Orgaan
st:
e r-tabak
i
Antirevolutionair
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
eerste blad.
misdadig.
No. 3546
ZATERDAG 15 JUNI 1929
44STE JAARGANG
Fa. W. BOEKHOVEN*ZONEN
Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
Op den Uitkijk.
Hu/ fcwbcrJc
iLaftsd" en Tuinbouw.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
NNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1,— ba vooruitbetaling!
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZQNDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die x? beslaan.
Adverteatiën worden ingewacht tot DINSDAG- ets VRIJDAGMORGEN 10 uur.
De reclame die door de S.D.A.P.
voor de stembus gemaakt wordt, kan
niet anders dan misdadig genoemd
worden.
Met de meest gevaarlijke leuzen
wordt ons volk misleid en alle edele
gevoelens systematisch afgestompt.
Neem b.v. de leuzen van nationale
weerloosheid en staatspensioen.
Bij het staatspensioen wil de S.D.A.
P. den schijn wekken alsof zij de barm-
hartigen zijn, die zich over de ouden
en ongelukkigen ontfermen.
f „Premie-vrij Staatspensioen voor de
uitgestootenen schrijven ze op groote
verkiezingsbiljetten.
„De uitgestootenendat zijn de
slachtofers van deze christelijke samen
leving. Het Christendom stoot al wat
zwak en ellendig is uit, daar bemoeit
het zich niet meer mee
Zóó stellen de roode heeren het voor.
En ze zaaien haat onder ons volk, zon
der dat er reden voo ris. Systematisch
wordt de klove in ons volk grooter ge
maakt, door bedrog en misleiding en
leugen.
'De S.D.A.P. kan ook niet anders,
want van de haat moet zij leven 1
Maar zou de barmhartigheid aan hun
kant zijn
Zou het christendom het ellendige
uitstooten
De feiten wijzen het anders uit
T1 De particuliere weldadigheid is een
vrucht van het Christendom het hei
dendom kent geen barmhartigheid, geen
ontferming over het ellendige, en de
S.D.A.P. die naar het heidendom terug
keert volgt het classieke heidendom
ook hier in op. Staatspensioen, het is
een barmhartigheid der goddeloozen,
en de H. Schrift zegt ons dat die barm
hartigheid wreed is
Het dooft alle goede tendenzen die
ei in het volk leven. We hebben het de
vorige week van den heer Schouten zoo
duidelijk hooren uiteenzetten. Het ver
moordt de barmhartigheidszin, de
spaarzaamheid, het verantwoordelijk
heidsbesef, de maatschappelijke ener
gie onder ons volk.
En toch komen de mannen der Revo
lutie er mede en stellen het den eenvou-
digen aanlokkelijk voor, en durven
spreken van „uitgestootenen".
Misdadig
Precies zoo staat het met de natio
nale weerloosheid.
Geen enkel land, ook niet waar de
socialisten iets te zeggen hebben, gaat
tot nationale ontwapening over. Nu
wordt er bij de Roode heeren weer on
derscheid gemaakt tusschen groote en
kleine landen. Het is een uitvindsel van
Mac-Donald, die principieel onder
scheid' wil maken tusschen groote en
kleine landen Engeland als groote
natie kan zich niet ontwapenen volgens
dezen Engelschen socialist
Maar de Belgische socialistische
leidsman de Brouckére, een land dat
dan toch wel tot de kleine naties be
hoort, zette zijn standpunt aldus uiteen
Belgia is gereed om de richting der ont
wapening in te slaan, zoo zijn veilig
heid is verzekerd, en het is besloten
die richting niet in te slaan, zoo lang
zijn veiligheid niet verzekerd zal zijn.
Geen sterveling in het buitenland
denkt er over zich weerloos te maken.
Ons land en ons volk moet er maar
aan overgegeven worden
Is het niet misdadig
En om toch het denkbeeld der natio
nale weerloosheid onder ons volk maar
door te zetten worden middelen ge
bruikt die even misdadig zijn.
