Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3543
WOENSDAG 5 JUNI 1929
44ste JAARGANG
Gemeenteraad.
W. BOEKHOVEN A ZONEN
411e gtnkken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
hoe men de kiezers voorlicht
het vrouwenkiesrecht.
laat het a. r. beginsel, god
ontberende propaganda toe
onbillijke verwijten.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Zenuw-Tabletten 75 ct.
Staal-Tabletten 90 ct.
Maag-Tabletten 75 ct.
Bij" Apoth. en Drogisten
Mi
Deze Coura.it verschoot eiken WOENSDAG en 7ATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— bl vooruitbetaling.
BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per Jaar.
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMAJELSDIJX
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zf beslaan.
AdvertentiSn worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
KSGHE STAATSHOOFD IN
Een recente opname van den
met zijn kleinkinderen op zijn
Bohemen.
- ïpir#
De Haagsche vroede vade»
ligt af te wachten.
Het is wel noodzakelijk, dat onze ijverige
partq-secretaris, de heer Den Ouden, zoo nu
en dan een artikeltje in de A. R, pers plaatst
onder bovenstaand opschrift
Het is zoo men het zelve niet las schier
ongelooflijk wal men den kiezers van Staatk.
Geref. zijde in deze dagen voorzet.
Niets en niemand wordt ontzien.
De grofste leugens moeten diénst doen om
de A. R. partij zwart te maken.
Nog pas stelde Ds. Kersten 't in „De Banier"
voor alsof de A. R. partij allerlei dwang, door
de overheid uit te oefenen, voorstaat (vaccine-
dwang, stemdwang, enz.)
En in hetzelfde blad komt hij weer met het
oude praatje, dat 't een gevolg van de A. R. be
ginselen is, dat Godtergende propaganda in de
straten der groote steden wordt toegelaten. En
als voorbeeld doet dan weer dienst, dat hij op
zekeren dag een man zag loopen met een bord,
waarop de vreeselijke woorden stonden: „God
Iis het grootste kwaad."
Valsch citeeren 'en valsche conclusies trekken
is aan de orde van den dag.
Zoo worden de kiezers voor- en ingelicht
Wat er tegen te doen
Der waarheid getuigenis geven.
Het is in deze dagen meer dan ooit zaak,
dat ieder zijn roeping getrouw vervulle en tegen
over de onjuiste voorstellingen de waarheid in
het licht stelt.
Ten slotte zal deze toch ook tegenover de
taktiek der S. G. P. zegevieren
In deze dagen wordt ook weer ter sprake
gebracht de z.g. beginselverzaking der A. R.
partij inzake het Vrouwenkiesrecht.
Het zou de S. G. P. beter staan, zoolang ze
hun eigen afgevaardigden mede door vrouweri-
stemm'en in de Kamer gebracht ziet, dat ze hier-
.over de hand op den mond legde,
f De kwestie staat voor ons zoo, dat wij het
vrouwenkiesrecht wraken, echter niet
omdat Gods Woord het verbiedt, doch omdat
het voortvloeit uit het revolutionaire kiesstelsel,
dat we ook reeds vóór het vrouwenkiesrecht
in ons land bezaten. We staan tegenover het
tegenwoordige kiesrecht precies als tegenover
het oude. Beiden achten we verwerpelijk. Maar
van beiden maken we gebruik, omdat we anders
onzen invloed inboeten, We staan het gezins
hoofdenkiesrecht voor, waarbij ook aan de
vrouw het stemrecht gegeven wordt als ze als
hoofd van het gezin optreedt. Dat wij thans
onze vrouwen oproepen is dus geen beginsel-
verzaking.
En ten slotte herinneren we nog e'ens aan
het woord van Ds. Schippers in 1925 ge
sproken.
Deze had eerst ook ernstige bezwaren tegen
het vrouwenkiesrecht en had deze zaak ernstig
en biddend onderzocht.
En daarop schrijft hij
„Maar Dinsdagavond in Dordt sprak de heer
Colijn, onze leider. En niet zijn woord: „dat
de H. Schrift het vrouwenkiesrecht niet ver
biedt maar een ander woord heeft mij dit
stukje doen schrijven. Z. ed. herinnerde aan
Christus afscheid; hoe de Heiland sprak: „Mij
Is gegeven alle macht in hemel en op de aarde".
