Schoonmaak
FEUILLETON
Zaterdag 13 April 1929.
No. 3528.
nil nummer Desiaai uil flrie Biaflen
TWEEDE BLAD.
Posterijen.
it meutue
mantel
Het huisje aan den Zeedijk
SCHAAKRUBRIEK.
■o
a
s
Cfl
a
Va
Va
0
l'/a
Va
0
Va
1 1 1
I
37a
Va
0
■1°
1 l'/a
0
0
1
0
1
Het Prov. Waterleiding
bedrijf van N.-Holland.
Plaatselijk Nieuws.
door
mwoosTi BOWSES
POSTPAKKETTEN.
Ingaande 15 April wordt het maximum ge
wicht van de binnenlandsche postpakketten ver
hoogd tot 7 K.G. Het tarief van 5 tot 7 K.G.
bedraagt 0.60.
Correspondentie^ Rubrie^etreHendeJe zenden
No. 99.
Als men er niet aan denkt, vindt men de
oplossing van probleem no. 117 niet zoo maar
direct. Het probleem is geïnspireerd door het
werkje van A. C. White, The Properties of
Castling. De sleutelzet is 1. 00! Men voelt,
de toren moet op de f-lijn de pion dekken, doch
met eenvoudig 1. Tfl komt men er niet. Welnu
laat den koning over den toren springen en vol
tooi hiermede de rochade. Het aardige in 't pro
bleem is juist, dat het schaakje 1Dc3
in den voorstand gedekt is door 2. Lc3: mat.
Reden te meer, dat men den koning op zijn
plaats zou willen laten.
Het variantenspel is klein. Er dreigt 2. Pg4
mat, dat alleen weerlegd kan worden door 1.
Dc3f. Dan volgt eenvoudig 2. Lc3: mat.
Probleem voor den wedstrijd.
No. 119.
C. S. KIPPING.
Ie Prijs 4e Ty. N. I. S. B. 1928.
Zwart (8).
Wedstrijd Schaakclub »Ons Genoegen»
1928—'29.
GROEP I.
O
X
M
a
M
g
z
Bund
Hoek
Nanning
I
1
1
4
0
0
0
1
1
0
0
0
1
V
a
GROEP II.
O
C/1
V
•O
O
U
CM
u
—4
Visser
Parée
Ie Comte
'/a
0
1
2
1
0
1
27a
GROEP III.
v. Gelder.
Weeda
Verbrugge
Groep IV.
2
"3
O
TJ
u
00
00
a
Ut
Si
Ut
O
sS 5
Y. CA
D. Jacobi
A. Kerkhof
J. Zaaijer
G. v.d.Wende
W.Nieuwland
D. Slis
1111oIo 11111111111118
0 10 Wil
1111101
,0 0 0 0 0,0 0 11
0 i 01
001
11
Ill II
lino
W|0|l|l|l|ff|016
I 0 1MB! 0 0 11101 4_
lomnia, 1 1 J 6
0 0 0,0 1 1 0 1,0 0 1 113
Wit (L2).
Wit: Ke7, Dfl, Tb7 en e3, La7 en c6,
Pa4 en g5, pi. d5, g3, g6 en h7.
Zwart: Ka6, De2, Tb2 en h5, Lf2, Pe6,
pi. d7 en f7.
Wit geeft mat in 3 (drie) zetten.
Oplossing tot en met 2e zet van wit opgeven
vóór Donderdag 25 April.
De .winnaar van den prijs over Maart is
de heer C. TIEMENS.
Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd
toetreden. Een goede oplossing van een twee-,
zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve
oplossing wordt een punt in mindering gebracht
(minimum aantal punten is nul)Voor de maan-
delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste
punten hebben. Ook niet-abonnè's zijn welkom.
Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing
ingezonden, dan wordt men geacht niet meer
mee te doen.
Eindspel no. 107.
Zwart begint en wint.
Wit: Kh2, Dd3, Tel en d4, Pb3, pi. a4, b2,
e4, f4, g2 en h3.
