be
hoeven nog niet noodzakelijkerwijs te word'en
betaald ieder die tijdig zijn maatregelen neemt,
kan erger voorkomen. De eerste gunstige erva
ringen met een goede beweiding en een zomer-
bemesting met stikstofmest zijn reeds voor lan
gen tijd opgedaan, het komt er slechts op aan
van deze ervaringen profijt te trekken en de
vereischte maatregelen op de juiste wijze en op
groote schaal toe te passen het resultaat zal
niet op zich laten wachten en met méér voeder
gaat men den winter tegemoet.
(Waar hierboven geschreven werd over een
extra stikstofbemesting in den zomer, spreekt
het wel vanzelf, dat hier tijdig voldoende fos-
forzuur en kali gegeven moet zijn. Waar dit
niet het geval is, doet men beter de zomerbe-
mesting te vervangen door ongeveer 300 Kg.
Nitrophoskazuur en kali, gelijktijdig gegeven
worden, waardoor de uitwerking der in Nitro-
phoska gegeven stikstof verzekerd is.)
BEMESTING VAN GRASLAND IN DEN
ZOMER.
De ervaring heeft geleerd, dat de natuurlijke
grasgroei op hooi- en weiland in den zomer
sterk afneemt, dat op een overvloed van gras
in het voorjaar dikwijls voedselgebrek volgt in
de latere daarop volgende maanden.
Door in het voorjaar een deel van het wei
land vroeg te maaien en wel zoodanig dat de
verschillende perceelen achtereenvolgens voor
beweiding vrijkomen kan men eenigszins dit
verschil in de beschikbare hoeveelheid voedsel
verminderen. Meer echter door het hooi of wei
land gedurén'de den geheelen zomer telkens weer
met stikstof te bemesten, zoodat het gras steeds
weer tot nieuwen groei wordt aangezet. Die
herhaalde bemesting met- stikstof moet in den
vorm van een gemakkelijk opneembare kunst-
meststof gegeven worden. En dan denken wij
in de eerste plaats aan zwavelzuren ammoni
ak, kalkammonsalpeter, leunasalpeter en ureum.
Deze meststoffen kunnen een vluggen nagroei
op hooi- en weiland geven. Ze bevorderen den
groei der beste grassen, onderdrukken daar
door onkruiden en minderwaardige grassen.
De stikstofmeststoffen zetten het gras op
hooi- en weiland tot een sterkeren wortelvor
ming aan, bevorderen een dichte zode en be
schutten daardoor den grond tegen uitdroging.
Ze verdrijven harde grassen, grassen die weinig
opleveren en onkruiden en verbeterd daardoor
de graszode. Bij tijdig gebruik krijgt men hier
een eiwitrijk voeder, dat minder ruwvezel be
vat.
De hoeveelheden welke men te geven heeft
zijn de volgende. Op weiland n den loop van
den zomer 200 a 250 K.G. zwavelzuren am
moniak of kalamonsalpeter of evenveel stikstof
in een der andere stikstofmeststoffen steeds di
rect na het afweiden. Op hooiland, na de eerste
snede ongeveer twee derde van bovengenoemde
hoeveelheid, in één gift direct na het inhalen
of na het op ruiters zetten van het hooi. Hier
door kan de naweide vlugger en langer door
het vee gebruikt worden. Voor het winnen van
een snede gras. Wanneer men in den zomer
of herfst nog een snede gras wil winnen: 300
K.G. a 400 K.G. zwavelzuren ammoniak of
kalkamonsalpeter of evenveel stikstof in een
der andere stikstofmeststoffen, direct nadat het
perceel vrijgekomen is.
De uitgaven voor stikstofmeststoffen komen
in het weidebedrijf buitengewoon snel terug,
daar reeds ongeveer een maand na de beweiding
de hooge en gelijkmatige opbrengsten aan gras,
van de beste kwaliteit, door het vee in grootere
hoeveelheid melk worden omgezethet geld,
dat voor de meststoffen is uitgegeven, komt
daarom snel en rentegevend terug. Het kaal ge
weide grasland groeit na een bemesting met
bovengenoemde stikstofmeststoffen spoedig weer
aan, zoodat men het vee vaak kan omweiden
en steeds jong, eiwitrijk gras beschikbaar is.
