Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Stemt No. één van lijst vijf: Dr. J. Severijn - STOOM OER IN HOC SIGNO VINCES ileenbank Woensdag 3 Juli. No. 3551 WOENSDAG 3 JULI 1929 44STE JAARGANG |ms~somniELSDiJK" DRECHT anhou werll 175 - R'dam umhh iachlnes, Wrln- I pie. trlcltelt, Nikkei- kolen. E TONGE 116, :en lotorrijwielen zijn ladig der INDIAN, ([scondities. ;regelde voorraad bren. Onderdeelen kodellen. ïhting. ye gttikkeu voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe tekenden aan de Uitgevers :len Gslijftrjcfiiers 12 Tegenover de eent gelden aan leden »Ct. 's-jaars. Ze neemt gen 3,84 pCt. 's-jaars, -leden. Voorschotten lelijks aangevraagd ;en der leden van het egenheid tot inbreng- ling van gelden eiken PlIllapuonÖvanB-BUUr den kassier D. JOPPE Cr I. MSJLAMD avonds uan 6,30-8,30 uur ROTTERDAM ilperoord Middelharnis iet U als zoovelen die ven en bij ons hun Bedden kochten. Wij e mooie Eiken Huis- n, tegen billijken prijs, hilderd sruime keuze, rima Kapok, 37,—. dst adres. EERSTE BLADL Één zijn en één blijven. Ik stem Anti-Revolutionair omdat die partij een zuinig Staats- beheer wil en streeft naar ver- 5 mindering der belastingdruk. Hoe men de Kiezers voorlicht. l~Sl~£ir-ic4wor-\c4cr> Adv.'ir» t"MoVs,.C VlrtV t ELEF. 1005 en 1946 ws Telef. 2854 TIES. Herstellen van j 'ZIENING voor vee zware GASKETELS IGEN, enz., enz. ÏRAINEERBUI2EN waterpas.lnstrument, Aanbevelend, Deze Courait veischijfit eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— bl vooruitbetaling. BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zl beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. UMULATOREN hJK.2951I Arts II voor snmatiek, Jicht, bias Nenrslglëo iRENi dag 1,30-4 aar. ierdag 1,30—4 uur. rdag 1,30-4 aur en CERFRANSSTRAAT i )IG BILLIJK ■ICO TERUG 'PRIJSCOURANT AGENTEN DE VOORBEDE. We staan aan den vooravond van de ver kiezingen. Woensdag is het voor land en volk een hoogst gewichtige dag. In welke richting zullen bestuur en wetgeving des Rijks de volgende vierjarige perode geleid worden Zal het Woord van God richtsnoer zijn Of zal dat Woord gebannen worden Daarover gaat het Onze lezers kennen de positie der Anti-Rev. Jtortij. ^wZij weten wat deze Partij wil. De grondgedachte dezer Partij is: volk en land binden aan de ordinantiën van God, zooals die ons in Natuur en Schriftuur geopenbaard zijn. Deze Partij belijdt, dat het Evangelie het eenige redmiddel is uit allen nood, óók uit den nood van staatkundigen aard. Om ons volk dat duidelijk te maken is voort durend en inzonderheid in de laatste weken hard gewerkt. En wij vertrouwen, dat al onze antirev. man nen dat in hun kring ook deden. Gewerkt met de krachten en de gave, die God ons gaf. Maar dan vragen wij nu ook de voorbede van het volk, dat bidden geleerd heeft. Het werk en het gebed mogen niet gescheiden zijn. Werken zonder bidden is slaven. JjtBidderi zonder werken is roekeloos spel. i^^Maar als wij nu gedaan hebben wat onze hand vond om te doen, laat ons dan ook niet vergeten, dat God den wasdom geven moet. En er hangt zoo ontzettend veel van af. Men moet de geesten, die uit het ongeloof en de Revolutie opkomen, maar eens proeven Het is een geest, die rechtstreeks tegen de chris telijke moraal en zede, rechtstreeks tegen den Goddelijken wil ingaat. En daarom: moge er aan den vooravond van den stemdag een biddend volk zijn, als in de dagen van Nehemia, dat getuigen kon van zichzelf: „Maar wij baden tot onzen God en zetten wacht tegen