voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden,
BESTEVAER
Antirevolutionair
Orgaan
Ü&gg&lajaVsÜaImk
IN HOC SIGNO VINCES
EERSTE BLADL
Op den Uitkijk.
No. 3538
ZATERDAG 18 MEI 1929
44ste JAARGANG
Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN
Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
Het werk des Geestes.
mei zor$> gesorteerd,volgens
jarenlange vakkundige erva
ring verwerkt en gemelleerd
uit een keur der beste tabakker*
Land- en Tuinbouw.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG,
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1,- bl vooruitbetaling,
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar,
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER:
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per rege
DIENST A AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z| beslaan,
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur,
Het is voor den mensch moeilijk om
het werk des Geestes te verstaan.
Wanneer onze oogen niet verlicht
worden, blijven we blind voor de mach
tige werking van Gods Geest, die over
de Christelijke Kerk bij den aanvang
onzer jaartelling werd uitgestort.
Wij missen dan het geloof a.an de
machtige en on weder standelijke kracht
van den Heiligen Geest, die de wereld
overwint.
We willen dan zoo graag een handje
helpen
We ontwerpen methoden en syste
men, we roepen de machtige hand ter
nulp van overheid en wereldlijke macht.
Alsof de Heilige Geest daardoor ge
diend zou zijn
Terwijl we in vleeschelijke gezind
heid ons blind staren en angstvallig ons
vastklemmen aan een instituut of een
vorm, slaat de Heilige Geest in volko
men en volmaakte vrijheid Zijn God
delijke vleugelen uit en komt en gaat
als de wind des daags, en we weten
niet van waar Hij komt, noch waar Hij
henen gaat. Maar Zijn werk is vol
maakt en de vruchten zijn tastbaar.
Wij richten ons op den vorm.
De Heilige Geest richt Zich op het
wezen der dingen.
Wanneer 't aan de discipelen en de
apostelen gelegen had om de wereld te
overwinnen, ze zouden anders te werk
gegaan zijn.
Zij zouden zich gericht hebben op
'de vormen en de instituten dier dagen.
Zij zouden de Caesars, de stadhou
ders, de machten der aarde te hulp ge
roepen en gemobiliseerd hebben. Zij
zouden de paganistische vormendienst
en de heidensche cultuur hebben aan
getast.
Hoe hebben ze tot het laatst toe
gesmacht, dat Christus hun een aardsch
Koninkrijk zoude oprichten
Maar de Heilige Geest werkt anders.
In volkomen negatie van alle vor
men, richt Hij zich op het wezen der
dingem
Een paar voorbeelden mogen dit il-
lustreeren.
Let op Jezus' houding tegenover de
Romeinsche overheid. Keurt Hij die ty-
ram ieke overheersching goed of af
E'e Joden zullen het Hem vragen,
doe Zijn oordeel te vernemen over de
al of niet rechtmatigheid der belasting.
Maar Zijn schijnbaar nietszeggend
antwoord maakt hun niet wijzer „Geef
den Keizer, wat des keizers is", eigen
lijk erkenning van de Romeinsche
macht, maar terstond volgt er ook op
„Geef Gode wat Gods is."
En in dit laatste wordt de Romein
sche macht toch weer aangetast. Want
de Keizers zetelden te Rome als een
gedheid en lieten zich goddelijke eer
bewijzen.
Christus richtte zich op het wezen
der dingen. Want toen later de Chris
tenen dit woord in zijn volle conse-
q entie begrepen, beseften zij dat er
een terrein was, waarop die Romein-
s he Keizers niet heerschen mochten,
e i terrein dat Godes was, en daarmee
A 's die wereld-macht in beginsel ge-
1- )ken.
Christus had aan de vormen niets
Veranderd, maar door Zich op het we
zen te richten, beiden vorm en wezen
ondergraven.
Paulus stuurt den weggeloopen slaaf
Onesimus terug naar zijn heer.
Schijnbaar handhaaft hij dus den
havendienst.
Den vorm laat hij althans staan.
Maar Paulus verwacht van dien heer
dat hij zijn slaaf als broeder zal aanne
men. En juist door die geëischte broe
derschap een onmogelijkheid in het
instituut der slavernij wordt de sla
vernij in haar wezen aangetast.
Hetzelfde geldt van de positie der
vrouw.
Schijnbaar laat Christus en de apos
telen de Oostersche verhouding van
man en -yrouw bestaan, maar het wezen
van die machtsverhouding wordt on
dergraven als de apostel zegt„Daarin
is noch man noch vrouw". (Gal. III
28.)
