n nieuwe Japon TWEEDE BLAD. i IP i i wÊ, i Gemeenteraad. Het huisje aan den Zeedijk ™unr, cjgnOWSES Zaterdag 30 Maart 1929. No. 3524. Door de invallende Feestdagen zal ons a.s. Woensdagnnmmer NIET verschijnen. SCHAAKRUBRIEK. l ilil iH 00 tt z 0 ft «l 0 00 Pil nummer ttestaai unarie Biaaen Correspondent* ^u^^treffende zenden No. 97. Probleem no. 112 heeft enkele oplosseers doen struikelen. In de vorige rubriek wees ik reeds op def outieve oplossingen. De juiste sleutelzet is 1 Kh2. Een beetje zwak, daar deze het paard op g3 ontpent. Hierdoor wordt de drei- qinq 2. Pe4 mat mogelijk. De varianten zijn 1 Pf2. 2. d4 mat. Zwart ontpent wit en zichzelf. „Zweckrein" is deze verdediging niet, aangezien nu om tweer edenen de dreiging niet mogelijk is. 1 Pc3. 2. Le3 mat. l' Tc4. 2. Tc3. Blokkeering met witte interferentie. 1 f5. 2. De5 mat. Interferentie. l' Td2:f. 2. Td2: mat. Een zwaar gebouwd probleem, waarvan de inhoud nu net zoo bepaald althans m. i.) een derde prijs toekomt. Een verdienste is de verleidingszet 1Le2. Als ik goed zie faalt deze a 11 e e n na 1Lb2. Zulk een verleidings zet is indien het met opzet gebeurt vaak heel moeilijk aan te brengen Probleem no. 113 is van een veertienjarige auteurHet is een „licht gewicht" probleem met heel aardige wendingen. In de le plaats de sleutelzet, n.l. 1. Df7, welke een vluchtveld geeft. De varianten zijn 1Kc5: 2. Dd5 mat. 1t Ke5. 2. Df4 mat. 1Lc7i". 2. Dc7: mat. 1Le7. 2. Dd4 mat. Deze laatste variant is heel aardig. Als de looper het veld c7 onbescshermd laat, volgt 2. Dc7 mat. Maar op het veld e7 interfereert hij de witte dame, doch blokkeert het veld e7. Een heel aardig probleem van dezen jongen auteur. Alleen de moderne problematiek zoekt het bij voorkeur in „zaar gewicht" en naar meerdere complicatie. Probleem voor den wedstrijd, No. 117. M. FRANKEN. Tijdschrift N. S. B. - 1929. Zwart (5). Wit (9J. Wit: Kei, Tb7 en hl, Lb2, Pe3 en f7, pi. d5, f5 en h6. Zwart: Kf6, Dd4, pi. c5, d6 en h7. Wit geeft mat in 2 (twee) zetten. Oplossing inzenden vóór Donderdag 11 April. De stand na dit probleem geeft den winnaar aan van den prijs over Maart. Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul). Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet-abonnè's zijn welkom. Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Stand van den Iadderwedatrijd na probleem no. 113. No. 112 No. 113 Totaal C. Tiemens 45 2 2 49 A. Verbrugge 42 1 2 45 D. Hofland 40 2 2 44 H. Tiemens 35 2 2 39 A. van Dijk 20 2 2 24 W. Nieuwland 20 1 2 23 F. C. Laas 15 2 2 19 „Udi" 3 2 2 7 G. van Gelder 2 1 2 5 G. Mooiweer 2 -1 2 3 CORRESONDENTIE. F. C. L, 1d8PJ\ Is dat goed Vrij eigen aardig (685). Jos. Duv. No. 34. 1. Pf4. Oplossing Eindspel no. 102. 1Tg3:!; 2. fg3: Dh2t; 3. Kh2: Th6-j-; 4. Dh5, Th5: mat. Nam 'wit niet fg3:, dan was zwart een looper voor. Eindspel no. 103. Neumann. Wit speelt en wint, nadat gespeeld was 1. De3, Te7 Oplossing: 1. Dh6:f! Kh6; 2. Th8:-j-, Kg5; 3. Th5 mat. Na 1gh6: volgt 2. Th8: mat. Eindspel no. 104. Wit: Ke5, Tb7, pi. d2. Zwart: Kg4, Th6, pi. b6 en c2. Wit speelt en maakt remise. Auteur de bekende eindspel- en probleem componist F. Lazard. „La Strategie", 1912. Wedstrijd Schaakclub »Ons Genoegens 1928—*29. GROEP I. Bund Hoek Nanning GROEP II. -a a 3 o S3 a '3 o 1 1 1 1 1 1 I 4 0 0 0 1 1 0 0 1 0 E 1 B o O U SI Visser Va 0 Vz 1 2 Parée '/z 0 1 l'/z le Comte Va 1 0 1 2'/z GROEP III. 2 O so 3 v. Gelder. Va 1 1 1 3'/z Weeda Va 0 0 1 l'/z Verbrugge 0 0 1 0 1 S Groep IV. D. Jacobi A. Kerkhof J. Zaaijer G. v. d.Wende W.Nieuwland D. Slis 4» m Z c/3 KRING CONSULATIE-BUREAU VOOR T.B.C.