Om van dit waardevolle groenvoer, en daarmee
van de stikstofbemesting met meeste te kunnen
profiteeren, moet m'en het jonge, voedselrijke
gras eerst door de meestgevende melkkoeien
laten beweiden, om na eenige dagen de minder
gevende melkkoeien te laten volgen. Droog
staande koeien en jongvee, en zoonoodig de
veulens en paarden weiden dan de rest van het
nog aanwezige gras af.
Bijzondere beteekenis heeft e'en stikstofbe
mesting, volgens de bovenaangegeven sterkte,
voor die landbouwers, die een gebrek aan hooi
voor den winter hebben door de groote hoe
veelheden gras, die na stikstofbemesting verkre
gen worden, is het dikwijls heel goed mogelijk
enkele perceelen weiland in den voorzomer voor
hooiwinning te gebruiken, welke zonder een
bemesting met stikstof zeker voor beweiding
gebruikt zouden moeten worden.
Ook in den door de Directie van d'en Land
bouw op 14 Juni geplubiceerden stand der land
bouwgewassen, wordt medegedeeld, dat er een
groot verschil bestaat ten gunste van het gras
land dat doelmatig met gier of kunstmest be
mest is, tegenover land dat onbemest gebleven
is of slechts stalmest heeft ontvangen.
Vergadering van den Raad der gemeente
OOLTGENSPLAAT op Woensdag
31 Juli, ten half vier (zomertijd).
Present alle leden, behalve de heer De Vos,
die zonder kennisgeving afwezig is.
De Voorzitter, burgemeester Donkersloot,
opent de vergadering met gebed en spreekt
daarna een welkomstwoord.
Hierna worden door den Secretaris de no
tulen der vorige vergadering gelezen en door
den Raad onveranderd vastgesteld.
Ingekomen is een schrijven van de „Mabeg",
dat een winst is gemaakt van 1938.
Over November en December 1928 was dit
1249.70. Over 1928 was een tekort aan de
gasfabriek Oude Tonge van 765.14)4. Over
de maanden Januari en Februari 1929 een winst
van 173.45.
Aan den Keuringsdienst van Waren te Dor
drecht is over 1928 betaald 475.18; terug zal
ontvangen worden 38.16.
Schrijven van Ged. Staten, waarbij de be
grooting over 1929 is goedgekeurd.
Schrijven van Ged. Staten, waarbij het Raads
besluit van 27 Febr. en 27 Maart wordt goed
gekeurd.
Schrijven van Ged. Staten, waarbij over 1928
een uitkeering aan de gemeente wordt gedaan
van 6280.32.
Schrijven van Ged. Staten, vermeldende het
eervol ontslag van Dr. Snijders de Vogel als
lid der Gezondheidscommissie en de benoeming
van Dr. P. Boot te Dirksland.
De VOORZITTER deelt mede, dat een fir
ma een demonstratie heeft gegeven met een
brandbluschapparaat, om een begin van een
klein brandje te blusschen. Het werkt uitstekend.
Ds prijs is 27.— voor een 6 L. inhoud en
35.voor een 9 L. inhoud. B. en W. willen
voor de scholen en het gemeentehuis een ap
paraat aanschaffen.
De heer VAN ES vindt de demonstratie
prachtig, doch vindt den prijs te gering om
degelijk te wezen. Spr. vraagt hoe de firma
bekend is.
De heer DORSMAN is er tegen.
De VOORZITTER belooft nog eens goed
te zullen informeeren.
Hierna wordt met 9 stemm'en voor en de stem
van den heer Dorsman tegen besloten 5 a 6
stuks aan te schaffen.
J. Rommelse vraagt ontheffing van de hon
denbelasting. Hierop wordt afwijzend beschikt.
Voortaan is men over een vol jaar gelijk aan
geslagen.
W. Duim vraagt een schuurtje te mogen
bouwen. B. en W. hadden afwijzend beschikt,
doch hij doet nu een beroep op den Raad.
De VOORZITTER zou Duim wel ter wille
willen zijn, maar het ontsiert alles rond het
Kerkhof. Spr. wil het daarom niet toestaan.
De heeren DORSMAN 'eri VAN GURP wil
len het toestaan.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen
met 7 tegen 3 stemmen.
B. en W. stellen voor het besluit van 7 Febr.
in te trekken betreffende het heffen van keur-
loonen. Een bespreking heeft plaats gehad met
Oude Tonge en Den Bommel. Eerstgenoemde
gemeente wil de huur van het gebouw terug
brengen van 450 op 250. Het keurloon
wordt voorgesteld voor een rund 6.— en
voor een varken 2.—.