Zoo is er meer.
Het werk des Heiligen Geestes moet
met geloofsoog aanschouwd worden.
Dan zien we, dat het zich op het
wezen der dingen richt.
In onze dagen maakt men zich weer
druk over den zin en de toepassing van
art. 36 der geloofsbelijdenis.
Maar het is miskenning van het werk
des Heiligen Geestes.
Niet de vorm, niet het instituut, niet
eenige wereldlijke macht kan ons red
den, maar alleen de strijd tegen het
wezen der anti-goddelijke dingen.
Op Pinksterfeest gedenken wij wat
het werk des Geestes in eenvoudige
visschers vermocht. Het begin der we-
reldkerstening.
Laat ons ook van beneden af, van
binnen uit arbeiden en ons richten tot
het wezen der dingen, de anti-christe
lijke vormen moeten dan vanzelf vallen.
Laat ons niet wijzer zijn dan God, de
Heilige Geest.
Het Pinksterfeest siuit de rij der Chris-
t e 1 ij k e feestdagen.
Der Christel ij ke feestdagen
In onze dagen is het woord Christel ij k
voor velen zonder eenige beteekenis meer. De
waarde die Pinksteren voor dezulken heeft, is
dat het een feestdag ïs en er een vrijen dag
aan verbonden is, dien zij op hun manier kun
nen vieren en doorbrengen.
Pink sterfeest is dan slechts een naam
zonder meer. Vraagt men wat die naam aan
duidt, ze weten het amper of heelemaal niet.
Dit is echter niet' zoo voor hen, die met den
naam Christen of Christel ij k zonder
meer, geen genoegen kunnen nemen, maar die
tot het wezen doordringen. Voor hen is
Pinksteren een Christel ij ke feestdag, dien
zij als Christenen vieren.
Welke beteekenis heeft het Pinksterfeest voor
hen?
We zeidenPinksteren sluit de r ij der
Christelijke feestdagen. We vieren het Pinkster
feest in zijn verband met de andere Christelijke
feestdagen.
En die Christelijke feestdagen zetten we in
verband met een ander feit, dat plaats greep
in den ochtendstond der schepping.
De zondeval van den mensch.
Zonder erkenning van den val des menschen
is het onmogelijk het karakter der C h r i s t e-
1 ij k e feestdagen te verstaan.
Christus' komst op de wereld, Zijn lijden
en sterven, Zijn nederdaling ter helle, Zijn
opstanding uit de dooden, Zijn Hemelvaart, en
de uitstorting van den Heiligen Geest, vormen
te samen, die groote. schoone en zalige Her
schepping van wat eens geschapen was
in volmaakte heerlijkheid, maar door den zonde
val van het menschelijk geslacht was te niet
gedaan.
Het eene staat dus in verband met het andere.
Schepping en Herschepping
Wat was het wezen der Schepping, dat door
de zondeval verbroken werd
Het was de ware eenheid, de harmonie waar
van de Schepper het middelpunt was.
De eenheid van het vele. Het saamstemmen
van duizenden bij duizenden accoorden in één
schoon harmonisch lofgezang den Schepper ter
eere.
Dat was de heerlijkheid, het wezen der
schepping.
En nu bleef na dien val toch de trek in het
hart des menschen naar de eenheid.
Mbar dat kan nooit verder gaan dan tot
een valsche eenheid, of de eenvormigheid.
Heel duidelijk openbaart zich deze mensche-
lijke trek naar eenheid in Babel's torenbouw.
In het land van Sinear wilden de menschen
die eenheid maken in den bouw van een ge
weldigen toren, welks opperste in den hemel
zijn zou.
Dat was een zoeken naar de verloren eenheid
van het Paradijs. Maar men vond het niet,
omdat men den Schepper in dit zoeken negeerde,
meer nog een andere godheid in den mensch
zelf aanbad.
Daarom moest dit zoeken teleurstellinq bren
gen.
't Was geen herstellen van wat ge
broken was, maar een ontloopen daarvan.
Heel de geschiedenis der menschheid vertelt
ons telkens van dat zoeken naar eenheid, van
dat worstelen om de harmonie terug te krijgen.
Men kreeg de wereldmachten, die een een
heid zochten te scheppen. Maar altijd wanneer
het scheen, dat de eenheid gevonden was, viel
het weer in brokstukken uiteen. Het koor,
waarin het menschdom zijn eigen heerlijkheid,
macht en majesteit wilde uitjubelen, brak telkens
af in schrille dissonnanten.
