Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
van Bid s
NIEMEIJER's
FRIESCHE HEERENBAAI
i=£
No. 3552
IN HOC SIGNO VINCES
VOOR FIJNPROEVERS
ZATERDAG 6 JUL11929
44ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
Na den strijd.
Op den Uitkijk.
baden tot
en zetten
n hen, dag
Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN
Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
KI oosterbatsem
Land- en Tuinbouw.
f 243.015
4
IHOOGEZAND.
oogezand op B. Bosgraaf
J J. S., 19 jaar, gehuwd,
|ring te Winschoten over-
LSDORP.
beval van nekkramp, dat
limp te Waalsdorp heeft
personeel, hetwelk bij de
cursus volgt, is dit per-
het kamp overgebracht
stormschool. Als gevolg
ere cursussen bij die in-
lOP VREESELIJKE
ÏMARTELD.
I hij liefde voor de
ld gepredikt.
lisdaad wordt uit Hoyn-
Teld. Een dominee der
James Broders, was er
In had de Protestantsche
Iken gehouden over de
I Daarin had hij o. a.
lijd is met de christelijke
jachten, omdat hij een
dominee had er zijn
over uitgesproken, dat
lm eenige kleurlingen in
ïventisten op te nemen,
hij zijn preeken gehouden
door enkele mannen, die
gekleed waren, en die
bverklaarbare wijze zijn
J uit zijn bed gelicht. Hij
I hij om hulp riep, werd
Imond geduwd. Zijn 23-
1 vader wilde bevrijden,
lersens ingeslagen. In de
pnt werd alles ten onder-
|door de bandieten ver-
oelen, die met trijp over-
lopengeknipt en het paar-
ltrokken. Voorradige in-
Istuk geslagen en de in
de boeken en meubels
Is kon niet anders dan
hem lag het bebloede
Ion.
ledikant naar buiten ge-
fjeveer 100 K.M. verder
rd, waar de ongelukkige
hen boom vastgebonden,
bok op hem de gewone
zou toepassen, n.l. hem
I en dan in veeren rollen.
In veel wreeder pijniging
p hem zijn neus en zijn
pvelzuur in de pijnlijke
verschrikkelijke marte-
duurde.
Ee wit-gekleede mannen
lormd, terwijl ze het be-
Jark man's blood, whit*
Jed van een neger is eetw
geweest zijn, indien de
t had aan deze foltering.
Jen er zich wel voor om j
pen.
I Broders het bewustzijn,
nis kwam lag hij in het
pan de Liefdezusters in
Een groep houthakkers
1, toen zij naar hun werk
ronden. Zijn beulen had
ji aldus achterlieten, op
I wijze met vuiligheid in-
porhoofd droeg hij het
>ft in Amerika een ge-
heeg gebracht. Ondanks
pndaden, die op rekening
fctaan, beweren de orga-
■e organisatie, dat hun
I niets heeft uit te staan.
Ilijke vijanden van dezen
I hebben van de attribu-
|en onder het nabootsen
der Ku-Klux-Klan zich
Broders.
Irt in buitengewoon op:
Ie justitie heeft de zaak
I zijde der Ku-Klux-Klan
i de daders reeds op het
verklaringen der partij
lof geschonken, en ieder-
Tgd, dat dit een truc is
Ivan de Ku-Klux-Klan te
den vuilnisbak.
id van Guildford ver'
inis, toen hij als voor»
Iscommissie een geladen
oonde. Hij vertelde er
tit een vuilnisbak in de
ontdekking geschiedde
ongeluk te verhoeden,
:1 in den vuilniswagen
gestort was, had hef
:t rampzalige gevolgen
den.
werp werd aan het einde
de politie overhandigdj
van een weduwe.
Duens, op het Btitsche
92-jarige weduwe mevr.
orven. Er is verteld dat
van een secretaire, uit
ang verdwenen brieven
n gevonden. Maar zij
waarde in huis.
srerkocht, heeft men het
zijn thans 22000 pond
kwart millioen gulden,
Het grootste gedeelte
lit gouden en zilveren
uw een groot inkomen
loter had kunnen zijn,
;eld renteloos in huis
zij leefde eenvoudig,
raatjes gedaan worden,
kon worden.
Deze Courant verschjnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1,- bj vooruitbetaling,
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per rege
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN t 1.— per plaatslHg,
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die beslaan.
Advertentien worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Zien we thans even terug.
Naar den afgeloopen strijd.
