Gemeenteraad, ECDDomisch smmtzul V erkoopingen. Marktberichten. IfcT HOESJE TTiOOSe "V O "UVW SZtUD Voor de Vrouw. Voor de Jeugd. soms niet mogelijk is een geheel perceel voor voorhooi- of graswinning te bestemmen, doch wel bijv. een kleiner perceel indien dit aanwe zig geweest zou zijn. De beste oplossing geeft daarom een combi natie van 1 en 2 waarbij een doelmatige bewei ding gepaard gaat met een extra zomerbemes- ting; de betrekkelijk kleine perceelen worden dan in korten tijd geheel kaalgeweid, direct na het kaalweiden wordt eenige malen een stikstofbe mesting gegeven, zoodat na ongeveer drie a vier weken het inmiddels snel gegroeide, nieuwe, jonge gras weer voor hernieuwde beweiding geschikt is. Bovengenoemde 50 Kg. zuivere stikstof zou men kunnen geven, bij voorkeur in de goedkoopere vormen, dus als ongeveer 110 Kg. Ureum DASF, 250 Kg. Kalkammonsal- peter, 250 Kg. Zwavelzuren Ammoniak of 200 Kg. Leunasalpeter. Op tal van bedrijven is het op deze wijze mo gelijk het vee op kleiner oppervlakte te houden en het overblijvende deel door een krachtiger bemesting, te dwingen in 4 a 5 weken een flin ke snede gras op te leveren, die uitstekend ge schikt is om tot hooi bereid te worden of om bij ongunstige weersgesteldheid te worden inge kuild. De hooge voederprijzen in den komenden win ter mogen dus wel gevreesd worden, doch be hoeven nog niet noodzakelijkerwijs te word'en betaald ieder die tijdig zijn maatregelen neemt, kan erger voorkomen. De eerste gunstige erva ringen met een goede beweiding en een zomer- bemesting met stikstofmest zijn reeds voor lan gen tijd opgedaan, het komt er slechts op aan van deze ervaringen profijt te trekken en de vereischte maatregelen op de juiste wijze en op groote schaal toe te passen het resultaat zal niet op zich laten wachten en met méér voeder gaat men den winter tegemoet. (Waar hierboven geschreven werd over een extra stikstofbemesting in den zomer, spreekt het wel vanzelf, dat hier tijdig voldoende fos- forzuur en kali gegeven moet zijn. Waar dit niet het geval is, doet men beter de zomerbe- mesting te vervangen door ongeveer 300 Kg. Nitrophoskazuur en kali, gelijktijdig gegeven worden, waardoor de uitwerking der in Nitro- phoska gegeven stikstof verzekerd is.) BEMESTING VAN GRASLAND IN DEN ZOMER. De ervaring heeft geleerd, dat de natuurlijke grasgroei op hooi- en weiland in den zomer sterk afneemt, dat op een overvloed van gras in het voorjaar dikwijls voedselgebrek volgt in de latere daarop volgende maanden. Door in het voorjaar een deel van het wei land vroeg te maaien en wel zoodanig dat de verschillende perceelen achtereenvolgens voor beweiding vrijkomen kan men eenigszins dit verschil in de beschikbare hoeveelheid voedsel verminderen. Meer echter door het hooi of wei land gedurén'de den geheelen zomer telkens weer met stikstof te bemesten, zoodat het gras steeds weer tot nieuwen groei wordt aangezet. Die herhaalde bemesting met- stikstof moet in den vorm van een gemakkelijk opneembare kunst- meststof gegeven worden. En dan denken wij in de eerste plaats aan zwavelzuren ammoni ak, kalkammonsalpeter, leunasalpeter en ureum. Deze meststoffen kunnen een vluggen nagroei op hooi- en weiland geven. Ze bevorderen den groei der beste grassen, onderdrukken daar door onkruiden en minderwaardige grassen. De stikstofmeststoffen zetten het gras op hooi- en weiland tot een sterkeren wortelvor ming aan, bevorderen een dichte zode en be schutten daardoor den grond tegen uitdroging. Ze verdrijven harde grassen, grassen die weinig opleveren en onkruiden en verbeterd daardoor de graszode. Bij tijdig gebruik krijgt men hier een eiwitrijk voeder, dat minder ruwvezel be vat. De hoeveelheden welke men te geven heeft zijn