Maar ook: „En gij zult mijne getuigen zijn". En
dat woord werd mij een klem, de klem, in dit
opzicht ook voor de Christenvrouw Op grond
van dat bevel van Jezus Christus zeg ook ik:
gij Christenvrouw, gaat ter stembus en getuigt
van Jezus Christus, ook door uw stembiljet."
;tj
V
rdlgheld der regeering, wijdde
ter eere van den Onbekender
arachter het kostbaar-uitge-
orische dracht.
Is het waar wat Ds. Kersten zegt?
Het is niet waar.
De a. r. partij laat de God onteerende pro
paganda als Ds. Kersten in Den Haag één dag
gezien heeft, niet toe, mag ze krachtens haar
beginsel niet toelaten.
Want uitdrukkelijk zegt het A. r. program
van»beginselen, dat het souverein gezag over.
al het geschapene allen in God ligt, en dat ook
op staatkundig terrein de eeuwige beginselen
van Gods Woord beleden moeten worden en
dat dientengevolge de overheid geroepen is tot
verheerlijking van Gods Naam,
En dan herinneren wij wat de Anti-Rev. mi
nister van Justitie voor enkele jaren tegenover
de vereeniging „De Dageraad", een vereeniging
van Godloochenaars, heeft opgemerkt, bij zijn
weigering om haar statuten goed te keuren.
Zijne Excellentie zei daarbij
„De Minister van Justitie geeft adressant
te kennen
dat de vereeniging blijkens het bepaalde in
artikel 2 van de overgelegde statuten zich
ten doel stelt: „naar de vrije en volledige
ontwikkeling der menschelijke persoonlijkheid
te streven door de bevordering van het vrije
denken op elk gebied. Zij plaatst zich hierbij
op den grondslag van de steeds voortschrij
dende wetenschap 'en het wijsgeerig denken
en beschouwt de critische waarneming en er
varing als de eenige kennisbronnen. Uitgaande
van de rede plaatst zij zich op atheïstisch
standpunt"
dat alzoo de vereeniging beoogende een
van uit atheïstisch standpunt na te streven
zin en volledige ontwikkeling der menschelijke
persoonlijkheid, die in God haar oorsprong
vindende normen voor het leven ter zijde stelt,
en mitsdien in beginsel zich richt tegen de
goede zeden
dat derhalve de overgelegde statuten in
gevolge de Wet voor goedkeuring niet vat
baar zijn."
Dat is het zuiver A. R. standpunt.
(Ds. Kersten heeft het nog nooit in „De
Banier" afgedrukt
Maar op ditzelfde Anti-Rev. standpunt ver
biedt onze partij de Godonteerénde propaganda
als Ds. Kersten in Den Haag gezien heeft.
En Ds. Kersten wéét dat.
En tóch stelt hij het telkens weer anders
voor
Hetzelfde geldt van de verwijten, die Ds.
Kersten tegen onze partij doet, als zou zij mede
gewerkt hebben aan het tot stand brengen van
allerlei dwang en het in gebreke blijven om
principieele politiek te voeren.
Zaak is, dat Ds. Kersten geen goede daden
van de A. R. partij erkennen wil.
Als onzerzijds in de Kamer tegen het open
stellen van postkantoren op Zondag geprotes
teerd wordt, roept Ds. Kersten smalend: „Ze
ijveren voor de Anti-Rev. Zondag Blijkbaar
is hij bevreesd, dat onze partij de wind uit zijn
zeilen haalt.
Waardeering voor het optreden der A. R.
partij in de Kamer heeft Ds. Kersten nooit, wel
felle en onbillijke critiek.
De waarheid is echter, dat de A. R. Kamer
fractie steeds trouw op haar post was bij de
behandeling van allerlei beginselvraagstukken.
We noemen slechts uit de laatste jaren
le. weigering der goedkeuring van de statuten
van de vereeniging „De Dageraad"
2e. bij de wet op de dienstweigering, de hand
having van de roeping der overheid, met eer
biediging der dwalende consciëntie
3e. aandrang van A. R. zijde om een nieuw
ontwerp Zondagswet
4e. pleidooien in de Kamer tot keering van
het kwaad der lijkverbranding.