Toch ging men telkens weer opnieuw be
ginnen. De torenbouw van Babel is een tragedie
geworden in eindelooze herhaling.
Maar die in den Hemel woont zal lachen
Wat de mensch gebroken heeft kan hij niet
meer herstellen.
Goddelijke kracht is daartoe noodig I
En zietGod heeft Zijn kracht er toe willen
gebruiken
De Zoon des Scheppers volbracht de her
schepping.
Schiep de nieuwe eenheid of juister: herstelde
de gebroken eenheid. Door Zijn komst in het
vleesch, Zijn lijden en sterven, Zijn opstaan
en Hemelvaart.
In deze heilsfeiten zelf bespeurt men nog
weinig van de herstelde harmonie.
Doch het Pinksterfeest laat iets meer zien
van de ware eenheid, opnieuw door God ge
schonken.
Zij waren eendrachtelijk b ij een!
Zij werden allen vervuld met den Heiligen
Geest
Zij spraken n e taal
In beginsel de Paradijstoestand
Het opheffen van den vloek van Babel, de
spraakverwarring
Hier was de ware eenheid terug De har
monie Vrucht der herschepping
Die geen Christen is haalt de schouders
hiervoor op, zeggen het de spotters na „Ze
zijn vol zoeten wijns".
Dezulken te overtuigen van de herwinning
der ware eenheid, gaat niet.
Ze wijzen u op de groote gedeeldheid van
Christus' Kerk op aarde. Roomsch-Katholieken,
Hervormden, Gereformeerden met al hun zij
vertakkingen en ze vragen u: „Waar is nu die
eenheid
En dan moet het erkendChristus' Kerk
heeft de s c h ij n tegen zich.
Maar juist die schijn is het wezen niet.
Die verdeeldheid is weer menschenwerk, nog
vrucht van de gebroken eenheid der oude
schepping.
Doch het wezen is één.
Bij allen, hoe gebrekkig ook, is een neder-
buigen voor den Schepper en een terugdringen
van eigen i k. Bij allen is de grondtoon dezelfde
belijdenis: Ik geloof in God den Vader, den
Almachtige, Schepper des Hemels en der aarde.
De eenheid van het Christendom is gelegen
in zijn wezen.
Het is een Unio mystica.
Met het vleeschelijk oog niet te aanschouwen.
Slechts te gelooven en in het gelooven te
zien en te voelen
Het is een uitsluitend geestelijke werking.
Maar heeft ze daarom minder waarde
Op een groot stadsplein zal een kunstenaars
gewrocht, een schoon, verheven en grootsch
beeldhouwwerk verrijzen. De beeldhouwer is
ijverig aan het werk. Maar het publiek ziet
er niets van. Want de kunstenaar werkt achter
een getimmerte, onzichtbaar voor het nieuws
gierig oog.
Maar wie zal het nu in zijn hoofd krijgen
om te ontkennen, dat daar een beeld gemaakt
wordt, alleen omdat hij er nog niets van ziet
En toch, duizenden zeggen het van Christus'
Kerk.
Zij zien geen uitwendige eenheid, veeleer
gedeeldheid. En nu ontkennen ze de herschep
pende kracht van het Christendom en keeren
zich er van af. Maar zij zien het getimmerte
voor het beeld aan. Dat is hun fout, hun
noodlottige fout
't Was op den Pinksterdag nog maar een
klein hoopske, dat de ware eenheid gevonden
had in de gemeenschap des Heiligen Geestes.
Maarde Heere deed dagelijks tot de ge
meente, die zalig worden
Straks gaat de heidenapostel naar verre lan
den, predikende en doopende
De Christelijke Kerk breidt zich uit over het
rond der aarde
De herscheppende kracht van den Heiligen
Geest werkt door
Meer en meer smaken de gemeenschap der
heiligen
Welhaast is de aarde vervuld van de kennisse
des Heeren, gelijk de wateren den bodem der
zee bedekken
Dan is het beeld voltooid
Het getimmerte valt weg
De herschepping is voltrokken
De eenheid is hersteld
De harmonie, de eenheid van het vele, de
pluriformiteit van het ééne. De hand van den
kunstenaar is ontwijfelbaar te herkennen in het
kunstwerk
UITKIJK.
DE PROEFTUIN TE MIDDELHARNIS.
UI.