Zwart: Rh8, Da7, Ta6 en c8, Pc6, pi. a5,
b4, d6, e6 en h7.
Partijstand uit een tournooi te Weenen.
CORRESPONDENTIE.
Jos. Duv. No. 36. 1. Dfl. No. 37. 1. Dg7.
F. C. L. 1. Df4. Eenige drukfouten.
Donderdagmiddag werd in hotel Meijer te
Middelharnis en 's avonds in hotel Spee te
Sommelsdijk een film vertoond, vervaaaligd
door het Bureau voor Wetenschappelijk cine
matografie. Deze vertooning was georganiseerd
door het Groene Kruis alhier en had het doei
ons iets te laten zien van het drinkwater, het
gehalte en hoe- het verkregen wordt.
Allereerst kregen we door het duidelijke en
scherpe filmbeeld te zien een wereld van uiterst
klein wezentjes, die in het sloot- en regenwater
door elkaar krioelen, voor het bloote oog on
zichtbaar; wezentjes, die zich in elk veront
reinigd water snel ontwikkelen, uiterst een
voudig van bouw, soms maar bestaande uit
één enkele cel, missen de organen en vertegen
woordigers den oervorm van het leven. Som
mige oerdiertjes hebben zelfs geen bepaalden
vorm, maar vloeien voort als een druppel vloei
stof. Zij planten zich in den regel voordeelig
voort. Deze microcosmos is een wereld op zich
zelf. Eenige duizende soorten dezer wezens zijn
bekend. Het meest voorkomende is het pan
toffeldiertje (ongeveer V30 m. groot). Dit
beestje komt menigvuldig voor in onze slooten.
De meeste oerdiertjes vertoonen een ruste-
looze bedrijvigheid. Een mooi vgorbeeld is het
Halsdiertje, ongeveer V40 m.m.
De voortbeweging geschiedt met eenige dui
zenden trilharen. Bij het Mosseldiertje is dit
heel goed te zien.
De meeste oerdiertjes zijn uiterst klein en met
het bloote oog totaal onzichtbaar. Het Schip
pertje is niet grooter dan V100 m.m.
De meeste zwemmen vrij rond, zich rusteloos
heen en weer bewegend. Phacus, ongeveer V100
m.m. beweegt zich al heel merkwaardig.
In de wereld van het kleine vinden we diertjes
die op planten gelijken.
En aan den anderen kant zien we door het
microscoop plantjes, die zich kunnen voort
bewegen. Sommige Kristaldieren hebben een
zeer merkwaardige beweging.
Sommige oerdiertjes hechten zich met een
lange steel aan allerlei voorwerpen vast. Het
Klokdiertje.
Bij naderend gevaar trekt het Klokdiertje zijn
steel spiraalvormig in en maakt zich op deze
wijze nog uit de voeten.
Weer anderen maken zich een gang, waarin
zij zich dan bij gevaar terugtrekken. Het Trom
petdiertje.
In de microscopische wereld treft men soms
de meest fantastische vormen aan. Het Mos
diertje.
Een sloot is dus al een wereld op zichzelf,
met een aantal bewoners, niet in cijfers uit te
drukken.
Met het water uit de regenbakken is het al
niet veel beter gesteld. De daken worden dik
wijls door vogels verontreinigd en de gooten
liggen vaak vol rottende bladeren.
In het water van de dakgooten en uit de
regenbakken komen dan ook een groot aantal,
met het bloote oog onzichtbare wezentjes voor,
in hoofdzaak dezelfde als in slootwater.
In bijna elke dakgoot vindt men het Rader
diertje, ongeveer 1/io m.m. groot.
Regentonnen zijn een ware broedplaats van
muggenlarven, soms ook van de malariamug.
Verder vindt men in regentonnen nog een
groot aantal andere wezentjes, de watervloo,
de watermijt, der oeipootkreeftjes, alle ongeveer
een x/i m.m. groot en met het bloote oog juist
te zien.