5e. bezwaren tegen de vaccinedwang en hand
having der consciëntievrijheid (voorstel-Bijleveld
dat aangenom'en werd, waardoor de dwang nu
is opgeheven);
6e. pleit voor erkenning der doodstraf
7e voo.rtdurende bestrijding van den stem
dwang in de Kamer (de actie-Beumer hiertegen);
8e. aandrang op afschaffing der Staatsloterij;
9e. verdediging tot het behoud van het ge
zinsleven, tegen de gelijkstelling der wettige en
onwettige kinderen (denk aan Ziektewette
gen moederschapszorg en z.g. vrouwenrechten
op revolutionairen basis, tegen de gehuwde
ambtenares, enz.
10e. weigering van goedkeuring van de sta
tuten der Neo-Malthusiaansche vereeniging, die
ijvert voor kinderbeperking
11e. scherper toezicht op bioscopen (bios
coopwet)
We noemen maar enkele dingen.
Er is heel wat meer op te sommen, b.v. over
nationale vraagstukken, onderwijskwestie, stof
felijke vraagstukken, enz.
Maar hetgeen we noemen bewijst voldoende,
dat de A. R. partij, waar het pas gaf, positief
optrad om haar beginsel te belijden en zoo mo
gelijk toe te passen.
De verwijten van Ds. Kersten zijn onbillijk
en met de waarheid in strijd.
Natuurlijk zijn ook wij niet met alles tevreden.
Maar we beschikken slechts over dertien Ka
merzetels.
Endit Kabinet, dat mede als gevolg van
de actie-Kersten optrad, verklaarde openhartig,
dat het aan géén beginselpolitiek zou doen
Had men het Kabinet-Colijn in het leven ge
laten, dan zou er ongetwijfeld een veel posi
tievere gedragslijn zijn gevolgd.
Maar dat het zoo geloopen is, is niet onze
schuld.
Vergadering van den gemeenteraad van
DEN BOMMEL op Vrijdag 31 Mei,
des nam. om 5 uur.
De tribune was stampvol.
De Voorzitter, burgemeester Brouwer, opent
de vergadering met gebed, waarna hij de no
tulen der voorlaatste vergadering voorleest.
Wethouder MAST maakt naar aanleiding
van deze notulen een aanmerking en zegt, dat
het niet waar is, dat er vele klachten zijn in
gekomen over de gasleiding, zooals de voorzitter
voorleest. Spr. heeft gevraagd: waar zijn die
klachten en er zijn er geen genoemd.
De VOORZITTER antwoordt, dat de gas
fitter vele klachten heeft gehoord.
Wethouder MAST zegt: de gasfitter is een
belanghebbende.
De VOORZITTER zegt, dat ook verschil
lende particulieren er over geklaagd hebben.
Wethouder MAST antwoordt, dat het hem
niet bekend is, dat er particulieren over de
gasleiding geklaagd hebben. De voorzitter stelt
het verkeerd voor.
De heer JONGELING merkt op, dat bij hem
ook een stuk of drie, vier personen geklaagd
hebben.
De VOORZITTER zegt, dat in elk geval
veei klachten bij den gasfitter zijn ingekomen.
Wethouder MAST antwoordt: de gasfitter is
de gasfbariek, dus belanghebbende; de fabriek
verdient er 20 aan als er nieuwe buizen
gelegd moeten worden.
De VOORZITTER: ja de fabriek, maar niet
de gasfitter.
Wethouder MAST: dat is hetzelfde. In elk
geval zijn er geen klachten ingekomen en dat
wil spr. in de notulen opgenomen hebben.
De VOORZITTER heeft hiertegen geen be
zwaar en zegt toe dit alsnog in de notulen te
zullen opnemen. Spr. sluit hierover de discussie,
na nog opgemerkt te hebben, dat verschillende
personen bij hem persoonlijk ook over de gas
verlichting geklaagd hebben.
Goedgekeurd wordt een wijziging van de ge
meen tebegrootingen dienst 1928 en 1929.
B. en W. stellen den Raad voor om d'en
tijdelijken Secretarie-ambtenaar, den heer Lem-
kes, nog weer voor drie maanden in dienst te
houden.