De heer. VAN GURP wil een plaatselijk
vleeschkeuringsbedrjjf.
De VOORZITTER zegt, dat het onmogelijk
kan voor een gemeente afzonderlijk. Een hulp
keurmeester mag niet aangesteld worden en vele
wettelijke voorschriften maken, dat het een
groote schadepost voor de gemeente wordt. Spr.
is met den heer van Gurp e'ens, dat er anders
wel wat voor te zeggen zou zijn om hier een
eigen vleeschkeuringsbedrijf te stichten.
Het voorstel van B .en W. wordt hierna met
algemeene stemmen aangenomen.
Komt in behandeling de driejaarlijksche af
rekening met de bijzondere scholen. Nadat de
cijfers over de 3 laatste jaren van de openbare
school zijn voorgelezen en het bedrag wat de
bijzondere scholen hebben ontvangen, blijkt, dat
aan deze scholen niets meer betaald behoeft
te worden en geen afrekening meer behoeft
plaats te hebben.
De VOORZITTER deelt mede, dat de school
in Achthuizen gegund is aan W. van der Welle
te Stad aan 't Haringvliet voor 30.595.—.
Het schoolplein, dat geheel van tegels gemaakt
wordt, neemt het schoolbestuur voor eigen re
kening. De schoolkosten met meubilair én ver
dere benoodigdheden kosten ongeveer 44000,
dus 1000 minder dan het toegestane bedrag.
Thans wordt gevraagd een post van 2500
voor centrale verwarming, dan behoeft de ge
meente geen brandstoffen meer beschikbaar te
stellen voor kachels, enz. Wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
De instructie van den gemeente-ontvanger
wordt gewijzigd, zoodat voortaan de Goede
Vrijdag met Zon -en feestdagen gelijk gestéld
wordt. In de wijze van betaling wordt in som
mige gevallen verandering gebracht. Wordt
goedgevonden.
Komt in behandeling het bestraten en plaatsen
van een muur aan den Slikdijk. Volgens de
Dijkring moet het alzoo gebeuren. Het toege
stane bedrag op de begrooting moet hierdoor
verhoogd worden. Wordt met algemeene stem
men goedgevonden.
Af- en overschrijvingen over 1928 worden
goedgevonden.
De commissie tot nazien der gemeentereke
ning brengt bij monde van den heer Brinkman
verslag uit en verklaart deze in orde te hebben
bevonden.
De ontvangsten bedragen 149.110.41, uit
gaven 140.663.85)4; goed slot 8.446.5534-
Kapitaaldienst. Ontvangsten 20.837.64)/!,
uitgaven 19.539.69J4; goed slot 1297.95.
Ook de rekening der Bewaarschhool is in
orde bevonden. Ontvangsten 2865.49, uit
gaven 2847.20; goed slot 18.20.
De rekening van het Armbestuur is in orde
bevonden. Ontvangsten 16.880.47, uitgaven
16.150.71; goed slot '730.39.
De Commissie stelt voor deze rekeningen
aldus voorloopig vast te stellen.
Hiertoe wordt met algemeene stemmen be
sloten.
In de Commissie van Toezicht op het Lager
Onderwijs (vacature W. Korteweg Mz.) wordt
uit de door de commissie gemaakte voordracht
met meerderheid van stemmen gekozen de heer
J. A. van Nieuwénhuijzen Jz.
Bij B. en W. is nog ingekomen een verzoek
van C. van Maastricht om verhooging van
salaris als chauffeur aan de motorbrandspuit.
Daar het verzoek echter te laat is ingekomen,
zal het in de volgende vergadering in behan
deling komen.
De heer BRINKMAN vraagt bij de beproe
ving der motorspuit beter politietoezicht.
De VOORZITTER zegt het toe.
De heer BRINKMAN verzoekt ook, dat de
brandmeesters en buizenschroevers beter pre
sent zullen zijn.
De VOORZITTER geeft hierover inlich
tingen.
De heer VERMAAS bespreekt voor de zoo-
veelste maal de onderberm aan de Langstraat.
De VOORZITTER zal in deze moeilijke
kwestie alles doen wat hij kan.
Hierna geheime zitting.
Na heropening verlangt niemand het woord
en sluit de Voorzitter de vergadering.
