Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
fóiggelaar*.
BESTEVAER
x_
III
No. 3534
ZATERDAG 4 MEI 1929
44ste JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
eerste blad.
Op den Uitkijk.
AVDBIGQELAAR/60cXROOSEMDAAL
1
II
W. BOEKHOVEN ZONEN
Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
Waar de slagen vallen.
'wondt in onze modern ingerichte
fabriek op byzonden zorgvuldige
wyze verwerkt .waardoor de natuur
lyke eigenschappen in elk opzicht
zyn bewaard. Öën proef overtuigt
Land- en Tuinbouw.
i die in het proces
pst op het station
!ger des Heils be-
S1
ammerer, maakte
de, om aan H. M.
ezant (3e persoon
van Hardenbroeck
paleis.
de BeerAddïflk
iksieest te vieren*
Deze Courant verschflnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- bi vooruitbetaling,
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per Jaar,
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 - Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per rege
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing,
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zg beslaan,
AdvertentlËn worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
(SSEBII lil "I—m.i.r®
Het is van ouds bekend: de Anti-
Rev. Partij staat in het hoekje waar de
slagen vallen
Al wat liberaal en socialist is ziet
in deze partij de grootste vijand. Dat
heeft Groen van Prinsterer in zijn da
gen ondervonden, dat ondervond Kuy-
per in zijn tijd en dat zelfde wedervaart
Colijn in onze dagen.
In dit opzicht is er geen nieuws onder
de zon
't Kan goed zijn nu we ons voor de
verkiezingen der Tweede Kaemr voor
bereiden, dat we even aan de dagen
fan de vorige verkiezing terugdenken.
Ook in dien electoralen strijd ging
het tegen Colijn en de Anti-Rev. partij.
Daar scheen wel het brandpunt te lig
gen.
De bezuinigingspolitiek was achter
den rug en het feit, dat Colijn inge
grepen had en ons volk van den drei
genden finantieelen ondergang gered
had, werd door links uitgebuit, op de
meest leugenachtige en schandalige
wijze.
Jammer is, dat zelfs van Christelijk-
Historische zijde in die dagen een min
der fraaie houding tegenover de Anti-
Rev. partij en haar leider werd aan
genomen.
Zoo schreef b.v. de heer Snoeck
Henkemans in die dagen
,,Door de zeer moeilijke finantieele
omstandigheden, in welke ons land ver
keert, werd in de laatste twee jaren de
geheele politiek beheerscht door het
vraagstuk van den gaven gulden en
van de sluitende begrooting.
„Wij ontkennen allerminst de groote
waarde van deze twee groote belangen;
en het stemt tot dankbaarheid, dat er
mannen zijn, bedeeld met de bizondere
eigenschappen, bij zoodanige moeilijk
heden vereischt. Maar er zijn voor een
volk toch dingen, die ook deze groote
belangen in waarde te boven gaan. En
daarom is er een hunkeren naar af
sluiting van de oude periode en naar
het openen van een nieuw begin, waar
bij de stem van recht en gerechtigheid
en van teerheid en barmhartigheid we
der sterker zal worden gehoord."
Een allermiserabelste uitspraak,
waarbij tusschen de regels precies het
zelfde te lezen was als wat de S.D.A.P.
in Amsterdam met kalk op de straat
keien kladderde: „Colijn verdwijn
Alsof juist „teerheid en barmhartig
heid het niet noodzakelijk maakten
diep in te grijpen en ons volk van die
ramp, die algemeen voorzien werd, te
behoeden
Alsof stoffelijke en geestelijke waar
den hier tegenstellingen vormen, in
plaats dat ze vooral voor een volk op
het nauwst verbonden zijn
En het is diep te betreuren, dat het
orgaan der Staatk. Geref. nu nog bij
deze verkiezing dat zelfde oude ver
bijt van 1925 weer oprakelt, om de
Anti-Rev. nog weer eens een trap te
geven en te doen voorkomen alsof bij
deze partij de stoffelijke waarden bo
ven de geestelijke geschat worden
Alsof het niet een eerste eisch van
Gods Woord is, dat wij ons huis wel
te regeeren hebben
Alsof in het buitenland niet genoeg
gebleken is, dat de waardedaling van
de munt direct een volk aan alle kanten
bloot legt voor inzinking van het gees
telijke leven en verwoesting van de
moreele en zedelijke volkswaarden
Niettegenstaande de hetze, die in die
dagen tegen de A. R. partij en haar
leider gevoerd is, brachten we het er
bij de stembus nog al goed af.
