JES AT ïifl Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. ill daden Antirevolutionair IN HOC SIGNO VINCES m rose I Zonen gen 13.- No. 3560 ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1929 44STE JAARGANG sdijk otlerdam oord EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. ^1^ IE* R n bieden vat n.l. een droog, dus pCt. pCt. pCt. pCt. zakken, per netto ïge. NDEL. e adres BOEDER Fa. W. BOEKHOVENéZONEM Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht. cholen. ode eren verbe- undvee kee e stier in III harnis ovelen die ons hun chten. Wi] ten Huis- jken prijs, me keuze. /37,-. Samenwerking en Parlementair-stelsel. De u/ctre r co her eisch t Land- en Tuinbouw. 31656 h Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ARO MNFMFNTSPRIIS per drie maanden franco per post f 1.- bl vooruitbetaling. BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEEFSTER SOMMELSDIJK Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST A AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z| beslaan. Advertentlën worden ingewacht tot DÉNSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. DE GOE. VLLE LAKKEE sust .NIS BRUINE d CARBO. zoowel pei^ VRPALEN, TERS. uur. N te dragen snvrerk apotheker arme voeten Aiddelharnis Té afstamming mmelsdijk. de district* remie f 50. ÏSTUUR Wij hebben in de voorgaande arti- kelen gezien, dat de Antirev. Partij van beginne af aan bereid geweest is tot samenwerking en dat Groen van Prinster er op de samenwerking van antirevolutionairen en Roomsch-Katho lieken 'in de staatkunde heeft aange drongen. Vervolgens zagen we welke punten van overeenstemming de Anti rev. Partij en de Roomsch-Katholieke Staatspartij in hun programs hebben, en dat deze overeenstemming een gemeen- schappelijken strijd voor het behoud der Christelijke grondslagen van ons "H volksleven mogelijk maakt. Mits die samenwerking maar niet gaat ten koste der zelfstandigheid on zer partij, is er tegen coalitie geen enkel steekhoudend bezwaar. Duidelijk en onweerlegbaar heeft Dr.' Kuyper in een zijner Deputaten- redevoeringen het gezegd: „Voor ons staat de zaak dan ook eenvoudig zoo: „Sluit gij de.Roomschen buiten de he- dendaagsche Christenheid, dan is de Protestantsche geloovige Christenheid met handen en voeten gebonden, en voor altoos aan de ongeloovige meer derheid overgeleverd, en wordt alle verzet tegen het Revolutiebeginsel doelloos. Wilt ge daarentegen den strijd voor den Christelijken grondslag van ons staatsleven met hoop op zege praal aanbinden, zij het u dan een oor zaak van bemoediging, dat de Room- schen u in dit Christelijk bedoelen nog - krachtdadig steunen kunnen." „Slechts één standpunt kan hier het oprechte zijn. Als trouwe Calvinisten, op kerke lijk en leerstellig gebied u tegen Rome teweer te stellen, maar in den burger staat met hun steun wel terdege reke ning houden, zoo dikwijls ze voor uw Christelijke school en voor den Chris telijken grondslag van den staat bereid zijn met u op te komen." Onverzwakt stond de Antirevolutio naire Partij van meetaf op dit stand punt, dat zij van Groen van Prinsterer heeft overgenomen. En slechts op dit standpunt is het mogelijk in de staatkunde eenigen in vloed te hebben. Men kan wel heel vroom zeggen „God is machtig om toch op andere wijze te helpen; wij behoeven niet te rekenen, dat is zondig", doch dat is een standpunt, dat in zich zelf veroor deeld wordt. God bindt Zich in Zijn souvereinen wil aan middelen. Er is dan ook geen mensch, die dit standpunt in het natuurlijke leven aanvaardt. Zonder berekeningen en zonder over leg komt geen mensch door het leven, en ook in het staatkundige leven wordt door die menschen, die zeggen „geen vleesch tot hun arm te willen stellen", o zooveel berekent om tot een ge- wenschten uitslag te komen. Wij keu ren dat niet af, maar wijzen er slechts op om te laten zien, dat in de praktijk geen mensch dat lijdelijke standpunt handhaaft. Nu is het in de staatkunde noodig, dat er overleg is tusschen geestverwan te partijen. Zonder dat kan het parle mentaire stelsel niet werken. De Grondwet zegt in een