De heer LOKKER heeft hier bezwaar tegen.
De heer ROSMOLEN zegt ook bezwaar te
hebben.
Wethouder MAST zegt waarom hij er voor
zal stemmen. Lemkens kan blijkbaar nog niet
gemist worden. Er is gezegd, dat het werk op
de secretarie .zeer ten achter was, dat moest
Lemkens opknappen. In drie maanden zou dat
bijgewerkt zijn. Maar nu blijkt, dat het nog
niet bijgewerkt is. Daarom kan Lemkens nog
niet gemist worden. Spr. zal er nu zijn stem
aan gevën om Lemkens nog drie maanden te
houden, echter onder voorwaarde, dat het werk
dan ook bijgewerkt is en Lemkens dan ontslagen
kan worden. Het ambtenarencorps, dat we hier
hebben, is veel te duur, zegt spr.
De heer ROSMOLEN merkt op, dat de vo
rige keer ook gezegd is, dat het in drie maanden
kon bijgewerkt zijn.
De VOORZITTER antwoordt d'en heer Ros
molen, dat er nog heel veel werk ligt, er is
later veel werk bijgekomen.
De heer ROSMOLEN vraagt of dat dan niet
in één maand kan bijgewerkt worden. Lemkens
is toch nog tot 1 Juli hier.
De VOORZITTER: ik zie er geen kans toe.
De heer HOKKE verklaart zich er ook tegen.
De vorige keer is ook gezegd, dat het in drie
maanden kon bijgewerkt worden. Spr. gelooft,
dat het nu toch wel is zoo.
Den heer LOKKER lijkt het onmogelijk, dat
als het nu nog niet bijgewerkt is, dat het dan
over drie maanden wel bijgewerkt zal zijn.
Wethouder SEGERS: breng het in stemming.
Wethouder MAST: er kan toch wel eerst e'ens
over gepraat worden.
De heer JONGELING: als het is zooals Mast
zegt, kan het dan over drie maanden bijgewerkt
zijn
De VOORZITTER: ik kan het niet met ze
kerheid zeggen. Het is er na hoe de boel loopt.
Heel de bevolking moet gecontroleerd worden.
Spr. kon dat niet van te voren bekijken.
Het voorstel-B. en W. wordt in stemming
gebracht'en aangenomen. Tegen stemden de hee-
ren Lokker, Rosmolen en Hokke.
De VOORZITTER leest voor een adres van
wethouder Mast. Het is van den volgenden
inhoud
Ondergeteekende Jacobus Pieter Mast, te
Den Bommel, vernomen hebbende, dat het
door den gemeentewerkman C. van St. Anna-
land op order van den Burgemeester, bij hem
aan pakhuis afigehaalde kainiet voor be
strijding der gladheid op de straten voor re
kening der gemeente Den Bommel zou zijn en
dat ondergeteekende in zijn functie als raads-
lid volgens de wet, niets mag verkoopen voor
geld aan de gemeente.
Brengt hiermede Uwen Raad ter kennis,
dat het bedrag van de levering der genoemde
kainiet teruggestort is in de gemeentekas en
verzoekt ondergeteekende, dat Uwën Raad
deze terugbetaling wil aanvaarden en de ge
leverde kainiet wil beschouwen als een schen-
king, welke dan toch zeker ten algemeenen
nutte, en in het belang der veiligheid is aan
gewend.
Ondergeteekende wil Uwen Raad verzoe
ken, nota te nemen, dat de Burgemeester de
groote fout gemaakt heeft, door den gemeente
werkman orders te geven bij mij deze kainiet
te laten halen.
Hoogachtend,
get. J. P. MAST.
Den Bommel, 15 Mei 1929.
De heer HOUTHUIZEN: we kunnen daar
daar niet op tegen wezen. Het was de bedoeling
niet van den heer Mast om de gemeente te
benadeelen en het kalizout moest zoo spoedig
mogelijk besteld worden.
De heer JONGELING: de schenking is een
voordeel voor de gemeente, maar daarmee heeft
Mast zijn fout niet hersteld.
Hij wist, dat hij verkeerd gedaan had als
raadslid.
