Economisch uieeHoiierzicm FEUILLETON If i I I Gemengd Nieuws. nMantèl- jMtiame Voor de Vrouw. Het huisje aan den Zeedijk 1 Iff 11 Land- en Tuinbouw. i i 4K ïifj *M' IP VÏfi m M if 4 r<] -H 1 ;1 ill li ii iw 11 1 a® Ulf- a II HI' i a'- H ill Doch dit geschiedt niet met volle en warme overtuiging. Studie van sociaal-economische vragen wordt weinig gemaakt. De leerscholen die de Calvinisten hebben in hun jongelings- vereenigingen en in hun cursusvergaderingen zijn bij de S. D. A. P. nagenoeg onbekend. De A. J. C. is veel meer club voor onderling vermaak dan studieclub. Van de hoogere dingen weet men bedroevend weinig, zelfs in de half- intellectueele kringen. Niet aan haar diepe beginselen, doch aan haar practische politiek dankt de S. D. A. P. haar groei. En daarbij heeft zij het zeldzaam fortuintje,, dat ze bijna altijd oppositie-partij was, zoodat ze van de critiek kon leven. Het bod van een gulden hooger was altijd aan den kant der S. D. A. P. Deze politiek heeft de meening ingang doen vinden bij de arbei ders, dat je het van „de rooien" toch maar hebben moet, als je nog iets zou krijgen. En het dient gezegd: in de weinige gevallen, dat de S.D.A.P. de teugels van bestuur in handen had, heeft ze ook wel eens iets tot stand ge bracht, dat anders niet zou verkregen zijn. Ze heeft wel „arbeiterfreundliche" maatregelen doorgevoerd. En dit heeft nieuwe roem haar toegevoegd. Het algemeen kiesrecht speelt in haar kaart. Het grootste deel der kiezers is uit den arbeidenden stand. Wie de arbeiders naar de oogen ziet, doet de beste politieke speculatie. Alleen: het einde draagt den last. Op den duur blijkt telkens, dat de belangen van het heele volk niet straffeloos kunnen worden veronachtzaamd, en dat de arbeiders het eerst en het meest lijden als de economische kracht van het land wordt aangetast. Echter, hoezeer wij overtuigd zijn, dat de S. D. A. P. haar volgelingen op den duur te leurstellen moet, daar is ook reden om te vragen of wij zelf geen schuld hebben aan haar groei. De kerk is vooral in de vorige eeuw wel ver beneden haar hooge roeping gebleven. Wij mogen dit voor een goed deel schrijven op rekening van het modernisme, dat in die dagen de Kerk beheerschte, maar ook in streken waar de oude waarheid bleef bewaard, is men te kort geschoten. En toen in later jaren alom het modernisme weer moest wijken bij de nieuwe doorbreking der Gereformeerde beginselen, heb ben de Gereformeerden uit alle kerken, niet snel genoeg hun nieuwe taak begrepen. In de groote steden hield de vermeerdering van het aantal predikanten bij lange geen ge lijke tred met den groei der bevolking. Van een serieuse bearbeiding der massa kwam niets meer. Aanvankelijk bleef een losse band met de Kerk bewaard. Men liet zijn kinderen nog doo- pen, zich op een bepaalden leeftijd „aannemen", zijn huwelijk in de kerk bevestigen. Maar al lengs sleet dat uit, en nu zijn er velen, die met de kerk 't minst contact niet meer hebben. Zelfs de dominé op de begrafenis, die lang nog noo- dig scheen om het familielid del aatste eer mee te bewijzen, kan men nu ontberen. Door haar armenzorg-practijk heeft de Kerk velen van zich afgestooten. Het leek niet op een broederlijke kiescbe verzorging van huisgenoo- ten des geloofs. De „bedeelden" moesten voor de „heeren komen. Ze mochten niet medewer ken aan de verkiezing van ambsdragers. Op grievende wijze werden ze als minderwaardigen behandeld. En ook heeft aan den groei van het So cialisme bijgedragen, de geringe belangstelling, die in christelijke kringen werd betoond voor sociale vraagstukken. „Patrimonium" werd gesteundomdat dit verbond positie koos tegen de Socialisten, doch niet uit overtuiging. Tegen de Christelijke Vakbeweging stond men lang argwanend over. In Groningen is mede door christelijke boe ren het Socialisme „gekweekt". In de laatste tientallen jaren is veel ten goede veranderd. In de groote steden worden heroïeke pogingen gedaan tot verbetering der geestelijke bearbeiding. De armenzorg is thans op zeer kiescher manier geregeld. Eerst in de kleinere, nieuw gevormde kerkengroepen, later ook in de groo- tere volkskerken. Voor de sociale vragen is de belangstelling gegroeid. Daar wordt met name in de Anti revolutionaire partij ernstig rekening gehouden met de belangen van alle levenskringen, en met beslistheid positie gekozen tegen het oud- liberale beginsel, dat onthouding van de Over heid in het bedrijfsleven wil, óók waar het geldt herstel van geschonden recht en wering van onrecht. En met kracht moet afgewezen worden de bewering van sociaal-democratische propagan disten, dat de verbetering op sociaal wetge vend terrein, aan hen te danken zijn. Dat is een pertinente onwaarheid. Die reeds voldoende weersproken wordt door het enkele feit dat Nederland, waar de christelijke par tijen de laatste dertig jaren den politieken toe stand feitelijk doorloopend hebben beheerscht op sociaal-wetgevend terrein aan de spits staat. Doch intusschen was het verloop naar de S. D. A. P. begonnen. Het kwaad was gebrou wen. En dit kwaad werkte door. Wij zeiden hierboven dat veel ten goede is veranderd. Dit moet niet er toe leiden het oog te sluiten voor misstanden die nog be staan. Daar zijn nog verkeerdheden. Patroons die jegens hun arbeiders niet zijn zooals het Chris tenen betaamt, die hun niet geven de eere-die toekomt aan „beelddragers Gods", die te veel het arbeidsloon bepalen naar de waarde van de markt, en aldus den arbeider tot koopwaar maken. Met schaamte moeten wij het belijden, dat in streken waar het positieve Christendom feite lijk oppermachtig is, en de sociaal-democratie nauwelijks een voet gronds kan veroveren, de sociale omstandigheden het slechtst zijn. Wij spreken nu niet van de schrale Veluw- sche gronden, waar de heele levensstandaard laag is, doch van de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche eilanden met hun vetten bodem, en welvarende boerenbevolking. Daar komen schan delijke arbeidsvoorwaarden voor. Daar treft men een geheel ongemotiveerden weerzin aan tegen elke sociale bemoeiing. En daar rijst de klacht, dat van de velen die naar „de stad," naar Rotterdam verhuizen, het grootste deel het geloof verliest en sociaal democraat wordt. Zoolang de arbeiders op de eilanden blijven, houdt men ze nog wel vast, maar zijn ze uit onder de beschutting van het dorpsche millieu, dan springen ze uit den band. Dan zijn ze verloren voor de christelijke staat kunde en voor de christelijke kerk. En hoe gaat het met hun ziel Niet zonder verband met de sociale onaan doenlijkheid in christelijke landbouwstreken, is de geestelijke onaandoenlijkheid der industrieele arbeiders. Alhoewel niet ontkend mag worden, dat de oorzaken opgesomd bij 't vrij belangrijke ver lies van de Holland-Amerika Lijn over het afge- loopen jaar alleszins acceptabel zijn, toch zal de constateering van dit verlies over het alge meen groote teleurstelling ten gevolge hebben gehad. De min of meer rooskleurige verwach tingen, ontstaan door het in 1927 behaalde aar dige winstsaldo, zijn niet in vervulling gegaan. Het is jammer dat direct na een betrekkelijk voorspoedig tijdperk, reeds weer een inzinking is ingetreden. Intusschen is het in het geheel niet noodig, dat deze inzinking van langen duur zal behoeven te zijn. De vaart op Zuïd- Amerika is stop gezet, en omtrent de vracht tarieven naar het Noordelijk stuk van dit we relddeel is, althans met Antwerpen, overeen stemming verkregen. Een pessimist zou allicht geneigd zijn te be weren, dat tarieven meestal vastgesteld worden om door outsiders te worden gebroken, doch daartegenover staat dat een der tarieven-brekers in de vaart op Zuid-Amerika er zoo slecht is afgekomen, dat de koers van zijn aandeelen een waarschuwing voor ieder is, die op het zelfde of op een ander traject nog eens een nieuwe poging zou willen doen de huidige ta rieven onder te bieden. Het wil ons echter voor komen, dat de mentaliteit van sommige regee ringen op het stuk der eigen handelsmarine voorshands een gevaar blijft opleveren. Het volgende argumentde hooge Ameri- kaansche en Canadeesche graanprijzen, doet de overweging opkomen, dat het bedrijf der H. A.