-BESTRIJDING TE MIDDELHARNIS. Op Dinsdagmiddag j.l. werd in hotel Meijer de vergadering gehouden namens de Prov. Zuid- Hollandsche vereeniging tot bestrijding der t. b. c. Daar Dr. J. H. Wagener te Rotterdam ver hinderd en het bestuurslid de heer H. van Boeij- en, lid van Ged. Staten door ongesteldheid, af wezig waren, werd de vergadering geleid door Mevr. C. C. van Nieuwenburg van Kleeff, be stuurslid der vereeeniging te Delft. Na een hartelijk openingswoord inzonderheid tot de H.H. doctoren en allen die belang stel len in de volksgezondheid werd het woord ver leend aan den Inspecteur bij het Staatstoezicht voor de Volksgezondheid en kinderhygiëne te Den Haag, den heer J. A. Puttoi die de bedoe ling van het kring consulatiebureau uiteenzette. Spr. heeft alle hoop op het welslagen dezer on derneming op Flakkee daar verschillende voor aanstaande mannen deze zaak goed aangepakt hebben. Dr. Knöps te Sommelsdijk wijst er op hoe in den loop der jaren het oordeel van Flakkee over t.b.c.-bestrijding gewijzigd is. Flakkee maakt gelukkig in deze ziekte een gunstig fi guur. Hier komt t.b.c. minder voor dan in an dere deelen des lands. Dr. K. huldigt den heer Den Hollander die zich bijzonder voor deze zaak geïnteresseerd heeft. Den heer Den Hollander wijst er op dat er algemeene belangstelling voor dit schoone doel is. Jammer dat er geen gebouw in Middelharnis disponibel was anders had Middelharnis dat alle medewerking geeft, dit gaarne afgestaan. De woorden van hulde door Dr. Knöps ge sproken komen echter toe aan den heer Van Es, secr. van het Groene Kruis die zich er bij zonder voor ingespannen heeft. Dr. Arends wijst eveneens op de wenscbelijk- heid van een zoodanig bureafu op Flakkee. Het kan een sterk wapen in den strijd tegen de t.b.c. worden. Spreker voert ook een warm pleidooi voor waterleiding en electrisch licht ten bate der volksgezondheid en vooral ook tegen t.b.c. Dr. Polderman van Ouddorp wijst op het groot getal sterfte door t.b.c. Er moet alles te gen gedaan worden wat in menschelijke macht ligt. Spr. zegt namens de afdeeling Ouddorp van het Groene Kruis dank voor hetgeen hiervoor thans gedaan is. De belangstelling van het volk voor deze instelling moet groeien. Langzamer hand zal dat wel komen. Ook Notaris Van der Sluijs, voorzitter van de gezondheidscommissie, te Dirksland spreekt woorden van hulde en dank voor het instand- brengen van dit mooie werk. Dr. Ruschen, district-arts voor de consulatie- bureaux hoopt zijn beste krachten te wijden aan het werk dat hem hier roept. Het bureau zal zich te beperken hebben tot het geven van adviezen. De plaatselijken arts blijft de medi- cimeerende dokter. Vooral blijft de gedachte aan het bekende spreekwoord „Voorkomen is beter dan genezen". Nooit is men er te vroeg bij. Dan kan het bureau goed werk doen in zake de volksgezondheid, beroepskeuze, enz. De presidente sprak een slotwoord. Dankte de sprekers en betreurde het feit dat de H.H. Wagener en Van Boeijen verhinderd waren. De heer Den Hollander heette Dr. Ruschen hartelijk welkom op Flakkee en hoopte dat zijn actie hier tot rijken zegen zal mogen zijn. De presidente