Wethouder SEGERS: de heer Mast heeft in
het belang van de gemeente gehandeld. We
konden toch de menschen hun beenen niet laten
brek'en
De heer JONGELING: er was toch zand in
de gemeente
Wethouder MAST: dat was geheel bevroren,
daar had je niets aan, 't was alles ijs.
Wethouder SEGERS: en dat was van de
provincie, je mag toch zeker niet stelen
De heer ROSMOLEN gelooft wel, dat Mast
het in het belang van de gemeente -gedaan
heeft, maar hij heeft er toch geen goed aan
gedaan, het is in elk geval in strijd met de
gemeentewet.
De heer SEGERS: Al is dat nu waar, dan
wordt dat toch weer goed gemaakt door de
gift. Ik heb er geen bezwaar tegen om| het
aan te nemen. Wat mij betreft komt er telkens
een gif van 100.-voor de gemeente binnen
De heer HOKKE: als de Raad de gift van
Mast aanneemt, is de zaak dan daarmee op
gelost
De VOORZITTER: naar mijn meening niet.
Ik stel voor dit adres aan te houden tot er een
uitspraak gedaan is over deze kwestie. De heer
Mast moet zich daarbij als belanghebbende van
semming onthouden.
Wethouder SEGERS: dat is een raar geval.
We moeten Mast een kans geven zich te ver
dedigen, dan weten Ged. Staten waaraan zij
zich te houden hebben, ze zullen een verkeerden
indruk krijgen als ze zien, dat de raad zoo maar
aan de beschuldiging gehoor geeft.
Wethouder MAST :U weet voorzitter, dat
ik een andere meening over dat artikel der
gemeentewet heb en dat volgens mijn opinie ik
gerust mee kan stemmen.
De VOORZITTER: ik denk er anders over.
U is een belanghebbende en moet U dus van
stemming onthouden.
Het voorstel van den Voorzitter om het schrij
ven van den heer Mast aan te houden, wordt
in stemming gebracht. De heer Mast onthoudt
zich van stemming. Voor stemmen de heeren
Hokke, Rosmolen en Jongeling.
Wethouder SEGERS: ik ben het met den
voorzitter niet eens, dat IVJast niet mee mag
stemmen. Hij doet een schenking aan de ge
meente en dan is hij toch zeker geen belang
hebbende
De VOORZITTER krijgt de Geme'entewet
en leest
„Zij onthouden zich van medestemmen over
de zaken die hen, hunne echtgenooten of
hunne bloedverwanten, tot den derden graad
ingesloten, persoonlijk aangaan, of waarin zij
als gelastigden zijn betrokken."
Wethouder SEGERS: ja, maar lees nou eens
wat er verder staat
„Een benoeming wordt geacht iemand per
soonlijk aan te gaan, wanneer hij behoort tot
die personen, tot welke de keuze door eene
voordracht of- bij eene stemming is beperkt."
Wethouder SEGERS: Welnu, dat is toch
hier niet het geval
De VOORZITTER het tweede lid gaat over
benoemingen en heeft -hier dus niets mede te
maken. We inoefen het eerste lid hebben, dat
handelt over zaken.
Wethouder MAST protesteert tegen deze
stemming, vindt haar onwetig en verlang, dat
daarvan aanteeekening gehouden wordt.. Het
betreft hier geen gunst voor mij, zegt spr.
De heer ROSMOLEN: het is wel een gunst
voor U.
Wethouder MAST Nee, want ik ben er mijn
geld mee kwijt, dat is toch geen gunst voor mij
De VOORZITTER sluit hierover de dis
cussie en deelt mede, dat er nog een tweede
adres is ingekomen over dezelfde zaak. Het
is van den volgenden inhoud
Aan den Raad der gemeente
DEN BOMMEL.
Edelachtbare Heeren
Ondergeteekende verzoekt hiermede den
Raad dezer gemeente, kennis te nemen van
onderstaande, en een besluit te nemen inzake
deze kwestie.
Hoogachtend,
get. J. P. MAST.