Men tracht ons volk murw te maken
met de aanhoudende propaganda dat
we ons toch niet verdedigen kunnen,
dat we in den modernen oorlog geen
middelen van verweer hebben, dat we
machteloos zijn tegenover den vijand
die ons zou aanvallen. Zoo tracht men
onze weerbaarheid psychisch te fnui
ken en toont men zich al een bondge
noot van een eventueelen vijand die
het later besteken zou ons land in te
dringenDe wil tot zelfhandhaving
wordt in ons volk ondergraven.
Dit is een misdaad die het aanlegt
op het hart van ons volk.
De heer A. J. Maas schreef in zijn
brochure „Ontwapening, Christendom
en Volkenbond"De weerloosheids
gedachte ondergraaft stelselmatig bij
ons volk het verantwoordelijkheidsbe
sef voor eigen lot, het zelfvertrouwen,
zonder welk geen enkel organisme en
geen enkele cultuurgemeenschap op den
duur kan blijven bestaan. Zelfs zulke
elementaire grondslagen voor ieder
volksbestaan, als de onafwijsbare
plicht en het onvervreemdbare recht
tot zelfverdediging, worden door onze
weerloosheidspredikers ondermijnd en
in het volksbewustzijn aan het wanke
len gebracht. Wij noemen dit een mis
daad aan onzen volksgeest en wij zeg
gen het dén grooten Franschen Clemen-
ceau na „Wanneer een volk zich zelf
in den steek laat, is er geen toovenaar
die het kan redden."
Zou de ontwapeningsleuze geen mis
daad zijn aan ons volksbestaan ge
pleegd
Wij wijzen op het slot van de ge
noemde brochure, waar we lezen
„Wij benijden hen niet die de weer
loosheid onder ons volk prediken, on
danks de schijnbare successen, die zij
met hun dwaalleer mogen boeken.
Want vernietigend zal het oordeel zijn,
dat de natie eenmaal over hen vellen
zal, wanneer de nood onverhoopt tot
verweer mocht dringen. Niemand heeft
wellicht aangrijpender de gemoedsge
steldheid, die zich van een volk mees
ter maakt, wanneer een doodelijk na
tionaal gevaar als een vijandelijke in
val het bedreigt, dan Mevrouw Ro
land Holst voor onze ontwapenaars
toch wel een onverdacht getuige
waar zij schrijft
„Wanneer de vijand aan den gren
zen staat, verzinkt elk ander gevoel,
behalve dit ééne begeerte hem te ver
slaan en terug te drijven. Makkerschap
verstomt, want de makker van gisteren
is de vijand van heden. Internationalis
me verdwijntals een groot licht staat
de eenheid der land'genooten midden in
het bewustzijn, als het andere valt in
de schaduw. Die eenheid alleen is re
ëel en lichamelijk. Samen met hen lijdt
men het vreeselijke de angst voor hof
en haard, voor vrouw en kind, voor
plundering en vernieling de ruwheid
en de wreedheid der overwinnaars
samen met hen krimpt men in een van
woede en wanhoop die zich niet uiten
kan; samen met hen spant men alle ze
nuwen en spieren in om dit uiterste
van ellende te keeren. Geen doorzicht,
geen weten, geen denken, geen lange
en sterke gezindheid houdén tegen de
kracht der vreeselijke feiten stand."
„Wee in zulke tragische uren de
leiders, die aan het volk de middelen
van verweer hebben ontnomen
De nationale ontwapening is maar
een verkiezingsleuze.
Wanneer de socialisten ten onzent
eens het roer van Staat in handen kre
gen na drie Juli, zouden ze zich wel
tweemaal bedenken voor ze tot afschaf
fing van onze weerbaarheid overgin
gen. Ze zouden spoedig de kunst ver
staan hebben om hun collega's in het
buitenland na te praten
Maar intusschen wordt ons volk ver
giftigd met de misleidende propagan
da over de nationale ontwapening, en
wordt hierdoor een aanslag gepleegd
op ons nationaal volksbestaan.