de volgende. Op weiland n den loop van den zomer 200 a 250 K.G. zwavelzuren am moniak of kalamonsalpeter of evenveel stikstof in een der andere stikstofmeststoffen steeds di rect na het afweiden. Op hooiland, na de eerste snede ongeveer twee derde van bovengenoemde hoeveelheid, in één gift direct na het inhalen of na het op ruiters zetten van het hooi. Hier door kan de naweide vlugger en langer door het vee gebruikt worden. Voor het winnen van een snede gras. Wanneer men in den zomer of herfst nog een snede gras wil winnen: 300 K.G. a 400 K.G. zwavelzuren ammoniak of kalkamonsalpeter of evenveel stikstof in een der andere stikstofmeststoffen, direct nadat het perceel vrijgekomen is. De uitgaven voor stikstofmeststoffen komen in het weidebedrijf buitengewoon snel terug, daar reeds ongeveer een maand na de beweiding de hooge en gelijkmatige opbrengsten aan gras, van de beste kwaliteit, door het vee in grootere hoeveelheid melk worden omgezethet geld, dat voor de meststoffen is uitgegeven, komt daarom snel en rentegevend terug. Het kaal ge weide grasland groeit na een bemesting met bovengenoemde stikstofmeststoffen spoedig weer aan, zoodat men het vee vaak kan omweiden en steeds jong, eiwitrijk gras beschikbaar is. Om van dit waardevolle groenvoer, en daarmee van de stikstofbemesting met meeste te kunnen profiteeren, moet m'en het jonge, voedselrijke gras eerst door de meestgevende melkkoeien laten beweiden, om na eenige dagen de minder gevende melkkoeien te laten volgen. Droog staande koeien en jongvee, en zoonoodig de veulens en paarden weiden dan de rest van het nog aanwezige gras af. Bijzondere beteekenis heeft e'en stikstofbe mesting, volgens de bovenaangegeven sterkte, voor die landbouwers, die een gebrek aan hooi voor den winter hebben door de groote hoe veelheden gras, die na stikstofbemesting verkre gen worden, is het dikwijls heel goed mogelijk enkele perceelen weiland in den voorzomer voor hooiwinning te gebruiken, welke zonder een bemesting met stikstof zeker voor beweiding gebruikt zouden moeten worden. Ook in den door de Directie van d'en Land bouw op 14 Juni geplubiceerden stand der land bouwgewassen, wordt medegedeeld, dat er een groot verschil bestaat ten gunste van het gras land dat doelmatig met gier of kunstmest be mest is, tegenover land dat onbemest gebleven is of slechts stalmest heeft ontvangen. Vergadering van den Raad der gemeente OOLTGENSPLAAT op Woensdag 31 Juli, ten half vier (zomertijd). Present alle leden, behalve de heer De Vos, die zonder kennisgeving afwezig is. De Voorzitter, burgemeester Donkersloot, opent de vergadering met gebed en spreekt daarna een welkomstwoord. Hierna worden door den Secretaris de no tulen der vorige vergadering gelezen en door den Raad onveranderd vastgesteld. Ingekomen is een schrijven van de „Mabeg", dat een winst is gemaakt van 1938. Over November en December 1928 was dit 1249.70. Over 1928 was een tekort aan de gasfabriek Oude Tonge van 765.14)4. Over de maanden Januari en Februari 1929 een winst van 173.45. Aan den Keuringsdienst van Waren te Dor drecht is over 1928 betaald 475.18; terug zal ontvangen worden 38.16. Schrijven van Ged. Staten, waarbij de be grooting over 1929 is goedgekeurd. Schrijven van Ged. Staten, waarbij het Raads besluit van 27 Febr. en 27 Maart wordt goed gekeurd. Schrijven van Ged. Staten, waarbij over 1928 een uitkeering aan de gemeente wordt gedaan van 6280.32. Schrijven van Ged. Staten, vermeldende het eervol ontslag van Dr. Snijders de Vogel als lid der Gezondheidscommissie en de benoeming van Dr. P. Boot te Dirksland. De VOORZITTER deelt mede, dat een fir ma een demonstratie heeft gegeven met een brandbluschapparaat, om een begin van een klein brandje te blusschen. Het werkt uitstekend. Ds prijs is 27.