- lijn dan wel bijzonder kwetsbaar geworden is. Het is zeer wel mogelijk, dat herhaling daarvan na korten termijn zou optreden, waardoor de uitkomsten wederom sterk zouden worden ge drukt. In werkelijkheid zal de zaak wel zoo liggen, dat de eene factor met de andere ver slappend heeft gewerkt en dat bij overigens normale zaken de druk der graanprijzen niet zulke slechte uitkomsten tengevolge zal hebben. De betrekkelijk geringe winst welke gemaakt is bij den verkoop van schepen, welke slechts ruim één ton is geweest, is verder een punt waaroor de aandacht getrokken werd. De drie vaartuigen waarom het zich hier handelt, zijn gedurende lange jaren bij de H. A.-lijn in dienst geweest, zoodat niet aangenomen kan worden, dat met het oog op hun ouderdom de boek waarde te hoog is geweest. De periode waar over afschrijving plaats had, omvatte o.a. de goede jaren aan het einde van den oorlog, en direct daarna. Het is zeer wel mogelijk, dat de verkoopsprijzen op zich zelf genomen te laag zijn geweest, De aandacht dient er op geves tigd te worden dat één der drie booten, n.l. de „Nóordam" aan den slooper verkocht is ge worden, waardoor van winst maken wel geen sprake was. Ook thans houdt de H. A.-lijn weer vast aan het principe van volle afschrijving, al komt daardoor ook een kapitaalverlies aan het licht. Indien er niet meer was afgeschreven dan de winst toeliet, dan zou inderdaad de positie daardoor niet anders zijn geworden, doch zij zou slechts in scheeve verhouding zijn weergege ven. De kapitaal-reserves ondergaan intusschen weer een belangrijke aderlating, hetgeen wel een domper is op de optimistische stemming welke is ontstaan door de aflevering vanidu „Staten dam". De eerste exploitatie-rekenipg van dit schip wordt met spaning afgewacht. Hier dient echter volstaan te worden met het uitspreken van de hoop, dat het getoonde initiatief en doorzettingsvermogen een veel beter tijdperk zullen inluiden. De nieuwe Stlkstofmeststoffen. Een groot landbouwbelang. II In ons vorig artikel hebben wij enkele der nieuwe stikstofmeststofifen besproken, welke alleen de plan ten voedingsstof stikstof bevatten. Er worden echter ook gefabriceerd welke be» halve stikstof ook fosforzuur of kali, en fosforzuur en kali bevatten. Een daarvan, welke v.ij de vorige maal reeds aanhaalden, en welke voor onze streken van het meeste belang is, willen wij hier nog eenigzins uit voeriger bespreken. Het is de Nitrophoska een meststof welke de drie hoofdvoedings» stoffen stikstof, fosforzuur en kali bevat. Er bestaan 4 vormen van Nistropfoska met respectievelijk de volgende hoeveelheden aan stikstof, fosforzuur en kali van 16, 5—16. 5 20 of 15, 5-15,5-19 of 17, 5-33-22 of 15-11-26 5 procent. Deze plantenvoedingsstoffen zijn in oplosbaren, voor de planten direct opneem» baren vorm aanwezig. Deze volledige m^st» stof bevat naast zijn voedingsstoffen geen enkele stof die niet door de planten wordt opgenomen. Het groote voordeel van Nitrophoska is dat Dog in een vergevorderd seizo n, als thans het geval is, een volledige bemesting in één keer kan worden gegeven Voor overbemesting is deze meststof eveneens geschikt. Het is zeer gemakkelijk uitstrooibaar, met eenmaal uitstrooien worden de drie voe» dingstoffen gegeven wat dus niet alleen