harer ar tikelen, dat handelt over de Macht des Konings: „De Koning is onschendbaar: de Ministers zijn verantwoordelijk." Wij hebben hier het gewichtige grond wetsartikel, dat de Ministerieele ver antwoordelijkheid in werking stelt. In een later artikel wordt dat nog verder uitgewerkt, waar we lezen „Hunne (n.l de minsters) verantwoordelijkheid wordt door de wet geregeld." Onze Grondwet eischt dus voor ons land de Ministerieele verantwoorde lijkheid. Maar zal deze goed kunnen functio- neeren, dan is het noodzakelijk, dat er is een parlement met een homogene meerderheid in de hoofdbeginselen van het staatkundig beleid. Want als men iemand verantwoordelijk stelt, dan moet er ook iemand zijn aan wien deze verantwoording schuldig is Dat is in dit geval de beide Kamers der Staten-Ge- neraal. Nu spreekt de wet op de Mi nisterieele Verantwoordelijkheid (van 1855) wel over de verantwoordelijk heid van Ministers ten aanzien van handelingen, die in rechte vervolgbaar zijn en het spreekt vanzelf, dat in dit opzicht de Staten-Generaal altijd com petent zijn om deze verantwoordelijk heid in werking te brengen. Maar juist deze verantwoordelijkheid is een ding dat practisch zelden of nooit voorkomt. In ons land staat het politieke leven daarvoor gelukkig te hoog. Een enkele maal is het voorgekomen, dat men getracht heeft een Minister of een ex- Minister ingevolge deze wet ter ver antwoording te roepen, maar het Ka merlid, die hiertoe het initiatief nam, deed dat meer, omdat hij er politieke winst in zag, dan dat hij inderdaad meende, dat er rechtskrenking had plaats gehad. Grooter en practisch van veel meer nut is echter de politieke ver antwoordelijkheid der Ministers voor hun daden. Dezen worden in genoemde wet niet opgesomd, maar juist deze ver antwoordelijkheid maakt een integree rend bestanddeel uit van ons parlemen taire systeem. De Grondwet noemt enkele wijzen waarop de politieke verantwoordelijk heid in werking gebracht kan worden. Daar is b.v. het recht van enquête, van initiatief, van interpellatie, van amen dement, enz., alle middelen waardoor de Ministerieele verantwoordelijkheid in werking gebracht kan worden. Het zijn middelen, die langs den weg van grooten strijd op de regeeringen ver overd zijn en die aan de absolute heer schappij der monarchen van voorheen een einde hebben gemaakt, en waaruit zich ons parlementaire stelsel ontwik keld heeft; het zijn rechten der volks vertegenwoordiging van groote waarde waardoor het volk zijn vrijheid en zijn recht heeft gekregen en heeft kunnen handhaven. En nu weten we wel, dat het gevaar voor de absolute monarchie, zooals die vroeger geheerscht heeft, voorbij is, maar het gevaar van tyrannie is niet gebonden aan het koningschap of aan de aristocratische regeeringsvorm! Wie dat niet wist, ziet maar eens naar Italië of Rusland Alleen door een zuiver werkend par lementair stelsel is het mogelijk, dat het volk zijn rechten en vrijheden ver dedigt tegen alle inbreuk. Maar als nu dat parlement in kleine groepjes uiteen valt en er geen meer derheid in het parlement is, kan het parlementaire stelsel niet werken zoo als het behoort; en daarmee is het ge vaar van tyrannie binnengeslopen daarmee wordt de deur opengezet voor de belagers van de volksrechten en vrijheden. We weten wel, dat dit zoo in eens niet komt. Ook hier gaat het niet in eens naar de diepte, maar langs het hellend vlak naar beneden. Iets er van hebben we b.v. gezien onder het vorige Kabinet, dat nu pas aftrad, het Kabinet-De Geer, dat zich een „intermezzo-kabinet" noemde. Doordat het parlement machteloos was om een meerderheid te construeeren men had immers de eenige mogelijk heid: de coalitie, lam geslagen voel de het Kabinet zich sterk; het trok zich weinig of niets van de Kamers aan en ging zijn eigen gang; het wist im mers, dat de Kamer niet bij machte was een ander Kabinet in het aanzijn te brengenVerschillende frappante staatjes van on-parlementaire hande lingen, die voorheen ongehoord waren, zouden te noemen zijn. Dat was het begin op het hellend vlak. Wie dat gevaar ziet, redeneert niet