Dit alles krijgt men mee naar binnen als men
onzuiver regenwater of slootwater gebruikt.
Het ergste is echter, dat slootwater en ieder
verontreinigd water een kweekplaats is van
nog veel kleinere wezentjes, die alleen met de
allersterkste microscopen kunnen worden waar
genomen, de bacteriën.
Onder deze bacteriën, waarvan de meeste
niet grooter zijn dan een duizendste m.m., vindt
men gevaarlijke ziekteverwerkers, o.a. de ty-
phusbacil, die met de uitwerpselen van den
lijder gemakkelijk in het slootwater kan komen.
Worden nu de melkbussen bij den melkver-
kooper of de groenten bij den groentenboer in
het slootwater gespoelddan kan de be
smetting gemakkelijker worden overgebracht.
De beschikking over goed zuiver regen- en
spoelwater is dus voor de volksgezondheid van
het grootste belang.
geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol.
Dit alles kregen we duidelijk op de rolprent
te aanschouwen.
Het 2de deel der film was gewijd aan de
vraag: hoe zuiver leidingwater wordt verkregen.
Het Noord-Hollandsche Waterleidingbedrijf
is in beeld gebracht. Het bedrijf werd 1 Jan.
1920 opgericht en kwam zooals ons op de kaart
duidelijk werd getoond, snel tot grooten bloei.
In enkele jaren tijds waren nagenoeg alle ge
meenten aangesloten op het geweldig groote
buizennet. En niet één zou de leiding meer
willen missen.
Het water wordt als volgt verkregen
Het regenwater, dat in de duinen valt, zakt
gedeeltelijk in den bodem en verzamelt zich
daar in groote hoeveelheden.
De aanslagen, welke gemakkelijk water door
laten, worden aangeboord. Dit geschiedt door
een groot aantal aan elkaar geschroefde ijzeren
hoorbuizen in den bodem neer te laten.
Met een zware puls wordt de grond uit de
hoorbuis verwijderd, die dan steeds dieper zakt.
Is de bovenkant van de hoorbuis tot bij den
beganen grond gezakt, dan wordt een nieuwe
buis opgeschroefd, en dat gaat zoo door, tot
een voldoende diepte, soms 70 m., bereikt is.
Van den, door den puls naar boven gebrach-
ten grond worden monsters genomen om de
gesteldheid van de aardlagen te bepalen.
Is de boring op diepte, dan worden in de
hoorbuis de koperen filterbuizen neergelaten.
De filters zijn vervaardigd uit spleetkoper. Zij
worden door verschillende lagen grind omgeven
om verstoppen te voorkomen. De filterbuizen
worden naar boven verlengd met ijzeren buizen.
De hoorbuizen worden daarna uitgetrokken.
Van deze putten worden er een groot aantal
geplaatst. Zij worden in groepen op een ge
meenschappelijke zuigleiding aangesloten.
Uit de zuigbuizen wordt het water door elec-
trisch gedreven centrifugaalpompen omhoog ge
pompt en naar de zuiveringsinrichtingen ge
perst.
Het in deze ongerepte omgeving uit de diepere
aardlagen opgepompte water is reeds vrij zuiver.
Levende organismen komen er niet in voor.
Het bevat in hoofdzaak nog opgeloste ijzer- en
mangaanverbindingen. Om deze te verwijderen
wordt het water aan de inwerking der lucht
blootgesteld. Sproeiers te Bergen.
Hoewel de ijzer- en mangaanverbindingen
voor de gezondheid niet schadelijk zijn, moeten
ze verwijderd worden om het water in de lange
leidingen te kunnen vervoeren. Door de inwer
king der lucht worden ze onoplosbaar. De
sproeiers te Wijk aan Zeé.
Tevens krijgen hierdoor de in het water op
geloste gassen (zwavelstof, koolzuur, enz.) ge
legenheid te ontwijken. Te Castricum geschiedt
deze z.g. „aëratie" door een systeem van kleine
sproeiers.