dankte daarna nog het Groene Kruis voor de gastvrije ontvangst. Over de werkzaamheden en het doel van het bureau kunnen we nog het volgende melden Onder de auspiciën van de Prov. Zuid-Holl. Vereen, tot Bestrijding der t.b.c. is 21 Maart j.l. het eerste district-bureau in deze provincie n.l. het consulatiebureau Rotterdam-West na mens de regeering officieel geopend. Het district omvat De Zuid-Hollandsche ei landen, met uitzondering van het oostelijk ge deelte van IJselmonde en de Hoeksche Waard, Hoek van Holland, Vlaardingen, Maassluis en Schiedam, benevens de naaste omgeving van deze plaatsen, d.i. een gebied van plm. 200.000 inwoners. Kringsbureaux zullen worden opgericht te Rotterdam, Middelharnis,. Spijkefaisse, Maas sluis, Vlaardingen en Schiedam. Aan het hoofd staat als district-arts Dr. M. Russchen, die wordt bijgestaan door Mej. N, de Raadt als district-huisbezoekster. Het kringbureau te Middelharnis is gevestigd Langeweg 264, waar vanaf 28 Maart a.s. eiken Donderdag spreekuur zal worden gehouden van 12.302 uur. Ieder die zich op het kringbureau aanmeld wordt daar door den district-arts geneeskun dig onderzochtdit onderzoek geschiedt kos teloos. Aan de huisarts wordt steeds een ver slag van het onderzoek verstrekt. Wordt er t.b.c. geconstateerd, dan wordt aan den be- handelenden geneesheer advies uitgebracht aan gaande de behandeling. De patiënt wordt dan onder controle van het C. B. gesteld en op ge zette tijden opnieuw onderzocht. In het gezin wordt huisbezoek ingesteld, waardoor het bu reau op de hoogte wordt gebracht met den maatschappelijken toestand van het gezin. Het C. B. geeft leiding bij eventueel aan te brengen verbetering in de woning en de bewoning, ter wijl aan de patiënten en hunne gezinnen raad wordt gegeven omtrent alle maatregelen waar door voorkomen kan worden dat men met tuber- culosebacillen wordt besmet. Indien behandeling tehuis niet goed mogelijk of niet wenschelijk is, worden door het bureaumaatregelen genomen opdat de verzorging elders kan geschieden b.v. in een ziekenhuis of sanatorium. Het is van belang er op te wijzen, dat het de bedoeling is, dat zich op de kostelooze spreek uren niet alleen zieke menschen vervoegen, maar ook gezonden. Het komt n.l. herhaaldelijk voor, dat men t.b:c. heeft zonder zich ziek te gevoe len en men dus diegenen, die met een lijder aan t.b.c. in hetzelfde gezin samenleven in het bij zonder gevaar om eveneens te worden besmet dit geldt speciaal voor de kinderen uit zulke gezinnen. Het spreekt vanzelf dat in die geval len een vroegtijdig onderzoek al zeer gewenscht is, opdat tijdig maatregelen kunnen worden ge nomen waardoor ziek worden zoo mogelijk kan worden voorkomen. Voor bedlegerige die te ziek zijn om naar het spreekuur te komen, bestaat gelegenheid, dat zij door den district-arts tezamen met den huis arts in hun woning worden onderzocht. Het verdient aanbeveling, om, alvorens het spreekuur te bezoeken, den huisarts hiervan in kennis te stellen. Vergadering van den Raad der gemeente OOLTGENSPLAAT, op Woensdag 27 Maart 1929, des nam. 2 uur. De Voorzitter, burgemeeester Donkersloot, opent de vergadering met gebed. Na een woord van welkom verkrijgt de secre taris het woord tot het lezen der notulen, welke onveranderd worden vastgesteld. De Voorzitter deelt mede, dat alle comité's tot verbetering van de verbinding met den