Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES No. 3543 WOENSDAG 5 JUNI 1929 44ste JAARGANG Gemeenteraad. W. BOEKHOVEN A ZONEN 411e gtnkken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers hoe men de kiezers voorlicht het vrouwenkiesrecht. laat het a. r. beginsel, god ontberende propaganda toe onbillijke verwijten. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Maag-Tabletten 75 ct. Bij" Apoth. en Drogisten Mi Deze Coura.it verschoot eiken WOENSDAG en 7ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— bl vooruitbetaling. BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per Jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMAJELSDIJX Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zf beslaan. AdvertentiSn worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. KSGHE STAATSHOOFD IN Een recente opname van den met zijn kleinkinderen op zijn Bohemen. - ïpir# De Haagsche vroede vade» ligt af te wachten. Het is wel noodzakelijk, dat onze ijverige partq-secretaris, de heer Den Ouden, zoo nu en dan een artikeltje in de A. R, pers plaatst onder bovenstaand opschrift Het is zoo men het zelve niet las schier ongelooflijk wal men den kiezers van Staatk. Geref. zijde in deze dagen voorzet. Niets en niemand wordt ontzien. De grofste leugens moeten diénst doen om de A. R. partij zwart te maken. Nog pas stelde Ds. Kersten 't in „De Banier" voor alsof de A. R. partij allerlei dwang, door de overheid uit te oefenen, voorstaat (vaccine- dwang, stemdwang, enz.) En in hetzelfde blad komt hij weer met het oude praatje, dat 't een gevolg van de A. R. be ginselen is, dat Godtergende propaganda in de straten der groote steden wordt toegelaten. En als voorbeeld doet dan weer dienst, dat hij op zekeren dag een man zag loopen met een bord, waarop de vreeselijke woorden stonden: „God Iis het grootste kwaad." Valsch citeeren 'en valsche conclusies trekken is aan de orde van den dag. Zoo worden de kiezers voor- en ingelicht Wat er tegen te doen Der waarheid getuigenis geven. Het is in deze dagen meer dan ooit zaak, dat ieder zijn roeping getrouw vervulle en tegen over de onjuiste voorstellingen de waarheid in het licht stelt. Ten slotte zal deze toch ook tegenover de taktiek der S. G. P. zegevieren In deze dagen wordt ook weer ter sprake gebracht de z.g. beginselverzaking der A. R. partij inzake het Vrouwenkiesrecht. Het zou de S. G. P. beter staan, zoolang ze hun eigen afgevaardigden mede door vrouweri- stemm'en in de Kamer gebracht ziet, dat ze hier- .over de hand op den mond legde, f De kwestie staat voor ons zoo, dat wij het vrouwenkiesrecht wraken, echter niet omdat Gods Woord het verbiedt, doch omdat het voortvloeit uit het revolutionaire kiesstelsel, dat we ook reeds vóór het vrouwenkiesrecht in ons land bezaten. We staan tegenover het tegenwoordige kiesrecht precies als tegenover het oude. Beiden achten we verwerpelijk. Maar van beiden maken we gebruik, omdat we anders onzen invloed inboeten, We staan het gezins hoofdenkiesrecht voor, waarbij ook aan de vrouw het stemrecht gegeven wordt als ze als hoofd van het gezin optreedt. Dat wij thans onze vrouwen oproepen is dus geen beginsel- verzaking. En ten slotte herinneren we nog e'ens aan het woord van Ds. Schippers in 1925 ge sproken. Deze had eerst ook ernstige bezwaren tegen het vrouwenkiesrecht en had deze zaak ernstig en biddend onderzocht. En daarop schrijft hij „Maar Dinsdagavond in Dordt sprak de heer Colijn, onze leider. En niet zijn