Economisch uieeHoiierzicm
FEUILLETON
If
i I
I
Gemengd Nieuws.
nMantèl-
jMtiame
Voor de Vrouw.
Het huisje aan den Zeedijk
1
Iff 11
Land- en Tuinbouw.
i i
4K
ïifj
*M' IP
VÏfi
m
M
if
4 r<] -H
1 ;1
ill li
ii iw
11
1 a®
Ulf-
a II
HI'
i a'-
H ill
Doch dit geschiedt niet met volle en warme
overtuiging. Studie van sociaal-economische
vragen wordt weinig gemaakt. De leerscholen
die de Calvinisten hebben in hun jongelings-
vereenigingen en in hun cursusvergaderingen
zijn bij de S. D. A. P. nagenoeg onbekend.
De A. J. C. is veel meer club voor onderling
vermaak dan studieclub. Van de hoogere dingen
weet men bedroevend weinig, zelfs in de half-
intellectueele kringen.
Niet aan haar diepe beginselen, doch aan
haar practische politiek dankt de S. D. A. P.
haar groei. En daarbij heeft zij het zeldzaam
fortuintje,, dat ze bijna altijd oppositie-partij
was, zoodat ze van de critiek kon leven.
Het bod van een gulden hooger was altijd
aan den kant der S. D. A. P. Deze politiek heeft
de meening ingang doen vinden bij de arbei
ders, dat je het van „de rooien" toch maar
hebben moet, als je nog iets zou krijgen. En
het dient gezegd: in de weinige gevallen, dat
de S.D.A.P. de teugels van bestuur in handen
had, heeft ze ook wel eens iets tot stand ge
bracht, dat anders niet zou verkregen zijn. Ze
heeft wel „arbeiterfreundliche" maatregelen
doorgevoerd. En dit heeft nieuwe roem haar
toegevoegd. Het algemeen kiesrecht speelt in
haar kaart. Het grootste deel der kiezers is
uit den arbeidenden stand. Wie de arbeiders
naar de oogen ziet, doet de beste politieke
speculatie. Alleen: het einde draagt den last.
Op den duur blijkt telkens, dat de belangen
van het heele volk niet straffeloos kunnen
worden veronachtzaamd, en dat de arbeiders
het eerst en het meest lijden als de economische
kracht van het land wordt aangetast.
Echter, hoezeer wij overtuigd zijn, dat de
S. D. A. P. haar volgelingen op den duur te
leurstellen moet, daar is ook reden om te
vragen of wij zelf geen schuld hebben aan
haar groei.
De kerk is vooral in de vorige eeuw wel
ver beneden haar hooge roeping gebleven. Wij
mogen dit voor een goed deel schrijven op
rekening van het modernisme, dat in die dagen
de Kerk beheerschte, maar ook in streken waar
de oude waarheid bleef bewaard, is men te
kort geschoten. En toen in later jaren alom het
modernisme weer moest wijken bij de nieuwe
doorbreking der Gereformeerde beginselen, heb
ben de Gereformeerden uit alle kerken, niet
snel genoeg hun nieuwe taak begrepen.
In de groote steden hield de vermeerdering
van het aantal predikanten bij lange geen ge
lijke tred met den groei der bevolking. Van
een serieuse bearbeiding der massa kwam niets
meer.
Aanvankelijk bleef een losse band met de
Kerk bewaard. Men liet zijn kinderen nog doo-
pen, zich op een bepaalden leeftijd „aannemen",
zijn huwelijk in de kerk bevestigen. Maar al
lengs sleet dat uit, en nu zijn er velen, die met
de kerk 't minst contact niet meer hebben. Zelfs
de dominé op de begrafenis, die lang nog noo-
dig scheen om het familielid del aatste eer mee
te bewijzen, kan men nu ontberen.
Door haar armenzorg-practijk heeft de Kerk
velen van zich afgestooten. Het leek niet op een
broederlijke kiescbe verzorging van huisgenoo-
ten des geloofs. De „bedeelden" moesten voor
de „heeren komen. Ze mochten niet medewer
ken aan de verkiezing van ambsdragers. Op
grievende wijze werden ze als minderwaardigen
behandeld.
En ook heeft aan den groei van het So
cialisme bijgedragen, de geringe belangstelling,
die in christelijke kringen werd betoond voor
sociale vraagstukken.
„Patrimonium" werd gesteundomdat dit
verbond positie koos tegen de Socialisten,
doch niet uit overtuiging.
Tegen de Christelijke Vakbeweging stond
men lang argwanend over.