De bedrijvigheid op de Amsterdamsche effec
tenbeurs wordt er den laatsten tijd niet grooter
op en de vacantietijd is daaraan niet geheel
vreemd. Het publiek betoont zich uiterst terug
houdend en gedeeltelijk moet dit worden toege
schreven aan het teleurstellende koersverloop
van verschillende fondsen, waarvan wij in de al
lereerste plaats aandeelen Küchenmeister noe
men. Ondanks alle berichten omtrent de klank
filmindustrie, de onderhandelingen en de tegen
stellingen tusschen de verschillende belangen,
weet men niet goed, waaraan zich te houden,
en die onzekerheid heeft er toe geleid, dat het
publiek tot verkoopen overgaat. Ook de kunst-
zijde-aandeelen hebben geen aangename markt,
'en zoo zijn bijv. aandeelen Enka in 5 weken
tijds 100 teruggegaan.
Vrij druk ging het toe in de afdeeling suiker-
waarden, die zeer vast in de markt liggen. De
suikerprijzen zijn aanzienlijk gestegen, waaneer
men die vergelijkt met de prijzen van eenigen
tijd geleden. De vooruitzichten worden beter
beoordeeld, terwijl de VISP belangrijke partijen
heeft verkocht en tegelijkertijd kans heeft gezien
haar prijzen te verhoogen. Met betrekking tot de
suikerwaarden werd dit in gunstigen zin geïn
terpreteerd, 'en diverse soorten behaalden dan
ook een belangrijke koerswinst.
Voor rubberwaarden was de belangstelling
sterk gekoeld en daarbij werden slechts geringe
koersvariaties meegemaakt. In breeden kring
wordt de toekomst van de rubbermarkt weer
wat beter beoordeeld en hiervoor bestaan dan
ook wel redenen, alhoewel de rubberprijzen nog
niet hoog zijn te noemen. De diverse jaarver
slagen van onze rubber-maatschappijen hebben
echter over het algemeen een goeden indruk
gemaakt en de dividenduitkeeringen zijn bevre
digend.
Van d'en handel in tabakken is niet veel meer
overgebleven, en alhoewel de algemeene ten-
denz niet slecht is, bewogen die zich op onre
gelmatige wijze.
De scheepvaartmarkt was stil. Het verloop
van de vrachtenmarkt is in de eerste helft van
dit jaar veel gunstiger geweest dan in dezelfde
periode van verleden jaar. Een aandeel dat aan
dacht verdient is de Koninklijke Ned. Stoom
boot-Maatschappij. Het eerste halfjaar is weer
beter dan dat van verleden jaar, zoodat indien
zich geen bijzondere dingen voordoen, over 1929
op een hoogere uitkeering kan worden gerekend.
Een zeer geanimeerde handel ontwikkelde zich
op de Amerikaansche afdeeling, in het bijzonder
Milwaukee's, Bethlehem Steel en Cities Service
werden door het publiek gekocht. Vooral dit
laatste fonds heeft een mooie rijzing achter den
rug (van 30 dollar tot 46 dollar). Ook de ver
schillende public-utulity-waarden, Central States
Electric, North American, Ass. Gas enz. wer
den ruim verhandeld. De verschillende introduc
ties vinden nog steeds een goed onthaal, hetgeen
geen verwondering behoeft te wekken, omdat de
algemeene toestand en het bedrijfsleven in de
Vereenigde Staten reden tot tevredenheid geven.
Wij hebben in een van onze laatste overzichten
gewezen op de mérites van aandeelen Bethle
hem Steel, welke aandeelen belangrijk zijn op-
geloopen. Verder wezen wij op de spoorweg-
aandeelen Chicago Milwaukee. De meeste
spoorwegaandeelen kunnen wij in de belangstel
ling aanbevelen. Het goederenvervoer is in de
eerste helft van dit jaar zeer groot geweest, en
in verband met den oogst welke vervoerd moet
worden, is er een zeer groote kans, en dit is
feitelijk wel zeker, dat de ontvangsten belang
rijk hooger zullen zijn dan in de eerste helft
van 1929. De spoorwegmaatschappijen trekken
profijt van de geweldige activiteit in de auto
mobielindustrie, daar dit een van de grootste
bevrachters is. Het intense zakenleven aan de
overzijde van den Oceaan weerspiegelt zich
mede in de cijfers, die worden gepubliceerd
door de openbare nutsbedrijven. De levering
van stroom is grooter dan ooit te voren, en alles
wijst er op, dat het verbruik nog zal toenemen.