Zou dat geen misdaad' zijn
„De vlucht uit het concrete".
Hierover sprak eenigen tijd geleden een onzer
Gereformeerde predikanten. En hij wees er toen
op, dat onze tijd zich kenmerkt door een ont
vluchten van de werkelijkheid, een ontvluchten
van 't concrete. Men ziet dat bij de ongeloovigen
die zich paaien met de gedachte: als we goed
oppassen, dan zal het zich in het hiernamaals
met ons wel reddenEn ze ontvluchten de
werkelijkheid. Men ziet het bij de partijen aan
de linkerzijde: ze willen de werkelijkheid niet
zien: den mensch is wel goed, maar de omstan
digheden deugen niet, zeggen ze. En het gemis
aan werkelijkheidszin wreekt zich in hun po
litiek optreden. Dientengevolge zien ze voor
werkelijkheid aan wat slechts schijn is, en daar
om ijveren ze voor wijziging van ons straf
stelsel, wijziging van onze huwelijkswetgeving,
en afschaffing van de rijksweermacht. Vooral
het Socialisme kenmerkt zich door die vlucht
uit hete oncrete, een gemis aan nuchtere wer
kelijkheidszin. Met holle frases 'en zinledige
leuzen wordt het volk opgezweept en het den
heilstaat voorgespiegeld, mits het maar den
klassestrijd aanvaardt en loopt in het roode
gareel. Een hemel op aardeMaar de mensch
die er aan gelooft is als de struisvogel, die bij
het nader'end gevaar den kop in het zand steekt
en nu hij het gevaar niet ziet, ook denkt, dat
het gevaar er niet is
Toch zoeke men het verschijnsel, dat we zoo
even noemden, die vlucht uit het concrete, niet
allen bij de linksche partijen. Ook onder ons
zijn er, die een groot gemis aan werkelijkheids
zin vertoorien. We moeten niet vergeten, dat het
tenslotte in den aard van ieder mensch ligt, om
de werkelijkheid te ontvluchten.
De echte realiteit is eigenlijk het hoogste goed,
het Goddelijke, het eenige Ware, de Zijnde.
God is waarachtig, maar alle mensch is leugen
achtig, alle mensch wordt voortgejaagd door
een drang om het concrete te ontvluchten; de
schijn, dat is het niet zijnde, boeit den mensch
en het is ook de oorzaak van zijn val ge
worden. Wij zien de dingen graag zooals wij
ze willen zien, en onze fantasie is wel zoo
groot, dat we ze dan ook inderdaad zi'ent terwijl
maar al te vaak de lust en zelfs de moed ont
breekt, om ons zelf te controleeren of we wel
waar zijn tegenover ons zelf. En dat gebrek
aan moed om de waarheid te zien kan zoo
noodlottig zijnDrijfzand zien we dan voor
vasten bodem aan en eer we er goed en wel
op staan, zinken we er al in weg
Het gemis aan werkelijkheidszin treffen we
ook onder de rechtsche partijen aan, zeiden we.
En dan bedoelen we in de eerste plaats wel
de twee politieke partijtjes, die zich in de
laatste jaren hebben, opgeworpen als gevolg
van het nieuwe kiesstelsel, de evenredige ver
tegenwoordiging, de H. G. S. en de S. G. P.
De geheele politiek dezer partij'en wordt ge
kenmerkt door een vlucht uit het concrete. Beide
partijen droomen zich een toestand zooals we
die drie eeuwen terug beleefd hebben. En beide
partijen willen in onzen tijd hetgeen voorbij
gegaan is, wederom toepassen. De werkelijkheid
der twintigste eeuw is hun voorbij gegaan, zon
der dat het hun geroerd heeft.