In Groningen is mede door christelijke boe
ren het Socialisme „gekweekt".
In de laatste tientallen jaren is veel ten
goede veranderd. In de groote steden worden
heroïeke pogingen gedaan tot verbetering der
geestelijke bearbeiding.
De armenzorg is thans op zeer kiescher
manier geregeld. Eerst in de kleinere, nieuw
gevormde kerkengroepen, later ook in de groo-
tere volkskerken.
Voor de sociale vragen is de belangstelling
gegroeid. Daar wordt met name in de Anti
revolutionaire partij ernstig rekening gehouden
met de belangen van alle levenskringen, en
met beslistheid positie gekozen tegen het oud-
liberale beginsel, dat onthouding van de Over
heid in het bedrijfsleven wil, óók waar het
geldt herstel van geschonden recht en wering
van onrecht.
En met kracht moet afgewezen worden de
bewering van sociaal-democratische propagan
disten, dat de verbetering op sociaal wetge
vend terrein, aan hen te danken zijn.
Dat is een pertinente onwaarheid. Die reeds
voldoende weersproken wordt door het enkele
feit dat Nederland, waar de christelijke par
tijen de laatste dertig jaren den politieken toe
stand feitelijk doorloopend hebben beheerscht
op sociaal-wetgevend terrein aan de spits staat.
Doch intusschen was het verloop naar de
S. D. A. P. begonnen. Het kwaad was gebrou
wen. En dit kwaad werkte door.
Wij zeiden hierboven dat veel ten goede
is veranderd. Dit moet niet er toe leiden het
oog te sluiten voor misstanden die nog be
staan.
Daar zijn nog verkeerdheden. Patroons die
jegens hun arbeiders niet zijn zooals het Chris
tenen betaamt, die hun niet geven de eere-die
toekomt aan „beelddragers Gods", die te veel
het arbeidsloon bepalen naar de waarde van
de markt, en aldus den arbeider tot koopwaar
maken.
Met schaamte moeten wij het belijden, dat in
streken waar het positieve Christendom feite
lijk oppermachtig is, en de sociaal-democratie
nauwelijks een voet gronds kan veroveren, de
sociale omstandigheden het slechtst zijn.
Wij spreken nu niet van de schrale Veluw-
sche gronden, waar de heele levensstandaard
laag is, doch van de Zuid-Hollandsche en
Zeeuwsche eilanden met hun vetten bodem, en
welvarende boerenbevolking. Daar komen schan
delijke arbeidsvoorwaarden voor. Daar treft
men een geheel ongemotiveerden weerzin aan
tegen elke sociale bemoeiing.
En daar rijst de klacht, dat van de velen
die naar „de stad," naar Rotterdam verhuizen,
het grootste deel het geloof verliest en sociaal
democraat wordt.
Zoolang de arbeiders op de eilanden blijven,
houdt men ze nog wel vast, maar zijn ze uit
onder de beschutting van het dorpsche millieu,
dan springen ze uit den band.
Dan zijn ze verloren voor de christelijke staat
kunde en voor de christelijke kerk.
En hoe gaat het met hun ziel
Niet zonder verband met de sociale onaan
doenlijkheid in christelijke landbouwstreken, is
de geestelijke onaandoenlijkheid der industrieele
arbeiders.
Alhoewel niet ontkend mag worden, dat de
oorzaken opgesomd bij 't vrij belangrijke ver
lies van de Holland-Amerika Lijn over het afge-
loopen jaar alleszins acceptabel zijn, toch zal
de constateering van dit verlies over het alge
meen groote teleurstelling ten gevolge hebben
gehad. De min of meer rooskleurige verwach
tingen, ontstaan door het in 1927 behaalde aar
dige winstsaldo, zijn niet in vervulling gegaan.
Het is jammer dat direct na een betrekkelijk
voorspoedig tijdperk, reeds weer een inzinking
is ingetreden. Intusschen is het in het geheel
niet noodig, dat deze inzinking van langen
duur zal behoeven te zijn. De vaart op Zuïd-
Amerika is stop gezet, en omtrent de vracht
tarieven naar het Noordelijk stuk van dit we
relddeel is, althans met Antwerpen, overeen
stemming verkregen.
Een pessimist zou allicht geneigd zijn te be
weren, dat tarieven meestal vastgesteld worden
om door outsiders te worden gebroken, doch
daartegenover staat dat een der tarieven-brekers
in de vaart op Zuid-Amerika er zoo slecht is
afgekomen, dat de koers van zijn aandeelen
een waarschuwing voor ieder is, die op het
zelfde of op een ander traject nog eens een
nieuwe poging zou willen doen de huidige ta
rieven onder te bieden. Het wil ons echter voor
komen, dat de mentaliteit van sommige regee
ringen op het stuk der eigen handelsmarine
voorshands een gevaar blijft opleveren.