Vandaar dat ook deze waarden zoo gezocht
zijn. Tenslotte kan als bewijs van dpn voor
spoed in de Ver. Staten nog gelden het feit, dat
de posten voor de verzekerings-maatschappijen
afsloten, veel grooter zijn, dan gewoonlijk. Wij
raden daarom aan de Amerikaansche geldmarkt
te volgen.
Vrijdag 2 Augustus 1929 des avonds 7 uur
(zomertijd) in het logement van dhr. I. de
Witte te Nieuwe Tonge, veiling, en Vrijdag
9 Augustus 1929 des avonds 7 uur (zomertijd)
in het logement van dhr. L. Osseweijer te
Nieuwe Tonge afslag van: Een huis A. 57
met erf en bouwland aan de Jan O verdorp»
straat, in Noordland, te Nieuwe Tonge, kad.
Sectie A. Dommer 1902 groot 24 A. 31 cA.
of 159 Roeden V. maat, in gebruik geweest
bij J. C. Verolme Jzn.
Notaris VAN ISPELEN
Op Woensdag 7 Augustus 1929 bij veiling
en op Woensdag 14 Augustus 1929 bij afslag,
beide dagen 's avonds 7.30 uur (z.t.) te Mid»
delharnis in Hotel Meijer, vanEen huis met
werkplaats (waarin Borstelfabriek) erf en grond
te Middelhamis aan de Nieuwstraat en uit*
komend aan het Kerkepad, kad. sectie B no.
2574, 2575, te samen groot 2 aren. Toebehoo»
rende aan Jb. v. Sliedrecht Jr. te Middelhamis.
Notaris VAN DER SLUYS.
Te Koop een Woon» en Winkelhuis met
Brood» en Kleingoedbakkerij te Stad aan 't
Haringvliet.
Inlichtingen te bekomen bij den Heer Jan
van Soest Hz. te Stellendam en ten kantore
van Notaris VAN BU UREN te Middelhamis.
Centrale Velling te Mlddelharnia.
Veiling van Woensdag 31 Juli 1929.
Bloemkool le soort f 21—24,40 per lOOstuks.
idem 2e soort f 16.70—20.
idem 3e soort f 13—17.
idem 4e soort f 6.20—10.
Komkommers f 5,70—9.50.
Andijvie f 3.70 per 100 krop.
Peen -f 8,70 per 100 bos.
Kroten f 3.70—4.40.
Postelein f 7.70—9.50 per 100 K.G.
Dubbele princessen f 10.20—15.
Enkele princessen f 16.40—17.90.
Stoksnijboonen f 22—28.
Stamsnijboonen f 14.20—17.
Wagenaars f 9—10.
Augurken f 3—35.
Yellow Transparant f 21—36.40.
West Friesche peren f 17.70.
Kruisbessen f 18—21.40.
Blauwputten f 3—4.80.
Eigenheimers f 2.20—2,80.
Vroege Bonte f 3.70
Poters (landgewas) f 1,30—1.70.
Tomaten f 6.40
Roode bessen f 15.10—18 per 100 pond.
Framboos f 22—24.
Druiven f 0.48—0,56 per pond.
Morellen f 0.30.
Kaas (volvet) f 0.50.
Boter f 1.03
Aardappelveiling te Oude Tonge.
Veiling van Dinsdag 30 Juli 1929.
Eigenheimers f 2.80—3.40 per 100 K.G.
Blauwe Eigenheimers f 3,—.
Schoolmeesters f 3.05.
Poters f 1,—.
Aanvoer 50.000 K.G.
In het blad „Onze Kinderen" trof me een
fijn stukje over „Het dreigen".
Het is zoo maar naar het leven geteekend,
dat zal ik dadelijk in een paar gedeelten van 't
artikel laten zien
„Dreigen" is in de opvoeding bij velen een
alledaagsch artikel.
Het is schering en inslag, en soms als je er
eens op let, moet je er werkelijk om lachen
om al die dwaze dreigementen. Als je 't hoort
moet je er wel om lachen en toch is het inder
daad eigenlijk treurig, dat groote menschen die
dingen zegden' en er bij kinderen zooveel mee
bederven.