woord: „dat de H. Schrift het vrouwenkiesrecht niet ver biedt maar een ander woord heeft mij dit stukje doen schrijven. Z. ed. herinnerde aan Christus afscheid; hoe de Heiland sprak: „Mij Is gegeven alle macht in hemel en op de aarde". Maar ook: „En gij zult mijne getuigen zijn". En dat woord werd mij een klem, de klem, in dit opzicht ook voor de Christenvrouw Op grond van dat bevel van Jezus Christus zeg ook ik: gij Christenvrouw, gaat ter stembus en getuigt van Jezus Christus, ook door uw stembiljet." ;tj V rdlgheld der regeering, wijdde ter eere van den Onbekender arachter het kostbaar-uitge- orische dracht. Is het waar wat Ds. Kersten zegt? Het is niet waar. De a. r. partij laat de God onteerende pro paganda als Ds. Kersten in Den Haag één dag gezien heeft, niet toe, mag ze krachtens haar beginsel niet toelaten. Want uitdrukkelijk zegt het A. r. program van»beginselen, dat het souverein gezag over. al het geschapene allen in God ligt, en dat ook op staatkundig terrein de eeuwige beginselen van Gods Woord beleden moeten worden en dat dientengevolge de overheid geroepen is tot verheerlijking van Gods Naam, En dan herinneren wij wat de Anti-Rev. mi nister van Justitie voor enkele jaren tegenover de vereeniging „De Dageraad", een vereeniging van Godloochenaars, heeft opgemerkt, bij zijn weigering om haar statuten goed te keuren. Zijne Excellentie zei daarbij „De Minister van Justitie geeft adressant te kennen dat de vereeniging blijkens het bepaalde in artikel 2 van de overgelegde statuten zich ten doel stelt: „naar de vrije en volledige ontwikkeling der menschelijke persoonlijkheid te streven door de bevordering van het vrije denken op elk gebied. Zij plaatst zich hierbij op den grondslag van de steeds voortschrij dende wetenschap 'en het wijsgeerig denken en beschouwt de critische waarneming en er varing als de eenige kennisbronnen. Uitgaande van de rede plaatst zij zich op atheïstisch standpunt" dat alzoo de vereeniging beoogende een van uit atheïstisch standpunt na te streven zin en volledige ontwikkeling der menschelijke persoonlijkheid, die in God haar oorsprong vindende normen voor het leven ter zijde stelt, en mitsdien in beginsel zich richt tegen de goede zeden dat derhalve de overgelegde statuten in gevolge de Wet voor goedkeuring niet vat baar zijn." Dat is het zuiver A. R. standpunt. (Ds. Kersten heeft het nog nooit in „De Banier" afgedrukt Maar op ditzelfde Anti-Rev. standpunt ver biedt onze partij de Godonteerénde propaganda als Ds. Kersten in Den Haag gezien heeft. En Ds. Kersten wéét dat. En tóch stelt hij het telkens weer anders voor Hetzelfde geldt van de verwijten, die Ds. Kersten tegen onze partij doet, als zou zij mede gewerkt hebben aan het tot stand brengen van allerlei dwang en het in gebreke blijven om principieele politiek te voeren. Zaak is, dat Ds. Kersten geen goede daden van de A. R. partij erkennen wil. Als onzerzijds in de Kamer tegen het open stellen van postkantoren op Zondag geprotes teerd wordt, roept Ds. Kersten smalend: „Ze ijveren voor de Anti-Rev. Zondag Blijkbaar is hij bevreesd, dat onze partij de wind uit zijn zeilen haalt. Waardeering voor het optreden der A. R. partij in de Kamer heeft Ds. Kersten nooit, wel felle en onbillijke critiek. De waarheid is echter, dat de A. R. Kamer fractie steeds trouw op haar post was bij de behandeling van allerlei beginselvraagstukken. We noemen slechts uit de laatste jaren le. weigering der goedkeuring van de statuten van de vereeniging „De Dageraad" 2e. bij de wet op de dienstweigering, de hand having van de roeping der overheid, met eer biediging der dwalende consciëntie 3e. aandrang van A. R. zijde om een nieuw ontwerp Zondagswet 4e. pleidooien in de Kamer tot keering van het kwaad der lijkverbranding. 