— voor een 6 L. inhoud en 35.voor een 9 L. inhoud. B. en W. willen voor de scholen en het gemeentehuis een ap paraat aanschaffen. De heer VAN ES vindt de demonstratie prachtig, doch vindt den prijs te gering om degelijk te wezen. Spr. vraagt hoe de firma bekend is. De heer DORSMAN is er tegen. De VOORZITTER belooft nog eens goed te zullen informeeren. Hierna wordt met 9 stemm'en voor en de stem van den heer Dorsman tegen besloten 5 a 6 stuks aan te schaffen. J. Rommelse vraagt ontheffing van de hon denbelasting. Hierop wordt afwijzend beschikt. Voortaan is men over een vol jaar gelijk aan geslagen. W. Duim vraagt een schuurtje te mogen bouwen. B. en W. hadden afwijzend beschikt, doch hij doet nu een beroep op den Raad. De VOORZITTER zou Duim wel ter wille willen zijn, maar het ontsiert alles rond het Kerkhof. Spr. wil het daarom niet toestaan. De heeren DORSMAN 'eri VAN GURP wil len het toestaan. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 7 tegen 3 stemmen. B. en W. stellen voor het besluit van 7 Febr. in te trekken betreffende het heffen van keur- loonen. Een bespreking heeft plaats gehad met Oude Tonge en Den Bommel. Eerstgenoemde gemeente wil de huur van het gebouw terug brengen van 450 op 250. Het keurloon wordt voorgesteld voor een rund 6.— en voor een varken 2.—. De heer. VAN GURP wil een plaatselijk vleeschkeuringsbedrjjf. De VOORZITTER zegt, dat het onmogelijk kan voor een gemeente afzonderlijk. Een hulp keurmeester mag niet aangesteld worden en vele wettelijke voorschriften maken, dat het een groote schadepost voor de gemeente wordt. Spr. is met den heer van Gurp e'ens, dat er anders wel wat voor te zeggen zou zijn om hier een eigen vleeschkeuringsbedrijf te stichten. Het voorstel van B .en W. wordt hierna met algemeene stemmen aangenomen. Komt in behandeling de driejaarlijksche af rekening met de bijzondere scholen. Nadat de cijfers over de 3 laatste jaren van de openbare school zijn voorgelezen en het bedrag wat de bijzondere scholen hebben ontvangen, blijkt, dat aan deze scholen niets meer betaald behoeft te worden en geen afrekening meer behoeft plaats te hebben. De VOORZITTER deelt mede, dat de school in Achthuizen gegund is aan W. van der Welle te Stad aan 't Haringvliet voor 30.595.—. Het schoolplein, dat geheel van tegels gemaakt wordt, neemt het schoolbestuur voor eigen re kening. De schoolkosten met meubilair én ver dere benoodigdheden kosten ongeveer 44000, dus 1000 minder dan het toegestane bedrag. Thans wordt gevraagd een post van 2500 voor centrale verwarming, dan behoeft de ge meente geen brandstoffen meer beschikbaar te stellen voor kachels, enz. Wordt met algemeene stemmen aangenomen. De instructie van den gemeente-ontvanger wordt gewijzigd, zoodat voortaan de Goede Vrijdag met Zon -en feestdagen gelijk gestéld wordt. In de wijze van betaling wordt in som mige gevallen verandering gebracht. Wordt goedgevonden. Komt in behandeling het bestraten en plaatsen van een muur aan den Slikdijk. Volgens de Dijkring moet het alzoo gebeuren. Het toege stane bedrag op de begrooting moet hierdoor verhoogd worden. Wordt met algemeene stem men goedgevonden. Af- en overschrijvingen over 1928 worden goedgevonden. De commissie tot nazien der gemeentereke ning brengt bij monde van den heer Brinkman verslag uit en verklaart deze in orde te hebben bevonden. De ontvangsten bedragen 149.110.41, uit gaven 140.663.85)4; goed slot 8.446.5534- Kapitaaldienst. Ontvangsten 20.837.64)/!, uitgaven 19.539.69J4; goed slot 1297.95. Ook de rekening der Bewaarschhool is in orde bevonden. Ontvangsten 2865.49, uit gaven 2847.20; goed slot 18.20. De rekening van het Armbestuur is in orde bevonden. Ontvangsten 