De A, R. partij haalde 13 Kamer
zetels.
En toen kwam de vraag: „Wie zal
Kabinetsformateur zijn
Ook toen leefde de hetze tegen den
heer Colijn weer op.
De S.D.A.P. stond op de achterste
beenen: „Als dat dreigt te gebeuren,
dan zal de S.D.A.P. moeten overwe
gen, of ze niet met man en macht pro
testeeren zal tegen deze wandaad
Aldus „Het Volk".
En toch is het gebeurd.
Zelfs liberale kopstukken gaven toe,
dat het moeilijk anders kon of Colijn
moest de formateur worden.
Het Kabinet-Colijn had een positief
program.
Maar men weet wat er gebeurd is:
het Gezantschap bij het Vaticaan ver
oorzaakte de crisis, die orts in het moe
ras hielp en ons ten slotte na een groote
chaos het kleurlooze Kabinet-De Geer
bezorgde.
Het gevolg was, dat we een regee-
ringsverklaring kregen, waarin uitge
drukt werd, dat beginselvraagstukken
zouden blijven liggen.
Niemand'zal op dit oogenblik ver
lenging van dit parlementair-wandroch-
telijk Kabinet verlangen, met hoe groo
te ingenomenheid het eerst ook begroet
moge zijn.
Maar het doel was toch bereikt
Geen Kabinet-Colijn
Alles liever dan dat
Zou het bij deze verkiezing beter
gaan
Er is geen sprake van.
Ook nu staat de A.R. partij in het
hoekje waar des lagen vallen.
En het is bedroevend dat niet alleen
links zich opmaakt om deze Partij zwart
te maken bij haar kiezers.
„De Banier" van de St. Ger. Partij
is week aan week bezig om kolom aan
kolom te vullen met kritiek en haat en
laster tegen de Anti-Rev. Partij. Ook
nu de Anti-Rev. bladen over de S.G.P.
zwijgen en zelfs niet eens van antwoord
dienen op op al de aanvallen der S.G.P.
gaat dit blad door met zijn hatelijk
heden en onwaarheden tegen de A.R.
Partij. Ze weet immers wel dat ze haar
winst alleen ten koste der A.R. Partij
behalen kan
Maar dit is toch wel bedroevend.
Kritiek van links, haat van links, las
ter van links is te dragen. Dat heeft de
Partij al 50 jaar lang gedragen en
Groen heeft het voordien al gedragen.
Maar die vijandschap te ondervin
den van hen die aan onze zijde moesten
staan, valt zwaarder.
We gaan echter met goeden moed
verder.
De Anti-Rev. Partij strijdt den edelen
strijd voor de geestelijke vrijheid, die
alle eeuwen door, belaagd werd door
hen die niet willen buigen onder het
gezag van Gods Woord.
Onveranderd gaat de A. R. Partij
ook deze verkiezing in.
tin ze weet dat ze staat in het hoekje
waar de slagen vallen.
Maar juist dat te weten en te onder
vinden is haar het bewijs, dat ze op het
goede standpunt staat en dat ze niet is
afgeweken van het pad waarop Groen
de A.R. Partij geleid heeft.
In dat besef gaan we ook nu den
strijd in.
Achter onzen leider
We herinneren aan het debat dat de
heer Colijn eens had bij de algemeene
beschouwingen der begrooting en
waarbij de heer Troelstra hem eens van
een wapenspreuk wilde voorzien.
Onze partijleider wees die spreuk, die
op Mars en Mercurius doelde van de
hand en stelde hiertegenover dat hij
zich wenschte te houden bij de zin
spreuk die in zijn familie sinds ouden
tijd bestaatChristus mea petra.
Christus mijn rotssteen
Laat het onze eere zijn, den man die
op zoo hecht een fundament bouwt, te
volgen in den strijd die ons wacht, en
waarbij het in den grond der zaak al
leen gaat tegen hen, die dien Rotssteen
aller eeuwen verwerpen en het gebouw
van Staat en Maatschappij willen op
trekken op het kruiend oeverzand der
menschelijke Rede.
Kleerekoper schrijft in „Het Volk" van
Zaterdag een hoofdartikel.
Dat moet een soort politiek-stichtelijke medi
tatie zijn voor den Zondag.