Het volgende argumentde hooge Ameri-
kaansche en Canadeesche graanprijzen, doet de
overweging opkomen, dat het bedrijf der H. A.-
lijn dan wel bijzonder kwetsbaar geworden is.
Het is zeer wel mogelijk, dat herhaling daarvan
na korten termijn zou optreden, waardoor de
uitkomsten wederom sterk zouden worden ge
drukt. In werkelijkheid zal de zaak wel zoo
liggen, dat de eene factor met de andere ver
slappend heeft gewerkt en dat bij overigens
normale zaken de druk der graanprijzen niet
zulke slechte uitkomsten tengevolge zal hebben.
De betrekkelijk geringe winst welke gemaakt
is bij den verkoop van schepen, welke slechts
ruim één ton is geweest, is verder een punt
waaroor de aandacht getrokken werd. De drie
vaartuigen waarom het zich hier handelt, zijn
gedurende lange jaren bij de H. A.-lijn in dienst
geweest, zoodat niet aangenomen kan worden,
dat met het oog op hun ouderdom de boek
waarde te hoog is geweest. De periode waar
over afschrijving plaats had, omvatte o.a. de
goede jaren aan het einde van den oorlog, en
direct daarna. Het is zeer wel mogelijk, dat de
verkoopsprijzen op zich zelf genomen te laag
zijn geweest, De aandacht dient er op geves
tigd te worden dat één der drie booten, n.l. de
„Nóordam" aan den slooper verkocht is ge
worden, waardoor van winst maken wel geen
sprake was.
Ook thans houdt de H. A.-lijn weer vast
aan het principe van volle afschrijving, al komt
daardoor ook een kapitaalverlies aan het licht.
Indien er niet meer was afgeschreven dan de
winst toeliet, dan zou inderdaad de positie
daardoor niet anders zijn geworden, doch zij
zou slechts in scheeve verhouding zijn weergege
ven. De kapitaal-reserves ondergaan intusschen
weer een belangrijke aderlating, hetgeen wel een
domper is op de optimistische stemming welke
is ontstaan door de aflevering vanidu „Staten
dam". De eerste exploitatie-rekenipg van dit
schip wordt met spaning afgewacht. Hier dient
echter volstaan te worden met het uitspreken
van de hoop, dat het getoonde initiatief en
doorzettingsvermogen een veel beter tijdperk
zullen inluiden.
De nieuwe Stlkstofmeststoffen.
Een groot landbouwbelang.
II
In ons vorig artikel hebben wij enkele der
nieuwe stikstofmeststofifen besproken, welke
alleen de plan ten voedingsstof stikstof bevatten.
Er worden echter ook gefabriceerd welke be»
halve stikstof ook fosforzuur of kali, en
fosforzuur en kali bevatten. Een daarvan,
welke v.ij de vorige maal reeds aanhaalden,
en welke voor onze streken van het meeste
belang is, willen wij hier nog eenigzins uit
voeriger bespreken. Het is de Nitrophoska
een meststof welke de drie hoofdvoedings»
stoffen stikstof, fosforzuur en kali bevat. Er
bestaan 4 vormen van Nistropfoska met
respectievelijk de volgende hoeveelheden aan
stikstof, fosforzuur en kali van 16, 5—16. 5 20
of 15, 5-15,5-19 of 17, 5-33-22 of 15-11-26
5 procent. Deze plantenvoedingsstoffen zijn
in oplosbaren, voor de planten direct opneem»
baren vorm aanwezig. Deze volledige m^st»
stof bevat naast zijn voedingsstoffen
geen enkele stof die niet door de planten
wordt opgenomen. Het groote voordeel van
Nitrophoska is dat Dog in een vergevorderd
seizo n, als thans het geval is, een volledige
bemesting in één keer kan worden gegeven
Voor overbemesting is deze meststof eveneens
geschikt. Het is zeer gemakkelijk uitstrooibaar,
met eenmaal uitstrooien worden de drie voe»
dingstoffen gegeven wat dus niet alleen een
groote besparing geeft niet alleen op de on
kosten van uitstrooien zelve, maar ook op
transport» en onslagkosten. Dit valt temeer
•n het oog als men bedenkt dat 100 Kg.