Mogelijk zijn er onder de lezers van het ar
tikeltje van vorige week geweest, die bij zich
zelf gezegd hebben: „Dat is nog zoo'n kwaad
zaakje niet, die roode bessen beweging Zoo n
hoekje zou ik ook wel willen hebben." Waarde
lezer, redeneer niet overijld. Wanneer ge dit
gedacht hebt, dan hebt ge toch de bedoeling
niet begrepen. De voorbeelden, die ik gaf, waren
eenvoudig noodig om uit te laten komen, dat
er verschil is tusschen een roode bes en een
roode bes. Maar wie tot aanplanting besluit
van roode bessen, doet goed te rade te gaan
bij den koning uit de Schrift, die voor hij tot
bouwen van een toren overging, eerst de kosten
verrekening opmaakte. Zoo is het hier ook.
Zou men op de opbrengst van 1 jaar afgaan,
dan zou men wel eens te hooge verwachtingen
kunnen koesteren. Dat blijkt ook in de praktijk
met de bedoelde bessen. In 1928 brachten de
Roode geelsteel per struik op 2 pond
met een waarde van 0.36de Dikkop
2.4 pond, waarde 0.43 de P r o 1 i f i x 2
pond, waarde 0.33 de Loppersumsche
2 pond, waarde 0.40. Hier won het dus de
Dikkop, maar de opbrengsten bleven ver be
neden die van 1927. De droogte en de nacht
vorsten zullen er niet vreemd aan geweest zijn.
Zoo leert ons de proeftuin ook, dat we voor
zichtig moeten zijn. In 1926 en 1927 stonden
ook nog zwarte bessen tusschen de appel- en
pereboomen. Die zijn nu opgeruimd.
In 1926 leverden 10 struiken Groote Hol-
landsche 23 pond. Per struik 2.3 pond,
waarde "2.125 10 str. Goliath 30 pond.
Per struik 3 pond, waarde 2.6410 str.
Lexs Prolifix 20 pond. Per struik 2 pond,
waarde 1.72.
Iu 1927 was dat voor dezelfde struiken per
struik aan waarde resp. 0.50, 1.61 en 1.25.
Het is duidelijk, dat de soort G'o 1 i a t h
beter is dan de beide andere. Wanneer bijv.
in 1926 alles eens Goliath was geweest, dan
was de opbrengst geweest 30 X' 2.64
79.20. Nu was ze 64.75, alzoo ongeveer
15.minder op 30 struiken. In 1928 zouden
ze opgebracht hebben 30 X 1.61 48.30.
Terwijl de opbrengst was 33.56. Dat maakt
ook weer een verschil van 15.
Hebt u iets aan den proeftuin
Nu willen we eens enkele appelsoorten be
kijken.
Aangeplant waren aanvankelijk de soorten
Early Victoria, Groot Hertog Fr.
v. Baden, Zigeunerin en Prins Al-
bert. (We hebben 't nog altijd over die 100
roeden, waar de bessen onderbeplanting van
uitmaken). De eerste soort bleek zoo onvrucht
baar, dat ze reeds spoedig het veld heeft moeten
ruimen. Zoo blijven nog 3 soorten ter be
oordeeling over. In totaal staan daarvan 20
struiken. Voor het gemak heb ik nu maar uit
gerekend wat de gemiddelde opbrengst is ge
weest per struik over de drie laatste jaren. De
zoo verkregen getallen zijn dan ook wat be
trouwbaarder. En dan leverde de Gr. H. Fr.
v. Baden per struik 28.5 K.G. appels ter
waarde van 3.28, Zigeunerin per struik
18.2 K.G. appels ter waarde van 3.13 en
Prins Albert per struik 9.1 K.G. ter
waarde van 1.08.
De twee soorten ontloopen elkaar niet veel,
terwijl de Zigeunerin een pracht appel op
levert. Om Prins Albert aan te planten is niet
aan te bevelen; zooals u uit bovenstaande kunt
nagaan.
Hebt u iets aan den- proeftuin?
Op hetzelfde perceel staan ook nog peren.