Na de ontijzering komt het water van alle
onoplosbaar geworden bestanddeelen en zoo
noodig ook bacteriologisch gezuiverd. Het zui
vere water verzamelt zich in de reinwater-
reservoirs.
De filters worden op geregelde tijden schoon
gemaakt. Men laat ze leegloopen en verwijdert
het bovenste laagje zand.
Uit de reinwaterreservoirs wordt het nu zui
vere leidingwater door middel van krachtige
electrisch gedreven centrifugaalpompen in het
buizennet gestuwd. Het pompstation te Bergen.
Lang werd stil gestaan bij het interessante
en geweldige hoogovenbedrijf in het Saargebied,
waar de waterleidingbuizen vervaardigd wor
den.
Daar dit slechts zijdelings met de waterleiding
in verband staat, zullen we er over zwijgen.
Men moet deze film gezien hebben om eenigszins
een indruk voor het geweldige en massale van
dit bedrijf te krijgen.
Dan kregen we te zien op welke wijze de
buizen aangelegd worden in wegen, door wegen
en kanalen enz. Alles bijzonder interessant.
Het slot van de film was gewijd aan de toe
passing van leidingwater.
We zagen het leidingwater gebruikt in huizen,
badkamers, keukens, we zagen bloemen-
sproeiers, fonteinen enz.
Voorts voor het gebruik in bedrijven, auto
garages, zuivedbedrijven, stadsretiniging (schoon
maken van de veemarkt te Purmerend), bij
brand komt het leidingwater een toren hoogte.
Een film omjaloersch van te worden
Er was veel belangstelling, vooral van ge
meentebesturen en raadsleden.
SOMMELSDIJK. Op de 1.1. Woensdag ge
houden beurs bood men 1.50 voor de uien
en 1.— voor de paardepeen per H.L., terwijl
op de weekmarkt 24 biggen waren aangevoerd.
Belanghebbenden worden er aan herinnerd,
dat de ontvanger dezer gemeente Dinsdag 16
April a.s. zitting zal houden tot het ontvangen
van schoolgelden.
In het huis gemerkt A 225 is de besmette
lijke ziekte Roodvonk geconstateerd.
-- In de maand Maart passeerden 31 schepen
de Wilhelminabrug. Hiervan zijn uitgezonderd
de schepen met abonnement en beurtschepen.
In deze gemeente worden pogingen aan
gewend om tot oprichting te komen van een
Coöperatieve cichoreidrogerij.
Door de algemeene ledenvergadering van
de Vereeniging ingevolge de Landarbeiderswet
alhier, is besloten tot onteigening van enkele
perceelen bouwland.
MIDDELHARNIS. Rectificatie. De heer P.
Braber heeft een stuk bouwland aan het Onder
ling Begrafenisfonds verkocht voor 4250,
en niet zooals gemeld is voor 6400.
Bij publieke verkooping van een woonhuis
en schuur van den heer P. v. d. Doel zijn deze
gecombineerd afgemijnd door den heer J. C.
Zoon voor 3500.
Deze week zijn aan de Kaai aangebracht
en gescheept 1100 H.L. aardappelen en 1200
H.L. poters.
OOLTGENSPLAAT. Maandagavond ten
6.30 uur hoopt de heer R. A. den Ouden van
Den Haag een gedachtenisrede uit te spreken
ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan der
A. R. Kiesvereeniging. Zie verder biljetten).
OUDE TONGE. Verslag van de eerste al
gemeene vergadering van Steun bij Ziekenhuis-
verpleging (S.B.Z.) te Oude Tonge, op Donder
dag 11 April, des n.m. 7 uur in de Oude school
alhier.
De Voorzitter, Dr. H. W., Parree, opent de
goed bezochte vergadering en memoreert nog
in het kort de werkzaamheden in het afge-
ROTTERDAM, Hoogstraat, hoek Spui
DEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofweg 6
loopen jaar, zooals vervoer per vliegtuig en
dat het initiatief genomen is tot oprichting van
een vliegveld. Spr. zegt, dat er op 't oogenblik
60 of 2200 personen lid van onze vereeniging
zijn.