Ik denk hier b.v. aan de politiek van de
H. G. S„ de partij van Ds. Lingbeek, welke
partij nog steeds droomt van één groote, alles
omvattende, vaderlandsche kerk, die als Staats
kerk het geheele volk voedt en dient, ongeveer
als het voor de Fransche revolutie was. En
dan een Overheid, die samen met deze kerk
het volk bindt aan de Wet des Heeren, een
Overheid, die de Tien Geboden als de grond
wet van het politieke leven beschouwt, en die
evenals de wetgeving van het volk Israël aan
vangt met-deze woorden: „Ik ben de Heere uw
God, die u uit Egypteland, uit het diensthuis,
uitgeleid heb." Zou dit geen vlucht uit het
concrete zijn Is zulk een toestand op onzen
tijd toe te passen Is het geen schromelijke ver
warring van dingen, die gescheiden moeten blij
ven Moest vooral een theoloog niet beter
wet'en Is Ds. Lingbeek een leeraar onder het
volk en weet hij deze dingen niet Weet hij
nie,t dat het theocratisch koningschap van het
volk Israël een speciale bedoeling had, n.l. om
den Christus voort te brengen En moet hij
daarmee nu ons Hollandsche volk vergelijken
Maar ook al wist hij deze dingen niet, dan zou
toch de ontwikkeling van ons volksleven hem
de oogen moeten openen. Moet het geen vlucht
uit het concrete zijn als iemand, met zulk een
afval voor oogen als zich in onzen tijd open
baart, toch vasthoudt aan een volkskerk als deze
man zich voor oogen spiegelt? En moest ten
slotte de H. Schrift hem niet wat anders ge
leerd hebben Leert de Openbaring van Jo
hannes hem niet, dat de laatste tijd voor den
Anti-christ zal zijn
Nog pas schreef Dr. De Vrijer, Ned. Herv.
predikant te Amsterdam, of het nog geen tijd
wordt, dat de kerk in Amsterdam de fictie
(de schijn) van 240.000 leden opgeeft, om zich
alleen te geven aan de 10.000, die werkelijk
nog iets aan de Kerk doen. Dan zou het met
de enkele predikanten te houden zijn en het
geheele bevolkingsbureau en het stembureau, dat
jaarlijksch tienduizenden gulden behoeft voor de
kaart-systemen der fictieve leden, tot een be
scheiden administratie terug te brengen zijn.
Dat is de werkelijkheid
Ons volk weekt los van de Kerk. En dat
proces is maar niet van de laatste jaren, maar
vindt zijn oorsprong in het verval-tijdperk in
de laatste helft der achttiende eeuw.
Laat ons het concrete maar gerust onder de
oogen zien Daarmee bereiken we althans, dat,
hetgeen nog waarlijk tot de kerk behoort, een
goede bearbeiding krijgen kan
Hetgeen Ds. Lingbeek wil is een vlucht uit
het concrete, een ontvluchten van de werke
lijkheid.
Niet anders staat het met de Staatk. Geref.
partij. Ook hier treft telkens weer een groot
gebrek aan werkelijkheidszin. Ook hier stelt
men het voor alsof aan een Johannis op Patmos
nimmer geopenbaard werd, dat „al deze dingen
geschieden moeten eer dat de Christus weder
komt", dat er een modern-heidensche staat moet
komen, waarin de anti-christ verheerlijkt zal
worden. Ook hier wil men altijd nog maar
weer terug naar de middeleeuwen en den Staat
gebruiken om er de kerk op te laten leunen.
Een vlucht uit het concrete
De Staat
Hij zal een voertuig worden voor den anti
christ
Het is ons duidelijk geopenbaard
Zeker, we zullen den tijd terug krijgen, dat
Kerk en Staat ineen zullen vloeen. De tijd van
een kerkstaat of van een staatskerk, zooals
men het maar noemen wil. De Openbaring van
den Apostel Johannes zegt het ons duidelijk.