Neen, napleiten is de bedoeling
niet; wel duurt de s t r ij d onophou
delijk voort, maar nu de stembus ge
sproken heeft, neemt hij weer zijn ge
wone karakter aan.
En dat is maar goed ook.
'n Mensch hield dat niet uit, als hij
tenminste nog een weinig gevoel heeft
voor de publieke zaak.
We maken eenige opmerkingen.
Naar aanleiding van den
strijd.
En dan hebben we vanzelf de eerste
jfpl te pakken: Bij elke verkiezing blijkt
weer opnieuw, hoeveel menschén héél
niets voelen voor de publieke zaak.
Ze kan hun gestolen worden.
Neen, ik zeg het niet goed.
Zóó is het ook weer niet; ze stellen
er soms wèl belang in, maar alleen als
ze meenen, of iemand maakt hen wijs,
dat hun persoonlijke belangen in
gevaar komen.
En vergis u nu niet
Die zijn er onder ons óók.
Ze leven gansch niet mee.
Of anders zoo 't is historisch
als een man, die geen enkel antirevo
lutionair blad in huis kreeg en slechts
één, klein godsdienstig weekblaadje
overigens de „Telegraaf" en wat daar
bij hoort, en die verontwaardigd den
huisbezoeker toevoegde: „Mnijheer ik
ben niet onverschillig Ik ben lid van
de kiesvereeniging en al kom ik er
nooit, ik betaal trouw mijn gulden con
tributie per jaar.
En wat gebeurt er dan
De stembus komt in 't zicht.
Onze man heeft werkelijk nergens
van gehoord, dan wat hij zoo te hooi
en te gras eens opvangt
Nu komen de pamfletten.
De stembuskranten.
En onze leiders weten er van mee
te praten, dan komt de noodkreet: Stuur
toch wat lectuur tegen de rooden, tegen
de Herv. of de Geref. Staatspartij.
Zulk volkje heeft geen kennis.
Dat is de heele zaak.
Las zoo'n man maar geregeld één
antirevolutionaire krant in de week,
dan wist hij tenminste iets en staat niet
dadelijk te waggelen.
Een volgende opmerking.
Meer dan ooit hebben zich ditmaal
kerkelijke onderscheidingen in de
staatkundige worsteling afgeteekend.
Maar toch anders dan vroeger.
De tijd, dat men ons van Links be
stookt met de „schavotten" en „brand
stapels" van Rome, d i e is nu toch
wel voorbij.
Dat gaat ook niet meer.
Rome heeft nu, zeker net zoo goed
als wij, jaren invloed- op het bestuur
gehad en er is nergens een schavotje
opgericht of een brandje gestookt.
Ook de „witte das" raakt uit de
mode.
Van Links heeft men ons meermalen
bestookt op een wijze, die niet door
den beugel kan, maar erkend moet
worden, dat men het k e r k e 1 ij k ele
ment er tamelijk wel uitgelaten heeft.
Er werden alwel leugens genoeg ver
spreid.
Neen, dit kwaad zat thans rechts.
En dan bedoel ik hier met „rechts"
ft 1 e t de „Coalitie", maar allen, die
onvoorwaardelijk in 't staatsbestuur
buigen voor „God Almachtig, Schepper
van hemel en aarde".
Hoe ging het niet tegen Rome.
Rome was hun „het" groote gevaar.
En als maar eerst de Coalitie tegen
den grond lag, dan was de Roomsche
Staatspartij haar macht kwijt, dachten
deze verblinde menschen.
En let nu eens op deze stembusuit
slag. Hoeveel stemmen wonnen de
Roomschen niet
Naast Rome ging het tegen de gere
formeerden, in welke kerk ook, die vast
wilden houden, op goed accoord, aan
een samenwerking, die dan toch het
meest beloofde voor de instandhouding
van de christelijke grondslagen van ons
volksleven.
Artikel 36 werd vertoond.
Dat geen mensch naar geest en
letter uitvoeren zal, doch waarmee men
dan toch de antirevolutionaire partij
meent een hak te kunnen zetten.
Het kerkelijk element kwam ook
naar voren in de sp r e k e r s Ds.
Kersten, Ds. Zandt e. a.
Of dat op den duur vrede geeft
Daar zijn er nü al onder de oud
gereformeerden, die meenen, dat Ds.
Kersten te veel politicus en te weinig
prediker is.