vas ten wal, zich hebben opgelost in een vereeni ging genaamd: „Cmité tot verkeersverbetering van en naar de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden en West-Noord-Brabant", waarna hij uiteenzet, dat dan ook voor Ooltgensplaat een redelijke oplossing zou kunnen volgen. Daar eerlang deze zaak in de Tweede Kamer der Staten-Generaal in de behandeling komt, wordt besloten het volgende aan den Minister van Waterstaat te zenden. Ook zal de Kamer leden een exemplaar worden gezonden Aan Zijne Excellentie den heer Minister van Waterstaat te 's-Gravenhage. Excellentie. Het gemeentebestuur van Ooltgensplaat neemt de vrijheid Uwe Excellentie met den meesten aandrang te verzoeken, te bevorderen, dat aan de h. i. zeer billijke wenschen van het Comité ROTTERDAM, Hoogstraat, hoek Spui DEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofweg 6 voor verkeersverbeteringen van en naar de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden en West-Noordbrabant worde gevolg gegeven. Speciaal wordt nog de aandacht gevestigd op het voorloopig verslag van de begrooting van het wegenfonds, voor het dienstjaar 1929, waaruit blijkt, dat door verschillende leden de aandacht is gevestigd op den oühoudbaren toe stand van de verbindingen, zooals deze thans worden onderhouden, en welke h. i. thans zeer gebrekkig zijn en veel te duur, vooral ook voor het vervoer van voertuigen enz., terwijl de door deze leden voorgestelde oplossing hun mogelijk en wenschelijk voorkomt. 't Welk doende enz., Burgem. en Weth. van Ooltgensplaat, De Voorzitter, W. J. DONKERSLOOT Lz. De Secretaris, K. KORTEWEG. Mededeeling wordt gedaan, dat boeken en kas van den gemeente-ontvanger zijn nagezien op 25 Maart en in orde bevonden. In kas was 2404.63. Ingekomen is een schrijven van de commissie van toezicht op het lager onderwijs, hetwelk ge lezen wordt. Schrijven van den Minister van Handel en Nijverheid, waarbij bericht wordt de rente over 1928-'29 weder uit te keeren voor 14 wonin gen in de Wilhelminastraat. Zij zal bedragen 188.66 en 1614.13 materieele bijdrage. Schrijven van de Kamer van Koophandel om te protesteeren bij de Posterijen en Telegrafie tegen de voorgenomen verhooging der gesprek ken, hetwelk voor kennisgeving wordt aan genomen. Schrijven van den Minister, dat ten laste de zer gemeente komt een bedrag van 131.74 ten gevolge van het werkloosheidsbesluit. Schrijven van de vereeniging „Stad en land" om 5..subsidie, waarop afwijzend wordt beschikt. Schrijven van de gemeente Middelharnis, dat voor iedere leerling der U.L.O. school 20.—- per jaar betaald moet worden. Doorzitten Doorzitten bij wielrijden verzacht en geneest men met Doos 30, 60 Tube 80 ct. PUROL De VOORZITTER wil machtiging aan Ged. Staten vragen tot toelating. De heer VAN GURP is er tegen, dat min deren voor de meerderen zullen moeten betalen. De heer VAN ES zegt, dat de heer Van Gurp het niet goed begrijpt en geeft een nadere verklaring. De VOOOFZITTER zegt accoord te gaan met hetgeen dê heer van Gurp opmerkt wat be treft den vorm van toepassing der schoolgelden. Aan de H. B. S. moeten we ook betalen, het is eenmaal zoo, daaraan kan men niet ontkomen. Bovendien rijk en arm kan er heen. Ook ver gadert heden te Middelharnis de vereeniging van U.L.O. op Christelijken grondslag. Wan neer daar kinderen heengaan, moeten we ook betalen, want die school