hen, dag en nacht." Dan alleen mogen we den uitslag rustig af wachten „Divide et impera", „verdeel en heersch". Een echt heidensche leuze van het vroegere barbarendom. „Verdeelen en heerschen", helaas maar al te veel overgenomen in onze tegen woordige dage i door eenige Christelijke, in hoofdzaak Protestantsche partijen in ons vader land. In plaats om de eenheid in dezen veelbe wogen tijd van allerlei afval en vijandschap te gen den Heere en Zijn Woord zooveel mogelijk te willen bewaren, is het parool„Scheiden en scheuren." Op kerkelijk erf, thans sterker dan ooit overgedragen op politiek terrein. Te meer der bijzonder te betreuren, dat ook de Staatkun dig Gereformeerde Partij hieraan meedoet en die echt heidensche leuze met alle macht voorstaat. Zonder eenig samenspreken, zonder eenig nader overleg, zonde- te voren ooit met het politieke leven meegeleefd te hebben, zonder zich eeni- germate te bekommeren dat in de Heilige Schrif tuur ook 1 Corinthe 13 voorkomt, zich ineens geplaatst vierkant tegenover onze Anti-Rev. staatspartij en haar wapperende banier „Voor den Heere, voor Nederland en voor Oranje" bezoedeld en in het slijk gesleurd. Mannen van die oude partij, krachtige kloeke persoonlijk heden gelijk mijn oud-leermeester Prof. Dr. Hu- go Visscher, in wier schaduw wat kennis en be leid op politiek terrein betreft, wij en de leiders der Staatk. Geref. partij niet kunnen staan, aan houdend beschuldigd en verweten met Rome te heulen en het met de Linkerzijde op een accoord te hebben geworpen, aangaande Zondagsrust en meerdere kardinale punten. Welnu, laat de Staatk. Geref. partij meenen daarmede op deze unfaire wijze te moeten voortgaan om haar propaganda te bevorderen dat zij het dan te grooter eere mogen rekenen ot de Anti-Rev. Staatspartij te behooren, een Partij zoo gehoond en belasterd door Geref. roenschen die beter weten, maar niet anders o ensc en te handelen. Daarom aaneengesloten 11 üen gebleven, Hervormd Gereformeerden, kerkelijk Gereformeerden en Christelijk Gere formeerden tegenover de geheele linker line in hare beraadslagingen tegen den Heere en Zijn Gezalfde met haar devies Laat ons hunne ban den verscheuren en hunne touwen van ons werpen, (de antithese), ook tegenover Rome evengoed, wanneer dit noodig blijkt te zijn, he laas eveneens tegenover de Staatk. Geref. Partij, zoolang met haar niet te redeneerën valt, zij zich onverzoenlijk blijft gedragen, aanhoudt met hare beschuldigingen en lasteringen en nergens eenig debat vergunt tot verantwoording en ver dediging onzerzijds, in hare vergaderingen. Daarom één gebleven achter de wapperende banier der Anti-Rev. Staatspartij, vlak er ach ter, zij aan zij. „Voor den Heere, voor Neder land en voor Oranje", ja dat is ten allen tijde onze Christelijke, Protestantsche belijdenis. Zoo stemt Anti-Revolutionair, No. 1 van lijst 5. Dr. J. SEVERIJN te Dordrecht. Ds. G. ALERS. Nieuw-Lekkerland, 24 Juli 1929. DE HERVORMDE KERK EN DE VERKIEZINGEN. „De Waarheidsvriend", orgaan van den Gere formeerden Bond tot verbreiding en verdediging van de waarheid in de Ned. Herv. (Geref.) Kerk, van 27 Juni '29 schrijft Het beginsel voorop. 