De titel van dit artikel is een variant op een
Duitsch boek, dat pas verschenen is over den
wereldoorlog en stormenderhand de wereld ver
overt. Dat boek heet: „Aan het Westelijk front
geen nieuws". Kleerekoper zet boven z'n ar
tikel: „Aan het Christelijk front geen nieuws",
daarmede bedoelende het politiek front der
Christelijke partijen, die optrekken onder de
oude strijdleuze: „Tegen de Revolutie het Evan
gelie".
Spottender wijze zet Kleerekoper het stand
punt der Anti-Rev. partij uiteen.
En hij is vrij eerlijk in zijn spot.
Ziet zelf hoe hij ons beginsel teekent
,Deze partij (hij bedoelt de A. R. partij)
voert den strijd zuiver, ziet af van persoon
lijk, kerkelijk en partijbelang en vraagt alleen
naar de glorie Gods.
Zóó alleen, immers, kan er gebed opgaan
om de zege in den strijd met het slangenzaad.
Volgens de Heilige Schrift, !i houde dit
goed in het oog, breekt er straks een tijd van
verdrukking aan, waarin naar den schijn
het rijk van Belzebul zal zegevieren.
Daarom echter mogen we de handen niet
slap laten hangen, gelijk de tijdgenooten van
Paulus, die meenden, dat de dag van Chris
tus aanstaande was.
Want in onze dagen van revolutiegeest
staat het Gezag op het spel.
Het gaat hier om de groote tegenstelling:
God en Satan.
Indien gelden gaat, dat het gezag is uit den
mensch, dan gaan revolutie en willekeur
heerschen over onze erve, en is de tyrannie
des duivels gevestigd.
Dan worden de christelijke grondslagen on
zer samenleving, welke gij nu allerwegen om
u ziet, van hunnen luister beroofd.
Een zee van jammer en ellende zal dan onze
polders overstroomen, een watersnood des
geestes, waarin de duive der onschuld geen
rustplaats meer vinden zal voor den bal van
haren voet.
In diepsten grond gaat het bij de stembus
voor of tegen God.
Zeker, er is ook een strijden voor de eere
Gods, dat het \Vare strijden niet is.
U zie slechts wat hierboven omtrent de
Eerwaarde Heeren Schokking, Kersten en
Lingbeek aangeteekend werd.
Wij kunnen ook strijden als uitwendig be-
hoorende tot het Koninkrijk Gods. Dan zijn
we dek inderen des Koninkrijks, die worden
buiten geworpen.
Maar ook op uitwendigen strijd wil God
een zegen schenken voor volk en vaderland.
En aan den Koning van het Godsrijk is de
overwinning, hij zal de slang den kop ver
morzelen.
Strijdt voor de eere des Konings. Dat is
de oude strijd
Aldus gaat de koerier door dorpen en
steden.
Hij heeft geen tijd voor breede uitlegging,
hij gaat door, hij komt overal, hij klopt aan
elke woning waar nog het: „Ik geloof in
God, den Vader, den Almachtige", beleden
wordt.
Tegen de Revolutie het Evangelie. Voor
God, Nederland en Oranje. Voor de christe
lijke grondslagen. Voor Huisgezin en Huwe
lijk. Voor de vrije school der gansche natie.
Dat zijn de kreten des koeriers. Hij hoort
wel de brallende taal van wie hem gram is.
Maar hij trekt door.
De stembusstrijd van 1929 is daar. Kiest
nu Het Kruis of de Roode,Vaan
Kleerekoper is dus wèl op de hoogte.
Het ligt er bij hem niet aan, dat hij het
standpunt der Anti-Rev. partij niet kent of
niet begrijpt.
Uitnemend Schriftkenner als hij is, weet hij
wat de strekking van het Woord Gods is en
welk stelsel de Anti-Rev. partij daarop bouwt.
Maar hij moet er niets van hebben.
Hij is er een groote vijand van. En dat ver
bloemt hij niet als hij in „Het Volk" schrijft.
Hij spot met deze „godzalige formules" en
gelooft, dat de jongere generatie van het socia
lism e inderdaad walgt van alles wat verband
houdt met God en Godsdienst.
En daaraan is echter de spottaal van Kleere
koper niet vreemd.
Als ze er nog geen walg van hebben, zal
deze allen godsdienst hatende socialist er wel
voor zorgen, dat ze er van gaan walgen.