5e. bezwaren tegen de vaccinedwang en hand having der consciëntievrijheid (voorstel-Bijleveld dat aangenom'en werd, waardoor de dwang nu is opgeheven); 6e. pleit voor erkenning der doodstraf 7e voo.rtdurende bestrijding van den stem dwang in de Kamer (de actie-Beumer hiertegen); 8e. aandrang op afschaffing der Staatsloterij; 9e. verdediging tot het behoud van het ge zinsleven, tegen de gelijkstelling der wettige en onwettige kinderen (denk aan Ziektewette gen moederschapszorg en z.g. vrouwenrechten op revolutionairen basis, tegen de gehuwde ambtenares, enz. 10e. weigering van goedkeuring van de sta tuten der Neo-Malthusiaansche vereeniging, die ijvert voor kinderbeperking 11e. scherper toezicht op bioscopen (bios coopwet) We noemen maar enkele dingen. Er is heel wat meer op te sommen, b.v. over nationale vraagstukken, onderwijskwestie, stof felijke vraagstukken, enz. Maar hetgeen we noemen bewijst voldoende, dat de A. R. partij, waar het pas gaf, positief optrad om haar beginsel te belijden en zoo mo gelijk toe te passen. De verwijten van Ds. Kersten zijn onbillijk en met de waarheid in strijd. Natuurlijk zijn ook wij niet met alles tevreden. Maar we beschikken slechts over dertien Ka merzetels. Endit Kabinet, dat mede als gevolg van de actie-Kersten optrad, verklaarde openhartig, dat het aan géén beginselpolitiek zou doen Had men het Kabinet-Colijn in het leven ge laten, dan zou er ongetwijfeld een veel posi tievere gedragslijn zijn gevolgd. Maar dat het zoo geloopen is, is niet onze schuld. Vergadering van den gemeenteraad van DEN BOMMEL op Vrijdag 31 Mei, des nam. om 5 uur. De tribune was stampvol. De Voorzitter, burgemeester Brouwer, opent de vergadering met gebed, waarna hij de no tulen der voorlaatste vergadering voorleest. Wethouder MAST maakt naar aanleiding van deze notulen een aanmerking en zegt, dat het niet waar is, dat er vele klachten zijn in gekomen over de gasleiding, zooals de voorzitter voorleest. Spr. heeft gevraagd: waar zijn die klachten en er zijn er geen genoemd. De VOORZITTER antwoordt, dat de gas fitter vele klachten heeft gehoord. Wethouder MAST zegt: de gasfitter is een belanghebbende. De VOORZITTER zegt, dat ook verschil lende particulieren er over geklaagd hebben. Wethouder MAST antwoordt, dat het hem niet bekend is, dat er particulieren over de gasleiding geklaagd hebben. De voorzitter stelt het verkeerd voor. De heer JONGELING merkt op, dat bij hem ook een stuk of drie, vier personen geklaagd hebben. De VOORZITTER zegt, dat in elk geval veei klachten bij den gasfitter zijn ingekomen. Wethouder MAST antwoordt: de gasfitter is de gasfbariek, dus belanghebbende; de fabriek verdient er 20 aan als er nieuwe buizen gelegd moeten worden. De VOORZITTER: ja de fabriek, maar niet de gasfitter. Wethouder MAST: dat is hetzelfde. In elk geval zijn er geen klachten ingekomen en dat wil spr. in de notulen opgenomen hebben. De VOORZITTER heeft hiertegen geen be zwaar en zegt toe dit alsnog in de notulen te zullen opnemen. Spr. sluit hierover de discussie, na nog opgemerkt te hebben, dat verschillende personen bij hem persoonlijk ook over de gas verlichting geklaagd hebben. Goedgekeurd wordt een wijziging van de ge meen