De Secretaris leest de notulen voor, waaruit
blijkt, dat er in het afgeloopen jaar 25 patiënten
voor rekening der vereeniging naar verschil
lende ziekenhuizen zijn vervoerd en allen ge
zond en wel zijn huiswaarts gekeerd. Hoewel
het eerste jaar vele patiënten zijn geopereerd
en daardoor de uitgaven nog al hoog zijn, is
er op het eind van het jaar nog een saldo van
ruim 1400.
Daarna leest de Penningmeester de rekening
voor, die sloot in totaal aan ontvangsten en
uitgaven met een bedrag van 4261.44. Balans,
actief en passief totaal 2062.80.
Beiden Secretaris en Penningmeester worden
dank gebracht voor hun richtig en accuraat
beheer.
De controle-commissie moest bij monde van
den heer van der Aa verslag uitbrengen, maar
daar deze door vertrek niet aanwezig is, wordt
een schrijven voorgelezen, waaruit blijkt, dat
tot goedkeuring kan worden overgegaan.
Benoemd worden 3 leden tot nazien der
rekening, namelijk de heeren M. E. Heester
mans, A. Mooijaart en A. van Noord Wz.,
welke hun benoeming aannemen.
Op voorstel van het bestuur worden om
onaangenaamheden te voorkomen eenige arti
kelen gewijzigd en op voorstel van A. Kanters
in druk in te lassen in het bestaande reglement.
De contributie werd evenals in 1928 gehouden
op boven 15 jaar 0,06 per week van 1015
jaar 0,02 en tot 10 jaar 0,01.
De aftredende bestuursleden namelijk Dr. Par
ree, Mevr. de Vin en C. Gebraad worden bij
acclamatie herkozen en nemen hunne benoe
ming onder dankzeging aan.
Bij de rondvraag vraagt G. Verweij over
bezoldiging van Secr. en Penningmeester inlich
tingen. De Voorz. zegt dat in het afgeloopen
jaar gratis is gewerkt en dat voor 1929 de secr.
met 100..en de Penningmeester met 150.-—
zal worden beloond, wat na eenige besprekin
gen wordt aangenomen met dien verstande dat
het honorarium altijd ten geschenke aan de kas
kan worden gelaten. Ook het voorstel van Ver
weij om rekening in het vervolg op de convo
caties te laten drukken werd aangenomen. Op
het voorstel van het bestuur wordt in de plaats
van Van der Aa, (lid controlecommissie) die
naar elders is vertrokken te benoemen de heer
C. Vogelaar wordt goedgevonden.
Dan sluiting.
NIEUWE TONGE. Onder het vee van den
landbouwer J. van A. is mond en klauwzeer
uitgebroken.
De kantoorhouder der posterijen en tele
grafie de heer T. Holleman Cz., alhier, wordt
met ingang van 16 Mei e.k. overgeplaatst naar
Oude Tonge.
Voor de uien besteeds men alhier 2.
en voor de peen 1.per H.L. De handel is
traag.
De jaarlijksche Emma-bloemcollecte zal
langs de huizen der1- ingezetenen worden ge
houden op Zaterdag 13 April a.s.
DIRKSLAND. Bij de arbeidsbemiddeling ston
den 2 werkzoekenden ingeschreven.
Bij de aanbesteding is de levering van
trottoirtegels voor de Voorstraat gegund aan de
firma Bos Zn. te Alphen aan de Rijn en de
Rijn en de Waalsteenklinkers aan de N.V. Kleef
schen Waard te Arnhem.
De dienstplichtige J. van der Stad, wiens
adres hier niet meer bekend is zal 9 September
en J. Slootmaker 5 September voor herhalings
oefeningen onder de wapenen moeten komen.
Zij zijn thans bij publicatie opgeroepen.
Van uit deze gemeente werden verscheept
2200 H.L. aardappelen, 1514 H.L. poters, 1660
balen peen en 150 balen uien.