'k Herinner me nog levendig, hoe vroeger
onzen paedogogiek leeraar, die zoo meesterlijk
en geestig ons les kon geven, vaak zei: „Men
schen, als je leven je lief is, begin in school
dan nooit met dreigen". Hij zei het op de
hem eigen typische manier, maar hij zorgde
wel, dat we hem begrepen.
Doch dat geldt wezenlijk niet alleen voor de
school, maar ook voor 't gezinsleven.
Als 't kan, dreig bijna nooit, en als het noodig
is, doe het dan niet met een straf, die men
niet kan opleggen.
Zoo zat ik onlangs in d'en trein, met een dame
en een paar kinderen; één wilde maar niet rustig
zijn. Eerst een paar gewone dreigementen, ik
zal je klappen geven, (nu dat kan nog, als het
dan ook maar gedaan werd), en toen met een
boos gezicht van de moeder; „Nou heel stil
zitten, anders gooi ik je uit den trein."
De toestand moet ernstig zijn, maar ik kon
het lachen niet laten. Wie zegt er ook zulken
onzin, 't Kind was verstandiger dan de moe
der, ging z'n eigen gang.
Kinderen zijn wel is waar kinderen, maar
hebben in den regel toch een flinke dosis ge
zond verstand, en ze weten maar al te gauw
de juiste waarde van al die groote woorden
te bepalen enze gaan hun eigen gang.
De schrijver van het artikel in „Onze Kin
deren" wijst er op, hoe we wel kunnen dreigen
en zegt ook, hoe we het niet moeten doen.
Ik hoorde dezer dagen een bedreiging, die
effect had en in hooge mate pleit voor de
opvoedster. „Moeder zal boos op je moeten
wezen", klonk het zacht doch met nadruk.
En dat was voldoende. Daar neem ik mijn
hoed voor af. Dat is naar het model, „dat
u op den Berg getoond wordt". Dat kan al
leen bestaan, wanneer er een „echte" ver
houding is tusschen Vader en Moeder en kind.
Op een school voor B.L.O., waar de gees
telijk minder bedeelde kinderen zoo kostelijk
worden behandeld, hoorde ik de juffrouw tot
een zéér, zéér moeilijk kind zeggen: „Als je
dat niet laat, moet de Juffrouw je boos aan
zien". En 't ontroerde me, met een soort
medelijden zoekenden blik te hooren ant
woorden: „Neen, Juf, dat nietEn de ge
hoorzaamheid was bereikt.
Maar, helaaszoo is Vader niet altijd,
en Moeder ook niet, en de Juffrouw niet, en
de Onderwijzer niet, en 't kind ook niet. Laten
we er met ernst naar streven, ook in onze
eigen verhouding tegenover God want daar
ligt toch het begin van alle kracht in dezen.
Maar de dagelijksche practijk grijpt zoo
gauw naar andere bedreigingen 'en dus
straffen.
Men zoeke daarbij steeds oordeelkundig te
werk te gaan, wat haast en drift reeds als
van zelf uitsluit.
Het dreigen met naar school gaan is wel
wat uit den tijd, (was dat altijd maar waar),
nu de school geen schrikbeeld meer is, maar
door de kinderen onderling wordt geschouwd
als in den regel een goed plekje. De ont
wikkeling van het Bewaarschoolonderwijs
heeft hier veel goeds gewerkt. Maar toch is
dit nog niet geheel voorbij.
Is dreigen met den dokter, met de politie,
met naar bed gestuurd worden, met het toe
dienen van geneesmiddelen, met denkbeeldige,
angstaanjagende wezens is al dat dreigen
verstandig te noemen
En dan de uitgestelde dreiging, of liever
de dreiging met uitgestelde gevolgen 1
Om half tien 's morgens voorspelt Moeder
een geduchte straf van Vader, wanneer die
thuis komt. Maar wat weten Moeder en kind
beidén nog van het morsen met water, als
Vader om zes uur met uitgestoken armen
wordt verwelkomd Glad vergeten 1 Maar
morgen, als die bedreiging weer terugkeert,
wat heeft ze dan voor waarde Een nega
tieve, want het zijn ijdele woorden geweest,
en de kleine opvoedeling weet dat, terwijl
de stille gevolgen niet uitblijven.