Nitrophoska evenveel stikstof bevat als b.v.
ruim 100 Kg. Chilisalpeter plus 100 Kg super»
fosfaat plus 100 Ke. kalizout20% W «armen
anders dus ruim 300 Kg. moet vervoeren,
opslaan en uitstrooien kan men bij Nitro
phoska vaak met 100 Kg. volstaan om dezelf
de hoeveelheid stikstot, fosforzuur en kali te
geven. Deze berekening geldt voor Nitrophos»
ka 16, 5-16 5-20.
Door de verschillende vormen van samen»
stelling van Nitrophoska kan men de geschikste
zoeken voor fosforzuur» of kaliarme bodems,
of men kan gebruik maken van den vorpn
16, 5—16 5—20 en daarnevens nog een lichte
fosforzuur of kalibemest'ng geven, of zoo
noodig van beiden. Bij het bepalen der te
geven hoeveelheden gaat men dan van het
stikstofgehalte uit.
E n doeltreffede bemesting met Nitrophoska
zal de practijk de landbouwers spoedig leeren.
Niet alleen de hoeveelheid die gebruikt
moet worden op bepaalde gronden en op be»
paalde gewassen, maar ook het juiste tijdstip
van aanwending. Men verzuime niet flink
opgezette proeven met deze hoogst belangrijke
meststof te nemen.
AUTO-ONGEVAL BIJ AMSTERDAM.
Vier personen gewond.
Twee auto's vernield.
Woensdagmiddag is op den Muiderstraatweg
tegenover de Kruitfabriek bij Amsterdam een
ernstig auto-ongeval gebeurd. Een zes-persoons
auto is bij het passeeren van een anderen auto
tegen een uit de tegenovergestelde richting ko
mende melkauto gebotst. De auto behoorde tot
een begrafenisstoet, die van de Israëlitische Be
graafplaats te Muiderberg terugkeerde. De bei-
Eerste
kijken
bif
ROTTERDAM, Hoogstraat, hoek Spui
DEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofweg 6
de auto's werden door de botsing totaal ver
splinterd. In de auto, uit den begrafenisstoet,
waren gezeten de heeren J. M. Hes, directeur
van het Israëlitische Begrafenis Genootschap,
en L. D. Staal, Joodsch leeraar; beiden werden
ernstig gewond, evenals de chauffeur v. Zwie-
ten. Ook de bestuurder van den melkauto, Bo-
gaert uit Weesp, kreeg een ernstige hersen
schudding. Dr. J. van Konijnenburg, directeur
van den gemeentelijken geneeskundigen dienst
van Haarlem, die zich in een der auto's van
den begrafenisstoet bevond, legde, bijgestaan
door dr. Smits uit Muiden, den gewonden een
noodverband aan; het bleek, dat de heer Staal
en dec hauffeur Van Zwieten een lichte hersen
schudding hadden gekregen. Bovendien hadden
de beide chauffeurs nog verscheidene bloedende
wonden. Ook de heer Hes vertoonde zware
wonden aan het hoofd en op verschillende
plaatsen van het lichaam. Alle vier gewonden
werden naar Amsterdam vervoerd. De heeren
Staal, Van Zwieten en Bogaert werden in het
Burger Ziekenhuis ter verpleging opgenomen.
De heer Hes werd eerst in het Nieuw-Israelie-
tisch ziekenhuis verbonden en is daarop op
zijn verzoek naar zijn woning vervoerd.
EEN AMERIKAANSCH MISSIONAIR
VERMOORD.
Het Amerikaansche gezantschap te Peking
deelt mede, dat in de provincie Hoepei een
Amerikaansche missionair is vermoord. De
moordenaars zijn gevlucht. De Amerikaansche
legatie heeft een oproep gericht tot alle Ame
rikaansche onderdanen in de provincie Hoepei
om zich zoo spoedig mogelijk naar Peking te
begeven, aangezien een langer verblijf in de
provincie Hoepei te onveilig is en de regeering
te Nanking niet in staat is, maatregelen tot be
scherming der Amerikaansche onderdanen te
nemen. Ook de Amerikaansche onderdanen in
de provincie Kansoe worden aangespoord om
naar Amerika terug te keeren, aangezien in
deze provincie een Mohammedaansche opstand
tegen alle Christenen heerscht. Het meest heb
ben de missionarissen, die in de provincie Kan
soe hun propagandistischen arbeid hebben ver
richt, te lijden.
EEN ORKAAN IN JAPAN.
400 slachtoffers.
Uit Tokio werd Woensdag gemeld
Een storm woedt aan de kusten van Japan.