Het is dan ook niet anders dan comedie van
hem als hij op het verschijnsel van onzen tijd
wijst, dat de jongere generatie niets van de
christelijke politiek hebben moet. Dat ligt niet
aan den nieuwen tijd, maar dat ligt louter
alleen aan de spottaal en de hoon van mannen
als Kleerekoper, die de jongere generatie, welke
ze onder hun leiding krijgen, met vijandschap
tegen het christelijk geloof vervullen.
't Is vrucht van hun eigen werk.
Kleerekoper zegt, dat het „christelijk getheo-
logiseer" vroeger in den politieken strijd zijn
afkeer en walging en woede gaande maakten.
Dat is nu voorbij.
„In het tijdsgewricht van het heden, slaan
wij het rustiger gade". Want: „het is de taal
van het verleden, onverbiddelijk", zegt hij.
Het nieuwe geslacht moet er niets van heb
ben. En dat geeft Kleerekoper rust.
En dan eindigt hij zijn artikel: „Aan ons de
groote vraag of wij het nieuwe weten te bieden,
waarop de opgroeiende kinderen onzer dagen
wachten, om stuur en richting te vinden".
Toen dacht ik aan een oproerige krabbel
van hem eenige dagen te voren in „Het Volk"
geschreven.
Daar vertelt hij, dat in Rusland 200.000 K.G.
koper verkocht werd.
Het was het koper van de torenklokken der
Russische kerken, die onder het Bolsjewistisch
bewind gesloten werden.
Ook dat noemde Kleerekoper symbool van
den nieuwen tijd.
Het klokgelui van het christendom heeft in
zijn oog opgehouden en gevraagd wordt naar
het klokkenspel van den nieuwen tijd.
In zulke kleine leerzame stukjes kenteekent
zich het wezen van het socialisme.
Het socialisme, dat van den christelijken gods
dienst niets, absoluut niets hebben moet.
De wensch is hier de vader der gedachte.
Men wil, dat het christendom uit den tijd rake
en dat er een nieuwen anti-christelijken tijd aan-
breke.
En verachtelijk heet het dan: „van het chris
telijk front geen nieuws".
Inderdaad van het christelijk front heeft men
geen nieuwe gedachte te wachten.
Het kan ook niet, want het christendom bevat
de oer-gedachte, als ik het zoo eens noemen
mag, de oorsprong-gedachteschepping, val,
herschepping.
En dat sluit alles in zich.
Onder de klem van deze universeele Gedachte
is er inderdaad geen nieuws onder de zon.
Onder deze Gedachte is óók het socialisme
geen nieuws, want dat socialisme is mede vrucht
van de zondeval, zonder dat het door de her
schepping geheiligd en gereinigd is.
Wat het socialisme dan ook te bieden heeft,
is oud, even oud als de zonde zelve is.
Als Rusland het klokgelui van het christelijk
leven afschaft en als het socialisme ten onzent
dat blij begroet, dan openbaart zich hierin geen
nieuw tijdsgewricht, want alle eeuwen door
heeft zich hetzelfde duivelsche spel herhaalt.
En iederen keer heette het: een nieuwe tijd
wordt ingeluid, maar telkens bleek die nieuwe
tijd dezelfde oude hel te zijn.
Het komt hierdoor, dat de mensch, die weigert
zich te bukken onder de autoriteit van Gods
Wil en Wet, wel de verschijnselen der
ellende, maar niet het wezen der ellende ziet.
Ik denk b.v. aan weer een anderen oproerigen
krabbel van Kleerekoper, waar hij zijn ban
vonnis uitspreekt over schietwedstrijden, die te
Grootegast plaats hebben, de gemeente waar
onlangs die ontzettende moord plaats had.
Hij brengt deze dingen met elkaar in ver
band, en daar ligt de groote fout, omdat men
het wezen der ellende niet ziet, combineert men
onlogisch en trekt men onlogische conclusies.
De ellende zit niet in het geweer, ook niet
in het schieten. Och, dat is maar lood en hout
en wat buskruit.
De ellende zit in den mensch.
En daarom kon Kaïn Abel vermoorden ook
zonder geweer.
Want niet het wapen maakt ons tot moorde
naars, maar ons hart.
Dat weigert het socialisme te erkennen.
Het zoekt in de omstandigheden de ellende
te verklaren.
En daarom verwart het oorzaak en gevolg.
Een noodlottige fout, want van de juiste diag
nose hangt het juiste medicijn af.