een groote besparing geeft niet alleen op de on kosten van uitstrooien zelve, maar ook op transport» en onslagkosten. Dit valt temeer •n het oog als men bedenkt dat 100 Kg. Nitrophoska evenveel stikstof bevat als b.v. ruim 100 Kg. Chilisalpeter plus 100 Kg super» fosfaat plus 100 Ke. kalizout20% W «armen anders dus ruim 300 Kg. moet vervoeren, opslaan en uitstrooien kan men bij Nitro phoska vaak met 100 Kg. volstaan om dezelf de hoeveelheid stikstot, fosforzuur en kali te geven. Deze berekening geldt voor Nitrophos» ka 16, 5-16 5-20. Door de verschillende vormen van samen» stelling van Nitrophoska kan men de geschikste zoeken voor fosforzuur» of kaliarme bodems, of men kan gebruik maken van den vorpn 16, 5—16 5—20 en daarnevens nog een lichte fosforzuur of kalibemest'ng geven, of zoo noodig van beiden. Bij het bepalen der te geven hoeveelheden gaat men dan van het stikstofgehalte uit. E n doeltreffede bemesting met Nitrophoska zal de practijk de landbouwers spoedig leeren. Niet alleen de hoeveelheid die gebruikt moet worden op bepaalde gronden en op be» paalde gewassen, maar ook het juiste tijdstip van aanwending. Men verzuime niet flink opgezette proeven met deze hoogst belangrijke meststof te nemen. AUTO-ONGEVAL BIJ AMSTERDAM. Vier personen gewond. Twee auto's vernield. Woensdagmiddag is op den Muiderstraatweg tegenover de Kruitfabriek bij Amsterdam een ernstig auto-ongeval gebeurd. Een zes-persoons auto is bij het passeeren van een anderen auto tegen een uit de tegenovergestelde richting ko mende melkauto gebotst. De auto behoorde tot een begrafenisstoet, die van de Israëlitische Be graafplaats te Muiderberg terugkeerde. De bei- Eerste kijken bif ROTTERDAM, Hoogstraat, hoek Spui DEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofweg 6 de auto's werden door de botsing totaal ver splinterd. In de auto, uit den begrafenisstoet, waren gezeten de heeren J. M. Hes, directeur van het Israëlitische Begrafenis Genootschap, en L. D. Staal, Joodsch leeraar; beiden werden ernstig gewond, evenals de chauffeur v. Zwie- ten. Ook de bestuurder van den melkauto, Bo- gaert uit Weesp, kreeg een ernstige hersen schudding. Dr. J. van Konijnenburg, directeur van den gemeentelijken geneeskundigen dienst van Haarlem, die zich in een der auto's van den begrafenisstoet bevond, legde, bijgestaan door dr. Smits uit Muiden, den gewonden een noodverband aan; het bleek, dat de heer Staal en dec hauffeur Van Zwieten een lichte hersen schudding hadden gekregen. Bovendien hadden de beide chauffeurs nog verscheidene bloedende wonden. Ook de heer Hes vertoonde zware wonden aan het hoofd en op verschillende plaatsen van het lichaam. Alle vier gewonden werden naar Amsterdam vervoerd. De heeren Staal, Van Zwieten en Bogaert werden in het Burger Ziekenhuis ter verpleging opgenomen. De heer Hes werd eerst in het Nieuw-Israelie- tisch ziekenhuis verbonden en is daarop op zijn verzoek naar zijn woning vervoerd. EEN AMERIKAANSCH MISSIONAIR VERMOORD. Het Amerikaansche gezantschap te Peking deelt mede, dat in de provincie Hoepei een Amerikaansche missionair is vermoord. De moordenaars zijn gevlucht. De Amerikaansche legatie heeft een oproep gericht tot alle Ame rikaansche onderdanen in de provincie Hoepei om zich zoo spoedig mogelijk naar Peking te begeven, aangezien een langer verblijf in de provincie Hoepei te onveilig is en de regeering te Nanking niet in staat is, maatregelen tot be scherming der Amerikaansche onderdanen te nemen. Ook de Amerikaansche onderdanen in de provincie Kansoe worden aangespoord om naar Amerika terug te keeren, aangezien in deze provincie een Mohammedaansche opstand tegen alle Christenen heerscht. Het meest heb ben de missionarissen, die in de provincie Kan soe hun propagandistischen arbeid hebben ver richt, te lijden. EEN ORKAAN IN JAPAN. 