Het woon- en wipkelhuis aaa de Voor
straat van den heer H. Zaadnoordijk is bij
publieke verkooping afgemijnd door A. Blok
te Kruiningen op 7425.Het was ingezet
door A. Blok op 6020.—.
-Tegen een persoon van elders is hier pro
ces-verbaal opgemaakt wegens overtreding der
Motor- en Rijwielwet.
Nu de panden aan de Kattewacht geheel
ontruimd zijn, zal spoedig met de afbraak, voor
verkeersverbetering, een aanvang worden ge
maakt.
MELISSANT. Naar we vernemen, heeft de
heer N. Mijnders zijn landbouwstelling staande
aan den beneden Molendijk, onderhands ver
kocht aan den heer C. B. Mijnders.
Door publicatie is bekend gemaakt, dat
op Donderdag 18 April a.s., des nam. 2 uur
ten gemeentehuize gelegenheid zal bestaan tot
kostelooze in- en herinenting.
Tegen een inwoner uit deze gemeente is
door de gemeentepolitie proces-verbaal opge
maakt wegens het niet tijdig inleveren van een
verhuisbiljet. Men zij dus gewaarschuwd.
STELLENDAM. Door den bouwkundige C.
J. Oudshoorn te Sassenheim werd Dinsdag j.l.
alhier openbaar aanbesteed den bouw van een
H. ZEEBERG.
60)
En nu bleek daar uit alles, dat het met Mama
niet veel beter "was. Thuis had zij dat nooit
gemerkt, al was Mama de laatste weken op
vallend stil. Lia had altijd gemeend, dat haar
moeder bevrediging vond in het uitgaan en in
het schitteren, zooals zij dat vroeger ook deed
tot het moment, waarop de omkeer zich begon
te voltrekken. Maar nu bleek haar toch, dat
het niet zoo was.
Alleen mama was erg gesloten. Bijzonder
veel liet zij tot nu toe nog niet uit. Aan kleine
opmerkingen, vaak stekelige, had Lia bemerkt,
dar>llet met haar moeder ook niet in orde was.
Ondanks dat, vermaakte zij zich best in het
Beiersche Hoogland.
,.Je komt hier geheel tot je zelf", had Me
vrouw van Meersma gister nog opgemerkt. „De
tijd dien wij achter den rug hebben, is blijkbaar
wat zwaar geweest. Je kunt van het qoede
waarlijk ook te veel krijgen.''
Daarop Lia had gerepliceerd: „Het is maar
de vraag wat men goed noemt, Mama."
En daarop was het merkwaardige antwoord
gevolgd, dat Lia zoo tot nadenken had ge
bracht. a
„ja, Lia had Mevrouw van Meersma ge
zegd: „ik denk soms, dat je indertijd niet zoo
verkeerd hebt gezien en verstandig hebt qedaan
met weg te vluchten."
Verbaasd had Lia haar moeder aangezien:
was dat nu werkelijk gemeend of werd het met
eenige ironie gezegd, of was het slechts een
opwelling van het oogenblik?
Doch het gelaat van Mevrouw toonde niet
een ironischen trek. Het was in één woord
ondoorgrondelijk.
Lia herinnerde zich de woorden van haar
vader: „je moeder, kind, zij is meestal een le
vend raadsel". Inderdaad: papa had gelijk; Ma
ma werd ook haar een raadsel. En als zij nu
de oplossing maar kon vinden; mogelijk werd
het dan wel goed. Maar zij kon den sleutel niet
vinden. Alleen ging het vaag tot haar door
dringen, dat haar moeder zich den laatsten tijd
anders voordeed dan zij in werkelijkheid was.
Tot er, het was op den tienden dag van
hun verblijf in Beieren, plotseling een licht op
ging en er een verrassende openhartigheid
kwam.
Acher de bergen was de zon voor dien dag
schuil gegaan. Zij zaten in de avondkoelte, op
het terras van het pension te genieten van de
rust, die volgde op een dag van ingespannen
wandelen.