't Een met het ander
Die elkander het naast moeten staan
in den strijd tegen het moderne onge
loof, n.l. de gereformeerden van aller
lei kerk, die staan èn in eigen kring èn
tegenover elkaar méér verdeeld dan
ooit.
al te dikwijls met den laatsten spreker eens
zijn
Dan blijkt ook in zulke dagen welke aspiraties
het volk heeft, of de begeerten uitgaan naar
stoffelijke voordeelen in de eerste plaats,; of
dat er een besef is, dat het geestelijke voorop
dient te gaan. Is ons volk materialistisch van
aanleg, of heeft het een geopend oog en hart
voor de geestelijke behoeften van het volks
leven
De verkiezingen zijn een goede graadmeter
voor vele van deze dingen.
Vroeger was dat anders
Toen sprak het volk zich eigenlijk nooit uit.
Het census-kiesrecht datv ooral ,in de dagen
van den liberalen staatsman Thorbecke heel straf
werkte, sloot groote groepen van het volk
als onmondig om medezeggenschap in de staats
zaken te hebben, van den invloed op den gang
van het staatkundige leven uit. Er is zelfs een
tijd geweest, dat alleen de zeer welgestelden
deel hadden aan de verkiezingen. Een tijd, dat
men b.v. in Amsterdam 120.— belasting per
jaar moest opbrengen om kiezer te zijn. Dat
wilde in dien tijd heel wat zeggen Dat waren
alleen de zeer gegoeden, alleen de best ge
situeerde middenstand kon daaraan deelnemen.
Het spreekt vanzelf, dat men toen nooit ee
nige hoogte kon krijgen van wat er in de ziel
van het volk leefde.
Er werd dan ook bij het volk, zonder het volk
over het volk geregeerd. Zooals de liberale
heeren het in die dagen wezen, had het volk
Eén lichtpunt ten slotte
De hartelijke samenwerking, die er
was tusschen vele gereformeerden in
de Ned. Herv. Kerk („Bondsmannen")
en die uit de Geref. Kerken.
Geen wanklank werd gehoord.
We trekken op voor één doel.
En trekken schier overal één lijn.
Dat willen we aan 't slot met oot-
moedigen dank aan God niet onver
meld laten.
En wat de uitslag betreft.
Groote verschuiving kwam er niet.
De zetelverwisseling ontstond hoofd
zakelijk door de verwerking der over
schotten.
WJj verloren er één door.
We leggen ook deze zaak in Gods
hand.
Er is onzerzijds gedaan wat de hand
vond om te doen.
En bij alles zijn we dankbaar, dat
God het nog verhoed heeft, dat Links
in de meerderheid kwam.
De verkiezingen zijn achter den rug
„Gelukkig maar", zal menigeen zeggen.
En het is te begrijpen. Want in de laatste
dagen komt alles zoo ongeveer in het teeken
der verkiezingen te staan. Al moest er veel
geklaagd worden, dat er ditmaal zoo weinig
interesse was voor de verkiezing van nieuwe
vertegenwoordigers in de Staten-Generaal, dat
er zooveel lauwheid en onverschilligheid was,
toch is «r vlak voor den dag van de stemming
een opleving gekomen. Men gevoelt als het er
op aankomt toch wel, dat we allen zonder uit
zondering bij de politiek betrokken zijn, en dat
naar het woord van Groen van Prinsterer, al
bemoeien wij ons niet met de politiek, de po
litiek zich toch wel terdege met ons bemoeit
Uit meer dan één oogpunt is de verkiezings-
drukte interessant geweest.
Vooral ook wel hierom, omdat men weer eens
een helderen kijk krijgt in de volkspsyche, in
de volksziel. Meer dan anders komt openbaar
w at er in het volk omgaat, waarheen het zijn
belangstelling richt, hoe het reageert op de
dingen, die indruk op hem maken. Ook blijkt
dan weer klaar hoe onderscheiden ons volk,
dat toch maar op éen klein stukje land woont,
wel is samengesteld. Hoe geheel anders zijn
de nuchtere Friezen en Groningers, dan de
weeke Zuidelijke naturen, die het helaas maar
i o r~ucj
Cr* lendenen?
Blyf cfacxr toch o iet rncö
loopen. V^Jooc>beri
balsem z.ca.1 LLw pLjn
ormielolelL-jV^l-ol- bedaren
brengen, U Snel behaacj.