Er is in al het bovengenoemde iets on
natuurlijks, en de straf, dus ook de dreiging,
moeten een zoo natuurlijk mogelijk karakter
dragen. „Als je niet zindelijker op je jurkje
bent, krijg je slaag van medat is zeer
onnatuurlijk. Er zou moeten volgen: „dan
moet je de heele week maar met een vuil
jurkje loopen", of: „dan kan je niet met me
gaan wandelen, want dan zou ik me schamen
voor je". Doch hier botst dikwijls het van
zelfsprekend gevolg van de moederlijke zwak
heid en ijdelheid.
Is het speelgoed vernield, dan kan men
voor straf den kleinen boosdoener naar bed
sturen en morgen nieuw speelgoed aanbren
gen, „omdat ze toch wat te doen moeten heb
ben", heet het soms maar dat is niet de
aangewezen weg. Ze laten omtobben met de
stukken, tot er weer een verjaardag komt, en
ze zoo de gevolgen laten ervaren, die ze
in 't latere leven ook hebben te wachten, dat
lijkt me heel wat gezonder methode.
M'n beste nichtjes en neefjes
Vorige week schreef ik jullie als ik zelf op
reis ga, zie ik wellicht nog enkele nichtjes en
neefjes van raadselfamilie
Nu b'en ik zelf nog niet op reis gegaan, ik
heb er dus nog geen kans voor gehad.
Maar nu kreeg ik van de week van een van
onze nichtjes nog een echt gezellig briefje, en
daarin vertelde ze mij, dat zij een van onze
raadselnichtjes, die een heel eind van ons eiland
vandaan woont en nu op Flakkee logeert, ge
zien heeft. Ik dacht, dat is aardig, nu gaan
onze nichtjes met elkaar al heel gezellig kennis
maken. Dat zal misschien in de vacantie nog
wel meer gebeuren. Jullie moeten het mij maar
allemaal vertellen als de vacantie voorbij is.
En dan heb ik nog een heel belangrijk be
richt. Vorige maal schreef ik, dat ik als va-
cantiewerkje opgaf het maken van een opstel
over de vacantie. Dat weten jullie allemaal wel,
en ik schreef er ook bij, dat de inzendingen
voor 23 Augustus ingezonden moeten zijn.
Maar nu schreef mij een nichtje, pas tegen
het eind van Augustus vacantie krijgt, en daar
om niet aan de vacantie-opstellen wedstrijd kan
deelnemen. En dat vond ze zoo jammer.
Nu, dat is ook jammer. En misschien zijn er
nog wel enkelen, wier vacantie wat laat begint.
Daarom zal ik er maar veertien dagen bijgeven.
De inzendingen voor het vacaatieopstel kun
nen nu tot 6 September worden ingezonden.
Ziezoo, nu kunnen allen zeker meedoen.
Allemaal heel veel groeten van jullie
TANTE TRUUS.
Teuntje T. te Goedereede. Als je het praatje
voor allemaal gelezen hebt, zul je wel zien,
dat ik het voor late vacantiegangers wat ver
anderd heb. Dat zul je wel prettig vinden. Ik
vind het verbazend aardig, dat jij Gretha ge
zien hebt. Aan het strand zullen er in de
vacantie wel meer van onze raadselfamilie ko
men. Kende je ze maar allemaal, hé Dat zou
aardig wezen. Als ik er kon, zou je mij dan
ook zien. Ik zal naar je uitkijken, hoor. 'k Vond
het echt prettig, dat ik een vacantiebrief van
jou kreeg. Daarom krijg jij nu een extra 1 an gén
brief terug.
DE MOEILIJKE LES.
XIII.
Wat zou Vader zeggen
Er kwam weer angst in Piet's hart.
Ja, wat zou Vader zeggen
Vader zou hem verwijten, dat door zijn schuld
Hansje nu wel had kunnen sterven.
Zou Vader eigenlijk nog wel met hem willen
praten
Hij verdiende 't eigenlijk niet. Hij verdiende
dat niemand meer naar hem zou omkijken.
Och, wat kwam het er eigenlijk op aan wat
er nu met hem gebeurde. Als Hansje maar in
leven bleef, niet sterven ging door zijn schuld.
Er kwam zoon groot verlangen in Piet om
bij Moeder te zijn. O, hij kon z'n eigen wel
dikwijls een groote jongéri vinden, maar nu
wilde hij weer als 'n heel klein kindje dicht
bij Moeder zijn, met z'n hoofd tegen Moeders
knie aan en dan alles vertellen.
Alles. Ook van zijn groote schuld. Dan van
z'n angst en verdriet.