De anti-christ zal zich meester maken van den
Staat, zoo goed als hij zich meester zal maken
van de maatschappij 'en van het sociale leven
en van het gezin en van alle levenskringen
En wie door God met eenige werkelijkheidszin
begiftigd is, ziet het in onze dagen duidelijk
voor oogen ontwikkelen. De geest van den
anti-christ is bezig om de komst van den anti
christ zelve voor te bereiden. We krijgen een
modern heidendom, waaruit de anti-christ zich
ontwikkelen moet. Niets of niemand houdt dat
tegen. Het is tenslotte de uitwerking van Gods
Raadsbesluit.
Maar zullen wij dan tegen dat plan inwerken
'en' nu we de voltrekking van dat plan zien,
zeggen Neen, zoo moet het niet, maar we
moeten terug naar den tijd der middeleeuwen.
We zullen het geheele volk weer brengen on
der den band van het Woord en we zullen
daartoe den machtigen arm van den hoogen
Overheid gebruiken De ééne, ware kerk moet
weer de overheerschende kerk worden en de
valsche kerk moet er onder Zullen we het
rad der tijden kunnen terug wentelen Het is
immers een fictie Het gaat nietHet is een
ontvluchten van het concrete, van het wer
kelijke.
En omdat het een fictie is, strijd het ook
tegen den wil van God. De wil des Heeren
richt zich altijd naar het concrete, naar de volle
werkelijkheid. Daarom faalt dien Wil ook nooit.
Daarom is het Woord van God ook nooit
zonder macht, maar heeft het uitwerking. Wil
len wij christenen zijn, dan moeten we iets
daarvan willen leeren. We zien het zoo klaar
bij den Christus tijdens zijn omwandeling op
aarde. Hij zag de volle werkelijkheid en Hij
richtte zich nimmer naar het fictive. Daarom
passeerde Hij de groote macht van het Ro-
meinsche rijk. Hij negeerde het. Maar Hij richtte
Zich op het hart van den mensch, van waar
de uitgang'en des levens zijn. Hij, de Alwijze,
wist het, dat als dat hart wordt omgebogen,
de hoogste realiteit wordt volbracht, een wer
kelijkheid, die naar buiten uitvloeit, en mach
tigen invloed uitoefent op het leven. Christus
wist het, dat als de kern van Goddelijke kracht
in de menschheid wordt uitgestort, ook het leven
wordt omgebocfen naar den wil van God. Daar
om richtte Christus zich tot het concrete, de
hoogste werkelijkheid van het Koningschap Gods
en indirect bracht Christus daarmee het Ro-
meinsche rijk ten val
Heeft het voor onze dagen niet iets te zeg
gen Is het niet geheel in de lijn van de fi.
Schrift, dat het hoogste concrete, het Koninkrijk
Gods, niet komt met uiterlijk gewaad, niet komt
door de kracht van een wereldlijke overheid,
maar door de Geest Gods, die in den mensch
werkt
UITKIJK.
DE PROEFTUIN TE MIDDELHARNIS.
IV.
Mogen we weer eens de aandacht voor onzen
proeftuin vragen De lezers mochten eens den
ken, dat er niets meer te vinden is, dan wat
bessen en appel- en pereboomen
Nu we 't daar toch over hebben, mogen we
daar nog wel eens iets bijvoegen. In den loop
der jaren, dat de proeftuin nu bestaat, heeft
het bestuur een vrij groot sortiment van appels
in dén tuin beproefd op kanker. Het zal
alle appelboombezitters wel niet ontgaan zijn,
dat hun boomen na korter of langer tijd op
verschillende plaatsen rottende, kankerende plek
ken gaan vertoonen. De resultaten der middelen,
die daartegen met meer of minder succes zijn
aangewend, kunt u ook in den tuin vernemen.
Uitkrabben der kankerplekken, insmeeren met
carboüneum, 't hielp wel een poosje, maar
één of twee jaar later had men 't lieve leven
weer gaande, 't Zou dus wel iets waard zijn,
als er e'en goede appelsoort werd aangetroffen,
die op ons eiland dit kwaaltje niet vertoonde.