De omstandigheden zijn geen oorzaak, maar
gevolg.
En nu zal het onder Gods toelating het
socialisme mogen gelukken een zeker percentage
van de jonge generatie af te voeren van het
christendom en een nieuwe levensbeschouwing
te geven, maar daarmede wordt het leven zelf
niet vernieuwd. Want ook in dat nieuwe leven
wordt het oude hart der zonde meegedragen en
dus rust ook op dat nieuwe leven de vloek.
Daaraan ontkomt het socialisme niet.
En nu is dat het vreeselijke hierbij.
Het socialisme is onmachtig iets nieuws te
scheppen, omdat het 't christendom loochent.
Positief bereikt het dus niets. Het handhaaft
den zondemensch.
Maar negatief richt het nu tegelijk zulke
vreeselijke verwoestingen aan.
Want zonder iets goeds te geven, ontneemt
het den mensch het eenige ware, het groote
Goed, dat het geloof in den Christus Gods hem
geeft.
Het socialisme laat voor het tijdelijke met
leege handen staan en het zendt den mensch
ook met ledige handen de eeuwigheid tegemoet.
Ik herinner aan het slot van Kleerekoper's
artikel, waar hij zegt: „Aan ons de groote vraag
of wij het nieuwe weten te bieden".
Ach, we weten het antwoord op die levens
vraag wel
Als Rusland zijn kerkklokken verkoopt, omdat
er geen kerkediensten meer ingeluid behoeven
te worden, aanvaardt Kleerekoper dat uitluiden
van het christendom. Maar op zijn vraag: „waar
is de nieuwe klok, die den nieuwen tijd zal
inluiden dan moet het antwoord zijn: daar is
er geen, want gij sluit den hemel toe voor den
mensch en daarom blijft deze aarde u tot een
hel.
„Van het christelijk front geen nieuws
Inderdaad Geen nieuws
Want dit oude is steeds weer het nieuwe
Wie in den Zoon gelooft heeft het eeuwige
leven, maar wie niet in Hem gelooft zal het
leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op
hem. UITKIJK.
DE PROEFTUIN TE MIDDELHARNIS.
Dat op ons eiland de tuinbouw zoetjesaan
begint door te breken, is een niet te miskennen
feit. In den afgeloopen winter is het met een
17 a 18-tal druivenkassen verrijkt en zoo hier
en daar hoort men bij onze boeren ook weer
al van plannen voor het komende najaar om
tot kassenbouw over te gaan.
Over het al of niet aanbevelenswaardige daar
van willen we nu niet spreken. Maar wel willen
we een andere zaak, die hiermede nauw in ver
band staat, naar voren brengen. En dat is hoe
weten die eerst-beginners de kassen vol te krij
gen en vol te houden met een eerste klas
product Dat hebben ze toch zeker niet uit
eigen koker Daarvoor zullen ze toch wel voor
lichting noodig gehad hebben en noodig hebben.
Wat men nog nooit gedaan heeft, weet men
niet en kent men niet. En dat men bij den
tuinbouw met heel andere zaken en heel andere
moeilijkheden te maken heeft, en dan speciaal
nog wel bij de glascultures als, in den land
bouw, is een niet te weerspreken feit.
Goede voorlichting is dan ook alleszins nood
zakelijk. Waar zal men die goede voorlichting
beter krijgen, dan bij de menschen, die de prak
tijk door en door verstaan We weten, dat
door verkeerde voorlichting èn eigenwijsheid, dit
seizoen voor enkele duizenden guldens aan
planhnateriaal op ons eiland is verloren gegaan.
Laat men zich toch houden aan wat betrouw
bare en bevoegde personen zeggen. De meest
aangewezen plaats om die inlichtingen te be
komen is wel de proeftuin te Middelharnis.
Week aan week kunnen we de bekende adver
tentie in de plaatselijke bladen lezen, dat deze
tuin dagelijks geopend is en dat de tuinman
steeds bereid is adviezen te geven. Dat die
adviezen op prijs worden gesteld weten we uit
meer dan één mond. Zoowel voor glas als
vollegrondscultures kan men bij hem terecht.
We zouden dan ook zeggen, dat wie aan kas
senbouw of vollegronds tuinbouw denkt, die
moet bij hem eens gaan kijken en met hem
gaan praten.
Maar niet alleen, dat de Proeftuin deze ad-
$■--