in het afgetrokken, maar houdt reke ning met het reëele, met het werke lijke en die begrijpt, dat slechts door samenwerking van die partijen, die groote belangen gemeen hebben, aan dit gevaar het hoofd te bieden is. Eerst als er een vaste, stevig gefundeerde meerderheid in het parlement bestaat, is het mogelijk de volksinvloed tot gel ding te brengen en aan het zoo verder felijke systeem van het beslissen over het volk, bij het volk, maar zonder het volk een einde te maken. We krijgen gasten in Holland Hooge gasten Mijn lezers hebben er waarschijnlijk al iets van vernomen. Waarschijnlijk op 6 Augustus a.s. komen ze. Het ia de diplorüatieke herstelconferentie, uit gaande van den Volkenbond ,die in D'en Haag zal worden gehouden. Een Fransch blad merkte dezer dagen op, dat dit de 33ste conferentie is, die na den wapen stilstand gehouden wordtEn het blad voegt er zelfs aan toe, dat dit zeker de belangrijkste conferentie zal zijn, die na het sluiten van den vrede van Versailles zal worden gehouden En dat zoowel wat betreft het aantal deelnemers als de beteekenis der personen, die daaraan deelnemen. Het zal wel waar kunnen zijn. Een ander blad schrijft dat alleen, de Bel gische delegatie al uit een twintigtal personen bestaan zal. Als in dezelfde verhouding alle landen die deelnemen personen afvaardigen, dan belooft dat wel wat te worden. Voor ons land en volk wèl een eer Eén jammer is er bij: we weten het wat laat En het is hier net als bij moeder thuis: we zijn erg gastvrij, maar weten liefst een beetje bijtijds wanneer de gasten komen zullen. Het is niet prettig als moeder de vrouw op Woens dag een briefkaartje krijgt met het heuglijk nieuws, dat de familie Donderdag a.s. hoopt over .te komen voor een paar daagjes. Ze weet het liefst wat vroeger, De logeerkamer moet eerst nog eens een extra beurt hebben, de kasten moeten nog eens nagekeken worden, er moeten extra bestellingen gedaan worden; bak ker, slager, melkboer en kruidenier hebben wat meer en allicht wat beters dan anders te be zorgen enz. enz. We weten wel hoe dat gaat En zooals het bij moeder thuis gaat, zoo gaat het hier nu ook. Holland krijgt gasten en het zijn niet de eerste de beste, maar de fine fleur, de elite van de beschaafde wereld. En nu is het wel waar, dat al die hooge heeren in de eerste plaats niet naar Holland komen, omdat zij die Hollanders toch zulke aardige menschen vinden. Ze komen eenvoudig, omdat ze het niet met elkander eens konden worden over Engeland, Frankrijk of België en toen hebben ze ten slotte maar gezegd dan Nederland maar Maar al is het nu zoo gegaan, dat neemt toch niet weg, dat hun komst op ons, Neder landers, zware plichten legt. In de eerste plaats al om deze practische re den, dat als ze het niet meevalt met de ont vangst, ze het zullen onthouden voor e'en vol gende gelegenheid en wij niet zoo spoedig weer de beurt zullen krijgen. En dat komt onze eer als gastvrije Hollanders toch te na Intusschen valt het niet mee als men op het alleronverwachts zulk een gezelschap onder dak moet geven. Vooral niet in dezen tijd. Den Haag zit vol met gasten, waarschijnlijk is er geen plaatsje meer onbezet. Menschen, die in onze Residentie bekend zijn, vertellen, dat evenals vorige jaren 't Haagje weer overstroomd is van buitenlanders, Engelschen, Franschen en Duitschers. Eigenlijk komt het Volkenbondsgezelschap ons dus nu niet erg gelegen. Daar komt bij dat het heer,en zijn, die niet met het eerste het beste plaatsje, dat zich voor doet, tevreden zijn. Het zijn menschen, die ge wend zijn zich in weelde te baden. De taak die op de, schouders van het Ne- derlandsche volk gelegd wordt, is dus niet heel gemakkelijk Als men echter de laatste nieuwsbladen op slaat, dan merkt m'en al gauw, dat er geen reden voor ongerustheid behoeft te wezen. - Den Haag is al ijverig aan het werk ge trokken, ook al weet men nog niet precies wan neer en met hoeveel personen de gasten komen zullen. Van alle kanten is er medewerking Eenvoudig is de voorbereiding van zulk een conferentie niet Men dient te weten hoeveel soorten van com