komt er zeker, dus ge lijke rechten voor bijzonder en openbaar onder wijs. Hierop wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. De VOORZITTER geeft thans nog een na dere verklaring op de vraag van den heer Dorsman in de vorige vergadering gedaan over de motorspuit. Een wijziging in de gemeentebegrooting 1928- '29 en wijziging begrooting bewaarschool 1928- '29 wordt goedgekeurd. Dan komt in behandeling vaststelling van het heffingspercentage op de Inkomstenbelasting. Na een breede uiteenzetting van den VOOR ZITTER wordt besloten op voorstel van B. en W. het percentage terug te brengen op 4J/2- Zachtaan gaan we in de gewenschte richting. Schrijven van dokter Kramer, dat hij 600. wenscht te betalen in de bouwkosten, te be talen in twee termijnen. De heer DORSMAN vraagt waarom de bouwkosten honderden guldens hooger zijn dan door den Raad hiervoor was toegestaan. De VOORZITTER zegt, dat wel door de ambachtslieden een begrooting was gegeven, die hooger was. Spr. zet uiteen, dat een kleine wijziging heeft plaats gehad en het bedrag iets hooger is, doch Mosselman, van Ree en van Nimwegen zullen het voor ongeveer 1800.maken. De heer DORSMAN vraagtWordt dan minderwaardig werk gemaakt, omdat er zoo veel is afgedaan De VOORZITTER: Neen, het wordt voor dit bedrag volgens het bestek gemaakt, min derwaardig of minder werk wordt het niet. Wanneer het in handen is van den gemeente opzichter De Ruiter, dan is dit voor ons een FEUILLETON dooc H. ZEEBERG. 57) $ii« „Ja en het zou voor ons allen prettig zijn, maar het meest nog voor Lia. Omdat zij dan zou bezitten een schat, die eeuwig in de heme len bewaard blijft. Het zou voor jou ook heer lijk zijn, Hans." Daar was weer die wonderlijke intonatie in haar stem. Hij wilde nu zekerheid hebben. „Wat bedoelt u vroeg hij. „Je vraagt naar den bekenden weg. Ik weet wel, dat je veel van Lia houdt", glimlachte zij. Hans kreeg, hoewel hij op dat antwoord eenigzins verdacht geweest was, een kleur als een jong meisje. "Hoeweetustamelde hij. „Mijn oude oogen zien nog scherp, Hans. Ik weet, dat je Lia tot vrouw begeert." „Wie heeft u dat verteld vroeg hij. „Niemand was het antwoord. „Niemand heeft het mij verteld en ik heb er ook met niemand over gesproken en zal dat ook niet doen. Je kwaamt vanmiddag naar de oude vrouw, maar je kwaamt ook, om wat over Lia te vernemen, ontken het maar niet." Hans was stom-verbaasd. Zijn vader, die al tijd zeide, dat de weduwe Blankert een zeer scherpe opmerkster was, had dan toch wel gelijk. „Maar ik kwam heusch ook voor u", ver ontschuldigde hij zich, wat verlegen. „Zeker jongen, dat weet ik ook wel. Ik meen aat andere je ook volstrekt niet kwalijk. Het is wel wonderlijk, dat het zóó loopt. Dat is ook: Gods weg. Misschien. Want je moet, ais Irnrnf"1113. met <ïicx* ^et reine is, en die tijd erhtnpVaS.' i?°9 a^wac'lten, of zij je tot haar echtgenoot begeert." j „Heeft u' aarzelde Hans, „met haar er over gepraat, ik bedoel, ja, tenminste wel eens zooiets laten doorschemeren Scherp keek hij de oude vrouw aan, als om haar het antwoord van de lippen te lezen. „Neen, jongen, dat moet je van mij ook niet verwachten, 'k Heb je zooeven al gezegd, dat ik er met niemand over gesproken heb en het ook niet zal doen. Je geheim is veilig bij mij. 