De storm woedt nog steeds voort. De verbin
ding over zee met Amerika is verbroken, terwijl
dit ook het geval was met de scheepvaartver
binding met de Sowjetunie. Naar schatting zijn
bij het eiland Hokaido 400 menschen om het
leven gekomen. Twee Japansche vliegtuigen
worden vermist. Tusschen Zoeroega en Wla-
diwostock zijn ongeveer 80 Chineesche vis-
schersbooten in den storm geraakt en naar open
zee gedreven.
BEVOLKINGSCIJFERS.
Toeneming.
Volgens een statistiek van het ministerie van
arbeid is de bevolking van Frankrijk in het
afgeloopen jaar gestegen tot 41.020.000 zielen,
tegen 40.920.000 in 1927. Er waren 70.205 ge
boorten meer dan sterfgevallen. Er zijn ook
meer huwelijken geweest dan het vorige jaar
en iets minder sterfgevallen.
Toch is ondanks den vooruitgang over 1928
en de groote immigratie Frankrijks bevolkings
cijfer thans lager dan vóór den oorlog. In 1913
was het 41.685.000.
STERFTE- EN GEBOORTECIJFERS.
De invloed van de griep.
Naar de correspondent van de Times te Rome
aan zijn blad meldt, zijn de gevolgen van de
griepepidemie van dezen winter duidelijk merk
baar in de gepubliceerde statistiek. In Maart
waren er 80.964 sterfgevallen, wat weliswaar
een vooruitgang is bij de 87.138 sterfgevallen
in Februari, doch nog altijd veel hooger is .dan
verleden jaar, toen Maart 57.675 sterfgevallen
opleverde.
De eerste drie maanden van dit jaar heeft het
aantal geboorten 301.230 bedragen, tegen
317.670 in het eerste kwartaal van 1928. Het
aantal huwelijken was in het eerste kwartaal
van verleden jaar 71.960, dit jaar 61.052, welke
daling echter voor een goed deel te verklaren
valt uit de vroege Paschen en het kerkelijke
verbod van het sluiten van huwelijken in de
vasten.
POGING TOT DIEFSTAL VAN EEN
VLIEGTUIG.
Twee jonge avonturiers, 18 en 19 jaar, af
komstig uit Karlsruhe, waren dezer dagen uit
de ouderlijke woning verdwenen. Zij hadden
besloten samen naar Afrika te tijden om er gaan
boeren. Na 70 mark van hun ouders te hebben
gestolen, braken in in 'n politiebureau te Karls
ruhe in en ontvreemdden er twee dienstrevol
vers. Zoo uitgerust trokken ze naar Darmstadt
en verborgen er zich op het vliegveld met het
doel er 's nachts een vliegtuig te stelen en er
mee naar Afrika te vliegen. Zij hadden ook al
een vliegtuig uit een der loodsen gehaald toen
een nachtwaker hen betrapte en wist in te
rekenen, voordat zij hun revolvers hadden kun
nen trekken.
EEN JONG MEISJE DOODGESCHOTEN.
In het volksbad te Charlottenburg, waar de
leden van de zwemclub Hellas een wedstrijd
hielden, weerklonk Woensdagavond een schot.
In een cabine vond men later het lijk van een
17-jarige typiste, die door een kogel in het
hart was gedood. De toedracht van de zaak
is nog niet opgehelderd, doch een 19-jarig jong-
mensch, die met het meisje verkeering had, is
gevangen, genomen.
„Warme, toegewijde moeders hebben
we noodig".
Bovenstaande „noodkreet", zou ik haast zeg
gen, komt uit de niet-orthodox christelijke we
reld.
Het is de redactie van „De Vrije Westfries",
die deze kreet opvangt.
Het is wel de moeite waard wat deze redactie
van „Famke" zegt, hier op te nemen; en nu
ik het zelf druk met de „schoonmaak" heb, is
er dubbele reden om een ander in ons Vrouwen
hoekje eens een keer het woord te gunnen
Hier volgt het
„Famke" is de schuilnaam van een vrijzinnige
dame, die over het hedendaagsche vrouwen
vraagstuk eenige brochures heeft geschreven.
Die „Famke" heeft het verbruid bij haar
vrijzinnige zusteren, danig verbruid.
Althans bij de „vooraanstaanden" in haar
kring, bij de strijdsters voor de moderne vrou
wenbeweging.
Stelt u voor wat „Famke" heeft durven
ondernemen.
Ze heeft zich verzet tegen het drukke mee
doen der gehuwde vrouw aan het openbare
leven.
Ze heeft dwaasheid genoemd den ophef, die
gemaakt wordt voor een vrouw, dje een buiten-
landsche zending onderneemt en dan nog een
goede huismoeder genoemd wordt.