tebegrootingen dienst 1928 en 1929. B. en W. stellen den Raad voor om d'en tijdelijken Secretarie-ambtenaar, den heer Lem- kes, nog weer voor drie maanden in dienst te houden. De heer LOKKER heeft hier bezwaar tegen. De heer ROSMOLEN zegt ook bezwaar te hebben. Wethouder MAST zegt waarom hij er voor zal stemmen. Lemkens kan blijkbaar nog niet gemist worden. Er is gezegd, dat het werk op de secretarie .zeer ten achter was, dat moest Lemkens opknappen. In drie maanden zou dat bijgewerkt zijn. Maar nu blijkt, dat het nog niet bijgewerkt is. Daarom kan Lemkens nog niet gemist worden. Spr. zal er nu zijn stem aan gevën om Lemkens nog drie maanden te houden, echter onder voorwaarde, dat het werk dan ook bijgewerkt is en Lemkens dan ontslagen kan worden. Het ambtenarencorps, dat we hier hebben, is veel te duur, zegt spr. De heer ROSMOLEN merkt op, dat de vo rige keer ook gezegd is, dat het in drie maanden kon bijgewerkt zijn. De VOORZITTER antwoordt d'en heer Ros molen, dat er nog heel veel werk ligt, er is later veel werk bijgekomen. De heer ROSMOLEN vraagt of dat dan niet in één maand kan bijgewerkt worden. Lemkens is toch nog tot 1 Juli hier. De VOORZITTER: ik zie er geen kans toe. De heer HOKKE verklaart zich er ook tegen. De vorige keer is ook gezegd, dat het in drie maanden kon bijgewerkt worden. Spr. gelooft, dat het nu toch wel is zoo. Den heer LOKKER lijkt het onmogelijk, dat als het nu nog niet bijgewerkt is, dat het dan over drie maanden wel bijgewerkt zal zijn. Wethouder SEGERS: breng het in stemming. Wethouder MAST: er kan toch wel eerst e'ens over gepraat worden. De heer JONGELING: als het is zooals Mast zegt, kan het dan over drie maanden bijgewerkt zijn De VOORZITTER: ik kan het niet met ze kerheid zeggen. Het is er na hoe de boel loopt. Heel de bevolking moet gecontroleerd worden. Spr. kon dat niet van te voren bekijken. Het voorstel-B. en W. wordt in stemming gebracht'en aangenomen. Tegen stemden de hee- ren Lokker, Rosmolen en Hokke. De VOORZITTER leest voor een adres van wethouder Mast. Het is van den volgenden inhoud Ondergeteekende Jacobus Pieter Mast, te Den Bommel, vernomen hebbende, dat het door den gemeentewerkman C. van St. Anna- land op order van den Burgemeester, bij hem aan pakhuis afigehaalde kainiet voor be strijding der gladheid op de straten voor re kening der gemeente Den Bommel zou zijn en dat ondergeteekende in zijn functie als raads- lid volgens de wet, niets mag verkoopen voor geld aan de gemeente. Brengt hiermede Uwen Raad ter kennis, dat het bedrag van de levering der genoemde kainiet teruggestort is in de gemeentekas en verzoekt ondergeteekende, dat Uwën Raad deze terugbetaling wil aanvaarden en de ge leverde kainiet wil beschouwen als een schen- king, welke dan toch zeker ten algemeenen nutte, en in het belang der veiligheid is aan gewend. Ondergeteekende wil Uwen Raad verzoe ken, nota te nemen, dat de Burgemeester de groote fout gemaakt heeft, door den gemeente werkman orders te geven bij mij deze kainiet te laten halen. Hoogachtend, get. J. P. MAST. Den Bommel, 15 Mei 1929. De heer HOUTHUIZEN: we kunnen daar daar niet op tegen wezen. Het was de bedoeling niet van den heer Mast om de gemeente te benadeelen en het kalizout moest zoo spoedig mogelijk besteld worden. De heer JONGELING: de schenking is een voordeel voor de gemeente, maar daarmee heeft Mast zijn fout niet hersteld. Hij wist, dat hij verkeerd gedaan had als raadslid. Wethouder SEGERS: de heer Mast heeft in het