Hiervan is het sortiment nog al uitgebreid,
n.l. 1. Buerré Kardy; 2. William Duchess;
3. Triomf de Vienne 4. Conseiller a la Coru;
5. Le Lectier; 6. Bré Clairgeau; 7. Durendeau,
en 8. Borme Louise d'Anranches. Ook hiervan
heb ik de gemiddelde opbrengst per struik per
jaar berekend. Ik kom dan achtereenvolgens van
no. 1 op 23.3 K.G., waarde 2.83; no. 2 op
26.6 K.G., waarde 3.41; no. 3 op 11.1 K.G.,
waarde 2.40; no. 4 op 11.4 K.G., waarde
1.42; no. 5 op 5.1 K.G., waarde 1.14; no. 6
op 3.5 K.G., waarde 0.38; no. 7 op 14.9 K.G.,
waarde 2.14; no. 8 op 7 K.G., waarde 1.90.
Zooals ge ziet, weer aanmerkelijke verschil
len. Men bedenke echter bij de beoordeeling
van deze getallen nog even, dat de boomen
nog niet uitgegroeid zijn en dus ook niet in
volle opbrengst. Gaat men boomen planten voor
eigen gebruik, dan zal in de eerste plaats de
smaak den doorslag geven, plant men ze uit
een oogpunt van winstmakerij, dan kiest men
die, welke een ruime opbrengst geven. Dat zul
len dan zijn in ons geval Beurdré Hardy, een
fijne handpeer, en de Williams Duchess, een
buitengewoon rijke drager. De Durandeau en
Triomf de Vienne komen eerst als ze volwassen
zijn over een paar jaar op dracht. Ook dit zijn
fijne tafelperen.
Tot slot willen we nu nog eens een beschou
wing geven, hoe de opbrengst had kunnen zijn,
wanneer alleen de meest productieve soorten
van bessen, appels en peren genomen waren en
hoe ze is geweest.
De getallen zijn de gemiddelden over de 3
laatste jaren.
Er staan op de 100 roeden 176 roode bessen.
Waren dit allen Prolifix geweest, dan had
de opbrengst bedragen 170 X 1.04 176.80
en 170 X 5.28 K.G. 897.6 K.G.
Er staan 30 struiken zwarte bessen. Waren
dit allen Goliath geweest, dan had de op
brengst bedragen 30 X 2.13 63.90 en
30 X 4.7 K.G. 141 K.G.
Er staan 20 struiken appels. Waren dit allen
geweest Groot Hertog Fr. v. Baden, dan was
de opbrengst geweest 20 X 3.28 65.60
en 20 X 28.5 K.G. 570 K.G.
Er staan 45 struiken peren. Waren dit alle
geweest Williams Duchess, dan was de op
brengst geweest 45 X 3.41 153.45 en
45 X 26.6 K.G. 1197 K.G.
De totale opbrengst zou dan geweest zijn
459.75, terwijl ze geweest is 378.11. Dat
maakt een verschil van 81.64 op de 100
roeden grond.
Lezer, kendet gij de goede soorten appels,
peren en bessen Weet gij het nu Hebt ge
iets aan den proeftuin
C. SMITS.
NOG IETS OVER HET „BLAUW"
WORDEN DER AARDAPPELEN.
In den laasten tijd is over het blauw worden
der aardappelen heel wat geschreven. In vele
bladen, en vooral in de vakbladen, is deze zaak
van zoo groot belang naar voren gebracht, zoo
dat de meeste aardappelverbouwers nu wel be
kend is wat uitvoerige onderzoekingen dien
aangaande hebben geleerd. N.l. dit, dat aard
appelen, welke door stooten gemakkelijk blauw
worden, aan dit kwaad in erge mate gaan lij
den, wanneer het land, waarop die aardappelen
gegroeid zijn, onvoldoende met kali bemest was.
„Wij kunnen inderdaad de zaak niet „blauw
blauw" laten", zoo schrijft de heer H. Linde
man in „De Veldbode", „het jaar 1928 heeft
zoodanige schade en ergernis aangebracht door
het sterke optreden van blauw bij aardappelen
voor boer, burger en koopman, dat er niet ge
noeg gehamerd kan worden op het aanbeeld,
om aan te sporen thans het eenige middel toe
te passen om zich in 't vervolg zooveel mogelijk
te verzekeren tegen „bauw"-schade. De voor
die verzkering te betalen „premie" is de aan
koopsom voor de gelukkig goedkoope kalimest
stoffen."
Bovenstaande aanhaling uit „De Veldbode" zou
zoo den indruk kunnen wekken, dat de kali
alleen het blauw worden der aardappelen tegen
zou gaan. Onmiddellijk daarop moet men re
kening houden met de rol, welke de kali speelt
als plantenvoedingsstof, dus niet alleen om de
kwaliteit, maar ook de kwantiteit te verhoogen,