En ze heeft het durven ondernemen hare
lezeressen op te wekken in geen geval bij de
stembus een partij te steunen, welke een ge
huwde vrouw nog meer buiten het gezin wil
halen.
Dit laatste heeft de deur dicht gedaan. Toen
Mevrouw Weynandts-Francken, de „groote"
vrouw in den Vrijheidsbond, dat las, heeft ze
de pen gegrepen en gevraagd waartoe de op
wekking van „Famke" leiden moet.
„Dan kan een vrouw niet liberaal stemmen.
Ze kan nóch bij den Vrijheidsbond, nóch bij
de Vrijzinnigdemocraten terecht. De S.D.A.P.
is dan niets voor haar, ja zelfs op een
Christelijk-Historische kan ze niet stemmen,
want, zoo zegt de liberale schrijfster, ook Frida
Katz wil de gehuwde vrouw een plaats geven
in het politieke leven."
En klagend roept Mevr. Weynandts-Francken
uit„Famke blijft dan niets anders over dan
af te zakken naar de Anti-Revolutionairen!"
Af te zakken naar de Anti-Revolutionairen.
Dat is in de oogen dezer feministe het ergste
wat een vrouw in de twintigste eeuw kan over
komen.
Het is niet vleiend gezegd. Maar wij ver
geven Mevr. Weynandts-Francken gaarne haar
zure woorden, omdat zoo volkomen juist is
wat ze schrijft: Wie de gehuwde vrouw in
het gezin wil houden en haar zooveel doenlijk
weren van de publieke markt des levens, die
blijft niets anders over dan Anti-Revolutionair
te stemmen.
Mevr. Weynandts-Francken acht de zorg
van de A.R. partij voor de gehuwde vrouw
een hoon voor de vrouw.
„Famke" daarentegen acht ze de beste be
veiliging voor het echt vrouwelijke. „Warme
toegewijde moeders hebben we noodig", schrijft
ze „en om warme en toegewijde moeder te
zijn, moet men zich geheel geven aan z'n
gezin".
De A.-R. Partij heeft dit a 11 ij d gezegd.
Ze heeft er heel wat over moeten booren.
Het verwijt van achterlijkheid onthield men
haar niet; de beschuldiging, dat de Anti-Revo
lutionairen de vrouw onder den duim wilden
houden, bleef niet achterwege. Van hardheid,
ongevoeligheid en lompheid is de A.R. partij
om haar houding inzake het vrouwenvraag
stuk beschuldigd.
Maar thans erkent een vrijzinnige dame dat
de A.R. partij daarmede wel verre van de
vrouw achteruit te zetten, haar juist in haar
teerste vrouwelijkheid heeft beschermd.
En nu trekt een andere liberale dame de
conclusie dat de vrouw die wil wat Famke"
wil, antirevolutionair moet stemmen.
Wij brengen Mevr. Weynandts-Franken ons
compliment voor de juiste conclusie die zij uit
dat betoog trok.
Zoo werden zij beiden de eerste mis
schien, de tweede zéker ongewild propagan
diste voor de A. R. partij.
Onze dank, Dames 1
door
H. ZEEBERG.
62)
Een antwoord op de in haar opkomende vra
gen kreeg het meisje niet.
Mevrouw van Meersma hulde zich verder
weer in een stilzwijgen, dat méér vertelde-dan
een luidruchtig gesprek. Voor wie althans op
merken kon.
Het was wel een uur later, op haar kamer
hadden de beide vrouwen zitten lezen, dat Lia
haar vraag herhaalde, of zij toestemming kreeg
naar de kapel te gaan.
„O ja, dat is waar ook, Lia. Er was geen
besluit gevallen. Weet je ook, hoe laat de
dienst begint
„Om negen uur, Mama. Het stond aange
plakt".
„Dat is een behoorlijke tijd. Wij konden dan
wel eens gaan."
"Lia wist niet, of zij waakte of droomde. Zij
hoorde niet; „je moogt wel gaan", maar: „w ij
konden dan wel eens gaan."
„Gaat u dan ook mee, Mama vroeg zij
nog, met een blijde klank in haar stem.
„Welja, anders verveel ik mij toch maar.
In tusschen mag dan met het ontbijt er wel
op gerekend worden. Maak je het even in orde,
Lia, opdat wij half negen kunnen gaan
„Ja, Mama, het komt in orde."