16.880.47, uitgaven 16.150.71; goed slot '730.39. De Commissie stelt voor deze rekeningen aldus voorloopig vast te stellen. Hiertoe wordt met algemeene stemmen be sloten. In de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs (vacature W. Korteweg Mz.) wordt uit de door de commissie gemaakte voordracht met meerderheid van stemmen gekozen de heer J. A. van Nieuwénhuijzen Jz. Bij B. en W. is nog ingekomen een verzoek van C. van Maastricht om verhooging van salaris als chauffeur aan de motorbrandspuit. Daar het verzoek echter te laat is ingekomen, zal het in de volgende vergadering in behan deling komen. De heer BRINKMAN vraagt bij de beproe ving der motorspuit beter politietoezicht. De VOORZITTER zegt het toe. De heer BRINKMAN verzoekt ook, dat de brandmeesters en buizenschroevers beter pre sent zullen zijn. De VOORZITTER geeft hierover inlich tingen. De heer VERMAAS bespreekt voor de zoo- veelste maal de onderberm aan de Langstraat. De VOORZITTER zal in deze moeilijke kwestie alles doen wat hij kan. Hierna geheime zitting. Na heropening verlangt niemand het woord en sluit de Voorzitter de vergadering. De bedrijvigheid op de Amsterdamsche effec tenbeurs wordt er den laatsten tijd niet grooter op en de vacantietijd is daaraan niet geheel vreemd. Het publiek betoont zich uiterst terug houdend en gedeeltelijk moet dit worden toege schreven aan het teleurstellende koersverloop van verschillende fondsen, waarvan wij in de al lereerste plaats aandeelen Küchenmeister noe men. Ondanks alle berichten omtrent de klank filmindustrie, de onderhandelingen en de tegen stellingen tusschen de verschillende belangen, weet men niet goed, waaraan zich te houden, en die onzekerheid heeft er toe geleid, dat het publiek tot verkoopen overgaat. Ook de kunst- zijde-aandeelen hebben geen aangename markt, 'en zoo zijn bijv. aandeelen Enka in 5 weken tijds 100 teruggegaan. Vrij druk ging het toe in de afdeeling suiker- waarden, die zeer vast in de markt liggen. De suikerprijzen zijn aanzienlijk gestegen, waaneer men die vergelijkt met de prijzen van eenigen tijd geleden. De vooruitzichten worden beter beoordeeld, terwijl de VISP belangrijke partijen heeft verkocht en tegelijkertijd kans heeft gezien haar prijzen te verhoogen. Met betrekking tot de suikerwaarden werd dit in gunstigen zin geïn terpreteerd, 'en diverse soorten behaalden dan ook een belangrijke koerswinst. Voor rubberwaarden was de belangstelling sterk gekoeld en daarbij werden slechts geringe koersvariaties meegemaakt. In breeden kring wordt de toekomst van de rubbermarkt weer wat beter beoordeeld en hiervoor bestaan dan ook wel redenen, alhoewel de rubberprijzen nog niet hoog zijn te noemen. De diverse jaarver slagen van onze rubber-maatschappijen hebben echter over het algemeen een goeden indruk gemaakt en de dividenduitkeeringen zijn bevre digend. Van d'en handel in tabakken is niet veel meer overgebleven, en alhoewel de algemeene ten- denz niet slecht is, bewogen die zich op onre gelmatige wijze. De scheepvaartmarkt was stil. Het verloop van de vrachtenmarkt is in de eerste helft van dit jaar veel gunstiger geweest dan in dezelfde periode van verleden jaar. Een aandeel dat aan dacht verdient is de Koninklijke Ned. Stoom boot-Maatschappij. Het eerste halfjaar is weer beter dan dat van verleden jaar, zoodat indien zich geen bijzondere dingen voordoen, over 1929 op een hoogere uitkeering kan worden gerekend. Een zeer geanimeerde handel ontwikkelde zich op de Amerikaansche afdeeling, in het bijzonder Milwaukee's, Bethlehem Steel en Cities Service werden door het publiek gekocht. Vooral dit laatste fonds heeft een mooie rijzing achter den rug (van 30 dollar tot 46 dollar). Ook de ver schillende