400 slachtoffers. Uit Tokio werd Woensdag gemeld Een storm woedt aan de kusten van Japan. De storm woedt nog steeds voort. De verbin ding over zee met Amerika is verbroken, terwijl dit ook het geval was met de scheepvaartver binding met de Sowjetunie. Naar schatting zijn bij het eiland Hokaido 400 menschen om het leven gekomen. Twee Japansche vliegtuigen worden vermist. Tusschen Zoeroega en Wla- diwostock zijn ongeveer 80 Chineesche vis- schersbooten in den storm geraakt en naar open zee gedreven. BEVOLKINGSCIJFERS. Toeneming. Volgens een statistiek van het ministerie van arbeid is de bevolking van Frankrijk in het afgeloopen jaar gestegen tot 41.020.000 zielen, tegen 40.920.000 in 1927. Er waren 70.205 ge boorten meer dan sterfgevallen. Er zijn ook meer huwelijken geweest dan het vorige jaar en iets minder sterfgevallen. Toch is ondanks den vooruitgang over 1928 en de groote immigratie Frankrijks bevolkings cijfer thans lager dan vóór den oorlog. In 1913 was het 41.685.000. STERFTE- EN GEBOORTECIJFERS. De invloed van de griep. Naar de correspondent van de Times te Rome aan zijn blad meldt, zijn de gevolgen van de griepepidemie van dezen winter duidelijk merk baar in de gepubliceerde statistiek. In Maart waren er 80.964 sterfgevallen, wat weliswaar een vooruitgang is bij de 87.138 sterfgevallen in Februari, doch nog altijd veel hooger is .dan verleden jaar, toen Maart 57.675 sterfgevallen opleverde. De eerste drie maanden van dit jaar heeft het aantal geboorten 301.230 bedragen, tegen 317.670 in het eerste kwartaal van 1928. Het aantal huwelijken was in het eerste kwartaal van verleden jaar 71.960, dit jaar 61.052, welke daling echter voor een goed deel te verklaren valt uit de vroege Paschen en het kerkelijke verbod van het sluiten van huwelijken in de vasten. POGING TOT DIEFSTAL VAN EEN VLIEGTUIG. Twee jonge avonturiers, 18 en 19 jaar, af komstig uit Karlsruhe, waren dezer dagen uit de ouderlijke woning verdwenen. Zij hadden besloten samen naar Afrika te tijden om er gaan boeren. Na 70 mark van hun ouders te hebben gestolen, braken in in 'n politiebureau te Karls ruhe in en ontvreemdden er twee dienstrevol vers. Zoo uitgerust trokken ze naar Darmstadt en verborgen er zich op het vliegveld met het doel er 's nachts een vliegtuig te stelen en er mee naar Afrika te vliegen. Zij hadden ook al een vliegtuig uit een der loodsen gehaald toen een nachtwaker hen betrapte en wist in te rekenen, voordat zij hun revolvers hadden kun nen trekken. EEN JONG MEISJE DOODGESCHOTEN. In het volksbad te Charlottenburg, waar de leden van de zwemclub Hellas een wedstrijd hielden, weerklonk Woensdagavond een schot. In een cabine vond men later het lijk van een 17-jarige typiste, die door een kogel in het hart was gedood. De toedracht van de zaak is nog niet opgehelderd, doch een 19-jarig jong- mensch, die met het meisje verkeering had, is gevangen, genomen. „Warme, toegewijde moeders hebben we noodig". Bovenstaande „noodkreet", zou ik haast zeg gen, komt uit de niet-orthodox christelijke we reld. Het is de redactie van „De Vrije Westfries", die deze kreet opvangt. Het is wel de moeite waard wat deze redactie van „Famke" zegt, hier op te nemen; en nu ik het zelf druk met de „schoonmaak" heb, is er dubbele reden om een ander in ons Vrouwen hoekje eens een keer het woord te gunnen Hier volgt het „Famke" is de schuilnaam van een vrijzinnige dame, die over het hedendaagsche vrouwen vraagstuk eenige brochures heeft geschreven. Die „Famke" heeft het verbruid bij haar vrijzinnige zusteren, danig verbruid. Althans bij de „vooraanstaanden" in haar kring, bij de strijdsters voor de moderne vrou wenbeweging. Stelt u voor wat „Famke" heeft durven ondernemen. Ze heeft zich verzet tegen het drukke mee doen der gehuwde vrouw aan het