missievergaderingen er zullen plaats hebben; hoe groot de omvang der algemeene vergadering zal zijn; wat de delegaties wenschen aan bijzondere vergaderingen en aan telefoontoestellen in de buurt van de vergaderzalen enz. Groote zorg wordt ook vereischt voor den journalistieken dient. Naar de dagbladen be richten is hiervoor hete omplex van de gra felijk zalen met uitzondering van de bekende riddelzaal ter beschikking gesteld. De Rolzaal zal het centrum worden van den telegrafisch'en en telefonischen dienst ten dienste van de hee ren journalisten. Men zegt zelfs, dat de groote ruimte in die zaal gelegenheid zal geven tot een inrichting, die in omvang en outilleering die van het Volkenbondsgebouw overtreft. Verder zullen de weeskamer en de Hoogerbeetszaal tot werkkamers worden ingericht 'en in de Lairesse- zaal komt het journalistieke bureau met zijn permanente bediening. In de vestibule zal een hulppostkantoor worden gevestigd, enz. enz. Voorts zorgt de telegraaf- en telefoondienst er voor ,dat niet alleen in het centrum rondom de vergaderzalen, maar overal in de stad waar slechts delegaties en journalisten zijn gevestigd, iederen wensch zal kunnen vervuld worden Het moeilijkste schijnt echter de huisvesting te zijn Er is al wel aanbod van kamers, maar de heeren gasten laten nog op zich wachten wat hun vraag naar kamers betreft, en zoo is de vrees gewettigd, dat op het laatste oogenblik er een stroom van vragen om logies zal binnen komen, waarvan geen mensch zich een voor stelling kan vormen En dan: al is het aanbod van logies groot, men kan alles toch niet zoo maar accepteeren, zélfs niet in Den Haag En daarom moeten ook al die Kamers eerst nog geïnspecteerd worden. Maar daar heeft het comité van ontvangst al voor gezorgd en wel op een afdo'en'de wijze 1 Het comité vraagt Haagsche jongelui, vooral studenten, van wien men eenigszins deskundigheid op het gebied van kamers huren verwachten mag. Nu, het zal deze heeren wel toevertrouwd zijn. Hun ervaringen! zullen hen wel in staat stellen met één oog te overzien of een pension bruikbaar is ja of neen. Het zal alles dus wel meevallen We behoeven niet bevreesd te zijn, dat Ne derland zijn naam van gastvrij land zal ver liezen En tën slotte: voor den Haagschen winkel stand zal dit bezoek ongetwijfeld een buiten kansje zijn. Een gezelschap als dit weet het geld te laten rollen en er zal wel een aardig duitje in Den Haag blijven liggen. Maar dit alles is toch niet de hoofdzaak. De Herstel-commissie komt niet allereerst om een kijkje te nemen in Den Haag en Schevenin- gen, het vraagstuk van het herstel van wat door den oorlog uit zijn voegen gerukt is, komt ter sprake. De Franschen zitten altijd nog in het Duitsche Rijnland. En daar hooren ze toch niet thuis. We zullen hopen, dat Europa door deze con ferentie een stap verder op den weg naar het „herstel" gebracht wordt. Maar de Fransche staatsman Briand heetf al vast bij voorbaat aan persmenschen ver klaard, dat de ontruiming van het Rijnland eerst dan ter sprake kan komen wannneer Duitschland zijn verplichtingen nakomt. En de Frasche pers meent, dat de ontruiming zeer goed afhankelijk gemaakt kan worden van de voldoening van een belangrijk deel der schulden en van de organisatie van een doeltreffend systeem van bewaking in de ontruimde zones We zullen hopen, dat de "heeren zich in D'en Haag erg thuis en prettig zullen gevoelen en dat een gastvrije ontvangst een goede invloed mag hebben op de besprekingen en de besluiten die er genomen zullen worden En we voegen er tevens den wensch bij dat, onze Residentie voor al de moeite, die zij zich zal hebben te getroosten, eenigermate zal beloond zien door een „goed loopend seizoen", zooals dat met een vakterm genoemd wordt. Misschien klinkt het wat „Kaufmanninsch", maar heeft pas niet een christelijk staatsman in een redevoering ge zegd, dat het Nederlandsche volk op twee din gen een zwak heeft n.l. „de riligie en de ne gotie" UITKIJK. WAT KAN THANS GEDAAN WORDEN OM VOEDERSCHAARSCHTE OP DE VEEHOUDERS-BEDRIJVEN TE VOORKOMEN Elke veehouder kent de factoren, die van invloed