public-utulity-waarden, Central States Electric, North American, Ass. Gas enz. wer den ruim verhandeld. De verschillende introduc ties vinden nog steeds een goed onthaal, hetgeen geen verwondering behoeft te wekken, omdat de algemeene toestand en het bedrijfsleven in de Vereenigde Staten reden tot tevredenheid geven. Wij hebben in een van onze laatste overzichten gewezen op de mérites van aandeelen Bethle hem Steel, welke aandeelen belangrijk zijn op- geloopen. Verder wezen wij op de spoorweg- aandeelen Chicago Milwaukee. De meeste spoorwegaandeelen kunnen wij in de belangstel ling aanbevelen. Het goederenvervoer is in de eerste helft van dit jaar zeer groot geweest, en in verband met den oogst welke vervoerd moet worden, is er een zeer groote kans, en dit is feitelijk wel zeker, dat de ontvangsten belang rijk hooger zullen zijn dan in de eerste helft van 1929. De spoorwegmaatschappijen trekken profijt van de geweldige activiteit in de auto mobielindustrie, daar dit een van de grootste bevrachters is. Het intense zakenleven aan de overzijde van den Oceaan weerspiegelt zich mede in de cijfers, die worden gepubliceerd door de openbare nutsbedrijven. De levering van stroom is grooter dan ooit te voren, en alles wijst er op, dat het verbruik nog zal toenemen. Vandaar dat ook deze waarden zoo gezocht zijn. Tenslotte kan als bewijs van dpn voor spoed in de Ver. Staten nog gelden het feit, dat de posten voor de verzekerings-maatschappijen afsloten, veel grooter zijn, dan gewoonlijk. Wij raden daarom aan de Amerikaansche geldmarkt te volgen. Vrijdag 2 Augustus 1929 des avonds 7 uur (zomertijd) in het logement van dhr. I. de Witte te Nieuwe Tonge, veiling, en Vrijdag 9 Augustus 1929 des avonds 7 uur (zomertijd) in het logement van dhr. L. Osseweijer te Nieuwe Tonge afslag van: Een huis A. 57 met erf en bouwland aan de Jan O verdorp» straat, in Noordland, te Nieuwe Tonge, kad. Sectie A. Dommer 1902 groot 24 A. 31 cA. of 159 Roeden V. maat, in gebruik geweest bij J. C. Verolme Jzn. Notaris VAN ISPELEN Op Woensdag 7 Augustus 1929 bij veiling en op Woensdag 14 Augustus 1929 bij afslag, beide dagen 's avonds 7.30 uur (z.t.) te Mid» delharnis in Hotel Meijer, vanEen huis met werkplaats (waarin Borstelfabriek) erf en grond te Middelhamis aan de Nieuwstraat en uit* komend aan het Kerkepad, kad. sectie B no. 2574, 2575, te samen groot 2 aren. Toebehoo» rende aan Jb. v. Sliedrecht Jr. te Middelhamis. Notaris VAN DER SLUYS. Te Koop een Woon» en Winkelhuis met Brood» en Kleingoedbakkerij te Stad aan 't Haringvliet. Inlichtingen te bekomen bij den Heer Jan van Soest Hz. te Stellendam en ten kantore van Notaris VAN BU UREN te Middelhamis. Centrale Velling te Mlddelharnia. Veiling van Woensdag 31 Juli 1929. Bloemkool le soort f 21—24,40 per lOOstuks. idem 2e soort f 16.70—20. idem 3e soort f 13—17. idem 4e soort f 6.20—10. Komkommers f 5,70—9.50. Andijvie f 3.70 per 100 krop. Peen -f 8,70 per 100 bos. Kroten f 3.70—4.40. Postelein f 7.70—9.50 per 100 K.G. Dubbele princessen f 10.20—15. Enkele princessen f 16.40—17.90. Stoksnijboonen f 22—28. Stamsnijboonen f 14.20—17. Wagenaars f 9—10. Augurken f 3—35. Yellow Transparant f 21—36.40. West Friesche peren f 17.70. Kruisbessen f 18—21.40. Blauwputten f 3—4.80. Eigenheimers f 2.20—2,80. Vroege Bonte f 3.70 Poters (landgewas) f 1,30—1.70. Tomaten f 6.40 Roode bessen f 15.10—18 per 100 pond. Framboos f 22—24. Druiven f 0.48—0,56 per pond. Morellen f 0.30. Kaas (volvet) f 0.50. Boter f 1.03 Aardappelveiling te Oude Tonge. Veiling van Dinsdag 30 Juli 1929. Eigenheimers f 2.80—3.40 per 100 K.G. Blauwe Eigenheimers f 3,—. Schoolmeesters f 3.05. Poters f 1,—. Aanvoer 50.000 K.G. In het blad „Onze Kinderen" trof me een fijn stukje over „Het dreigen". Het is zoo maar naar het leven geteekend, dat zal ik dadelijk in een paar gedeelten van 't artikel laten zien „Dreigen" is in de opvoeding bij velen een alledaagsch artikel. Het is schering en inslag, en soms als je er eens op let, moet je er werkelijk om lachen om al die dwaze dreigementen. Als je 't hoort moet je er wel om lachen en toch is het inder daad eigenlijk treurig, dat groote menschen die dingen zegden' en er bij kinderen zooveel mee bederven. 