openbare leven. Ze heeft dwaasheid genoemd den ophef, die gemaakt wordt voor een vrouw, dje een buiten- landsche zending onderneemt en dan nog een goede huismoeder genoemd wordt. En ze heeft het durven ondernemen hare lezeressen op te wekken in geen geval bij de stembus een partij te steunen, welke een ge huwde vrouw nog meer buiten het gezin wil halen. Dit laatste heeft de deur dicht gedaan. Toen Mevrouw Weynandts-Francken, de „groote" vrouw in den Vrijheidsbond, dat las, heeft ze de pen gegrepen en gevraagd waartoe de op wekking van „Famke" leiden moet. „Dan kan een vrouw niet liberaal stemmen. Ze kan nóch bij den Vrijheidsbond, nóch bij de Vrijzinnigdemocraten terecht. De S.D.A.P. is dan niets voor haar, ja zelfs op een Christelijk-Historische kan ze niet stemmen, want, zoo zegt de liberale schrijfster, ook Frida Katz wil de gehuwde vrouw een plaats geven in het politieke leven." En klagend roept Mevr. Weynandts-Francken uit„Famke blijft dan niets anders over dan af te zakken naar de Anti-Revolutionairen!" Af te zakken naar de Anti-Revolutionairen. Dat is in de oogen dezer feministe het ergste wat een vrouw in de twintigste eeuw kan over komen. Het is niet vleiend gezegd. Maar wij ver geven Mevr. Weynandts-Francken gaarne haar zure woorden, omdat zoo volkomen juist is wat ze schrijft: Wie de gehuwde vrouw in het gezin wil houden en haar zooveel doenlijk weren van de publieke markt des levens, die blijft niets anders over dan Anti-Revolutionair te stemmen. Mevr. Weynandts-Francken acht de zorg van de A.R. partij voor de gehuwde vrouw een hoon voor de vrouw. „Famke" daarentegen acht ze de beste be veiliging voor het echt vrouwelijke. „Warme toegewijde moeders hebben we noodig", schrijft ze „en om warme en toegewijde moeder te zijn, moet men zich geheel geven aan z'n gezin". De A.-R. Partij heeft dit a 11 ij d gezegd. Ze heeft er heel wat over moeten booren. Het verwijt van achterlijkheid onthield men haar niet; de beschuldiging, dat de Anti-Revo lutionairen de vrouw onder den duim wilden houden, bleef niet achterwege. Van hardheid, ongevoeligheid en lompheid is de A.R. partij om haar houding inzake het vrouwenvraag stuk beschuldigd. Maar thans erkent een vrijzinnige dame dat de A.R. partij daarmede wel verre van de vrouw achteruit te zetten, haar juist in haar teerste vrouwelijkheid heeft beschermd. En nu trekt een andere liberale dame de conclusie dat de vrouw die wil wat Famke" wil, antirevolutionair moet stemmen. Wij brengen Mevr. Weynandts-Franken ons compliment voor de juiste conclusie die zij uit dat betoog trok. Zoo werden zij beiden de eerste mis schien, de tweede zéker ongewild propagan diste voor de A. R. partij. Onze dank, Dames 1 door H. ZEEBERG. 62) Een antwoord op de in haar opkomende vra gen kreeg het meisje niet. Mevrouw van Meersma hulde zich verder weer in een stilzwijgen, dat méér vertelde-dan een luidruchtig gesprek. Voor wie althans op merken kon. Het was wel een uur later, op haar kamer hadden de beide vrouwen zitten lezen, dat Lia haar vraag herhaalde, of zij toestemming kreeg naar de kapel te gaan. „O ja, dat is waar ook, Lia. Er was geen besluit gevallen. Weet je ook, hoe laat de dienst begint „Om negen uur, Mama. Het stond aange plakt". „Dat is een behoorlijke tijd. Wij konden dan wel eens gaan." "Lia wist niet, of zij waakte of droomde. Zij hoorde niet; „je moogt wel gaan", maar: „w ij konden dan wel eens gaan." „Gaat u dan ook mee, Mama vroeg zij nog, met een blijde klank in haar stem. „Welja, anders verveel ik mij toch maar. In tusschen mag dan met het ontbijt er wel op gerekend worden. Maak je het even in orde, Lia, opdat wij half negen kunnen gaan „Ja, Mama, het komt in orde." Vroolijk verliet Lia het vertrek, 't Was haar nog steeds onbegrijpelijk, dat Mama niet alleen toestemming had