Vroolijk verliet Lia het vertrek, 't Was haar
nog steeds onbegrijpelijk, dat Mama niet alleen
toestemming had gegeven, maar tevens besloten
had, zélf mee te gaan. Als Papa dat toch eens
wist 1
Op haar kamer, elk had in dit groote pension
een eigen slaapkamer, moest zij, vóór zij zich
ter ruste legde, eerst eens tot zichzelf komen.
Dit was een merkwaardige avond geweest.
Wat ging er nu gebeuren Kwam daar bij
Mama zulk een verandering, dat alles goed zou
worden Welke gevolgen kon dit alles hebben
Zij nam, der gewoonte, die zij na den brief
van dominé Meienema had aangenomen, ge
trouw, haar bijbeltje, om een hoofdstuk te lezen.
Heel vaak las zij over de woorden heen. Maar
ditmaal had zij er alle aandacht voor. Boven
dien voelde Lia, dat haar gebed inniger was;
dat meer dan anders haar ziel sprak.
HOOFDSTUK IX.
De dienst in de kapel was als dienst Lia
slechts matig bevallen, daar zij al spoedig had
begrepen, dat zij was aangeland in een
Roomsch-Katholieke kerk, waar de plechtige
verrichtingen boven haar bevattingsvermogen
gingen.
Veel liever had zij, evenals dat het geval was
op grootmoeders dorp, gehad, dat een predikant
een preek had gehouden, die wat tot haar zeide;
waaraan zij iets had.
Terwijl, zij naast haar moeder, die het niet
verheelde, dat zij zuivere nieuwsgierigheid aan
den dag legde, den dienst volgde, hukerde zij
naar de kerk midden in 't dorp, waar dominé
Meinema in klare taal, zelfs voor den meest-
eenvoudige begrijpelijk, het Evangelie tot zalig
heid bracht
Maar ondanks dat, daalde toch in haar ziel
een stemming, die zij niet goed kon verklaren;
een gewijde stemming, die haar voor dat oogen-
blik gelukkig maakte en haar deed vergeten,
dat zij nog steeds hongerend en dorstend was,
zonder ook maar eenige verzadiging te vinden...
Zij was zóó onder den indruk van den dienst,
dat zij, terugkeerend naar het pension, geen
woord tot haar moeder sprak.
Doch ook Mevrouw van Meersma had geen
lust tot spreken. Niet, omdat deze kerkgang, die
voor haar niet dan een verzetje was geweest,
invloed op haar denken had uitgeoefend, maar
omdat zij er weer over tobde, dat ook de mor-
genpost geen brief uit Utrecht van Annie had
gebracht, zoodat, daar op het dorp des Zondags
slechts één bestelling was, zij wachten moest,
mogelijk ook wel tevergeefs, tot den volgenden
morgen.
Zij voelde zich, zonder dat zij daarvoor een
bepaalde verklaring vinden kon, angstig te moe
de. De houding van Annie, de laatste dagen
voor haar vertrek uit Utrecht, beviel haar niet.
En dan haar oogen Het was haar, of die haar
vol verwijt hadden aangestaard en gezegd: gij
hebt mij in dit heillooze huwelijk gedreven; ik
heb toegestemd, maar gij zijt de hoofdschuldige;
gij hebt er mij toe aangezet.
Maar dan glimlachte Mevrouw van Meersma
weer: och kom, wat haalde zij zich toch een
muizenissen in het hoofd; als er werkelijk iets
bizonders was, dan zou Annie, die toch waarlijk
niet op haar mondje gevallen was, wel ge
sproken hebben en haar met verwijten hebben
overladen, Doch niets van dat alles was ge
schied. Annie had zelfs tranen in de oogen
gehad, toen zij afscheid nam voor het drie-
weeksche verblijf in Beieren. Komaan, zij moest
verstandiger zijn. Wie weet, of Alex, die Don
derdag komen zou, om hier ook een weekje te
vertoeven, goede berichten zou meebrengen
't Was toch eigenlijk dwaas, zoo te loopen
piekeren.
Ondanks het feit evenwel, dat zij zichzelf
moed insprak, was het haar, of een loodzware
last op haar drukte, die zij wel van zich af
zetten wilde, maar dat niet kon. Zonder dat
tusschen moeder en dochter één woord was
gewisseld, zij bemerkten het beiden niet, vervuld
als ieder was met eigen gedachten, naderden
zij het pension, een prachtig gebouw, dat naar
alle kanten vrij uitzicht had en bij toeristen
bekend stond als een eerste klasse gelegenheid,
waarom het reisbureau Lindemann te. Utrecht
het dan ook den architect aanbevolen had.