'k Heb het alleen opgemerkt." „Zoudt u denken, dat Lia ,,'k Weet er niets van, Hans. Maar ik ver moed niet, dat zij er ooit aan gedacht heeft. Dat kan ook moeilijk: een wereldsch meisje de vrouw van een predikant als jij. Neen, neen, zij heeft er wel niet aan gedacht. Maar zeker heid heb ik natuurlijk niet. Dan had ik er met haar over moeten spreken en daar denk ik geen oogenblik aan. Het is niet zoo gemakkelijk voor je, jongen", meende zij. „Neen, vrouw Blankert. Ik weet het wel. God weet, dat ik Lia liefheb met mijn gansche ziel. Maar tegen Zijn wil mag ik niet handelen. Eerst moet de zekerheid er zijn, dat Lia in de behouden haven is aangeland. En daarom is het bidden voor haar, wat mij betreft, zoo moeilijk." „Waarom, Hans „Omdat ik bang ben, dat ik haar een kind Gods wil hebben, om daarna zelf bezit van haar te kunnen nemen. Dat is zelfzuchtig bid den, vrouw Blankert. En dat is wel erg." „Ik geloof, dat je te ver gaat, jongen. Moet je dan een goede vrouw niet van God be- geeren 7" „Natuurlijk. Maar „Wel, dat doe je toch Een goede vrouw voor je, is allereerst een vrouw, die God vreest. Je moogt Hem dus bidden, of Hij Lia tot een godvreezende vrouw maken wil. Dat moet je doen, jongen." „Ja, dat weet ik wel. Maar het is net, of haar zieleheil in de tweede plaats komt; of ik haar een kind Gods hebben wil, opdat zij mij tot een vrouw wordt. Het zou dus een bidden met een bijbedoeling zijn. U en de anderen bidden, laat ik zeggen, onzelfzuchtiger." „Kwel j& daarmee niet, jongen. Bid maar ge rust voor Lia, dat God haar licht schenke. Als predikant zou je dat voor iederen wildvreemde willen, wel, dan toch zeker voor iemand, die je heel goed kent Neen, zit daarover niet in. Maar Hans, het zou kunnen zijn, dat Lia niet bestemd is, om je vrouw te worden. Wij be- geeren vaak, wat wij niet mogen begeeren Het is mogelijk, dat zij „neen" zegt. En je moet ook met haar ouders rekening'houden." ,,'k Weet het, vrouw Blankert. Het is heel moeilijk. Maar ik geloof, dat God mij kracht zal geven, om alles te dragen." „Mooi, als wij dat geloof hebben, kunnen 1 wij ook alles dragen. Dan kan het leven ons dikwijls raadselachtig schijnen, maar later blijkt wel: wat God doet, is altijd goed". Het was met groote sympathie en tevens met ontzag, dat Hans Meinema deze woorden hoorde. Het was bij deze heldin van het geloof, die zoo ontzettend veel tegenslag gedragen had, geen lippentaal, maar taal, waarop het hart volmondig „amen" zeide. Met een stevigen handdruk verliet de candi- daat, die straks zijn gemeente het Evangelie van Jezus Christus en Dien gekruisigd zou gaan brengen, de kleine woning „aan den zee dijk". Voor geen geld had hij dit uurtje willen missen. HOOFDSTUK VII. Het was half negen in den avond, een warme dag was achter den rug, dat Lia aanschelde aan het prachtige huis op den Maliesingel. Op haar gemak was zij van huis komen wandelen. Maar nóg had zij het warm gekregen en was blijde, straks in een koele kamer, bij Annie, te kunnen zitten. Op haar gelaat lag een moede, lustelooze trek. De oogen, die anders zoo konden schit teren, waren flets, haar hoofd was wat ge bogen. Het was of zij geen levenslust bezat. Het duurde geruimen tijd eer de zware deur geopend werd en het dienstmeisje vertelde, dat „Mevrouw in de serre was". Lia ontdeed zich van haar hoed en hing die met den mantel, dien zij over den arm gedragen had, op den kapstok( om zich vervolgens naar de serre te spoeden, waar zij haar zuster