't Kan er bij den verkiezingsstrijd soms vreemd naar toe gaan. Onlangs schreven de predikanten Ds. Bartle- ma, Ds. van den Berg en Ds. Jongebreur een artikel in „De Antirevolutionaire Stem" het officieel verkiezingsblad van het Provincaal Co mité van Antirevolutonaire Kiesvereenigingen in de Provincie Utrecht, onder het opschrift: „Her vormd en daarom Antirevolutionair". Wij zou den zoo zeggen, een alleszins juist opschrift, want de Hervormden staan toch altijd nog op den bodem van de belijdenisschriften der vade ren, en het zijn die belijdenisschriften, die cor- respondeeren op de beginselen, waaruit de An- tirevoltutionaire Partij leeft, d. i. de Calvinis tische levensrichting. Daarom moet elk Her vormde, die de eeuwige beginselen, in Gods Woord geopenbaard, belijdt, zich scharen onder het Antirevolutionaire vaandel. Maar zoo denken de Christelijk-Historischen er blijkbaar niet over, althans „De Nederlander" deelt in zijn nummer van 15 Juni mede, dat de Christelijk-Historische Unie zich aan 't boven genoemde opschrift, door de drie predikanten gebruikt, heeft geërgerd. Van die ergernis geeft het blad echter geen blijk, wanneer een voorman der Unie, de heer Krijger, notabene administrateur van het Chris- telijk-Historisch blad en lid van de Tweede Kamer, avond aan avond in de openbare ver gaderingen de enormiteit verkondigt: „In feite rust de Christelijk-Historische Partij op de Her vormde Kerk, zooals de Antirevolutionaire Par tij rust op de Gereformeerde Kerk." Dit vinden de Christelijk-Historischen zeker goed Onze lezers voelen onmiddellijk het onder scheid tusschen wat Ds. Bartlema c.s. op het oog hebben en wat de heer Krijger opmerkt. Bij den laatste is het een dooreen mengen van den Staat met de Kerk, terwijl de drie pre dikanten het beginsel poneeren. Natuurlijk is wat de heer Krijger beweert vol komen onjuist. Zulk een bewering moge voor de kiezersvangst profijtelijk zijn, doch zij werkt verwarrend op de keuze, welke op 3 Juli moet worden gedaan. Want het gaat bij de stembus niet over de Kerk, maar over de vraag: naar welke begin selen op het staatkundig erf moet worden ge leefd. Dr. de Visser, de Christelijk-Historische Staatsman, acht samengaan tusschen Antirevo lutionairen en Christelijk-Historischen mogelijk, zoo de eersten zich maar niet op het Calvinis tische pad bewegen. Daarin, in het al of niet belijden van het Calvinistisch levensbeginsel in de Staatkunde, ligt het Onderscheid tusschen de beide staat kundige groepen. Met de Kerk heeft dit niets te maken. Zoo en niet anders bedoelen het de drie Ge reformeerde predikanten. En dit onderscheid treedt duidelijk naar vo ren, als men overweegt, dat de Christelijk-His torischen tegenstanders zijn van de wederin voering van de doodstraf, voorstanders zijn van den stemdwang, en op het stuk van de Zondags viering, de positie der vrouw en dergelijke een andere meening hebben dan de Antirevolutio nairen. Uit dien hoefde kunnen wij volkomen onder schrijven het "cAschrift, dat de drie predikanten voor hun artikjel kozen: „Hervormde en daarom Antirevolutionair." De Calvinistische lijn verlaten. Van verschillende zijden verzoekt men ons het bekende citaat uit Calvijns werken, waarin de Geneefsche Hervormer zich uitspreekt over de beginselen der Roomschen in tegenstellng van de der Libertijnen, nog eens in „De Waarheids vriend" te laten afdrukken. De lezers van ons blad, die het verzoek de den, waren van oordeel, dat het nuttig kan zijn, die liever een kabinet zien optreden van mannen, die voor het staatkundig leven de eeuwige be ginselen, die in Gods Woord zijn geopenbaard, verwerpen, dan een rechtsch Ministerie, dat voor de Christelijke levensrichting opkomt, van de Calvinistische lijn zijn afge weken. Immers Calvijn zou ongetwijfeld, voor de keuze gesteld van saamwerking met Room