Juist op het moment, dat zij het tot het terras
toegang gevende hek wilden binnengaan, ped
delde een brievenbesteller voorbij, die zich
spoedde naar het pension. i
„Nu een brievenbesteller vroeg Lia.
„Alser maar niets bijzonders is met
Annie", hijgde Mevrouw Van Meersma. „Het
kon wel eens een telegram zijn."
„Maak U toch niet bezorgd, Mama. U weet,
Annie is geen schrijfster. Toen zij met Theo
op reis was, kwam er immers ook zoo goed als
niets van haar".
Mevrouw Van Meersma gaf geen antwoord,
maar liep gejaagd in de richting van de serre,
waar de eigenaar van het pension stond, een
brief in de hand. De besteller verdween even
spoedig als hij gekomen was.
„Mevrouw, er is zoo juist een expresse brief
voor u bezorgd", zeide de man, het epistel over
reikend. Meteen zag hij, hoe bleek de pension-
gaste werd, zoodat hij haar hoffelijk een stoel
aanbood.
„Gaat u zitten, Mevrouw. Ik hoop niet, dat
u ongunstige berichten hebt ontvangen."
De eigenaar verdween naar binnen.
„Een expresse brief van Papa", zeide Mevr.
Van Meersma met angst in haar stem. ,,'t Was,
of ik een voorgevoel van iets ernstigs had."
Bevend scheurde zij het couvert open, terwijl
nu ook bij Lia alle kleur van het gezicht ver
dwenen was. Onafgebroken staarden haar oogen
op haar moeder, die haastig haar blik over de
weinige letters glijden liet.
„Wij moeten vandaag nog naar huis. Het is
niet goed met Annie", steunde Mevrouw Van
Meersma. „Geef mij eau de cologne, Lia. Ik
word zoo naar."
Lia, angstig nu en met een hulpeloozen blik
in de oogen, voldeed onmiddellijk aan het ver
zoek, zoodat haar moeder weldra iets bijkwam
en weer den brief lezen kon.
„Wat is er met Annie, Mama
„Papa schrijft het niet. Hier, lees maar."
Het briefje van den architect was slechts kort
en blijkbaar haastig geschreven.
Hij méldde, dat hij het geraden vond, dat zij
naar huis kwamen. Annie had met Theo een
scène gehad, zoodat zij wat overstuur was.
Ongerust behoefden zij zich niet te maken, maar,
gezien de omstandigheden en ook, omdat op
spraak vermeden moest worden, was het ver
standiger, dat het verblijf in Beieren werd af
gebroken.
„Volgens mijn inlichtingen", aldus schreef
mijnheer Van Meersma, „kan deze brief, dien
ik, met het oog op den Zondag, per expresse
zend, Zondagmiddag vóór twee uur bij jullie
zijn. Neemt dan den trein van vijf uur. Dan kun
je in Münchhen den nachttrein naar Keulen
halen en Maandag den D-trein KeulenUtrecht
pakken. Ik reken er op en zal jullie tot Arnhem
tegemoet reizen. Kunnen jullie, door onvoor
ziene omstandigheden, dien trein niet halen,
neemt dan den volgenden. Ik blijf zoo lang te
Arnhem."
Lia vouwde stilzwijgend het epistel dicht en
deponeerde het in het couvert. Zij was zeer
geschokt door den brief, die meer zeide in wat
hij verzweeg, dan in wat er werkelijk in stond.
Tusschen de regels door kon zij niets anders
lezen als dat er iets zeer ernstigs was. Anders
behoefden zijn toch niet op stel en sprong af
te reizen Waarom schreef Papa toch niet uit
voeriger
Diezelfde gedachte beheerschte Mevrouw Van
Meersma, die langzamerhand wat bekwam van
den schrik en zich, nu er eenmaal een overigens
nog niet bekend gevaar was, energieker toonde
dan bij de ontvangst van den brief.
„Waarom schrijft Papa niet wat meer", klaag
de zij. „Er moet iets verschrikkelijks gebeurd
zijn, al zegt hij, dat wij ons niet ongerust be
hoeven te maken. Hoe laat is het nu, Lia
„Twaalf uur, Mama".
„Wij hebben dus al den tijd, ons gereed te
maken.^De pensionhouder moet op de hoogte
worden gesteld. Wil je dat even doen, Lia
Vraag hem dan meteen de rekening en de nota
van schadevergoeding. Wij gaan tien dagen
eerder weg dan er kamers zijn besproken. En
kom je dan naar boven Dan gaan wij pak
ken."
„Moet u niet lunchen, Mama?"
,,'k Heb niet den minsten lust. Jij
(Wordt vervolgd).