'k Herinner me nog levendig, hoe vroeger onzen paedogogiek leeraar, die zoo meesterlijk en geestig ons les kon geven, vaak zei: „Men schen, als je leven je lief is, begin in school dan nooit met dreigen". Hij zei het op de hem eigen typische manier, maar hij zorgde wel, dat we hem begrepen. Doch dat geldt wezenlijk niet alleen voor de school, maar ook voor 't gezinsleven. Als 't kan, dreig bijna nooit, en als het noodig is, doe het dan niet met een straf, die men niet kan opleggen. Zoo zat ik onlangs in d'en trein, met een dame en een paar kinderen; één wilde maar niet rustig zijn. Eerst een paar gewone dreigementen, ik zal je klappen geven, (nu dat kan nog, als het dan ook maar gedaan werd), en toen met een boos gezicht van de moeder; „Nou heel stil zitten, anders gooi ik je uit den trein." De toestand moet ernstig zijn, maar ik kon het lachen niet laten. Wie zegt er ook zulken onzin, 't Kind was verstandiger dan de moe der, ging z'n eigen gang. Kinderen zijn wel is waar kinderen, maar hebben in den regel toch een flinke dosis ge zond verstand, en ze weten maar al te gauw de juiste waarde van al die groote woorden te bepalen enze gaan hun eigen gang. De schrijver van het artikel in „Onze Kin deren" wijst er op, hoe we wel kunnen dreigen en zegt ook, hoe we het niet moeten doen. Ik hoorde dezer dagen een bedreiging, die effect had en in hooge mate pleit voor de opvoedster. „Moeder zal boos op je moeten wezen", klonk het zacht doch met nadruk. En dat was voldoende. Daar neem ik mijn hoed voor af. Dat is naar het model, „dat u op den Berg getoond wordt". Dat kan al leen bestaan, wanneer er een „echte" ver houding is tusschen Vader en Moeder en kind. Op een school voor B.L.O., waar de gees telijk minder bedeelde kinderen zoo kostelijk worden behandeld, hoorde ik de juffrouw tot een zéér, zéér moeilijk kind zeggen: „Als je dat niet laat, moet de Juffrouw je boos aan zien". En 't ontroerde me, met een soort medelijden zoekenden blik te hooren ant woorden: „Neen, Juf, dat nietEn de ge hoorzaamheid was bereikt. Maar, helaaszoo is Vader niet altijd, en Moeder ook niet, en de Juffrouw niet, en de Onderwijzer niet, en 't kind ook niet. Laten we er met ernst naar streven, ook in onze eigen verhouding tegenover God want daar ligt toch het begin van alle kracht in dezen. Maar de dagelijksche practijk grijpt zoo gauw naar andere bedreigingen 'en dus straffen. Men zoeke daarbij steeds oordeelkundig te werk te gaan, wat haast en drift reeds als van zelf uitsluit. Het dreigen met naar school gaan is wel wat uit den tijd, (was dat altijd maar waar), nu de school geen schrikbeeld meer is, maar door de kinderen onderling wordt geschouwd als in den regel een goed plekje. De ont wikkeling van het Bewaarschoolonderwijs heeft hier veel goeds gewerkt. Maar toch is dit nog niet geheel voorbij. Is dreigen met den dokter, met de politie, met naar bed gestuurd worden, met het toe dienen van geneesmiddelen, met denkbeeldige, angstaanjagende wezens is al dat dreigen verstandig te noemen En dan de uitgestelde dreiging, of liever de dreiging met uitgestelde gevolgen 1 Om half tien 's morgens voorspelt Moeder een geduchte straf van Vader, wanneer die thuis komt. Maar wat weten Moeder en kind beidén nog van