De Raad, vernomen hebbende de aanklacht
van den heer B. C. Jongeling alhier, gedateerd
18 Mei 1929, ingediend bij Heer'en Gedepu
teerde Staten in deze provincie en behandeld
in de vergadering van Burgemeester en Wet
houders op den 23 Mei 1929, inhoudende eene
beschuldiging tegen het raadslid J. P. Mast,
voor levering (indirect) aan de gemeente
Den Bommel van enkele balen kainiet voor
de bestrijding der gladheid op de straten,
waarvan het bedrag reeds op 8 en 10 Mei
in de gemeentekas is teruggestort
BESLUIT
dat zij hiermede hare afkeuring te kennen
geeft en deze levering als noodzakelijk voor
de veiligheid der burgerij wil beschouwen;
verzoekt dit besluit in zijn geheel onmid
dellijk ter kennis van heer'en Gedeputeerde
Staten te brengen.
De VOORZITTER stelt voor dit adres voor
kennisgeving aan te nemen.
Wethouder MAST: dat noem ik wel een
onpartijdige behandeling die ik krijg, en mag
ik over dit adres meestemmen
De VOORZITTER: ja, dit is geen zaak, die
U persoonlijk aangaat in den zin der wet.
Wethouder MAST: maar hierover mag Jonge
ling dan toch zeker niet meestemmen.
De VOORZITTER: die mag ook meestem
men, hij is toch geen belanghebbende
Wethouder SEGERS: dus nu mogen wij alle
maal meestemmen Accoord
De VOORZITTER wil in stemming brengen
zijn voorstel om het adres voor kennisgeving
aan te nemen.
Wethouder MAST: maar in de wethouders
vergadering is toch besloten om over het adres
te stemm'en Ik begrijp niet waarom U overal
over moet zegevieren.
De VOORZITTER: er is geen sprake van
zegevieren. Ik wil de stemming ook wel anders
doen.
Het adres wordt hierop in stemming gebracht
en aangenomen. Tegen stemmen de heeren Jon
geling en Hokke.
Rondvraag.
De heer MAST: ik heb gestemd voor ver
lenging van den termijn van Lemkens. Het is
mogelijk, dat ik hier niet meer terug kom en
daarom zou ik willen vragen hoelang het nog
noodig is, dat Lemkens hier als secretaris fun
geert. Toen de burgemeester hier als secretaris
benoemd werd, wisten we, dat hij niet veel van
het secretarisschap afwist, maar we dachten,
dat hij zich er wel in zou werken. Maar nu
blijkt, dat hij er niets aan doet, niet op tijd
naar het secretarie toe gaat en er weinig te
vinden is. Dat is oorzaak, dat we een dure
ambtenaar hebben moeten aanstellen en nu nog
weer moeten aanhouden.
De VOORZITTER: ik ben voldoenden tijd
op de secretarie: van 's morgens 10 uur tot 12
uur en 's middags ben ik er weer om half twee,
terwijl ik zelden voor vijf uur wegga. Ge moet
er rekening mee houden, dat ik bovendien de
besognes van het burgemeesterambt heb, ver
gaderingen enz. Spr. wil niet gaarne over het
verleden spreken maar het is een feit dat hij
meer uren op de secretarie is dan zijn ambts
voorganger.
Wethouder MASTik twijfel aan Uw capa
citeiten als gemeente-secretaris en daar heb ik
mijn reden voor. Toen U als burgemeester be
noemd werd hadden we eerst gedacht U later
als secretaris te benoemen, dan kon U zich eerst
een beetje inwerken. Maar met Goumare ging
het niet en U hebt gezegd: ik moet een goeden
ambtenaar op de secretarie hebb'en, ik kan niet
werken en ik wil niet werken ook.
De VOORZITTER U geeft een geheel ver
keerde uitlegging van het geval. Wat U daar
zegt heb ik nooit gezegd. Ik roep den geheelen
raad tot getuige, dat ik wel terdege heb willen
werken. In de eerste weken heb ik heele nachten
op de secretarie zitten werken. Ik kan er den
raad als getuige voor roepen dat gij tegen mij
gezegd heb toen ik pas hier kwam burgemeester
kijk uit welken ambtenaar U op de secretarie
hebtMaar al wat U hier zegt wordt U door
mijn ambtsvoorganger Brinkman ingestoken. Die
man bemoeit zich nog steeds met de gemeente-