LfKe verlicbHrjg, Kfdmte
en rust bezorgen. AKKeri
CL een goud zoo c*oed"
(Adv. in Blokschrift)
het te prijzen. Op de „Soos" werden de can-
didaten voor Raden en Staten aangewezen, en
die heeren deelden de lakens uit
Het is dan ook wel uit talrijke dingen ge
bleken, dat die heeren niet de minste notie
hadden van wat er in de volksziel omging. Ze
vonden het trouwens ook van ondergeschikt be
lang. Anders stond het gesteld met een man
als Groen van Prinsterer, die de historie des
lands kende als geen ander, en die wist welke
de eigenlijke grondtoon van ons volkskarakter
was. Daarom sprak hij ook zoo vaak in de
volksvertegenwoordiging over: „het volk achter
de kiezers" en was hij de tolk van dat volk,
dat onmondig gehouden werd door het liberale
regime.
Daarin is later verandering en verbetering
gekomen.
En nu hebben we allemanskiesrecht gekregen
door het drijven van links.
Hadden ze de uitkomst geweten dan zouden
ze waarschijnlijk niet zoo hard van stapel ge-
loopen hebben met deze begeerte
Maar het is er 'en wij vinden er niet ons
ideaal in. Het is revolutionair van origine. Maar
het is slechts een gradueel verschil met hetgeen
dat we voorheen hadden. Wij staan het gezins
hoofdenkiesrecht voor, het kiesrecht dat stem
geeft aan de cellen waaruit de samenleving
wordt opgebouwd.
Intusschen, we hebben het en we maken er
gebruik van, evenzoo goed als van 't oude kies
recht, dat ook niet naar onzen zin was.
Het spreekt vanzelf, dat nu geheel ons volk
stemt, de volksleiders zich ook met geheel ons
volk inlaten. Het moet voor- en ingelicht wor
den.
We hebben hiervan aan den vooravond van
deze verkiezingen weer frappante staaltjes ge
had
Ik wil hier iets mededeelen van wat ik zelf
den avond voor den stemdag hoorde.
Het was een dominé, die nog eenige politieke
voorlichting zou geven Nam.en zal ik nu maar
niet noemen, ook niet zeggen voor welke partij
hij sprak, ofschoon dat wel uithetgeen ik mede
deel genoegzaam blijken kan.
Deze man zou het slechts over twee dingen
hebben, n.l. „de vermaterialiseering van dezen
tijd en de verroomscbing van dezen tijd."
Het kenmerk van die vermaterialiseering
vond hij hierin gelegen, dat er zegeltjes geplakt
moeten worden voor de ouden van dagen, de
zieken en de invaliden
En deze wet vond hij wel zoo erg, dat hij
haar vergeleek met de verdrukking der afge
scheidenen in de dertiger jaren der vorige eeuw!
Wie op den Heere vertrouwt behoeft geen
ouderdomsrente, meende hij. En om dit te staven
werden er enkele gevallen van Godsvertrouwen
die hem waren verteld door gemeenteleden van
hem aan de vergadering medegedeeld. Zoo ver
telde hij, dat er in Zeeland een rijke dame ge
woond heeft, een zekere „gouden Kaatje", die
met niets begonnen, zoo rijkelijk gezegend werd,
dat ze aan elk van haar kinderen honderddui
zend gulden kon nalaten. Dat vond deze leeraar
Godsvertrouwen. En ieder, zelfs de burgemees
ter, die toch geen geestverwant was, had res
pect voor „gouden Kaatje", die haar beginselen
niet onder stoelen of banken schoof.
Een ander argument tegen het zegeltjes plak
ken vond deze leeraar, die n.b. een academische
opleiding genoten heeft, in het volgende voor
val: een boertje van Noord-Brabant had aard
appelen voor den verkoop liggen, en nu kreeg
hij een aanzegging van boven, dat hij zijn paard
maar voor den wagen moest spannen, dan zou
de Heere den weg naar den verkooper wel
wijzen. Dat is gebeurd en hij maakte een goeden
prijs Dat noemde deze spreker „Godsvertrou
wen" en op dezen grond veroordeelde hij de
verzekeringswetgeving als zondig. Wel een iet
wat gemakkelijke manier om zich van de groote
problemen af te maken Niet beter bracht hij
het er af met het bewuste art. 36. Wat dat ar
tikel woordelijk inhoudt werd maar niet eens ge
zegd. Volgens dezen spreker was het de be
doeling met dit artikel de zuivere kerk te be
schermen en de andere kerken wat achteraf te
houden, zooals b.v. de oude Roomsche kerken,
die in de huizen ingebouwd staan De Over
heid was volgens hem geroepen om de ware
Kerk te bevoordeelen 'en de andere kerken
achteruit te zetten. Daarmee was voor hem
het probleem van art. 36 uitgeput
Ook de kwestie der coalitie baarde hem geen
moeilijkheden en werd veroordeeld eenvoudig
op dezen grond, dat David ook wel Goliath
versloeg zonder eenige hulpMaar dat, als
dit de grond moet zijn waarop de coalitie te
veroordeelen is, er tegenover staat, dat Abra
ham, de vader aller geloovigen, zich de heiden-
sche vorsten Eskol en Aner tot bondgenooten
had gemaakt, kwam blijkbaar in het brein van
dezen theoloog niet op
Dan moest hij ook niets van politieke bere
keningen hebben.