belang van de gemeente gehandeld. We konden toch de menschen hun beenen niet laten brek'en De heer JONGELING: er was toch zand in de gemeente Wethouder MAST: dat was geheel bevroren, daar had je niets aan, 't was alles ijs. Wethouder SEGERS: en dat was van de provincie, je mag toch zeker niet stelen De heer ROSMOLEN gelooft wel, dat Mast het in het belang van de gemeente -gedaan heeft, maar hij heeft er toch geen goed aan gedaan, het is in elk geval in strijd met de gemeentewet. De heer SEGERS: Al is dat nu waar, dan wordt dat toch weer goed gemaakt door de gift. Ik heb er geen bezwaar tegen om| het aan te nemen. Wat mij betreft komt er telkens een gif van 100.-voor de gemeente binnen De heer HOKKE: als de Raad de gift van Mast aanneemt, is de zaak dan daarmee op gelost De VOORZITTER: naar mijn meening niet. Ik stel voor dit adres aan te houden tot er een uitspraak gedaan is over deze kwestie. De heer Mast moet zich daarbij als belanghebbende van semming onthouden. Wethouder SEGERS: dat is een raar geval. We moeten Mast een kans geven zich te ver dedigen, dan weten Ged. Staten waaraan zij zich te houden hebben, ze zullen een verkeerden indruk krijgen als ze zien, dat de raad zoo maar aan de beschuldiging gehoor geeft. Wethouder MAST :U weet voorzitter, dat ik een andere meening over dat artikel der gemeentewet heb en dat volgens mijn opinie ik gerust mee kan stemmen. De VOORZITTER: ik denk er anders over. U is een belanghebbende en moet U dus van stemming onthouden. Het voorstel van den Voorzitter om het schrij ven van den heer Mast aan te houden, wordt in stemming gebracht. De heer Mast onthoudt zich van stemming. Voor stemmen de heeren Hokke, Rosmolen en Jongeling. Wethouder SEGERS: ik ben het met den voorzitter niet eens, dat IVJast niet mee mag stemmen. Hij doet een schenking aan de ge meente en dan is hij toch zeker geen belang hebbende De VOORZITTER krijgt de Geme'entewet en leest „Zij onthouden zich van medestemmen over de zaken die hen, hunne echtgenooten of hunne bloedverwanten, tot den derden graad ingesloten, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigden zijn betrokken." Wethouder SEGERS: ja, maar lees nou eens wat er verder staat „Een benoeming wordt geacht iemand per soonlijk aan te gaan, wanneer hij behoort tot die personen, tot welke de keuze door eene voordracht of- bij eene stemming is beperkt." Wethouder SEGERS: Welnu, dat is toch hier niet het geval De VOORZITTER het tweede lid gaat over benoemingen en heeft -hier dus niets mede te maken. We inoefen het eerste lid hebben, dat handelt over zaken. Wethouder MAST protesteert tegen deze stemming, vindt haar onwetig en verlang, dat daarvan aanteeekening gehouden wordt.. Het betreft hier geen gunst voor mij, zegt spr. De heer ROSMOLEN: het is wel een gunst voor U. Wethouder MAST Nee, want ik ben er mijn geld mee kwijt, dat is toch geen gunst voor mij De VOORZITTER sluit hierover de dis cussie en deelt mede, dat er nog een tweede adres is ingekomen over dezelfde zaak. Het is van den volgenden inhoud Aan den Raad der gemeente DEN BOMMEL. Edelachtbare Heeren Ondergeteekende verzoekt hiermede den Raad dezer gemeente, kennis te nemen van onderstaande, en een besluit te nemen inzake deze kwestie. Hoogachtend, get. J. P. MAST. De Raad, vernomen hebbende de aanklacht van den heer B. C. Jongeling alhier, gedateerd 18 Mei 1929, ingediend bij Heer'en Gedepu teerde Staten in deze provincie en behandeld in de vergadering van Burgemeester en Wet