vond, liggende op de sofa. „Ha, dat is prettig, dat je komt", zeide Annie met ongeveinsde vreugde. „Ik verveel me gru welijk. Warm geweest vandaag, hé Ik heb geen auto gehoord." „Dat klopt. Ik kwam loopen, zus." „Veel respect hoor. Na zoo'n warmen dag. Thuis alles goed „Ja, best. Ben je maar alleen Is Theo niet thuis „Neen, die is om half acht, direct na het diner weggegaan. Och, die mannen hebben hun eigen pretjes. De vrouwen moeten zich maar zien te redden. Enfin, jij bent er nu. Voorloopig ga je toch niet weg „Even tien uur zou papa mij komen halen." „Heerlijk. Dat vult den avond wat." „Wat heb je Ben je moe „Ik voel mij de laatste dagen niets wel. En dan die tropische hitte vandaag. Veel te warm voor jullie, om te reizen. Wanneer gaan jullie eigenlijk „Dat kwam ik meteen vertellen. Vrijdagmor gen. Met den D-trein naar Keulen. En dan verder". „Heerlijk voor jullie. Ik heb verbazend veel trek, om mee te gaan." „Kind, je hebt pas een paar maanden je huwelijksreis achter den rug ,,'t Zou wat", smaalde Annie. „Ik was dolblij, dat ik thuis was. Enfin, daar is het ook niet alles." Annie was de laatste weken voor de Van Meersma's een volslagen raadsel. Het was ei genlijk al begonnen, toen zij met Theo uit het buitenland terugkwam, na goeddeels de witte broodsweken aan de Rivièra te hebben door gebracht. In plaats van een gelukkige, vroolijke jonge vrouw te ontmoeten, hadden zij zien weerkeeren een zeer humeurige en prikkelbare Annie, die haar echtgenoot totaal negeerde, terwijl de echtgenoot zich niet aan zijn vrouw gelegen liet. „Daar heb je het ongelukkige huwelijk al, Lia", had de architect bruutweg gezegd. „Maar zij hebben het zelf gewild, dus moeten zij ook de gevolgen maar dragen." Het was een hard woord geweest, dat Lia pijn had gedaan. Een onzegbaar medelijden was in haar opgekomen, toen zij de volgende weken de verhouding in het jonge gezin zag. Daarbij kwam, dat Annie schijnbaar onver schillig door het leven ging. Maar wie goed opmerkte, en Lia deed het in dit geval zeer goed, bespeurde, dat het bij de jonge vrouw alleen schijn was. Zij was niet meer de vroo lijke, luchthartige Annie, die alleen leefde van uitgaan en pret maken. Met verbazing, die klom tot ongerustheid, bemerkte mevrouw Van Meersma deze veran dering bij haar oudste dochter. Er was iets, dat zij niet kon verklaren, maar dat haar met zorg vervulde. Zoo was Annie nooit geweest. Wat zij vertoonde was komediespel. Zij toonde groote onverschilligheid met het leven. Maar de scherpe opmerker hoorde niet alleen het steriotiepe: „Enfin" met de een of andere bij voeging, doch hij hoorde ook de klacht, die er aan voorafging en die toonde, dat de onver schilligheid voorgewend was. Neen, in dit huwelijk deugde het niet met de verhouding. Het verbaasde Lia en ook de architect niet. Zij hadden het zien aankomen. Alleen hadden zij het niet zoo spoedig verwacht. En ook niet zóó, dat Annie het zich zoo zou aantrekken. Dat was vooral voor Lia een raad sel. Annie had immers van te voren reeds haar te kennen gegeven, dat haar huwelijk niet een huwelijk van liefde was, maar zuiver uit be rekening: mama had het steeds gaarne gewild en zij trouwde dan toch met een schatrijken Van Zeggelen Welnu, als zij dat van te voren geweten had, dan was er toch geen reden, om zoo te veranderen (Wordt .vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 3