zijn op de geldelijke resultaten van zijn bedrijf, waarvan een deel een gunstigen in vloed uitoefent en een andere groep de goede bedrijfsuitkomsten in gevaar brengt. Onder deze laatste zijn te rekenen een lage melkprijs, veeziekten, en niet te vergeten, voeder- schaarschhte, die zoowel een gevplg kan zijn van een te grooten veestapel als van een onvoldoen den grasgroei. Door den ongewoon strengen winter, gevolgd door een betrekkelijk droog voorjaar en voor zomer, bleef de grasgroei steeds beneden het middelmatige; eerst laat kon het vee in de weide, waar op vele plaatsen de grasgroei on voldoende bleef en vele perceelen, die aan vankelijk voor hooiland waren bestemd, nog voorgeweid moesten worden. Door den, als gevolg hiervan, latën en minder goeden hooi oogst, worden hooi-schaarschte en abnormaal hooge hooiprijzen in den komenden winter ge vreesd. Ook in het overzicht betreffende den stand der landbouwgewassen op 22 Juli, dat onder medewerking der Rijkslandbouw-consulenten is samengesteld, naar gegevens verstrekt door de correspondenten der Directie van den Land bouw, wordt melding gemaakt van den slechten stand van het grasland. „Van het gras", aldus het verslag, „is tot nu toe weinig terecht gekomen: de flink met stikstof bemeste perceelen' met goeden bodem toestand onderscheiden zich in gunstigen zin." Men geve zich van dit feit tijdig goed reken schap en late niet na alle middelen aan te wenden, waardoor nog in den loop van dit sei zoen overveloedig gras tot hooi of tot kuil- voeder kan worden verwerkt. Uit den aard der zaak is dit alleen mogelijk indien een of meer perceelen grasland tijdelijk niet voor beweiding gebruikt behoeven te worden. De vraag, die de landbouwer dus op te lossen heeft is: „Op welke wijze kan een deel van het grasland vrij gemaakt worden, opdat men een extra snede hooi of gras kan winnen". De middelen hier voor zijn le. Het doelmatig beweiden. 2e. Een extra zomerbemesting met stikstof. 3e. Een combinatie van 1 en 2. Door toepassing van het eerste middel bereikt men, dat het beschikbare gras op de beste wijze benut wordt; dat van het gras zoo weinig mo gelijk verloren gaat of minderwaardig wordt en dat het weiland inderdaad geheel wordt beweid. Door te groote perceelen in twee of drie stuk ken te verdeelen krijgt m'en de beweiding beter in de hand, veel vee wordt op een kleiner perceel gehouden, gelijkmatiger worden de per ceelen afgegraasd en minder plekken zullen overblijven waar het gras gelegenheid heeft door te schieten en z.g. bossen oud gras te vormen. Deze z.g. geilplekken worden door het vee minder graag afgeweid en zijn voor de beweiding goeddeels ongeschikt. Door verklei ning der perceelen is het dus in het algeme'en mogelijk meer vee op kleiner oppervlakte te houden en een perceel tijdelijk van de beweiding uit te schakelen en voor winning van gras of hooi te bestemmen. Bossenvorming is ook bij de beste wijze van beweiding niet te voorkomen: veelal wordt aan bevolen de bossen direct na het kaalweiden af te maaien, veel beter lijkt het ons echter de bossen met de zeis enkele dagen voor het vee de weide verlaat, af te maaienschijnt de zon op het afgemaaide gras, zoo wordt alles vaak geheel door het vee opgegeten, waardoor ook het gras van de bossen tot zijn recht komt 'en de afgemaaide plekken spoedig aan den groei kunnen gaan. Ook een extra zomerbemesting met stikstof wordt vaak aangeraden, waardoor de grasgroei vaak bijzonder sterk wordt aangezet en men met veel minder land kan toekomen dat men dan een perceel van de beweiding kan uitscha kelen is duidelijk. In het afgeloopen jaar warenj de ervaringen met ongeveer 50 K.G. zuivere stikstof per H.A., gegeven in een of meer kee- ren direct na het afweiden of hooi'en, zeer guns tig opvallend was hierbij dat ook bij oogen- schijnlijk weinig gras, het melkvee een goede n,eikproductie behield. Op veehoudersbedrijven waar betrekkelijk weinig, doch groote kampen aangetroffen worden, komt de stikstofbemesting in den zomer niet geheel tot zijn recht daar het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1