Helaas is men tot de conclusie moeten komen,
dat alle beproefde soorten aan dit euvel leden.
Alle wel niet in dezelfde mate, maar ze hadden
er toch alle een smeurtje van te pakken.
Met pereboomen heeft men veel minder last.
We laten nu verder onze boomen met rust
en gaan een beetje lager bij de grond een kijkje
nemen.
Daar staan daar een paar perceeltjes aard
beien. Wist u, dat er zoo'n verschil is tusschen
de aardbei'en O ja, u zult misschien zeggen:
Zeker, we kennen ook die fijne, kleine wilde
aardbeitjes. U hebt gelijk, in Breda kent men
ze als de Breda sche aardbei. Een buitengewoon
fijne delicatesse, maar die voor onze gronden
geen drogen boterham over zou laten.
Neen, onder de „tamme", in m'n vorige woon
plaats zeide men „makke soorten, wist u, dat
daar zoo'n verschil onder was U wist na
tuurlijk al van vroegrijpe en laatrijpe aard
beien. Maar wist u ook, dat daarin verschillende
soorten voorkwamen Soorten, die in verschil
lende belangrijke eig'enschappen verschillen We
willen eerst maar eens zien, wat de proeftuin
ons leert.
Daar hebben we dan eerst de soort Mada
me Moutot.
Een mooie Fransche naam 'k Vrees echter,
dat die dame, wel een „reuze" dame moet ge
weest zijn. Althans, wanneer ze als dame ge
weest is, wat de naar haar genoemde aardbei
als aardbei is.
Deze aardbei valt niet alleen op door haar
buitengewoon groot blad, maar ook door de
buitengewoon groote vrucht, 't Lijken wel vaak
taschjes, die vruchten. Reuze vruchten dus. In
smaak laten ze t nog al eens een beetje zitten.
Gaan we de gemiddelde opbrengst der 3 laatste
jaren na, dan blijkt die te zijn 28.3 pond per
roe, dié op de veiling e'en gemiddelde prijs van
5.11 maakten. Een zuiver beeld geeft dit niet
geheel, daar er een jaar tusschen ligt, waarin
de nachtvorst veel kwaad aan de aardbeien
gedaan heeft.
Een andere soort is de Madame L e F b r e.
Deze dame is wat eleganter en geeft ook sma
kelijker vruchten, die echter niet zoo groot
worden als die van de Madame Moutot. De
gemiddelde opbrengst was hier 22 pond per
roe, die een prijs van 4.57 maakte. Dit beeld
is ook weer niet juist, daar ik hier een ge
middelde van 2 jaren moet nemen, waarin dat
jaar ligt van de nachtvorsten. Gaan we toch de
prijzen van jaar tot jaar na, dan blijkt de Ma
dame Le Fèbre elk jaar een hoogere prijs te
maken dan de Madame Moutot.
Intusschen zijn beide soorten voor ons eiland,
waar ze in t groot geteeld moeten worden,
minder geschikt. Het vervoer zou voor deze
soorten allesbehalve aanbevelenswaard zijn, en
hoe moeten we ze anders van ons eiland af
krijgen Men zal misschien zeggen: in 't vat.
Inderdaad, dat gaat, maar ook daarvoor wil
men slechts eerste kwaliteit vrucht.
De Jecunda is een soort, die hierin te
gemoet komt. Deze soort kan beter tegen een
stootje, al is de opbrengst dan vaak wat
minder.
Betrouwbare cijfers daaromtrent kan op heden
de proeftuin helaas nog niet geven. Wanneer
we e'en paar jaar verder zijn mogelijk wel.
Met deze 3 soorten is 't lijstje natuurlijk nog
niet uitgeput. Maar met deze soorten is wel
in den proeftuin gewerkt.
Vooral de Madame Le Fèbre heeft veel men-