gegeven, maar tevens besloten had, zélf mee te gaan. Als Papa dat toch eens wist 1 Op haar kamer, elk had in dit groote pension een eigen slaapkamer, moest zij, vóór zij zich ter ruste legde, eerst eens tot zichzelf komen. Dit was een merkwaardige avond geweest. Wat ging er nu gebeuren Kwam daar bij Mama zulk een verandering, dat alles goed zou worden Welke gevolgen kon dit alles hebben Zij nam, der gewoonte, die zij na den brief van dominé Meienema had aangenomen, ge trouw, haar bijbeltje, om een hoofdstuk te lezen. Heel vaak las zij over de woorden heen. Maar ditmaal had zij er alle aandacht voor. Boven dien voelde Lia, dat haar gebed inniger was; dat meer dan anders haar ziel sprak. HOOFDSTUK IX. De dienst in de kapel was als dienst Lia slechts matig bevallen, daar zij al spoedig had begrepen, dat zij was aangeland in een Roomsch-Katholieke kerk, waar de plechtige verrichtingen boven haar bevattingsvermogen gingen. Veel liever had zij, evenals dat het geval was op grootmoeders dorp, gehad, dat een predikant een preek had gehouden, die wat tot haar zeide; waaraan zij iets had. Terwijl, zij naast haar moeder, die het niet verheelde, dat zij zuivere nieuwsgierigheid aan den dag legde, den dienst volgde, hukerde zij naar de kerk midden in 't dorp, waar dominé Meinema in klare taal, zelfs voor den meest- eenvoudige begrijpelijk, het Evangelie tot zalig heid bracht Maar ondanks dat, daalde toch in haar ziel een stemming, die zij niet goed kon verklaren; een gewijde stemming, die haar voor dat oogen- blik gelukkig maakte en haar deed vergeten, dat zij nog steeds hongerend en dorstend was, zonder ook maar eenige verzadiging te vinden... Zij was zóó onder den indruk van den dienst, dat zij, terugkeerend naar het pension, geen woord tot haar moeder sprak. Doch ook Mevrouw van Meersma had geen lust tot spreken. Niet, omdat deze kerkgang, die voor haar niet dan een verzetje was geweest, invloed op haar denken had uitgeoefend, maar omdat zij er weer over tobde, dat ook de mor- genpost geen brief uit Utrecht van Annie had gebracht, zoodat, daar op het dorp des Zondags slechts één bestelling was, zij wachten moest, mogelijk ook wel tevergeefs, tot den volgenden morgen. Zij voelde zich, zonder dat zij daarvoor een bepaalde verklaring vinden kon, angstig te moe de. De houding van Annie, de laatste dagen voor haar vertrek uit Utrecht, beviel haar niet. En dan haar oogen Het was haar, of die haar vol verwijt hadden aangestaard en gezegd: gij hebt mij in dit heillooze huwelijk gedreven; ik heb toegestemd, maar gij zijt de hoofdschuldige; gij hebt er mij toe aangezet. Maar dan glimlachte Mevrouw van Meersma weer: och kom, wat haalde zij zich toch een muizenissen in het hoofd; als er werkelijk iets bizonders was, dan zou Annie, die toch waarlijk niet op haar mondje gevallen was, wel ge sproken hebben en haar met verwijten hebben overladen, Doch niets van dat alles was ge schied. Annie had zelfs tranen in de oogen gehad, toen zij afscheid nam voor het drie- weeksche verblijf in Beieren. Komaan, zij moest verstandiger zijn. Wie weet, of Alex, die Don derdag komen zou, om hier ook een weekje te vertoeven, goede berichten zou meebrengen 't Was toch eigenlijk dwaas, zoo te loopen piekeren. Ondanks het feit evenwel, dat zij zichzelf moed insprak, was het haar, of een loodzware last op haar drukte, die zij wel van zich af zetten wilde, maar dat niet kon. Zonder dat tusschen moeder en dochter één woord was gewisseld, zij bemerkten het beiden niet, vervuld als ieder was met eigen gedachten, naderden zij het pension, een prachtig gebouw, dat naar alle kanten vrij uitzicht had en bij toeristen bekend stond als een eerste klasse gelegenheid, waarom het reisbureau Lindemann te. Utrecht het dan ook den architect aanbevolen had. Juist op het moment, dat