het morsen met water, als Vader om zes uur met uitgestoken armen wordt verwelkomd Glad vergeten 1 Maar morgen, als die bedreiging weer terugkeert, wat heeft ze dan voor waarde Een nega tieve, want het zijn ijdele woorden geweest, en de kleine opvoedeling weet dat, terwijl de stille gevolgen niet uitblijven. Er is in al het bovengenoemde iets on natuurlijks, en de straf, dus ook de dreiging, moeten een zoo natuurlijk mogelijk karakter dragen. „Als je niet zindelijker op je jurkje bent, krijg je slaag van medat is zeer onnatuurlijk. Er zou moeten volgen: „dan moet je de heele week maar met een vuil jurkje loopen", of: „dan kan je niet met me gaan wandelen, want dan zou ik me schamen voor je". Doch hier botst dikwijls het van zelfsprekend gevolg van de moederlijke zwak heid en ijdelheid. Is het speelgoed vernield, dan kan men voor straf den kleinen boosdoener naar bed sturen en morgen nieuw speelgoed aanbren gen, „omdat ze toch wat te doen moeten heb ben", heet het soms maar dat is niet de aangewezen weg. Ze laten omtobben met de stukken, tot er weer een verjaardag komt, en ze zoo de gevolgen laten ervaren, die ze in 't latere leven ook hebben te wachten, dat lijkt me heel wat gezonder methode. M'n beste nichtjes en neefjes Vorige week schreef ik jullie als ik zelf op reis ga, zie ik wellicht nog enkele nichtjes en neefjes van raadselfamilie Nu b'en ik zelf nog niet op reis gegaan, ik heb er dus nog geen kans voor gehad. Maar nu kreeg ik van de week van een van onze nichtjes nog een echt gezellig briefje, en daarin vertelde ze mij, dat zij een van onze raadselnichtjes, die een heel eind van ons eiland vandaan woont en nu op Flakkee logeert, ge zien heeft. Ik dacht, dat is aardig, nu gaan onze nichtjes met elkaar al heel gezellig kennis maken. Dat zal misschien in de vacantie nog wel meer gebeuren. Jullie moeten het mij maar allemaal vertellen als de vacantie voorbij is. En dan heb ik nog een heel belangrijk be richt. Vorige maal schreef ik, dat ik als va- cantiewerkje opgaf het maken van een opstel over de vacantie. Dat weten jullie allemaal wel, en ik schreef er ook bij, dat de inzendingen voor 23 Augustus ingezonden moeten zijn. Maar nu schreef mij een nichtje, pas tegen het eind van Augustus vacantie krijgt, en daar om niet aan de vacantie-opstellen wedstrijd kan deelnemen. En dat vond ze zoo jammer. Nu, dat is ook jammer. En misschien zijn er nog wel enkelen, wier vacantie wat laat begint. Daarom zal ik er maar veertien dagen bijgeven. De inzendingen voor het vacaatieopstel kun nen nu tot 6 September worden ingezonden. Ziezoo, nu kunnen allen zeker meedoen. Allemaal heel veel groeten van jullie TANTE TRUUS. Teuntje T. te Goedereede. Als je het praatje voor allemaal gelezen hebt, zul je wel zien, dat ik het voor late vacantiegangers wat ver anderd heb. Dat zul je wel prettig vinden. Ik vind het verbazend aardig, dat jij Gretha ge zien hebt. Aan het strand zullen er in de vacantie wel meer van onze raadselfamilie ko men. Kende je ze maar allemaal, hé Dat zou aardig wezen. Als ik er kon, zou je mij dan ook zien. Ik zal naar je uitkijken, hoor. 'k Vond het echt prettig, dat ik een vacantiebrief van jou kreeg. Daarom krijg jij nu een extra 1 an gén brief terug. DE MOEILIJKE LES. XIII. Wat zou Vader zeggen Er kwam weer angst in Piet's hart. Ja, wat zou Vader zeggen Vader zou hem verwijten, dat door zijn schuld Hansje nu wel had kunnen sterven. Zou Vader eigenlijk nog wel met hem willen praten Hij verdiende 't eigenlijk niet. Hij verdiende dat niemand meer naar hem zou omkijken. Och, wat kwam het er eigenlijk op aan wat er nu met hem gebeurde. Als Hansje maar in leven bleef, niet sterven ging door zijn schuld. Er kwam zoon groot verlangen in Piet om