Van de uitspraak van den heer Colijn, dat de
Staten-Generaal het terrein is van de com
promis, van de saménspreking en samenover-
legging, moest Zijn Eerw. niets weten.
Politieke berekeningen vond hij uit den booze.
God kan toch wel verlossen. Wij moeten niet
letten op de macht van het Socialisme en van
de andere partijen' ter linkerzijde. Om te be
wijzen, dat Gpd toch wel in staat is om te
helpen en de harten te neigen, haalde hij aan,
dat in zijn gemeente een liberaal tot hem gezegd
had: „Dominé, ik stem op Ds. Kersten Zijn
Eerw. begreep zeker niet, dat de reden waarom
die liberaal op Ds. Kersten zou stemmen wel
hierin gelegén zal hebben, dat Ds. Kersten tegen
het zegeltjes plakken is. Godsdienstige over
wegingen zullen hem wel vreemd gebleven zijn.
Op dergelijke wijze werden daar aan den
vooravond der verkiezingen de menschen „voor
gelicht".
We zullen er niets meer van zeggen. Maar
er moge uit blijken, dat er nog wel wat te doet»
ls onder ons volk. Zoo lang er nog predikanten
zijn met een academische opleiding, die derge
lijke dingen in het openbaar met de grootste
vrijmoedigheid ons volk voorzetten, is er nog
wat te doen voor hen, die er prijs op stellen,
dat ons volk eeriig inzicht hebbe in de vraag
stukken, die het staatkundige leven beroeren.
Ik begrijp wel hoe het komt, dat men van
zekere zijde zulke voorlichting geeft en gaarne
ontvangt. Het komt alleen door de verwarring
van de theologische en de staatkundige begin
selen. Wanneer predikanten, die vroeger nooit
aan politiek gedaan hebben en er zelfs een
afkeer van hadden als gold het hier louter we-
reldsche,' dus minderwaardige zaken, zich nu
opeens op deze dingen gaan werpen met een
hartstocht, die velen van onze predikanten eigen
is, dan ligt men voor deze gevaren bloot. Want
het blijkt voor velen nog maar altijd veel te
moeilijk om deze terreinen uit elkander te hou
den. Dan past men de wet des geestelijken
levens toe op de wet van het staatkundige leven.
En dat loopt op groote schade van beide ter
reinen uit.
Laat ons dan ook na de verkiezingen weer
niet indommelen, maar wakende blijven, en
in onzen kring met de gaven en krachten, die
God ons geeft, uitdragen het beginsel, dat niet
verwarrend, maar verhelderend werkt, het be
ginsel, dat onderscheid aangeeft tusschen het
terrein van de natuur en dat van de genade, en
dat ons leert, dat God Zijn bizondere ordinan
tiën gaf voor het zaligmakende en Zijn bizondere
ordinantiën gaf voor het staatkundige leven.
Er is dus nog heel wat te doen.
Maar het is een heerlijk werk, als het biddend
en in de kracht Gods geschiedt
UITKIJK.
De maandelijkache groei der L.O.
en der T.O.
Op 1 Juni 1929 trad per provincie het
hieronder vermelde aantal landbouwers als lid
der L.O. toe.
Provincie.
Groningen
Friesland
Gelderland
Drenthe
Overijsel
Utrecht
N. Holland
Z. Holland
Zeeland
N. Brabant
Aantal leden.
16
50
32
39
11
5
26
25
20
Loon
19.217
65 758
20.183
26.174
6.926
5.460
17.309
60.105
23.879
Totaal 224
Per 1 Juni 1929 traden als lid der T.O. toe
41 werkgevers, uitbetalende aan loon f 18.521.
Sedert 1 Nov. 1928 vermeerderde het aantal
leden bij de Landbouw Onderlinge met 1001
uitbetalende f 2.270.346 loon. Tuinbouw On»
derlinge met 376, uitbetalende f456 184 loon.