Nog enkele andere groepen pensiongasten wa
ren, mede op het terras, hier en daar ver
spreid. Er werd Duitsch gesproken. Maar men
hoorde er ook Fransch en Engelsch, terwijl Lia
meende, dat in een hoek van het terras het
zoet vloeiende Italiaansch werd vernomen.
Maar hoe dat alles zij, Nederlanders waren
er niet. Zij hadden wel gemerkt, bij de kennis
making, dat niemand deze taal verstond, zoo
dat zij ongestoord en ongehoord zich onder
houden konden.
„Ik begrijp niet, dat de post zoo laat komt",
meende Mevrouw van Meersma. ,,'t Is al acht
uur. Anders komt hij toch om zeven uur".
„Hij is mogelijk al geweest, Mama", merkte
Lia op,
„Het lijkt mij onwaarschijnlijk. Dan hadden
wij er toch iets van moeten zien. Bovendien
verwacht ik stellig bericht van Annie. Papa zal
wel niet meer schrijven, alleen een kaartje om te
berichten, waneer hij precies komt."
„Ja, van Annie", peinsde Lia harop. „Na die
eene kaart, voor vier dagen, hebben wij niets
meer gehoord".
„En zij schreef toch, dat een brief zou vol
gen", zeide Mevrouw van Meersma. „Ik be
grijp niets van dat kind".
„Voor mij is Annie ook een raadsel, Mama.
Alleen weet ik wel
Kleurend en verlegen hield Lia op, starend
over den weg, waarop zij in de verte een stip
naderen zag: misschien de postbode wel.
„Wat weet je wel, Lia
„Och, 'k weet niet. Het kan ook wel ver
beelding zijn, al dacht ik van niet."
„Nu zeg het maar."
Lia raapte al haar moed bijeen.
„Ik geloof niet, dat Annie gelukkig is. Papa
meent het ook niet. Vooraf heeft hij het wel
gezegd."
„Zoo, hebben jullie er met elkander over
gepraat. Ja, het is verbazend zoo als jullie het
met elkaar kunnen vinden. Maar dan had d,at
mij ook wel eens gezegd mogen worden."
Met moeite kon Lia een glimlach onderdruk
ken: alsof Mama, die Theo van Zeggelen had
gefeteerd, daarnaar zou geluisterd hebben Zij
zou er alleen stekelige op- of aanmerkingen
voor over gehad hebben
Mevrouw van Meersma gevoelde dat blijk
baar ook, onmiddellijk na het uitspreken harer
woorden. Want zij zeide: „Maar neen, dat is
gekheid; ik heb zelf Annie aangeraden, zich
aan Theo gelegen te laten liggen. Hij leek mij
een goede partij."
In de gezelschappen op het terras, die lang
zamerhand toenadering begonnen te zoeken, zoo
dat twee of drie er een werden, steeg een hoe
raatje op. De reden lag voor de hand: de post
bode verscheen en bracht voor allen wat, naar
spoedig bleek, toen de eigenaar van het pen
sion de verschillende stukken bezorgen kwam.
„Mevrouw van Meersma", zeide hij in ge
broken Hollandsch sprekend, „hier is uw post".
En hij reikte haar enkele couranten en twee
brieven over.
De oogst viel Mevrouw van Meersma tegen:
er was geen brief van Annie bij; de een was
van een kennis in Utrecht, de ander was voor
Lia, die onmiddellijk de hand van Lies Meinema
herkende. Hoe aardig, dat zij onmiddellijk terug
schreef op haar brief, verleden week van hier
verzonden.
„Niets van Annie", klaagde Mevrouw van
Meersma. „Wat scheelt dat kind toch
„Ik begrijp het ook niet, Mama. Zij zal toch
niet ziek zijn
„Dan zou Theo het toch wel schrijven Of
in ieder geval Papa. Ik begrijp het niet."
Daarop nam zij den brief uit Utrecht, terwijl
Lia het epistel van Lies Meinema met klimmende
belangstelling lezen ging.