bij Moeder te zijn. O, hij kon z'n eigen wel dikwijls een groote jongéri vinden, maar nu wilde hij weer als 'n heel klein kindje dicht bij Moeder zijn, met z'n hoofd tegen Moeders knie aan en dan alles vertellen. Alles. Ook van zijn groote schuld. Dan van z'n angst en verdriet. Maar nu kan hij niet bij Moeder zijn. Moe moest voortdurend voor broertje zorgen. Er was voor hem geen tijd. Jb en Dick drentelden maar wat heen en weer. Dan de kamer uit en dan er in. Kleine Dick begreep er toch nog niet alles van. Hij was toch ook pas zes jaar. Hij wist wel, dat Hansje gevallen was en nu ziek was, maar van het groote gevaar waarin z'n broertje verkeerde, begreep hij niet veel. Jo wel. Die was ook weer wat ouder. En Grootmoe kreeg zoo'n medelijden met haar, toen ze tel kens het betraande gezichtje zag. Grootmoe dacht: ik zal wat te doen geven. Dat is beter voor allebei. En Grootmoe pro beerde maar wat opgewekt te spreken, hoewel Grootmoe zelf toch nog erg verdrietig was. „Hier Dick, ga jij van dezen blokkendoos maar eens een fijn huis bouwen. Ik vind dit huis lang niet mooi genoeg meer. Maar 't moet groot wezen, hoor." Dick was er al gauw voor klaar. Het duurde niet lang of hij was weer heel verdiept in z'n bouwplannen. Doch Jo moest ook afleiding hebben. „Zeg Jo, nu Moe het druk heeft met broer te verzorgen, moest jij me maar eens wat helpen, hoor. Ja, ja, je kunt wel heel wat voor mij doen. Wat kun jij alleen kopjes wasschen. Fijn hoorDan brengen we samen alles in de keuken, dan moet je alles maar eens alleen afwasschen, ik kan dan prachtig hier de kamer opruimen." Jo vond het toch wel erg gewichtig, dat zij dat nu alleen mocht doen en dapper ging ze aan 't werk. Grootmoe ging eerst heel, heel voorzichtig nog eens in de ziekenkamer kijken. Moeder zat heel stil bij Hansje's bed. En Hansje lei ook heel stil, maar zag toch niet meer zoo naar wit als eerst. „Waar is Piet vroeg Moe zacht fluiste rend. „Ik ga nu naar hem toe, blijf jij maar stil hier, hoor kind", antwoordde Grootmoe even zacht. Grootmoe had inderhaast iets van de toe dracht van het ongeluk gehoord en aan Piet's manier van doen had ze ook wel gemerkt, dat hij schuld gevoelde, en Grootmoe voelde nu wel hoe vreeselijk het nu voor Piet moest zijn, daarvoor ging ze naar hem toe. Ze vond Piet achter 't huis tegen den muur geleund. „Ben je niet nieuwsgierig jongen, hoe 't met broertje is?" Piet keek met verbaasde oogen Grootmoe aan. Hij niet nieuwsgierig zijn hoe het met Hansje was Hij zou er alles voor willen doen, als hij bij Hansje mocht zijn. Piet wilde antwoorden, maar hij kon niet, want plotseling barstte hij in snikken uit. „Grootmoe, het is allemaal even vreeselijk door mijn schuld." „Kom maar eens mee in het kleine zij kamertje, kind, hier komen de knechten steeds langs. Zoo, hier is het stil, vertel m er maar eens alles van. Ik zal je eerst maar vertellen, dat dokter daarnet zei, dat „Dat weet ik al. Grootmoe. Grootva liet dokter uit en ik heb aldoor bij de deur gestaan, of ik soms wat van broertje hoorde en toen hoorde ik ook wat dokter zei tegen Grootva." Hortend 'en stootend, tusschen 't snikken door, was dit er toch uitgekomen hij Piet. „Zoo, dus dat weet je al. Gelukkig, hé, is 't grootste gevaar voor 't oogerihlik voorbij. Wij zullen bidden, dat de He-ere hem verder sparen wil. Maar vertel jij nu eerst eens alles wat je er van weet." „Het is heelemaal mijn. schuld. Ik had op broertje moeten passen, maar ik liet het de andere jongens maar doen'.' Telkens door snikken onderbroken kwam dit er uit. Toen deze belijdenis van z'n groote schuld van broertjes val gezegd was, ging hij kalmer verder. En Grootmoe luisterde maar. (Wordt "vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 2