Maar nu kan hij niet bij Moeder zijn. Moe
moest voortdurend voor broertje zorgen. Er
was voor hem geen tijd.
Jb en Dick drentelden maar wat heen en
weer. Dan de kamer uit en dan er in.
Kleine Dick begreep er toch nog niet alles
van. Hij was toch ook pas zes jaar. Hij wist
wel, dat Hansje gevallen was en nu ziek was,
maar van het groote gevaar waarin z'n broertje
verkeerde, begreep hij niet veel.
Jo wel.
Die was ook weer wat ouder. En Grootmoe
kreeg zoo'n medelijden met haar, toen ze tel
kens het betraande gezichtje zag.
Grootmoe dacht: ik zal wat te doen geven.
Dat is beter voor allebei. En Grootmoe pro
beerde maar wat opgewekt te spreken, hoewel
Grootmoe zelf toch nog erg verdrietig was.
„Hier Dick, ga jij van dezen blokkendoos
maar eens een fijn huis bouwen. Ik vind dit
huis lang niet mooi genoeg meer. Maar 't moet
groot wezen, hoor."
Dick was er al gauw voor klaar. Het duurde
niet lang of hij was weer heel verdiept in z'n
bouwplannen.
Doch Jo moest ook afleiding hebben.
„Zeg Jo, nu Moe het druk heeft met broer
te verzorgen, moest jij me maar eens wat helpen,
hoor.
Ja, ja, je kunt wel heel wat voor mij doen.
Wat kun jij alleen kopjes wasschen. Fijn
hoorDan brengen we samen alles in de
keuken, dan moet je alles maar eens alleen
afwasschen, ik kan dan prachtig hier de kamer
opruimen."
Jo vond het toch wel erg gewichtig, dat zij
dat nu alleen mocht doen en dapper ging ze
aan 't werk.
Grootmoe ging eerst heel, heel voorzichtig
nog eens in de ziekenkamer kijken.
Moeder zat heel stil bij Hansje's bed. En
Hansje lei ook heel stil, maar zag toch niet
meer zoo naar wit als eerst.
„Waar is Piet vroeg Moe zacht fluiste
rend.
„Ik ga nu naar hem toe, blijf jij maar stil
hier, hoor kind", antwoordde Grootmoe even
zacht.
Grootmoe had inderhaast iets van de toe
dracht van het ongeluk gehoord en aan Piet's
manier van doen had ze ook wel gemerkt, dat
hij schuld gevoelde, en Grootmoe voelde nu
wel hoe vreeselijk het nu voor Piet moest zijn,
daarvoor ging ze naar hem toe.
Ze vond Piet achter 't huis tegen den muur
geleund.
„Ben je niet nieuwsgierig jongen, hoe 't met
broertje is?"
Piet keek met verbaasde oogen Grootmoe
aan. Hij niet nieuwsgierig zijn hoe het met
Hansje was Hij zou er alles voor willen doen,
als hij bij Hansje mocht zijn.
Piet wilde antwoorden, maar hij kon niet,
want plotseling barstte hij in snikken uit.
„Grootmoe, het is allemaal even vreeselijk
door mijn schuld."
„Kom maar eens mee in het kleine zij
kamertje, kind, hier komen de knechten steeds
langs.
Zoo, hier is het stil, vertel m er maar eens
alles van. Ik zal je eerst maar vertellen, dat
dokter daarnet zei, dat
„Dat weet ik al. Grootmoe. Grootva liet
dokter uit en ik heb aldoor bij de deur gestaan,
of ik soms wat van broertje hoorde en toen
hoorde ik ook wat dokter zei tegen Grootva."
Hortend 'en stootend, tusschen 't snikken door,
was dit er toch uitgekomen hij Piet.
„Zoo, dus dat weet je al. Gelukkig, hé, is
't grootste gevaar voor 't oogerihlik voorbij.
Wij zullen bidden, dat de He-ere hem verder
sparen wil.
Maar vertel jij nu eerst eens alles wat je
er van weet."
„Het is heelemaal mijn. schuld. Ik had op
broertje moeten passen, maar ik liet het de
andere jongens maar doen'.'
Telkens door snikken onderbroken kwam dit
er uit.
Toen deze belijdenis van z'n groote schuld
van broertjes val gezegd was, ging hij kalmer
verder.
En Grootmoe luisterde maar.
(Wordt "vervolgd).