zij het tot het terras toegang gevende hek wilden binnengaan, ped delde een brievenbesteller voorbij, die zich spoedde naar het pension. i „Nu een brievenbesteller vroeg Lia. „Alser maar niets bijzonders is met Annie", hijgde Mevrouw Van Meersma. „Het kon wel eens een telegram zijn." „Maak U toch niet bezorgd, Mama. U weet, Annie is geen schrijfster. Toen zij met Theo op reis was, kwam er immers ook zoo goed als niets van haar". Mevrouw Van Meersma gaf geen antwoord, maar liep gejaagd in de richting van de serre, waar de eigenaar van het pension stond, een brief in de hand. De besteller verdween even spoedig als hij gekomen was. „Mevrouw, er is zoo juist een expresse brief voor u bezorgd", zeide de man, het epistel over reikend. Meteen zag hij, hoe bleek de pension- gaste werd, zoodat hij haar hoffelijk een stoel aanbood. „Gaat u zitten, Mevrouw. Ik hoop niet, dat u ongunstige berichten hebt ontvangen." De eigenaar verdween naar binnen. „Een expresse brief van Papa", zeide Mevr. Van Meersma met angst in haar stem. ,,'t Was, of ik een voorgevoel van iets ernstigs had." Bevend scheurde zij het couvert open, terwijl nu ook bij Lia alle kleur van het gezicht ver dwenen was. Onafgebroken staarden haar oogen op haar moeder, die haastig haar blik over de weinige letters glijden liet. „Wij moeten vandaag nog naar huis. Het is niet goed met Annie", steunde Mevrouw Van Meersma. „Geef mij eau de cologne, Lia. Ik word zoo naar." Lia, angstig nu en met een hulpeloozen blik in de oogen, voldeed onmiddellijk aan het ver zoek, zoodat haar moeder weldra iets bijkwam en weer den brief lezen kon. „Wat is er met Annie, Mama „Papa schrijft het niet. Hier, lees maar." Het briefje van den architect was slechts kort en blijkbaar haastig geschreven. Hij méldde, dat hij het geraden vond, dat zij naar huis kwamen. Annie had met Theo een scène gehad, zoodat zij wat overstuur was. Ongerust behoefden zij zich niet te maken, maar, gezien de omstandigheden en ook, omdat op spraak vermeden moest worden, was het ver standiger, dat het verblijf in Beieren werd af gebroken. „Volgens mijn inlichtingen", aldus schreef mijnheer Van Meersma, „kan deze brief, dien ik, met het oog op den Zondag, per expresse zend, Zondagmiddag vóór twee uur bij jullie zijn. Neemt dan den trein van vijf uur. Dan kun je in Münchhen den nachttrein naar Keulen halen en Maandag den D-trein KeulenUtrecht pakken. Ik reken er op en zal jullie tot Arnhem tegemoet reizen. Kunnen jullie, door onvoor ziene omstandigheden, dien trein niet halen, neemt dan den volgenden. Ik blijf zoo lang te Arnhem." Lia vouwde stilzwijgend het epistel dicht en deponeerde het in het couvert. Zij was zeer geschokt door den brief, die meer zeide in wat hij verzweeg, dan in wat er werkelijk in stond. Tusschen de regels door kon zij niets anders lezen als dat er iets zeer ernstigs was. Anders behoefden zijn toch niet op stel en sprong af te reizen Waarom schreef Papa toch niet uit voeriger Diezelfde gedachte beheerschte Mevrouw Van Meersma, die langzamerhand wat bekwam van den schrik en zich, nu er eenmaal een overigens nog niet bekend gevaar was, energieker toonde dan bij de ontvangst van den brief. „Waarom schrijft Papa niet wat meer", klaag de zij. „Er moet iets verschrikkelijks gebeurd zijn, al zegt hij, dat wij ons niet ongerust be hoeven te maken. Hoe laat is het nu, Lia „Twaalf uur, Mama". „Wij hebben dus al den tijd, ons gereed te maken.^De pensionhouder moet op de hoogte worden gesteld. Wil je dat even doen, Lia Vraag hem dan meteen de rekening en de nota van schadevergoeding. Wij gaan tien dagen eerder weg dan er kamers zijn besproken. En kom je dan naar boven Dan gaan wij pak ken." „Moet u niet lunchen, Mama?" ,,'k Heb niet den minsten lust. Jij (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 2