Allereerst vernam zij, dat Hans het beroep
naar Maarveen had aangenomen en er over een
maand wonen zou met haar, „bij gebrek aan
beter". (Lia zag den oolijken lach op het ge
zicht van de vroolijke Lies, terwijl zij schreef
Verder vertelde de brief over alle mogelijke
nieuwtjes op het dorp, voor zoover zij, naar
de schrijfster meende, Lia interesseeren zouden.
Opeens kleurde het lezende meisje heftig
„En dan moet ik je een groot nieuws ver
tellen. Wat er voorgevallen is, weet ik niet,
maar ik kan je verzekeren, dat je oom Adriaan,
als je weer hier bent, heel anders tegenover je
wezen zal dan de eerste maal. Hij heeft me
gisteren rondweg gezegd, dat hij je niet goed
behandeld had; dat je zulk een behandeling niet
had verdiend. Eerlijk waar, kind, dat waren
zijn woorden, 'k Moet zeggen, dat ik er paf
van stond, want, je weet het: de boeren over
het algemeen en zeker de boeren hier, zeggen
hun gevoelens niet zoo openhartig en komen er
niet gauw toe, om te bekennen, dat ze ongelijk
hebben gehad. En zeker gebeurd dat niet, met
alle respect voor je familie door een Adriaan
BlankertWat verandering zich aan hem vol
trokken heeft, weet ik niet. En hoe het komt
al evenmin. Maar een feit is, wat ik zooeven
schreef. Hans komt heel vaak op de boerderij
en met vader heeft je oom den laasten tijd veel
gepraat. Of de verandering door hun invloed
gekomen is Het is best mogelijk, maar breek
je er het hoofd maar niet om. Het voornaamste
is, dat, wanneer je komt (en je blijft toch niet
al te lang meer weg, wel jammer, dat ik er
dan niet meer zal zijn je oom voor jou om
gekeerd zal zijn als een blad aan een boom.
Ik schrijf dit uitvoerig, omdat ik weet, dat het
je goed zal doen."
Lia hield even op met lezen. Het nieuws over
weldigde haar. En haars ondanks vroeg ook zij
zich af, hoe die verandering mogelijk was ge
worden. Zou dat het werk zijn van dominé
Meinema Of van Hans Of van beiden
Dan gleden haar oogen weer over de letteren
van den brief, die op een eind ging loopen.
Ook het slot greep haar machtig aan
„En nu, kind, veel genoegen nog, daar ver
in Duitschland. Hans heeft er over gedacht
(gedacht, want hij bezit geen sou op de we
reld 1) naar Beieren te komen en je gezelschap
te houden. Vrij brutaal van hem, vind je niet
Maar nu, in alle ernst, Lia, hij gaat er, dat
merken wij wel, onder gebukt, dat je voor je
zelf nog niet tot klaarheid hebt kunnen komen.
Hij zou het zoo gaarne anders zien, daar je hier
zoo op den goeden weg waart. Maar ik twijfel
er geen oogenblik aan en Vader ook niet, of
het komt in orde. God laat niet los, dien Hij
gegrepen heeftEn wij allen zijn er tot in het
diepst van onze ziel van overtuigd, dat jij een
gegrepen e bentWelnu, houd dan goe
den moed. Als je oprecht er om bidt, komt
Jezus in je hart wonen
Wil je, hoewel zij ons onbekend is, de harte
lijke groeten aan je Mama doen Veel genoegen
verder en een behouden thuiskomst over enkele
weken. Hooren wij nog iets van je uit Beieren?"
Met een stillen zucht liet Lia den brief in
haar schoot vallen en staarde dan peinzend
voor zich uit.
„Van wie is die brief, Lia vroeg Mevrouw
van Meersma, die haar, terwijl zij las, oplettend
had aangestaard.
„Van Lies Meinema, Mama. U weet wel. U
moogt hem gerust lezen".
„Neen, neen", weerde de ander af. „Daarom
deed ik mijn vraag niet."
(Wordt vervolgd).