schen of met Libertijnen, aan de eersten de voorkeur hebben gegeven. Dit blijkt duidelijk uit het gevraagde citaat, dat luidt „Het zou wat fraais zijn, dat ik den Paus en zijn genooten en dienaren naar vermogen aanviel (wat ik wel moet doen, omdat ik de cli-treo Icing omdat de V-»u.id vernield AK^er's VQooskerVaalaemner Op ve«*dry9t dciclely\ de pijn, doet de Waren verdwijnen en geneest zonder litteeKpne,. Avoir's VQoosVerljciiaem Kerk niet kan sterken, zonder het zwaard te kruisen met wie haar ondermijnen) en dat ik inmiddels hén door de vingers zag, die nog veel verderfelijker vijanden Gods zijn, en Zijn Waarheid nog zooveel krasser aanran den. Neen, dan laat de Paus tenminste nog eenige gestalte der religie staan; hij vernie tigt het geloof aan een eeuwig leven niet; hij leert, dat God te vreezen is; hij stelt op eenige wijze het onderscheid vast tusschen goed en kwaad; hij erkent Christus waarachtig God en mensch te zijn; en eert ten deele de autoriteit van Gods Woord. Maar die anderen stellen zich aan, als wil den zij den Hemel naar de aarde neertrekken; alle godsvrucht vernietigen; alle hoogere aan drift in den mensch uitblusschen; en de con sciëntie in slaap wiegen, tot er ten leste geen verschil hoegenaamd meer overbleef tusschen mensch en dier." Aan deze woorden van Calvijn hebben wij niets meer toe te voegen. Een protest. Het behoort tot de bekende taktiek van som mige voormannen in de Christelijk-Historische Unie om vlak voor de verkiezingen de Her vormden te waarschuwen om toch in geen enkel geval Anti-revolutionair te stemmen, omdat deze partij voor de belangen der Hervormde Kerk een gevaar oplevert. Wij hadden gehoopt, dat ditmaal een der gelijke onwaardige bestrijding van de Antire volutionaire Partij zou achterwege blijven. Doch daarin zijn wij teleurgesteld. Het orgaan van de Unie, dat voor Gelderland, Overijssel en Utrecht, „Koningin en Vaderland", heeft het anders beschikt. Met het vrome praatje, dat men ongaarne de Kerk in de politiek betrekt, wijdt een zekere heer P. H. Cremer, een voor ons onbekende grootheid uit Groningën, niet minder dan twee kolommen in dat blad aan het onderwerp: „De Nederlandsche Hervormde Kerk en de komende verkiezingen. Natuurlijk worden in dat artikel de Christe lijk-Historischen als de ware vrienden van de Hervormde Kerk tentoongesteld en hoogelijk ge prezen. HULP AAN KIEZERS. Van verschillende zijden worden ons inlich tingen gevraagd over de vraag, of en op welke wijze hulpbehoevende personen zich bij het uit- Nog één dag en van U zal gevraagd worden om Uw stem uit te brengen. Als uw stembrief door de gleuf van de stembus glijdt, is het voor U beslist en gij hebt het Uwe bijgebracht tot een gang van zaken, waarvoor ge voor zooveel Uw stem betreft, verantwoording zult dragen voor God en voor de menschen. Daarom mag niemand zich laten leiden door leuzen en beloften, hoe schoon zij mogen klinken en hoeveel zij schijnen te beloven. Zij, die de H. Schrift als Gods Woord aannemen en belijden, hebben daarin een regel, waarnaar zij behooren te wandelen en als zij dien vinden, zullen zij niet beschaamd uitkomen. Een iegelijk zie dan af van menschenmerk en merke op het werk van Gods genade. Welk een zegen toch heeft de Heere ons land geschon ken in den arbeid van de mannen, die de roeping des geloofs mochten gevoelen en ook op het terrein des openbaren levens trachtten te vervullen. Niemand zal ontkennen, dat het werk van menschelijke zijde beschouwd, gebrekkig en met