houders op den 23 Mei 1929, inhoudende eene beschuldiging tegen het raadslid J. P. Mast, voor levering (indirect) aan de gemeente Den Bommel van enkele balen kainiet voor de bestrijding der gladheid op de straten, waarvan het bedrag reeds op 8 en 10 Mei in de gemeentekas is teruggestort BESLUIT dat zij hiermede hare afkeuring te kennen geeft en deze levering als noodzakelijk voor de veiligheid der burgerij wil beschouwen; verzoekt dit besluit in zijn geheel onmid dellijk ter kennis van heer'en Gedeputeerde Staten te brengen. De VOORZITTER stelt voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Wethouder MAST: dat noem ik wel een onpartijdige behandeling die ik krijg, en mag ik over dit adres meestemmen De VOORZITTER: ja, dit is geen zaak, die U persoonlijk aangaat in den zin der wet. Wethouder MAST: maar hierover mag Jonge ling dan toch zeker niet meestemmen. De VOORZITTER: die mag ook meestem men, hij is toch geen belanghebbende Wethouder SEGERS: dus nu mogen wij alle maal meestemmen Accoord De VOORZITTER wil in stemming brengen zijn voorstel om het adres voor kennisgeving aan te nemen. Wethouder MAST: maar in de wethouders vergadering is toch besloten om over het adres te stemm'en Ik begrijp niet waarom U overal over moet zegevieren. De VOORZITTER: er is geen sprake van zegevieren. Ik wil de stemming ook wel anders doen. Het adres wordt hierop in stemming gebracht en aangenomen. Tegen stemmen de heeren Jon geling en Hokke. Rondvraag. De heer MAST: ik heb gestemd voor ver lenging van den termijn van Lemkens. Het is mogelijk, dat ik hier niet meer terug kom en daarom zou ik willen vragen hoelang het nog noodig is, dat Lemkens hier als secretaris fun geert. Toen de burgemeester hier als secretaris benoemd werd, wisten we, dat hij niet veel van het secretarisschap afwist, maar we dachten, dat hij zich er wel in zou werken. Maar nu blijkt, dat hij er niets aan doet, niet op tijd naar het secretarie toe gaat en er weinig te vinden is. Dat is oorzaak, dat we een dure ambtenaar hebben moeten aanstellen en nu nog weer moeten aanhouden. De VOORZITTER: ik ben voldoenden tijd op de secretarie: van 's morgens 10 uur tot 12 uur en 's middags ben ik er weer om half twee, terwijl ik zelden voor vijf uur wegga. Ge moet er rekening mee houden, dat ik bovendien de besognes van het burgemeesterambt heb, ver gaderingen enz. Spr. wil niet gaarne over het verleden spreken maar het is een feit dat hij meer uren op de secretarie is dan zijn ambts voorganger. Wethouder MASTik twijfel aan Uw capa citeiten als gemeente-secretaris en daar heb ik mijn reden voor. Toen U als burgemeester be noemd werd hadden we eerst gedacht U later als secretaris te benoemen, dan kon U zich eerst een beetje inwerken. Maar met Goumare ging het niet en U hebt gezegd: ik moet een goeden ambtenaar op de secretarie hebb'en, ik kan niet werken en ik wil niet werken ook. De VOORZITTER U geeft een geheel ver keerde uitlegging van het geval. Wat U daar zegt heb ik nooit gezegd. Ik roep den geheelen raad tot getuige, dat ik wel terdege heb willen werken. In de eerste weken heb ik heele nachten op de secretarie zitten werken. Ik kan er den raad als getuige voor roepen dat gij tegen mij gezegd heb toen ik pas hier kwam burgemeester kijk uit welken ambtenaar U op de secretarie hebtMaar al wat U hier zegt wordt U door mijn ambtsvoorganger Brinkman ingestoken. Die man bemoeit zich nog steeds met de gemeente-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1