zonde bevlekt was. Hoe zou dit anders kunnen Hoeveel te meer schittert de barmhartigheid Gods, die ons volk nog heeft gedragen door de donkere tijden, die ook het thans levend geslacht heeft doorleefd en waarin wij nog verkeeren. Duistere machten van ongeloof en vijandschap tegen God en Zijn Christus steken bruut den kop op om verderf te ver spreiden en de heerschappij te veroveren. Nog zij wij, die wij zijn. Nog is er een volk, dat den Heere vreest en dankbaar nederknielt, wijl het merkt op deze dingen en bidt om ontferming. Nog heeft de Heere ons volk aan de revolutie niet overgegeven. Zal dit volk heil verwachten van den broederkrijg Zal het in partijschap de kracht verspillen, welke God de Heere geven wil in de eenigheid naar de roeping des geloofs Heeft de Heere niet gesproken, die Mij eert zal Ik eeren En zal Hij Zijn beloften vergeten, zoo het volk ge hoorzaamheid vindt in het geloof, dat door de liefde werkt Of is het geen Waarheid meer Waar liefde woont, gebiedt de Heere Zijn zegen Gij zult niet te strijden hebben, maar Ik zal voor U strijden. Niemand kan weerspreken, dat de H. Schrift tot eenig heid en gehoorzaamheid des geloofs roept. Niemand kan ontkennen, dat daarin de overwinning der wereld zal openbaar worden, omdat het geloof de wereld overwint. Allen dan, die naar dezen regel begeeren te wandelen, vereenigen zich als één man. Zoo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn Wie in den strijd des geloofs gewikkeld wordt, heeft den strijd niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de gees telijke boosheden, die in de lucht zijn. Tegen den geest der revolutie hebben wij ons te richten. Tegen de revolutie ook in den kring van het volk, dat den Naam van Christus noemt. Daarom niet verdeeld, niet als een gebroken volk, maar als leden van éen lichaam, één volk, één strijd Als één antirevolutionair volk éénstemmig tegen de re volutie Uw stem uitgebracht op de antirevolutionaire lijst. Dr. SEVERIJN. brengen van hun stem mogen doen bijstaan. Artikel 78 der Kieswet bepaalt „Wanneer blijkt, dat een kiezer lichamelijk hulpbehoevend is, kan de voorzitter van het stembureau toestaan, dat hij zich doe bijstaan." Aan dit artikel worden in de Kieswet, uit gave Schuurman 6 Jordens, de volgende op merkingen toegevoegd le. Volgens de Mem. v. Antw. Ie Kamer 1896, is onder den bijstand begrepen, dat een ander voor den hulpbehoevenden kiezer lezen en met potlood een stipje rood mag maken. 'tSpreekt vanzelf, dat de keizer in het stem hokje bij zijn helper aanwezig moet zijn, opdat er zekerheid besta, dat deze helper volkomen in overeenstemming met de wil van den kiezer handelt. 2e. Verschillende Koninklijke Besluiten, even als een missive van den Min. v. Binn. Zaken, dd. 24 Mei 1905, aan de burgemeester hebben er de aandacht op gevestigd, dat onder hulp behoevendheid va nden kiezer alleen, gelijk trouwens in de wet zelf, gelijk men ziet, uitdruk kelijk gezegd is, uitsluitend moet verstaan wor den „1 i c h a m e 1 ij k e" hulpbehoevendheid. Bij stand aan kiezers, die niet lichamelijk hulpbehoevend zijn, moet tot vernietiging van des temming leiden. Het gemis van kennis van lezen en schrijven geeft dus geen recht op hulp, wel blindheid, lamheid en dergelijke gebreken. De kiezer rnag zelf den persoon, door wien hij geholpen wil worden, aanwijzen. Hij kan die aanwijzinjg ook aan den voorzitter van het stemzureau >pverlaten. In dat geval mag de

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1